RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING MONNICKENDAM - ORANJEZICHT
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam Oranjezicht
Code 1012103 / 26-04-11
GEMEENTE WATERLAND 1012103 / 26-04-11 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING MONNICKENDAM - ORANJEZICHT TOELICHTING INHOUDSOPGAVE
blz
1.
INLEIDING
1
1. 1. 1. 1.
1. 2. 3. 4.
Aanleiding Planologische regeling Huidige situatie Leeswijzer
1 1 1 2
2.
PROJECTBESCHRIJVING
3
2. 1. 2. 2. 2. 3. 3.
De ontwikkeling Ruimtelijke en functionele aspecten Parkeren
3 4 5
BELEID 6
3. 1. 3. 2. 3. 3.
Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk beleid
6 7 7
4.
OMGEVINGSASPECTEN
4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
5.
JURIDISCHE VORMGEVING
14
6.
UITVOERBAARHEID
15
6. 1. 6. 2. 6. 3.
Ecologie Archeologie Water Milieuzonering Bodem Geluid Luchtkwaliteit Externe veiligheid
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Grondexploitatie Economische uitvoerbaarheid
9 9 10 10 11 11 12 12 13
15 15 15
7.
VOOROVERLEG
17
8.
VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN
18
Bijlage 1
Wateradvies
1012103
1.
blz 1
INLEIDING
1. 1. Aanleiding Aan de Bernhardlaan in Monnickendam was voorheen een glashandel gevestigd. Het vrijkomen van het pand maakt het mogelijk deze locatie te herontwikkelen. De wens bestaat om hier een appartementencomplex met parkeerplaatsen te realiseren. 1. 2. Planologische regeling Het vigerende bestemmingsplan is het Bestemmingsplan Oranjewijk 1982 (vastgesteld op 13 januari 1983 en goedgekeurd op 10 april 1984). In dit plan heeft het projectgebied de bestemming “Handels- en nijverheidsdoeleinden”. De beoogde bouw van het appartementencomplex is binnen deze bestemming niet toegestaan. De gemeente wil medewerking verlenen aan het initiatief. Er is besloten medewerking te verlenen door het verlenen van een omgevingsvergunning. De voorliggende onderbouwing vormt de ruimtelijke onderbouwing bij de omgevingsvergunning. De gemeente Waterland heeft het bestemmingsplan Monnickendam - Buiten de Vesting in voorbereiding. Het projectgebied van Oranjezicht ligt binnen het plangebied van dat bestemmingsplan. Het is de bedoeling om dit projectgebied in het nieuwe bestemmingsplan in te passen. 1. 3. Huidige situatie Het projectgebied is gelegen in de Oranjewijk. Deze wijk ligt net buiten het historische centrum van Monnickendam. De structuur van de wijk is helder en simpel. De Wilhelminalaan is de hoofdontsluitingsweg van de wijk. Alle overige wegen haken op deze weg aan. De Wilhelminalaan ligt ten zuiden van het projectgebied. De bouwstijl in de Oranjewijk weerspiegeld de tijdsgeest van de jaren ’50. De gebouwen zijn allen twee bouwlagen met een kap. De nokrichting loopt parallel aan de straat. In de openbare ruimte is spaarzaam omgegaan met groen. De hoofdstraten hebben aan één kant bomen. De kleinere straten zijn vooral zo groen door de groene voortuinen. In het projectgebied is de heldere structuur van de Oranjewijk onderbroken door de aanwezigheid van de voormalige glashandel. Ter plaatse van het projectgebied loopt de Oranjestraat dood. Het projectgebied ligt ingeklemd tussen bestaande woonbebouwing. Het terrein wordt omsloten door de achtertuinen van deze woningen. Langs de west- en zuidzijde grenst het projectgebied direct aan de achtertuinen van de woningen aan de Nieuwpoortslaan en de Wilhelminalaan. De ligging van het projectgebied is in figuur 1 weergegeven.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
Buro Vijn B.V.
blz 2
Figuur 1.
1012103
De ligging van het projectgebied.
1. 4. Leeswijzer In hoofdstuk 2 is een beschrijving gegeven van het project. Hierbij wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele aspecten van het project. Vervolgens is in hoofdstuk 3 een beschrijving gemaakt van het provinciaal en gemeentelijk beleid, dat een relatie heeft met het projectgebied en/of de ontwikkeling. In hoofdstuk 4 wordt op de diverse omgevingsaspecten ingegaan. Een juridische beschrijving van het project is gegeven in hoofdstuk 5. Tenslotte gaat hoofdstuk 6 in op de uitvoerbaarheid van het project. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid. Hierbij vormt grondexploitatie een onderdeel van de economische uitvoerbaarheid.
Buro Vijn B.V.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
1012103
2.
blz 3
PROJECTBESCHRIJVING
2. 1. De ontwikkeling Op de locatie worden 22 appartementen voor starters gecreëerd. De appartementen worden gesitueerd in een woongebouw met drie bouwlagen. Het woongebouw bestaat uit twee delen die met elkaar verbonden worden door middel van een centrale toegang. Op de benedenverdieping van het oostelijke gebouw worden parkeerplaatsen gerealiseerd.
Figuur 2.
De situering van de nieuwe weg en ligging van het appartementencomplex.
Rondom het woongebouw wordt de Oranjestraat doorgetrokken. Deze zal langs de westzijde van het gebouw aantakken op de Wilhelminalaan. Ten noorden van het woongebouw is de weg bestemd voor autoverkeer en wordt ingericht als een tweerichtingsweg. Ten westen van het woongebouw is de weg bedoeld voor langzaam verkeer (fietsers en voetgangers). Dit deel van de weg wordt breed genoeg voor de doorgang van de hulpdien-
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
Buro Vijn B.V.
blz 4
1012103
sten bij calamiteiten. Het regulier verkeer zal zoals in de huidige situatie over de Wilhelminalaan rijden. Dit geldt ook voor de vuilnisauto. Langs het weggedeelte dat bestemd is voor autoverkeer worden parkeerplaatsen aangelegd. Langs het gedeelte dat is bestemd voor langzaam verkeer wordt een groenstrook gerealiseerd. De situering van de nieuwe weg en de ligging van het appartementencomplex zijn in figuur 2 weergegeven. 2. 2. Ruimtelijke en functionele aspecten Het projectgebied wordt omgeven door woningen. De Oranjewijk is een woonwijk met veel woningen. Het projectgebied is dan ook geschikte locatie voor de bouw van nieuwe appartementen. Door deze ontwikkeling wordt het bedrijf dat nu de structuur van de wijk onderbreekt verwijderd. De ligging van de locatie midden in een bestaande woonwijk, grenzend aan de achtertuinen van woningen, vergt een goede inpassing. Door zijn oriëntatie (noord-zuid) en door het programma (22 appartementen) zal het gebouw afwijken van de omliggende bebouwing. Maar met de juiste vormgeving hoeft dit geen belemmeringen te zijn.
Figuur 3.
Indicatieve weergave van het woongebouw.
Het woongebouw krijgt een eigentijdse uitstraling die aansluit op de jaren ’50 architectuur van de Oranjewijk. Het gebouw zal worden opgetrokken uit baksteen en dakpannen. Deze materialen sluiten aan op het gebruik in de Oranjewijk. De nokrichting zal parallel lopen aan de bestaande Oran-
Buro Vijn B.V.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
1012103
blz 5
jestraat. Vanwege de diepte van het gebouw worden er meerdere nokken gecreëerd. Het complex krijgt een maximale bouwhoogte van 10,50 meter. De goothoogte wordt maximaal 9,00 meter. Hierin zit enige variatie. Dit is weergegeven in het bouwplan van 19 mei 2010. Een indicatieve weergave van het woongebouw is in figuur 3 weergegeven. Aan de zuidzijde wordt het woongebouw teruggebracht naar 1 bouwlaag met kap. Hierdoor wordt de inkijk op de naastgelegen achtertuinen terug gebracht. Aan de westzijde is er een grotere afstand tot de achtertuinen. Tussen het gebouw en de achtertuinen ligt de doorgetrokken Oranjestraat met daaraan een groenstrook. Vanwege deze tussenliggende openbare ruimte is hier een bouwhoogte van drie bouwlagen verantwoord. 2. 3. Parkeren In het projectgebied wordt een parkeernorm van 1,4 parkeerplaatsen per woning nagestreefd. Met een totaal van 22 appartementen zullen er dus 31 parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden. Gelet op doelgroep starters wordt er bij dit plan uitgegaan van 27 parkeerplaatsen. Op de benedenverdieping van het oostelijke deel van het woongebouw worden 18 parkeerplaatsen gerealiseerd. Langs de Oranjestraat worden ook nog eens 9 parkeerplaatsen aangelegd. Hiermee komt het totaal aantal parkeerplaatsen uit op 27. De situering van de parkeerplaatsen is in figuur 2 weergegeven.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
Buro Vijn B.V.
blz 6
3.
1012103
BELEID
Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op deze omgevingsvergunning. Gezien de kleinschaligheid van de voorgestelde ontwikkeling is rijksbeleid hiertoe niet van belang. Er zal daarom alleen worden ingegaan op het provinciaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met de genoemde ontwikkeling en/of het projectgebied. 3. 1. Provinciaal beleid Structuurvisie en Provinciale Verordening Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord - Holland is vastgelegd in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 (vastgesteld door Provinciale Staten op 21 juni 2010). In de structuurvisie geeft de provincie een toekomstbeeld, waaruit het provinciaal belang volgt. Het toekomstbeeld is als volgt gedefinieerd: De Provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik. Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren heeft de Provincie provinciale belangen benoemd. De drie hoofdbelangen (klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik) vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de Provincie. De hoofdbelangen zijn in de Structuurvisie uitgewerkt. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (vastgesteld door Provinciale Staten op 21 juni 2010) zijn regels verbonden aan de hoofdbelangen. Bebouwde gebieden, waaronder Monnickendam, zijn aangegeven als “Bestaand Bebouwd Gebied”. Uitgangspunt is om deze woningvraag zoveel mogelijk te realiseren binnen het Bestaand Bebouwd Gebied. In de Structuurvisie wordt nader ingegaan op het nationaal landschap Laag Holland, waarin Monnickendam ligt. Dit gebied is van belang voor het behoud en de ontwikkeling van groen om de stad. In dit gebied hebben de functies recreatie, natuur en landschap voorrang. In de verordening worden er regels gesteld aan verdere verstedelijking van nationale landschappen. Voor dit gebied moet in het bestemmingsplan regels opgenomen worden ten behoeve van het behoud of de versterking van de kernkwaliteiten van het betreffende gebied. Een bestemmingsplan mag uitsluitend voorzien in nieuwe functies en uitbreiding van de bebouwing van bestaande functies binnen dit gebied als er geen significant negatieve effecten zijn op de kernkwaliteiten. Omdat onderhavige ontwikkeling betrekking heeft op een ontwikkeling in bestaand stedelijk gebied is er geen sprake van aantasting van de kernkwaliteiten.
Buro Vijn B.V.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
1012103
blz 7
De verordening stelt dat in de toelichting op bestemmingsplannen, projectbesluiten en omgevingsvergunningen, waarbij woonfuncties worden mogelijk gemaakt, in ieder geval wordt ingegaan de afspraken tussen de regiogemeenten over de verdeling van woningen over de gemeenten ten opzichte van de totale regionale bouwopgave. Deze beschrijving is hieronder weergegeven. Convenant Binnenstedelijke opgave (ICT) Waterlands Wonen Op 2 maart 2007 hebben de provincie en de acht betrokken gemeenten (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zeevang) en het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) het Convenant Binnenstedelijke opgave (ICT) Waterlands Wonen gesloten. Hierin zijn concrete afspraken over de woningbouwopgave binnen bestaand stedelijk gebied vastgelegd. De provincie heeft de ambitie neergelegd om 50% van de totale woningbouwopgave (6.000 woningen tot 2020 over de regio Waterland) binnenstedelijk te realiseren. Het convenant heeft de ambitie om de binnenstedelijke bouwopgave door middel van Intensiveren, Combineren en Transformeren (ICT) uit te voeren. Uit een nadere inventarisatie is gebleken dat het realiseren van in totaal 2.000 woningen door middel van ICT realistisch en haalbaar is. Voor de gemeente Waterland bestaat de ICT-opgave uit 250 woningen tot en met 2012. De ontwikkeling van appartementen in het projectgebied leveren een bijdrage aan de ICT-opgave van Waterland. Gesteld kan worden dat de voorgestane ontwikkeling past binnen het provinciaal beleid. 3. 2. Regionaal beleid Regiovisie Waterland 2040 In de regiovisie Waterland 2040 (januari 2009) hebben de zeven Waterlandse gemeenten hun koers bepaald voor het ruimtelijk beleid op lange termijn. Het centrale motto van de visie is Vitaal met Karakter. In de visie staat behoud en zo mogelijk versterking van het kenmerkende authentieke karakter van de regio Waterland voorop, maar wel met de noodzakelijke sociaal-economische en infrastructurele impulsen om de kernen vitaal te houden en de regio binnen de Metropoolregio Amsterdam bereikbaar te maken. Ten aanzien van wonen is de realisering van de afspraken uit het Convenant Binnenstedelijke opgave (ICT) Waterlands Wonen een hard uitgangspunt. 3. 3. Gemeentelijk beleid Voor de locatie Oranjezicht is een woningbouwprogramma (WBP) vastgesteld van 20 woningen. Het aantal woningen dat wordt genoemd in het WBP is gebaseerd op een groter plangebied. In het WBP wordt nadrukkelijk gesteld dat het mogelijk is van dit streefgetal af te wijken als dit wenselijk is. Voor de invulling van Oranjezicht wordt gestreefd naar starterswoningen.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
Buro Vijn B.V.
blz 8
1012103
In het projectgebied worden 22 appartementen voor starters gerealiseerd. Dit betekent een geringe afwijking van het WBP. Gesteld kan worden dat het plan past binnen het WBP.
Buro Vijn B.V.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
1012103
4.
blz 9
OMGEVINGSASPECTEN
Uit de bestaande omgevingssituatie kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden voortkomen voor deze omgevingsvergunning. Het uitgangspunt voor de omgevingsvergunning is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In de volgende paragrafen zijn de randvoorwaarden die voortvloeien uit de omgevingsaspecten beschreven. 4. 1. Ecologie Bij elk ruimtelijk plan dient, met het oog op de natuurbescherming, rekening te worden gehouden met de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming Wat betreft de gebiedsbescherming gaat het om de bescherming van gebieden die zijn aangewezen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en/of om gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000gebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is het “Markermeer & IJmeer”. Dit gebied ligt op een afstand van ruim één kilometer vanaf het projectgebied. De dichtstbijzijnde gebieden die deel uit maken van de EHS zijn Hemmeland en het gebied ten zuiden van Monnickendam. Beide gebieden liggen op een afstand van ruim 750 meter vanaf het projectgebied. Gezien de aard van de ingreep en de relatief grote afstand ten opzichte van deze gebieden zal er geen negatief effect optreden op deze gebieden. Ten aanzien van de gebiedsbescherming zijn er geen belemmeringen voor dit plan. Soortenbescherming De soortenbescherming vindt primair plaats via de Flora- en faunawet. Op grond van deze wet mogen er geen beschermde planten en dieren (en hun verblijfsplaatsen), die in de wet zijn aangewezen, verstoord worden. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan op bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst soorten zijn deze voorwaarden zeer streng. In het kader van het plan is er ecologisch onderzoek uitgevoerd. 1) Uit het onderzoek blijkt dat er geen beschermde planten aanwezig. Het pand dat wordt gesloopt heeft geen geschikte invliegopeningen voor vleermuizen. De kans dat vleermuizen aanwezig zijn binnen het projectgebied kan daarom worden uitgesloten. Langs het projectgebied loopt een smalle sloot. De sloot is beschoeid, terwijl de droge oever stijl is. De kans op amfibieën is vrijwel uit te sluiten. In ieder geval kunnen deze niet binnen het projectgebied op het land komen. De kans op schade aan amfibieën is daarmee uit te sluiten. 1)
Quick scan ecologie, Nieuwpoortslaan Monnickendam, Els & Linde B.V., mei 2010.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
Buro Vijn B.V.
blz 10
1012103
In de smalle sloot is en kleine kans op aanwezigheid van vissen (en daarmee een zeer kleine kans op beschermde soorten vissen). De kans op schade aan het voorkomen van beschermde vissen kan echter volledig worden uitgesloten. Alleen aan de straatzijde (de Berhardlaan) is enige begroeiing aanwezig waarin vogels een nestplek kunnen vinden. Gezien de drukke weg en daarmee de grote onrust en grote hoeveelheid verstoring, is de kans echter klein. Geconcludeerd kan worden dat binnen het projectgebied geen beschermde soorten voorkomen. Voor het plan is geen ontheffing ex artikel 75 Flora en Faunawet noodzakelijk. Ten aanzien van de bescherming van soorten zijn er geen belemmeringen voor dit plan. 4. 2. Archeologie Op grond van het Verdrag van Malta en de daaruit vloeiende Wet op de archeologische monumentenzorg, dient te worden gekeken naar de archeologische waarden in het projectgebied. De gemeente heeft een archeologienota in voorbereiding. De conceptarcheologienota maakt onderscheid tussen verschillende gebieden, waarbij de eis om archeologisch onderzoek te doen wordt gedifferentieerd per plaats / gebied op basis van de archeologische verwachting voor dat gebied. Het projectgebied in een gebied dat na 1960 bebouwd is. Voor dit gebied geeft de archeologienota aan dat rekening gehouden moet worden met archeologie vanaf een planomvang van 2.500 m2 en dieper dan 35 centimeter. Het projectgebied beslaat een oppervlakte van 1.600 m2. Derhalve is aanvullend onderzoek niet nodig. Ten aanzien van archeologie zijn er geen belemmeringen voor dit plan. 4. 3. Water Een belangrijke onderdeel van de planvorming is de Watertoets. Het doel van de Watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen meer expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Het projectgebied ligt in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het waterschap op de hoogte gebracht van het voornemen. Het waterschap heeft een positief wateradvies afgegeven (zie bijlage 1). Gezien de aard en omvang van het plan heeft het waterschap aangegeven geen bezwaar te hebben op het plan. Wel adviseert het waterschap om geen gebruik te maken van uitloogbare materialen zoals koper, lood en zink. Ten aanzien van het aspect water zijn er geen belemmeringen voor het plan.
Buro Vijn B.V.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
1012103
blz 11
4. 4. Milieuzonering Het milieubeleid en de daarop gebaseerde regelgeving spelen een belangrijke rol bij het ruimtelijk ordeningsbeleid. Beide beleidsterreinen richten zich op de bescherming van de kwaliteit van de (leef)omgeving. In ruimtelijke plannen wordt de situering van milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) ten opzichte van elkaar (milieuzonering) geregeld. In de onderbouwing bij een omgevingsvergunning dient aangegeven te worden op welke wijze aan dat beleid gestalte wordt gegeven. In de omgeving van het projectgebied liggen geen bedrijven die hinder kunnen veroorzaken voor de woonfunctie in het projectgebied. De woonfunctie in het projectgebied zelf zal ook geen hinder voor zijn omgeving veroorzaken. Ten aanzien van milieuzonering zijn er geen belemmeringen voor dit plan. 4. 5. Bodem Verdachte plekken met betrekking tot de kwaliteit van de bodem dienen in het kader van de Wet bodembescherming bij ruimtelijke plannen en projecten te worden gesignaleerd vanuit een goede ruimtelijke ordening. In het kader van de gewenste ontwikkeling is bodemonderzoek uitgevoerd. 2) In één mengmonster zijn overschrijdingen van de interventiewaarden geconstateerd van de stoffen barium, koper en zink. Daarnaast zijn er lichte verontreinigingen met cadmium, kobalt, lood, nikkel, PAK, minerale olie en PCB’s aangetroffen. Wegens de geconstateerde verontreinigingen is aanvullend onderzoek uitgevoerd. In het aanvullend onderzoek zijn in twee grondmonsters verontreinigingen tot boven de interventiewaarde met barium, koper en zink geconstateerd. In de overige mengmonsters zijn maximaal lichte verontreinigingen met barium, cadmium, koper, kwik, lood, zink, PAK en minerale olie aangetroffen. In het grondwater zijn maximaal lichte verontreinigingen met barium en zink aangetroffen. Tijdens het onderzoek is op het maaiveld en in de bodem geen asbestverdacht materiaal aangetroffen. In de onderzochte puinhoudende grond is door het laboratorium indicatief geen asbest aangetroffen. Aangezien plaatselijk de interventiewaarden worden overschreden, bestaan er mogelijk risico’s voor de volksgezondheid. Om hierover nadere uitspraken te kunnen doen is in principe nader onderzoek noodzakelijk. Rondom de betreffende boorpunten moet de omvang van de verontreiniging beter in kaart gebracht worden. Hiermee kan nagegaan worden of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging met zware metalen. 2)
Bodemonderzoek Oranjezicht (Nieuwpoortslaan 5) te Monnickendam, Landview Bodemonderzoek, 19 mei 2010.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
Buro Vijn B.V.
blz 12
1012103
Dit onderzoek zal voorafgaand aan de uitvoering van de bouwwerkzaamheden plaatsvinden. Ten aanzien van het aspect bodem zijn er voor de omgevingsvergunning geen belemmeringen. 4. 6. Geluid In het kader van geluid is de Wet geluidhinder van toepassing. Doel van deze wet is het terugdringen van hinder als gevolg van geluid en het voorkomen van een toename van geluidhinder in de toekomst. In het kader van de voorgenomen activiteit is verkeerslawaai van belang. In het kader van het plan is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. 3) Voor de berekening is gebruik gemaakt van de standaard rekenmethode 2 voor wegverkeerslawaai. Er is daarbij een model gemaakt voor het peiljaar 2020. In de berekening is in principe voor alle gevels van het nieuwe gebouw een rekenpunt ingevoerd. Daarbij is gerekend voor alle drie bouwlagen. In de berekening zijn de provinciale weg N247 en afrit N518 (80 km/u) en de Bernhardlaan (50 km/u) en de Nieuwpoortslaan (50 km/u) meegenomen. Voor al deze wegen is er gerekend met normaal asfalt (Dicht Asfalt Beton) op alle wegen. Op basis van gegevens van de gemeente, van de provincie en een rapport in het kader van bestemmingsplan Broek in Waterland zijn de verkeersintensiteiten geschat. De voorkeursgrenswaarde uit de Wet Geluidhinder bedraagt 48 dB. De berekende niveaus geven cumulatief een geluidsbelasting van ten hoogste 44 dB. Dit is onder de voorkeursgrenswaarde. Verdere maatregelen zijn niet noodzakelijk. Ten aanzien van het aspect geluid zijn er geen belemmeringen. 4. 7. Luchtkwaliteit Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft de luchtkwaliteit. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. De Wet milieubeheer voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet milieubeheer geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:
3)
Akoestisch onderzoek wegverkeer, Nieuwbouw appartementen plan Oranjezicht, Monnickendam, dBcontrol, 2 mei 2010.
Buro Vijn B.V.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
1012103
• • •
blz 13
er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of; een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt of; een project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging.
Projecten die “niet in betekenende mate” bijdragen aan de luchtverontreiniging zijn onder andere: • woningbouwlocaties met niet meer dan 1.500 nieuwe woningen bij één ontsluitingsweg en 3.000 nieuwe woningen bij twee ontsluitingswegen; • kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 100.000 m2 bij één ontsluitingsweg en 200.000 m2 bij twee ontsluitingswegen; • bepaalde landbouwinrichtingen. In het projectgebied gaat het om de ontwikkeling van 22 woningen. Dit valt onder de regeling “niet in betekenende mate”. Hiermee voldoet de omgevingsvergunning aan de Wet milieubeheer en zijn er op het gebied van luchtkwaliteit geen belemmeringen. 4. 8. Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico’s bloot te stellen. Het projectgebied ligt niet binnen het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en hoofdgasleidingen. Het projectgebied ligt op een afstand van 130 meter vanaf de N247. Hier vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Deze weg is niet opgenomen in het Basisnet Weg. Dat houdt in dat er geen risicocontouren overschreden worden. Dit blijkt tevens uit ouder onderzoek. 4) Uit dit onderzoek is gebleken dat er momenteel binnen de gemeente Waterland geen overschrijdingen van de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico en de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico worden veroorzaakt door het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. Ten aanzien van externe veiligheid bestaan er daarom geen belemmeringen voor het voorgenomen plan.
4)
Veiligheidsadvies “Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg”, gemeente Waterland, 2007.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
Buro Vijn B.V.
blz 14
5.
1012103
JURIDISCHE VORMGEVING
De gewenste ontwikkeling past niet binnen het vigerende bestemmingsplan. Er is dan ook een omgevingsvergunning ex artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) noodzakelijk om de ontwikkeling planologisch mogelijk te maken. Deze ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op de bouw van het appartementencomplex en de aanleg van de ontsluitingswegen en dient ter motivering van de voorgenomen ontwikkeling, zoals opgenomen in het bouwplan van 29 mei 2010. De locatie van de onderhavige gronden is aangegeven in figuur 4.
Figuur 4.
Buro Vijn B.V.
De begrenzing van het projectgebied.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
1012103
6.
blz 15
UITVOERBAARHEID
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een omgevingsvergunning. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. 6. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Voorafgaand aan deze wettelijke procedure heeft er een inspraakronde van de stedenbouwkundige visie plaatsgevonden. Vervolgens is het plan als voorontwerp-projectbesluit in het kader van het vooroverleg aangeboden aan diverse Overlegpartners. De resultaten van dit overleg zijn in hoofdstuk 7 weergegeven. Het plan zal als ontwerp-omgevingsvergunning 6 weken ter inzage worden gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen. 6. 2. Grondexploitatie Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en de legeskosten voor de omgevingsvergunning. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, omdat in het geval van grondexploitatie door derden diverse eisen en regels gesteld kunnen worden. De omgevingsvergunning voorziet in de bouw van appartementen. Dit valt onder de bouwplannen zoals bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. In de Wro is opgenomen dat voor dergelijke bouwplannen, in verband met het kostenverhaal van de gemeente, in beginsel een exploitatieplan vastgesteld moet worden. Van het vaststellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als voornoemde kosten “anderszins verzekerd” zijn, bijvoorbeeld door overeenkomsten, en het stellen van eisen en een fasering niet noodzakelijk worden geacht. Tussen de gemeente en de ontwikkelaar is een exploitatieovereenkomst gesloten. In deze overeenkomst is geregeld dat alle kosten die verband houden met het initiatief worden betaald door de ontwikkelaar. Verder zijn er geen gemeentelijke kosten die verhaald dienen te worden. Omdat met deze overeenkomst het kostenverhaal geregeld is, en het stellen van nadere eisen en regels niet noodzakelijk is, beslist de gemeenteraad bij de vaststelling van het plan dat er geen exploitatieplan wordt opgesteld, omdat het kostenverhaal anderszins verzekerd is. 6. 3. Economische uitvoerbaarheid Alle kosten komen voor rekening van de ontwikkelaar. Dit is middels een overeenkomst geregeld.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
Buro Vijn B.V.
blz 16
1012103
Alle door de gemeente gemaakte en te maken kosten met betrekking tot het initiatief zijn hiermee verzekerd. Doel van het plan is het bouwen van appartementen voor starters. De huidige vraag naar starterswoningen levert een gunstige verhuur- en verkoopverwachting op, waardoor het plan economisch uitvoerbaar wordt geacht.
Buro Vijn B.V.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
1012103
7.
blz 17
VOOROVERLEG
In het kader van het bestuurlijk vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het plan Oranjezicht Monnickendam als projectbesluit op 11 juni 2010 aan instanties opgestuurd. De instanties is verzocht om voor 23 juli 2010 eventuele op- en/of aanmerkingen kenbaar te maken. Het plan is naar de volgende instanties opgestuurd: 1. de provincie Noord-Holland; 2. de regionale brandweer; 3. de VROM-inspectie; 4. het Waterschap. Van de provincie en de regionale brandweer zijn inhoudelijke reacties binnengekomen. Deze zijn hierna samengevat, met de beantwoording door de gemeente. Van de overige instanties is geen reactie ontvangen, waaruit geconcludeerd mag worden dat deze instanties kunnen instemmen met dit voorontwerp-projectbesluit. Ad 1. provincie Noord-Holland De provincie heeft aangegeven geen opmerkingen te hebben op het plan. Reactie:
Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.
Ad 2. regionale brandweer De brandweer geeft aan dat het PR en GR geen belemmering vormen. Aanvullend daarop heeft de brandweer gekeken naar de gevolgen van een BLEVE. Het plangebied ligt binnen de 10%-letaliteitszone. Gesteld kan worden dat in geval van een ongeval de brandweer voldoende snel ter plaatse kan zijn. Verder worden de bewoners van het appartementencomplex aangemerkt als zelfredzaam. De brandweer adviseert om de bluswatervoorzieningen in te richten volgens de handreiking “bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid”. Verder adviseert de brandweer voldoende vluchtwegen aan te leggen die van de provinciale weg af liggen. Reactie:
Bij de nadere uitwerking van het plan wordt er rekening gehouden met de adviezen van de brandweer.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht
Buro Vijn B.V.
blz 18
1012103
8. VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN De ontwerp-omgevingsvergunning ‘Monnickendam - Oranjezicht’ heeft, conform afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht en artikel 3.10 Wro, met ingang van 17 december 2010 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is een ieder in de gelegenheid gesteld om zijn of haar zienswijze omtrent het project kenbaar te maken. Er zijn drie zienswijzen ingediend. Naar aanleiding van de zienswijzen is verkeerssituatie van de nieuwe weg rondom het woongebouw verduidelijkt. Verder is de ruimtelijke onderbouwing ongewijzigd. Daarom heeft de gemeenteraad op 14 april 2011 een verklaring van geen bedenkingen voor dit project afgegeven. ===
Buro Vijn B.V.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Monnickendam - Oranjezicht