Stationsdwarsstraat 1-3 20 december 2012 Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van een omgevingsvergunning
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Inhoudsopgave
Ruimtelijke onderbouwing
3
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Aanleiding Projectomgevingsvergunning Ligging en begrenzing
3 3 3 4
Hoofdstuk 2
Planbeschrijving
6
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3
Beleidskader Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijke beleid
7 7 7 10
Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
Randvoorwaarden en onderzoek Archeologie en cultuurhistorie Ecologie Geluid Bodem Water Luchtkwaliteit Externe veiligheid Kabels en leidingen Verkeer en parkeren
13 13 15 15 16 17 17 18 21 21
Hoofdstuk 5
Ruimtelijke aanvaardbaarheid
23
Hoofdstuk 6 6.1 6.2
Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid
24 24 24
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2
Onderzoek geluidswering gevel Stationsstraat Sittard Bodemonderzoek Stationsdwarsstraat 1
25 26 52
Besluit
B01055.000689
75
ARCADIS
2
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Ruimtelijke onderbouwing Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding Woningcorporatie Wooonpunt is voornemens om op de locatie Stationsdwarsstraat 1-3 in Sittard een atelier/woning + 14 wooneenheden te realiseren. Het betreft vervangende nieuwbouw ten behoeve van studentenhuisvesting. De huidige situatie wordt gekenmerkt door twee panden (voormalige sexshop en friture) die al geruime tijd leeg staan. Het vigerende bestemmingsplan laat de realisatie van het achterste deel van de wooneenheden niet toe. Deze 7 wooneenheden zijn namelijk buiten het bouwvlak van de bestemming 'Wonen' en 'Centrumvoorzieningen' gelegen. De nieuwbouw voldoet wel aan de geldende bouw- en gebruiksregels van het vigerende bestemmingsplan. De gemeente Sittard-Geleen heeft laten weten medewerking te willen verlenen aan het voornemen nadat een goede ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de omgevingsvergunning is overgelegd en goedgekeurd. Daartoe is het onderhavige afwijkingsbesluit opgesteld. Op dit moment wordt het vigerende bestemmingsplan geactualiseerd. De gemeente Sittard-Geleen heeft aangegeven dat dit voornemen zal worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan ("Stationsomgeving"). Hierbij gaat het om een planaanpassing waarbij het bouwvlak ter plaatse van vervangende nieuwbouw wordt gewijzigd zodat het bestemmingsplan de realisatie toestaat. In het kader van de benodigde omgevingsvergunning voor de ontwikkeling ter plaatse van het perceel berhorende bij het pand aan het adres Stationsdwarsstraat 1-3 te Sittard is voorliggende ruimtelijke onderbouwing opgesteld.
1.2
Projectomgevingsvergunning Als er zoals in het onderhavige geval sprake is van een activiteit (als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)) in strijd met het bestemmingsplan, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend: 1. met toepassing van de in het bestemmingsplan opgenomen regels inzake afwijking (de binnenplanse ontheffing); 2. in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (kruimellijst); 3. als de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat (projectomgevingsvergunning). In het onderhavig geval is dus sprake van een omgevingsvergunning die slechts verleend kan worden indien de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat (artikel 2.12 lid 1 sub a, onder 3 Wabo). Onderhavig rapport
B01055.000689
ARCADIS
3
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
voorziet in deze goede ruimtelijke onderbouwing. Vervolgens onderscheidt de Wabo twee voorbereidingsprocedures: de reguliere en de uitgebreide. Regel is dat de reguliere voorbereidingsprocedure wordt gevolgd, tenzij anders is bepaald. In artikel 3.10 staat expliciet aangegeven wanneer de uitgebreide voorbereidingsprocedure moet worden gevolgd, hetgeen ook geldt voor de activiteiten genoemd in artikel 2.12 lid 1 sub a, onder 3 Wabo (afwijken bestemmingsplan). Derhalve is de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing.
1.3
Ligging en begrenzing De projectlocatie is gelegen aan de Stationsdwarsstraat 1-3 in Sittard. Het betreft een autoluw gebied (voetgangersdomein) nabij het treinstation en centrum van Sittard. Op onderstaande uitsnede is de locatie aangeduid middels een rode cirkel. De begrenzing waarop deze ruimtelijke onderbouwing betrekking heeft is het gehele perceel: sectie K, 2810. De planbegrenzing is als bijlage bij deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1883.PbStationsdwars-0001
Ligging projectgebied
B01055.000689
ARCADIS
4
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Situatietekening
B01055.000689
ARCADIS
5
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Hoofdstuk 2
Planbeschrijving
Het voornemen voorziet in studentenhuisvesting met 14 wooneenheden atelier/woning. Hiervoor worden 2 panden aan de Stationsdwarstraat 1-3 te Sittard gesloopt en verangen door een gelijkwaardig pand en bouwvolume. De atelierwoning en 7 wooneenheden komen aan de straatzijde van het perceel te liggen binnen eenzelfde vormgeving van de bouwmassa van de bestaande panden. De overige 7 wooneenheden komen in gestapelde vorm (twee verdiepingen) aan de achterzijde van het perceel, in de tuin van de bestaande situatie. Middels een (niet publieke) doorgang aan de straatzijde kunnen de wooneenheden in het achtergebied worden bereikt. De kelder en begane grond is voorzien van een bergruimte en fietsenstalling voor de bewoners. De wooneenheden zijn 30m2 groot en zijn vormgegeven als units die als losse objecten in het bestaande bouwmassa worden 'ingeschoven'. De units beschikken ieder over eigen sanitair en keuken met een woon- / slaapkamer. Aan de buitenzijde zijn deze wooneenheden afgewerkt met een kunstof houtprint mahonie in verschillende licht afwijkende kleuren. Doordat aan de achterzijde van het perceel het bouwvolume in 2 lagen is vormgegeven neemt het bebouwd oppervlakte van het perceel sterk af. Ook het bouwvolume van de bestaande bebouwing zal niet toenemen in de nieuwe situatie. Met de realisatie neemt het aantal wooneenheden op dit adres wel toe van 2 naar 15.
3D-beeld bouwplan
Situatie begane grond
B01055.000689
ARCADIS
6
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Hoofdstuk 3
Beleidskader
In dit hoofdstuk zal het Rijksbeleid, Provinciaal beleid en Gemeentelijke beleid worden belicht in het kader van deze ruimtelijke onderbouwing.
3.1
Rijksbeleid Op rijksniveau is vooral de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) beleidsbepalend voor ruimtelijke ontwikkelingen. De SVIR vervangt o.a. de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving. Deze Structuurvisie is vastgesteld op 13 maart 2012. Het Rijk formuleert hierin drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. In de SVIR worden opgaven van nationaal belang geformuleerd, er zijn geen specifieke beleidsaspecten die toezien op de onderhavige ontwikkeling. .
3.2
Provinciaal beleid Het relevante beleid op provinciaal niveau betreft het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006. Dit wordt hieronder toegelicht.
3.2.1
Provinciaal omgevingsplan Limburg 2006 (Actualisatie 2008, 2009 en 2011) Op 22 september 2006 is een nieuw Provinciaal Omgevingsplan (POL) vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg. Vervolgens is het nieuwe POL op 1 december 2006 gepubliceerd en daarmee in plaats getreden van het tot dan toe vigerende POL uit 2001. In 2008, 2009 en 2011 is het POL op onderdelen geactualiseerd. Net als het 'oude' POL is het POL 2006 een integraal plan dat verschillende, bestaande plannen voor de fysieke omgeving op de beleidsterreinen milieu, water, ruimte, mobiliteit, cultuur, welzijn en economie integreert. Het bevat de provinciale visie op de ontwikkeling van de kwaliteitsregio Limburg en beschrijft de ambities, de context en de hoofdlijnen van aanpak voor onderwerpen waarbij de provincie een rol speelt. Het POL 2006 is het beleidskader voor de toekomstige ontwikkelingen van Limburg tot een kwaliteitsregio. De kwaliteitsregio Limburg wordt gedefinieerd als een regio waar het goed en gezond leven, wonen, leren, werken en recreëren is. Een regio die zich bewust is van de unieke kwaliteit van de leefomgeving en de eigen identiteit. En een regio die stevig is ingebed in internationaal verband. Ten behoeve van de kwaliteitsregio Limburg wordt ingezet op duurzame ontwikkeling. Dat is een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hún behoeften te voorzien. POL-kaart 'perspectieven'
B01055.000689
ARCADIS
7
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Ter beoordeling van deze toekomstige ontwikkelingen is de zogenaamde POL-kaart 'perspectieven' vervaardigd welke onderscheid maakt in negen ruimtelijke perspectieven. Voor het projectgebied is perspectief P9: "Stedelijke bebouwing" van toepassing.
De stedelijke bebouwing (P9) omvat de aanwezige of als zodanig reeds bestemde woon- en winkel- en voorzieningengebieden, bedrijventerreinen en bijbehorende wegen. Er is hier in veel gevallen nog de nodige ontwikkelingsruimte. De verstedelijkingsopgave wordt voor zover mogelijk hier ingevuld, met in achtneming van de randvoorwaarden vanuit het watersysteem (via de watertoets). Binnen de bestaande bebouwing verdienen de stedelijke centrumgebieden bijzondere aandacht. Dit zijn levendige gebieden met een sterke menging van functies. Hier komt de stedelijke dynamiek bij uitstek tot uiting. Behoud en versterking van die vitaliteit van binnensteden is uitgangspunt. Bijzonder belang wordt gehecht aan de aanwezigheid in centrumgebieden van woonfuncties en stedelijke voorzieningen (publieksgerichte kantoren, stedelijke recreatie, recreatief winkelen). Zeven stadsregio's, waaronder Sittard, hebben de ruimte gekregen voor opvang van de stedelijke dynamiek in de provincie. Daar is ruimte voor stedelijke milieus, daar ligt het accent bij het bieden van een gevarieerd cultuuraanbod en hoogwaardige voorzieningen. Het voornemen voor het realiseren van studenthuisvesting nabij het station in Sittard is in lijn met dit beleid. Themakaarten Blauwe, Groene en Kristallen Waarden Om bepaalde basiswaarden te beschermen en te versterken heeft de provincie een drietal kaarten ontwikkeld waarop deze basiswaarden aangeduid worden. Het betreft de kaarten: Blauwe Waarden, Groene Waarden en Kristallen Waarden. Alleen de kaart: Kristallen Waarden is van toepassing op het onderhavige projectgebied, dat nog net binnen de aanduiding Roerdalslenk zone II is gelegen. Dit betekent voor dit gebied dat er niet geboord mag worden dieper dan 30m. NAP. Dit ter bescherming van de strategische grondwatervoorraad. De realisatie van het voornemen gaat niet gepaard met boringen dieper van 30m. NAP; het is dan ook niet strijdig met dit beleid.
B01055.000689
ARCADIS
8
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
3.2.2
Structuurvisie Wonen Westelijke Mijnstreek De gemeenten in de Westelijke Mijnstreek werken met hun partners in de regio samen aan de noodzakelijke kwaliteitsopgave op de regionale woningmarkt. Regionale samenwerking via een krachtige krimpaanpak is nodig, omdat bevolkingskrimp niet ophoudt bij de gemeentegrenzen. Alleen zo krijgt het adagium "van méér naar beter" echt vorm in de Westelijke Mijnstreek. De regionale krimpaanpak verloopt voorspoedig via de volgende stappen: 1. Het vaststellen van de Woonmilieuvisie (2008). 2. Het vaststellen van de Regiovisie (2009) waarin de uitgangspunten van de Woonmilieuvisie zijn verwerkt in Speerpunt Transformatie Woningvoorraad. 3. Het uitvoeren van een regionaal en lokaal woononderzoek (2009). 4. Het vaststellen van een Krimpinstrumentarium (2010). Om beleid uit de verschillende inititatieven aan elkaar te verbinden en hier regionaal mee aan de slag te kunnen, heeft de regio samen met haar partners, nu haar sectorale Structuurvisie Wonen ontwikkeld. In deze visie zijn keuzes gemaakt, waarmee nadrukkelijker (privaat- en publiekrechtelijk) gestuurd kan worden op de gewenste (woon)ontwikkelingen in de regio voor de korte en lange termijn. Een aantrekkelijke woon- en leefomgeving met voldoende dynamiek De regio wil blijven werken aan een aantrekkelijke woon - en leefomgeving. Hier is het prettig wonen in gevarieerde, hoogwaardige woonmilieus, van stedelijk in de kern van Sittard tot zeer landelijk in de kleine dorpskernen. De regio wil de kwaliteit van het wonen in de regio aantrekkelijker maken door ontwikkelingen te stimuleren. In centrumstedelijke woonmilieus moeten daartoe woon- en centrumfuncties versterkt worden, onder meer door meer diversiteit in aanbod. In de overige woonmilieus ligt het accent op ruimte creëren en 'vergroenen'. Verder is toevoeging van toekomstbestendige woningen nodig; betaalbaar, duurzaam, levensloopgeschikt en kwalitatief hoogwaardig. De versterking in bestaande woongebieden staat hierbij voorop.
B01055.000689
ARCADIS
9
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Om deze ambities voor de Westelijke Mijnstreek te bereiken, benoemen de gemeenten drie hoofduitgangspunten: 1. De regio wil ruimte bieden aan ontwikkelingen die bijdragen aan een goed woon- en leefklimaat in de Westelijke Mijnstreek. 2. De regio draagt zorg voor een evenwichtige regionale woningmarkt, kwantitatief en kwalitatief. 3. De regio werkt hieraan via een gebiedsgerichte benadering; door samenwerking en een integrale aanpak. Het voorgenomen initiatief draagt bij een een leefbare woonomgeving in het centrum van Sittard en is hiermee in lijn met bovenstaand beleid.
3.3
Gemeentelijke beleid Hieronder volgt het relevante gemeentelijke beleid in het kader van dit initiatief.
3.3.1
Parkeerbeleid De gemeente Sittard-Geleen heeft in oktober 2005 het parkeerbeleidsplan vastgesteld. Belangrijkste bouwsteen van dit beleidsplan is de 'parkeerplaatsverplichting'. Doelstelling van deze verplichting is dat iedere ontwikkeling waarvoor een bouwvergunning en/of bestemmingsplanwijziging wordt aangevraagd, verplicht kan worden om in de eigen parkeerbehoefte te voorzien. In de nota "Parkeernormensystematiek: omschrijving ten behoeve van implementatie" zijn functieen locatieafhankelijke parkeernormen opgenomen en is een kader geschapen voor de toepassing van deze normen. Hierbij zij opgemerkt dat het slechts beleidsmatige voorstellen betreft die pas als norm gelden zodra zij vastgesteld zijn binnen de bouwverordening of een bestemmingsplan. De doelgroep waarvoor het project wordt gerealiseerd betreft studenten die veelal niet in bezit zijn van een auto. Aangezien het relatief kleine wooneenheden betreft (sutdio's) is het dan ook enkel geschikt voor studenten. Daarnaast is op 1 oktober 2009 de nota "Mobiliteit en parkeren" vastgesteld. De hierbij gehanteerde uitgangspunten zijn: De bewoner centraal. De bezoeker van de centra als betalende gast. Vergroten zones vergunning parkeren. Consolidatie en verevening betaald parkeren. In de nota parkeernormen Sittard- Geleen, parkeernormsystematiek van januari 2012 is de visie en toepassingskader op parkeren opgenomen. Tot slot heeft de gemeenteraad op 19 april 2012 de nota: "Uitvoering parkeerbeleid" vastgesteld. het doel van deze nota is o.a.: Het wegnemen van parkeeroverlast in de straten rondom het centrum door fiscalisering van het vergunninggebied. Optimaliseren van parkeren in de centra van Sittard en Geleen voor zavelbewoners, bezoekers en zakelijk belanghebbenden. Gratis parkeren op algemene gehandicapten-parkeerplaatsen door gehandicapten per 1 januari 2013.
B01055.000689
ARCADIS
10
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Bovenstaand beleid legt geen direct randvoorwaarden op aan het voorgenomen initiatief. 3.3.2
Structuurvisie 2010 De gemeente Sittard-Geleen heeft in 2010 een structuurvisie opgesteld voor haar grondgebied. Deze structuurvisie is het eerste integraal ruimtelijk plan voor de totale gemeente sinds de herindeling in 2001. Het is een samenvoeging van alle bestaande ruimtelijke ambities en doelen van de gemeente Sittard-Geleen, op basis van vigerend beleid. De gemeenteraad heeft op 10 juni 2010 de structuurvisie van Sittard-Geleen vastgesteld. De projectlocatie wordt in de structuurvisie aangeduid als "centrumgebied; regionaal stedelijk centrum met centrumstedelijk wonen, recreatief". Heden en toekomst van Sittard-Geleen worden mede bepaald door het unieke archeologische erfgoed dat de stad rijk is. De gemeente streeft er dan ook naar om deze bron van kennis en cultuurbeleving in de bodem te behouden en te beheren. Ook het behoud van cultuurhistorische elementen zoals de binnenstad van Sittard, versterkt de recreatieve beleving van Sittard-Geleen. De structuurvisie is gebaseerd op vigerend beleid. Naar de toekomst toe liggen er verschillende strategische opgaven die uitgewerkt moeten worden. De structuurvisie geeft als bestuurlijk document richting aan de inzet van gemeentelijke juridische bevoegdheden. Op gemeentelijk niveau wordt de structuurvisie vertaald naar juridisch bindende bestemmingsplannen
3.3.3
Masterplan Zitterd Revisited In 2002 werd het "Structuurplan Binnenstad Sittard en omgeving" door de gemeenteraad vastgesteld. In het structuurplan wordt in hoofdlijnen beschreven hoe de gemeente de meest gewenste ontwikkeling ziet van de Binnenstad en zijn onmiddellijke omgeving. Na de vaststelling van het structuurplan werd het "Ontwikkelingsplan Zitterd Revisited" door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld als een verdere verfijning van het structuurplan en de ontwikkelingsvisie van voormalig Rijksbouwmeester Jo Coenen. Masterplan Zitterd Revisited staat voor een integrale en duurzame vernieuwing van het centrum van Sittard. Uitgangspunt van alle vernieuwing is het respecteren en versterken van het historisch karakter van de binnenstad. Want dáár ligt de kracht van Sittard. En daarmee ook de basis voor alle verdere vernieuwing. Als het project in 2020 klaar is, moet Sittard weer een regionaal ontmoetingscentrum zijn met een bovenregionale winkelfunctie. In het Masterplan wordt een onderscheid gemaakt in 2 gebieden, te weten de middeleeuwse binnenstad met haar schootsvelden en het Stationskwartier. Voor elk gebied zijn in het plan de inrichtingsregels op hoofdlijnen omschreven. Naast deze gebieden is ook een aantal bijzondere plekken /locaties benoemd. Dit zijn met name pleinen en /of plekken waar verschillende “structuren”op een bijzondere manier bij elkaar komen. Het Masterplan sluit aan bij de bestaande beeldkwaliteit van de binnenstad en streeft naar het waarborgen en versterken van een historisch, duurzaam en dynamisch karakter van het gebied. Het voornemen voorziet in vervangende nieuwbouw in het Stationskwartier dat aansluit bij de bestaande beeldkwaliteit.
B01055.000689
ARCADIS
11
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
3.3.4
Duurzaamheidsplan 2008-2016 In het duurzaamheidplan 'Sittard-Geleen duurzaan en energiek' worden op twee ambitieniveaus doelen en activiteiten beschreven. Het beschreven ambitieniveau "Klimaatakkoord" (een akkoord tussen het Rijk en de VNG) is te beschouwen als een basispakket van doelstellingen waarvan verwacht wordt dat iedere gemeente zich inspant om deze ambities te realiseren. In februari 2008 heeft de gemeente de eerste vervolgstap gezet door het Klimaatakkoord 2007-2011 met het Rijk te tekenen. Op hoofdlijnen betekent dit dat Sittard-Geleen de volgende doelstellingen onderschrijft: In 2015 zijn de gemeentelijke inkopen 100% duurzaam. In 2020 bedraagt het aandeel duurzame energie 20%. In 2020 is nieuwbouw CO2 / klimaatneutraal. Mobiliteit wordt schoner en zuiniger door het instellen van milieuzones en het stimuleren van biobrandstoffen. Energiestromen bij bedrijven worden efficiënter benut. Om een werkbaar duurzaamheidplan op te stellen met bijbehorend uitvoeringsprogramma zijn vijf kernthema's in het beleid benoemd, te weten: 1. Duurzame gemeentelijke organisatie. 2. Duurzame energie. 3. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling: duurzame stedenbouw, duurzaam bouwen en duurzaam groen en water. 4. Duurzame mobiliteit. 5. Duurzame economie. Binnen de ambitieniveaus zijn uitwerkingen in doelstellingen gemaakt, die leiden tot een aantal concrete activiteiten ter uitvoering. Het voornemen zal voldoen aan de gestelde eisen ten aanzien van duurzaamheid, daarbij wordt dit beleid in acht genomen.
3.3.5
Vigerend bestemmingsplan Het perceel waarbinnen de projectlocatie is gelegen maken deel uit van het bestemmingsplan “Steenweg e.o.", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 21 december 1981 en goegekeurd door Gedeputeerde Staten d.d. 28 juni 1983. In dit bestemmingsplan zijn de gronden waarop het voorliggende bouwplan zal worden gerealiseerd bestemd als “Wonen” en "Centrumvoorzieningen". Het vigerende bestemmingsplan laat de realisatie van het achterste deel van de wooneenheden niet toe. De 7 wooneenheden zijn namelijk buiten het bouwvlak van de bestemming 'Wonen' en 'Centrumvoorzieningen' gelegen. De nieuwbouw voldoet wel aan de geldende bouw- en gebruiksregels van het vigerende bestemmingsplan.
B01055.000689
ARCADIS
12
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Hoofdstuk 4
Randvoorwaarden en onderzoek
Ingevolge artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening wordt in dit hoofdstuk een beschrijving opgenomen van het verrichtte onderzoek naar relevante feiten en af te wegen belangen (artikel 3.2. Algemene wet bestuursrecht). In het kader van de ontwikkelingen ter plaatse van het perceel berhorende bij het pand aan het adres Stationsdwarsstraat 1-3 te Sittard is in het kader van de planeffecten het in onderstaande paragrafen beschreven geconcludeerd.
4.1
Archeologie en cultuurhistorie De Wet op de Archeologische Monumentenzorg (2007) is de implementatie van het Verdrag van Malta (1998) en heeft de Monumentenwet 1988 gewijzigd. De gewijzigde Monumentenwet 1988 regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. Uitgangspunt van het verdrag is het archeologisch erfgoed zoveel mogelijk ter plekke te bewaren en beheermaatregelen te nemen om dit te bewerkstelligen. Op grond van de (gewijzigde) Monumentenwet 1988 worden gemeenten verantwoordelijk geacht voor de bescherming van archeologische waarden. De gemeenteraad houdt bij de vaststelling van een bestemmingsplan of een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.1, onderscheidenlijk artikel 3.38, van de Wet ruimtelijke ordening en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond, rekening met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische resten (artikel 38a). Artikel 41 regelt verder dat; De aanvrager van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan in het belang van de archeologische monumentenzorg worden verplicht een rapport over te leggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van die wet in voldoende mate is vastgesteld. Om een goed archeologisch beleid te kunnen formuleren is het belangrijk om inzicht te hebben in het archeologisch erfgoed van een gemeente. De gemeente Sittard-Geleen heeft in dit kader archeologische verwachtingskaarten en een archeologische beleidskaart laten opstellen. De archeologische verwachtingskaarten geven inzicht in de aanwezigheid en verwachte aanwezigheid van archeologische resten. Op de archeologische beleidskaart zijn de gebieden waarvoor dezelfde beleidsuitgangspunten gelden samengevoegd. Zo zijn er 7 archeologische beleidscategorieën ontstaan (zie onderstaande tabel). De beleidskaart vormt een eerste praktisch handvat bij de inpassing van archeologie bij planvorming en uitvoering in de gemeente.
B01055.000689
ARCADIS
13
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Uit de archeologische kaarten blijkt dat het plangebied behoort tot beleidscategorie 4. Voor deze gebieden geldt een archeologische onderzoeksplicht indien de bodemingrepen dieper reiken dan 30 cm -Mv én de omvang van het gebied/de ingreep groter is dan 500 m². Zowel de oppervlakte van het gebied waarvoor de bestemming dient te worden gewijzigd (circa 300 m²) als de oppervlakte van de ingreep zelf (circa 300 m²) zijn kleiner dan de ondergrens die de gemeente hanteert in het kader van een goede archeologische monumentenzorg. Bovendien is de verwachting dat reeds een groot deel van het te bebouwen gebied verstoord is door de voormalige bebouwing. Archeologisch onderzoek wordt dan ook niet nodig geacht. Bodemverstoringen die dieper gaan dan 30 cm –Mv dienen wel te worden gemeld (meldingsplicht).
B01055.000689
ARCADIS
14
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
4.2
Ecologie De Flora- en faunawet, die sinds april 2002 in werking is getreden, beschermt een groot aantal plant- en diersoorten (waaronder vrijwel alle gewervelde dieren en een aantal planten). Deze mogen (o.a.) niet gedood, verjaagd, gevangen en verontrust worden. De locatie is gelegen binnen een bestaande bouwmassa in de aanloopstraten van het kernwinkelgebied. Het betreft vervangende nieuwbouw van een gelijk bouwvolume. Het pand is altijd bewoond geweest of een functie gekend. De gemeente Sittard-Geleen heeft aangegeven dat qua flora en fauna, hier geen verwachtingspatroon aanwezig is en derhalve een flora en fauna onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht.
4.3
Geluid De Wet geluidhinder (Wgh) richt vooral op de ruimtelijke inpassing van geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) in relatie met belangrijke geluidsbronnen zoals (rail)verkeer en gezoneerde industrieterreinen. Toetsing daaraan vindt plaats in het kader van de omgevingsvergunning, de Wet ruimtelijke ordening en de Tracéwet. Het voornemen betreft vervangende nieuwbouw van een geluidsgevoelige functie. De bestaande situatie aan de straatzijde wijzigt hiermee in geringe mate (nieuwbouw als eenzelfde bouwvolume). Het bouwplan zal voldoen aan de eisen vanuit het bouwbesluit, hier zal in het kader van de omgevingsvergunning aan worden getoetst. De functie brengt niet meer geluid met zich mee dan de toegestane functie wonen. Wegverkeerslawaai Het plangebied is gelegen in een aanloopstraat van het kernwinkelgebied. De straat zelf is voetgangersgebied en wordt enkel gebruikt voor het laden en lossen en eventueel bestemmingsverkeer. De rijsnelheid voor dit bestemmingsverkeer is 30 km/u (voetgangersdomein) en kent geen geluidszone. Nabij het plangebied is een relevante gezoneerde weg gelegen: de Parallelweg / het Stationsplein. Deze weg kent een geluidszone met een breedte van 200m. aan weerszijden van de weg, daar waar de snelheid 50km/u bedraagt (een deel bij het Stationsplein is 30 km/u). Op basis van afscherming is de verwachting dat de voorkeursgrenswaarde niet overschreden wordt. Omdat de rijsnelheid ook formeel naar 30 km/u gaat kan hier reeds van uit worden gegaan. Spoorweglawaai Een belangrijke basis voor de bescherming van geluidgevoelige bestemmingen tegen spoorweglawaai zijn de geluidproductieplafonds voor hoofdspoorwegen die per 1 juli 2012 gelden.De reikwijdte van de Wet geluidhinder wat betreft bescherming tegen spoorweglawaai is hierin verminderd. In september 2010 is een akoestisch onderzoek verricht aan een pand aan de Stationsstraat te Sittard, het betreft een onderzoek naar de geluidwering van de gevel van nieuw te realiseren woningen. Deze locatie is op een vergelijkbare afstand en situaering van het spoor gelegen. Uit de berekeningsresultaten van dit onderzoek blijkt dat de hoogste geluidsbelasting voor de woningen vanwege railverkeer 55dB bedraagt. De geluidsbelasting voldoet hiermee aan de voorkeursgrenswaarde. Het onderzoeksrapport is in "Bijlage 1 Onderzoek geluidswering gevel Stationsstraat
B01055.000689
ARCADIS
15
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Sittard" bijgevoegd. Op basis van deze gegevens wordt geconcludeerd dat een akoestisch onderzoek in het kader van deze ruimtelijke onderbouwing niet noodzakelijk is. Industrielawaai Er is in de nabijheid van het plangebied geen industrie gelegen, van gezoneerde bedrijventerreinen is in de directe omgeving ook geen sprake. Industrielawaai is derhalve niet relevant.
4.4
Bodem In het kader van een goede ruimtelijke onderbouwing is het noodzakelijk inzicht te hebben in de kwaliteit van de bodem. In 2010 is een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd aan de locatie Stationsdwarsstraat 1 te Sittard. De directe aanleiding was destijds het aankopen van het pand. Zie bijlage "Bijlage 2 Bodemonderzoek Stationsdwarsstraat 1" voor het volledige rapport. In de kelder van het pand bevond zich een HBO-tank met bijbehorende cv-installatie. Derhlave zijn er rondom de bovengrondse HBO-tank (1.000 ltr) een 3-tal boringen geplaatst. Daarnaast zijn er in de (braakliggende) tuin 4 boringen gesplaatst. Bij het plaatsen van de boringen zijn zintuigelijk geen verontreinigingen aangetroffen. De uitkomende grond van deze boringen is analytisch onderzocht. Uit de analyseresultaten van de boringen bij het pand (HBO-tank) blijkt dat geen van de onderzochte parameters de achtergrondwaarden (AW 2000) overschrijden. Uit de analyseresultaten van de boringen in de tuin blijkt dat de concentraties cadmium, koper, kwik, lood, zink en PAK de achtergrondwaarden (AW 2000) overschrijden, doch niet de tussenwaarden. Getoetst aan het bodembeheerplan van de gemeente Sittard-Geleen (deelgebied Oude kern Sittard) blijkt dat onderhavige parameters met uitzondering van zink, de achtergrondwaarden niet overschrijden. De concentratie zink overschrijdt weliswaar de achtergrondgrenswaarde doch deze overschrijding is dermate marginaal (AGW 255 mg/kgds, aangetroffen concentratie 230) dat het niet doelmatig zal zijn de bovengrond te verwijderen. Vanuit milieuhygiënisch oogpunt zijn er geen beperkingen c.q. belemmeringen verbonden aan het voorgenomen initiatief. Gezien het feit dat het bij het pand op Stationsdwarsstraat 3, gaat om een bestaand pand dat nog gesloopt moet gaan worden voor de aanvang van de bouwwerkzaamheden is het in de huidige situatie niet goed mogelijk om een gedegen bodemonderzoek uit te voeren. Vandaar dat noodzakelijk bodemonderzoek in het kader van de omgevingsvergunning na de sloop zal worden uitgevoerd. Op basis van het verrichte onderzoek op nummer 1 is de verwachting dat de bodem niet verontreinigd zal zijn. In het vigerende bodembeleid van de gemeente Sittard-Geleen is de locatie ook niet uitgesloten. Op basis van de gegevens is aanvullend bodemonderzoek niet verder noodzakelijk voor de omgevingsvergunning voor zowel het bouwdeel als de afwijking van het bestemmingsplan.
B01055.000689
ARCADIS
16
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
4.5
Water De watertoets is het procesinstrument dat ruimtelijke plannen toetst op de mate waarin zij rekening houden met het beleid om water in Nederland meer ruimte te geven. De watertoets is wettelijk verplicht sinds november 2003. In de notitie “Toepassingsbereik ruimtelijke plannen en ondergrens watertoets” van de waterbeheerders van 1 maart 2005 wordt een aantal regels gegeven, waaruit opgemaakt kan worden welke plannen in aanmerking komen voor de watertoets. Daarbij wordt gesteld dat ruimtelijke plannen in aanmerking komen als er sprake is van nieuwe (uitbreiding van) gebouwen en bouwwerken en/of van nieuwe (ondergrondse) infrastructuur en/of een aanmerkelijke toename van verharde oppervlakten: Nabij primaire waterkeringen en oppervlaktewateren (in of grenzend aan beschermingszones, meanderzones, inundatiegebieden en herinrichtingszones) of in stroombanen/ dalbodems van droogdalen. Nabij rioolwaterzuiveringsinstallaties (inclusief milieuhindercirkels) en rioolwatertransportleidingen plus beschermingszones. Met centrale of gemeenschappelijke voorzieningen voor infiltratie van regenwater of nieuwe aansluitingen en/of overstorten op primaire oppervlaktewateren. Met een (toename van) bebouwd en/of verhard oppervlak groter dan 1.000 m². Indien het bouwplan voldoet aan een van bovenstaande criteria dient het plan via het watertoetsloket beoordeeld te worden. Het voorliggende plan voldoet echter aan geen van deze criteria aangezien het niet nabij primaire watereren, installaties of dergelijke is gelegen en er geen sprake is van een toename van bebouwd en/of verhard oppervlak (bebouwd oppervlakte wordt zelfs kleiner). Dit houdt echter niet in dat er geen duurzaam waterbeheer aan de orde is. De gemeente Sittard-Geleen toetst alle gevallen en voeren een afkoppelbeleid in de verplichtende zin.
4.6
Luchtkwaliteit In hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer zijn per 15 november 2007 luchtkwaliteitseisen opgenomen (Staatsblad 2007, nummer 414, 434). De betreffende artikelen van de Wet milieubeheer worden in de regel aangeduid als “Wet luchtkwaliteit”. In de “Wet luchtkwaliteit” zijn de Europese luchtkwaliteitseisen opgenomen. Verder voorziet de Wet in het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Daarbinnen werken het rijk, de provincies en gemeenten samen om de Europese eisen voor luchtkwaliteit te realiseren. In Nederland zijn de maatgevende luchtverontreinigende stoffen stikstofdioxide (NO2 ) en fijn stof (PM10 ). Conform artikel 5.16 van de Wet milieubeheer zijn bestuursorganen verplicht om bij de uitoefening van hun bevoegdheden de grenswaarden van de in de Wet genoemde stoffen in acht te nemen. Uitvoeringsregels Gelijktijdig met de Wet luchtkwaliteit zijn een aantal uitvoeringsregels in werking getreden. Deze uitvoeringsregels zijn vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en ministeriële regelingen (MR), dit betreft ondermeer: Algemene Maatregel van Bestuur “Niet in betekenende mate” (Besluit nibm) (Stb. 2007, 440).
B01055.000689
ARCADIS
17
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Ministeriële regeling: “Niet in betekenende mate” (regeling nibm ) (Stcrt. 2007, 218). Ministeriële regeling “Beoordeling luchtkwaliteit 2007” (Stcrt. 2007, 220). Ministeriële regeling “Projectsaldering luchtkwaliteit 2007” (Stcrt. 2007, 218). In het Besluit NIBM en de Regeling NIBM zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip nibm. Indien aan deze regels wordt voldaan kan een ruimtelijke ontwikkeling zonder verdere toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Aangetoond dient te worden dat het onderhavige voornemen “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtkwaliteit ter plaatse. Het onderhavige plan betreft vervangende nieuwbouw van 2 bestaande panden. Daarbij wordt het aantal wooneenheden weliswaar vermeerderd (van 2 naar 14); echter de doelgroep wijzigt hierbij ook (studentenhuisvesting). Op de locatie worden dan ook geen aanvullende parkeergelegenheden of dergelijke gerealiseerd. Een dergelijke toename kan als NIBM worden aangemerkt. Voor bijvoorbeeld een woonwijk bestaande uit 500 woningen en één ontsluitingsweg geldt dat deze nibm bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Een nader onderzoek luchtkwaliteit is niet aan de orde.
4.7
Externe veiligheid Beleid Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt in de richtlijnen voor stationaire bronnen en transportassen. De richtlijnen voor stationaire bronnen zijn vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen en de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen. De richtlijnen voor transport zijn vastgelegd in de Circulaire Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen, het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen en de Regeling Externe Veiligheid Buisleidingen. In de hiervoor genoemde besluiten worden normwaarden gegeven voor twee verschillende typen risico's; het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het relevante beleid omtrent externe veiligheid is opgenomen in de "Veiligheidsvisie Spoorzone Sittard-Geleen" (vastgesteld op 13 september 2012) en de "Beleidsvisie externe veiligheid Chemelot site / Westelijke Mijnstreek" (vastgesteld op 6 juli 2011). Voor de beoordeling van het aspect externe veiligheid is gekeken naar de richtlijnen en randvoorwaarden voor vanuit dit beleid. Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico geeft inzicht in de jaarlijkse kans op overlijden van een individu op een bepaalde afstand van een risicovolle activiteit. Het plaatsgebonden risico is geheel afhankelijk van de hoeveelheid en de aard van gevaarlijke stoffen en de ongevalfrequentie. De grenswaarde van het plaatsgebonden risico is een kans van één op de miljoen per jaar (10-6 per jaar). Binnen de risicocontour van 10-6 per jaar zijn kwetsbare objecten niet toegestaan. Groepsrisico Het groepsrisico wordt zowel bepaald door de mogelijke ongevallen en de bijbehorende ongeval-frequentie als het aantal aanwezigen in de nabijheid van een eventueel ongeval. Met het groepsrisico wordt aangegeven hoe hoog het totale aantal slachtoffers bij een ongeval kan zijn op basis van de aanwezige mensen. Het groepsrisico wordt getoetst aan de oriëntatiewaarde. Dit is geen harde norm, maar geldt als richtwaarde. Het
B01055.000689
ARCADIS
18
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
bevoegd gezag bepaalt zelf of zij een groepsrisico in een bepaalde situatie acceptabel vindt of niet. Verantwoordingsplicht groepsrisico De Circulaire Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen geeft aan dat bij overschrijding van de oriëntatiewaarde of bij een toename van het groepsrisico, de verantwoordingsplicht moet worden doorlopen. De officiële tekst uit de Circulaire luidt: 'Over elke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of toename van het groepsrisico moet verantwoording worden afgelegd. Het betrokken bestuursorgaan (het bevoegd gezag) moet, al dan niet in verband met de totstandkoming van een besluit, expliciet aangeven hoe de diverse factoren zijn beoordeeld en eventuele in aanmerking komende maatregelen, zijn afgewogen.' In het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen is het volgende opgenomen over de verantwoordingsplicht: 'Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op grond waarvan de aanleg van een buisleiding of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object wordt toegelaten, wordt tevens het groepsrisico in het invloedsgebied van de buisleiding verantwoord.' Tot slot schrijft het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen dat bij elk ruimtelijk besluit binnen het invloedsgebied van het groepsrisico van een stationaire risicobron, de verantwoordingsplicht moet worden doorlopen. Buiten de aangehaalde besluiten is de verantwoording van het groepsrisico sowieso een noodzakelijk onderdeel van een 'goede ruimtelijke onderbouwing' van een bestemmingsplan in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Risico-inventarisatie Uit de provinciale Risicokaart Limburg blijkt dat de projeclocatie binnen het invloedsgebied ligt van de volgende risicobronnen: het bedrijventerrein Chemelot (circa 4 km); het spoor (circa 120 meter); en het emplacement (circa 130 meter). Echter voor de risicobron Chemelot is de afstand tot het plangebied zo groot dat het geen invloed heeft voor het plaatsgebonden risico en groepsrisico, maar wel binnen de effectafstand van een zogenaamd toxisch scenario liggen. Voor de volledigheid wordt hier ook nog de Rijksweg Zuid genoemd. Binnen de gemeente Sittard-Geleen geldt echter een routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De nabij of in het plangebied gelegen wegen zijn niet opgenomen in de gemeentelijke routering. Daarmee zijn de Rijksweg Zuid en andere gemeentelijke wegen niet relevant voor deze ruimtelijke onderbouwing. Mogelijke ongevalscenario's Bevindingen uit risico-inventarisatie Het afwijkingsbesluit voldoet aan de richt- en grenswaarde voor het plaatsgebonden risico. Er zijn scenario's van de risicobronnen die effect kunnen hebben op het plangebied. Voor het onderhavige geval betreft dit het zogenaamde toxische scenario. Toxische wolk Bij ongevallen met giftige vloeistoffen en gassen is het scenario dat indirect of direct een gaswolk ontstaat. Als gevolg hiervan zal bij een percentage van de aanwezige
B01055.000689
ARCADIS
19
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
personen letaal letsel kunnen optreden door blootstelling aan de gaswolk. Dit scenario kan bij alle eerder genoemde risicobronnen plaatsvinden. Behoudens het emplacement is voor alle risicobronnen voldoende water aanwezig om waterscherm aan te brengen In de directe toekomst zal ook de bluswatervoorziening voor het emplacement op peil worden gebracht (op dit moment in procedure). Elementen verantwoordingsplicht groepsrisico Personendichtheid in invloedsgebied De projectlocatie is gelegen in het voetgangersgebied van het centrum van Sittard en heeft een hoge bebouwingsdichtheid en is ingevuld met zeer gemengde functies (winkels, horeca, kantoren). Daarnaast bevindt zich in de directe nabijheid het spoorwegemplacement met bijbehorende voorzieningen. In de directe nabijheid van de projectlocatie zijn geen specifieke voorzieningen zoals scholen, buurtcentra, verzorgingstehuizen, hotels, enzovoorts gelegen. Dit betekent dat in de directe omgeving van de locatie geen kwetsbare groepen, zoals kinderen of gehandicapten of (grote) groepen mensen aanwezig zijn. Het aantal personenen dat ter plaatse van de projectlocatie als gevolg van het voornemen neemt toe. Deze doelgroep (studenten) zijn zelfredzame personen, het aantal kwetsbare groepen neemt niet toe. Mogelijkheden voor hulpverlening Voor de beschouwing van de mogelijkheden voor hulpverlening is een onderscheid gemaakt tussen de bereikbaarheid van het plangebied, in het plangebied en de bereikbaarheid van de risicobron. De bereikbaarheid van het plangebied moet tweezijdig zijn. Dit is in het geval van een toxisch scenario belangrijk voor de hulpdiensten, zodat ze altijd bovenwinds kunnen aanrijden. In de huidige situatie voldoet het plangebied hieraan. De bereikbaarheid in het plangebied moet ook tweezijdig zijn. Dit is voornamelijk voor de ontvluchting van de personen in dat gebied. De vluchtwegen dienen een andere route aanrijdroute voor brandweervoertuigen. In de huidige situatie zijn er voldoende vluchtwegen voorhanden zonder dat de hulpdiensten worden gehinderd. De bereikbaarheid van de risicobron is voor de bronbestrijding essentieel. Langs het spoor is over de hele lengte een parallelweg aanwezig voor de hulpdiensten (Westelijke randweg). Het bedrijventerrein Chemelot kent ook een goede infrastructuur qua wegen. Bij een ongeval met toxische gassen en vloeistoffen kan de brandweer, afhankelijk van de stofintensiteit en het groeiscenario, optreden door de gaswolk neer te slaan of te verdunnen met water. Hiervoor is in het plangebied voldoende bluswater (primair en secundair) aanwezig. Mogelijkheden voor zelfredzaamheid van aanwezigen Het succes van de zelfredzaamheid hangt af van twee aspecten: De mate waarin de gebiedsinrichting de zelfredzaamheid bevordert. De mogelijkheid om slachtoffers te voorkomen, gezien het maatgevende scenario. In het plangebied bevinden zich zelfredzame personen. Het gebied is verder goed omsloten (vluchtwegen) en er zijn voldoende objecten aanwezig om te schuilen. Voor een calamiteit met giftige stoffen is de beste optie om zo snel mogelijk schuilen in
B01055.000689
ARCADIS
20
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
gebouwen. De risico- en crisiscommunicatie kunnen bijdragen aan de zelfredzaamheid van de aanwezige personen. In navolging van de Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2014 wil de gemeente Sittard-Geleen een project starten ter verbetering van de zelfredzaamheid van burgers. Mogelijke risicoverlagende maatregelen De mogelijkheden van de gemeente om bronmaatregelen te treffen zijn beperkt, in het kader van dit particuliere verzoek om functiewijziging. De nabijgelegen risicobronnen liggen namelijk niet in het plangebied. De gemeente Sittard-Geleen onderzoekt bij de herziening van milieuvergunningen of de externe veiligheidsrisico's verder beperkt kunnen worden. Brandweeradvisering en verantwoording Het brandweeradvies maakt onderdeel uit van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico. Voor de verantwoording worden daarnaast nut en noodzaak en overige belangen afgewogen. De omgevingsvergunning, waar deze ruimtelijke onderbouwing deel van uit maakt wordt voor advies aan de brandweer voorgelegd. Conclusie Als gevolg van de vervangende nieuwbouw treedt geen verslechtering op van het veiligheidsniveau. Daarmee kan gesteld worden dat het onderhavige voornemen vanuit het aspect externe veiligheid verantwoord is.
4.8
Kabels en leidingen In het plangebied bevinden zich geen bovengrondse en/of ondergrondse leidingen die ruimtelijk relevant zijn. Vanuit dit aspcet zijn er dan ook geen belemmeringen voor de beschreven ontwikkeling.
4.9
Verkeer en parkeren Het deel van het stationskwartier waarbinnen de Stationsdwarsstraat is gelegen, heeft een hoge bebouwingsdichtheid en is ingevuld met zeer gemengde functies. Deze straat maakt onderdeel uit van de aanlooproute van het treinstation naar het kernwinkelgebied (centrum Sittard), het betreft voetgangersgebied. Het nabijgelegen Stationsplein fungeert als doorgaande weg die via de Walramstraat en Wilhelminastraat aansluit op de Rijksweg. De Rijksweg vormt de hoofdontsluiting voor het centrumgebied van Sittard en verbindt de stadskern Sittard via het Middelgebied met het centrum van Geleen. In de "Beleidsregels nota parkeernormen 2012" heeft de gemeente Sittard-Geleen de parkeernormen vastgelegd. De parkeernorm voor appartementen bedraagt 1,3 parkeerplaatsen. Voor de volgende gevallen wordt standaard een ontheffing verleend: a. de realisatie van studentenhuisvesting/kamerverhuur in de centra van Sittard en Geleen; b. de realisatie van ontwikkelingen in de centra van Sittard en Geleen, die passen binnen het kader van het project Wonen boven Winkels; c. specifieke kleinere verbouwplannen in de centra; d. de realisatie van ontwikkelingen voor en door huisgebonden beroepen en bedrijven. Het voorgenomen initiatief betreft de realisatie van studenthuisvesting, niet bestaande
B01055.000689
ARCADIS
21
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
uit appartementen maar uit (kleine) wooneenheden / studio's met een gedeelde entree aan de openbare weg, in het centrum van Sittard. Hiervoor bestaat vanwege de ontheffing geen verplichting voor de aanleg van parkeervoorzieningen. Het toekennen van een ontheffing zal naar verwachting slechts een beperkt effect op de parkeerdruk van de huidige parkeervoorzieningen opleveren. De doelgroep voor de wooneenheden zijn studenten, deze komen met de fiets dan wel te voet of reist met het openbaar vervoer. Gelet op de omvang en de aard (vervangende nieuwbouw van 2 wooneenheden naar 14 wooneenheden voor studentenhuisvesting) van het voornemen wordt geen structurele verandering van verkeerspatronen verwacht als gevolg van het project. Het bouwplan heeft geen dusdanig effect op de verkeers- of parkeersituatie, dat aanpassingen aan de Stationsdwarsstraat of aan wegen in de directe omgeving noodzakelijk zijn. De herontwikkeling heeft dan ook geen nadelige effecten voor de verkeersafwikkeling, parkeerbehoefte, veiligheid en leefbaarheid in de omgeving van de projectlocatie.
B01055.000689
ARCADIS
22
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Hoofdstuk 5
Ruimtelijke aanvaardbaarheid
3
Het aantal m bouvolume van de locatie zal als gevolg van de vervangende nieuwbouw niet toenemen. Afgezien van de vastgestelde (achterliggende) bebouwingsgrens zal worden voldaan aan de thans geldende bouwvregels in het bestemmingsplan (o.a.: goot en bouwhoogte). Het bouwplan is voorgelegd aan de welstand en zal voldoen aan de gestelde visuele eisen en passen binnen de randvoorwaarden die de omgeving stelt. Uitzichtbelemmering of schending van privacy is als gevolg van het project is niet aan de orde. Een dergelijke functie op deze locatie is niet strijdig met de beleidsuitgangspunten op rijks- en provinciaal niveau. De functie is passend te noemen binnen het gemeentelijk beleid. Een beschouwing van de ruimtelijke effecten leidt tot de conclusie dat er geen gevolgen zijn die zich verzetten tegen de voorgenomen ontwikkeling. Al met al kan worden geconcludeerd dat de vervangende nieuwbouw ten behoeve van studentenhuisvesting ruimtelijk aanvaardbaar is.
B01055.000689
ARCADIS
23
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Hoofdstuk 6 6.1
Uitvoerbaarheid
Economische uitvoerbaarheid Conform artikel 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening dient een onderzoek te worden verricht naar de uitvoerbaarheid van het plan. De realisering van de genoemde ontwikkeling betreft een initiatief van een woningcorporatie. De gemeente Sittard-Geleen zal een verhaalsovereenkomst afsluiten teneinde eventuele planschade af te wentelen. Daarmee is het verhaal van kosten van de grondexploitatie voor dit gebied anderszins verzekerd en is de economische uitvoerbaarheid van het plan verzekerd. Het project zal geheel worden gerealiseerd op kosten en risico van de initiatiefnemer. De gemeente Sittard-Geleen heeft géén risico of kosten aan de uitvoering van dit project.
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Bij het verlenen van de omgevingsvergunning dient conform artikel 3.10 lid 1 onder a Wabo de procedure zoals beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 3.12 Wabo te worden gevolgd. De procedure start met een openbare kennisgeving van de ontwerp-omgevingsvergunning, waarna het ontwerp-besluit wordt gepubliceerd en gedurende een termijn van 6 weken door één ieder schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerp-besluit kunnen worden ingebracht. Na de termijn van de terinzagelegging beslist het college van burgemeester en wethouders omtrent de vaststelling van het besluit. Na de publicatie van de omgevingsvergunning hebben belanghebbenden 6 weken de tijd om tegen het plan in beroep te gaan. De omgevingsvergunning treedt de dag na afloop van de beroepstermijn in werking.
B01055.000689
ARCADIS
24
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Bijlagen
B01055.000689
ARCADIS
25
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Bijlage 1 Onderzoek geluidswering gevel Stationsstraat Sittard
B01055.000689
ARCADIS
26
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Bijlage 2 Bodemonderzoek Stationsdwarsstraat 1
B01055.000689
ARCADIS
52
projectbesluit Stationsdw arsstraat 1-3
Besluit
B01055.000689
ARCADIS
75