Molen van Banholt Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied Datum: 1 juni 2010 Projectnummer: MR-122.458
)FVLFMPN Verbeek landschapsarchitectuur
Heukelom Verbeek Landschapsarchitectuur Koningin Julianastraat 21a 6271 CB Gulpen tel. +31 (0)43 450 30 45 fax. +31 (0)43 450 46 70
[email protected] www.heukelomverbeek.nl
Molen van Banholt Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied Datum: 1 juni 2010 Projectnummer: MR-122.458 Opdrachtgever: gemeente Margraten
)FVLFMPN Verbeek landschapsarchitectuur
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
Inhoudsopgave
1
Inleiding
Inventarisatie en analyse 1.1 Huidige situatie 1.2 Abiotische kenmerken 1.2.1 Landschappelijke onderlegger / geomorfologie 1.2.2 Geologie en bodem 1.3 Biotische structuur 1.4 Historische ontwikkeling
7 11 11 12 12 13 13 14
1.4.1 Landschap – plangebied en omgeving
14
1.4.2 Historie van de molen(s) in Banholt 1.5 Archeologie 1.6 Beleid en regelgeving 1.7 Milieu 1.8 Molenbiotoop
17 22 23 26 29
Referentieprojecten 2.1 Molen Prins Bernhard te Melick 2.2 De Houthuizer Molen te Lottum
30 30 33
3
Reconstructie Molen van Banholt 3.1 Doestelling 3.2 Ruimtelijke visie Herbouw molen 3.3 Reconstructie Molen Banholt 3.4 aanpassing bestemmingsplan
37 37 38 39 42
Literatuurlijst
45
Bijlagen 1 Nadere informatie archeologisch terrein Molenweg 47 2 Praatprent landschapsontwikkeling Eiland van Banholt 53
2
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
Inleiding
Een van de projectvoorstellen die uit het Landschapsontwikkelingsplan Buitengewoon Margraten (Heukelom Verbeek, februari 2009) naar voren is gekomen is de Molen van Banholt en de ruimere context van het ‘Eiland van Banholt’. Hiervoor is reeds in februari 2008 een projectplan opgesteld op basis waarvan een eerste verkenning van de mogelijkheden en de bereidwilligheid van de grondeigenaren is uitgevoerd. Daarbij zijn onder andere verkennende gesprekken gevoerd met de familie Van den Houdt - Bastings, eigenaar van de molen en het aangrenzende loonwerkersbedrijf. De resultaten van deze gesprekken en het enthousiasme bij de gemeente Margraten met betrekking tot het projectvoorstel hebben in oktober 2008 geresulteerd in de ‘Haalbaarheidsstudie Molen Banholt - Eiland van Banholt’. Deze haalbaarheidsstudie omvat de (on)mogelijkheden van de locatie van de molen en de omgeving daarvan. Daarnaast zijn een aantal referentieprojecten bezocht waar molens zijn herbouwd (Melick en Lottum). Op basis hiervan is een ruimtelijk visie op de ontwikkeling van de molen en de omgeving daarvan opgesteld. Deze visie diende als praatprent om mensen enthousiast te maken voor het plan (zie figuur 2). In opdracht van de gemeente Margraten heeft ERE adviseurs in vastgoedontwikkeling in 2009 in samenwerking met de familie Van den Houdt - Bastings een businessplan opgesteld voor de ontwikkeling van de molen en het aangrenzende loonwerkersbedrijf. Begin 2010 is Heukelom Verbeek landschapsarchitectuur vervolgens gevraagd om de voorgestane gefaseerde ontwikkeling van de molen en de directe omgeving daarvan in kaartbeelden om te zetten. Begin maart 2010 is de familie Van den Houdt - Bastings akkoord gegaan met de ontwikkeling zoals in de verschillende fases is geschetst en is het tijd om de volgende stap te zetten in het proces om tot herbouw van de molen en het opwaarderen van de totale omgeving te komen. In opdracht van de familie Van den Houdt en op verzoek van de gemeente Margraten heeft Heukelom Verbeek de haalbaarheidsstudie geactualiseerd Figuur 01: uitsnede topografische kaart 2004 © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
als ruimtelijke onderbouwing voor de aanpassing van het bestemmingsplan buitengebied, ter plekke van de molen. Het voorliggende rapport omvat de ruimtelijke onderbouwing voor deze aanpassing van het bestemmingsplan. Hoofdstuk 1 - Inventarisatie en analyse Om de potenties m.b.t. de herbouw van de molen naar voren te krijgen is onderzoek gedaan naar de volgende aspecten, waarvan in dit hoofdstuk de uitkomsten worden gepresenteerd: - De huidige situatie. - De (a)biotische kenmerken van het plangebied. - De historische ontwikkeling van het plangebied. - Vigerend beleid en regelgeving. - Milieu. - Molenbiotoop Hoofdstuk 2 - Referentieprojecten Twee vergelijkbare referentieprojecten (molen te Melick, molen te Lottum) zijn bezocht. Op basis hiervan zijn voor de molen van Banholt van belang zijnde informatie beschreven. Hoofdstuk 3 - Reconstructie molen van Banholt Op basis van de doelstellingen en de ruimtelijke visie uit het projectplan (Heukelom Verbeek februari 2008) en de gegevens uit hoofdstuk 1 en 2 is een inrichtingsvisie voor de reconstructie van de molen en zijn directe omgeving opgesteld. Doel van deze visie is een duidelijke voorstelling te geven van de ingrepen die in de nabije toekomst gaan plaatsvinden. Deze ingrepen vormen de ruimtelijke grondslag voor de toekomstige situatie
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
10
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
Figuur 02: Molenrestant - molenstomp. Het restant van de oude molen is nog aanwezig (de molenstomp). Er zijn een aantal toevoegingen, zoals het dak, de aanbouw en de poorten. Figuur 03: Uitzicht ter hoogte van de huidige molenlocatie. Vanaf de huidige locatie van de molen reikt het zicht bij helder weer over de Herkenradergrub tot aan Maastricht. Figuur 04: Zicht op de molenlocatie vanaf de Trichterweg.Vanaf de Trichterweg slingert het pad in het verlengde van de Molenweg omhoog het ‘eiland’ op. De loodsen op de agrarische bedrijfskavel aan de Molenweg zijn net zichtbaar vanaf dit punt. Een herbouwde molen zal hier goed zichtbaar zijn en zich mooi aftekenen tegen de horizon.
Figuur 02: molenrestant - molenstomp
Figuur 03: uitzicht ter hoogte van de huidige molenlocatie
Figuur 04: zicht op de molenlocatie vanaf de Trichterweg
Figuur 05: huidig beeld van de Molenweg (t.p.v. nr.12-14)
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Figuur 05: Huidig beeld van de Molenweg. Komende uit de kern Banholt ligt de molen op het einde van de bebouwingsrand. Het straatbeeld heeft hier een stenig en divers karakter.
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
11
1 Inventarisatie en Analyse 1.1
Huidige situatie
De luchtfoto (Figuur 06) geeft de huidige situatie van het plangebied en omgeving weer. In het plangebied zijn meerdere ‘groene’ en ‘rode’ elementen te herkennen. De belangrijkste zijn: 1. Kern bebouwing Banholt; 2. Molenweg; 3. Agrarische bedrijfskavel met bedrijfsgebouwen; 4. Restant molen; 5. Weilanden en huiskavels rond de kern; 6. Opgaande beplanting langs steilrand; 7. Ingesleten Molenweg met talud/ berm; 8. Trichterweg met begeleidende beplanting; 9. Grootschalige landbouwpercelen; 10. Hellingbos; 11. Archeologisch monument; GEA-object.
Figuur 06: luchtfoto projectgebied © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
12
1.2 Abiotische kenmerken
Figuur 07: landschappelijke onderlegger uit LOP Margraten
Legenda
Figuur 08: uitsnede landschappelijke onderlegger
1.2.1 Landschappelijke onderlegger / geomorfologie Op de kaart van de landschappelijke onderlegger (Figuur 07 en 08) uit ‘Landschapsontwikkelingsplan Buitengewoon Margraten’ is te zien dat het gebied van de voormalige molen zich bevindt op de ‘rand’ van het ‘Eiland van Banholt’ (gearceerd gebied). Het ‘eiland’ strekt zich uit van Banholt tot aan Termaar en is gelegen op ca. 180 - 190 meter boven NAP. Door de hoogteligging van het ‘eiland’ ten opzichte van het omringende landschap is het duidelijk herkenbaar vanuit de omgeving (met name vanaf de noordwestzijde waar zich droogdalen en lager gelegen plateaus bevinden). Het ‘eiland’ maakt onderdeel uit van de hoge scheidingszone tussen de Oost- en de Westmaas. De Oosten Westmaas zijn twee voorlopers van de huidige Maas. Buiten de gemeente Margraten maken ook de ‘Eilanden van Ubachsberg en Nieuwenhagen’ onderdeel uit van de scheidingszone. Vanaf het eiland is een prachtig uitzicht over de omgeving te verkrijgen. Doordat het ‘Eiland van Banholt’ tot de geomorfologisch oudste gebieden van Zuid-Limburg behoort en, omdat bovendien de ontstaansgeschiedenis van het landschap hier goed kan worden afgelezen, is deze plek door de provincie als geologische en aardkundig object (GEA-object) geclassificeerd. De hoge en voor de vestiging van een molen gunstige ligging van het ‘Eiland van Banholt’ moet Mathijs Mandervelt in 1846 (zie historische ontwikkeling) ook zijn opgevallen. Door hem is toen bij het provinciaal bestuur namelijk vergunning aangevraagd om ter plaatse een windmolen te bouwen.
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
13
1.2.2 Geologie en bodem Uit de bodemkaart (Figuur 09) is ook op te maken dat de Molen van Banholt op een plateau is gelegen. Op het plateau treffen we een fluviatiele afzetting aan (legenda-eenheid ‘/FG Fluviatiele afzetting’) bestaande uit zavel/klei (ouder dan Laat-Pleistoceen d.w.z. ouder dan 130.000 jaar). Uit de geologische kaart (Figuur 10) is op te maken dat het gebied tussen de molen van Banholt en de Dalestraat een laag vuursteeneluvium aan de oppervlakte ligt. Ooit was deze vuursteen ‘opgenomen’ in een kalksteenlaag. De kalksteen zelf is echter in de loop der miljoenen jaren opgelost en uitgespoeld, zodat die hierin aanwezige banden met vuurstenen op elkaar zijn komen te liggen. Daarnaast dagzomen aan de Molenweg oude Maasafzettingen. Op zowel de Maasafzettingen als het vuursteeneluvium heeft zich een slechte en schrale bodem ontwikkeld. Dit kan ook worden afgeleid uit het feit dat dit gebied vroeger de naam Banhoterheye (zie historische ontwikkeling) had en dus niet als akkerland in gebruik was.Ten opzichte van de voor de akkerbouw geschikte vruchtbare lössgronden, in de omgeving van het plateau, is deze afzetting ‘arm’ en niet vruchtbaar. 1.3 Botische structuur In het plangebied zijn een aantal herkenbare groenstructuren aanwezig. Ten westen van de molenstomp is een moestuin aanwezig met wisselende invulling. Langs de wetselijke zijde van de agrarische bedrijfskavel is een struweelrand aanwezig die als erfafscheding dienst doet. Oostelijke van het plangebied ligt nog een restant van een hoogstamfruitboomgaard. Rondom het plangebied liggen diverse akkerbouwpercelen en weilanden. Daarnaast heeft de Molenweg in westelijke richting steiler wordende taluds met her en der houtige beplanting in de vorm van hagen. De aanwezigheid van (beschermde) natuurwaarden in het plangebied is onbekend. De natuurwaarden zullen onderzocht worden ten behoeve van de procedure die nodig is voor het verkrijgen van de bouwvergunningen voor de reconstructie van de molen.
Figuur 09: uitsnede bodemkaart
Figuur 10: uitsnede geologische kaart
Legenda
Legenda
/FG Fluviatiele afzetting, ouder dan Laat- Pleistoceen (zavel en klei) AhI Löss en terrashellinggronden Blb6 Siltige leemgronden Bld6 Siltige leemgronden Ld6g Siltige leemgronden A t/m D Helling terrein tot 5%
Pleistoceen (10.000 – 2,5 miljoen jaar geleden) TE1 Leem (windafzettingen) – löss Ma Grind, zand, klei (rivierafzettingen van de Maas) Oplossingsresidu’s - eluviale afzettingen E Hoekige vuurstenen met verweringsleem ‘Vuursteeneluvium’ Hellingafzetting Rode arcering: Mengsel van grind, zand en leem
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
14
1.4
Figuur 11: het oude cultuurlandschap - J. Renes
Figuur 12: historische elementen in het landschap - J. Renes
Legenda
Legenda
Bouwland van voor 1500 grote verkaveling
Weg ouder dan of gelijktijdig aangelegd met de middeleeuwse verkaveling
Bouwland van voor 1500 gewand verkaveling
Holle weg
Graslanden
Karakteristieke boomgaarden
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Historische ontwikkeling
1.4.1 Landschap – plangebied en omgeving In ‘De geschiedenis van het Zuid Limburgse Cultuurlandschap’ Renes, 1988) staat beschreven dat de ontginning van het Plateau van Margraten reeds vroeg grootschalig is aangepakt.Volgens Renes is dit op te maken uit de grootschalige brede kavels, die typerend zijn voor grootschalige ontginningen uit de 11e en 13e eeuw. Rondom kernen, zoals Banholt, waren graslanden en bouwlanden met een ‘Gewannflur’ (gewand) verkaveling aanwezig (voormalige grotere kavels die werden opgedeeld in smalle kavels, als gevolg van erfopvolging of verkoop aan ‘startende boeren’), waarbij het type grondgebruik vóór 1500 reeds aanwezig was (Figuur 11).Ter plekke van de molen was het grondgebruik eveneens vóór 1500 reeds bouwland, maar is een blokverkaveling aanwezig in plaats van de ‘Gewannflur’. Op de uitsnede van de kaart ‘Historische Elementen in het Landschap’ (Figuur 12) is aangegeven, dat de Molenweg ouder is dan of gelijktijdig is aangelegd met de middeleeuwse verkaveling. Een gedeelte van de Molenweg en de veldweg die uitkomt op de Molenweg staan aangegeven als holle weg. Daarnaast is aangegeven, dat de aanwezigheid van hoogstamboomgaarden rondom de kern een karakteristiek element van Banholt is/was. Vanaf het midden van de 16e eeuw kwamen er ‘drieslanden’ voor. Mogelijk lagen deze ook bij de molen in Banholt. Drieslanden waren braakliggende landen.Verschillende stenige graslanden, of kalkarme terreinen waar pleistocene of oudere lagen aan de oppervlakte kwamen (zie Figuur 10) stonden in de volksmond bekend als ‘dreesj’land. Toponiemen met ‘-heide’ wijzen op de late ontginning van deze gronden. Vaak graasden er schapen. Deze heide kan niet vergeleken worden met de heidevelden zoals die elders in Nederland bekend zijn en die gedomineerd worden door struik-, dop- of kraaiheide. Hoewel struikheide (Calluna) op veel plaatsen in Zuid-Limburg is aangetroffen, voerde deze plantensoort slechts de boventoon op de arme zandgronden van de Brunssummerheide en de Vrouwenheide. Op heides zoals de ‘Banhoterheye’ overheerste veeleer een grasachtige begroeiing. Deze werden vooral gebruikt om schapen te laten weiden en om plaggen te steken. In Zuid-Limburg was de schaapsherder vaak een keuterboer, die schapen hield bij gebrek aan andere mogelijkheden. De schapen kwamen iedere dag terug naar de stal, welke een deel was van de boerderij (bron J. Renes, 1988).
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
15
Kaartbeelden Op de Tranchotkaart (Figuur 13) opgemaakt tussen 1803 en 1820, is het plangebied aangeduid als ‘Banhoterheye’. De verklaring van deze naam is op diverse wijze uit te leggen en kan zoals eerder beschreven op een aantal landschappelijke, maar ook op maatschappelijke zaken duiden. Heye kan duiden op het landschapstype, de heide, of op het feit dat dit een gemeenschappelijk gebied was waar schapen graasden. Banholt kan een verwijzing zijn naar de aanwezigheid van bos (holt), dat in vroegere tijden is gekapt(ban). Banholt kan ook een verwijzing zijn naar een Banmolen, een molen waar de boeren verplicht waren hun graan te malen, zoals deze wellicht in 1650 in Banholt heeft gestaan (zie bouwkundige historie blz. 17). Op het Kadastrale verzamelplan (Figuur 14), opgemaakt tussen 1811 en 1832, is reeds een windmolen aangeduid. Dit is niet de huidige molen, aangezien deze dateert van 1847. Helaas is niet te achterhalen of de aanduiding op deze kaart wellicht later is toegevoegd. Op de samengevoegde deelkaarten (sectie A blad 1 t/m 3) van de kadastrale plankaarten (Figuur 15), eveneens uit 1811 - 1832 is de molen niet aangegeven, wel is de benaming ‘op de heide’ duidelijk leesbaar. Ook is goed zichtbaar dat het gebied ‘op de heide’ veel grotere kavelafmetingen heeft dan de rondom gelegen kavels.
Figuur 13: Tranchotkaart 1803 - 1820
Figuur 14: uitsnede kadastrale verzamelplan 1811 - 1832
Figuur 15: samenvoeging kadastrale plankaarten sectie A blad 1 t/m 3 © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
16
Op basis van het vergelijken van de kaartbeelden vanaf de periode 1837 tot heden kan worden vastgesteld dat het beeld van het plangebied en omgeving in de loop der tijd is veranderd. Bij ieder kaartbeeld zijn de meest opvallende elementen die aan verandering onderhevig zijn geweest kort genoemd. Figuur 16: kaartbeeld 1837 – 1844 - Banholt duidelijk lintdorp. - Aan achterzijde bebouwing, huiskavels in vorm van omzoomde hoogstamboomgaarden. - Bouwlanden buiten de kern. - Graftenlandschap langs de Banholtergrub.
Figuur 16: 1837 - 1844
Figuur 17: 1894 - 1926
Figuur 17: 1894 - 1926 - Aanwezigheid Korenmolen. - In de molenbiotoop is duidelijk weinig tot geen opgaande begroeiing aanwezig. - Hoogstamboomgaarden areaal uitgebreid. Figuur 18 1965 - Molen niet meer op het kaartbeeld. - Hoogspanningsleiding vlak langs plangebied. - Veel hoogstamboomgaarden zijn verdwenen. - Banholtergrub ten noorden van de weg heeft een dichter karakter in de vorm van opgaande begroeiingen. Figuur 19: 2005 - Hoogspanningsleiding verdwenen. - Verdwijnen van kleine landschapselementen. - Grotere agrarische percelen. - Verdergaande uitbreiding aan achterzijde van bebouwingslint van Banholt in vorm van woonwijk en grootschalige agrarische bebouwing, zo ook in plangebied.
Figuur 18: 1965 © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Figuur 19: 2005
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
17
1.4.2 Historie van de molen(s) in Banholt Gegevens Molendatabase Nederland Naam Ligging Locatie Plaats Gemeente Provincie Bouwjaar Verdwenen Type Kenmerken Aandrijving Categorie Functie Opvolger Romp Kruiwerk Aanvullingen
De Windmolen van Banholt Molenweg 14 RD X 184170 Y 311643 N 50.793951 O 5.800888 Banholt Margraten Limburg 1847 1877 verbrand Grondzeiler Houten bovenbouw windmolen verdwenen Korenmolen Banholt, De Windmolen van Banholt (restant) Achtkantig Bovenkruier met buitenkruiwerk De molen op de Banholterheide stond in het dorp Banholt bij Mheer.
Om de geschiedenis van de molen van Banholt nader te onderzoeken is een literatuurstudie verricht en is ook in het archief van het Regionaal Historisch Centrum Limburg en in de Centre Céramique bibliotheek gekeken of hier wellicht informatie te vinden is met betrekking tot de molen van Banholt. Helaas heeft het raadplegen van de archieven weinig opgeleverd. Op basis van de literatuurstudie (Royen, 1964; Van Bussel, 1991; Leersen, 1995) weten we echter het volgende over de molen van Banholt: - Zoals eerder vermeld moet de hoge ligging van het ‘Eiland van Banholt’ ook Mathijs Mandervelt in 1846 zijn opgevallen. Door hem is toen namelijk bij het provinciaal bestuur vergunning aangevraagd om ter plaatse een windmolen te bouwen.
Figuur 20: foto van de molen in de jaren 20 van de vorige eeuw (uit de molens van limburg) © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
18
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
- In 1847 kocht hij van de gemeente een stuk grond op de Banholterheide, dat omschreven was als ‘Op de Heide’. Mandervelt was radenmaker van beroep; het is om die reden niet uitgesloten dat hij het gangwerk van de molen zelf heeft gemaakt, een werk dat de auteur Royen aan de molenaar Honjet toeschrijft. - De molen was een lage houten achtkant op een achtkante gemetselde onderbouw van baksteen, een binnenkruier, die het maalwerk van een standaardmolen had. Dit zou er op wijzen dat er één koppel stenen was dat precies in het midden van de molen lag. Het aswiel dreef daarbij direct het steenrondsel op het staakijzer aan. - Op een avond dat molenaar Honjet aan het malen was, had hij gezelschap van een zekere Cornelis Rademakers, die vaak bij hem op bezoek kwam en de helpende hand bood. Tijdens het gesprek was het kaar boven de maalstenen leeg geraakt. Honjet droeg snel een zak naar boven -de molen had geen luiwerk- om die in het kaar leeg te schudden. Zijn halsdoek werd daarbij door het steenrondsel gegrepen waardoor de molenaar werd onthoofd, een soort ongeval dat op molens geen uitzondering was. Cornelis legde met de licht de stenen op elkaar en zette met de prems (de vang) de molen stil en waarschuwde de familie in het dorp. Nu was Honjet volgens het kadaster niet de eigenaar, maar hij zal de pachter van de molen zijn geweest. Het is echter niet duidelijk of hij de molen pachtte van Mandervelt. - De molen was juist klaar of Mandervelt verkocht hem in 1847 (mogelijk 1848) aan de Maastrichtse koopman Hubert Coffin. Na diens overlijden vond op 24 augustus 1866 een deling van de nalatenschap plaats tussen Joannes Hubertus Coffin, grondeigenaar en rentenier in Mechelen aan de ene kant en Jan Hubert Coffin, rentenier in Maastricht en Elisabeth Coffin, religieuze in Maastricht, aan de andere kant. Genoemde J.H. Coffin uit Mechelen was getrouwd met Maria Hubertina Schrijnemaekers. Zij overleed in 1865. Coffin handelde in deze deling als vader en voogd van zijn twee minderjarige kinderen Jan Hubert Louis en Francois Joseph. De molen met toebehoren werd toegewezen aan Jan Hubert Coffin in Maastricht. Figuur 21: foto van de nog resterende ingang (toog) naar de molen, rechts zijn herstelwerkzaamheden zichtbaar © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
19
- In 1867 kwam Elisabeth of Maria Elisabeth Hubertina Antonia Coffin, kloosterzuster onder de naam moeder Hubertina, in bezit van de molen. - Op 22 juli 1873 verkocht ze deze aan Pieter Honje(t) te Op Zinnick, gehuwd met Hubertina Klinckenberg. Hij was een zoon van de verongelukte molenaar en koetsier van beroep. Met een knecht zette hij het maalbedrijf van zijn vader voort. Door zijn merkwaardige levenswijze verliep echter het gemaal. - De molen brandde in 1877 af. Honje(t) liet hem geheel in steen herbouwen, waarbij de molen de later bekende vorm kreeg (Figuur 20). In het opgaande metselwerk was een scheiding zichtbaar, die aangezet was juist boven de toog van de twee grote toegangspoorten, die tegenover elkaar in de onderbouw waren aangebracht. Dit zou er op kunnen wijzen dat bijna 2/3 deel van de romp later is opgemetseld. De molen werd ingericht met twee koppels stenen en een spoorwiel, afkomstig van een watermolen. - De bouw werd in hetzelfde jaar 1877 of kort daarna voltooid. Honje(t) had de kooppenningen nog niet geheel aan de eerwaarde moeder Hubertina betaald, zodat zij de molen openbaar liet verkopen. - De hoogste bieder was Jean Joseph Coffin, koopman in Maastricht, die namens zijn eerwaarde zuster Elisabeth de molen had teruggekocht. Honje(t) emigreerde daarop met zijn gezin naar de Verenigde Staten van Amerika. - Een jaar later (1878 of 1879) werd de molen verkocht aan Jan (of Johannes) Joseph Honjet, die schoenmaker in Banholt was. - In 1880 kwam de molen door koop in het bezit van molenaar Willem van Houdt. Hij was afkomstig uit Beek - Klein Genhout en gehuwd met Sophia Hubertina Aerts. Waarschijnlijk was hij reeds in Banholt als pachter gevestigd. In zijn huis opende hij tevens een café.Voor het zeven van bloem uit tarwemeel plaatste hij in de windmolen een bloembuil, een houten machine die in Zuid Limburgse windmolens niet vaak voorkwam.
Figuur 22: foto van het molenrestant (Nederlandse Molendatabase) © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
20
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
- In 1906 volgde zijn zoon Willem hem als molenaar. In 1915 werd hij door uitkoop van mede-eigenaren, alleen eigenaar. - De jaren van de Eerste Wereldoorlog (1914 –1918) waren voor het maalbedrijf en de handel van Van Houdt een gunstige tijd, aangezien handel met het buitenland vrijwel onmogelijk was in die tijd en dus alles van eigen bodem moest komen. - Zijn zoon, eveneens Willem genaamd, werd in 1918 eigenaar. - Het gemaal en de interesse van de molenaar verslapte in de jaren twintig (1920). Mede onder invloed van de toenemende concurrentie door een motormaalderij in het dorp werd de molen stilgezet en verviel hij tenslotte geheel. - Blijkbaar stond de molen buiten het gezichtsveld van geïnteresseerden en instanties want, voor zover bekend, is geen enkele poging gedaan het merkwaardige stenen achtkant van de ondergang te redden. - De romp werd eerst in 1936 en vervolgens in 1959 gedecimeerd en tenslotte ter hoogte van de maalzolder met een kap afgedekt om verder als stal of schuur te dienen (Figuur 22).
Figuur 23: foto van de molen in volle glorie (Hutschemaekers / Smeets) © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
21
Een bijzondere achtkant De windmolens in Zuid-Limburg werden vaak gekenmerkt door een bijzondere bouwvorm. Het was eigenlijk geen windmolenstreek waar de molens voor elkaar model stonden, waardoor de molens dan ook vaak een individueel karakter hadden/hebben. Een van die merkwaardige molens stond in Banholt (Figuur 22). De molen in Banholt betreft een grondzeiler, een molentype dat tegenwoordig niet meer in Limburg voorkomt. Een grondzeiler is een windmolen die vanaf de grond kan worden bediend. Doordat de windvang van de molen in Banholt onbelemmerd was, bestond er geen reden voor een hoger model te kiezen. De molen bestond in de uiteindelijke vorm uit een stenen achtkant, hetgeen een ongebruikelijke vorm is voor een stenen molen. De vorm berust dan ook op het feit dat de molen in eerste instantie bestond uit een stenen achtkantige onderbouw met een houten en daardoor achtkantige opbouw. Na de brand eind 19de eeuw is de resterende stenen voet als uitgangspunt gebruikt voor de bouw van de uiteindelijke stenen molen. Materiaalgebruik in de molen Door een aantal enthousiaste bewoners van Banholt zijn reeds eerder schetsjes gemaakt van de molen zoals deze in hun beleving aanwezig was (Figuur 24). Doordat zij zijn opgegroeid met de toen nog aanwezige (delen) van de molen is enige informatie omtrent de toegepaste materialen behouden gebleven. Daarnaast geven uiteraard het nog aanwezige restant van de molen en de historische foto’s (zie Figuren 19, 22, 55 en 65) inzicht in de toegepaste materialen en de bouwvorm. Op basis van deze gegevens moet het mogelijk zijn om een reconstructie van de molen te maken.
Figuur 24: schets van de molen aan de hand van foto’s en eigen ervaringen door: P. Smeets m.m.v. S. Hutschemaekers uit Banholt © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
22
1.5
Archeologie
Om meer inzicht te krijgen op gebieden waar archeologische vondsten verwacht kunnen worden, is door de ROB (Rijksarchief voor Oudheidkundig Bodemonderzoek) een archeologische verwachtingskaart ontwikkeld. Dit is de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). De verwachtingen rondom de molenstomp zijn geclassificeerd als ‘hoog’, ‘middel’ en ‘laag’. Daarnaast is door het platform Kennis Infrastructuur Cultuurhistorie (KICH) het gebied rond de molenstomp geclassificeerd als archeologisch waardevol object en er zijn een aantal archeologische vindplaatsen aanwezig. Beide resultaten zijn op de kaartuitsnede (Figuur 25) aangegeven. In bijlage 1 is nadere informatie opgenomen met betrekking tot de archeologische vondsten rondom het plangebied. In verband met de voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied is het uitvoeren van een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek wordt gekoppeld aan de procedure voor de bouwvergunning. Figuur 25: uitsnede acheologische verwachtingswaardekaart (LOP Margraten)
Legenda
Figuur 26: uitsnede perspectievekaart (POL)
Legenda
Hoog
1. Ecologische hoofdstructuur (EHS)
Gemiddeld
2. Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG)
Laag
3. Ruimte voor veerkrachtig watersysteem
Archeologisch monument
4.Vitaal landelijk gebied
Archeologische vindplaats(en)
5. Plattelandskern
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
! ! !
!
5 !
!
!
!
!
!
! F
!
!
!
!
!
!
! ?
!
! ?
!
!
! ?
1
23 !
! F
!
!
!
1
!
!
! !
F !
! !
ó
!
F ! F !
!
!
!
óó óó óó óó óó ! ?
`
ééééé éééé éééééé é éééé éééé éé éé é éééé ééééé2 é é é é é ééé ééé
L
! F
5 !
!
! !
1 â Figuur 28: uitsnede plankaart Herkenradergrub â â â â Legenda â Legenda
FiguurZie 27:uitsnede uitsnede recreatieve structuur Margraten (LOP) Statuswijziging EHS !
!
!
!
!
!
!
Plangrens
!
!
!
L
Zoekgebied landbouwstructuurverbetering Realiseren EHS door particulier natuurbeheer
!
!
!
éé éé
!
!
!
!
éé éé é
Bronnen: © De auteursrechten en databankenrechten: Topografische Dienst Kadaster, Emmen, 2004
!
Wandelroutes
1
é éé ééé éé é éé é éé éé éé é é
Legenda
!
Plaatsen nieuw permanent raster
óóóóAanplanten doornstruweel evt. met tijdelijk raster
! H
Fietsroutes
Aanleggen poel Realiseren ecologische verbindingszone 16 m. breed Aanleg grasbaan 10 m. breedte met pleksgewijs raster Verbreden grasbaan naar 10 m. breedte Aanleg groenstrook 5-10 m. breed
C N CO
T P E
Mountainebikeroutes
Start -en/of rustpunt routes
!
Aanleggen struinpad !
Aanplanten mozaiek van knotbomen en struweel evt. plaatselijk met tijdelijk raster
éééé Herstellen graften (aan-/bijplanten struweel) Herstellen holle weg (aan-/ bijplanten bomen en struweel) Aanleggen landschappelijke erfbeplanting Zoekgebied voor aanleggen dorpsrandbeplanting (15 locaties)
â â
Aanvullen bomenrij waar nodig Aanplanten en herstellen haag
`
P.M.
Herstellen en beleefbaar maken kalksteengroeve / vuursteenmijn Herstellen en beleefbaar maken archeologisch waardevol terrein Herstellen en beleefbaar maken kleine cultuurhistorisch waardevol bouwkundige landschapselementen
P Æ
Fietsroutes (fietsknooppuntroute)
! F
`
Figuur 28: uitsnede plankaart Herkenradergrub (maart 2010) In deze uitwerking is een nieuw wandelpad opgenomen. Dit pad verbindt 20100316HM01is tevens het restant van de molen met het Gea-object. Nabij het Gea-object een rustpunt aangeduid. In de veldweg noordelijk van de molen wordt het holle wegkarakter van de weg versterkt. In de dal-as van de Herkenradergrub vindt een versterking plaats van de landschappelijke en ecologische kwaliteit, in combinatie de realisatie van elementen ten behoeve van de bundeling en opvang van afstromend hemelwater. In deze zone wordt tevens een struinpad aangelegd.
!
!
F ! !
F !
!
!
Æ P Æ P
!
ó
Figuur 27: uitsnede recreatieve structuur gemeente Margraten (2007) - Wandelroute. - Fietsroute, knooppunten. - Fietsroute, mountainbikeroute.DLG Regio Zuid
!
! F ! !
Æ P Æ P
! ! !
!
!! ! !
! ! ! ! !
Æ P Æ P
!
ééé éééééééé
!
!
DLG realiseert groene plannen voor 16 miljoen Nederlanders!
L
2
`
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
1
!
ó ? óó ! ! ó F! óó ? óó óóóó óóó óó óó ! óó H ó ! ? óó
!
!
1
!
!
L
2
!
!
! ?
!
! F
!
!
! ?
!
!! F
! F
! !
!
! ?! ?
! H
1
!
i !
!
L !
Figuur 26: uitsnede perspectievenkaart - POL Provincie Limburg (2006 Inrichtingskaart actualisatie 2010) De molen en de directe omgeving aan de Grub plateauzijde vallen onder het Herkenrader ontwikkelingsperspectief ‘vitaal landelijk gebied’. Een initiatief als het datum: 16 maart 2010 voorliggende past binnen dit ontwikkelingsperspectief. Voorstellen ten schaal 1:7.500 aanzien van de archeologische monumenten bij het hellingbos aan de Dalestraat vallen onder de EHS en de POG. Afhankelijk van de uitwerking van voorstellen op die locatie kunnen mitigerende en compenserende maatregelen noodzakelijk zijn ten aanzien van natuurwaarden. Ontwikkelingen tussen de archeologische monumenten en de locatie van de molen vallen onder het ontwikkelingsperspectief ruimte voor veerkrachtige watersystemen, waardoor deze ontwikkelingen voldoende ruimte dienen te bieden aan de opvang van hoge waterafvoeren en het bestrijden van bodemerosie.
1
!
Beleid en regelgeving
!
!
!
2
1.6
1
!
!
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
!
Æ P Æ P
!
1
! !
!
!
!
Æ P Æ P
! ?!
!! F
Aanbrengen onderhoudspoort
! ?
Aanbrengen wandeltoegangspoortje
F !
! i 5 !
Aanleg wandelpad Aanleg parkeervoorziening Aanleg rustpunt / uitkijkpunt
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
24
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
Legenda Entree kern Banholt
Molen met uitzichtpunt
Gea- object met uitzichtpunt
Ontwikkelingslocatie Banholt
Hagen
Hoogstamfruitboomgaard omzoomd met hagen
Nieuwe verbinding langs bloemrijke berm / akkerland
Recreatief start- of rustpunt Figuur 29: uitsnede LOP Margraten © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
25
Figuur 29: uitsnede concept LOP Buitengewoon Margraten (2009) - Ontwikkeling ‘Eiland van Banholt’ tot kroonjuweel in het landschap. - Reconstructie molen met hedendaagse economisch rendabele functie. - De molen als representatief, uitnodigend start- en rustpunt en informatiecentrum in de toeristisch-recreatieve structuur van de gemeente Margraten. - Ontsluiten archeologisch monument en GEA-object aan de Dalestraat vanaf de molen. - Ontwikkelen ‘heide’ in zone tussen Molenweg en Dalestraat. Figuur 30: uitsnede bestemmingsplankaart Buitengebied (2009) Het plangebied is aangeduid als ‘agrarisch bedrijf ’ (A-B) en wordt omgeven door agrarisch gebied met waarden, met daarin een aantal regenwaterbuffers (blauw) en natuur (blauwgroen). De bestemming AW sluit inhoudelijk in grote lijnen aan op het provinciale beleid, zoals verwoord onder de perspectieven P2 ‘POG’ en P3 ‘ruimte voor veerkrachtige watersystemen’. Dit biedt ruimte voor een op het landschap georiënteerde (grondgebonden) land- en tuinbouw in combinatie met landschapsontwikkeling. Rondom Banholt is de gebiedsaanduiding ‘zone hoogstamboomgaarden’ aanwezig. Dit houdt in, dat binnen deze zone behoud en ontwikkeling van hoogstamfruitboomgaarden gestimuleerd wordt.
Figuur 30: uitsnede bestemmingsplankaart (Buitengebied 2009)
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
26
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
Ten aanzien van de bestemming ‘Agrarisch - bedrijf ’ richt de gemeente haar beleid op duurzame voortzetting van de agrarische bedrijvigheid en hun bedrijfsvoering.Binnen de bestaande bouwkavel (mosgroen) is voldoende ruimte beschikbaar voor het realiseren van o.a. concrete plannen, veilig stellen van de bedrijfseconomische continuïteit, omschakelen naar minder milieubelastende productietechnieken en het verplaatsen van bedrijfsonderdelen (die hinder veroorzaken). Uitbreidingen geschieden volgens de provinciale BOM+ regeling en mogen niet in strijd zijn met de aangrenzende bestemming AW.Voornaam zijn de grenzen van de bedrijfskavel in verband met de milieuvoorschriften, gelet op de mogelijke nieuwe ontwikkelingen buiten de bedrijfskavel. Nieuwe ontwikkelingen rond de molen dienen zich te conformeren aan de beperkingen die door aanliggende (agrarische) bedrijven in het kader van milieuvoorschriften worden opgelegd. 1.7
Milieu
De bestemming die de molen krijgt is bepalend voor de invloed die deze uitoefent op de omgeving en omgekeerd. Aangezien het bedrijf aan de Molenweg 14, waar zich ook de molenstomp (Figuur 33,34) bevindt, zich bezighoudt met gemotoriseerd loonwerk en kleinschalige veeteelt, valt deze bedrijfsvoering niet binnen het besluit Landbouw en dienen de afzonderlijke milieuaspecten te worden beoordeeld. Hiernaast zijn de voornaamste milieuaspecten en wetgeving beschreven die van toepassing zijn op de huidige bedrijfsvoering op Molenweg 12-14 en als milieuaspect worden gedefinieerd in het bestemmingsplan (2009) buitengebied van de gemeente Margraten. Bij het doorlopen van de bouwvergunningprocedure worden de genoemde milieuaspecten nader onderzocht.
Figuur 31: kaartuitsnede 23 bestemmingsplan Buitengebied 2009 © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
Geur Het aspect geur valt onder de ‘Wet geurhinder en veehouderij’ (Wgv). Deze vormt het toetsingskader voor de milieuvergunning als het gaat om geurhinder vanwege dierenverblijven van veehouderijen. De Wgv geeft normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig object (ggo). Volgens deze wet dient de afstand tussen een veehouderij en een ggo ten minste 100 meter (indien een ggo binnen de bebouwde kom is gelegen) of 50 meter (buiten de bebouwde kom) te bedragen. Deze afstanden zijn weergegeven in figuur 32 van cirkels, vanuit de molenstomp waar momenteel vergunning is voor 150 kalkoenen en vanuit de stal waar momenteel een aantal dieren aanwezig zijn.
27
gre
ns
be
Voor de ruimtelijke onderbouwing is het dus noodzakelijk om aan te geven of de nieuwe bestemmingen (molen, expositieruimte) ook daadwerkelijk geur gevoelige objecten zijn. In bijlage 1 afkomstig uit:‘Handreiking wet geurhinder en veehouderij, par. 3.1.3 Geurgevoelig object’ wordt de definitie geurgevoelig nader uiteen gezet. Het is echter op dit moment niet duidelijk of bijvoorbeeld een expositieruimte in de toekomstige molen een geurgevoelig object is, of dat deze dat afhankelijk van de invulling van de exporuimte kan worden. Ten opzichte van de huidige ligging van de stankcirkels kan anders gezegd in beide varianten voor de reconstructie van de molen in potentie een probleem ontstaan met de aanwezige milieucirkels voor geurhinder.
bo
uw
de
ko m
Geluid Op de agrarische bedrijfskavel zijn werkzaamheden gerelateerd aan het gemotoriseerd loonbedrijf toegestaan. De milieuvergunning geeft aan, dat er binnen een zone van 50 meter rondom het bedrijfsperceel (inclusief de bedrijfswoningen aan de overzijde van de Molenweg) geen geluidsgevoelige objecten mogen worden gebouwd. Onduidelijk is op dit moment of de molen en bijvoorbeeld een exporuimte kunnen worden bestempeld als een geluidsgevoelig object.
Figuur 32: aanduidingskaart geurcirkels op bestaande situatie © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
28
Lucht De nieuwe plannen rond de molen hebben geen invloed op de luchtkwaliteit, wel dienen de ontwikkelingen te voldoen aan de Wet luchtkwaliteit, zoals opgenomen in de Wet milieubeheer. Externe veiligheid Er zijn geen elementen aanwezig die van invloed zouden kunnen zijn op de externe veiligheid. Deze zullen ook bij de nieuwe ontwikkelingen niet voorkomen.
Figuur 33 bestaande kalkoenenverblijf in de molenstomp
Figuur 35: bestaande schuren aan de oostzijde van het erf © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Figuur 34: een kijkje in de molenstomp
Bodem De huidige bestemming van de gronden rondom de molenstomp zijn in het nieuwe bestemmingsplan (Figuur 31) aangeduid als ‘A-B, loonbedrijf ’ en ‘AW agrarisch gebied met waarden’. Uitbreidingen of veranderingen mogen niet in strijd zijn met het beleid voor AW. Tijdens de planvoorbereiding dient de vraag beantwoord te worden of de bodem geschikt is om de op basis van het bestemmingsplan toe te kennen functies (A-B, Loonbedrijf ’ en ‘AW agrarisch gebied met waarden) te vervullen. Daartoe moet inzicht gegeven worden in de bodemkwaliteit. Hiertoe zal historisch bodemonderzoek uitgevoerd worden als onderdeel van de procedure voor de bouwvergunning.
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
1.8
29
Molenbiotoop
De omgeving waarmee een molen in relatie staat, heet de molenbiotoop. Een goede molenbiotoop is van fundamenteel belang voor de werking en het behoud van de molen. Voor de molenaar is een goede windvang (de mate waarin een molen met zijn wieken de wind kan onderscheppen) van cruciaal belang. Bij de molenbiotoop is de ruimte die vrij wordt gehouden van opgaande elementen voor een goede windvang het meest belangrijk. Bevinden zich in de omgeving obstakels, dan belemmert dit de windvang: de wind verliest aan snelheid en wordt turbulenter (er ontstaan meer vlagen en windstiltes). Dit veroorzaakt een ongelijke belasting van het wiekenkruis. De molen gaat ongelijkmatig lopen, wat het malen vrijwel onmogelijk maakt. Om de molenstenen aan te drijven, heeft de molen een bepaald vermogen nodig. Een geringe afname van de windsnelheid heeft al een fors verlies aan vermogen tot gevolg. Tien procent minder wind resulteert in ruim 25 procent afname van het maalvermogen. Een goed molenbiotoop maakt het mogelijk dat een molen regelmatig in bedrijf is, wat de levensduur ten goede komt. Daarnaast vormde een goede molenbiotoop vroeger de basis voor een rendabel molenaarsbedrijf. Al in 1946 legde Stichting De Hollandsche Molen een praktijknorm vast in de zogenoemde 1:100-regel. Deze regel houdt in, dat elke 100 meter verder van de molen een obstakel één meter hoger mag zijn. De eerste 100 meter dient daarbij obstakelvrij te zijn. In een bebouwde omgeving is de 1:100-regel tegenwoordig onhaalbaar. Daarom werden door Stichting De Hollandsche Molen in 1982 nieuwe normen ontwikkeld. Om de toelaatbare obstakelhoogte in relatie tot de afstand tot een molen te bepalen is de biotoopformule opgesteld, deze wordt landelijk als standaard gehanteerd. Wanneer de omgeving van een molen voldoet aan deze eisen, is er sprake van een toelaatbare situatie. Vanaf 100 meter geldt een oplopende lijn die met de biotoopformule te bepalen is (zie inzet)
H(x) = x/n+c*z H(x) = x = n =
c = z =
maximale toelaatbare hoogte van een obstakel op afstand x (in meters) afstand van een obstakel tot de molen (in meters) een constante, afhankelijk van de ruwheid van de omgeving en de maximaal toelaatbare windreductie. Hiervoor worden de volgende waarden gebruikt: - 140 voor open gebied: Vlak land met oppervlakkige begroeiing en soms geringe obstakels. In ons geval zijn dit de weilanden. - 75 voor ruw gebied: Bouwland met afwisselend hoge en lage gewassen. In ons geval de aanwezige bomenrij. - 50 voor gesloten gebied: Bodem regelmatig en volledig bedekt met vrij grote obstakels, met tussengelegen ruimten niet groter dan enkele malen de hoogte van de obstakels. In ons geval de lage bebouwing. een constante, afhankelijk van de maximaal toelaatbare windreductie, gewoonlijk met de waarde 0,2 askophoogte (helft van lengte gevlucht + eventueel de hoogte van de belt, berg of stelling)
Om de afstand te berekenen waarop een obstakel van een bepaalde hoogte geplaatst mag worden, dan is de volgende, herschreven formule praktischer: X = n * (H(x) – c * z) Zoals gezegd gelden voor de eerste 100 meter rond de molen andere regels. Het is namelijk gebleken dat de verstoring van de wind direct achter een obstakel groot is.Voor de economische rendabiliteit van grondzeilers dient zodoende de eerste 100 meter geheel vrij te zijn van bebouwing of beplanting in tegenstelling tot andere type molens. Hoewel de economische rendabiliteit van een gereconstrueerde molen van Banholt niet een vereiste is, dient dit aspect toch goed afgewogen te worden.
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
30
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
2 Referentieprojecten Om een goed beeld te krijgen van de bij vergelijkbare projecten spelende aspecten zijn twee referentieprojecten bezocht, te weten de molen Prins Bernhard en het daarnaast gelegen oude landbouwwerktuigenmuseum te Melick en de Houthuizermolen te Lottum. Hierbij is gekeken naar hoe het planproces is verlopen, wat de kosten waren en welke financieringsmogelijkheden gehanteerd zijn.Vooraf kan reeds gemeld worden dat het allerbelangrijkste voor het slagen van beide herbouwprojecten de aanwezigheid van draagvlak is, bij zowel de politiek (gemeente, provincie) als de bevolking (lokaal en zelfs aangrenzende dorpen). 2.1
Figuur 36: Molen Prins Bernhard en landbouwwerktuigen expositieruimte - (www.dehouthuizermolen.nl)
Figuur 37: uitzicht vanaf de molen op het parkeerterrein (tijdens het oogstfeest) - (www.dehouthuizermolen.nl) © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen Prins Bernard Te Melick
Het proces van reconstructie - Herbouw van de molen door particulieren was niet mogelijk. - De vroegere molenaar, was echter bereid het molenperceel te schenken aan de gemeente of een stichting die de bouw van de molen mogelijk zou maken. - Op 23 mei 1994 is de ‘Stichting Molen Prins Bernard’ opgericht. De stichting, heeft als doelstelling om de oorspronkelijke molen te herbouwen, in stand te houden en te exploiteren als standaard graanmolen, alsmede het bevorderen en ondernemen van activiteiten die daarmee verband houden en/of daaraan verwant zijn en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. Het in stand houden van cultuurhistorisch erfgoed voor de jongere generatie - Oude landbouwwerktuigen museum. Voor een verzameling machines uit de periode 1900 – 1950 is een museum opgericht in een modern, landschappelijk ingepast, gebouw. In dit gebouw opgenomen is ook een horecavoorziening. - De herbouw van de molen past in de recreatieve taakstelling die de gemeente Roerdalen heeft opgesteld. Dit in combinatie met de in de nabijheid van de molen gelegen verzameling oude landbouwmachines. - De herbouwde Prins Bernard Molen is in 1999 in gebruik genomen.
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
31
Tijdens de opening wordt Commissaris van de Koningin Baron Van Voorst tot Voorst geassisteerd door molenaar Van der Venne. Dit is de molenaar die in het laatste oorlogsjaar zijn molen vernietigd zag worden door bezetter en bevrijder. - De molen in Melick wordt beheerd door de Stichting. Voor beheer en onderhoud ontvangt de stichting jaarlijks een bedrag van de gemeente Roerdalen. De Stichting heeft enkele vaste inkomsten afkomstig uit de verhuur van de horecagelegenheid. - De molen en het oude landbouwwerktuigen museum draaien op basis van vrijwilligers. Deze dienen goed samen te werken om een meerwaarde te vormen (voor de omgeving). Dit vergt de nodige afstemming op elkaar.
Figuur 38: de nieuwe molen
Figuur 39: het landbouwmuseum
Figuur 40 uitzicht vanaf de molen op het museum
Figuur 41: uitzicht vanaf de molen op de omgeving
Figuur 38: de nieuwe molen Aanzicht van de volledig gerestaureerde molen. De reconstructie is gebaseerd op oud beeldmateriaal, oude tekeningen en bestaande molens. Figuur 39: het landbouwmuseum Het compacte landbouwmuseum is eigentijds vormgegeven en er zijn natuurlijke materialen toegepast. Figuur 40: uitzicht (vanaf de molen) op het museum Er is een aantal voorzieningen rondom het museum gecentreerd: parkeren, fietsenstalling, terras, speelgelegenheid enz. Figuur41: uitzicht (vanaf de molen) op de omgeving
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
32
- De molen Prins Bernhard heeft geen optimaal molenbiotoop. De molen staat niet meer vrij zoals dit vroeger het geval was. De molen wordt omringd door hoge bomen. - Bij de molen is tevens een horeca gelegenheid gevestigd ‘Café Prins Bernhard Molen’. - De landbouwexpositieruimte annex horecaruimte is in 2005 in gebruik genomen. - Voor de landbouwexpositieruimte is een apart subsidietraject ingesteld. - Het museum en de molen worden gerund door vrijwilligers, in tegenstelling tot de horeca gelegenheid. Dit is een commercieel bedrijf met werknemers in dienst. Het bedrijft huurt de voorziening van de ‘Stichting Molen Prins Bernhard’. - Het is van belang dat er tijdig wordt gezocht naar (een aantal) vrijwillige molenaars; De kosten De totale kosten (excl. btw, prijspeil 1993) waren: - Molen - Horeca / oude landbouwwerktuigen museum - Totaal De financiering zal er als volgt uit: - Gemeente Roerdalen1 - Provincie Limburg - Bijdrage Stuurgroep Nadere uitw. Brabant en Limburg (NUBL) - Bijdrage WCL (Waardevol Cultuurlandschap Midden-Limburg) - Bijdrage sponsorgtroep - Totaal
1. 2. Figuur 42: foto van de molen waarop duidelijk zichtbaar is dat deze op een kunstmatige verhoging is gelegen © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
fl. fl. fl.
668.000,00 72.000,00 740.000,00
fl. fl. fl. fl. fl. fl.
250.000,00 165.000,00 175.000,00 75.000,00 75.000,00 740.000,00
In januari 1997 heeft de Raad van de gemeente Roerdalen een krediet be- schikbaar gesteld van fl. 250.000. Aanvullingen en tekorten op de begroting zijn ingevuld middels sponsoring en bijdragen van particulieren.
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
2.2
33
De Houthuizer molen te Lottum
Het proces - De initiatiefnemer van het plan is de dorpsraad, die een aparte werkgroep voor de molen heeft opgericht en vervolgens de ‘Stichting de Houthuizer Molen’. Deze is op 3 augustus 2006 opgericht met als doelstellingen: het oprichten, herbouwen, behoud, beheer en faciliteren van de Houthuizer Molen met een intact zijnd molenwerk. De stichting is aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling. - Na een haalbaarheidsstudie is een samenwerkingsverband aangegaan met de Stichting het Limburgs Landschap. De Stichting het Limburgs Landschap wordt de formele eigenaar van de molen en staat als organisatie ook garant staat voor het beheer en onderhoud. - De doelstelling is het bevorderen van de publieke belangstelling voor de molen en het bieden van gelegenheid tot bezichtigingen, rondleidingen en het bieden van ruimte in en rond de molen voor maatschappelijke en culturele doeleinden. - De Stichting Houthuizer Molen bestaat uit een dagelijks bestuur van 4 personen en een algemeen bestuur van 6 personen. De stichting weet zich gesteund door een Comité van aanbeveling bestaande uit 10 mensen uit het plaatselijke verenigingsleven en plaatselijke bedrijven (verhouding 50/ 50). - De molen wordt maalvaardig gehouden door de aanwezigheid van 3 vrijwillige molenaars uit Lottum. Ze zijn allen aangesloten bij het Gilde van Vrijwillige Molenaars. - De molen krijgt geen in het bestemmingsplan vastgelegd molenbiotoop. Dit omdat anders de toekomstige bedrijfsuitbreiding van de omwonenden in gevaar komt. Hiervoor is met de gemeente een planschadeovereenkomst opgesteld. - De stichting liet zich adviseren door een bekende molenbouwer, de bouwtekening werd gemaakt door de heer Pierre Keiren en er werd technisch advies ingewonnen voor de te gebruiken stenen, metselmortel en voegmortel. - Tijdens de voorbereidings- en bouwwerkzaamheden is veel gebruik gemaakt van de inzet van vrijwilligers.
Figuur 43: oude foto van de molen uit de collectie van Ton Meesters
Figuur 44: reproductie van een schilderij van de molen (www. dehouthuizermolen.nl)
Figuur 45: enkel de fundering van de molen was nog aanwezig (Verstraelen)
Figuur 46: tillen v/d molensteen (Lottum) als symbolische daad (Verstraelen) © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
34
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
- Onder de bevolking van Lottum is een enquête verspreid waarin is gevraagd of mensen willen deelnemen aan alle mogelijke activiteiten rondom de molen, nu en in de toekomst. Hierop was maar liefst 40 % respons. - De molen moet mede in verband met de toegekende subsidies op 1 oktober 2008 gereed zijn. - Voor het aanvragen van de subsidies was het belangrijk om het plan in verschillende onderdelen op te splitsen waardoor er meer subsidiemogelijkheden waren.
Figuur 47: de ingang van de nieuwe molen aan de voorzijde
Figuur 49: de nieuwe gegoten molenas is al gereed © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Figuur 48: de ingang en ramen aan de achterzijde van de nieuwe molen
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
35
De kosten De totale kosten (excl. btw, prijspeil 2005-20061) waren: Molen / infocentrum2 € Totaal € De financiering zag er als volgt uit: Europese subsidies. € Bijdrage van Stichting Het Limburgs Landschap. € Subsidie gemeente Horst a/d Maas3 € Bijdrage Rabobank. € Bijdrage dorpsraad namens bevolking voor aankoop enkele onderdelen. € Inkomsten via wervingscampagne (er resteert € 20.000,00). € Bijdrage Stichting Belangenbehartiging Industriële Molenaars (BIM). Ceres – programma4(onderdeel europees subsidie programma) Lokaal communicatiebureau / drukkerij sponsor promotiemateriaal / website. Totaal
1. 2. 3. 5.
€
600.000,00 600.000,00 250.000,00 100.000,00 20.000,00 45.000,00 10.500,00 174.500,00
600.000,00
Figuur 50: in het metselwerk zijn een aantal orginele stenen ingewerkt
Het prijspeil is niet exact bekend, maar dateert waarschijnlijk uit 2005 of 2006. In de haalbaarheidsstudie werd een bedrag geraamd van € 530.000,00 voor de herbouw van de molen. Dit was alvorens er gedetailleerde tekeningen en ramingen waren gemaakt. Uiteindelijk is het aanbestede bedrag € 600.000,00 geworden. Gemeente Horst aan de Maas heeft een subsidie verleend van € 20.000,00 en daarboven een garantie van € 10.000,00 bij een tekort. De Ceres - subsidie is vervallen.
Figuur 51: de nieuwe molen in de stellingen © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
36
Figuur 52: foto van het uitzicht vanaf de Molenweg over de Herkenradergrub, richting Maastricht © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
37
3 Reconstructie Molen van Banholt 3.1
Doestelling
Om het karakter van het ‘Eiland van Banholt’ te behouden en te versterken wordt de molen van Banholt gereconstrueerd tot een kroonjuweel in het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Hierdoor wordt de historische situatie hersteld en de bijzondere hoge ligging van het ‘Eiland van Banholt’ geaccentueerd. Naast het weer beleefbaar, zichtbaar maken van de oorspronkelijke historische functie, wordt de molen een representatief, start- en rustpunt met informatiepunt. Dit ensemble gaat en nieuwe rol vervullen in de toeristisch-recreatieve structuur van de gemeente Margraten. De ingrepen die nodig zijn voor de reconstructie en landschappelijke inpassing van de molen, veranderen een deel van de huidige funties die in het bestemmingsplan buitengebied zijn vastgelegd. In de volgende paragrafen wordt de voorgenomen reconstructie beschreven en wordt de aanpassing ten opzichte van het huidige bestemmingsplan buitengebied toegelicht. Op basis van deze doelstelling en de uitkomsten van de onderzoeken uit hoofdstuk 1 en 2 is een ruimtelijke visie voor de herbouw van de molen en de directe omgeving opgesteld, welke in paragraaf 3.2 wordt beschreven. De concrete ingrepen die de ruimtelijke invulling van het plangebied bepalen worden in paragraaf 3.3 beschreven in de vorm van een inrichtingsvisie. In paragraaf 3.4 worden de benodigde aanpassingen van het bestemmingsplan kort toegelicht.
Figuur 53: Foto van de molen van Banholt in volle glorie (Opreij), referentie voor reconstructie © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
38
3.2
Ruimtelijke visie herbouw Molen van Banholt
Figuur 54 geeft schematisch de opbouw van de ruimtelijke visie weer. De visie wordt in deze paragraaf toegelicht.
openheid vergoten
kop van het eiland
zicht
relati e
s
molen met start- en rustpunt
informatiepunt
g
in
b
d in
openheid vergoten
r ve e iev
t
ea cr re
Gea-object
Figuur 54: conceptkaart ruimtelijke visie © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen als baken voor het landschap van de Herkenradergrub. De oostzijde van de gemeente Margraten is arm aan herkenningspunten die een aantrekkingskracht hebben op bewoners en bezoekers van de gemeente Margraten. Daarnaast ontbreken aantrekkelijke pleisterplaatsen, die toeristen en recreanten naar deze hoek van de gemeente trekken. Om die reden wordt van de molen van Banholt een baken gemaakt voor de wijde omgeving die mensen aantrekt en tevens een functie als pleisterplaats krijgt. Het uitzicht dat vanaf de locatie van de molen over de omgeving aanwezig is, maakt de locatie van de molen tot een markant punt dat de aantrekkelijkheid van het ‘Eiland van Banholt’ als geheel zal vergroten. Bij de molen kan een start- en rustpunt worden gerealiseerd binnen het recreatief netwerk van de gemeente Margraten en het Zuid Limburgse Heuvellandschap. Daarop aansluitend is een informatiepunt een extra hulpmiddel om de kwaliteiten van deze plek en zijn omgeving aan het brede publiek ten toon te spreiden.
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
3.3
39
Reconstructie Molen van Banholt
De reconstructie van de molen maakt een aanpassing van de huidige situatie ter plekke van Molenweg 12-14 noodzakelijk. Zoals ook in figuur 57 zichtbaar is, is de realisatie van voldoende ruimte voor de molen het meest ingrijpend voor de huidige situatie. De ingrepen die leiden tot de ralisatie van de molen van Banholt als baken in het landschap zijn hieronder toegelicht. Aanpassing loods loonwerkersbedrijf In verband met de herbouw van de molen op een belt en de toekomstige draaicirkel van de wieken is het noodzakelijk om het noordelijke uiteinde van de bestaande loods te slopen. Er wordt 15 meter van de loods afgehaald. Echter, aangezien het loonwerkersbedrijf blijft functioneren en de ruimte noodzakelijk is in de bedrijfsvoering, wordt aan de zuidzijde van de loods 15 meter aangebouwd. Dit zal plaatsvinden in combinatie met de herbouw van de smalle loods aan de oostzijde (in de kaart als een geheel met de grote loods getekend). Deze verkeert namelijk in de huidige situatie in bouwvallige toestand. Daarbij wordt een kwaliteitsverbetering doorgevoerd in de buitengevel van de gehele loods die beter past in de landschappelijke context. Door het ‘opschuiven’ van de loods in zuidelijke richting steekt een punt van circa 6x10 meter in de aangrenzende weide die is bestemd als agrarisch gebied met waarden. Deze ongewenst planologische situatie wordt opgelost in de aanpassing van het bestemmingsplan.
Figuur 55: foto met uitzicht vanaf de Molenweg over de Herkenradergrub in de richting van Sint Geertruid en de Observant van Maastricht
Herbouw molen Noordelijk van de loods staat in de huidige situatie de stomp (begane grond) van de voormalige molen. De stomp verkeerd in slechte staat en dient ten behoeve van de reconstructie van de molen gesloopt te worden. Vanwege de archeologische waarden rondom de molen, wordt de molen herbouwd op een ‘belt’. De ‘belt’ wordt zodanig aangelegd, dat deze zich voegt naar het aanwezige reliëf van de Herkenradergrub. De molen wordt herbouwd op basis van beschikbare gegevens over de oude korenmolen (zie 1.4.2), met de toevoeging van een verdieping in de belt. Daarbij wordt ook het maalwerk gereconstrueerd, zodat de nieuwe molen voor hetzelfde doel ingezet kan worden als de oude molen. De molen wordt Figuur 56 fotobewerking met de herbouwde molen, gezien vanaf de Trichterweg, nabij de Langsteeg (SATIJNplus architecten, uit: “Haalbaarheidsstudie Molen Banholt”). © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
40
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
dus herbouwd als volledig functionerende korenmolen. De molen zal gaan functioneren als hét baken in het landschap rondom Banholt, Sint Geertruid en Eckelrade. De uit de te slopen molenstomp vrijkomende en bruikbare materialen zullen worden verwerkt in de te reconstrueren molen. Realisatie start- en rustpunt in het toeristisch-recreatieve routenetwerk Om de toeristisch-recreatieve aantrekkingskracht van de molen te vergroten wordt een startpunt gerealiseerd in het toeristisch-recreatieve routenetwerk ter plekke van de molen. Nabij de molen wordt een landschappelijk ingepaste parkeerplaats aangelegd. Deze bestaat bijvoorbeeld uit een door een haag omgeven fruitboomgaard, waarin bezoekers de auto kunnen parkeren. Op strategische punten worden enkele informatieborden geplaatst met betrekking tot wandel- en fietsroutes en met betrekking tot de uniciteit van de locatie van de molen. Daarbij dient ook gedacht te worden aan de geologische ontstaansgeschiedenis van het ‘Eiland van Banholt’ en de historische landschappelijke context van de molen. Onderwerp van studie zal zijn of ook nog iets gedaan kan worden met het bij de molen aanwezige archeologische monument. Verbinding Molen met archeologisch monument Banholtergrubbe:Via stegels wordt een verbinding gecreëerd tussen de molen van Banholt en het archeologisch monument in de Banholtergrub. Onderwerp van studie is nog of deze verbinding de kortste route gaat volgen, of alleen via het eigendom van de familie Van den Houdt- Bastings. In overleg met de VVV en de gemeente Margraten zal nog worden onderzocht hoe wandel- en fietsroutes gekoppeld kunnen worden aan de molen. Landschappelijke inpassing molen van Banholt De directe omgeving van de molen wordt ingericht met typische landschapselementen uit Zuid-Limburg, zoals hagen en fruitbomen. Daarbij wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de aanwezige molenbiotoop, zodat de molen optimaal wind kan vangen. Het reliëf is in combinatie met het molenbiotoop bepalend voor het al dan niet toe kunnen passen van bomen in de omgeving van de molen. Figuur 57: inrichtingsvisie reconstructie molen © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
41
Bij de toepassing van verwijzingen naar de historische landschappelijke context van de molen wordt ook gedacht aan de ontwikkeling van heischraal grasland en lössschraalgrasland. Voor de volledigheid is hiervoor de praatprent uit de haalbaarheidsstudie toegevoegd als bijlage 2.
Figuur 58: referentiebeeld rustpunt m.b.v. molensteen
Figuur 59: referentiebeeld hagen
Figuur 60: referentiebeeld nieuw wandelpad
Figuur 61 gravure van de oude molen (A.P. Royen) © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
42
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
3.4
Aanpassingen bestemmingsplan t.b.v. reconstructie molen
Aanpassing bouwvlak In verband met de ruimte die rondom de molen benodigd is, dient een deel van de loods te worden gesloopt. Aangezien de loodsoppervlakte op dit moment gebruikt wordt en voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is, dient de gesloopte oppervlakte aan de zuidzijde weer aangebouwd te worden. Hiervoor is het bouwvlak aangepast. Ten behoeve van de reconstructie van de molen en de beperkingen die rond de molen gaan gelden ten aanzien van bouwhoogtes is de molen voorzien van een vrijliggend bouwvlak. Het bouwvlak is zodanig gevormd, dat in de toekomst in de belt ruimte gerealiseerd kan worden voor bijvoorbeeld een restaurant.
Figuur 62: bestemmingsplankaart - bouwvlak © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
43
Aanpassing begrenzing A-B De toegang tot de grote loods bevindt zich nu, maar ook in de toekomst aan de zuidzijde. Vanwege de uitbreiding van de loods aan de zuidzijde schuift tevens de benodigde manoeuvreerruimte op (15 meter). Aangezien de manoeuvreerruimte bij het loonwerkersbedrijf hoort is de begrenzing van de bestemming A-B aangepast, zodat de landbouwmachines voldoende ruimte hebben om de loods in en uit te rijden. Vastleggen molenbiotoop Aangezien de gereconstrueerde molen straks een volwaardig functionerende korenmolen betreft wordt teven de molenbiotoop vastgelegd. De molenbiotoop komt in een straal van 100 meter rondom de molen te liggen met uitzondering van de zuidoostzijde van de molen. Hier is een aangepaste begrenzing gelegd vanwege de bestaande bebouwing. In de molenbiotoop mogen zich geen obstakels bevinden die boven de hoogte van de belt uitkomen, dit om de windvang van de molen te garanderen. Praktisch gezien betekent dit, dat rondom de molen bouwwerken niet hoger mogen zijn dan circa 3 meter, maar ook dat bijvoorbeeld vanwege het reliëf aan de noordwestrand van de molenbiotoop bouwwerken niet hoger mogen zijn dan circa 8 meter. Aanpassing zone hoogstamboomgaarden Aangezien vanwege de molenbiotoop beperkingen aanwezig zijn voor de toepassing van opgaand groen is het behoud van de gebiedsaanduiding ‘zone hoogstamboomgaarden’ weinig zinvol. Deze gebiedsaanduiding is dan ook verwijderd, inclusief enkele overblijvende hoekjes buiten de molenbiotoop aan de westzijde van de molen.
Figuur 63: bestemmingsplankaart - molenbiotoop © heukelom verbeek landschapsarchitectuur
44
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
45
Literatuurlijst Bussel, P.W.E.A. van, De Molens van Limburg, een inventarisatie naar de geschiedenis, de functies, de ontwikkeling en de achteruitgang van de limburgse wind- en watermolens vanaf 1839, Eindhoven, 1991. Gemeente Margraten, Bestemmingsplan Buitengebied, Margraten, 2009. Heukelom Verbeek landschapsarchitectuur, ‘Haalbaarheidsstudie Molen Banholt - Eiland van Banholt, kroonjuweel in het Nationaal Landschap Zuid Limburg’, Gulpen 2008 Heukelom Verbeek landschapsarchitectuur, Landschapsontwikkelingsplan ‘Buitengewoon Margraten’, Gulpen, 2009. Heukelom Verbeek landschapsarchitectuur, Landschapsontwikkelingsplan ‘Buitengewoon Margraten’, deel II visie, concept, Gulpen, 2008. Heukelom Verbeek landschapsarchitectuur, Landschapsontwikkelingsplan ‘Buitengewoon Margraten’ behoud van het bestendige door ontwikkeling, Projectplan ‘Molen Banholt – Eiland van Banholt’, Gulpen, 2008. Leersen, J., Historische verkenning van Mheer, Maastricht, 1995.
Wenteler, H., De Prins Bernhard Molen en de geschiedenis van de molens in Melick, Glodrop, 1999. Internetbronnen - Platform Kennis Infrastructuur Cultuurhistorie (KICH) - Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) - Rijksarchief voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) - Stichting de Houthuizer Molen - Stichting Molen Prins Bernhard - Stichting het Limburgs Landschap - Molenstichting Limburg - Nederlandse Molendatabase - De Hollandsche Molen - Gemeente Margraten - Provincie limburg - Infomil - Wetten.nl - Prins Bernhard Cultuur Fonds - Platteland in Uitvoering - Belvedère - Postcode giro loterij
Provincie Limburg, Provinciaal Omgevingsplan Limburg, Maastricht, 2006, actualisatie 2010. Provincie Limburg, Stimuleringsplan natuur, bos en landschap, Zuid-LimburgZuid, Maastricht, 2002, herziening VIII, 2009. Renes, J., De Geschiedenis van het Zuid-Limburgse Cultuurlandschap, Heerlen 1988. Royen, A.P., Molens in Banholt (stencil), Banholt, 1964.
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
46
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
47
Bijlage 1: Nadere informatie archeologisch terrein Molenweg
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
48
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
49
topografisch kaartje Molenweg Mon.nr. 11225
14-04-2010 184647 / 312130
Archismeldpunt
Legenda TOP10 ((c)TDN) HUIZEN PLAATSNAMEN VONDSTMELDINGEN WAARNEMINGEN ONDERZOEKSMELDINGEN MONUMENTEN
MONUMENTEN archeologische waarde hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde
6752
molen van Banholt
zeer hoge arch waarde, beschermd ONDERZOEKEN PROVINCIES
33084 121294 16237
45943 6671
33097
968 412692 407170 41700 45883 33025
11225 121291 15953 48251 44246 45892
15825 11094 6753
0
100 m
16310
N
Archis2
183589 / 311071
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
50
Uitgebreide Rapportage Monumenten Monumentnr: CMA-nr: Status: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Coördinaten: Terreinbeheerder:
11225 69B - 068 Terrein van hoge archeologische waarde Molenweg Banholt Margraten Limburg 184117 / 311600 Onbekend
Complexen
Oppervlakte:
18.504 m2
Complextype
Begindatering
Einddatering
Nederzetting, onbepaald
Paleolithicum laat
Neolithicum
Beschrijving
Terrein met sporen van bewoning en grondstofbewerking (vuursteenvindplaats) uit het neolithicum. De aangetroffen vondsten (niet slechts vuursteen) omvatten vooral de periode vroeg- en midden-neolithicum (eventueel doorlopend tot in het laat-neolithicum). Mede van belang voor de waardering is de ensemble-waarde: lager in de helling, op enkele honderden meters afstand ligt een vuursteenwinplaats die de grondstof leverde voor de bewerking die (onder meer) aan de Molenweg plaatsvond. De vindplaats lijkt matig tot sterk te zijn verstoord. Naast veel terrasgrind ligt er ook veel vuursteen. Het loessdek is betrekkelijk dun. Het is evenwel niet duidelijk of de loess geerodeerd is, of dat er nooit een dikker loesspakket is afgezet. Opm.: de vondstspreiding strekt zich uit tot buiten de grenzen van het monument, tot in meer hellende delen van het landschap. Van der Gaauw 1994: cat.nr. 84
Literatuur
Gaauw, P.G. van der 1994 Verslag van de veldcontrole t.b.v. de vervaardiging van de archeologische monumentenkaart van Limburg, in: RAAP-rapport (Regionaal Archeologisch Archiverings Project, Amsterdam) 85
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
Van: “Brounen, Fred”
Aan: “[email protected]” <[email protected]> Datum Do, apr 22, 2010 10:34 Geachte mevrouw Schmits, Ik heb de antwoorden (voor zover die eenduidig te geven zijn) achter uw onderstaande deelvragen gezet. Met vriendelijke groet, drs. F.T.S. (Fred) Brounen Consulent Uitvoering Monumentenwet .................................................................................. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Smallepad 5 | 3811 MG | Amersfoort | kamernummer 3.02 Postbus 1600 | 3800 BP | Amersfoort .................................................................................. T 033 421 74 06 F 033 421 77 99 M 06 15 87 93 48 [email protected] www.cultureelerfgoed.nl .................................................................................. Geachte mevrouw Dijkstra, Conform onze telefonische afspraak van hedenmiddag, ontvangt u deze e mail van mij met daarin o.a. mijn contactgegevens. Graag ontvang ik nadere informatie over het archeologisch monument, nummer 11225, aan de Molenweg in Banholt. Vragen van mijn kant zijn m.n.:
51
wat is de aard van het monument ? Tot nu toe zijn er slechts (veel) oppervlaktevondsten gedaan uit de steentijd (m.n. neolithicum en een kleiner deel wsch mesolithicum). De aard van de vondsten duidt op eventuele nederzettingsactiviteiten, maar ook op de bewerking van vuursteen, al vanaf het vroegste neolithicum (een activiteit die aansluit bij de nabijgelegen vuursteenwinplaats in de Banholtergrubbe).Vooral bewijzen voor de vroegste neolithische vuursteenbewerking dichter langs de Banholtergrubbe hebben internationaal de aandacht getrokken; ‘producten’ uit onder meer Banholt verzorgden 7000 jaar geleden de eerste boerennederzettingen op het Graetheide plateau, maar ook nederzettingen tot diep in het Duitse Rheinland (o.a. tot omgeving Frankfurt). Ook binnen de grenzen van het onderhavige terrein zijn oppervlaktevondsten gedaan die daar (vroege vuursteenbewerking) verband mee lijken te houden. Eventuele, ik vermoed eerder betrekkelijk kortstondige nederzettingsactiviteiten ter plekke kunnen hebben geleid tot het onstaan van grondsporen, zoals afvalkuilen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het terrein wsch onderhevig is geweest aan erosie, gezien de hoeveelheid dagzomend grind (mogelijk echter is het lössdek hier steeds vrij dun geweest en heeft het grind altijd al nagenoeg gedagzoomd). Er is dus een reële kans dat nog slechts een deel van wat mogelijk ooit aanwezig was bewaard is gebleven; ik verwacht dat ondiepe sporen zullen zijn verdwenen. welke zijn de exacte coördinaten ? Het betreft een terrein, waarvan de centrale coordinaten ca 184115/311600 zijn. Mevr. Dijkstra heeft u reeds een kaartje met de begrenzing van het terrein gemaild. aard en waarde van de grondsporen ? Of ze daadwerkelijk aanwezig zijn en wat hun waarde is, kan zonder aanvullend archeologisch onderzoek niet worden vastgesteld. Tot nu toe kunnen we slechts een interpretatie maken op basis van de oppervlaktevondsten. aan welke voorwaarden moet worden voldaan bij een beoogde investering ter plaatse, zoals opbouw van een molen waarvan nu nog slechts een restant aanwezig is ? Als de geplande opbouw van het molenrestant niet gepaard gaat met bodemingrepen, is er geen probleem. Het rijk is in dezen v.w.b. de archeologie geen bevoegd gezag (het is
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
52
immers geen wettelijk beschermd monument), maar de gemeente. Dus toetsen aan een gemeentelijke archeologische waarden en/of beleidsadvieskaart; wat is daar bepaald t.a.v. dit specifieke terrein, HAW terreinen in het algemeen, of een minimum omvang van een bodemingreep om die vergunningplichtig te maken. aan welke voorwaarden moet worden voldaan als voor de herbouw van de molen nieuwe fundering nodig zou zijn ter plaatse van het huidige restant van de oorspronkelijke molen ? Zie boven; het zou kunnen dat de omvang van de bodemingreep te klein is om een onderzoeksplicht op te leggen bij de bouwvergunning. Als inhoudelijk geinteresseerde en deskundige kan ik slechts het vrijblijvende advies geven om de ingreep te laten documenteren (begeleiden) door een professionele archeoloog die aantoonbare ervaring heeft op de löss en dan handelen (documenteren, borgen informatie) naar bevind van zaken. Alvast vriendelijk bedankt voor uw informatie en het doorgeleiden van mijn vragen voor inhoudelijke beantwoording. Met vriendelijke groet, gemeente Margraten, Mirriam Schmits. T: 043 45 88 451 E: [email protected]<mailto:[email protected]> CC:
Archismeldpunt
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
53
Bijlage 2: Praatprent landschapsontwikkeling Eiland van Banholt
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
54
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
2
Molen van Banholt - ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanpassing bestemmingsplan buitengebied
55
© heukelom verbeek landschapsarchitectuur