RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING BRÉDYK 10 TE CORNJUM
1299192
blz 1
INLEIDING Op het perceel Brédyk 10 te Cornjum is een bedrijf aanwezig dat zich b ezig houdt met ri ethandel, houtchippen, botanisch maaibeheer en natuuronderhoud. Het b edrijf is gevestigd in een voormalige boerderij. Achter de voormalige boerderij zijn twee loodsen gebouwd. Deze loodsen dienen als opslagruimte en verwerking voor riet, voor de reparatie en stalling va n het wagenpark en voor de ontwikkeling van nieuwe machines d ie in het bedrijf kunnen worden ingezet . De ligging van het projectgebied is in figuur 1 weergegeven.
Figuur 1.
Ligging projectgebied
Het bedrijf is de laatst e jaren sterk gegroeid. Hierdoor is de huidige gro te loods te klein geworden om zowel h et riet op te slaan en onderdak te bieden aan het wagenpark. Daarom wo rdt momenteel een groot deel van het wagenpark buiten gesta ld. Ook wordt een deel van het wa genpark buiten onderhouden. Daarnaast wordt een groot deel van het riet b uiten opgeslagen ten zuiden van de g rote loods. Het gevolg is ook dat in de grote loods de opslag e n verwerkin g van riet p laatsvindt in dezelfde ru imte als waar ook onderh oud van machines p laatsvindt. Vanuit logistie k en vooral ook vanuit (brand)veiligheidsoogpunt is dit een ongewenste situatie. Verder is door de sterke groei van h et bedrijf het aantal administratief medewerkers gegroeid tot vier medewerkers. De huidige kantoor ruimte, welke is gevestigd in het woongedeelte van de voormalige boerde rij, biedt slechts ruimte aan twee mede werkers. Daarnaast vinden ook de ontvangst van klanten, het overleg daarmee en bedrijfsvergaderingen plaa ts in het wo ongedeelte van de voormalige boerderij.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Brédyk 10 te Cornjum Status: Ontwerp / 22-02-13
Buro Vijn B.V.
blz 2
1299192
Omdat de bedrijfsgebouwen onvol doende ruimte bieden aan de hu idige bedrijfsvoering, wil het bedrijf een nieuwe loods bouwen. Met een nieuwe loods kan de opslag en verwerking van riet worden gesche iden van het onderhoud en de stalling van het wa genpark. Bovendien kan in de nieu we loods voldoende en adequate kantoorruimte worden onder gebracht. De nieuwe l oods wordt gebouwd ten zuiden va n de huidige grote loods en krijgt ook n agenoeg dezelfde afmeting als de h uidige lood s. De gewenste nieuwe loods is in figuur 2 weergegeven.
Figuur 2.
De ligging van de nieuwe loods
Het project is op grond van het be stemmingsplan Brédyk (vastgesteld op 27 januari 2 005 en goe dgekeurd op 7 juni 200 5) en beste mmingsplan Buitengebied partiële herziening (vastgesteld 8 okt ober 2009 en deels goedgekeurd op 9 februari 2010) niet toegestaan. De gewenste uitbreiding ligt in het bestemmingsplan Buitengebied en heeft daar de be stemming ‘Agrarisch’. Binnen deze bestemming is geen nieuwe bedrijfsloods toegestaan. De gemeent e Leeuwarderadeel is p ositief over de voorgestelde ontwikkeling en he eft besloten in principe p lanologische medewerking te verlen en aan de uitbreiding. Eén van de voorwaarden vo or medewerking was da t er een ruimtelijke onderbouwing wordt opgesteld. De onderhavige onderbouwing voorziet hierin. Buro Vijn B.V.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Brédyk 10 te Cornjum Status: Ontwerp / 22-02-13
1299192
blz 3
TOETSING AAN HET BELEID In bijlage 1 is een tabel opgenome n waarin he t project is getoetst aan het ruimtelijk be leid van het rijk-, de provincie en de gemeente. Hierin wordt geconcludeerd dat het project past binnen het beleid. TOETSING AAN MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN Om te beoo rdelen of het project uitvoerbaar is, moet deze worden getoetst aan de sect orale wetgeving op het gebied van de milieu- e n omgevingsaspecten. Los van de sectorale wetgeving is het criterium van een “goede ruimtelijke ordening” van belang. D eze toetsing is opgeno men in bijla ge 1. Hierin wordt geconclud eerd dat het project niet in strijd is met een goede ruimtelijke o rdening. Er wordt volda an aan de relevante we t- en regelgeving. VERKEER EN PARKEREN Het initiatief leidt niet tot een wezenlijke toename van verkeersbewegingen. Het gaat zoals genoemd om het he rschikken / ruimer en brandveiliger opzetten van de huidige bedrijfsactiviteiten. Parkeren gebeur t op het eig en terrein. RUIMTELIJKE INPASBAARHEID Voor de inp assing van de nieuwe l oods is een landschappelijk inpassingsplan opgesteld. Hierbij is uitgegaan van de ligging in het la ndschap aan de rand van de voormalige Middelzee. Dit gebied kenmerkt zich door schaarse bebouwing en een grote mate van openheid. De verkavelin g van de voormalige Middelzee is reg elmatig en blokvormig. Beplanting is vrijwel alleen rondom de erven aanwezig. Het projectgebied wordt in de omgeving ingepast door een beplantingssingel rondom het erf. Er wordt gekoze n voor een geheel nieu we beplantingssingel rondom het erf, o mdat de bestaande beplantingssingel windgevoelig is, waardoor de bomenrij zich niet g oed ontwikkeld. Er word t daarbij ge kozen voor inh eemse beplanting die past bij de b odem. Bovendien wordt het onderscheid tussen pr ivé (de voormalige boerderij) en za kelijk deel ( de loodsen) ruimtelijk gemarkeerd. Te nslotte wordt de watergang, die do or de bouw van d e nieuwe loods gedempt moet worden, gecompenseerd la ngs de toegangsweg van het bedrijf. Hier wordt een nieuwe watergang en e en vijver gegra ven. Daarna ast heeft oo k de verbreding van de oostelijke watergang achter de loodsen inmiddels plaatsgevonden. De l andschappelijk inpassing is in figuur 3 weergegeven.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Brédyk 10 te Cornjum Status: Ontwerp / 22-02-13
Buro Vijn B.V.
blz 4
Figuur 3.
1299192
De landschappelijke inpassing van het projectgebied, zoals aangegeven door bureau Noordpeil
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID EN GRONDEXPLOITATIE Het project is een particulier init iatief. Hiervoor zijn voldoende financiële middelen beschikbaar . Het gaat o m relatief b eperkte bouwmogelijkheden waarbij kan worden afgeweken van de plicht om een exploitatieplan vast te stellen. Er wordt dan ook geen exploitatieplan opgesteld. PROCEDURE Voor het aanvragen va n de omgevingsvergunning, waarbij wordt afgeweken van het bestemmin gsplan, wordt de uitgeb reide procedure uit de Wet algemene bepalingen o mgevingsrecht (Wabo) gevolgd. De procedure hiervoor is opgenomen in artikel 3.12 van de Wab o. Binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag moet het college van burgemeester en wet houders beslissen over het verlenen va n de vergunning. Tijden s deze periode moet de aanvraag zes weken ter visie worden gelegd voor zienswijzen van eenieder en moet de gemeenteraad een verklaring van geen bedenking en hebben afgegeven. Na de bekendmaking van het beslu it kan door eventuele belanghebbenden die een zien swijze hebben ingediend beroep worden ingest eld bij d e rechter. De maa tschappelijke uitvoerbaarheid van het project is daarmee voldoende gewaarborgd.
Buro Vijn B.V.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Brédyk 10 te Cornjum Status: Ontwerp / 22-02-13
1299192
blz 5
CONCLUSIE Vanuit het beleid en de regelgeving op het gebie d van de milieu- en omgevingsaspecten bestaan er geen belemmeringen voor dit project. Het project is dan ook i n overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening. Het vaststellen van een grondexploitatieplan is niet aan de orde.
Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Brédyk 10 te Cornjum Status: Ontwerp / 22-02-13
Buro Vijn B.V.
BIJLAGE 1 TOETSING BELEID EN MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN Beleid
Beleidskader Onder werp Rijksbeleid Besluit algeRijksbelangen mene regels ruimtelijke ordening Provinciaal beleid Verordening Uitbreiding van niet Romte Fryslân agrarische bedrijven in het landelijk gebied maximaal 15%. Uitbreiding tot 50% kan als is onderbouwd dat het bedrijf landschappelijk, milieuhygiënisch en verkeerskundig inpasbaar is in de omgeving.
Gemeentelijk beleid Er is geen specifiek gemeentelijk beleid waarmee rekening gehouden moet worden.
Milieu- en omgevingsaspecten
Aspect Toetsingsk ader Milieuzonering Richtafstanden uit de VNG-publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ en de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit
Wegverkeerslawaai en industrielawaai Luchtkwaliteit
Externe veiligheid
Wet geluidhinder Grenswaarden uit de Wet milieubeheer en Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) Besluit externe veiligheid inrichtingen,Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen,
Conclusie Er zijn geen rijksbelangen in het geding
Door uitvoering te geven aan het landschappelijk inpassingsplan wordt het project op een goede wijze landschappelijk ingepast. Uit deze onderbouwing blijkt verder dat er geen milieuhygiënische en verkeerskundige knelpunten zijn. Het initiatief voldoet hieraan. Bovendien heeft op 29 augustus 2012 bestuurlijk overleg en op 5 november 2012 aanvullend overleg plaatsgevonden met de provincie. De provincie heeft aangegeven akkoord te zijn met de afmetingen van de nieuwe loods. De provincie geeft aan dat het gaat om een bijzonder bedrijf dat niet past op een andere locatie. Het project leidt niet tot conflicten met gemeentelijk beleid.
Conclusie Het bedrijf valt in milieucategorie 4.1. Hiervoor adviseert de VNG een afstand van 200 meter. De dichtstbijzijnde woning ligt op een afstand van circa 220 meter. Het bedrijf vormt dus geen belemmering voor de woning. Andersom geldt de nieuwe loods niet als een milieugevoelige functie. De loods ondervindt dan ook geen hinder vanuit de omgeving. De nieuwe loods betreft geen geluidsgevoelig object. Er is dan ook geen strijd met de Wet geluidhinder. Als gevolg van het initiatief zal er geen noemenswaardige verkeerstoename plaatsvinden. De luchtkwaliteit zal dan ook niet verslechteren. Gasleiding Direct ten oosten van de nieuwe loods ligt een gasleiding. Voor deze leiding geldt een bebouwingsvrije afstand van 4 meter. Daaraan wordt
Besluit externe veiligheid buisleidingen
Bodemkwaliteit
1)
Wet bodembescherming
voldaan. Wel komt de nieuwe loods te liggen binnen de inventarisatieafstand van het groepsrisico. Het steunpunt externe veiligheid heeft een beoordeling van het aspect externe veiligheid uitgevoerd. Daarin is ook het groepsrisico van de buisleiding berekend. Het groepsrisico blijft nagenoeg gelijk. Het GR blijft ruim onder de oriëntatiewaarde. De notitie van het steunpunt wordt als bijlage bij de omgevingsvergunning bijgevoegd. Op basis van deze notitie en het advies van de brandweer wordt het groepsrisico verantwoord. Lpg-tankstation Ten oosten van de nieuwe loods ligt een lpg-tankstation. De nieuwe loods komt buiten de zone van het plaatsgebonden risico, van 45 meter vanaf het vulpunt, te liggen. Wel komt de nieuwe loods te liggen binnen de inventarisatieafstand voor het groepsrisico van 150 meter. Het groepsrisico neemt als gevolg van de nieuwe loods iets toe. Het steunpunt externe veiligheid heeft een beoordeling van het aspect externe veiligheid uitgevoerd. Daarin is ook het groepsrisico van het tankstation berekend. Hoewel uit de berekening blijkt dat dit een kleine verhoging van het GR betekent blijft deze nog onder de oriëntatiewaarde. De notitie van het steunpunt wordt als bijlage bij de omgevingsvergunning bijgevoegd. Op basis van deze notitie en het advies van de brandweer wordt het groepsrisico verantwoord. In het projectgebied is bodemonderzoek 1) uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat de locatie niet geheel vrij is van bodemverontreiniging. Het grondwater ter plaatse van peilbuis 1 bevat onder andere een sterk verhoogd gehalte nikkel en een matig verhoogd gehalte kobalt. Verder bevat het grondwater plaatselijk verontreinigingen ten opzichte van de streefwaarde. Daarom wordt het grondwater herbemonsterd en vindt er een heranalyse van het grondwater plaats. De overige verontreinigingen zijn in relatief geringe mate gemeten, in gehalten onder de tussenwaarde.
Verkennend m ilieukundig b odemonderzoek Bredyk nr. 1 0 te Corn jum, Si gma, 20 november 2012
Water
Waterwet
Ecologie
Natuurbeschermingswet en Spelregels EHS Flora- en faunawet
Archeologie
Monumentenwet en gemeentelijk archeologiebeleid
Cultuurhistorie
Besluit ruimtelijke ordening
2)
Als gevolg van het project wordt een watergang gedempt. Deze wordt geheel gecompenseerd. Daarnaast vindt watercompensatie plaats voor de toegenomen verharding. De watercompensatie vindt plaats door een watergang en vijver te graven langs de toegangsweg van het bedrijf. Het project is via de digitale watertoets aangemeld bij wetterskip Fryslân. Het project doorloopt de normale procedure. De reactie van het waterschap wordt bij de vergunning gevoegd. De initiatiefnemer wordt van het advies op de hoogte gesteld. Het projectgebied ligt niet in (de omgeving van) Natura 2000-gebieden en de EHS. Het project leidt dan ook niet tot hinder voor beschermde natuurgebieden. Het projectgebied is momenteel in gebruik als weiland en opslag voor riet. Het projectgebied wordt daarom als ernstig verstoord aangemerkt en is daardoor niet een aantrekkelijk leefgebied voor (beschermde) soorten. Ten aanzien van de nieuwe ontwikkeling lijkt het dan ook niet waarschijnlijk dat er negatieve invloed op (beschermde) soorten optreedt. Volgens de FAMKE valt een groot deel van de beoogde locatie voor de loods in een gebied waarvoor de provincie bij plannen vanaf 500 m2 onderzoek adviseert. Daarom is archeologisch onderzoek 2) uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat in de bodem geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen, die kunnen samenhangen met menselijke activiteiten in het plangebied in de prehistorie of de vroege middeleeuwen. In verband met het volledig ontbreken van archeologische indicatoren in het plangebied geven de resultaten van het booronderzoek geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren. Evenmin zijn archeologische resten gevonden waarmee tijdens de verdere planvorming rekening gehouden moeten worden. Volgens de cultuurhistorische kaart van de provincie ligt er langs de noordzijde van het bedrijfsperceel een veendijk. Deze wordt door de nieuwe loods niet geschaad.
Cornjum, Bred yk 1 0 Gem. Leeu warderadeel (F rl.) Een In ventariserend Archeologisch Ve ldonderzoek Ste ekproefrapport 20 12-11/06Z, de Steekpro ef, decemb er 2012