Ruggespraak
1 12 Britten eten het liefst ‘bakers’ 16 Plantum, aanspreekpunt voor beleid en politiek
4 Henk Heinhuis:
‘Duurzame voedselproductie begint bij de bodem’
Relatiemagazine van HZPC • jaargang 15 • nummer 1 • maart 2013
voorspraak
Geen enkele teler is een gemiddelde teler Maart 2013. Het nieuwe seizoen
staat
voor
de
deur. Dat betekent weer een
nieuwe
uitdaging
voor alle telers en HZPC om er met elkaar het allerbeste van te maken.
Prognoseprijzen Eind februari heeft HZPC de prognoseprijs bekend gemaakt voor de Nederlandse pootgoedtelers. Details over de prijzen kunt u als teler lezen op HZPC Online. Op pagina 10 in deze Ruggespraak vindt u informatie over hoe de prijzen tot stand zijn gekomen. HZPC is bewust altijd vroeg met deze prijs. Dan weet de teler waar hij of zij aan toe is voordat het nieuwe teeltjaar begint. De aangekondigde prijs van 29 euro is een mooie prijs, zeker in combinatie met een hoge prijs voor de bovenmaten en de gemiddeld hoge kilogramopbrengsten per hectare. Tijdens de telervergaderingen hebben we uitleg gegeven over wat er allemaal speelt in de markt en waar we aan werken om de kwaliteit te blijven verbeteren. Het is voor ons altijd heel plezierig om de grote diversiteit aan vragen te beantwoorden tijdens deze vergaderingen. We realiseren ons heel goed dat we als HZPC constant over gemiddelde opbrengsten over geheel Nederland praten, terwijl geen enkele teler een gemiddelde teler is en iedereen weer een eigen beleving heeft van het jaar. Zo was de gemiddelde kilogramopbrengst per hectare in Flevoland dit jaar lager dan die van de laatste vijf jaar, maar nog steeds iets boven het landelijk gemiddelde. Na een reeks van jaren met heel goede opbrengsten en ook goede prijzen, beleef je dan een prijs van 29 euro dit jaar anders, dan wanneer je met een absolute topopbrengst te maken hebt.
• Ruggespraak
Hygiëne
2
Nederland heeft een probleem met de ziekte ringrot. Ieder geval in Nederland is er één te veel. Het kost de gehele sector direct en indirect bijzonder veel geld. Hygiëne is van groot belang en bij allerlei bedrijfsprocessen dienen we de risico’s van besmetting te minimaliseren. Dit is niet eenvoudig en vraagt veel energie en geeft vaak ook onbegrip bij anderen. Een hygiëneprotocol is opgesteld, met de verwachting dat
In deze Ruggespraak 4
‘Duurzame voedsel- productie begint bij de bodem’
Interview Henk Heinhuis, directeur stichting Veldleeuwerik
deze wordt nageleefd. Het zou mooi zijn als de keuringsdienst niet alleen producten keurt, maar ook bedrijven en/of processen beoordeelt op het minimaliseren van de besmettingskansen.
8
Financiëel nieuws
Pootgoedacademie
9
Op diverse plaatsen in Nederland zijn groepen pootgoedtelers gestart om met en van elkaar te leren. Dat kan gaan over teeltoptimalisatie, maar ook over arbeidsprocessen, bedrijfsorganisatie, kostenbeheersing en wat men maar gezamenlijk wil oppakken om het rendement in de teelt te verbeteren. Het is heel mooi dat deze groepen starten. Innoveren en verbeteren is belangrijk. Opvallend is dat over het algemeen vooral de ‘beter presterende telers’ en jongere telers hier aan mee willen doen. Het is overigens niet verbazingwekkend. In alle sectoren van de economie zie je dat goed presterende bedrijven meer aandacht besteden aan verbeteringen en innovaties dan minder presterende bedrijven! De laatste jaren draaien bijna alle pootgoedbedrijven redelijk tot goed. Gebruik dat momentum om nog verder te verbeteren.
15 Young HZPC Organisatie
4
18 Fruit Logistica 2013
Niet ontevreden over gedeelde tweede plaats
21 Goede doelen 2012 8
College van telers Zekerheden en variabelen
10
12 B ritten eten het liefst ‘bakers’ 14 B iovak e en vakbeurs voor en door de biologische sector
18
22 Uit de markt 24 Een dag uit het leven van
10 T eelt in beeld - Productie Nederland Ivory Russet is bestemd voor de vroege fritesmarkt in Europa
16 Plantum, aanspreekpunt 16 voor beleid en politiek
Johan Zieleman:“We hebben het hier hartstikke mooi voor elkaar”
26 Pakistan
24
29 Goede doelen Iets doen voor een ander 29
14
NAK De keuringsnormen zullen waarschijnlijk gaan veranderen als gevolg van politieke beslissingen in Europa. Vele partijen, waaronder de telers middels Copa-Cogeca, zijn daar bij betrokken. We zullen te maken krijgen met EU-keuringsnormen in plaats van Nederlandse normen. Privaat kunnen we deze normen dan aanscherpen. Daarnaast zal het waarschijnlijk wettelijk mogelijk worden dat de NAK, ook voor aardappelen, de keuring over laat aan anderen. De NAK blijft de eindverantwoordelijkheid houden. In nagenoeg alle gewassen kan dat al jaren en wordt dat ook ruimschoots gedaan. HZPC is van mening dat we een zo goed mogelijk, innovatief en effectief keuringssysteem in Nederland dienen te hebben en te behouden. Echter, een absoluut monopolie op de uitvoering, leidt niet tot een maximalisatie van de effectiviteit en innovaties. Dat is een stellige overtuiging. Daarom is het volgens HZPC gewenst dat anderen een accreditatie van de NAK kunnen verkrijgen om de keuring uit te voeren. Dat kan de teler zijn, dat kan een handelshuis zijn, dat kan ieder andere private organisatie zijn. Als blijkt dat de NAK het meest effectief en innovatief is, zal de NAK ongetwijfeld nagenoeg alles blijven keuren. Niet omdat ze een wettelijk monopolie heeft, maar omdat ze de beste is. Ik wens iedereen veel succes met de teelt van aardappelen en andere gewassen op het bedrijf in 2013. Gerard Backx
In de media:
Op de bres voor de aardappel Johannes van Dam, culinair journalist en beoordelaar van restaurants (waar vind je nog zo’n leuke baan...) springt in zijn column Culinair in weekblad Elsevier op de bres voor de aardappel. De column gaat eigenlijk over de beoordeling van boerenkoolstamppotten door de Consumentenbond. Welke nu als beste wordt beoordeeld is in dit verband niet zo interessant, des te meer zijn boosheid over de criteria die de Consumentenbond hanteert. Een van die criteria is de verhouding tussen boerenkool en aardappel. En omdat nog steeds de vuistregel van twee ons groente per persoon per dag wordt gehanteerd, komt geen enkel merk boerenkool door de ballotage. Het wordt tijd, aldus Van Dam, dat de aardappel wordt gezien als een compleet voedingsmiddel: “De aardappel is leverancier van vitamine C, rauw 16 milligram per 100 gram, gekookt 8 milligram. Dat is bijna hetzelfde als spinazie, het dubbele van postelein, snijbonen of sperziebonen, het drievoudige van biet en zelfs het viervoudige van witlof of worteltjes.” Hij roemt ook wat er nog meer in de aardappel zit, zoals kalium, vezels en ga maar door. Om de aardappel niet onder de groenten te scharen, vindt hij volstrekt arbitrair. Het ging mis, stelt Van Dam, bij de introductie van de aardappel in ons land. Toen verlieten wij Nederlanders het graan als basis-
voedsel om over te gaan op de aardappel, die zoveel gemakkelijker te verbouwen en te verstouwen was. Alleen in Nederland was en bleef de aardappel een aparte categorie. “Achterhaalde onzin en bevestiging van vooroordelen door voedselvoorlichters en consumentenridders,” zo stelt Van Dam. “Heus, een aardappel is ook groente en met een kleine hoeveelheid boerenkool in de stamppot ten opzichte van de aardappelen, eten wij per persoon nog steeds ruim 200 gram groente per dag.” Waarvan akte. Jessica de Bey
3
inte r v iew
‘Duurzame voedselproductie begint bij de bodem’
Tekst: Amber Boomsma - Tekstlabel Fotografie: Sander de Boer - Photography and Images
• Ruggespraak
Toekomstbestendigheid. Dat is waar duurzaamheid in de kern om draait. De vraag naar gezonde voeding stijgt wereldwijd door bevolkingsgroei en de aardappelsector kan daar antwoord op geven door verantwoorde productie en verwerking. HZPC heeft zich daarom aangesloten bij Stichting Veldleeuwerik, die samen met telers en verwerkende bedrijven letterlijk en figuurlijk een vruchtbare bodem realiseert voor duurzame akkerbouw.
4
Natúúrlijk is de grond waarin we aardappelen en andere gewassen telen de basis van duurzame voedselvoorziening. Toch was de focus in de laatste decennia van de twintigste eeuw ongemerkt verschoven naar het voeden en beschermen van de gewassen die we telen. De bodem leek bijna een vanzelfsprekend gegeven. Door de aandacht voor andere belangrijke facetten van de akkerbouw zagen veel boeren een stijgende lijn in hun productie. Pas toen daar een kentering in kwam, drong het besef door dat intensivering van het bodemgebruik uiteindelijk tot een afvlakkende productie leidt. En zo werd opnieuw onderkend dat de kwaliteit van de grond waarmee we werken cruciaal is voor de toekomst van landbouw. Voor Stichting Veldleeuwerik is de bodem daarom al vanaf de oprichting in 2006 een centraal uitgangspunt bij het bevorderen van duurzame akkerbouw. Hoe we vanuit die basis samen verder kunnen bouwen aan duurzame voedselproductie, daarover ging Amber Boomsma voor HZPC in gesprek met Henk Heinhuis, directeur van Stichting Veldleeuwerik.
Waarom bestaat Stichting Veldleeuwerik? “Om samen met telers en verwerkende bedrijven vorm en invulling te geven aan duurzame landbouw. Werken aan duurzaamheid is een zoektocht die we het beste gezamenlijk kunnen oppakken, omdat alles met elkaar in verbinding staat. En waarom zouden we op onze eigen vierkante meters gaan worstelen om het wiel uit te vinden, terwijl we ook met elkaar kennis en ervaringen kunnen delen? Door met zoveel mogelijk betrokken partijen in te zetten op duurzame ketens, kunnen we het proces versnellen, verdiepen en bovendien leuker maken. Onze stichting is daarbij de aanjager en faciliterende factor.” Wat is de kern van jullie aanpak? “Maatwerk. Onze duurzaamheidssystematiek is geen kanten-klare methode die elke boer dient over te nemen. Integendeel. Wij willen juist dat akkerbouwers zelf actief nadenken over duurzaamheid en hun eigen beslissingen nemen. Elk bedrijf is uniek, dus het is de kunst om per situatie te
zoeken naar kansen en mogelijkheden voor verduurzaming. En wie kan dat beter dan de boeren zelf? Telers hebben allemaal met de tien indicatoren te maken die de basis vormen van onze werkwijze (zie kader, red.), alleen zijn er per bedrijf verschillen in samenhang en accenten. Het is daarom aan de boer zelf om prioriteiten te bepalen en een duurzaamheidsplan te ontwikkelen dat zijn bedrijf toekomstbestendiger maakt. Uiteraard hoeven akkerbouwers dat niet alleen te doen. De meerwaarde van Veldleeuwerik schuilt in begeleiding en kennisuitwisseling, want duurzaamheid draait in de kern om verbinden.”
‘Verduurzaming is voor alle partijen een ontdekkingsreis...’ Hoe krijgt die uitwisseling van kennis en ervaring vorm? “Wij hebben deskundige sparringpartners in huis, al zijn het vooral de regiogroepen die een belangrijke basis vormen voor uitwisseling. Elke regiogroep bestaat uit tien tot veertien akkerbouwers, waaronder een regiocoördinator en een zogenoemde dragende teler die een sturende rol vervult. De regiogroepen komen minimaal acht keer per jaar samen – maar bij voorkeur elke maand – om de voortgang van de duurzaamheidsplannen en uitvoering daarvan door te spreken. De deelnemende boeren waarderen de bijeenkomsten hoog. Ze delen ideeën en successen, maar ook vragen, onzekerheden en knelpunten. Het is fijn elkaar daarmee te kunnen helpen. Het vraagt wel een bepaalde openheid van de akkerbouwers. Bovendien is durf nodig, om kritisch naar elkaar te zijn. We merken dat zo’n groepsdynamiek vaak moet groeien, daarom biedt de stichting waar gewenst advies en begeleiding.” Waarom is het belangrijk dat akkerbouwers onderling kritisch durven zijn? “Telers zijn vrije vogels, ook daarom hechten wij er waarde aan dat zij hun eigen beslissingen nemen in het proces van duurzame ontwikkeling. Maar aansluiting bij de Stichting Veldleeuwerik is niet vrijblijvend. Het vraagt serieuze inzet en inspanningen om akkerbouw te verduurzamen en de basis te leggen voor een duurzame voedselketen. We vragen onze leden elkaar aan te spreken op eigen verantwoordelijkheid. Akkerbouwers hoeven elkaar echt niet te controleren, het gaat vooral om stimuleren. En als de indruk bestaat dat iemand er met de pet naar gooit, dan mag je best kritische vragen stellen. Zo houden regiogroepen elkaar bij de les en blijven boeren gemotiveerd om steeds een stapje verder te komen.”
en zich aantoonbaar inzetten om die te realiseren. De voortgang wordt besproken bij intensieve audits. Die kun je zien als een toetsingsmoment, zij het zonder officieel kader. Mogelijk scherpen we dit in de toekomst wel aan met het oog op certificering. Daarin zouden we dan vooral het proces borgen waarbinnen onze leden aan duurzaamheid werken. Hoe transparanter we dat proces maken, hoe beter het is. Certificering is bovendien een erkenning van de inzet die deelnemers tonen. En misschien is het interessant voor de vergroeningseisen in het nieuwe Europese landbouwbeleid.” Welke rol spelen de verwerkende bedrijven bij Veldleeuwerik? “Onze akkerbouwers telen gewassen die uiteindelijk als voedingsproducten bij de consument terecht komen. Verwerkende bedrijven en andere afnemers zijn een belangrijke schakel in de keten en dus in de verduurzaming van voedselproductie. Bij deze groep draait het om het besef dat grondstoffen niet vanzelfsprekend zijn en dat zij een groot belang hebben bij de continuïteit van de productie. Het investeren in duurzame ketens is net als bij de akkerbouw een voortdurend proces van verbeteren en evalueren. Het is belangrijk dat verwerkende bedrijven daarin verantwoordelijkheid nemen en bovendien de toon zetten in transparantie richting de markt.” Wat zijn de grootste uitdagingen in het streven naar een duurzame voedselketen? “Inzicht ontwikkelen, geduld hebben en focussen op de lange termijn. Veranderingen gaan heel langzaam en het kan een poos duren voordat de effecten merkbaar zijn. Verduurzaming is voor alle partijen een ontdekkingsreis die soms over hele hobbelige wegen gaat of zelfs tot een dood spoor kan leiden. Dan is het zaak om niet op te geven, maar het einddoel voor ogen te houden en nieuwe paden in te slaan. Het mooie van samenwerking en maatwerk is dat we tegelijk verschillende sporen onderzoeken. Zo kunnen we elkaar stukje bij beetje de weg wijzen en behoeden voor valkuilen. Bovendien kunnen we elkaar oppeppen als het tegen zit. Daarom hanteren wij bij Stichting Veldleeuwerik een vierde P naast Planet, People en Profit, namelijk die van Pleasure: plezier in je werk, trots op je producten en een goed gevoel bij de samenwerking met collega’s en de spelers in de voedselketen.” Nieuwsgierig naar meer? Lees op www.veldleeuwerik.nl alles over de visie, doelstellingen, werkwijze, projecten en partners van de stichting.
Stelt de stichting ook eisen aan deelnemers? En wordt er getoetst? “Vertrouwen staat centraal, al stellen we acht regiobijeenkomsten per jaar verplicht. Verder verwachten we dat deelnemende akkerbouwers voldoende acties concreet maken >>
5
inte r v iew ( v e r v o l g )
Indicatoren voor duurzame akkerbouw Een duurzaam gewas bestaat niet, duurzame teelt wel. Voor Stichting Veldleeuwerik vormt het integrale bouwplan de basis, met daarin een centrale plaats voor de akkerbouwer en aandacht voor de bodem. Tien indicatoren maken duurzame akkerbouw herkenbaar en stuurbaar:
1. productwaarde 2. bodemvruchtbaarheid 3. voedingsstoffen 4. gewasbescherming 5. energie
6. water 7. biodiversiteit 8. bodemverlies 9. menselijk kapitaal 10. lokale economie
Het productiewiel van verduurzaming gaat draaien zodra de akkerbouwer het heft zelf in handen neemt: bewust beslissen op basis van duurzame ambities. Op termijn leiden deze keuzes tot een maatschappelijk(er) verantwoorde bedrijfsvoering en bovenal tot continuïteit van het bedrijf. Elk duurzaamheidsplan is uniek, omdat elk bedrijf afwegingen maakt op basis van de eigen situatie. Dit betekent dat acties en accenten binnen de tien indicatoren
enorm gevarieerd kunnen zijn, van minder milieubelasting en energiebesparing tot meer maatschappelijke betrokkenheid en het verbeteren van de bodemkwaliteit. Denk bij gewasbescherming bijvoorbeeld aan aanpassingen in middelenkeuze, dosering, spuitmomenten en spuittechnieken. Veranderingen in het bouwplan kunnen effect hebben op onder meer de bodemvruchtbaarheid en de biodiversiteit, maar ook zaken als minder ploegen, beregenen en het gebruik van andere meststoffen hebben invloed. Kortom, de mogelijkheden zijn legio. Het is aan de akkerbouwer zelf om - met hulp en inspiratie van anderen - te ontdekken welk ontwikkelpad voor zijn bedrijf tot concrete duurzame veranderingen leidt.
Martin Vrij van Farm Frites:
‘Slim om bij de akkerbouwers te beginnen’
Tot slot: een meetbare indicator van biodiversiteit is de aanwezigheid van veldleeuweriken, gele kwikstaarten en graspiepers. Dit trio zagen we de afgelopen decennia steeds minder in het veld. Als duurzaamheid op de bedrijven toeneemt, zou ook de aanwezigheid van akkervogels weer moeten toenemen. Vooral de veldleeuwerik staat symbool voor natuur, daarom koos de stichting deze naam.
Akkerbouwer Krijn Verhage:
‘Duurzaamheid draait om voortschrijdend inzicht’ Hij is al vanaf het begin aangesloten bij Stichting Veldleeuwerik. Wat heeft dit partnerschap Krijn Verhage en zijn akkerbouwbedrijf tot nu toe opgeleverd? “Veldleeuwerik helpt ons om richting te bepalen en keuzes te maken voor een duurzame toekomst. Het grootste winstpunt is de regiogroep waarin ik kan afstemmen met andere telers. Daar haal ik mijn inspiratie uit.”
• Ruggespraak
Verhage vormt samen met zijn vrouw Derkje en zoon Marien een maatschap. Onder de rook van Emmeloord verbouwen zij acht verschillende rassen pootaardappelen op 60 hectare, aangevuld met 14 hectare graan, 7 hectare maïs en 7 hectare tulpen (deelbouw). “Wij zijn in de afgelopen jaren bewust meer granen gaan telen,” vertelt Verhage. “Ons extensievere bouwplan levert geen extra saldo op, maar het brengt wel meer rust in de bodem en dat heeft een positieve invloed op de gewassen. Verder maken we meer gebruik van groenbemesters en ploegen we veel minder.”
6
Gezond bodemleven De voorbeelden die Verhage noemt, zijn de eerste concrete veranderingen in de bedrijfsvoering waarmee Verhage hoopt bij te dragen aan het verduurzamen van zijn grond. “Een bewust startpunt, want het stimuleren van een gezond bodemleven is de basis van verantwoorde voedselproductie. En onze grond is natuurlijk ook de basis van de toekomst van ons bedrijf. Uit onze stamboom blijkt dat onze familie al minstens veertien generaties boer is en mijn zoon wil die lijn graag voortzetten. Alleen al daarom is het belangrijk om verder te kijken dan de dag van vandaag. Bovendien leven we in een tijd die een andere vorm van agrarisch ondernemerschap vraagt.”
Puzzelen Dat aangesloten akkerbouwers hun eigen beslissingen nemen, vindt Verhage een sterk punt in de aanpak van Veldleeuwerik. “Alleen als wij zelf bewuste keuzes maken, ontstaat een ontwikkellingsproces dat kans van slagen heeft. Je bent er niet met een mooi plan alleen, want duurzaamheid draait om voortschrijdend inzicht. Het gaat erom dat wij steeds opnieuw mogelijkheden onderzoeken en afwegingen maken voor ons bedrijf. Alle factoren hangen met elkaar samen en de omstandigheden veranderen continu, zoals het weer. Dat maakt het complex. Ik zie het vooral als een uitdaging. Als een puzzel die we allemaal op onze eigen manier proberen te leggen. Maar allemaal met hetzelfde doel: een duurzame toekomst voor de akkerbouw.”
Bezoek aan Egypte met diverse telers, aangesloten bij Veldleeuwerik (vierde van rechts Martin Vrij)
Farm Frites neemt zelf verantwoordelijkheid als het gaat om de verduurzaming van hun aardappelproducten. Toch vindt Martin Vrij het slim van Stichting Veldleeuwerik om bij de akkerbouwers te beginnen. “Het opleggen van een eenduidige duurzaamheidssystematiek aan telers zou niet werken. Nog los van het feit dat boeren al zoveel moeten, zijn de verschillen tussen de bedrijven simpelweg te groot om dezelfde aanpak te hanteren. Duurzaamheid is een kwestie van eigen inzicht toepassen, uiteraard gebaseerd op gemeenschappelijke kennis en ervaring.” Farm Frites levert een uitgebreid aardappelassortiment aan de horeca en fastfoodsector. De eigen telers worden onder andere door HZPC voorzien van pootaardappelen, zodat zij op hun beurt jaarlijks 850.000 ton fritesaardappelen kunnen leveren aan de fabrieken in West-Europa. Farm Frites sloot zich in 2012 aan bij Stichting Veldleeuwerik. “Voor ons vloeit een duurzame ketenaanpak eigenlijk vanzelfsprekend voort uit de eisen die worden gesteld op gebied van voedselveiligheid,” vertelt Martin Vrij, manager Agronomy bij Farm Frites. “Het is logisch om bij de basis te beginnen: de bodem en de boeren. Want dáár komen de aardappelen vandaan die wij nodig hebben om onze producten te maken.”
Fotografie: Ad van Luyk
Breed gedragen “Het feit dat Veldleeuwerik bottom-up te werk gaat, was voor ons een belangrijke reden om voor deze stichting te kiezen. Ook wij geloven dat die aanpak de grootste slagingskans heeft, want elk bedrijf is anders. Akkerbouwers weten zelf het beste hoe zij algemene duurzame inzichten kunnen vertalen naar hun specifieke situatie. Een andere reden voor aansluiting is dat de procesaanpak van Veldleeuwerik breed gedragen wordt. De hele keten wordt betrokken en die samenwerking heeft een positief effect op elke afzonderlijke schakel. We dragen graag een steentje bij. Wij streven naar een continu verbeterproces én naar transparantie. Resultaten zijn nog lang niet altijd zichtbaar en meetbaar, maar helder is wel dat de deelnemers van Veldleeuwerik hard werken aan verduurzaming. En daar mogen we trots op zijn.”
7
fin a nciee l nieuw s
nciee c fin o l laege valnnieuw te l e r s
Zekerheden en variabelen Toen u voorjaar 2012 uw aardappelen ging planten, wist u nog niets over het koude voorjaar, de lange pootperiode, de trage opkomst, de knolzetting, de natte zomer, de selectie in het veld, de luizendruk, de nacontrole, de opbrengstverschillen in de rassen of de eindbestemming van uw oogst. De enige zekerheid was, dat de gecontracteerde poolaardappelen door HZPC vermarkt en betaald zouden worden. Eventuele
Niet ontevreden over gedeelde tweede plaats Op 28 februari zijn de prognoseprijzen voor oogst 2012 bekend gemaakt. We gaan er hier nog eens kort op in. Aanbod Oogst 2012 was voor onze Nederlandse telers over het algemeen goed. Zij hebben gemiddeld genomen hoge kilogramopbrengsten pootaardappelen gerealiseerd. Het poten startte begin april en duurde tot half mei. De bodemgesteldheid, structuur en vocht waren zeer goed op het moment van het planten. Dit heeft over het algemeen geleid tot een bovengemiddelde knolzetting. De weersomstandigheden tot het moment van loofdoding, regelmatig een bui en niet te warm, waren gunstig voor de pootgoedteelt. De landelijke opbrengst kwam daarmee 1,5 ton per hectare hoger uit dan het vijfjaarsgemiddelde. De gemiddelde recordopbrengst van oogst 2009 is hiermee geëvenaard. Echter, niet bij iedereen en niet in alle gebieden zijn de opbrensten zo hoog. Het zijn met name de noordelijke provincies waar de kilogramopbrengsten per hectare in 2012 op een bijzonder hoog niveau liggen.
• Ruggespraak
De goede opbrengsten per hectare hebben geleid tot een totale hoeveelheid pootgoed in de NL-pool die ruim 6% hoger was dan het vijfjaarsgemiddelde. Niet alleen de totale hoeveelheid beschikbaar pootgoed is van belang, ook de samenstelling van het pootgoed is belangrijk. Door de bovengemiddelde knolzetting lag het percentage bovenmaten op een niveau van 12%, duidelijk lager dan het vijfjaarsgemiddelde.
8
Vraag In 2012/13 staat tegenover het grote aanbod van pootgoed ook een grote vraag naar pootgoed. Bij de start van het seizoen kwam de vraag uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika nog terughoudend op gang, maar later trok deze stevig aan. Ook in de landen met politieke onrust zijn we er goed in geslaagd om pootgoed af te zetten. De afzet naar Noord-Afrika en het Midden-Oosten lag op een zeer hoog niveau. Aangezien deze landen vroeg beleverd worden hebben wij per 1 januari een recordhoeveelheid pootgoed verscheept, ruim 15.000 ton meer dan normaliter.
De afzet naar Europa verloopt tot nu toe ook goed. Hierbij helpt het dat de consumptiemarkt er een stuk beter bij ligt dan het jaar ervoor. Al met al leidt het grote aanbod gekoppeld met de goede vraag tot een prognoseprijs van 29 euro per 100 kg (klasse E, voor afdracht kwekerslicentie).
onzekerheid over betaling door de klant is voor rekening van HZPC.
Veel variabelen en maar één contract Om dit contract ‘up to date’ te houden overlegt HZPC met een elftal telers vanuit alle regio’s in Nederland. In Groningen is onze voorzitter Cor Biemond herkozen en in Noord-Holland Marcel Wijtten. In Flevoland was Tammo Schreuder aftredend en is Jeender Bonnema voorgedragen en verkozen. Cor, Marcel, en Jeender, gefeliciteerd met jullie (her)benoeming en veel succes met dit boeiende werk. Na acht jaar stopt voor mij dit werk, dat was een zekerheid. Als college hebben we vele variabelen besproken, zoals: miniknollen, uitplantregeling, vaststelling van de bovenmaatprijzen, voortdurende finetuning’ van het raswaardensysteem, bewerkingsvergoedingen, evaluatie
van het egalisatiesysteem, verdeling van de rassen over Nederland, geadviseerde potermaten, kwaliteit van ons product, bacterietoets, emballage, verladingen, sorteeropdrachten, etc. Het college dient over al deze zaken standpunten in te nemen. Dit voorjaar 2013 ga ik opnieuw aardappelen poten met een poolcontract, een overeenkomst op één A4’tje met daarachter een bedrijf dat niet alleen draait om aardappelen of geld, maar ook om mensen. Dat weet ik zeker. Het college wenst u succes bij het afleveren van de laatste aardappelen van oogst 2012 en een goede start van het nieuwe seizoen. Tammo Schreuder, ‘oud’-secretaris
Voor het financieel rendement per hectare is niet alleen de prijs voor de potermaten van belang maar ook de uitbetaling van de bovenmaten. Door de betere consumptiemarkt kunnen we voor de bovenmaten meer uitbetalen dan het jaar ervoor. Gemiddeld betalen we nu ruim 19 euro per 100 kg, terwijl dat vorig jaar nog minder dan 7 euro per 100 kg was. Samenvattend verwachten wij dat de prognoseprijs voor pootgoed samen met de prijs voor de bovenmaten en de goede opbrengsten per hectare, zullen leiden tot een bovengemiddeld financieel rendement per hectare. Als we alle jaren ordenen op de gemiddelde financiële opbrengst per hectare komt het jaar 2012/13 waarschijnlijk op een gedeelde tweede plaats. Daar kunnen we niet ontevreden over zijn. Gegevens op HZPC Online HZPC werkt nu al enkele jaren met het egalisatiesysteem waarin de uitbetaling per ras mede afhankelijk is van de gemiddelde teeltkosten van een ras. Wij vinden het belangrijk dat dit systeem door onze telers goed begrepen wordt. Daarom leggen wij het systeem elk jaar tijdens de telersvergaderingen opnieuw uit. Wij willen echter nog een stap verder gaan. Daarom zal vanaf dit jaar op HZPC Online uitgebreide informatie worden gegeven over de verschillende rassen. In de tabel die we gaan publiceren staat voor elk ras informatie over de raswaarde, de toeslagen en kortingen per klasse (S, SE, E en A) en de toeslagen en kortingen per maat. Zo kunnen de Nederlandse telers zien hoe de rassen die zij telen zich verhouden tot andere rassen. Op HZPC Online zal een toelichting op deze tabel komen. Feico Tijmstra
De telersvergaderingen in februari/maart worden over het algemeen altijd goed bezocht. Maar in Friesland was vorig jaar door een teler opgemerkt dat er weinig vrouwelijke telers naar de vergadering komen. Geale Miedema voelde zich als plaatselijk collegelid toch wel verantwoordelijk om hier iets aan te doen. Als eerste aanzet heeft hij ervoor gezorgd dat de vergadering werd geopend door het lokale dameskoor ‘De F(l)ammen’. Vol vertrouwen wordt nu al uitgekeken naar de volgende vergaderingen. De verwachting is dat meer vrouwelijke collegatelers naar de vergaderingen zullen komen om hun stem te laten horen. Zij hoeven dan niet per se te kunnen zingen!
9
PRO D U C T I E n e d e r l a n d
Teelt in beeld:
Ivory Russet Ivory Russet is bestemd voor de vroege fritesmarkt in Europa; een markt die vraagt om witvlezige aardappelen
Op een erg winderige middag in februari komen buitendienstmedewerker Joop Jukema en ik aan bij maatschap Andringa, gevestigd pal aan de voet van de zeedijk bij Oosterbierum. We worden ontvangen door Sybe Andringa die samen met zijn oom Klaas Evert en neef Geert de maatschap Andringa vormt. Verder is er nog een familielid die in loondienst werkt op het bedrijf. De maatschap is een gesloten bedrijf, dat naast teelt uit miniknollen ook nog de traditionele stamselectie hanteert. Ze hebben een breed rassenpakket dat voornamelijk wordt geselecteerd op basis van schurftresistentie: Annabelle, Asterix, Colomba, Carrera, Fabula, Innovator, Ivory Russet en Memphis. De rotatie op het bedrijf is 1 op 3. Omdat er dit jaar een proef genomen wordt met de toepassing van Talent is een gedeelte van het uitgangsmateriaal alvast begin december vorig jaar gesorteerd. Al het materiaal dat op het eigen bedrijf wordt uitgeplant wordt met de hand geoogst in kiembakken en bewaard bij een temperatuur van 4 graden. Eind maart wordt het gesorteerd en vervolgens na een week buiten gezet in kiembakken. Vanwege de goede resistentie tegen schurft wordt Ivory Russet geplant op percelen waar naar verwachting schurft kan optreden. Daarbij wordt niet naar de zwaarte van de grond gekeken. Maar door de matige zetting overweegt Sybe Andringa wel om in de toekomst over te schakelen naar de wat lichtere percelen.
• Ruggespraak
Het aardappelland wordt indien mogelijk voor de winter geploegd in de hoop dat de grond door vroeg te ploegen langer vochtig blijft en er minder kans op schurft is. Het pootbed wordt klaargemaakt met een rotorkopeg en de knollen worden gepoot met 1 à 2 cm losse grond onder de knol.
10
Het poten gebeurt door middel van een snarenbedpootmachine. Er worden 97.000 planten per hectare van de maat 28/45 gepoot en van de maat 45/60 ongeveer 75.000 planten. Ivory Russet krijgt een bemesting van 105 kg stikstof
Bedrijfsgegevens • Mts. G., K. en S. Andringa te Oosterbierum • 15 tot 30% afslibbaar • Ca. 50 hectare pootaardappelen waarvan in 2013 6 hectare Ivory Russet
(500 kg NP 11-11 bij het poten en 240 kg ammoniumsulfaat voor het aanfrezen), 55 kg fosfaat en 200 kg kali (in de vorm van 400 kg kaliumsulfaat). Tijdens elke phytophthora-bespuiting wordt ook minerale olie gebruikt. De selectie geeft tot dusver weinig problemen, er wordt alleen een verdwaalde virusplant aangetroffen. De loofdoding vindt plaats door toepassing van vier liter Reglone op een volveldsgewas en een week later wordt het loof geklapt en wordt er nagespoten met Spotlight. Hierna wordt er minimaal drie weken gewacht met het rooien en voor Ivory Russet wacht Andringa liever nog iets langer voordat de tweerijïge verstekrooier wordt ingezet. Het pootgoed wordt bij het rooien niet behandeld tegen bewaarziekten en wordt in kisten opgeslagen voor een drukwand. Tijdens het sorteren in de maand december wordt Ivory Russet wel behandeld met Imazalil. Gevraagd naar de sterke punten van Ivory Russet geeft Sybe Andringa aan: schurftresistentie, gemakkelijk in selectie en stevig loof. Punt van aandacht voor dit vrij jonge ras is de relatief lage zetting, maar wat extra aandacht voor een uitgebalanceerde bemesting om toch tot een goede opbrengst te komen maakt dit weer goed. Bennie Huizenga
Ivory Russet op de lijst van McDonald’s! Een ras verwerken tot McDonald’s frites gaat niet zo maar. Hiervoor moet de verwerker het ras eerst zien te plaatsen op de officiële lijst van McDonald’s. De goede samenwerking met Lamb Weston heeft ertoe geleid dat Ivory Russet recent is opgenomen als ‘preferred variety’. Dit betekent dat Ivory Russet mag worden gebruikt voor de productie van de wereldberoemde Macfries. Dit is een hele prestatie want de eisen van McDonald’s liggen binnen QSR (Quick Service Restaurants) op een zeer hoog niveau. Om op de lijst te komen moet een zeer intensieve testperiode doorlopen worden waarin het ras uitvoerig wordt beoordeeld op een groot aantal voor McDonald’s belangrijke aspecten. Innovator heeft deze eer jaren geleden behaald. Met als gevolg dat de kans groot is, dat u een Innovator frietje bij McDonald’s eet! Een mooi toekomstscenario voor Ivory Russet!
11
H Z P C & I N T E R N AT I O N A L o f f ices
V.l.n.r.: Ron Reiss, Amy Smith, Natalie Harrison, Richard en Karen Baker trotseren sneeuw en felle wind voor een foto.
Tegenwoordig zijn afstanden ook niet meer wat ze geweest zijn. Ging je vroeger nog ‘helemaal met de boot naar Engeland’, tegenwoordig vlieg je ‘s morgens heen en ‘s avonds terug als het moet. Collega Richard Baker uit de UK is geregeld op het kantoor in Joure, daar kijkt niemand meer van op. Toch bracht dat de redactie van Ruggespraak op het idee om alle HZPC-kantoren in de diverse landen eens onder de loep te nemen, te beginnen met HZPC UK Ltd.
Areaal en omzet per teler 1970 - 2012 Sinds 1970 is gemiddeld het areaal per teler gestegen van 5,5 naar 51,4 ha. De omzet is in dezelfde periode vertienvoudigd. Een trend die zich voortzet. Areaal per teler
Omzet per teler
Omzet trend
Areaal per teler (ha)
Omzet per teler (in £s) 450.000
60
400.000 50 350.000 300.000
40
250.000 30 200.000
• Ruggespraak
20
12
150.000 100.000
10 50.000 -
-
Britten eten het liefst ‘bakers’
vaak in grote papieren zakken rechtstreeks vanaf de teler, via de groothandel, bij ca. 10.000 Fish & Chips winkels afgeleverd.” Andrew Birks, de laatste van het team, zorgt sinds 2009 voor de teelttechnische ondersteuning van de pootgoedproductie. Daarnaast besteedt hij ongeveer een derde deel van zijn tijd aan productmanagement bij de introductie van nieuwe rassen en het verzorgen van proefvelden.
Strategie Natuurlijk zijn we nieuwsgierig naar de plannen en uitdagingen voor de toekomst. Richard: “We willen over vijf jaar onze omzet verdubbelen en dat over alle sectoren. We hebben per sector een aantal sleutelrassen benoemd waar we flink op in gaan zetten.”
Verschillen met Nederland Ontstaan Vanaf 2000 was Richard al betrokken bij een joint venture tussen HZPC en het bedrijf ‘MBM Produce’. HZPC UK Limited werd opgericht in 2005. Richard werd de managing director en zijn vrouw Karen kwam in dienst voor de administratieve ondersteuning. Richard: “In die tijd verkochten we voornamelijk Nederlands pootgoed. De meeste logistieke handelingen vonden in Joure plaats en ook werkten we met één logistiek bedrijf dat al ons transport regelde.“ Maar HZPC UK groeide gestaag en is nu in kg-omzet vier keer zo groot. “Verkochten we in 2005 ca. 80% Nederlands pootgoed, nu is dat nog maar 20% van ons totaal,” aldus Richard. Dit betekent dat er veel HZPC-pootgoed op contract of via licentie vermeerderd wordt in Engeland en Schotland. “Daarnaast leveren we ook andere dan HZPC-rassen wanneer dat nodig is. Een aantal telers wil liever al het pootgoed bij één lokale agent inkopen. Wij leveren die service wanneer daar om gevraagd wordt.” Inmiddels is het team van HZPC UK uitgegroeid tot zes personen en hebben zij vorig jaar een nieuw kantoor betrokken. Naast zijn vrouw Karen, die nu financial controller is, zijn er nog twee dames op kantoor bij gekomen: Natalie Harrison (senior administrator) en Amy Smith (administrative assistant). Verder is Ron Reiss sinds 2007 in dienst als salesmanager. Ron is gespecialiseerd in de Fish & Chips markt. Chips - niet te verwarren met de zak chips die wij in de supermarkt kopen - is de Engelse term voor frites en de Fish & Chips markt is een specifiek segment in de Engelse fritesmarkt. Richard: ”Met een aantal rassen zoals Challenger, Compass en Sagitta richten we ons bewust op de Fish & Chips markt die ook specifieke eisen stelt aan bijvoorbeeld verkleuring na het schillen. Deze aardappelen worden
Voor de sectoren French Fries, Crisps en Peeled zijn de verschillen niet erg groot ten opzichte van het continent. Deels dezelfde rassen en dezelfde kwaliteitseisen als in Nederland. Binnen Retail Fresh zijn er echter wel verschillen te vinden: “De maat 40-65, die bij jullie ongeveer de meest gewenste verpakkingsmaat is, is bij ons de maat die in de goedkopere zakken verpakt wordt. De maat 25-42 mm is voor de ‘baby-teelt’ die we ook wel ‘punnets’ noemen. De maat 65-85 mm wordt verkocht als ‘baker’ en die is bij ons het meest geliefd. Want waarom zou je zes kleine aardappelen schillen in plaats van drie grote?”, vraagt Richard zich af. Deze maatverhouding is het belangrijkste criterium voor de consument, nog belangrijker dan bijvoorbeeld de schilkleur. De eerste vraag die bij een partij consumptie gesteld wordt, is altijd: Wat is het percentage ‘bakers’? Daarna wil men weten hoe de aardappelen eruit zien. Men gaat er daarbij van uit dat de uiterlijke kwaliteit van de aardappel in orde is,” aldus Richard Baker. Die, laten we wel zijn, voor dit vak wel een heel toepasselijke naam heeft. Hij vervolgt: “Er zijn ca. 15 grote verpakkers in de United Kingdom die elk meer dan 60.000 ton per jaar verpakken, met een uitschieter naar 400.000 ton! Verder zijn er een stuk of 15 kleinere verpakkers, die vooral leveren aan foodservice en lokale supermarkten. Bijna al deze verpakkers hebben zelf een teeltdivisie opgezet, zodat ze niet altijd afhankelijk zijn van het aanbod in de markt.”
De echte
ROAST potatoes!
Rassen “De belangrijkste HZPC-rassen die we verkopen zijn Taurus en Crisps4all voor de sector Crisps, en Innovator en Challenger voor de sector French Fries voor de leveringen naar de fritesverwerkende fabrieken. In het verse fritessegment, het segment van de markt waar frites worden verkocht in de Fish & Chips shops, was Victoria lange tijd een groot ras, maar dit ras wordt nu grotendeels vervangen door Challenger en Sagitta. Ook Compass is een nieuwe kandidaat voor dit segment. Binnen het Retail Fresh middensegment zijn Vivaldi, Sylvana en Chopin inmiddels gevestigde namen en zitten Panther en HID00-3 in de lift. Annabelle en Marilyn worden veel geteeld voor de ‘baby potato’- en salademarkt en verder zijn we bezig om Celandine en BIE-1612 groot te maken.”
Aardappeleters “Gemiddeld wordt er in de UK 95 kg aardappelen per persoon per jaar gegeten en daarmee staat het land binnen Europa op de derde plaats. Hiervan wordt ongeveer de helft vers geconsumeerd en de andere helft bestaat uit frites, chips en andere aardappelproducten. Ook de foodservice is een belangrijk kanaal voor de afzet. Veel mensen eten één of meerdere keren per week in de pub. Je kunt daar dan een vrij simpele maaltijd bestellen, vaak met puree, roast potatoes, frites of gewoon gekookte aardappelen,” zegt Richard, die zelf aangeeft slechts één keer per maand zo’n avondje in de pub door te brengen. “Maar het is er wel gezellig, zo’n ontmoetingsplaats voor dorpsgenoten. Een keer per maand is er bij ons in het dorp een pubquiz, met algemene vragen en uiteraard een winnend team aan het einde van de avond. Erg gezellig!” Het lijkt er op dat de aardappel behoorlijk ingebakken zit in het leven van de Britten. Hopelijk blijft dit ook zo. Potato Council, de aardappelorganisatie in het UK, doet er in ieder geval alles aan om de consument aan de aardappel te houden! Meer informatie: www.hzpc.co.uk www.challenger-chips.co.uk www.potato.org.uk www.lovepotatoes.co.uk
Ingrediënten: 900 gr kruimige aardappelen, geschild en in vieren gesneden 1 snufje zeezout 1 eetlepel bloem 4 eetlepels olijfolie
Instructies: Verwarm de oven op 220 °C. Doe de aardappelen in een pan met licht gezouten water en kook op een matig vuur gedurende 10-15 minuten, of tot de aardappelen bijna gaar zijn. Laat ze goed uitlekken, doe ze vervolgens terug in de pan en laat de aardappelen een paar minuten uitdampen.
Strooi de bloem over de aardappelen, doe het deksel op de pan en schud de pan voorzichtig een paar keer heen en weer. Doe de olie in een grote braadslee en plaats deze in de oven tot de olie heet is. Haal de braadslee uit de oven en voeg voorzichtig de aardappelen één voor één toe. Draai elke aardappel in de hete olie. Breng op smaak met (zee)zout en zet ze terug in de oven voor ± 30-40 minuten, of tot de aardappelen goudbruin en krokant zijn. Draai ze halverwege één of twee keer en dien direct op.
1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010
13
T e r ugb l i k
o r g a ni s atie
Dat werken bij HZPC geen straf is, blijkt uit het feit dat een groot deel van de werknemers al zeer geruime tijd in dienst zijn. Logisch gevolg is dat kennis en ervaring in grote mate aanwezig zijn. We moeten echter ook aan de toekomst denken en daarom is enige tijd geleden besloten Young HZPC op te richten met als doel HZPC ook als aantrekkelijke werkgever neer te zetten voor de aankomende en huidige (jonge) generatie HZPC’ers.
HZPC hanteert een wervingsbeleid dat gericht is op het aantrekken van mensen met een hoog ambitieniveau, oftewel mensen die het verschil willen en kunnen maken. Collega Steven Kuiper, 22 jaren jong, heeft aanvullend daarop Young HZPC op poten gezet. De doelstellingen van Young HZPC zijn het versterken van de relatie tussen jonge collega’s (niet ouder dan 30 jaar) van verschillende afdelingen en hen een stem te geven binnen HZPC zodat hun toegevoegde waarde volledig wordt benut.
BioVak 2013, een vakbeurs voor en door de biologische sector
• Ruggespraak
Op 23 en 24 januari werd in de IJsselhal in Zwolle weer de BioVak georganiseerd, waaraan sector-breed wordt deelgenomen. Er zijn, ongeveer vergelijkbaar met vorig jaar, 15.283 bezoekers de kassa gepasseerd. Er wordt gewerkt vanuit streekpleinen, dit jaar was Overijssel aan de beurt, en men kon aan diverse workshops deelnemen. Opvallend was de toenemende interesse vanuit de horeca. Diverse topkoks waren aanwezig.
14
Vanuit de NAO werd, via de NAO-werkgroep Biologische Aardappelen, het schilderij ‘de bio-aardappeleters’ aangeboden ter veiling, een moderne versie van de aardappeleters van Van Gogh. Deze veiling vond plaats tijdens de netwerkborrel en bracht 3.000 euro op. Deze opbrengst is voor de promotie van het Pieperpad, een ‘aardappelfietsroute’ van het Friese Lauwersmeer tot het Zeeuwse Heikant. Wederom was ook Bonna Terra, de biologische tak van HZPC, aanwezig. Omdat veel boeren de beurs bezoeken, is het leuk om met hen van gedachten te wisselen. Onze poot-
Op woensdagmiddag 23 januari 2013 vond de eerste Young HZPC bijeenkomst plaats. In totaal waren er 14 collega’s aanwezig met zes verschillende nationaliteiten (Frans, Pools, Chinees, Duits, Spaans en Nederlands). Nadat men elkaar had begroet en ervaringen had uitgewisseld, nam Steven het woord waarbij hij vertelde over de gedachte achter Young HZPC en de doelstellingen die HZPC voor ogen heeft. Tijdens zijn presentatie vertelde hij onder andere dat een optimale persoonlijke ontwikkeling gebaseerd is op drie eigenschappen, te weten ambitie, talent en opofferingsbereidheid. Bijna als een goeroe onderschreef Steven dit met enkele inspirerende stellingen. ‘Waarom zou je voor gemiddeld gaan als je ook op topniveau kunt presteren’. ‘Jullie kunnen de toekomstige pilaren zijn waarop HZPC zal steunen’, ‘Durf je-
zelf te onderscheiden’ en ‘Werk keihard, ook al zal dit gepaard gaan met de nodige opofferingen’. Toen Steven ook nog als klap op de vuurpijl refereerde aan de speech van Obama met “We must do these things together, as one HZPC, one people. With our skills we have to learn more, work harder and reach higher” lagen zijn jonge collega’s aan zijn voeten. Nadat de gemoederen weer wat tot bedaren waren gekomen, was het de beurt aan Gerard Backx om de jongeren toe te spreken en te inspireren. Hij gaf aan groot belang te hechten aan de aanwezigheid van jongeren binnen de organisatie en benadrukte dat zij zich vooral moeten laten gelden. Ook lichtte hij de strategie en visie van HZPC toe. De tweede helft van de middag ging de groep met elkaar in discussie over verschillende onderwerpen en vertelde iedereen iets over zichzelf. Na afloop van het event bleek dat alle collega’s Young HZPC als een zeer geslaagd initiatief hebben ervaren. Ook werden er al nieuwe onderwerpen naar voren gebracht die men de volgende keer graag wil bespreken. Jacoba Vos-Feenstra Steven Kuiper
goedhandel is immers meer gericht op de verkoop aan de handel. Goed om te horen is dat ons ras Triplo goed heeft gescoord in het afgelopen teeltjaar. Een moeilijk jaar vanwege de phytophthora. We werken er dan ook hard aan om dit ras verder uit te bouwen. Meer en meer zie je ook internationale interesse. Dit helpt ons om onze exportkansen uit te breiden. We kunnen vaststellen dat deze altijd gezellige beurs voor HZPC belangrijk is. Samen met collega’s Sita Touwen en Paul Zekveld waren het daarom twee waardevolle dagen. Walter Testers
Young HZPC, 2e van links is Steven Kuiper
15
hz p c & b r a n ch e o r g a n i s at i e s
Plantum, aanspreekpunt voor beleid en politiek Niels Louwaars
Nanja van Buuren
Judith de Roos
Samen sta je sterker dan alleen, ook in de wereld van aardappelen. Daarom nemen we in de komende edities van Ruggespraak een aantal brancheorganisaties onder de loep. Wat doen deze organisaties en wat is het belang voor de sector? De aftrap is voor Plantum.
nologie en genetische bronnen. Drie thema’s die voor ons superbelangrijk zijn. Dan moet je er dus echt voor zorgen dat alle partijen bekend zijn met wat Plantum wil. Daar red je het niet met een mooi briefje naar alle fracties met wat wij willen. Dan moet je echt de mensen kennen. Met de nieuwe regering zijn er veel nieuwe gezichten, dat betekent eerst weer aftasten hoe ze kijken naar de wereld en met welke argumenten je ze kunt benaderen. Daar gaat veel tijd en energie in zitten. En toen iedereen op het laatste moment goed geïnformeerd was, werd het overleg afgeblazen.”
Plantum heeft een Gewasgroep Aardappel met momenteel 47 leden en 21 aspirant-leden. Hieronder zijn ook veel aangesloten kwekers die Plantum een warm hart toedragen en graag betrokken zijn bij de activiteiten van de gewasgroep. Er staan nog een aantal voorbeelden op het lijstje. Daaronder ook onderwerpen die alle onderzoeksbedrijven aangaan, zoals het behoud van de WBSO-regeling voor veredelingsactiviteiten (fiscale stimuleringsregeling voor onderzoek en innovatie) en de oprichting van TTI (Technologisch Top Instituut) Groene Genetica welke inmiddels is overgegaan in het TKI (Topconsortia voor Kennis en Innovatie) Uitgangsmaterialen. Te veel om hier allemaal op te sommen.
Natuurlijk ken ik Plantum wel, er hangt in Joure keurig een bordje naast de lift dat HZPC lid is van deze vereniging. Ook weet ik dat ze ongetwijfeld nuttig werk doen, want anders zou Gerard Backx er zijn tijd niet aan besteden als voorzitter van deze verenigingsorganisatie! Maar wat Plantum nu werkelijk allemaal doet, hoor ik van directeur Niels Louwaars en beleidsmedewerker Nanja van Buuren.
Nanja zelf is projectleider van de Major Earth campagne en ziet dat de extra aandacht voor onze sector hard nodig is. “Scholieren denken bij ‘de groene sector’ vooral aan paprika’s plukken in een kas. Als je ze uitlegt dat we de wereld van voedsel moeten voorzien, een zeer internationale sector zijn en de meest geavanceerde laboratoriumtechnieken gebruiken, zijn ze vaak wel geïnteresseerd.”
Plantum is de branchevereniging voor bedrijven uit de sector plantaardig uitgangsmateriaal en is ontstaan in 2001, na een fusie van diverse brancheorganisaties uit verschillende sectoren in uitgangsmateriaal. Niels: “Plantum is als de vereniging in Nederland voor plantaardig uitgangsmateriaal hét aanspreekpunt voor beleid en politiek (nationaal en internationaal) en weet daarin de gezamenlijkheid te verwoorden met respect voor de diversiteit die de sector tekent. Plantum is een platform voor leden en levert daarnaast informatie en diensten, zoals het ontwikkelen van standaard handelsvoorwaarden. Ook draagt Plantum bij aan het positieve imago van de sector en neemt verantwoordelijkheid als werkgeversorganisatie.”
Hoeveel leden heeft Plantum? “Ongeveer 350 leden. Overwegend Nederlandse bedrijven, maar ook een aantal internationale bedrijven. Het kan ook voor buitenlandse bedrijven interessant zijn om lid te zijn van Plantum, zodat ze mee kunnen doen aan ons FSS-inningssysteem (Farm Saved Seeds) voor licentiegelden op hergebruik van zaaizaad en pootgoed, of omdat ze dan tegen gereduceerd tarief kunnen participeren in het rassenonderzoek.”
• Ruggespraak
Plantum bestaat uit vier afdelingen: Landbouw, Voedingstuinbouw Zaden, Voedingstuinbouw Opkweek en Sierteelt. Deze afdelingen hebben weer verschillende werkgroepen waar leden uit het bedrijfsleven in deelnemen en er zijn een aantal dwarsdoorsnijdende hoofdcommissies.
16
Is het niet te divers voor één vereniging, om al deze deelsectoren goed te kunnen vertegenwoordigen? Nanja: “Ja, het zijn inderdaad verschillende sectoren, maar vergeet niet dat veel problematiek van invloed is op de gehele sector uitgangsmateriaal, zoals bijvoorbeeld exportbelemmeringen. Ook de campagne Major Earth, waarbij we studenten enthousiast willen maken om in de sector uitgangsmateriaal te komen werken, geldt voor alle afdelingen binnen Plantum.”
“We stellen ons wel de vraag in hoeverre we buitenlandse bedrijven willen toelaten, maar dat is per gewasgroep weer verschillend,” zo legt Niels uit. Voor aardappelen is er in de praktijk geen enkel bezwaar en de meeste buitenlandse aardappelkwekers zijn dan ook aangesloten bij Plantum. Wordt er veel gelobbyd in Brussel? “Door Plantum in eerste instantie in Den Haag. In Brussel zit ESA (European Seed Association) die daar weer veel probeert te bewerkstelligen. Maar om iets gedaan te krijgen in Brussel, moeten beslissingen langs drie machten; de Commissie, zeg maar de ambtenaren, het Europees Parlement en langs de Raad, de vergadering van de landen. Om iets gedaan te krijgen in de Raad moet je naast Den Haag, ook eerst in Bonn, Parijs en Londen aan de bak.“ ‘Wat een gedoe!’, schiet er uit mijn mond. “Ja,” geeft Niels lachend toe, “maar ook erg leuk. Soms wel frustrerend, en het is sowieso complex. Bijvoorbeeld pas geleden was er een algemeen overleg in Den Haag over kwekers-/octrooirecht, biotech-
Dan heb je dus wel wat mensen nodig bij Plantum? “Er werken 17 mensen bij Plantum, waarvan vijf secretaresses en twaalf inhoudelijke medewerkers, waarvan er drie ook managementtaken hebben. Het werk komt uit de vergaderingen van de verschillende commissies en bedrijven bellen ons met vragen. Verder zijn we als Plantum de Nederlandse vertegenwoordiging in Europese organisaties, zoals bijvoorbeeld ESA en ISF (International Seed Federation), waar ook werk uit voortkomt. “Dus ja,” zegt Niels, “er wordt echt wel hard gewerkt bij Plantum. Belangrijke issues moeten opgelost worden, nee zeggen tegen een vraag van een lid is eigenlijk geen optie!” Wat zijn recente voorbeelden op aardappelgebied waar jullie aan gewekt hebben? Nanja heeft dit nagevraagd bij Judith de Roos-Blokland, jurist bij Plantum en tevens secretaris van de Gewasgroep Aardappelen van Plantum en komt met een aantal voorbeelden. “De verplichting om melding te maken van Farm Saved Seed is door lobby van Plantum vastgelegd in de Zaaizaad- en Plantgoedwet. Vervolgens heeft Plantum hiervoor een meldingssysteem opgezet (eigenzaaizaad.nl). Er is jaarlijks overleg tussen Plantum, de Raad van plantenrassen en NAK-services (de uitvoerder van het CGO-onderzoek voor aardappelen) over de rassenregistratie inclusief onderzoeksprotocollen. Dit heeft de laatste jaren geleid tot een sterke vereenvoudiging van het CGO-onderzoek, bijvoorbeeld doordat gegevens van opbrengstproeven nu zelf aangeleverd mogen worden. We hebben geregeld dat NAK-gegevens over productie van miniknollen en in vitro door bedrijven in Nederland aan kwekersrechthouders worden verstrekt. En we hebben onder andere gewerkt aan het samenvoegen van resistentie- en vatbaarheidsonderzoek voor wratziekte, wat resulteert in een efficiëntieslag.”
Waar komen we Plantum verder tegen? “Naast de wandelgangen van de ministeries, collega-verenigingen en de politiek vooral bij de bedrijven zelf,” geven Nanja en Niels aan. “We hoeven onszelf niet te promoten, want we staan in dienst van de leden. Daarom vinden we het erg belangrijk om de leden te bezoeken en te horen en zien wat er speelt binnen de sector. Juist de diversiteit aan sectoren maakt dat we ook heel krachtig zijn als organisatie!” Een goed gesprek met twee enthousiaste voorvechters voor de sector uitgangsmateriaal! Ook vanuit HZPC zijn er diverse mensen betrokken bij de verschillende commissies. Zo is Gerard Backx, zoals genoemd, voorzitter van het Algemeen Bestuur. Robert Graveland is voorzitter van het bestuur van de Gewasgroep Aardappelen en tevens lid van de Hoofdcommissie Onderzoek, Marchienus Sol is lid van de Werkgroep Farm Saved Seed, Douwe Lodewijk is lid van de Hoofdcommissie Imago. Tom van der Kooij zit in de Werkgroep Fytosanitair beleid en Doretta Boomsma-Akkermans in de Werkgroep Aardappelcysteaaltjes-onderzoek. Arie Westmaas is altijd actief geweest als voorzitter van de Werkgroep Farm Saved Seed en de Hoofdcommissie Export, maar is daar recentelijk mee gestopt vanwege zijn naderend pensioen. Annemarie Blitterswijk
Meer informatie: www.plantum.nl
17
o r g a ni s atie
Fruit Logistica 2013
In een jaar met hoge consumptieprijzen en een matige vraag door de economische crisis in Europa, viel het op dat bedrijven toch blijven investeren in nieuwe productconcepten. De gevarieerde aardappelverpakkingen in combinatie met gebruikersgemak waren echt een lust voor het oog. Toen ik de HZPC-stand binnenliep, overviel me meteen een gevoel van trots en vertrouwen. Door ons te richten op sectoren en door te investeren in nieuwe concepten, blijven we ons ontwikkelen. Een fantastisch voorbeeld hiervan was de nieuwste eyecatcher WOW! (Pomme Couleur). Met gevarieerde, flitsende en trendy verpakkingen kan WOW! zeker de jonge consumenten bereiken. De gekleurde aardappelen voegen emotie en plezier aan de aardappel toe. Zoals gewoonlijk was het een drukte van belang op onze stand, met bezoekers uit alle delen van de wereld. En hoewel bescheidenheid de mens siert, heb ik toch het stiekeme gevoel dat we trendsetters zijn. Vanuit Frankrijk was er in elk geval groot enthousiasme voor de gekleurde aardappels. Drie Franse verpakkers gaan dit jaar aan de slag met HOT 02-7001 en VZF 04-436 waarbij ze het hele traject van veld tot kookproeven doorlopen.
• Ruggespraak
Op de stand van Condylis was ik onder de indruk van de hippe kartonnen dozen, waarin hun Jardin d’Alice verpakt waren. Een trend die zeker toekomst heeft.
18
Natuurlijk was HZPC ook dit jaar weer aanwezig op de Fruit Logistica te Berlijn. Laurent Gervais van Huchette Cap Gris-Nez deelt zijn ervaringen met ons.
Ik moet eerlijk toegeven dat het tamelijk ambitieus is om deze jonge ‘Y-generatie’ als doelgroep te hebben omdat wij, althans een groot deel van mijn collega’s waaronder ikzelf, tot de ‘X-generatie’ behoren. We moeten ons een geheel nieuwe benadering eigen maken en bekend worden met de codes van de jongeren. Een voorbeeld hiervan zijn de foto’s van de Colomba-dames met de bezoekers. Groot voordeel is dat we de nieuwe kennis betreffende de jonge generatie ook weer kunnen aanwenden voor andere concepten, zoals bijvoorbeeld WOW!. Net als vorig jaar, was het aardappelschap van de toekomst weer onderdeel van de stand en mocht zich ook verheugen in veel aandacht. Dit schap wordt sinds enige tijd ook in de Jumbo supermarkt in Joure gebruikt. Hét bewijs dat onze ideeën dus ook realistisch zijn. Al met al kan ik concluderen dat HZPC zeker weer indruk heeft gemaakt op de Fruit Logistica. We laten zien dat we vernieuwend zijn en constant werken aan frisse concepten waarmee we verschillende doelgroepen willen bereiken. Laurent Gervais
Het HZPC-concept ‘M-Enjoy Life’ was ook op en rond de stand aanwezig in de vorm van twee ‘Colomba dames’ die honderden bezoekers ‘stalkten’ en met hen op de foto gingen. De bezoekers hadden echter geen van allen bezwaar tegen deze actie want ze waren zeer gecharmeerd van de aandacht van de aantrekkelijke dames. Om terug te komen op M-Enjoy Life, in Frankrijk werken we inmiddels intensief samen met een kleine groep van vier verpakkers. Gezamenlijk bespreken we hoe we dit concept succesvol kunnen introduceren. Met welke verpakking, communicatie en marketing kunnen we de jonge consumenten het beste bereiken.
19
DAG lastige keuze, HALLO kleurrijk en gekoeld aardappelschap! In de hele keten van vers verpakte aardappelen doen telers, verpakkers en vervoerders hun best om mooie schone en lekkere aardappelen in het winkelschap te krijgen. Dat lukt over het algemeen vrij goed, want als de aardappelen bij een verpakker klaar staan voor transport, ziet dat er keurig uit.
Goede doelen 2012 Ook in 2012 heeft de commissie Goede Doelen veel aanvragen ontvangen. Natuurlijk zouden we het liefst al deze doelen onze steun verlenen maar helaas is dat niet mogelijk. Nadat we ons uitvoerig hebben verdiept in de verschillende aangedragen doelen, hebben we besloten vier stichtingen financiële steun te verlenen. Elk van hen zal 2.500 euro ontvangen van HZPC. Stichting Nachtkus te Moldavië
Groen en kiemen Helaas moeten we vaak constateren dat er op het eindstation (de winkelvloer) toch dingen misgaan. Groene knollen, kiemen, vochtige verpakkingen en soms kan de geur van een rotte knol je tegemoet komen. Uiteraard verschilt dit per winkel, afhankelijk van de omloopsnelheid en de aandacht die de AGF-chef heeft voor het aardappelschap. En die aandacht is wellicht ook deels het probleem. Het controleren van de houdbaarheidsdatum van gesneden groente heeft de eerste prioriteit. Daarna wordt er veelal gekeken naar het zachte fruit, dan de appels, peren en sinaasappels. Als er nog tijd over is komt het aardappelschap aan de beurt.
• Ruggespraak
Tweede moeilijkheid waar een aardappelkopende consument mee te maken krijgt, is de grote keus aan aardappelverpakkingen die niet altijd even duidelijk gepresenteerd zijn. Hoe vind je nu in één oogopslag je kruimige, biologische of andere speciale aardappelen? Want snel moet het wel. Wil een consument nog wel zorgvuldig een stukje vlees, kaas of wijn uitzoeken, aardappelen behoren tot de categorie basisvoorraad en worden door een grote groep consumenten vrij gedachteloos in de kar gelegd. “Ik heb altijd die groene zak van links onderin.” De aardappel verdient een opwaardering! Betere kwaliteit in het winkelschap en meer duidelijkheid in het assortiment moet de dalende consumptie van verse aardappelen een halt toeroepen. Nu kunnen wij dat als HZPC wel vinden, maar in de praktijk blijkt dat je soms daadwerkelijk moet laten zien wat je voor ogen hebt. Dat hebben we dus maar gedaan.
20
Jumbo Tijdens de Potato Days afgelopen november in Joure hebben wij een klein gekoeld aardappelschap laten zien. Niet om aan te geven dat het precies zo moest worden, maar vooral om een discussie over de positie van vers verpakte aardappelen in de
supermarkt op gang te krijgen. De plaatselijke Jumbo supermarktondernemer had al interesse getoond en sinds december vorig jaar staat er in één van de twee Jumbovestigingen in Joure, aan de Sinnebuorren 28, een nieuw aardappelschap met koeling. Bedrijfsleider Sipke Schoonhoven is er erg blij mee en ziet duidelijk dat de kwaliteit veel beter blijft. Met name producten die niet zo hard lopen blijven langer vers waardoor er minder weggegooid hoeft te worden.
Via Doretta Boomsma hoorden we van de Stichting Nachtkus. Deze stichting is opgericht door vier vrouwen uit Friesland die zich inzetten voor mensen in Moldavië die zich in zo’n uitzichtloze situatie bevinden dat ze niet meer kunnen slapen van ellende. De situatie is momenteel schrijnender dan ooit want de oogst in Moldavië is volledig mislukt en veel mensen lijden honger. (www.stichtingnachtkus.nl)
Natuurlijk hebben we ook wat reacties gepeild van de Jumbo klanten en die zijn overwegend positief. ‘Mooi’ en ‘overzichtelijk’ zijn de meest gehoorde termen. Dat de aardappelen nu in een koeling liggen (8°C) is even wennen. Koel en donker bewaren weten de meeste mensen wel, maar bij gebrek aan een kelder of garage, belanden aardappelen vaak in de veel te warme (bij) keuken. De aardappel die in de winkel nog zo goed leek, begint dan al snel te kiemen, met ontevreden klanten als gevolg. In Joure blijft de koeling nog wel even staan bij Jumbo en inmiddels blijkt dat er ook interesse is bij verschillende verpakkers en retailers uit diverse landen. Zowel voor de manier van indelen, als voor het feit dat aardappelen nu gekoeld in de winkel liggen. In Berlijn, tijdens de Fruit Logistica lieten we een fotoserie zien van het schap bij Jumbo in Joure. Keken sommige bezoekers vorig jaar wat vreemd op bij het moderne schap, dit jaar zijn er een aantal mensen speciaal hiervoor naar onze stand gekomen. Zo zie je maar dat het nut heeft om mee te denken in de gehele keten, waardoor de met liefde gekweekte en geteelde aardappel ook werkelijk ‘in volle glorie’ eindigt op het bord van een tevreden consument.
ME/CVS Stichting Collega Mieke Hertzmann vroeg onze aandacht voor de ME/ CVS Stichting. De afkorting CVS staat voor Chronisch Vermoeidheidsyndroom, hetgeen ook wel Myalgische Encefalomyelitis (ME) wordt genoemd. Mensen met ME/CVS hebben te maken met ernstige vermoeidheid met daarbij nog uiteenlopende klachten. De ziekte heeft een onvoorspelbaar verloop. Naar schatting zijn er in Nederland ongeveer 60.000 patiënten. De ziekte treft volwassenen en kinderen. De oorzaak van ME/CVS is helaas nog onbekend. De ME/CVS Stichting wil meer bekendheid geven aan het bestaan van ME/CVS en de sociale gevolgen daarvan. Daarbij stimuleert men wetenschappelijk onderzoek en bevordert men het zoeken naar een geschikte methode voor diagnose en behandeling, alsmede de erkenning van de ziekte door zorgverzekeraars en uitkeringsinstanties. (www.me-cvs-stichting.nl).
Stichting Welfare and future of the Forgotten Children of Indonesia – WFCI
Conpapa te Ecuador Belgapom, de beroepsfederatie van de Belgische aardappelhandel en -verwerking, heeft onze steun gevraagd voor het project ‘Conpapa’ in Ecuador, hetgeen is opgestart door de NGO Trias. Conpapa is een organisatie van 300 aardappeltelers in de arme provincie Chimborazo in de buik van het Andesgebergte. Conpapa wordt al enkele jaren ondersteund door Trias die hen adviseert op het vlak van teelttechniek en commercialisering. Door de steun van Trias is de gemiddelde aardappelopbrengst van de boeren inmiddels 10 tot 15 ton per hectare, terwijl het landelijk gemiddelde vijf à zeven ton is. (www.belgapom.be en www.triasngo.be)
Maria Jansen uit Rutten, een kennis van collega Wilma Plomp, is secretaris van deze stichting die is opgericht door Sjaak Franke uit Creil. Voor zijn bamboekwekerij komt Sjaak al sinds 1996 in Indonesië en hij werd geraakt door de omstandigheden waarin veel kinderen leven. Er is nauwelijks eten en voor school is al helemaal geen geld. WCFI zorgt voor schoenen voor de allerkleinsten en als ze naar school gaan voor een schooltas, schoolkleding, schoolboeken en sportkleding. Naarmate zij ouder worden en zeker als zij eenmaal een beroepsopleiding gaan volgen, stijgen de schoolkosten. Als het verantwoord is, betalen de ouders ook een gedeelte. Zo wil WFCI voorkomen dat gezinnen te veel afhankelijk worden. WFCI heeft steeds zo’n 25 tot 30 kinderen onder haar hoede (zie foto). (www.wfci.nl) Commissie Goede Doelen Martzen ten Klooster, Jacoba Vos-Feenstra, Adri de Vries, Andries Zwager
Annemarie Blitterswijk
21
TRADITIONAL
RETAIL FRESH
FRENCH FRIES
CRISPS
PEELED
uit de m a r k t
Traditional Het seizoen voor verkoop en levering aan de traditionele landen begint altijd vroeg en loopt lang door. De afleverpiek tussen november en eind januari is prima gelopen, alles is tijdig en naar wens van de klant verlopen. Inmiddels is 95% van het verkochte volume verladen en de levering van het restant loopt volgens schema. De afzet naar Noord-Afrika en het Midden-Oosten is zonder meer goed geweest en naar de andere regio’s volgens verwachting. In deze context kunnen we dus spreken van een bovengemiddelde afzet, wat goed aansluit bij de zeer goede hectare-opbrengsten van oogst 2012. Productkwaliteit blijft essentieel en afnemers stellen steeds hogere eisen. Wij zullen hier met alle kennis en middelen op in moeten spelen, want alleen dan kunnen we de loyaliteit van de klanten blijven behouden. Politieke onrust in enkele belangrijke afzetmarkten blijft een voortdurende zorg, maar door aanwas van de wereldpopulatie bieden onze producten ook op termijn voldoende kansen. Ko Geelhoed - sectormanager Traditional
Processing
• Ruggespraak
De prijzen op de termijnmarkt zijn de afgelopen periode naar beneden gegaan en op een niveau terecht gekomen van rond 20 euro (begin maart). De fabrieken draaien op volledige capaciteit en de export van frites verloopt goed. De inschatting van de aanwezige voorraad grondstof in Europa laat zien dat er veel minder product beschikbaar is dan de afgelopen seizoenen en de vraag is in hoeverre dit toereikend zal zijn tot het einde van het seizoen. Natuurlijk speelt het tijdstip van het beschikbaar zijn van de nieuwe oogst hierin een grote rol. Als het weer het toelaat zal er ongetwijfeld vroeg gepoot gaan worden.
22
Ondanks het feit dat de grondstof in Europa dit seizoen op een hoog prijsniveau moet worden ingekocht is de concurrentiepositie van de Europese frites mondiaal sterk. Frites van met name België wordt in grote hoeveelheden aangetroffen in de supermarkten in Zuid-Amerika en Australië. In NoordAmerika is de grondstofvoorziening ruim en liggen de grondstofprijzen op een heel ander niveau dan vorig seizoen. Ook hier wordt de verwerkingscapaciteit volledig benut. De contractprijzen van de verwerkers voor consumptie oogst 2013 zijn flink gestegen ten opzichte van het afgelopen sei-
zoen. In deze prijsstijging zit zeker een correctie voor de prijsdaling van het afgelopen jaar. De verkoop van pootgoed van onze frites-, chips- en peeled rassen is voor het overgrote deel voltooid. De verkopen zijn goed geweest, in overeenstemming met de planning en laten een duidelijke groei zien. Alle nieuwe rassen zijn geplaatst en kunnen het komende seizoen bewijzen of ze de concurrentie met de huidige rassen aankunnen. De maanden maart en april staan in het teken van het uitleveren van het pootgoed naar onze klanten. Een drukke periode, waar in nauw samenspel tussen telers en logistieke medewerkers de juiste kwaliteit en hoeveelheden geleverd moeten worden. Martin Jansen Klomp - sectormanager Processing
Retail Fresh De verkopen naar de meeste Retail Fresh bestemmingen zijn grotendeels gerealiseerd. Aan de laatste verkopen moet nog even extra aandacht worden besteed, maar dat zal net als andere jaren ongetwijfeld goed komen. De stemming in de markt is nog steeds goed. In Zuid-Europa is midden maart veel water gevallen wat op sommige plekken vertraging of uitval in de vroege exportteelt tot gevolg kan hebben. In grote delen van Midden-Europa heeft de kou haar herintrede gedaan. Ook dit heeft vertraging in de vroege teelt tot gevolg. Een voordeel kan zijn dat de telerprijzen voor deze vroege consumptieteelt in met name Spanje, Portugal en Italië wel eens hoog kunnen worden, wat weer een positief effect kan hebben op de verkoop van pootgoed voor het volgend seizoen. De handel in consumptie is qua prijs wat getemperd ten opzichte van een maand geleden. Frankrijk is hierop een positieve uitzondering. Voor erg goede kwaliteit tafelaardappelen wordt in Frankrijk nog steeds een hoge prijs betaald. In het Verenigd Koninkrijk begint men, door de deels mislukte lokale oogst, vroeger dan normaal met import uit het Middellandse Zeegebied. Maar ook de import in het Verenigd Koninkrijk van consumptieaardappelen voor verwerking en voor tafelaardappelen uit Nederland, België en Frankrijk gaat in mooi tempo door. Ruud Kosters - operational manager Retail Fresh
Oeganda, 14 juli 2012 Lutske, dochter van Douwe Lodewijk, spotte deze enthousiaste verkoper op de markt
23
e e n d a g u i t h e t l e v e n va n J o h a n Z i e l e m a n
‘We hebben het hier hartstikke mooi voor elkaar’
Slecht gewikkelde partij
Joure dan liggen. Die ik verwerk en daarna doe ik mijn verdere administratie, ook doe ik de planning voor het afzakken. Momenteel zijn we bijvoorbeeld bezig met het afzakken van 100 ton voor Den Hartigh. Daar doen we ook zaken mee. En ik doe de nodige administratie, want of je nu 100 ton of 1 ton afzakt, de administratie is hetzelfde. Overal moeten bonnen bij en kaarten. Wilma (Plomp) belt bijvoorbeeld en zegt dat 5 ton in 5 kg zakken moet. Ik werk het dan uit, bestel certificaten bij de NAK en schrijf kaarten voor de jongens.” En met gepaste trots: “Eerlijk gezegd maken we heel weinig fouten bij verladingen. En je kunt hier alles traceren, wat ook de kracht is van HZPC en de ZOS. Daarom is administratie heel belangrijk.”
Eigenlijk horen en lezen we weinig over de ZOS, terwijl het toch een onmisbaar onderdeel van ons bedrijf is en er jaarlijks duizenden tonnen worden verwerkt. Op naar de ZOS in Emmeloord dus, oftewel Johan Zieleman.
Als ik het kantoor binnenloop, valt me wederom de ietwat gedateerde inrichting op. Het jaren 70 gevoel dringt zich aan me op en dit zeg ik ook tegen Johan die me, zoals altijd, enthousiast begroet. Johan voelt zich hier echter als een vis in het water en zegt in zijn onvervalste dialect: “Hier is toch niks mis mee. Het is erg degelijk gebouwd. Als ik er niet ben, mis ik het. En de kantine is helemaal opgeknapt, kom maar mee.”
• Ruggespraak
En inderdaad, de kantine is opgefrist. De verfkwast heeft z’n werk gedaan en er staan nieuwe stoelen. Wat ik dan weer grappig vind, is dat er broodtrommels op de zittingen liggen. “Ja, iedereen heeft hier een vaste plaats. Ikzelf zit altijd daar.” Johan wijst naar de kop van de tafel. Hoe kan het ook anders?
24
Voordat we over zijn werkzaamheden gaan praten, wil ik eerst wat meer weten over de persoon Johan en waar dat dialect vandaan komt. “Ik ben geboren in Zwartsluis, maar in 1968 zijn we naar de polder gekomen, waar mijn vader kantonnier werd. Ik was toen 13 jaar en ging naar de LTS in Emmeloord. In die tijd leerde ik ook boer Walsma aan de Vliegtuigweg kennen, een legende. Hij heeft zelfs vijf keer de Elfstedentocht uitgereden. Ik werkte daar in de weekenden. Hij had namelijk geen kinderen en wilde iemand hebben om aardappels te scheppen.” Hij vervolgt: “Walsma was de kweker van het ras Symfonia en ook teler van De ZPC. Nadat ik de LTS had afgemaakt, ben ik in 1972 in dienst gegaan waar ik had getekend voor vijf en een half jaar. Ik was nog maar 16 jaar en de jongste daar. In juli 1977 ben ik uit dienst gegaan, want hoewel het me goed beviel en ik een goede functie had als sergeant 1, trok het boerenwerk me ook heel erg.”
En hierna begon Johans carrière in de landbouw als chef consumptie bij de ZOS in Emmeloord. Toen ik begon in 1977 was de bouw trouwens nog in volle gang en daar heb ik ook nog ‘menig steentje’ aan bijgedragen. Na vijf jaar stopte vestigingsmanager Dirk van der Ploeg en volgde ik hem op. Tijdens het seizoen hadden we toen 60 mensen aan het werk, maar dat waren ook heel andere tijden. Toen moest met elke buitenlandse vrachtwagen nog iemand mee naar de boer om te laden. En alles met de hand natuurlijk, 50 kg balen, 9 hoog op. Hard werken, maar je werd er niets minder van.“
Logistiek centrum
Werkdag
“We hebben tien vaste mensen, maar in het seizoen 15 tot 20. In de winter is het uiteraard hectisch en worden er overuren gedraaid.” Ik vraag me hardop af of er nog veel telers zijn die de ZOS inschakelen voor werkzaamheden. Johan: “Ja hoor, we sorteren voor zo’n 15 tot 20 telers en we zakken af voor 30 telers. Gemiddeld ligt hier 5.000 ton. Er liggen hier ook partijen die al waren gedraaid maar later door de klant zijn geannuleerd en afgekeurde poters uit de haven. En als we het niet zo goed voor elkaar hadden, hadden we al niet meer bestaan. We zijn nu eigenlijk meer een logistiek centrum. Half mei zijn we leeg en beginnen we met schoonmaken tot half juni. In september beginnen we weer met kratten, 50 kg houten kratten welteverstaan. Onze specialiteit, want de ZOS is een van de weinige in Nederland die opkrat. We doen het ook voor Stet, Agrico en Den Hartigh. We zijn daar gewoon goed in en je moet dingen doen waar je goed in bent.”
Terug naar zijn werkzaamheden. “Hoe ziet je gemiddelde werkdag eruit?” Johan: “Om 10 voor 7 ben ik hier. We beginnen om half 8, maar om 5 over 7 zitten hier zeker acht van de tien man. Dan drinken we koffie en bespreken we het werk voor die dag. En als er al een auto staat, zetten we die meteen binnen.” En wat hij ook nog even kwijt wil: “We stoppen om half 5 en met ons werk hebben we de pijp dan ook leeg. We krijgen echter vaak te horen dat we ’s avonds niet willen laden, wat niet zo is, want we willen altijd laden als we het maar tijdig weten.” Verder met de werkdag van Johan. “Na de koffie ga ik altijd eerst de loods in, dan verdelen we het werk en doe ik daar ook mijn werkzaamheden. Daarna ga ik naar kantoor waar de bewerkingsbonnen uit
“Wat vind je de leukste aspecten van je werk?” Johan aarzelt geen moment en antwoordt: “De communicatie met telers. Ik heb ze natuurlijk vaak aan de telefoon maar ze komen hier ook. Ik houd gewoon van een goed contact met de boeren. En ik heb mijn kop mee. Echt waar, Ik kan met iedereen opschieten. Daarbij vind ik dat je over niemand mag oordelen.” Ik kan dit alleen maar beamen want Johan is altijd positief en enthousiast. Je wordt gewoon blij als je hem ziet en met hem praat. Wat Johan ook nog gezegd wil hebben: “Geen boer is gelijk natuurlijk, maar ik heb wel veel respect voor telers waarvan jaar in, jaar uit de aardappelen, maar ook de teelt, van topniveau zijn. Dat vind ik mooi.”
Zoals bekend zit Johan niet verlegen om woorden en hij praat enthousiast verder. “Ik ben ontzettend blij dat ik hier werk en ik ben er ook trots op, dat mag je gerust weten. We hebben het hier hartstikke mooi voor elkaar. ”
Goed gewikkelde partij
Maar behalve het contact met de telers, is er nog iets waar Johan van geniet. “In oktober ga ik altijd met de Cubanen op stap. Dat doe ik al 20 jaar en dat vind ik geweldig. Ik spreek geen Engels, de Cubanen trouwens ook niet, maar we praten de wereld over. Soms pen en papier erbij, maar ik red me altijd. En ik ben niet verlegen, als ik iets niet weet, vraag ik het.” Dat Johan niet verlegen is, is een understatement. Bij hem verbleek ík zelfs. Johan gaat verder: “Ik zeg altijd, pluk de dag en geniet van het leven. Want je weet wat ik heb meegemaakt.” Hiermee zijn we aanbeland bij een zwarte periode in Johans leven en samen blikken we terug. Johan: “Mijn vrouw is op 1 september 2005 overleden aan een hartstilstand. Dat is vreselijk maar het overkomt je. Gelukkig heb ik drie kinderen en daar ben ik heel blij mee. En wat fijn is, ze wonen alle drie in Marknesse. Toch gaat er geen halve dag voorbij of je denkt eraan, onbewust.” Met een glimlach zegt hij: “En ik heb ook vijf kleindochters.”
Wel een vergoeding, maar geen sancties “Zijn er ook nog problemen waar je tegenaan loopt bij je werk?” Johan: “Niet veel maar wat me heel erg stoort, is dat bepaalde zaken niet worden afgestraft. En dan heb ik het over partijen zonder palletkaart en slecht gewikkelde partijen. Men krijgt een wikkelvergoeding, maar soms wikkelen ze te los of ‘vergeten’ ze de bovenste zakken te wikkelen. En daar zit geen sanctie op. Wat betreft palletkaarten, die zijn van wezenlijk belang, ook bij jumbo’s.”
Druk baasje En na werktijd? Dan blijkt Johan nog steeds een druk baasje te zijn. Leider van SVM 1 (voetbalclub Marknesse), kaarten en de autocross. “Ik ben eigenlijk geen avond thuis en op zaterdag ben ik de hele dag op het sportveld. Ik kan gewoon slecht stilzitten en ben graag bezig.” We beëindigen ons gesprek en Johan neemt me mee naar ‘zijn’ loods. Ik kan merken dat hij daar in z’n element is want hij heeft de pas erin en leidt me trots rond. Ik zie aardappelen, aardappelen en aardappelen. In kisten, in jumbo’s, in poly’s en in jutezakken. Van HZPC, van Stet, van Den Hartigh en van Semagri. Er komt geen eind aan. Ik ben best wel onder de indruk en dat vertel ik Johan ook. Hij lacht, en zegt: “Dat zeg ik toch, ik heb geweldig werk. Het is hier gewoon prachtig.” Jacoba Vos-Feenstra
25
hz p c i n t e r n at i o n a a l
Pakistan kent meerdere grondsoorten en er worden dan ook vele gewassen geteeld. De vijf voornaamste gewassen zijn: 1. Tarwe Tarwe is het belangrijkste voedselgewas in Pakistan. Zowel het areaal als de opbrengst zijn de afgelopen jaren geleidelijk gestegen door het gebruik van nieuwe rassen, verbeterde teelttechnieken, beschikbaarheid van water en het efficiëntere gebruik hiervan, bemesting, mechanische verbeteringen en betere opslagfaciliteiten. Daarbij zijn de weersomstandigheden gunstig.
geheel links); Het team van Bari Traders (Ihsan Bari der Tas (HZPC) derde van rechts Jan Hendrik van
3. Katoen Katoen is het meest winstgevende gewas. Het levert de meeste buitenlandse valuta op voor het land. Katoen levert grondstoffen voor de textielindustrie en zorgt voor werkgelegenheid voor mensen in zowel de stedelijke gebieden als op het platteland.
Pakistan De afgelopen jaren is het aandeel van HZPC-verkopen naar Pakistan gegroeid. Onze agent, de heer Ihsan Bari, heeft een grote bijdrage geleverd aan ons stijgend marktaandeel en daarom hebben we hem gevraagd ons iets te vertellen over zijn land, de landbouw en de aardappelteelt.
• Ruggespraak
We beginnen met een stukje geschiedenis, want die is zeker boeiend. Het gebied waarin Pakistan zich bevindt, behoort tot ’s werelds oudste beschavingen. De Indusvallei en de stad Harappa zijn zelfs meer dan 4500 jaar oud. Rond 1500 voor Christus vond de eerste grote verandering plaats toen de restanten van de beschaving werden samengevoegd met die van de geïmmigreerde Indo-Ariërs, afkomstig uit Centraal-Azië. In de eeuwen daarna vonden vele opeenvolgende invasies plaats door de Perzen, de Grieken, de Scythen, de Arabieren (die ook de islam meebrachten), de Afghanen en de Turken.
26
In de zestiende en zeventiende eeuw floreerde het Mogolrijk, waarna in de achttiende eeuw de Britten de regio domineerden. Deze besloten in 1947 Brits-Indië op te splitsen in twee onafhankelijke staten: India en Pakistan. Pakistan was eerst nog een dominion (volledig of gedeeltelijk zelf regerend onderdeel) binnen het Britse rijk, waarna het in 1956 een onafhankelijke republiek werd. Er bleef echter een tweedeling tussen Oost- en West-Pakistan wat uiteindelijk resulteerde in een afscheiding door Oost-Pakistan in 1971, het huidige Bangladesh.
2. Rijst Na tarwe is rijst het grootste voedselgewas. De regering in Pakistan neemt effectieve maatregelen om de opbrengst te verhogen, de kwaliteit te verbeteren en de export van rijst te stimuleren. Men blijft continu research doen om nieuwe Basmati en Iris-rassen met hoge opbrengsten te ontwikkelen. Ook wordt veel aandacht besteed aan effectieve bemesting. Pakistan produceert rijst van de hoogste kwaliteit (Basmati) en geniet een monopoliepositie op de internationale markt.
De grondwet van de Islamitische Republiek Pakistan is tot stand gekomen in 1973. De president is het staatshoofd en de regering wordt gevormd door het kabinet, een ministerraad en de Raad van State onder leiding van de premier. Pakistan heeft vijf provincies, Punjab, Sindh, Baluchistan, Khyber Pakhtunkhwa (KPK) en Gilgit Balistan, die redelijk autonoom zijn. Geografisch gezien kan Pakistan worden opgedeeld in drie gebieden: de noordelijke hooglanden, de Indus-vlakte en de twee belangrijke provincies Punjab en Sindh en als derde gebied het Baluchistan Plateau. De totale oppervlakte van Pakistan is 796.095 km2. De hoofdstad is Islamabad en zeehavens zijn Karachi en de havens van Gawadar. Het aantal inwoners bedraagt circa 170 miljoen. Op gebied van sport is cricket het populairst in Pakistan. Het wordt overal gespeeld, van de noordelijke gebieden tot de zuidelijke stad Karachi. En natuurlijk is ook hockey een prominente sport waarin Pakistan op wereldniveau speelt. Vermeldenswaardig zijn tevens nog de wat minder toonaangevende sporten snooker en squash. Pakistan is de regerend kampioen snooker en de squashspelers van Pakistan domineren al decennialang de internationale ranglijsten.
Landbouw
perziken, pruimen en granaatappels. Groente en fruit worden door het hele land geleverd en tevens geëxporteerd naar Europa en het Midden-Oosten wat de staat significante buitenlandse reserves oplevert. Fruit heeft een aandeel van 40%, gevolgd door groentes met een aandeel van 38%. Met daarbij nog het aandeel van 8% in groente- en vruchtensappen, nemen groente en fruit in totaal dus circa 86% van de tuinbouwmarkt voor hun rekening.
Export De voornaamste exportproducten van Pakistan zijn in aflopende volgorde: ruw katoen, textielproducten en katoen, rijst, leer, leren garen en leerproducten, tapijten en kleden, synthetisch textiel, chirurgische instrumenten, sportwaren, kleding, groenten, fruit en vis, technische goederen en als laatste chemische en farmaceutische producten. Hoewel Pakistan handel drijft met een groot aantal landen, ligt de concentratie van haar export maar in een paar landen: de Verenigde Staten, Duitsland, Japan, het Verenigd Koninkrijk, Hong Kong, de Emiraten en Saoedi Arabië. Deze landen nemen de helft van de export voor hun rekening. Met 28,4% zijn de Verenigde Staten de grootste exportmarkt voor Pakistan, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Japan daalt steeds verder als exportmarkt. >>
4. Aardappelen Door de jaren heen is de aardappel steeds belangrijker geworden, voor de boeren maar ook voor de consumenten in Pakistan. Qua productiecijfers staan aardappelen dan ook op de vierde plaats. Aardappelen hebben een hoge opbrengst, hoge voedingswaarde en zorgen voor hoge financiële opbrengsten voor de boeren. Pakistan is zelfvoorzienend in aardappelen. Met een populatie van ongeveer 170 miljoen mensen betekent dit 14 kg per hoofd van de bevolking. Volgens de statistieken is het totale aardappelareaal 159.400 hectare met een totale productie van 3.491.700 ton. De gemiddelde opbrengst per hectare is 18,5 ton. 5. Tabak Ook tabak is een belangrijk gewas in Pakistan. Tabaksbladeren worden zelfs ook wel gouden bladeren genoemd. Tabak wordt in geheel Pakistan verbouwd, hoewel de provincie Khyber Pakhtunkhwa (voorheen North-West Frontier Province) beroemd is om haar tabak. De noordelijke gebieden van Khyber Pakhtunkhwa, zoals Masher, Abbottabad en Swabi zijn zeer geschikt voor de tabaksteelt. ’s Werelds bekendste tabak, Virginia Tobacco, wordt geteeld in Peshawar, Swabi en Mansehra. De tabaksindustrie zorgt voor veel buitenlandse valuta.
Traditionele opslag van pootgoed
Fruit en groenten Pakistan is een landbouwvriendelijk land waar de klimaatomstandigheden zorgen voor een natuurlijke groei van groenten en fruit. Er worden dan ook 40 verschillende soorten groenten en 21 soorten fruit geteeld in vier seizoenen, het jaar rond. Het areaal groenten en fruit is bijna 1 miljoen hectare met een totale jaarlijkse productie van 10.992 miljoen ton. De belangrijkste vruchten zijn citrussen, dadels, bananen, mango’s, appels, guaves, abrikozen, druiven, amandelen,
27
g o ede d o e l en >>
De pootaardappelmarkt in Pakistan
Controle
Pakistan is compleet afhankelijk van de rassen die worden gekweekt door Europese pootaardappelbedrijven en dan vooral de Nederlandse bedrijven. Alle vooraanstaande pootgoedexporteurs (Agrico, Den Hartigh, IPM, C. Meijer en HZPC) opereren via hun agenten in Pakistan. Er worden zowel roodschillige als blankschillige aardappelrassen verhandeld. Er wordt geteeld voor de consumptiemarkt en voor verwerking tot chips. Het geïmporteerde pootgoed wordt gebruikt om lokaal pootgoed te produceren. Die productie wordt veelal op een traditionele manier opgeslagen (zie foto) tot aan het planten in september. Van geïmporteerd pootgoed wordt 1,75 ton per hectare gebruikt. De aardappelen worden in ten minste vier stukken gesneden, waarna ze even worden weggelegd en na korte tijd worden gepoot. Het land is in twee zones verdeeld, een vroeg en een laat pootgebied. In het vroege gebied worden zowel roodschillige als blankschillige rassen gepoot, terwijl in het late gebied alleen roodschillig wordt geteeld. De ideale periode om te poten in het vroege gebied is van midden oktober tot de eerste dagen van november. Voor HZPC betekent dit dat we bij voorkeur al eind september de eerste aardappelen zouden moeten opzakken omdat klaarmaken en verschepen circa vier tot vijf weken in beslag neemt. In het late gebied wordt gepoot van medio december tot eind januari.
De ‘Federal Seed Certification’ en het regionale quarantainedepartement van Pakistan inspecteren de partijen bij aankomst in de haven. Inklaring kost minstens vijf dagen en binnenlands transport neemt nog eens drie dagen in beslag. Dit betekent dat het zeven tot acht dagen in totaal duurt voordat de aardappelen in het magazijn van de importeur liggen. De regering stelt hoge eisen aan pootgoed, alleen poters van hoogwaardige kwaliteit worden ingeklaard. Nieuwe rassen worden gedurende twee jaar getest voor eventuele toelating tot de rassenlijst. Regeringsinstanties testen het pootgoed op verschillende locaties, waarbij onder andere naar ziektegevoeligheid en opbrengst wordt gekeken. Alleen rassen met een opbrengst van 19 ton per hectare of meer mogen worden geïmporteerd. HZPC is sinds 1960 actief in Pakistan en sinds 1995 werken we samen met onze agent, Bari Traders. Vele decennia was Desiree één van de belangrijkste rassen, inmiddels succesvol vervangen door Asterix. Andere roodschillige rassen waarvan veel wordt verwacht, zijn Ronaldo en Flamenco. Ook de blankschillige rassen Sagitta, Panamera en Evora hebben veel potentie. Deze rassen hopen we dan ook op korte termijn bij de boeren in de velden terug te zien. Ihsan Bari (vertaald en waar nodig aangepast door Jacoba Vos-Feenstra)
in mem o r i a m R i e n t s L e i j s tr a
De kop d’rfoor houwe De Bildtse klaai sil fan ’t maityd weer ontwake, maar de irpels worre niet meer set…
Dat was het statement van onze oud-voorzitter van het college van kwekers, Rients Leijstra. Rients Leijstra was een aardappelkweker in hart en nieren. Hij heeft tot ongeveer een jaar geleden nog actief gezocht naar een nieuw ras. Steeds weer proberen, weer net niet, op het laatst net een beetje van dit te weinig of een beetje van dat te veel. Rients Leijstra was niet direct te overtuigen dat het net niet goed genoeg was. Je moest echt met een duidelijk onderbouwd verhaal komen en geen zaken vergeten, want Rients was een man van orde en correcte weergave van zaken. Hij noteerde alles van zijn zaailingen, alle uitslagen, opbrengsten, neerslag, temperatuur, etc. Je kreeg dan ook een hele beschrijving mee. Maar als je met goede argumenten kwam ging hij akkoord en zei: ’t is jammer, maar we hold’n de kop d’rfoor!
• Ruggespraak
Rients Leijstra heeft twee rassen op de rassenlijst gehad, namelijk Proloog en Novita. Novita is nog een flink aantal jaren geteeld in Frankrijk.
28
Rients Leijstra is overleden op 9 januari 2013 op de leeftijd van 71 jaar. Totaal onverwacht is ook zijn vrouw Tetsje Leijstra 14 dagen later overleden. Een hele schok voor de beide dochters en hun gezinnen. We willen hen dan ook heel veel sterkte wensen bij het dragen van dit dubbele verdriet. Harm Steenhuis
Iets doen voor een ander Adri de Vries (personeelszaken) bedacht in het kader van Goede Doelen iets heel anders. Het Nieuwsblad Noordoost-Friesland schreef hierover het volgende nieuwsbericht. Elk jaar worden er rond de Kerst een aantal goede doelen gesteund door HZPC. Naar aanleiding van een idee van een medewerker uit Joure werd er besloten om niet alleen geld te geven, maar ook een keer iets te DOEN voor een ander en met name voor de oudere medemens in de samenleving. Zo ontstond het plan om de bewoners van Zorgcentrum de Skûle uit Metslawier uit te nodigen voor een bezoek aan het kweekbedrijf. In de Skûle werd enthousiast gereageerd en op vrijdag 15 februari werden 30 bewoners opgehaald door medewerkers van HZPC. Deze medewerkers hadden zich allemaal vrijwillig aangemeld om te helpen. Bij aankomst stond de koffie met wat lekkers klaar en werd de bedrijfsfilm vertoond zodat men kon zien wat HZPC wereldwijd doet, maar ook wat er dichter bij huis in Metslawier allemaal gebeurt op het laboratorium, in de kassen en in de schuur. Daarna werd er in twee groepen een bezoek gebracht aan de kas en de kwaliteitskeuken. In de kas kon men zien hoe de aardappelplantjes ingezet werden zodat er later miniknollen van groeien die geleverd worden aan telers om vervolgens op het veld te planten. In de kwaliteitskeuken kon men zien hoe er proeven werden gedaan met de verschillende rassen door ze te koken en frituren tot chips en frites. Na alle informatie was het tijd om zelf te proeven! In de kantine stond voor iedereen een bord verse frites
klaar van HZPC aardappelen, een smaakvolle afsluiting van een mooie middag. Over een paar maanden krijgt de actie echter nog een vervolg, want bij de opgave mochten de bewoners van de Skûle een wens inleveren. Opvallend veel mensen hadden de wens om een rondrit te maken door de omgeving, daarom besloot de commissie om op een later tijdstip nog een uitje te organiseren voor deze groep.
29
nieuwe medewe r k e r s
• Ruggespraak
Ramon Díaz San Pedro (31) Ramon woont in Leeuwarden en heeft een relatie. Zijn roots liggen in Spanje. Hij is sinds 1 januari 2013 werkzaam bij HZPC. Wat is je functie en wat houdt het in? Ik ben researcher massaspectroscopie. Spectroscopie is een verzamelnaam voor wetenschappelijke technieken om stoffen te onderzoeken aan de hand van hun spectrum, hun wisselwerking met straling van verschillende energie. Met spectroscopische instrumenten meet ik verschillende soorten samenstellingen, zoals de aroma’s in de Pommonde-aardappelen en andere gehalten. Wat heb je hiervoor gedaan? Ik ben gepromoveerd als doctor in analytische scheikunde. De focus van mijn promotieonderzoek lag op de ontwikkeling van analytische instrumenten die verontreinigingen kunnen screenen en de oorsprong van bepaalde afgeleide voedselproducten kunnen vaststellen. Waarom HZPC? De doorslaggevende reden was het onderwerp waarnaar HZPC research wilde doen. De projecten die ik nu uitvoer voor HZPC sluiten naadloos aan op de kennis die ik heb ontwikkeld tijdens mijn promotieonderzoek. Bovendien vind ik Nederland een mooi land en maakte HZPC een erg goede eerste indruk op me. Wat zijn je ervaringen tot nu toe en wat is je opgevallen? Na twee maanden te hebben gewerkt voor HZPC, kan ik niet anders zeggen dan dat mijn ervaringen geweldig zijn. Door mijn collega’s en ook het bedrijf voel ik me thuis. Vooral in het begin was het fijn dat er mensen waren die je hielpen. Je komt in een heel ander land en dat brengt toch wat spanning met zich mee. Wat betreft mijn functie, zijn mijn verwachtingen volledig uitgekomen.
30
Erika Róth (38) Erika is van Hongaarse afkomst en woont sinds anderhalf jaar in Nederland. Zij is op 14 januari begonnen bij HZPC. Wat is je functie en wat houdt het in? Ik ben productmanager voor de Processing sectoren French Fries, Crisps en Peeled. Wat heb je hiervoor gedaan? Hiervoor heb ik een jaar als researcher-projectleider gewerkt voor de Universiteit in Wageningen. In de jaren daarvoor heb ik verscheidene functies bekleed, waaronder wetenschappelijk adviseur bij het Top Institute Food & Nutrition (TIFN), ook in Wageningen, als projectmanager bij het Center for Innovation and Food Technology of La Rioja (CITA) in Spanje, als doctoraal researcher aan de Katholieke Universiteit (KU) te Leuven in België en als researcher aan het Central Food Research Institute in Boedapest, Hongarije. Opleidingen: ik ben gepromoveerd als doctor in biowetenschappen. Daarvoor ben ik als doctoranda in tuinbouw met als specialisatie gewasbescherming afgestudeerd aan de Universiteit in Boedapest. Waarom HZPC? HZPC leek me een betrouwbaar en uiterst professioneel bedrijf met waardering voor haar werknemers. Bovendien vond ik de functie interessant, uitdagend en kan ik me verder ontwikkelen. Wat zijn je ervaringen tot nu toe en wat is je opgevallen? Mijn voorgevoel bleek te kloppen. In bepaalde werkgebieden kan ik mijn expertise en kwaliteiten voor HZPC al inzetten. Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Ik kijk uit naar de samenwerking met verschillende collega’s. Daarbij wil ik graag mijn bijdrage leveren aan kennisuitbreiding van de rassen en haar eigenschappen en de introductie van nieuwe succesvolle rassen!
di v e r s en Yifu Pei (29) Yifu woont in Leeuwarden, maar komt van oorsprong uit het noordoosten van China en woont sinds 2011 in Nederland. Hij is sinds 1 december 2012 in dienst bij HZPC. Wat is je functie en wat houdt het in? Ik ben business development trainee. Het is mijn taak om de afzetmogelijkheden in China te ontwikkelen en daarbij werk ik samen met onze huidige Chinese partners. Wat heb je hiervoor gedaan? Voordat ik bij HZPC kwam, ben ik werkzaam geweest als assistent-manager in een hotel en in een internationaal bedrijf. Ook ben ik actief geweest als researcher op de Universiteit in Bremen en op de VU in Amsterdam. Aan de China Agricultural University in Beijing, China, heb ik in 2006 mijn bachelor in agronomie behaald met als specialisatie gewasbescherming en entomologie en in 2009 mijn doctoraal in biologie met als vakgebieden entomologische ecologie en moleculaire biologie. Waarom HZPC? Daar kan ik kort in zijn. Betrouwbare business, briljante mogelijkheden en een stralende toekomst. Bij HZPC kan ik mijn persoonlijke kracht en interesses tot volle bloei laten komen. Wat zijn je ervaringen tot nu toe en wat is je opgevallen? Fantastische organisatiestructuur en leuke collega’s. Kees Kristelijn (51) Kees is getrouwd (intussen bijna 20 jaar) met Tineke en ze hebben samen een dochter, Cindy. Ze wonen in Grijpskerk. Op 1 januari 2009 is hij op projectbasis bij HZPC in dienst gekomen als onderzoeker bij het project Deltaplan Erwinia in Metslawier. Op 1 januari 2013 is hij in vaste dienst gekomen in een andere functie in Joure. Wat is je functie en wat houdt het in? Mijn functie is agronomisch specialist bij de afdeling Productie en Logistiek. Ik houd mij bezig met onderzoek naar de diverse teeltaspecten van aardappelen. Mijn doel is nieuwe technologische ontwikkelingen in de teelt te introduceren om daarmee de opbrengst en kwaliteit in pootgoed- en consumptieteelt te verhogen. Wat heb je hiervoor gedaan? Na mijn opleiding aan het Van Hall Instituut heb ik eerst als assistentveredelaar van aardappelen bij Meijer in Rilland gewerkt. Daarna heb ik 18 jaar bij Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw (SPNA) in Munnekezijl gewerkt, waar ik diverse onderzoeks- en projectfuncties heb vervuld. De afgelopen vier jaar heb ik me dus beziggehouden met onderzoek naar de bacterieziekte Erwinia. Waarom HZPC? Ik kende HZPC natuurlijk al door mijn werk binnen het Deltaplan Erwinia maar ook daarvoor had ik al regelmatig contact met diverse mensen van HZPC als het ging om teeltkundig onderzoek. Het beeld dat ik hierdoor van de organisatie had, was reden om ja te zeggen tegen deze nieuwe functie . Wat zijn je ervaringen tot nu toe en wat is je opgevallen? Er is een enorme bereidheid om nieuwe zaken op te pakken en daarmee de kwaliteit van onze aardappelen naar een nog hoger plan te brengen. Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Ik hoop dat ik, in samenwerking met alle collega’s, een bijdrage kan leveren aan verdere groei van HZPC. Jacoba Vos-Feenstra
Johan Meirink winnaar van HZPC-schaaktoernooi 2013
Personeel HZPC In dienst Akke Bijma-Visser, interieurverzorgster te Metslawier per 01-01-2013 Ramon Díaz, onderzoeker massaspectroscopie te Metslawier per 01-01-2013 Erika Róth, productmanager Processing per 14-01-2013
Jubilea: 25 jaar in dienst 01-02-2013: Durk Seepma, bedrijfsleider Sippenburg 01-02-2013: John van Meel, buitendienstmedewerker
Zaterdag 26 januari werd in Joure het 37e HZPC-schaaktoernooi gehouden. Er werd wederom gestreden in de twee groepen clubschakers en huisschakers met als finale de winnaars van deze beide groepen. Van de 21 deelnemers bleek Johan Meirink uit Assen uiteindelijk de sterkste. Voor hem was het de vijfde keer dat hij de wisselbeker van het schaaktoernooi in ontvangst mocht nemen. Maar ook de overige deelnemers konden terugzien op een zeer geslaagde dag! In 2014 wordt het toernooi op zaterdag 25 januari gehouden.
Agenda 11-12 September 2013
Potato Europe 2013 Emmeloord www.potatoeurope.com
APP’s In de ‘boerenappstore’ op de website van www.appsforfarming.nl staat een verzameling met nuttige landbouw Apps over gewassen, het weer, bemesting of ziekten en plagen. Heeft u zelf een handige App gevonden? Stuur een mailtje naar deze site en ze voegen uw tip toe aan de lijst.
COLOFON Hoofdredacteur Annemarie Blitterswijk Eindredacteur Martin Jansen Klomp Redactieleden Bennie Huizenga, Jan Hendrik van der Tas Redactie Jessica de Bey Redactiesecretariaat Annechien Born-Stok, Janny van der Weide Vormgeving De Bey Communicatie & Vormgeving B.V. Druk Graphic Support Aan dit nummer werkten mee: Richard Baker, Amber Boomsma (Tekstlabel), Ko Geelhoed, Laurent Gervais, Ruud Kosters, Tammo Schreuder, Harm Steenhuis, Walter Testers, Feico Tijmstra, Jacoba Vos-Feenstra, Adri de Vries, Frank van der Werff e.a. Fotografie Ad van Luyk, Roelof Varkevisser e.a. Adres Postbus 88, 8500 AB Joure Telefoon 0513 - 489 888 Fax 0513 - 489 800 E-mail
[email protected] Internet www.hzpc.com Ruggespraak is een uitgave van HZPC Holland B.V. Verschijnt vier maal per jaar. Oplage 2.250 ex. Jaargang 15 Copyright © HZPC, Joure. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
31
• Ruggespraak
T 0513 48 98 88 F 0513 48 98 00 E
[email protected] I www.hzpc.com