platform voor geloof en politiek verbonden met GroenLinks i n november 2008
d i t
n u m m e r :
Thema: Economie Goudzwaard blijft hopen Kerk onderneemt maatschappelijk verantwoord Overleven in Afrika
COLOFON
INHOUD
4 7 10 12 13 14 16 18 19 20 23 24 26 27 28 31 32
Bob Goudszwaard blijft zoeken naar een bewoonbare, vreedzame wereld Hoop doet leven
PKN sluit zich aan bij MVO Platform Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, Ketenverantwoordelijkheid en Erfzonde Rechtvaardigheid en duurzaamheid boven platte wetten van het kapitaal
Bruce Cerew brengt in beeld wat vluchtelingen doormaken ‘Voor het eerst hoor ik ergens bij’ De Andere Wang Achterwaarts of voorwaarts gerichte solidariteit
De Linker Wang verschijnt 5 x per jaar. Eindredactie: Herman Radstake. Redactie: Theo Brand, Hans Feddema, Christian Jongeneel, Mar ianne Mak, Cor Ofman. Aan dit nummer werkten mee:
Hub Crijns, Jan van Dam, Peter Geschiere, Alex van Heusden, Trinus Hoekstra, Klaas van der Kamp, en W illemijn Lammers. Commentaartekening: Maarten Wolterink Omslagfoto:
Xxxx. Foto Xxx.
Kerk en bedrijfsleven Zin in de ZuidAs
Opmaak: Leonard de Vos / Upset Grafisch Servicebureau; druk: USP, Utrecht.
Fotomiddenpagina Vrede
Redactie-secretariaat: Herman Radstake, Oude Houtensepad 68, 3582 CX Utrecht.
Falende ‘realpolitik’ oorzaak kaukasusoorlog Dag Schepping?
Abonnee-administratie: De Linker Wang, Tarthorst 373 6708 HM Wageningen.
Dagboek Klimaat
Betalingen en donaties: Postbank 3130029 De Linker Wang Leiden o.v.v. ‘Abonnement De Linker Wang’ of ‘Donatie De Linker Wang’.
Kenia In het land van de ‘onbegrensde onmogelijkheden’
Abonnement: a 12,50 per jaar. Los nummer: a 2,50 excl. portokosten.
Canon van de Nederlandse religiegeschiedenis Streven naar vrede en gerechtigheid vaak onzichtbaar
Web-redactie: Theo Brand, Herman Radstake.
Een Nieuw Idee van emigratie in Kameroen ‘Bushfalling’: jagen in rijke landen
Internet: www.linkerwang.nl e-mail:
[email protected]
Ex-bisschop leidt Paraguay
De Linker Wang wordt gedrukt op geheel gerecycled papier (reviva print).
Commentaar Goed dat Duyvendak zich verantwoordde, activisme blijft nodig
Snelkoppelingen naar een betere wereld: www.linkerwang.nl, klik op Links
Exegese: Politieke lezing van de bijbel Partij kiezen in maatschappij, politiek en economie
Agenda/Onder ogen
Aankondiging
Column Crisis, wat een krediet!
november 2008 – nr 4
Heeft u al getekend? www.keerwildersdelinkerwangtoe.nl
2
Redactioneel
Religie in de publieke ruimte
3
november 2008 – nr 4
Bob Goudzwaard. Foto Boyd Noorda
Bob Goudzwaard blijft zoeken naar een bewoonbare, vreedzame wereld
Hoop doet leven
Jan van Dam
Hij woont in een lommerrijke straat in Zeist; Bob Goudzwaard was het enfant terrible onder de economen van de Vrije Universiteit. Hij is al enkele jaren met emeritaat maar nog volop actief. Binnenkort verschijnt de Nederlandse vertaling van het mede door hem in 2007 geschreven boek Hope in Troubled Times, een hoopvolle visie op armoede, milieuvervuiling en globale crises. De emeritus ontvangt zijn bezoek met een joviale groet en een uitnodiging om voor het gesprek een kopje koffie te drinken. Aan de keukendeur, rechts van de ingang, hangt een wasrek met kleren in verschillende stadia tussen nat en droog. Op een van de houten stoelen achter de kleine keukentafel liggen twee lichtbruine sokken. ‘Leg die maar even op de verwarming hoor.’ Na de koffie gaan we via een smalle trap naar de studeerkamer van de man die aan de wieg heeft gestaan van het CDA en zijn (eerste) beginselprogramma Niet bij Brood Alleen. In zijn recentste boek Hope in Troubled Times gaat Goudzwaard dieper in op de toename van de armoede, de afnemende november 2008 – nr 4
zorg, het terrorisme en de klimaatveranderingen. Hij zoekt naar een diepere laag die met geloof en spiritualiteit te maken heeft. Goudzwaard stelt dat ongeremd materialisme ellende veroorzaakt, zowel in de rijke als in de arme landen van de wereld.
Hoop Op de vraag of hoop, een begrip dat een afwachtende houding en passiviteit impliceert, past bij een activistische wetenschapper, antwoordt Goudzwaard: ‘Hoop is voor mij meer dan de verwachting dat dingen zich ten goede zullen keren. Ze gaat dieper en is gebaseerd op de idee dat een ideologie niet ongestoord alles kapot kan maken wat het leven waardevol maakt.
4
Er komt onvermijdelijk een wending. Neem bijvoorbeeld de val van de Muur in Berlijn. Dat was een gebeurtenis die lange tijd voor onmogelijk werd gehouden, maar waarvan je kunt zeggen dat het in de lijn der historische ontwikkelingen lag. Ideologieën of grote doelsystemen gaan op een gegeven moment ten onder. De Verenigde Staten moet om haar welvaart en veiligheid te beschermen militaire avonturen ondernemen die haar krachten te boven gaan. En je ziet dat haar macht begint te wankelen. De crux is dat een systeem dat zijn doelen, in dit geval welvaart en veiligheid, verabsoluteert ook de politiekideologische en militaire middelen om die doelen te bereiken onaantastbaar maakt. Middelen worden goden. Voor mij is hoop gerelateerd aan het gegeven dat ideologieën veel weg hebben van de reuzen in het bijbelboek Daniel; het zijn niet meer dan giganten op lemen voeten. Hoop en activisme sluiten elkaar niet
uit, vindt Goudzwaard. ‘Overal komt er een moment dat de kritiek op een bepaald systeem zich via de hoop verwijdt tot actie. Dat mensen gaan rebelleren tegen de tirannie die hun leven verwoest, die hun het uitzicht op het leven ontneemt. Je kunt systemen de nek omdraaien. Hannah Arendt, een filosoof die ik zeer bewonder, schreef dat de mens afhankelijk is van de ander, dat hij onderdeel is van de natuur en dat hij een plaats heeft in de tijd. Arendt stelt dat de westerse cultuur de ‘menselijke conditie’ als een beperking ziet, als een barrière die met enige moeite overwonnen kan worden. Je ziet die gedachte weerspiegeld in een gezondheidszorg die via cosmetische chirurgie de tijd wil terugdringen. Dat idee reflecteert zich ook in een samenleving waar mensen elkaar niet meer nodig menen te hebben en in een respectloze omgang met de natuur. Arendt noemde dit westerse idee van vooruitgang een oorlogsverklaring aan de menselijke conditie. De mens kent zijn plaats niet meer; hij duidt wat essentieel is voor het menselijke leven als een hindernis die je met behulp van techniek en economie kunt nemen. Het boeiende is dat er in de geschiedenis voortdurend bewegingen zijn die teruggrijpen op de menselijke conditie. Bewegingen die zeggen ‘wij willen noch kunnen die hindernissen nemen’. De opkomst van de vakbonden in het midden van de negentiende eeuw was een protest tegen de overheersing van de economie op de menselijke conditie. Vakbonden stelden de waardigheid van het menselijke leven weer centraal. De milieubeweging, opgekomen in de jaren ‘70 is een protest tegen de opoffering van de natuur aan de economie. En het huidige protest tegen de flexibilisering van de arbeid is een oproep aan de samenleving om de tijd te nemen, om mensen de ruimte te bieden om het leven met elkaar te delen. Al deze protesten verwijzen naar de menselijke conditie en zijn gericht tegen een samenleving die zich verslikt in zijn eigen dynamiek. In het menszijn zelf vind je de fundering van de hoop dat mensen zich weer tot elkaar gaan verhouden.’
Moeilijke tijden ‘In het voorwoord van mijn boek zegt de Zuid-Afrikaanse aartsbisschop Desmond Tutu, en hij mag het zeggen omdat hij grote verdrukking heeft weten te weerstaan: ‘choose the winning side’. Daarmee doet hij een oproep aan de mensen om niet te wanhopen.’
Toch ligt wanhoop voor de hand. De mondiale problemen waarover Goudzwaard in zijn boek schrijft - armoede, onrechtvaardigheid, milieuvervuiling zijn zo groot dat oplossingen verder weg lijken dan ooit. Vanuit zijn eigen ervaring zegt Tutu dat ondanks alle tekenen van het tegendeel geen enkel systeem de menselijke conditie kan negeren. Dus moeten we volgens hem hopen en kiezen voor wat uiteindelijk de winnende kant zal blijken te zijn. Niettemin viel ook Desmond Tutu onlangs ten prooi aan de wanhoop. De pogroms op migranten in de townships deed zelfs de goedlachse en immer optimistische prelaat naar het hoofd grijpen. ‘Hoop is iets waaraan je je vastgrijpt, waaraan je je kunt optrekken,’ zegt Goudzwaard. ‘Dat toont impliciet aan dat de situatie je soms naar de keel grijpt, dat je er even geen gat meer in ziet. Door hoop kun je weer moed vatten. Hoop, zoals dat in titel van het boek is bedoeld, staat niet voor passiviteit. We moeten niet wachten totdat het een keer goed komt maar ons actief verzetten tegen wereldwijde armoede, milieuvervuiling en mondiaal terrorisme.’ Goudzwaard spreekt van moeilijke tijden (troubled times) omdat de wereldproblemen een onontwarbare kluwen vormen. Ter illustratie wijst hij op de wedren op de fossiele brandstoffen. ‘Omdat opkomende machten als India, China, Brazilië en Zuid-Afrika meer energie verbruiken, stijgt de vraag naar olie. Tegelijkertijd zie je dat het Westen zijn energiebehoefte ten koste van alles wil dekken om zijn welvaartsniveau op peil te houden. Een land als de Verenigde Staten haalt 60 procent van zijn olie uit het buitenland, waarvan een fors deel uit het Midden-Oosten. Ze gebruikt alle middelen om die aanvoer veilig te stellen. Geld dat de regering in Washington had bestemd voor het behalen van de door de Verenigde Naties geformuleerde millennium-doelen gaat nu naar militaire avonturen in Irak en Afghanistan.
Eén probleem Ook EU-veiligheidscommissaris Javier Solana vindt dat Europa zich weer moet leren beveiligen, waarmee hij feitelijk zegt dat de Europese landen meer geld moeten uittrekken voor het militair veilig stellen van gas- en olieleveranties. Doordat het Westen brand- en grondstoffen voor zich opeist, stijgen de prijzen. En dat pakt Lees verder op pagina 6 »
5
Biografie Bob Goudzwaard • Bob Goudzwaard (1934) studeerde van 1951 tot 1957 economie aan de Rotterdamse Erasmusuniversiteit. • Van 1967 tot 1971 was hij lid van de Tweede Kamer voor de ARP, lid van de Groep van achttien (KVP, ARP, CHU) en later van de Contactraad. • In 1971 werd hij hoogleraar economie aan de Faculteit der Sociaal-Culturele Wetenschappen aan de Vrije Universiteit. • In 1976 was hij voorzitter van de verkiezingsprogrammacommissie van het CDA, uitmondend in het beroemde eerste CDA-programma ‘Niet bij brood alleen’. • Van 1981 tot 1992 was hij voorzitter van ICCO (Interkerkelijke organisatie voor ontwikkelingssamenwerking) te Zeist. • Van 1986 tot 1999 doceerde hij cultuurfilosofie aan de Faculteit Wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit. • Goudzwaard is lid van de Protestantse Kerk in Nederland en voelt zich politiek verwant aan de Christen-Unie.
Enkele publicaties: • 1974 – Schaduwen van het groei-geloof. Kampen: Kok. • 1976 – Kapitalisme en vooruitgang. Een eigentijdse maatschappijkritiek, Assen: Van Gorcum. • 1985 – Economie, bewapening en ontwikkeling. Jaarboek van de Studiekring voor Post-Keynesiaanse Economie. B. Goudzwaard (red.). Alphen: Samson. • 1986 – Genoeg van te veel, genoeg van te weinig. Wissels omzetten in de economie. B. Goudzwaard en H.M. de Lange. Baarn: Ten Have. • 1989 – Gerechtigheid en barmhartigheid. Mogelijkheden en grenzen van ontwikkelingssamenwerking. Jan van Butselaar en Bob Goudzwaard (red.), Kampen: Kok. • 2006 – Grenzen en paradoxen, IN: Van grenzen weten, Aanzetten tot een nieuw denken over duurzaamheid. Uitgeverij Damon. • 2007 – Hope in Troubled Times. Bob Goudzwaard, Mark van der Vennen en David van Heemst. Baker Academic, Grand Rapids, VS. • 2008 – Nederlandse vertaling van Hope in Troubled Times (in voorbereiding)
november 2008 – nr 4
» Bob Goudzwaard; hoop doet leven
nadelig uit voor de arme landen, hun koopkracht neemt af. Daarbij komt dat het Westen door zijn energieverbruik substantieel bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Een klimatologisch fenomeen dat de arme landen naar verhouding harder treft dan de rijke landen. Ironisch genoeg is ook het Westerse gebruik van biobrandstoffen nadelig voor de landen in het Zuiden. Door de grootschalige verbouw van biobrandstoffen verliezen boeren hun akkers, schieten de voedselprijzen omhoog en betalen de armste van de armen de tol. Het ene probleem staat kortom niet los van het andere. Om de complexe, mondiale problematiek te lijf te gaan, is een georkestreerde aanpak nodig. Maar wat zie je? Politici komen met voorstellen om wat aan de veiligheid te doen, om de armoede te bestrijden, om het milieu te beschermen maar er wordt voorbij gegaan aan de conclusie van het Brundtland-rapport uit 1987: ‘There are no several problems, there is only one problem.’ Armoede in het ene deel van de wereld en de consumptie en productiepatronen in het andere deel zijn twee kanten van hetzelfde probleem, de niet-duurzame ontwikkeling.’
cultureel interpreteert. Het bekennen van schuld staat (ook) in het Westen gelijk aan gezichtsverlies dat je moet proberen te voorkomen. Wonderlijk, want er zijn vormen van zelfkritiek, van zelfcorrectie waaruit iets positiefs kan groeien. Het woord omkeren ligt dichtbij bekeren in de betekenis van ‘We hebben fouten gemaakt waarvan we moeten leren en we zijn bereid daaraan toe te geven’. Wat bijdraagt aan het onvermogen tot zelfkritiek op het westerse model, is de taal. Het idioom ligt tegen het religieuze aan: we moeten offers brengen want alleen groei kan ons redden. De idee dat alle problemen oplosbaar zijn, door geld of techniek, heeft een welhaast bijbelse verlossingskracht gekregen. Als je dan, zoals ik al geruime tijd doe, zegt dat niet groei maar krimp een uitweg kan bieden, dan wordt je gekruisigd.’ Goudzwaard is fel bekritiseerd over zijn pleidooi voor een economie van het genoeg. Hij zou te weinig rekening houden met de miljarden mensen die niet of
beheer van de oikos (huishouden, samenleving). Die opdracht is, denk ik, terug te voeren tot mijn geloof dat je als mens niet zomaar op de aarde bent. Voor mij betekent missie een voortdurend zoeken. Missie is ook gezonden worden ofwel missio dei: een missie vanuit God. En die bestaat voor mij uit de oecumene; een bewoonbare, vreedzame wereld waarin mensen door verantwoord handelen tot bestemming komen. Een wereld waarin de machthebbers verantwoording afleggen aan degenen die van macht afhankelijk zijn.’ ‘In Hope in Troubled Times refereer ik aan de cantate van Bach Nun komm der Heiden Heiland. De titel wijst erop dat Christus eerder de heiland is van de heidenen dan van de christenen. Ze hebben getast naar Hem die ze niet gevonden hebben. Dat heeft me altijd getroffen, er schuilt een betekenis in van redding en verlossing van afgoden die zich in de wereld manifesteren.’ Goudzwaard ziet de huidige periode als een Gnadenfrist (uitstel van executie). ‘We leven in een tijd waarin tal van problemen heel groot op ons afkomen. Tijdens de onvermijdelijke crises zullen de mogelijkheden voor een andere weg zich aandienen. Om een metafoor te gebruiken: tegen het ochtendgloren, als de duisternis het sterkst is, komt de morgenster op. Dit kleine lichtpunt brengt weliswaar weinig verlichting, maar zij komt op als de nacht in beginsel verslagen is. De morgenster sleept de ochtend achter zich aan. Hoop heeft te maken met de kern van het christelijke geloof. In de protestantse kerk wordt op zondag aan het einde van de zegen vaak gezegd: ‘God laat niet varen het werk van zijn handen’. Er zit een kracht in de loop der dingen: systemen die zich uit alle macht verzetten tegen gerechtigheid en barmhartigheid blijken in de geschiedenis keer op keer geen kans te hebben om hun pad tot het einde te volbrengen.’
‘Hoop is voor mij meer dan de verwachting dat dingen zich ten goede zullen keren.’
Kritiek Goudzwaard zegt dat de westerse landen huiverig staan tegenover een integrale aanpak zoals die door het Brundtland-rapport is aanbevolen. ‘Als je de verwevenheid van de problemen aan de orde stelt, kom je namelijk aan vormen van zelfkritiek. De aanklacht van Hope in Troubled Times is dat het Westen de oplossing voor de problemen zoekt in technologische ontwikkeling en economische groei. Ik pleit al jaren voor de economie van het genoeg. De Indiase activist en econoom Raj Patel heeft in zijn boek Stuffed or Starved uitgerekend dat er wereldwijd meer overvoede dan ondervoede mensen zijn. Zijn conclusie, en die deel ik, is dat maat houden zowel de rijke landen als de arme landen ten goede komt.’ Goudzwaard kreeg voor zijn pleidooi voor ‘genoeg’ tot nu toe weinig gehoor. ‘Ik heb daarnaast het woord zelfkritiek gebruikt. Dat is iets wat het Westen moeilijk valt. En dat heeft alles te maken met de manier waarop je het schuldbesef november 2008 – nr 4
nauwelijks genoeg hebben en zou met zijn prima inkomen makkelijk praten hebben. ‘Ik wijs graag op Amerikaanse statistieken waaruit blijkt dat in een markteconomie de rijken rijker en de armen armer worden. Je kunt je afvragen waarom verarming optreedt, ook in Europa en de VS zelf. Dat heeft mijns inziens te maken met het feit dat de economie steeds hogere eisen stelt aan mensen, waardoor velen moeten afhaken. Ze missen de opleiding en de achtergrond om met de dynamiek mee te gaan en worden geleidelijk van economie en samenleving uitgesloten. In Afrika en Latijns-Amerika wordt in de discussie over globalisering geen woord zo vaak gebruikt als exclusion. Om mondiale verarming te analyseren, moet je aan de andere kant beginnen. Als je verrijking ziet als de aantoonbare oorzaak van verarming en uitsluiting, kom je vanzelf bij de vraag wat voor kwaads westerse landen doen aan de armen.’
Missie Dertig jaar lang in de contramine, dat veronderstelt bijna dat hij een missie te vervullen heeft. ‘Vanuit een diepe betrokkenheid met het lijden in de wereld wil ik een bijdrage leveren aan een zorgvuldiger
6
Noot: Het Brundtland-rapport is de naam waaronder het rapport Our Common Future uit 1987 bekend is geworden. Het rapport is geschreven door de World Commission on Environment and Development (WCED). De populaire naam verwijst naar de voorzitster van de commissie, de toenmalige Noorse premier Gro Harlem Brundtland.
PKN sluit zich aan bij MVO Platform
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, Ketenverantwoordelijkheid en Erfzonde Trinus Hoekstra
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, ketenverantwoordelijkheid en erfzonde? Wat hebben deze drie woorden gemeenschappelijk? Ze werden alledrie genoemd tijdens de conferentie ‘Kerken werken aan een geloofwaardige economie’ op 10 juni. De Protestantse Kerk in Nederland maakte er bekend zich middels haar werkorganisatie Kerk in Actie aan te sluiten bij het Platform Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO Platform). Soms gebeurt het dat een oud en obscuur woord uit de traditie door de actualiteit in een nieuw licht komt te staan en ineens een verrassend heldere betekenis krijgt. Zoiets gebeurde op deze conferentie. MVO is momenteel een belangrijke, volgens velen zelfs onomkeerbare trend in het bedrijfsleven. Veel ondernemingen doen tegenwoordig moeite om aan te tonen dat ze maatschappelijk verantwoord werken. ‘Maatschappelijk’ wil hierbij zeggen dat het ondernemen in relatie staat tot het geheel van de maatschappij. Bedrijven letten dus niet alleen op een financieel winstgevende productie van goederen en diensten, maar kijken ook naar de effecten van hun productie op de samenleving en het eco-systeem. Het gaat naast economische om ecologische en sociale waarden; de zogenaamde ‘triple p-benadering’ van profit, planet en people. Het bijvoegsel ‘verantwoord’ drukt uit dat het bij MVO niet slechts om goede bedoelingen gaat, maar om het afleggen van verantwoording, het aantoonbaar en inzichtelijk maken van de praktijk van ondernemen, en de bereidheid hierover met de samenleving te communiceren. Hierbij heeft men naast de financiers of aandeelhouders (shareholders) een brede kring van andere belanghebbenden (stakeholders) op het oog: werknemers, vakbonden, toeleveranciers, branchegenoten, klanten, consumenten, milieubewegingen, overheden en soms ook kerken.
Werken aan een Geloofwaardige Economie De ontwikkeling van MVO is dus mede afhankelijk van de aandacht en de steun vanuit de samenleving voor MVO. Zo’n 35 non-gouvernementele organisaties hebben zich verenigd in het MVO Platform (www. mvo-platform.nl). Daarin bundelen ze hun krachten en deskundigheden om het debat
over MVO met overheid en bedrijfsleven goed en constructief te kunnen voeren. Ook Kerk in Actie heeft zich met haar eigenheid als diaconale werkorganisatie van de kerk bij dit platform aangesloten.
Illustratie Len Munnik
Dat deed zij vanuit haar betrokkenheid (in hulp, samenwerking, bewustwording en deelname aan het publieke debat) op de samenleving hier en wereldwijd, vanuit het Bijbelse verlangen naar gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. Met deze aansluiting zoekt de Protestantse Kerk in Nederland haar weg, haar plek en haar verantwoordelijkheid in de huidige civil society (burgerlijke samenleving) in MVO. Kerk in Actie sloot zich bij het MVO Platform aan binnen het oecumenische driejarenprogramma ‘Werken aan een Geloofwaardige Economie’ (www.geloofwaardige-economie.nl). In dit programma werken drie organisaties samen: Disk, Kerk in Actie en Oikos. Het programma wil de kerken in al haar geledingen, van jong tot oud en zowel landelijk als lokaal, betrekken bij de vraag hoe ze zich verhou-
7
den tot de economie. Hoe kunnen kerken in hun deelname aan de economie, de productie en consumptie van goederen en diensten, het Bijbelse verlangen naar gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping volgen?
Accra-Verklaring In 2004 is in de Accra-Verklaring met name op initiatief van kerken in het Zuiden van de wereld de roep om een geloofwaardige economie verwoord. Deze verklaring is opgesteld door de Wereld Alliantie van Gereformeerde en Hervormde Kerken, de World Alliance of Reformed Churches (WARC). In de zomer van 2004 was de WARC in de Ghanese hoofdstad Accra bijeen voor haar zevenjaarlijkse assemblee. De WARC nam er een radicale en kritische houding in over de neoliberale richting waarin de huidige globaliserende wereldeconomie zich ontwikkelt. De slotverklaring laat aan duidelijkheid niets te wensen over en verwerpt ‘de huidige economische wereldorde die ons door het wereldwijde neoliberale kapitalisme wordt opgelegd en elk ander economisch systeem (…) dat het verbond van God tart door de armen, de kwetsbaren en de hele schepping uit te sluiten van de volheid van leven’. Disk, het landelijk bureau voor arbeidspastoraat en al langer lid van het MVO Platform, heeft voorgesteld om deze roep in onze Nederlandse context te vertalen naar een grotere kerkelijke betrokkenheid in het debat in onze samenleving rond MVO. Disk heeft daarbij ook voorgesteld om voor lokale kerken zoiets als een ‘Accra-scan’ te maken. Met dit instrument kunnen lokale kerken nagaan hoe ze hun keuzes in hun bedrijfsmatige organisatie meer in overeenstemming kunnen brengen met hun gelovige verlangens. Dit instrument wordt nu in drie delen uitgewerkt: een quickscan, een duurzaamheidspecial waarin uitgediept wordt hoe de aandacht voor de samenhang van ecoLees verder op pagina 8 » november 2008 – nr 4
» PKN bij MVO
nomische, sociale en ecologische gevoed wordt vanuit de christelijke traditie en hoe deze aandacht vertaald kan worden in handelingsperspectieven, en een website (www.duurzamekerk.nl) aan de hand waarvan het instrument de komende jaren verder kan worden ontwikkeld. Met dit instrument kan worden bevorderd dat lokale kerken ook meer maatschappelijk verantwoord te werk gaan. Het wordt op 18 november gepresenteerd, op de slotconferentie van het samenwerkingsprogramma ‘Werken aan een Geloofwaardige Economie’.
Niet veroordelend Synodevoorzitter De Fijter lichtte op 10 juni de aansluiting bij het MVO Platform toe. Hij verwees naar de bespreking van de Accra-verklaring door de Synode, die eind 2005 plaatsvond. Daar heeft de synode positief met deze verklaring ingestemd, tot ongeloof en verontwaardiging van velen. De synode werd wereldvreemdheid en gebrek aan realiteitszin verweten. Sommigen vatten deze instemming op als een veroordeling door de kerk van mensen die verantwoordelijkheid dragen in het bedrijfsleven. Maar die interpretatie trekt dit spreken echter niet alleen uit het lood, maar ontkent ook de complexiteit van de thematiek. De Accra-Verklaring waar de synode mee instemde, is niet een veroordelende maar een ontdekkende. De Verklaring vraagt naar het verband tussen geloof en economie in onze economische participatie. Als consumenten, producenten, werkgevers en werknemers nemen we allen deel aan de economie, aan de maatschappelijke bevrediging van onze behoeften. De vraag is welke waarden, wat voor ‘geloof’ er over ons komt wanneer we deel nemen aan deze economie. Is dat het verlangen naar Gods gerechtigheid en vrede, of legt een ander verlangen beslag op ons? Het is een fundamentele geloofsvraag precies in onze economische participatie. De synode sprak over het ons bewust worden van onze keuzes in deze economische participatie. Onze keuzes kunnen sociale en ecologische duurzaamheid bevorderen. De synode is niet zo naïef te denken, dat onze individuele keuzes alleen de wereld gerechtigheid en vrede kunnen brengen. Onze keuzes voor duurzaamheid mogen begrepen worden binnen een bredere beweging van maatschappenovember 2008 – nr 4
lijke organisaties, overheden en ondernemingen.
Handelingsperspectief Deze instemming van de synode met de Accra-Verklaring getuigt volgens de Synodevoorzitter van moed om met erkenning van de realiteit van onze eigen context de verklaring in geloof te willen verstaan en van durf om er handelingsperspectieven aan te verbinden. De Accra-Verklaring wil ons niet bij de economie vandaan houden. Ze dringt er op aan dat wij met Gods waarheid van gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping bij de economie zijn. Hoewel de Accra-Verklaring hierbij zelf geen concrete handelingsperspectieven aanwijst, vloeit er uit haar radicaliteit wel een handelingsperspectief voort. In plaats van hier en daar met een ‘ontwikkelingsproject’ branden te blussen, gaat het om een ‘structureel-economische’ opgave. Dit betekent dat de huidige markt van de grond af anders moet worden gedacht en ingericht. Uitbuiting en uitsluiting worden pas opgeheven door de ontwikkeling van nieuwe sociaal en ecologisch duurzame markten. Niet alleen met Fair Trade-initiatieven in geïsoleerde hoekjes van de wereld, maar uitnodigend en appellerend aan de hoofdstroom van bestaande bedrijven. Die bedrijven moeten geënterd worden met het oog op MVO. Of het participeren in MVO via productie en consumptie nu de beste weg is om de radicale Accra-oproep te beantwoorden, is niet eenvoudig te beantwoorden. Het zal afhankelijk zijn van wat wij met elkaar (overheid, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, kerken en burgers) van MVO weten te maken. Wanneer MVO sterker wordt, kan het een belangrijke rol spelen in het laten doordringen van een sociaal en ecologisch kostenbesef in ons economisch denken en vooral ook in ons handelen. De structureel-economische opgave is hierin een fundamenteel punt. MVO moet geen extra activiteit van bedrijven zijn, geen liefdadigheid. Het gaat er om dat de kernactiviteiten (de activiteiten rondom het kernproduct) van bedrijven sociaal en ecologisch duurzaam worden. Alleen dan wordt structureel een economie bevorderd die ook sociaal en ecologisch duurzaam produceert en consumeert. Het MVO Platform bevraagt precies op dit punt overheid en bedrijfsleven hoe MVO concreet vorm krijgt en hoe de kwaliteit ervan kan worden verbeterd met
8
Het MVO-Platform is een netwerk van 35 Nederlandse maatschappelijke organisaties op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO).
het oog op de structureel-economische opgave. Dit is precies de benadering die de PKN als handelingsperspectief zocht in het licht van haar interpretatie van de Accra-Verklaring, en waarom zij zich via Kerk in Actie heeft aangesloten bij het MVO Platform. Vervolgens lichtte Willemijn Lammers van ICCO/KerkinActie de aansluiting toe. Haar uitleg staat verderop in dit nummer.
Westers provincialisme De coördinator van het MVO Platform, Gemma Crijns, heette Kerk in Actie van harte welkom. Zij hechtte grote betekenis aan de aansluiting van een kerkelijke organisatie bij het Platform. De stem van kerken heeft volgens Crijns nog steeds een groot gewicht in de Nederlandse samenleving. Dit gewicht is volgens haar uniek door de vele lokale kerken die in hun lokale samenleving het belang van duurzaamheid en MVO kunnen laten doorklinken en ze hoopt daarom dat het programma Werken aan een Geloofwaardige Economie goed zal doorwerken naar de lokale kerken. Ook de motivatie voor de aansluiting met de verwijzing naar de Accra-Verklaring zei Crijns heel belangrijk te vinden. In de benadering van het MVO Platform speelt de kloof in ontwikkeling tussen het Zuiden en het Noorden van deze wereld een belangrijke rol. Hier in het Westen, bijvoorbeeld in Nederland, wordt veel nagedacht en gesproken over MVO. Het gevaar van Westers provincialisme is hierbij niet denkbeeldig wanneer het zicht op het Zuiden beperkt is en de stemwmen vanuit het Zuiden niet worden gehoord. In de Accra-Verklaring ziet zij een belangrijke impuls om oog te hebben voor deze schrijnende internationale dimensie. Ook de aanwezige vertegenwoordigers van overheid en bedrijfsleven reageerden positief op de aansluiting. De heer Van den Braak (werkgeversorganisatie VNONCW) en mevrouw Braks (Ministerie van Economische Zaken) zeiden toe te juichen dat kerken zich inlaten met een belangrijk actueel en maatschappelijk thema als MVO.
Wordt hier maatschappelijk verantwoord ondernomen?
Erfzonde Tijdens het debatgedeelte van de conferentie ontspon zich een interessante discussie over de drie P’s van MVO: Profit, People en Planet - oftewel economische, sociale en ecologische waarden. Volgens de vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en de overheid kunnen kerken wellicht een eigen plek bij dit thema vinden door een vierde P van pneuma, Grieks voor geest en bezieling, aan deze 3 P’s toe te voegen. Synodevoorzitter De Fijter en ook de hoogleraar Fundamentele Theologie Van der Hoogen betwijfelden echter de zin van dit voorstel. Volgens hen heeft de eigen spiritualiteit van kerken, het verlangen naar gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping, nu juist meer betrekking op de kwaliteit van de samenhang van de drie P’s dan dat het slaat op de noodzaak van een extra P. Het belang van de kerkelijke bijdrage aan het maatschappelijke debat is niet zozeer gelegen in het bieden van een religieus extra als wel in de vragen die ze
op grond van haar traditie stelt bij de kwaliteit van de samenleving. Precies op dit punt stelde Van der Hoogen het publiek de vraag aan welk woord uit de traditie het begrip ‘ketenverantwoordelijkheid’ hen deed denken. Dit begrip behelst op het terrein van MVO het inzicht daarin dat je bij de productie, distributie en consumptie van goederen en diensten te maken hebt met een proces dat zich uitstrekt van het allereerste begin van het ontstaan van een product tot de eindfase in de consumptie ervan. De hele keten van dit proces alsmede iedere oorzaak en ieder gevolg ervan is aan de orde bij een begrip als ketenverantwoordelijkheid. De uitdrukking van wde medeverantwoordelijkheid van de consument ten opzichte van zo’n keten vind je tegenwoordig bijvoorbeeld in een term als ‘verwijderingsbijdrage’. Volgens Van der Hoogen resoneert in dit begrip de oerbetekenis van de christelijke notie ‘erfzonde’. In deze notie wordt niet
9
zozeer uitgedrukt dat je gedoemd bent om te zondigen, als wel dat je in verbinding staat met degenen die aan je voorafgingen en die op je zullen volgen. Je staat in het nu in het resultaat van alles wat aan je voorafging, zoals jij een resultaat door zult geven aan hen die op je volgen. ‘Heiliging’, ook weer een woord uit de traditie, is daarbij het proces waarin je deze ‘erfzonde’ onderkent, je plek weet en je verantwoordelijkheid neemt, zonder de illusie te koesteren dat je al wat aan je voorafging en alles wat op je zal volgen ‘recht’ kunt zetten. Je doet wat je kunt en van daaruit moet doen in de acceptatie van je plek in de keten. En je doet het omdat je gehoor geeft aan het Goddelijke verlangen naar gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. Trinus Hoekstra werkt bij de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland en is mededirecteur van het landelijk bureau voor arbeidspastoraat, DISK. november 2008 – nr 4
PKN sluit zich aan bij MVO platform
Rechtvaardigheid en duurzaamheid boven platte wetten van het kapitaal Willemijn Lammers
Met de aansluiting van de PKN bij het landelijk MVO-platform geeft de kerk een duidelijk signaal dat zij zich met haar leden wil inzetten voor meer gerechtigheid en duurzaamheid in de wereld van de economie. Om de officiële aansluiting te vieren, organiseerde de PKN de conferentie ‘Kerken werken aan een geloofwaardige economie’. Daar lichtte Willemijn Lammers van ICCO/KerkinActie de aansluiting toe. Hieronder haar toespraak. Denkende aan Accra, Agapè, arm-rijk, MVO, schiet mij onmiddellijk een bekend verhaal van Abel Herzberg in gedachten: ‘Iemand had twee zonen en toen hij stierf kregen beiden de helft van zijn land. Nu was de ene rijk maar had geen kinderen, de ander had zeven zonen en was arm. Die nacht kon de rijke zoon niet slapen. Mijn vader heeft zich vergist, dacht hij, want ik ben rijk, maar mijn broer is arm en heeft geen land voor zoveel zonen. En hij stond op en ging op weg om nog voor de dageraad de grenspalen te verzetten. Ook de arme zoon lag wakker die nacht. Mijn vader heeft zich vergist, dacht hij, want ik heb mijn zeven zonen maar mijn broer is eenzaam - en hij stond op en ging op weg, om nog voor de dageraad de grenspalen te verzetten. Toen de dag aanbrak ontmoetten zij elkaar. Ik zeg je, op die plaats zal de stad van vrede verrijzen.’ Wij van Zending, Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking hebben de Accra- en de Agapè-verklaring gehoord. En of het nu gaat om een belijdenis, een profetie of een gebed, wij hebben er een schreeuw in gehoord, een verlangen, een roep om rechtvaardigheid, een roep om te november 2008 – nr 4
delen in de rijkdom, een roep om insluiting. En die trekken we ons aan, die horen we, door de - wellicht op onderdelen wat zwart-witte - analyse heen. Het is ook een oproep die we ons in ons wereldverband hebben aan te trekken. Daartoe hebben we ons verplicht en georganiseerd in de Wereldraad en andere wereldwijde verbanden. En niet vanuit een schuldgevoel, maar vanuit de authentieke roep om gerechtigheid, rechtvaardigheid en rentmeesterschap.
voelen zich maatschappelijk verantwoordelijk, de ngo’s en kerken bemoeien zich tegen ondernemen en ondernemers aan. Veel wereldwinkels zijn achter in de kerk begonnen. Oikocredit werd door de wereldraad opgericht. Max Havelaar ontstond door de samenwerking van een priester en een kerkelijke ontwikkelingsorganisatie. Maar fair trade alleen redt de wereld niet. De reguliere markt, de reguliere bedrijven moeten duurzamer, rechtvaardiger worden.
Regulier rechtvaardiger
Ondernemende kerk
De lokale gemeenten hebben een groot deel van het internationale diaconale en missionaire werk uitbesteed aan de landelijke en internationale organen, te weten KerkinActie en ICCO. Vanuit het buitenlandwerk draaien we al mee in het MVOplatform, ICCO is al lid, maar het is erg goed dat nu ook de kerk zelf lid wordt van het MVO-platform. We doen ons internationale werk immers namens de gemeenten, namens de gehele kerk, het is onze taak om juist die verbindingen te leggen.
En wat hebben we nu concreet te doen, te bieden als kerken, als we het over MVO hebben? ICCO/KerkinActie laten zich kennen door concreet samen te willen werken met bedrijven, constructief, opbouwend, in de praktijk van alle dag, ontwikkelingsgericht en dienend. Veel MVO-initiatieven beginnen bij personen. Bij mensen, christenen in een bedrijf. Mensen die positief in hun geloof staan, willen getuigen, hun verantwoordelijkheid willen nemen, die geloven in PPP. Veel Christelijke ondernemers kloppen bij ons aan: hoe ze als bedrijf met MVO om moeten gaan, of ze iets kunnen betekenen overzee, hoe ze verantwoord kunnen ondernemen, wat ze kunnen doen voor ontwikkelingssamenwerking. Veel ondernemers zitten in de kerk. De kerk kent veel middenstanders. Veel boeren gaan naar de kerk. De kerk zit vol met consumenten. De kerk stelt zaken aan de orde: hoe kunnen wij als kerkleden duurzaam en verantwoord ondernemen, produceren, consumeren, beleggen? Wat zijn eerlijke handelsverdragen? Hoe zit het met subsidies en kapitaalsstromen? Hoe wordt voedselzekerheid gegarandeerd? De Bijbel is praktisch, het gaat om een zijnswijze, om concreet handelen, veel handelingsperspectieven, juist rond verdeling, rond arm en rijk: de weduwe van Sarafath, de talenten, de wijngaard, de vissen en de
Terwijl economie over schaarste gaat, gaan markten niet zonder meer uit van behoeften en noden van mensen, noch van gerechtigheid, verdeling of rechtvaardigheid. Ze worden voornamelijk geregeerd door geld en kapitaal. Je telt alleen mee als je over kapitaal beschikt. Tegelijkertijd worden markten en bedrijven steeds belangrijker, globaler, dynamischer, machtiger, ze overschaduwen overheden, sociale verbanden, maar sociale organisaties, ngo’s, kerken, kleine producenten waren tot voor kort nog behoorlijk afwezig in die wereld van de markten en de commercie. Ook als diaconie en ontwikkelingssamenwerking hielden we er ons weinig mee bezig. Het verandert gelukkig wel. De samenleving verandert, sectoren vloeien door elkaar: de overheid privatiseert, bedrijven
10
broden, de rijke jongeling, de kwijtschelding, enzovoort. De kerk is zelf ook een onderneming: er wordt ingekocht, er wordt energie gestookt, er wordt geld belegd, er is vermogen, gebouwen worden onderhouden, gronden zijn nog in bezit. Hoe verantwoord gaan we er mee om? 700 PKNgemeenten hebben geld belegd bij Oikocredit. Kerken kunnen via onder andere het energiebedrijf Greenchoice groene stroom krijgen, waarmee CO2-credits kunnen worden gekocht, die weer ten goede komen aan organisaties in het Zuiden. Kerken besteden hun werelddiaconale gelden aan vele initiatieven op het gebied van duurzame en rechtvaardige economische ontwikkeling. Geld is niet alles, maar helpt wel. Veel doen we rond lokale marktontwikkeling in (ontwikkelings) landen.
Vertrouwen Vorige week was ik in Centraal Azië. We hebben daar een groot programma rond LMO. Bedrijven en producenten werken nauw samen. Op mijn vraag hoe men bedrijven selecteerde, luidde het antwoord: belangrijk vinden we of er een open houding is, een wil om relaties te leggen, of er vertrouwen gekregen kan worden in de andere marktpartij. Vergaderingen met boeren bij een verwerkingsfabriek van komkommers en tomaten werden altijd ín de fabriek gehouden: om vertrouwen te krijgen en oude vijandsbeelden af te leggen. Samenwerkingen tussen boeren en bedrijven gaan alleen als relaties worden aangegaan, relaties hersteld, vertrouwen wordt gewonnen. Kerken zijn soms de enige instituties waarin op lokaal niveau nog vertrouwen is. Kerkelijke organisaties kunnen bemiddelen, faciliteren, verbinden tussen bedrijven en gemeenschappen. De kerk kent en zit in vele netwerken,
wereldwijd, nationaal, regionaal, lokaal. ICCO/Kerkinactie gaat een deel van die contacten aan en onderhoudt ze. Er wordt op wereldschaal samengewerkt door de christenen, de moslims en de joden in het zogenoemde 3IG-initiatief: hoe kan het grote kapitaal in de christelijke, joodse en islamitische wereld duurzaam belegd worden en zelfs bijdragen aan de doelstellingen van die drie religies. Aan het einde van deze straat (de bijeenkomst was in Utrecht, red.) staat de Rijksmunt. Boven de ingang staat de spreuk: ‘Het geld, hier uit metaal verkregen, zij nooit ten vloek, doch steeds ten zegen’. De kerkelijke netwerken gaan in gesprek met de Wereldbank, het IMF, regeringen, met bedrijven en andere partijen.
Verantwoord winst maken Kerken en kerkelijke werkers vervullen belangrijke maatschappelijke taken, die leveren sociaal rendement op. Het wordt zelfs uitgerekend hier en daar. Modellen zijn ontwikkeld. Bedrijven zijn gefocust op hun Return On Investment. Nu dan MVO, maar zijn ze ook echt bereid om te investeren in een sociale infrastructuur, in een breder belang, de publieke zaak, de langere termijn, de omgeving, in hun mensen? Dat zijn ze niet gewend: dat moeten wij maar doen, dan gaan zij daarna hun business opstarten. Wij gaan het gesprek met ze aan: jullie een stuk, wij een stukje om jullie op weg te helpen. Bedrijven zouden in hun Return on Investment ook de sociale kosten en baten moeten verdisconteren: hun Social Return on Investment. Onze folder heet ‘winst door ontwikkeling’: gezamenlijk inzetten op ontwikkeling, dat is winst. Niet je winst weggeven, maar kijken hoe de winst verantwoord en breder ten nutte gemaakt kan worden.
verhitte groepsdiscussie de groep dreigde ten onder te gaan aan interne verschillen en conflicten. Ik weet een verhaal, zei hij: ‘Er was een kleine jongen in het dorp. Hij had veel gehoord over een wijze oude man in hetzelfde dorp. Maar hij wilde het zelf nu wel eens testen. Hij ging naar de oude man en zei: ‘Oude man, iedereen zegt dat je zo wijs bent, ik wil het wel eens zien. Ik heb achter m’n rug een kip en als jij nu zo wijs bent, kan jij me wel vertellen of die kip nog leeft of helaas dood is.’ De oude man aarzelde niet en zei: ‘Wat ik ook zeg, jij kan het andere laten gebeuren: zeg ik dat de kip leeft, dan draai je snel z’n nek om; zeg ik dat ze dood is, dan laat je haar leven. Maar hier gaat het niet om. Het belangrijkste is dat de kip dus nog leeft en dat jij dat leven in je handen hebt. Het is aan jou om de kip te laten leven, dat is belangrijker dan ons wellesnietes, ons spel, mijn wijsheid. Jij mag het leven van de kip niet opofferen om gelijk te krijgen.’ En het jongetje ging heen om iedereen te vertellen dat de man inderdaad waarlijk wijs was.’ En zo is het: rechtvaardigheid, gerechtigheid, duurzaamheid, verantwoordelijkheid, getuigenis en dienst, het is aan ons het te laten leven en te laten prevaleren boven de platte wetten van het kapitaal en dus ook binnen onze vormen van ondernemen en economie bedrijven, zeker in de internationale context, waar de armrijkverhoudingen zo scherp liggen en nog zo onrechtvaardig zijn. Willemijn Lammers is programmamanager Duurzame rechtvaardige Economische Ontwikkeling van ICCO/ KerkinActie.
Leven in de hand Ik zie het nog voor me: in de Filippijnen ging een arme visser staan, toen in een
11
november 2008 – nr 4
Bruce Cerew brengt in beeld wat vluchtelingen doormaken
Voor het eerst hoor ik ergens bij Cor Ofman
‘Elke dag staken mensen zich in brand, hingen zichzelf op in hun kamers of sprongen in de rivier en gingen kopje onder. Elke dag gaven mensen als ik het op.’ Bruce Cerew (29), voormalig asielzoeker uit Afrika, beschrijft in zijn boek War Child de ziekmakende asielprocedure in ons land. Hij is nog jong om nu al zijn memoires te schrijven. Maar het boek opent de ogen voor wat mensen als hij moesten doorstaan in hun landen van herkomst en hoe ze de slechtste kanten van onze wet en regelgeving tegenkomen en hoe bevooroordeeld onze samenleving ze tegemoet treedt. Hij had geluk. Hij kreeg na ruim twee jaar een verblijfsvergunning. ‘Ik heb dit boek geschreven omdat ik niet meer wist wie ik was. Ik was aan de medicijnen omdat ik niet meer kon slapen. Omdat de verhalen terugkwamen in mijn hoofd. Ik had zoveel meegemaakt. Ik keek nooit televisie. Maar toevallig keek ik naar een programma van Oprah Winfrey, waarin een jongen vertelde hoe hij was misbruikt en daarover een boek had geschreven. En dat Oprah zei dat hij door er over te schrijven andere mensen zou kunnen helpen. Ik ben toen ook gaan schrijven. Ik schreef tot laat in de nacht, totdat mijn hoofd leeg was. Ik schreef in het Engels. Ik had nog nooit in het Nederlands geschreven. Ik was boos op Nederland.’
Brug des doods Bruce Cerew had de pech dat hij op het verkeerde moment op de verkeerde plaats verbleef. Als jongen was hij weggevlucht uit een gezin met een gewelddadige vader die zijn boosheid afreageerde op zijn moeder en op hem. Om te overleven ging hij naar Port Harcourt (Nigeria) waar hij, als zestienjarige, zich opwerkte van kleermaker tot bedrijfsleider van een kledingexportbedrijf. Hij werd als het ware geadopteerd door een vrouw uit Sierra Leone met wie hij in Monrovia (Liberia) een zaak zou opzetten. Toen brak daar de hel los. Charles Taylor verdreef de zittende president Samuel Doe en de macht was in handen van de rebellen. Hij wist te ontsnappen over de ‘Brug des Doods’ en kwam in Freetown (Sierra Leone) terecht. Van daaruit wist hij naar Nederland te vluchten. De manier waarop hij zijn jeugd beschrijft is niet alleen aangrijpend. Vanaf de eerste zinnen word je gepakt door de beelden die schetst: van een bang jongetje november 2008 – nr 4
dat in zijn bed plast en daarmee de boosheid van zijn vader oproept. Ook hoe hij beschrijft wat hem zijn leven lang zal bijblijven: ‘Schedels, delen van lichamen en onthoofde lichamen waren als trofeeën opgesteld en vormen de barricade over de hoofdweg (…). De passagiers waren net dodelijk verschrikte vogels. Sommigen begonnen te bidden, anderen huilden zachtjes en ik rook de geur van urine. Niet van mij. Ik had de Brug des Doods overleefd.’
Beeld van Europa ‘Ik heb twee jaar in de asielprocedure gezeten, maar die tijd was een hel. Ik dacht dat ik in Nederland de vrijheid zou ervaren, dat ik de ellende achter me kon laten, maar de ellende begon hier pas.’ Cerew schreef zijn eerste versie in de tijd dat Rita Verdonk als minister van vreemdelingenzaken een hard beleid voerde. Omdat hij bang was dat zij premier zou kunnen worden, paste hij zelfcensuur toe. Na de dood van een medeasielzoeker deed hij zijn beklag bij de directeur van het AZC: ‘Als u weet dat u niet opgewassen bent tegen deze situaties, waarom sluit u dan deze vervloekte vluchtelingenkampen niet? (…) Het is beter de poorten voor ons te sluiten dan ons in deze vernederende en mensonterende omstandigheden te laten. Hoeveel mensen moeten er nog sterven voordat u stappen onderneemt? Hoeveel mannen en vrouwen zullen nog in deze kou op straat worden gezet? (…) Toen zag ik het in zijn ogen. Het was niet dat het hem niets kon schelen. Hij kon er niets mee. Ik zag de emotie in zijn ogen, maar hij kon ons niet helpen. Dat maakte mij nog bozer.’ ‘De Nederlandse overheid denkt te veel
12
dat er economische vluchtelingen komen. De procedures duren veel te lang. Dat mensen zeven tot tien jaar moeten wachten, leidt er toe dat mensen niets meer kunnen als ze eindelijk een verblijfsstatus hebben. Ze zijn geestelijk kapot. Met mijzelf ging het ook niet goed. Ik vroeg me af waarom ik zoveel heb meegemaakt. Via de televisie in Afrika had ik van Europa het beeld van het opkomen voor mensenrechten, tegen kindermisbruik, tegen slecht leiderschap. Ik dacht: als je hier komt, zit je goed. Ik dacht dat ik vrede zou vinden, maar ik vond die niet. Ze stuurden me naar de psychiater. Ik ging aan de medicatie.’
Witte prinses ‘Als kind had ik een droom van een witte prinses. Daarom wilde ik nooit iets met een zwarte vrouw. Ik was überhaupt bang voor vrouwen, bang voor intimiteit. Ik heb nooit liefde ervaren, niet van mijn ouders, nooit iemand die zei: ‘ik hou van jou’. Maar de droom van de witte prinses heeft me op de been gehouden. En het is goed gekomen. Ik kreeg een verblijfsvergunning,
ik ben al drie jaar Nederlander. Voor het eerst in mijn leven hoor ik ergens bij.’ Bruce Cerew heeft zijn ‘witte prinses’ ontmoet en ze hebben samen een dochtertje. Hij heeft zijn ervaringen te boek gesteld om anderen te helpen. Op grond van zijn inspanningen voor vrede en vrijheid en zijn pleidooi voor de rechten van vreemdelingen is hij door de Universal Peace Federation gekozen tot ambassadeur van de vrede.
Erger dan in eigen land Wat heeft hij te melden? ‘Ik pleit voor kortere asielprocedures. Mensen moeten binnen een jaar duidelijkheid hebben. En als ze in Nederland worden afgewezen dan moeten ze vrij kunnen kiezen voor een ander Europees land.’ Maar dat zou betekenen dat het Verdrag van Dublin
zou moeten worden herzien, dat lijkt geen eenvoudige opgaaf. ‘Oké, maar dan zou het goed zijn om mensen meteen de kans te geven om een vak te leren zodat ze na een jaar de mogelijkheid hebben om in het land van hun keus iets op te zetten.’ Zouden andere Afrikaanse landen daar op zitten te wachten? ‘Ik wil ook aan Afrika laten zien dat het in Europa niet gemakkelijk gaat. Als je in Nederland illegaal bent is het erger dan in eigen land.’ ‘Ik ben in de gelegenheid geweest mijn familie op te zoeken. Ik kwam niet terug met een grote auto of blingbling. Ik liep in een T-shirt en op sandalen. Ik ben gewoon met het openbaar vervoer gegaan. Ik heb zelfs op straat geslapen als we vanwege het slechte wegdek vertraging opliepen. De mensen vroegen me daar: kom jij echt uit Europa? Ik heb ook mijn biologische
vader ontmoet. Hij zei: ‘Ik ben echt anders geworden.’ Ik antwoordde: ‘Dat komt omdat je nu geen macht meer over me hebt.’ Ik zou hem willen vergeven. Ik wil hem mijn boek toesturen en hoop dat hij dan zegt: ‘Ik wist niet dat ik zó was.’ Mijn vader heeft nooit gezegd dat hij van me houdt. Ik wil het beter doen, investeren in kinderen, in betere opvoeding. Je moet minstens één keer per dag tegen je kind zeggen dat je van haar houdt.’ Het boek ‘War Child, memoires van Bruce Cerew’ is voor € 20,- te koop in een Engelse versie en in de Nederlandse vertaling (ISBN 9789088910654) via www.warchildnet.com
De Andere Wang
Achterwaarts of voorwaarts gerichte solidariteit Hub Crijns De laatste jaren zijn Voedselbanken in opmars. Zowel in aantallen, zelfstandig of als steunpunt, als in mensen die er noodzakelijkerwijs gebruik van moeten maken of er als vrijwillig(st)er aan meewerken. Hebben we hier nu te maken met een verschijnsel dat te duiden is als ‘van oude koude naar nieuwe warme solidariteit’ of ‘van achterwaarts naar voorwaarts gerichte solidariteit’? Er zit een valkuil in de vraagstelling. Er is een mening in verstopt, die veronderstelt dat de formele, tweezijdige, grote, collectieve, starre, koude, opgelegde, in geld uitgedrukte, overheidmatige solidariteit van de verzorgingsstaat is opgegeven ten gunste van de informele, eenzijdige, kleine, persoonlijke, flexibele, vrijwillige, in natura uitgedrukte, particuliere initiatief solidariteit van de participatiestaat. Dat is volgens mij een te simpele redenering. De kerkelijke praktijk van diaconie, caritas, naastenliefde laat dat overduidelijk zien. In de 21e eeuw is de opbouw van de meer georganiseerde solidariteit ontstaan onder impuls van particulier initiatief: de grote emancipatiebewegingen, de religieuzen die onderwijs en welzijn opbouwden, de kerken. Tegelijk erkenden al die initiatieven de grenzen van die solidariteit. Altijd waren er grenzen, tekorten, bleven mensen buiten de boot vallen. Zo ontstond na 1945 tot de jaren tachtig de verzorgingsmaatschappij. Die is vervolgens onder vooral economische motieven herbouwd. In al die jaren is de persoonlijke solidariteit gewoon doorgegaan: krakersbeweging, milieubeweging, vrouwenbeweging, mensenrechtenbeweging, anti-armoedebeweging, ontwikkelingssamenwerkingbeweging, vluchtelingen- en illegalenopvangbeweging, etc. Bij elke nood in Nederland en bij elke mens in nood is een solidaire, zo je wilt barmhartige mens met zijn of haar daden aan te wijzen. De solidariteit, tot uitdrukking komend in de Voedselbanken, is hiervan een goed voorbeeld. Ik pleit voor een analyse, die recht doet aan de pluriformiteit, meerduidigheid van solidari-
13
teit. Je hebt beide interpretaties of assen van solidariteit nodig. Mensen zijn in nood en vanuit barmhartigheid wordt hulp geboden. Bij het bieden van die hulp worden tegelijk vragen gesteld: hoe komt het nu dat deze mens zomaar in nood is? Kan daar op langere termijn iets aan gedaan worden? En door wie dan? Barmhartigheid stelt vragen naar oorzaken zoekt naar oplossingen. Oorzaken kunnen structureel van aard zijn, en om die te bestrijden heb je een grotere vorm van solidariteit nodig: zoeken naar gerechtigheid dus. Oplossingen kunnen ook structureel van aard zijn en dan heb je ook een grotere vorm van solidariteit nodig. Bij beide manieren van denken zie je solidariteit overgangen maken van persoonlijk naar groep naar institutie naar overheid. Barmhartigheid beoefenen heeft ook een vorm van corruptie in zich. Ook dat leert de praktijk van hulp bieden. Zelden blijft barmhartigheid belangeloos, puur naastenliefde, gift, schenking van tijd, natura, aandacht, geld. Vrij snel kunnen macht en belang een rol gaan spelen. Wederkerigheid wordt dan boven en onder, meer en minder, eisen stellen en aan criteria voldoen. Willekeur kan binnensluipen, evenals misbruik van macht. De ervaringen daarin opgedaan liggen in het collectieve geheugen van Nederland, waar caritas en diaconie synoniem zijn geworden voor bedeling, bevoogding, betutteling, kleinering, enz. Die negatieve ervaring rond barmhartigheid heeft er toe geleid, dat ook kerken hebben meegewerkt aan collectieve regelingen, zoals de algemene bijstandswet, de sociale volkshuisvesting, de volksgezondheidszorg, het door de overheid geregelde onderwijs, en zo verder. Tegelijk zijn ze via hun eigen inzet en middelen altijd actief gebleven om barmhartigheid te ontwikkelen en te beoefenen, waar de gaten vallen en mensen in nood zijn. We kunnen niet zonder zowel achterwaarts en voorwaarts gerichte, koude en warme solidariteit. juli 2008 – nr 3
Kerk en bedrijfsleven
Zin in de ZuidAs Ad van Nieuwpoort
Veel kerken worstelen met hun positie in hun eigen omgeving en in de wereld van werk en zakendoen. In een van de zakelijkste omgevingen van Nederland, de Amsterdamse ZuidAs, heeft de aanpalende Thomaskerk er een manier gevonden om iets te betekenen voor de werkenden in de omgeving. Het heeft geleid tot een divers programma, waarvan de predikant van de kerk een schets geeft. Het artikel verscheen eerder in het blad Ondersteboven van DISK. In 1998 belt een manager van één van de bedrijven van het World Trade Center mijn voorganger in de Thomaskerk. Eén van zijn medewerkers is die dag plotseling op het werk overleden. De impact is groot en nu zoekt hij naar de mogelijkheid om aan het einde van de dag een bezinningbijeenkomst te houden in de kerk. Of de predikant hem daarbij zou kunnen helpen. De manager kende de Thomaskerk van het tweewekelijks open lunchconcert en zo kwam hij bij de predikant terecht. Naar ieders grote tevredenheid werd er een korte bijeenkomst gehouden aan het eind van de dag. Op 11 september 2001 wordt er opnieuw vanuit het WTC een beroep gedaan op de Thomaskerk. De verbijstering en verslagenheid is groot. Tussen de middag is er een groot aantal mensen te vinden in de Stiltekapel die elke dag tussen de middag is geopend. Opnieuw is er een korte bezinningsbijeenkomst. Er wordt een poging gewaagd om woorden te geven aan wat nauwelijks onder woorden te brengen is. De centrale vraag was hoe wij hier mee om zouden kunnen gaan. Deze twee voorvallen hebben iets in gang gezet. De vraag kwam op hoe wij als kerk iets zouden kunnen betekenen in het steeds groter wordende zakencentrum van de ZuidAs. De Thomaskerk grenst aan dit gebied en vanuit mijn werkkamer kijk ik er dagelijks op uit. Er werd een groep mensen bij elkaar gezocht die over deze vraag is gaan nadenken. Vertegenwoordigers uit verschillende wijkgemeenten rond de ZuidAs, vertegenwoordigers van november 2008 – nr 4
het bedrijfsleven en van het VU Medisch Centrum zijn bij elkaar gaan zitten om te zoeken naar de mogelijkheden. Een welkome bijdrage aan deze zoektocht was ondermeer een onderzoek door Regien Smit, onderzoeker aan de VU. Een onderzoek waarin de behoeften op dit gebied van diverse werkgevers van bedrijven op de ZuidAs werden gepeild. Heel dit denkproces heeft uiteindelijk geresulteerd in het oprichten van de Stichting Kerkelijk Present in de ZuidAs. Hoe zouden wij als kerkgemeenschap iets kunnen betekenen in dit gebied? Dat is geen eenvoudige vraag. De kerk heeft zich altijd meer gericht op de omwonenden en nu zou zij zich veel meer moeten richten op degenen die in de nabije omgeving werken. Op welk vlak zou die betekenis kunnen liggen? Wij zijn nog volop bezig om dat te formuleren. We zoeken het op het gebied van reflectie, zingeving en inspiratie. Ook een term als ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ valt.
Sabbat in bezet gebied De ZuidAs is nu al een buitengewoon dynamisch werkgebied dat dagelijks door vele duizenden wordt bezocht. Het is een gebied waar de agenda’s en de carrièreplanningen overbezet zijn. Tijd is geld. Er ligt in dit gebied een geweldige uitdaging voor mensen om hun talenten te ontplooien en zich te ontwikkelen in het leven. Het is tegelijk wel een heel bezet gebied in de letterlijke en figuurlijke zin. Er is vaak weinig ruimte voor nadere bezinning. Weinig ruimte om eens even stil te staan en afstand te nemen. Een veel gehoorde ervaring is dat de vraag ‘waar staan wij nu in het leven?’ maar weinig aan bod komt. Nu is het zo aardig dat het bijbelse verhaal de notie van de Sabbat kent. Heel gebruikelijk is het tegenwoordig dat iemand ‘een sabbatical neemt’. Dat is dan vaak een periode om eens even heel wat anders te doen dan het alledaagse. Een poging om even uit het drukbezette bestaan te breken. Dit heeft bijbelse wortels. Zondagsheiliging is in de kerk helaas maar al te vaak in het wat chagrijnige licht te komen staan van
14
‘geen ijsje op zondag’. Met veel opluchting hebben velen dat achter zich gelaten. Daarmee is een nadere oriëntatie op dat begrip Sabbat vaak niet aan bod gekomen. En dat is jammer, want in deze notie van ‘Sabbat’ ligt een heel menselijk geheim besloten. Het is in de bijbel een heel bijzonder gegeven met een diepe zin. In het bijbelverhaal leeft een mens in dagen. Leven in maanden en jaren is naar bijbels besef ten diepste onmenselijk. Die tijd kun je als mens, alle prognoses ten spijt, niet overzien. Denken in jaren kan een mens aangrijpen en verlammen. Wat zal het brengen, hoe zijn wij er dan aan toe? Nu, daarom is die gedachte van de Sabbat zo interessant. We leren de dagen te tellen. Met dat verhaal opent de bijbel. Alles wordt dag na dag zo neergezet dat op de zesde dag de mens tevoorschijn kan komen. De kosmos wordt gehumaniseerd, zou je kunnen zeggen. Er moet licht zijn, een aarde om op te kunnen leven en een goed dak, de hemel boven je hoofd. En aan het einde van het verhaal gaat het om waar het ‘van hoofde af aan’ om was begonnen: de mens. ‘Zeer goed was het’, horen we dan. En dan is natuurlijk de vraag wat die mens gaat doen. Een mens wil zich toch realiseren, wil wat te doen hebben. Maar de verteller laat het dan vervolgens eerst Sabbat worden. Het eerste wat die mens leren moet is te rusten. Eerst maar eens te ontvangen in plaats van te geven. Voor het werk dat hij gaat doen hoeft hij niet te worden opgeroepen, dat doet die mens toch wel. Hij wordt in de eerste plaats geboden te rusten. Op zijn eerste dag moet hij staken, moet hij ophouden. ‘Van ophouden weten’ was de veelzeggende titel van het proefschrift over de Sabbat van wijlen collega Posthumus Meyes.
Een sabbatsteken Daarin zou de kerk misschien iets kunnen betekenen. Ik noem het maar een teken van Sabbat ergens zo nu en dan oprichten. Een plaats voor even heel wat anders. Misschien wel een kleine horecagelegenheid voor een lunch voor body, mind en soul bedachten we. Of ontmoetingen in het Thomastheater rond thema’s van werk, filosofie en cultuur.
Zo’n sabbatsteken was onze eerste activiteit in de Passietijd, 30 maart 2007. Jan Rot en Jos van Veldhoven gingen voor het eerst met elkaar in gesprek over de Mattheüspassion, in het kader van ‘Ontmoetingen op de ZuidAs’. Onze gedachte erachter was hoe je nu iets van de vrije tijd zou kunnen inbrengen in de werkweek. Velen bezoeken in zo’n tijd een van de uitvoeringen van de Mattheüspassion. Deze ontmoeting bracht in die zin dat moment alvast even binnen in de werkweek. Buitengewoon boeiend was het om deze twee mensen met elkaar te horen spreken over hun fascinatie voor de Mattheüspassion. Een ontmoeting in de ruimte van het kerkelijk jaar en tegelijk in de ruimte van de kerk als een huis van Paasverhalen. Op 21 september verzorgde acteur Henk van Ulsen in het theater van de Thomaskerk de voorstelling ‘Job op de ZuidAs’. De belangstelling was zo groot dat we een deel van het publiek zelfs moesten teleurstellen. Inhoudelijk was het een zeer spannende voorstelling over de betrekkelijkheid van succes. We kondigden het aan met de tekst: ‘Op indringende wijze weet Henk van Ulsen het wereldberoemde verhaal van Job te maken tot een verhaal over de waan van onze dagelijkse prioriteiten....’ Rond deze voorstelling konden we rekenen op een goede publiciteit. Het dagblad Trouw besteedde er een pagina aan en ook in het Parool verscheen een boeiend verslag van deze avond. Het TV-programma Schepper&Co wilde ook graag meer weten over de kerkelijke presentie op de ZuidAs. In december hadden we opnieuw een voorstelling in de vorm van een gesprek tussen schrijver Willen Jan Otten en oud-predikant en VPROmedewerker Klaas Vos. Over geloof en kunst ging het. Maar ook over de betekenis van kerstverhalen. Een prachtig ontregelend uur was het. Op 14 maart 2008 hadden we in de Thomaskerk de voorstelling ‘Bach op de ZuidAs’ waarin Bachkenner dr. Gert Oost met een aantal solisten het verhaal van de Matthäuspassion vertelde en vertolkte. Op dit spoor willen wij graag verder. Ruimte voor bezin-
ning, reflectie en zingeving in het licht van een bijbelse traditie waarin het gaat om de bevrijding van de mens.
Present ter plekke Naast deze activiteiten in de Thomaskerk besloten we aan het begin van dit jaar dat het van belang is om ook fysiek present te zijn in het gebied van de ZuidAs. Hoewel de Thomaskerk op drie minuten afstand staat van de ZuidAs, wordt de omgeving waarin deze kerk staat niet ervaren als onderdeel van de ZuidAs, maar veel meer als onderdeel van de woonomgeving nabij de ZuidAs. Tevens speelde de vraag ons parten hoe wij ons meer bekend zouden kunnen maken bij de doelgroep. Moeten we ons niet ten doel stellen dat binnen nu en twee jaar op zijn minst 5 procent van de werkenden op de ZuidAs ons kent? Daartoe hebben we de stoute schoenen aangetrokken en een lunch georganiseerd voor een besloten gezelschap van zo’n 45
Even leek het of de muren van Jericho vielen. decisionmakers van de ZuidAs. Samen met de ambassadeurs van ons project hebben we een representatieve lijst opgesteld van vertegenwoordigers van grote bedrijven en belanghebbenden en die allemaal persoonlijk benaderd en uitgenodigd. Een groot succes, zo bleek. Slechts een heel klein percentage ging niet op onze uitnodiging in. Ons stond een bijeenkomst voor ogen waarin wij ons project zouden kunnen presenteren. Hiervoor vonden wij de president commissaris van de ZuidAs-onderneming Elco Brinkman bereid om in een interview, dat door Ursul de Geer werd afgenomen, een pleidooi te houden voor het doel van ons project, onder het motto: Zingeving op de ZuidAs. Brinkman had al eerder voor ons project een aanbevelingsbrief geschreven. Deze naam heeft naar ons idee velen over de streep getrokken om naar de goed verzorgde lunch in één van de grootste advocatenkantoren van ons land, namelijk dat van Houthoff Buruma, te komen. Ove-
15
rigens door het bedrijf zelf georganiseerd en aangeboden. Na dit gesprek met Brinkman was er tevens een plenair gesprek dat op een uitstekende manier door De Geer werd geleid. De centrale vragen waren: is er behoefte aan zingeving op de ZuidAs en hoe zou dat vorm kunnen krijgen en wat wilt u daar zelf aan bijdragen? Er werd op een betrokken wijze meegedacht en over het algemeen werd dit onderwerp als van belang aangemerkt. Veel positieve reacties kregen wij op dit initiatief. Even leek het of de muren van Jericho vielen. Deuren gingen open en goede afspraken over vervolg en contact konden worden gemaakt. Inmiddels hebben wij als Stichting voor 15 uur in de week Klaas Vos aangesteld als ‘bedrijfspastor’ die zich erop toelegt om de contacten te leggen met HR-managers en zich beschikbaar te stellen voor gesprekken over levensvragen. Een pionierende, spannende concrete eerste stap. Deze pastor zal tegelijk ook kijken hoe wij ons kunnen aansluiten bij bestaande initiatieven op ditzelfde vlak vanuit bijvoorbeeld de VU. We denken aan de activiteiten van het VUpodium. Eerste positieve contacten zijn al gelegd. Wij hopen dat er volgend jaar voor deze pastor een ruimte ter beschikking wordt gesteld in het gebied zelf om op vaste tijden aanwezig te kunnen zijn voor mensen die een gesprek zoeken. De lunch die wij in mei hielden vraagt met het oog op de continuïteit nu ook om een vervolg. Wij hebben de directeur van de Nederlandsche Bank, Nout Wellink, bereid gevonden om begin oktober voor een zelfde maar wat breder gezelschap te spreken over het onderwerp ‘Integriteit’. Een onderwerp dat op de ZuidAs aan de orde van de dag is. Zo zetten we de stappen en merken dat door voortschrijdend inzicht telkens weer onze plannen en doelstellingen moeten worden bijgesteld. Geheel eigen aan dit pionierswerk wat, naar onze beleving, dit spannende project beslist is. Het is nog volop in beweging. Dr. Ad van Nieuwpoort is predikant van de Thomaskerk en voorzitter van de Stichting Kerkelijk Present in de ZuidAs. november 2008 – nr 4
1
2
3
5
november 2008 – nr 4
4
6
16
Demonstreren voor vrede De aanleiding voor vredesdemonstraties is helaas meestal een oorlog. Het Midden-Oosten, zeker de oorlog in Irak, heeft de afgelopen jaren talloze protesten uitgelokt, over de hele wereld. Maar er wordt ook nog altijd gedemonstreerd tegen militaire installaties of onderdrukking van mensen in bijvoorbeeld Burma en Tibet. Spandoeken hebben ze bij zich, de demonstranten, of borden met leuzen. En als ze die niet hebben, kunnen ze nog altijd hun stem gebruiken.
7
• 1 - Mars tegen Amerikaanse aanwezigheid in Irak, 11 maart 2007, Fayetteville, North Carolina. Foto: flickr/tsweden • 2 - Protest tegen Ierse betrokkenheid bij Irak-oorlog, 16 april 2006, Dublin, Ierland. Foto: flickr/loafingcoot • 3 - Mars tegen nieuwe militaire basis in Wales, 26 april 2008, Cardiff, Wales. Foto: flickr/vertigogen • 4 - Mars tegen Amerikaanse aanwezigheid in Irak, 20 maart 2006, Washington DC. Foto: flickr/MatthewBradley • 5 - Betoging tegen geweldsuitbarstingen in Franse voorsteden, 11 november 2005, Parijs. Foto: flickr/Alain Bachellier • 6 - Protest tegen bezetting van Gazastrook, 2 december 2006, Seattle, Washington. Foto: flickr/Jewish Voice for Peace • 7 - Betoging voor de vrijlating van Ingrid Bétancourt, 19 april 2008, Parijs. Foto: flickr/ pixiduc • 8 - Protest tegen Canadese aanwezigheid in Afghanistan, 28 oktober 2006, Saskatoon, Canada. Foto: flickr/Sheila Steele • 9 - Demonstratie tegen het Burmese regime, 6 oktober 2007, Londen. Foto: flickr/Buddha’s Breakfast • 10 - Betoging tegen Britse aanschaf van Trident-raketten, 24 februari 2007, Glasgow. Foto: flickr/Monkey Images • 11 - Moeders van verdwenen Chilenen zoeken nog altijd gerechtigheid, 30 januari 2008, Santiago, Chili. Foto: flickr/ Ramón Gris • 12 - Demonstratie tegen de aanstaande oorlog in Irak, 15 februari 2003, Londen. Foto: flickr/sdifaz
8
9
10
11
12
17
november 2008 – nr 4
Falende ‘realpolitik’ oorzaak kaukasusoorlog Hans Feddema
Oud-collega antropoloog Hans Tennekes zei bij zijn afscheidscollege samen met studenten te hebben vastgesteld dat het in de wereld gaat om drie dingen, namelijk 1) macht, 2) belang en 3) sociale uitsluiting. Ik zie ze als kenmerken van ‘realpolitik’, ook nu bij de recente Kaukasusoorlog.
te binden met het geven van faciliteiten, en de Amerikanen tenslotte door op de recente NAVO-top te Boekarest, zij het tevergeefs, te proberen Georgië lid van de NAVO te maken.
Macht
Een ieder vond de eigen methode van Ik sta zeker geen ‘realpolitik’ voor, maar acht machtsuitoefening normaal, maar ergerde zich aan die van de tegenspeler. Bovendien dit niettemin een minder groot kwaad dan zat er nog oud zeer bij deze en gene. In elk messianistisch utopisme. Utopisme heeft door haar krachtige droom een enorme drive geval speelt dat bij Rusland; het meende tot rechtvaardiging, waardoor het verleidt tot daarvoor eindelijk revanche te kunnen massief geweld. We zagen dit bij bolsjewisme, nemen. Ik denk aan de kwestie Kosovo en de Amerikaanse plannen voor een raketnazisme en zien het bij zionisme en neoconschild in Tsjechië en Polen en, wat ik vanuit servatisme. de vredesoptiek het ergste vind, de oostIn de Kaukasusoorlog zie ik weinig utowaartse expansie van de NAVO na 1990. pisme. Wel heeft de Georgische president De Sovjet-Unie ontbond het Warschaupact Saakasvili iets messianistisch en nam hij na de val van de Muur. In plaats van daar risico’s. Dat past minder bij ‘realpolitik’. dankbaar voor te zijn en Midden-Europa Grote risico’s nemen hoort eerder bij utoeen soort neutrale bufferzone te doen zijn, pisme, zoals het ondoordacht beginnen van de Irak-oorlog in 2003 door de neoconserva- ging de NAVO de vrij geworden landen een voor een inpikken. Zonder zich er rekentieven. De Amerikanen vertonen nu inzake schap van te geven hoe dat moest overkoGeorgië ook wel enige messianistische trekmen bij de gewonde Russische beer en hoejes, zoals het onterecht prijzen van Georgië als een democratisch bastion in de Kaukasus, zeer dit anti-liberale krachten zou oproepen in Rusland. Dat Midden-Europa lid van de de rechtvaardiging voor hun omvangrijke NAVO wilde zijn en nu ook de Oekraïne en militaire hulp aan dit land. Maar de op 8 Georgië, is op zich begrijpelijk vanuit hun augustus begonnen oorlog blijft in hoofdzaak ‘realpolitik’ met vier hoofdrolspelers, te angst voor de oosterbuur. Begrijpelijk maar daarom nog niet goed. De verantwoordelijkweten Georgië, Rusland, het Westen en de heid lag hoe dan ook bij het Westen. Dit Ossetiërs. De laatsten voelen zich evenals had moeten inzien, dat je een verslagen de Abchaziërs geen Georgiërs en willen een eigen staat. Het conflict kwam tot uitbarsting tegenspeler niet een trap nageeft of zout in in 1992 en resulteerde in een bestand, waar- zijn wonden strooit. Als je dat wel doet heeft dat gevolgen. bij ook Rusland ‘peacekeepers’ leverde.
Belangen
Uitsluiting
Alle vier spelers hebben zo hun belangen. Die gevolgen zien we thans ten volle door Georgië om het omstreden gebied terug te de robuuste Russische reactie op de inval krijgen, de Ossetiërs om dat te voorkomen, van Georgië op 8 augustus in Zuid-Ossetië. Rusland om zijn invloed in de regio te behou- Een reactie, die mede te maken heeft met den en de Amerikanen om de positie van de geopolitiek van uitsluiting jegens Rushun bondgenoot en voorpost in de Kaukasus land. De NAVO-expansie, het erkennen te versterken. En welke macht hanteerden van een ‘onafhankelijk’ Kosovo en ook het ze daarvoor? Georgië door radicaal de zijde raketschild waren immers alle een eenzijdig van het Westen en de NAVO te kiezen en westers dictaat. De Russische bezwaren door zelfs de Amerikanen te helpen met een werden weggewuifd. Inzake Kosovo bleef contigent soldaten in Irak. De Ossetiërs door Rusland weinig anders over dan te zeggen: de Russen als beschermheer te nemen en ‘als Kosovo zich eenzijdig kan afscheiden, door Georgiërs zo nu en dan te provoceren. waarom zouden Ossetië en Abchazië dat Rusland voorts door de Ossetiërs aan zich dan niet mogen’. Ons zo een koekje van november 2008 – nr 4
18
eigen deeg geven past in ‘realpolitik’. Trouwens ook, dat Rusland op een gegeven moment voorstelde om dan ook zelf maar lid te worden van de NAVO. De laatste ging daar niet op in. Ziedaar, hoe we een nieuwe tegenstelling creëerden in Europa. Niet ideologisch zoals voorheen, maar toch opnieuw polarisatie. De Russen gaan daarin ook niet vrijuit. Hun leiding is helaas autocratisch aan het worden en blijkt ook niet vies van geopolitiek, maar mijn punt is dat het een wisselwerking is: wij hebben dat door expansie naar hun grenzen versterkt. Onze rol op de zuidflank van Rusland en het raketschild in Polen doen dat nu ook.
Irrationeel Hoewel politici bij ‘realpolitik’ slim denken te opereren, kunnen er vaak grote miskleunen plaatsvinden. Dit omdat men zich te zeer fixeert op de eigen belangen, zonder enige empathie voor die van de ander, dus vaak opereert vanuit een (harde) geopolitiek van macht en sociale uitsluiting. Miskleunen, die de hoofdrolspelers zonder dat ze het meteen beseffen plotseling in een oorlog kunnen doen belanden. Wereldoorlog I is daarvan het grote voorbeeld. We zagen het nu ook in de Kaukasus. Er zouden lichte Ossetische beschietingen op Georgische dorpen zijn geweest. Niet meteen een reden voor een Georgische invasie, want zulke provocaties waren er al jaren. In elk geval geen reden voor het zwaar beschieten van de Ossetische stad Tsjinvali door Georgië, waardoor veel burgers en ook twaalf Russische vredessoldaten omkwamen. Dat laatste was op zich ook geen reden voor Russische luchtaanvallen op Georgisch gebied. Toch gebeurde dat alles. Het overkwam als het ware de hoofdrolspelers temidden van hun spel van macht, belangen en uitsluiting in het kader van ‘realpolitik’. Heel irrationeel door ergernis en oud zeer en daarna met veel retoriek om de eigen rol goed te praten. Inmiddels geeft het veel humanitair leed.
Blokvorming Na de geweldsexplosie is het nu wonden likken. Als verliezers gelden Georgië en de VS, maar ook Rusland leed imagoverlies. Ossetië en Abchazië lijken voorgoed ver-
en diplomatie is nu te veel louter op uitbreiding van westerse macht en belangen gericht. Ook te veel op angst oproepende blokvorming. Dat moet anders. Hier ligt tevens een taak voor de vredesbeweging.
Stoppen
loren voor Georgië. Voor de VS is behalve verzwakking van bondgenoot Georgië ook de bekoelde verhouding met Rusland een nadeel. De Amerikanen zijn in de Veiligheidsraad nu eenmaal nogal afhankelijk van de medewerking van Rusland. De Russen verbraken op 21 augustus zelfs alle samenwerking met de NAVO doordat het Westen te sterk partijkoos. Tel uit je winst. Waar ik vaak voor waarschuwde lijkt nu te gebeuren. Had dit anders gekund vanuit het per-
spectief van geweldloosheid? Jazeker en wel door de belangen van de ander veel meer in te calculeren in het eigen geopolitieke beleid en voorts bereid te zijn tot samenwerking, tot eerlijk delen en tot het sluiten van compromissen, daarbij steeds de ander in zijn of haar waarde latend. In elk geval niet arrogant en bevoogdend vanuit een missiedrang ingrijpen in hun leven, zeker niet militair vanuit welke motieven ook. Onze buitenlandpolitiek
Interessant ten slotte is hoe de Nederlandse pers, uitzonderingen daargelaten, vrij genuanceerd op de oorlog reageerde. Een enkeling blijkt zelfs bereid te willen leren van de geweldsexplosie in de Kaukasus. Zo verwijt Mient Jan Faber het Westen, dat het ‘brokkenmaker en avonturier Saakasvili nooit de wacht heeft aangezegd’ (Trouw 14-8-08). En M. van den Doel, ex-Tweede Kamerlid van de VVD, vraagt zich af of de NAVO wel moet ‘doorgaan met de koers van uitbreiding’ en idem met het ‘meedoen aan het Amerikaanse raketschild’ (NRC 13-8-08). Zinnige reacties. Dat de NAVO, formeel een interne verdedigingsorganisatie, thans in Afghanistan buiten het eigen verdragsgebied opereert en nog wel aanvallend – ook al ziet zij dat zelf wat anders – geeft aan dat een kritische bezinning op de westerse ‘realpolitik’ urgentie heeft. Het is zaak te stoppen met de NAVO-expansie en met dat volstrekt onnodige raketschild.
mag gebruiken, maar niet uitbuiten. In het gesprek daarna gaat het over de unieke inbreng van de kerken. Mag je klimaatverkrachting ‘zonde’ noemen? Na veel heen en weer adviseert men het woord ‘kwetsbaarheid’ te nemen. Dat is breder herkenbaar. Een jongere waarschuwt: ‘Wees wel duidelijk. Durf confronterend te zijn’.
uit dat Ten Have het boek heeft afgewezen. Men is bang dat het te veel naar binnen gericht is. Het imprint Kok leent zich beter. De uitgever vraagt zich hardop af of klimaat zal verkopen. Hij wil een bijdrage in de promotie. Ik leg zijn aarzeling uit als de handigheid van de koopman. We sluiten een compromis.
Dagboek klimaat Klaas van der Kamp
Dag 1. Constructie Gesprek met Hans Schravesande, trekker van de projectgroep Kerk en milieu. Hans zoekt naar een goede structuur voor de projectgroep. De verankering in de Raad moet helder zijn. Maar de projectgroep zoekt ook verdere samenwerking met anderen. Evangelicalen doen mee. En Christelijk-Gereformeerden, NederlandsGereformeerden, Gereformeerden-vrijgemaakt. De betrokkenheid bij het klimaat is kerkoverstijgend. Iedere christen leest nu eenmaal Psalm 104 (een lofprijzing op God als schepper) en iedere christen blijkt te erkennen dat mensen de aarde in bruik leen hebben.
Dag 2. Woorden Vandaag een consultatie van ongeveer dertig mensen. Allemaal hebben ze iets met klimaat. De voorzitter van de Raad, Henk van Hout, geeft de opmaat. Hij citeert Franciscus. Van deze monnik is bekend dat hij de wortels in de grond achter liet, wanneer hij een boom omhakte. Hij wilde daarmee uitdrukken dat je de schepping
Dag 3. Website
Dag 5. Tijdschrift
Vandaag de tekst van Henk van Hout opgevraagd voor de website. Henk vroeg zich af of lezing voor een breder publiek interessant genoeg is. Ik meen van wel. Het voorbeeld van Franciscus is herkenbaar. Dat geldt ook voor de levensmotto’s van bisschop Ad van Luyn, de drie s’en: spiritualiteit, solidariteit, soberheid. Henk stemt toe. De dagen daarna houd ik het bezoekersaantal in de gaten. Vele tientallen bezoekers per dag. Boven het gemid delde. Gelukkig.
Het themanummer van het blad ‘Eredienstvaardig’ is klaar. De uitgave laat zien dat het scheppingsverhaal uit Genesis niet te snel antropocentrisch moet worden gelezen. Het is niet de mens die vooraan staat bij de schepping. Het begint met het licht. Een auteur verbindt het met het Paaslicht. En het scheppingsverhaal mondt uit op de sabbat, de lofprijzing. Een goede relativering, lijkt me, om de mens als onderdeel van een groter geheel te blijven zien.
Dag 4. Uitgever Tini Brugge van de projectgroep heeft een boek samengesteld over klimaat onder de titel ‘Levend huis’. Het contract loopt via de Raad. Gesprek met de uitgever. Die legt
19
Klaas van der Kamp is algemeen secretaris van de landelijke Raad van Kerken. Vanaf dit nummer houdt hij een dagboekje bij over zijn werk aan de speerpunten van de Raad: cohesie, milieu en zorgzame samenleving (zie De Linker Wang van juli 2008). november 2008 – nr 4
Kenia
In het land van de onbegrensde onmogelijkheden Cor Ofman
Even voor de zomer reisde Cor Ofman een paar weken door Kenia. Het land was kort daarvoor in het wereldnieuws geweest wegens de onrust die was ontstaan na omstreden verkiezingen, waarbij ook doden zijn gevallen. Ofman, voormalig voorzitter van De Linker Wang, werkt in het dagelijks leven als pastor voor de Amsterdamse Diaconie, waarbij hij onder meer veel migranten uit Afrika ontmoet en steunt. Kenia brengt me in verwarring. Ik heb als het ware nergens houvast aan. De bus vertrekt pas als hij vol is, tenzij je de lege plaatsen ‘subsidieert’. Je moet dus geen haast hebben. Mijn vliegtuig van Nairobi naar Kisumu vertrekt zonder mij. Ik zou niet zijn ‘doorgeboekt’. De vlucht vertrekt in de regel met een half uur vertraging, dus ik had nog best meegekund. ‘Je plaats is gewoon aan een ander verkocht, waarschijnlijk aan een expat die op tijd op zijn kantoor moest zijn na een vrij weekend’, zegt Marc van de Giessen, mijn gastheer en hoofd van het trainingsprogramma van Ujima Foundation, waar aidswezen die de zorg hebben voor jongere broertjes en zusjes worden opgeleid voor banen in hotels en restaurants. Geld telt. ‘Tai’, ‘thee’, omkoopgeld. Hoe hoger de positie, des te meer. De gewone politieman moet een bepaald bedrag aan boetes ophalen voor zijn meerdere. Noem het maar een prestatiecontract. Wat hij er zelf nog bij kan vangen, is aan hem. Zakkenvullerij. Net zoals veel ontwikkelingsgeld de allerarmsten niet bereikt, maar onderweg ergens blijft steken. In het aprilnummer van Internationale Samenwerking, het magazine van de NCDO, lees ik een wat cynische opmerking over Raina Odinga, de nieuwe premier van Kenia. Hij laat het in zijn nieuwe functie meteen breed hangen met een dure auto, extra beveiliging en een legertje motoragenten. Onvermeld blijft dat president Kibaki het nog bonter maakt; hij schafte een privévliegtuig aan van 25 miljoen, voor het geval hij plotseling zou moeten vluchten, vertelt een van de Raila-aanhangers. Dan staat de Nederlandse bijdrage van zes miljoen aan noodhulp voor de allerarmsten opeens in een schriller daglicht. Bij het luxe winkelcentrum heeft zich een lange rij gevormd van wachtende vrouwen november 2008 – nr 4
in kleurige kledij voor een voucher van een hulporganisatie. De gelukkigen kunnen daarvoor bij de supermarkt inkopen doen, een baaltje rijst of mais voor de dagelijkse ugali, een soort porridge, voor sommigen de enige maaltijd van de dag. Marc vertelt me hoe hij voor de deelnemers aan het trainingsprogramma van Ujima thee en brood serveerde en dat zij het brood lieten liggen: ‘je krijgt er alleen maar meer honger van’. In de supermarkt Nakumatt is werkelijk alles verkrijgbaar: voedingsmiddelen, bedden, verlichting, boeken, fitnessapparatuur, televisies. Voor yoghurt en brood betaal je Nederlandse prijzen, onbetaalbaar voor de gewone man. Wijn kost twee maal zoveel als in de Nederlandse supermarkt. Officieel bedraagt het minimum loon 7200 Keniaanse Shilling per maand, zo’n 75 euro. In de praktijk moeten veel mensen met de helft rondkomen of zelfs met minder. Mary, die in de wandelgangen Bumping genoemd wordt omdat ze vroeger zo fors van omvang was dat alles heen en weer schommelde, moet rondkomen van 1500 Ksh. Daar moet ze ook nog een baby’tje van voeden. Ze is sterk vermagerd, want ze is ziek. Ik hoef niet te raden welke ziekte. Haar woninkje in de sloppenwijk staat op een paar honderd meter van het Victoriameer. Als het regent stroomt het water van hoger gelegen delen naar het meer en moet je van steen naar steen stappen om droge voeten te houden.
Da’fur Ik verblijf in Kisumu, de derde stad van Kenia, een achtergesteld gebied met voornamelijk Luo’s, de etnische groep waartoe Raila Odinga behoort. Na de oneerlijk verlopen verkiezingen, waarbij Kibaki het presidentschap opeiste en Raila Odinga de premier van de Grand Coalition is geworden, vonden in Kisumu ernstige ongeregeldheden plaats. Het officiële dodental stond op 51;
20
in werkelijkheid moet het aantal slachtoffers beduidend hoger hebben gelegen. Olive, die mij rondleidt in de wijk die vanwege de vele slachtoffers omgedoopt is tot Da’fur, vertelt dat er in het mortuarium alleen al tweehonderd mensen lagen die door politiekogels waren omgekomen. Het waren niet de Luo’s geweest die de Kikuyu’s hadden omgelegd. Die kregen, vertelde hij, drie uur de tijd om hun boeltje te pakken en hun huizen te verlaten. Hij laat me de plekken zien die Kikuyu-bezit waren geweest. Ik zie in brand gestoken gebouwen, waar de deur- en raamposten uit gesloopt zijn. Intussen gaat het leven door. Op de markt van Da’fur worden doodskisten in alle soorten en maten verkocht, een navrant gebeuren. Maar dat was ook al het geval voordat de onlusten uitbraken. De markt ligt dicht bij het ziekenhuis en het mortuarium, vandaar. Olive woont een paar honderd meter van het plein in een groot gebouw dat opgedeeld is in één- en tweekamerwoningen. Via trappen en schimmige gangen, waar vrouwen aan het koken zijn, komen we uit bij zijn ‘appartement’ dat enkel een tweepersoonsbed bevat. Daarnaast is er een soort kitchenette (een inloopkast die tot keukentje is getransformeerd) en een toilet annex wasruimte. Voor de kamer moet hij maandelijks Ksh 3000 neertellen, een fors bedrag voor iemand zonder vast inkomen. Het is mij onduidelijk waarmee hij de kost verdient. Hij is een soort reisbegeleider, zoals hij ook voor mij als gids fungeert. Voor de rest blijft het wat vaag. Hij maakte deel uit van een MSM-groep (mannen die seks hebben met mannen), ‘maar dat doe ik niet meer’, zegt hij lachend. Hij heeft de ambitie om fotomodel te worden en zou hoog gescoord hebben bij de Mr. Kenya verkiezingen. Tijdens een fotosessie laat hij inderdaad zien dat hij wel wat in huis heeft.
Empowerment Ik ben uitgenodigd voor een bijeenkomst van de MSM-groep. De jonge mannen worden opgevangen door KIPE, een Keniaanse NGO die doet aan counseling, medische zorg en empowerment. KIPE bereikt zo’n 150 jongens. Ik ontmoet er een dertigtal, een
Transactionele seks
aantal opmerkelijk jong: vijftien, zestien jaar hoogstens. Ik word door hun begeleider geïntroduceerd als een pastor die in Nederland al twintig jaar mensen opvangt aan de onderkant van de samenleving. Deze jongens worden in Kenia met de nek aangekeken. Ze zijn het laagste van het laagste. Homoseksualiteit bestaat niet in Kenia. Ooit verklaarde een minister dat er in heel Kenia maar één homoseksueel was en die zat in de gevangenis. De samenleving heeft grote minachting voor mannen die seks hebben met mannen. Er staat een gevangenisstraf op van zeven tot veertien jaar. Toen Ab Harrewijn en ik zo’n tien jaar geleden in Amsterdam het initiatief namen tot het oprichten van een opvangplek voor jongens met prostitutiecontacten, merkten we al gauw dat homoseksueel contact niet altijd een vrije keus was, maar soms ook het gevolg van of in combinatie met drugsverslaving. In Kisumu is het vergelijkbaar. De één maakt duidelijk dat het een manier is om uit de armoede te ontsnappen, een ander vertelt dat het om een vrijwillige keus gaat. Het aantal christenen en moslims in de groep is ongeveer in evenwicht. In de buurt is een wijk met overwegend moslims. Een deel van de jongens komt uit de Somalische bevolkingsgroep. Natuurlijk is HIV-besmetting een groot gevaar, maar ook andere aandoeningen. De jongens vertellen dat ze gediscrimineerd worden door het medisch personeel als duidelijk wordt dat ze MSM-contacten hebben. Behandeling in het ziekenhuis wordt soms geweigerd. Daarom is behoefte aan een medisch spreekuur met een arts die hun leefwijze respecteert. Ook willen ze
graag een aantal voorzieningen: voetballen, sportkleding, een eigen plek, internetfaciliteiten, maar ook een arrestatievrije ruimte. Ik bedacht, naïef wellicht, dat het mogelijk zou moeten zijn een ‘eerlijk zweet’ project op te zetten: geef iedereen die uit de prostitutie wil stappen een gratis fiets die als fietstaxi (‘boda-boda’) kan worden gebruikt. Dan kunnen ze hun op een andere manier met hun lichaam de kost verdienen. Marc reageert daarop met ‘hoezo een gratis fiets? Ben je mal! Laten ze maar lenen en het geld gaandeweg terugbetalen.’ Machiel Pouw, de directeur van Ujima Foundation, is nog directer: ‘Ze gaan toch al met mannen naar bed; als ze er écht uit willen stappen, dan doen ze het nóg maar een paar keer en kopen ze van het geld meteen die fiets’. Over empowerment gesproken…
Suiker Zuster Philomena, een Keniaanse Franciscanes van Sint Joseph Asumbi, runt Saint Clare’s weeshuis. Ze begon in 2005 naast een al bestaande basisschool met 22 weeskinderen waarvan de ouders aan aids waren overleden. Ze verblijven zeven dagen per week in de gebouwtjes die naast de school zijn opgetrokken. Na de recente onlusten is het aantal kinderen dat zr. Philomena opvangt gestegen tot boven de vijftig. Een aantal kinderen is ziek. Als ik haar opzoek is juist het medisch spreekuur aan de gang: een Keniaanse arts en een blanke vrouw met een T-shirt van ‘verpleegkundigen zonder grenzen’. Zr. Philomena wijst op een aantal kinderen dat HIV-positief is en hier medicatie krijgt. Ze leidt me rond op het terrein:
21
Het is een uur of acht in de morgen als ik op het Victoriameer vaar. Mensen wassen zich in het water van het meer en doen er tevens de was. Het meer ligt er als een spiegel bij. Als de motor van de boot uit is, geeft de aanblik van het meer me eenzelfde gevoel als ik jaren terug had op het meer van Tiberias in Israël. Ter hoogte van Hippo Point zie ik de contouren van een aantal nijlpaarden opdoemen. Ze doen niet aan het schoonzwemmen zoals dat in een reclamespotje wordt getoond. We naderen Dunga, een vissersplaatsje waar de boten met verse vis aan land zijn gegaan. Het is er een drukte van belang. De vrouwen die de vis in de omgeving zullen verkopen zijn bezig een voorraadje te bemachtigen. Marc vertelt me dat de vrouwen min of meer gedwongen worden tot seksueel verkeer met de vissers om een goede deal te sluiten. Voor wat hoort wat. Er zouden pogingen zijn ondernomen om van die ‘transactionele seks’ af te komen. De risico’s op de verspreiding van HIV zijn immers erg groot. De vrouwen zouden via een coöperatie tot vaste afname en prijsafspraken kunnen komen. Een mooie gedachte, maar het blijkt niet te werken. Lang niet alle vrouwen delen de wil om zich te verenigen in zo’n coöperatie. Ze willen liever een goedkopere deal sluiten met een visser en nemen de risico’s voor lief. De aanblik van binnengelopen vissersscheepjes en de hectiek eromheen is opeens minder idyllisch. een slaapzaal, een eetzaal, een gloednieuwe keuken, hokken voor geiten, kalkoenen en kippen, een broedmachine, een moestuin. Een voorraadkamer met zakken mais voor de dagelijkse ugali. Trots is ze op de nieuwe keuken, waar op een nieuw kookrooster de maaltijd wordt gekookt: bonen pruttelen in een grote pan, het water voor de ugali is aan de kook. Buiten hangt het wasgoed aan een lange lijn. Is een weeshuis een oplossing voor aidswezen? Zouden kinderen niet beter af zijn als ze opgevangen worden binnen de extended family? Dit weeshuis wordt geleid door een Keniaanse religieuze. Elders, in de buurt van Nakuru, bezoek ik een weeshuis van de Zevende Dags Adventisten. Het is veel ruimer opgezet, met mooie heldere kleurencombinaties en wordt gerund door een Australisch echtpaar en gesponsord met Lees verder op pagina 22 » november 2008 – nr 4
» Kenia
westers geld. Het is de vraag wie op deze vorm van zorg zit te wachten en of het geld dat deels in relatief hoge salarissen gaat zitten niet beter besteed zou kunnen worden als de weeskinderen bij een tante of oudere zus zouden worden opgevangen en het geld ten goede zou komen aan de gemeenschap. Tegelijk word ik aangenaam getroffen door de frisse uitstraling van het gebouwencomplex. De opvang daar is een geheel andere dan het zou zijn in de golfplaten hutten van een sloppenwijk met beperkte sanitaire voorzieningen. De kinderen in het weeshuis worden van jongs af aan grootgebracht met Engels als voertaal. Misschien geeft ze dat een voorsprong in kennis, maar een achterstand in de Luotaal en -cultuur waar ze feitelijk deel van uitmaken. Ook zr. Philomena droomt van betere voorzieningen. Na de nieuwe keuken wil ze graag gescheiden slaapzalen voor de jongens en de meisjes. Ze hoopt op een westerse sponsor. Ze veronderstelt dat ik nog wel foto’s wil maken van de kinderen. Die zitten niet in de klaslokaaltjes – die worden door wat oudere kinderen schoongemaakt – maar in de gang en zijn een
liedje aan het zingen. ‘Mzungu’, klinkt het. Een witte man. Ze dragen felgele T-shirts of blauwe pullovers. Heel gedisciplineerd verzamelen ze zich op het schoolplein voor een foto, met zr. Philomena als een moederkloek in het midden. Het had een Nederlandse klassenfoto uit de jaren vijftig kunnen zijn. Eén jongetje klampt zich bij elke stap die ik zet aan mijn been vast. Als ik hem optil, rust hij stil op mijn arm. Hij houdt afstand. Misschien maar goed ook. Ik geef aan zr. Philomena wat geld: koop maar wat fruit voor de kinderen. ‘Nee, suiker’, zegt ze gedecideerd, ‘want die is op.’
Sjoelavond ’s Zondags breng ik een afscheidsbezoek aan de tachtigjarige Hans Burgman, een pater van Mill Hill. Hij was ooit filosofiedocent, maar koos voor de missie. Hij spreekt vloeiend ‘Luo’, de hoofdtaal van de streek. De laatste dertig jaar heeft hij doorgebracht in de sloppenwijken van Kisumu, waar hij gezorgd heeft voor weeskinderen. Scholing, medische zorg, HIV-preventieprojecten, een kunstproject, voedselverstrekking, nachtopvang. Je kunt het zo gek niet bedenken of hij heeft er wel het initiatief toe genomen. Van zijn Nederlandse AOW heeft hij een ziektekostenverzekering gefinancierd: hele extended families van een weeskind worden
meeverzekerd voor gratis behandeling in een ziekenhuis. Voor eenvoudige aandoeningen kunnen ze in de kliniek van Saint Joseph’s terecht. Maar binnen vijf maanden is het geld al op. ‘Kenia is het land van de onbegrensde onmogelijkheden’, zegt hij. Hij heeft zijn afscheid aangekondigd. Terug naar Nederland wil hij niet. Hij zal zijn arbeid voortzetten in de begeleiding van theologiestudenten in Nairobi, waar de paters van Mill Hill een priesteropleiding en een gastenverblijf hebben. Zoals op elke zondagavond wordt er gesjoeld. Josephine, een Keniaanse op leeftijd, die ooit familiegrond voor Saint Joseph’s beschikbaar heeft gesteld, sjoelt even fanatiek als mijn moeder vroeger. Pater Hans heeft de Keniaanse jeugd op mijn komst voorbereid. ‘Er komt een protestantse dominee en die mocht vroeger op zondag nooit iets anders doen dan sjoelen, dus hij gaat van jullie winnen.’ Ik eindig als tweede. Benta, een dertienjarig meisje schuift op bijna nonchalante wijze de schijven in de juiste vakken en overtroeft me met groot gemak. Ik heeft me een nostalgisch gevoel. Het voelt aan als vroeger thuis.
‘Dag schepping?!’ Vrijwel elke dag is er nieuws over het klimaat. Temperatuurrecords sneuvelen en gletsjers smelten. Alles wijst erop dat het klimaat in hoog tempo verandert door het gedrag van de mens. Daarom koos het Christelijk Ecologisch Netwerk (CEN) als thema voor de jaarlijkse ‘Periode voor de Schepping’ in de maand september: ‘Dag schepping?! Zorgen voor Gods wereld in een tijd van klimaatverandering’. Het CEN ziet ook een morele en spirituele dimensie in het thema klimaatverandering: het roept vragen op naar rechtvaardigheid, eerlijke verdeling. Vragen die te maken hebben met léven en dus met geloven. In de Bijbel staat dat Jezus op aarde kwam om heel de schepping te redden, alle dingen te herstellen. Dan gaat het niet alleen om mensen, maar ook om dieren, planten, dingen - het hele ecosysteem aarde, dus ook het klimaat. Als mensen doen wat ze moeten doen, dan wordt het leefbaarder op aarde, dan komt er meer gerechtigheid. Een voorproefje van de november 2008 – nr 4
nieuwe aarde, waar alles en iedereen tot zijn recht zal komen. Zo wordt het christelijk geloof in onze tijd een essentiële inspiratiebron bij het aanpakken van problemen als klimaatverandering, aldus het CEN. ‘Want we mogen niet alleen mensen helen en verzoenen, maar ook het deel van de schepping dat wij beheren. Dan gaan we klimaatbewust leven, God schiep immers ook het klimaat. We kunnen er niet langer omheen Jezus Christus ook na te volgen als het om het klimaat gaat in zijn respect voor Gods wijsheid in de schepping. Hoe – dat is in de praktijk nog niet altijd even eenvoudig. Maar dat betekent niet dat we ervoor weg mogen lopen. Denk erover. Praat erover. Bid ervoor. En ga er wat aan doen. Waar begint u?’ Het CEN werkt samen met de werkgroep Kerk en Milieu van de PKN (www.kerkenmilieu.nl). Deze werkgroep publiceerde in september het boek ‘Levend Huis, eco-spiritualiteit en schepping’. Het boek motiveert en inspireert om de aarde te herscheppen tot een duurzame, leefbare
22
wereld. Het scheppingsverhaal wordt daarin gekoppeld aan een ‘ecologische bijbellezing’ en aan zeven milieuthema’s: klimaat, water, ruimtelijke ordening, biodiversiteit, de verhouding tussen mens en dier, voedsel en de waarde van stilte. Er staan meditatieve teksten en foto’s in over het scheppingsverhaal uit het bijbelboek Genesis. Het boek bevat interviews met zeven ‘milieuprominenten’, waaronder Jan Boersema, Lucas Reijnders, Marianne Thieme en Tineke Huizinga. Het Boek (EAN 9789043515313) is te bestellen bij uitgeverij Kok (www.kok.nl), postbus 5018, 8260 GA Kampen. Prijs € 12,50. Meer informatie over het CEN en de Periode voor de Schepping: www.cenet.nl
Canon van de Nederlandse religiegeschiedenis
Streven naar vrede en gerechtigheid vaak onzichtbaar Herman Radstake
Bonifatius, de beeldenstorm, de wederdopers, Onze-Lieve-Heer-Op-Zolder, Erasmus en Spinoza natuurlijk, wie kent ze niet uit de Nederlandse godsdienstgeschiedenis? Maar wist u ook dat de eerste Nederlandse bisschop, Servatius van Maastricht, in de 4e eeuw helemaal uit Armenië kwam? En dat op Sinterklaasavond 1427 voor het eerst schoenen werden gezet, en wel bij de Utrechtse Nicolaaskerk? En dat ze niet gevuld waren met lekkers, maar door welgestelde Utrechters werden geschonken aan de armen?
leges van de publieke kerk werden ingeperkt en de staat wilde zaken als onderwijs en armenzorg zelf gaan regelen. Van der Meiden citeert vervolgens artikel 6, waarin op ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’ een verrassend positief geformuleerd voorschrift volgt: ‘Doe aan anderen, ten allen tyde, zoo veel goed, als gij in gelyke omstandigheden, van hun zoudt wenschen te ontvangen.’ ‘Ongekend modern’, noemt Van der Meiden deze Grondwet. Juist als de kerk van de staat wordt gescheiden....
ping beogen. Als meest recente opwelling van politiek progressief christendom herinneren velen zich nog het kerkelijk verzet tegen de kernwapens in de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Vrijheid
De kerstening van ‘Nederland’ verliep soms vreedzaam, soms gewelddadig, schrijft Van de Meiden ergens, en hij vervolgt: ‘Friezen en Droevig Saksen waren niet meteen overtuigd van het Deze en veel meer wetenswaardigheden Er waren ook uitzonderingen, waarmee nut van de nieuwe godsdienst als ze daarvoor maken het boek ‘Beeldenstormers en brugeen Linker Wanger zich verwant zou kunhun vrijheid moesten inleveren.’ genbouwers’ leuk om te lezen. Ik was natuur- nen voelen. Erasmus en Spinoza bepleitten Misschien hebben deze Friezen en Saksen lijk benieuwd of het christelijk geloof in de menselijkheid, maar ze kregen in deze stredeze vrijheidsdrang in onze genen achtergeNederlandse geschiedenis iets te zien heeft ken weinig poot aan de grond. Uiteraard de gegeven van een streven naar ‘vrede, gerechwereldberoemde wederdoper Menno Simonsz laten. De geschiedenis van Nederlanders met het christendom, of breder: met religie, gaat in tigheid en heelheid van de schepping’, om het (ca 1496-1561), die even na Luther de RKmet de doelen van het Conciliair Proces uit de kerk verliet om volwassenen te kunnen dopen. honderd varianten over vrijheid. Geloven mag, maar het moet niet onze vrijheid beperken. jaren tachtig te zeggen. Ofwel: heeft De Linker Zijn geloof was pacifistisch, wat bijzonder Onze vrijheid om zonder scrupules handel te Wang voorgangers gehad? Is de bijbelse bood- was in een oorlogszuchtige tijd, en kenmerkt drijven en rijk te worden en om onze mening schap ook politiek en economisch ‘sociaal’ nog steeds zijn Nederlandse volgelingen, de te uiten. Buiten de kerk moeten gelovigen zich opgevat, op de manier die Alex van Heusden Doopsgezinden, en die in de rest vam de niet bemoeien met ons maatschappelijk leven, verderop in dit blad bepleit? wereld (‘Mennonieten’). politiek en economie. Verrassend vond ik het om te lezen dat Door de eeuwen heen heeft de kerk – en Gisbertus Voetius (1589-1676), de voorman Gedogen hebben gelovigen - natuurlijk diaconie en van de Nadere Reformatie (voorloper van de Het christelijk geloof was in de vorming van Gereformeerde Bond) de slavernij bestreed: ‘Is armenzorg op zich genomen, al ontkom ik de politieke eenheid Nederland een belangniet helemaal aan de indruk dat dit toch vaak dat niet droevig daar hebben de Christenen eene rijke drijfveer. Maar hoe kan het anders? ingegeven was door het verwerven van een negotie van gemaakt.’ (...) Voor Voetius moest Nederland was immers ‘tot in de jaren zestig plek in de hemel, en niet zozeer de gerechtigGods Woord normerend zijn voor alle facetvan de afgelopen eeuw een van de meest ten van het persoonlijke en maatschappelijke heid overheerste. Dat de kerk voor de armenreligieuze naties van Europa’, schrijft Herleven, ook als algemeen aanvaarde praktijken zorg – en niet alleen voor hen - veel geld nodig man Vuijstje in de inleiding van het boek. In had, en dus de rijken aan zich moest binden op de principes moesten sneuvelen. Zoals de vrijwel alles wat mensen deden speelde het en hun rijkdom stimuleren, moet welhaast slavernij.’ Is er hoop te putten uit de geschiegeloof een rol. Dus ook in economie en polidenis, dat hij twee eeuwen later zijn zin kreeg? invloed op de inhoud en kracht van de boodtiek. Maar het overzicht in dit boek maakt schap hebben gehad. Hij streefde overigens naar een theocratie duidelijk dat de gelovigen in hun vele soorten De oogst van progressieve gelovigen blijft en groeperingen toch vooral bezig waren hun zoals de huidige Staatkundig Gereformeerde vrij teleurstellend, maar is rijker dan wat hier Partij zich droomt. Ook geloof en politiek. eigen verlangens te rechtvaardigen of hun is genoemd. En wat is het nut van geschiedeeigen belangen te verdedigen en die van ande- Misschien is het goed dat de beweging in de nis als we er niet van willen leren? achttiende eeuw onder invloed van het Duits ren in te perken. Een bekend voorbeeld is het gedogen van de Rooms-Katholieken in de piëtisme smoorde in huiskamerchristendom, gereformeerde republiek, mits ze zich onzicht- waarin de persoonlijke band met Christus en Beeldenstormers en bruggenbouwers, Canon van de Nederlandse religiegeschiedenis. Willem levensheiliging steeds belangrijker werden. baar hielden. Vele schuilkerkengetuigen nog Op deze schouders staat onder andere de hui- van der Meiden. Uitgeverij Meinema (www.uitzichtbaar van deze periode. dige evangelische beweging. Al klinken daar- geverijmeinema.nl). ISBN: 9789021141909, 112 De grondwet van 1798, van de Bataafsche pag,: € 15,90. vandaan ook weer politieke standpunten die Republiek, doet vermoeden dat de politiek sociale gerechtigheid en zorg voor de Schepvan de kerkelijke invloed af wilde. De privi-
23
november 2008 – nr 4
Een Nieuw Idee van emigratie in Kameroen
‘Bushfalling’: jagen in rijke landen Peter Geschiere
Van beursstudenten naar jagers. Zo is kort samen te vatten hoe de aard van migranten – in dit geval uit Kameroen – is veranderd. Dat heeft alles te maken met politieke en economische situatie in het Afrikaanse land. Peter Geschiere, cultureel antropoloog aan de Universiteit van Amsterdam, signaleert deze verschuivingen. Van America Wandas die gingen studeren naar bushfallers, zoals de moderne Kameroenese economische migrant wordt genoemd. De economische globalisering leidt ook tot een niet te stuiten migratie van mensen. Opvang aan twee kanten blijft onvermijdelijk, stelt Geschiere: verbetering van het perspectief in het land van vertrek, en menswaardige begeleiding in het aankomstland. Sinds een paar jaar is bushfalling een veel gebezigde term in Kameroen, vooral in het Zuidwesten en rond de grote havenstad Douala. Het is een nogal uitdagende term. Bushfalling gaat over migratie naar Europa, Amerika of andere rijkere delen van de wereld (de Golfstaten, Zuidoost Azië). Een bushfaller is iemand, meestal een jonge man, soms ook een vrouw, die erin geslaagd is de grote oversteek te maken. Die betekenis is verrassend omdat bush in het lokale Pidgin Engels een negatieve vormen van emigratie steeds avontuurlijbijklank had: de wildernis, het achterland. ker, om niet te zeggen rauwer, zijn geworVroeger was het ronduit beledigend als je den. Julius Nyamkimah Fondong, een van iemand zei dat hij of zij uit de bush Kameroenese journalist die al meer dan kwam –www dat hield in dat die persoon twintig jaar in de USA werkt, vergelijkt de enigszins achterlijk was, het tegendeel van huidige bushfallers met eerdere generaties modern. Maar nu zijn bushfallers mensen van emigranten – de America Wandas, de die het gemaakt hebben. De grote populapidgin term voor zijn generatiegenoten die riteit van het woord geeft aan dat – net als naar Amerika trokken.2 Al vanaf de onafelders in West Afrika – emigratie naar een hankelijkheid van Kameroen (1960) kwam rijker deel van de wereld nu steeds meer er een stroom op gang van studenten die gezien wordt als de enige mogelijkheid om erin slaagden om beurzen te krijgen voor ‘het’ te maken. Amerika om daar hun studie verder af te In een recent artikel over de term en het maken. De eerste generatie van deze groep achterliggende idee gaat de Kameroenese zag dit verblijf uitdrukkelijk als tijdelijk. socioloog Francis Nyamnjoh in op de En inderdaad, dank zij hun diploma’s kongevolgen.1 De bush is inderdaad de wilderden zij riante banen in Kameroen krijgen. Velen keerden terug, ze gingen wonen in nis – het tegendeel van beschaving – maar de hoofdstad maar onderhielden nauwe het is ook het domein van de jager die daar banden met het geboortedorp: ze bouwden een weg weet te vinden en met rijke buit daar een huis en startten daar allerlei ontterugkeert naar het dorp. Bushfallers zijn wikkelingsprojecten op. Dat veranderde als die jagers. Europa – en andere gebieden al tegen het einde van de jaren zeventig: met welvarende wereldsteden – is de wilhet aantal afgestudeerden nam toe maar dernis waar zij op jacht gaan. En als alles de beschikbare banen niet – zeker niet goed gaat moeten ze daarna weer terugkeren naar hun mensen - met rijke buit. Maar nadat structural adjustment (structurele aanpassing, red) in de jaren tachtig het juist van dat laatste zijn deze mensen niet overheidsbudget drastisch beperkte. De meer zo zeker. economische crisis sinds 1987 en de dramatische politieke ontwikkelingen in de Wegblijven jaren negentig – ondanks democratisering De associatie met wildernis komt miswist het voormalig één-partij regime van schien ook voort uit het feit dat de nieuwe november 2008 – nr 4
24
president Biya zich door een uitgekookte mix van geweld en politieke manipulatie in het zadel te houden – maakten de terugkeer voor latere America Wandas steeds onaantrekkelijker. Velen – waaronder Fondong zelf – kozen ervoor om in Amerika te blijven en van daaruit oppositie te voeren tegen het gehate Biya-regime. Dat betekende niet dat ze de banden met het geboortedorp verbraken. Veel Wandas blijven geld sturen naar hun ‘broeders’ in het dorp. Dat is ook de plaats waar ze uiteindelijk begraven willen worden.3
Internet De vraag is natuurlijk hoe dat zal gaan met de nieuwe emigranten, de bushfallers. Er zijn belangrijke verschillen. Veel bushfallers zijn nauwelijks geschoold. Ze vertrekken vaker op goed geluk, zonder beurs en zonder duidelijke contacten. Ze weten meestal wel dat de tocht dan gruwelijke ontberingen kan vergen. De verhalen over wat er allemaal mis kan gaan – in de Sahara, op zee, en aan de grenzen – zijn in steeds wijdere kring bekend. Ook dat Europa een fort geworden is waar immigranten niet meer welkom zijn en hard moeten knokken om te overleven. Dat zit allemaal besloten in de notie van bushfalling: ook de jager heeft alleen succes als hij de nodige ontberingen kan doorstaan. Maar kennelijk bestaat er nog steeds het idee dat er ondanks alles ‘buit’ te behalen is. Bushfalling roept allerlei vragen op. Eén is waarom dit begrip – en de daarmee samenhangende ideeënwereld – zo plotseling opgekomen is. Een andere is hoe de bravoure die ermee samenhangt en die vaak tot diepe teleurstellingen leidt te doorbreken is.
Riante perspectieven Het is eigenlijk nog maar sinds het begin van deze eeuw dat het idee van emigratie naar Europa of zelfs verder weg zo wijd verbreid is in Kameroen. Eerder leek dit alleen weggelegd voor de happy few, met name mensen met de benodigde onderwijsdiploma’s. Een belangrijke verandering is de vrij plotselinge verbreiding van mobieltjes en internet. Vooral door inter-
net lijkt de rijke wereld plotseling veel dichter bijgekomen. De TV had de beelden van al die rijkdom – Dynasty, Dallas – al eerder en zelfs op dorpsniveau verspreid. Maar voor veel Afrikanen betekende die globalisering alleen lêcher la vitrine (‘je neus platdrukken tegen de winkelruit’), zoals de historicus Achille Mbembe het in 1992 noemde. Internet lijkt de mogelijkheid te bieden daar ook direct contact mee te zoeken. Eén van de eerste effecten van de opkomst van Internetcafé’s was bijvoorbeeld dat ineens allerlei Kameroenese meisjes een huwelijksadvertentie plaatsten, expliciet gericht op een Europese of Amerikaanse partner. Een even belangrijke verandering was de groeiende en algemene teleurstelling over wat er nog binnen Kameroen te bereiken was. De eerste decenniën na de onafhankelijkheid stonden in het teken van hoop. De verbouw van marktgewassen stimuleerde de opkomst van een generatie van rijkere boeren. Maar vooral onderwijsdiploma’s openden riante perspectieven via een baan in overheidsdienst. De fonctionnaire met zijn diploma’s werd het nieuwe rolmodel en veel ouders getroostten zich grote opofferingen om hun kinderen op school te houden.
Desperado’s De crisis van de jaren tachtig veranderde dat allemaal. De instorting van de wereldmarktprijzen voor koffie en cacao (de belangrijkste producten van Zuid Kameroen) maakte een einde aan de rijkdom van de grands planteurs. Nog onthutsender was de instorting van het rolmodel van de fonctionnaire. De al genoemde groei van het aantal gediplomeerden voor steeds minder
banen en de drastische verlaging van de overheidssalarissen (die in sommige jaren zelfs helemaal niet werden uitbetaald) deden hem de das om. De politieke veranderingen – begin jaren negentig – boden nieuwe hoop op verandering. Maar algauw werd dat afgeknepen door het regime via grootscheepse vervalsing van verkiezingen – alleen mogelijk doordat met name Frankrijk (Mitterand) het regime Biya bleef steunen. Veel bushfallers van nu zijn teleurgestelde ‘rebellen’ van begin jaren negentig. Vooral voor de jongere generaties vormen de enkele succesvolle bushfallers het nieuwe rolmodel dat de fonctionnaire vervangt. In de praktijk zijn bushfallers eerder een soort desperado’s die koste wat kost weg willen. Om deze stroom tegen te gaan, ligt natuurlijk als oplossing voor de hand om meer mogelijkheden voor ontplooiing ter plaatse te scheppen. Maar dat blijkt niet mee te vallen. De zoveelste mislukking van de onderhandelingen over een wereldwijd handelsakkoord maar ook de hardnekkige problemen in het functioneren van de staat, nog steeds nauw verknoopt met het internationaal kapitalisme, stemmen niet optimistisch. De toestroom van immigranten naar Europa zal ook in de toekomst dan ook moeilijk af te remmen zijn. Des te belangrijker wordt het om verder naar mogelijkheden te zoeken om die institutioneel in te bedden. Niet alle immigranten zijn zo avontuurlijk als de bushfallers. Pinksterkerken met hun wereldwijd netwerk bieden immigranten althans enige houvast. Hetzelfde geldt voor een Islamitische broederschap als de Moeriden uit Senegal. Maar ook in de landen van aankomst blijft het
25
zorgen voor menswaardige opvang urgent. Globalisering, het toverwoord van onze tijd als economisch ideaal, betekent mobiliteit, niet alleen van producten en beelden, maar ook van mensen. Dat zal moeilijk af te stoppen zijn. Peter Geschiere is cultureel antropoloog aan de Universiteit van Amsterdam.
Noten 1. Francis Nyamnjoh, ‘The Notion of Bushfalling and Bushfallers in Cameroonian Diasporic Discourses’, Africa in press 2. Zie J.N.Fondong, ‘The America Wanda, Bushfaller Dialectic’ (http://www.edennewspaper.com/content/view/2211/103/) 3. Niet toevallig is een bekend project in een dorp waar veel America Wandas vandaan komen de bouw van een modern mortuarium met genoeg accucapaciteit om lijken maandenlang in te vriezen.
november 2008 – nr 4
Ex-bisschop leidt Paraguay Christian Jongeneel
Voormalig bisschop Fernando Armindo Lugo Méndez is sinds augustus van dit jaar president van Paraguay. De golf van linkse presidenten in Latijns-Amerika krijgt met hem nu ook een vertegenwoordiger van de bevrijdingstheologie, waar anderen hun ideologische wortels meer in het socialisme vinden. Lugo zal het echter niet makkelijk krijgen, in een versplinterde coalitie. In Steyl, een klein plaatsje bij Venlo, richtte de later heilig verklaarde priester Arnold Janssen in 1875 de Gemeenschap van het Goddelijke Woord (Societas Verbi Divini) op. Zo’n 6000 leden kent de congregatie inmiddels, in tientallen landen, waar ze het Woord verkondigen, dialoog tussen verschillende groepen en culturen bevorderen en zich bekommeren om de armen. Het zal zeker die laatste doelstelling zijn geweest die Fernando Lugo er in 1970 als negentienjarige toe bracht tot de orde toe te treden. Zijn jeugd was namelijk meer door de politiek gekleurd dan door de religie. Zijn vader werd meer dan twintig maal gevangen gezet door het dictatoriale regime van Alfredo Stroessner, en verschillende van zijn broers en zussen belandden in ballingschap. Dat laatste lot wachtte ook hem in 1982, toen hij na een periode van vijf jaar als missionaris in Ecuador terugkeerde in zijn vaderland. Zeven jaar na zijn terugkeer in 1987 werd hij bisschop van het armste diocees van Paraguay. Het Stroessner-regime was toen al gevallen, maar diens Colorado-partij had de macht ook na de verkiezingen behouden. Lugo werd een spreekbuis van arme boeren door hun claims voor een eerlijke herverdeling van land luid te ondersteunen – het soort activiteiten waar het Vaticaan niet dol op is, maar zo geworteld in Latijns-Amerika dat Lugo ermee wegkwam. Omdat zowel kerkelijke regels als de Paraguayaanse grondwet het ambt van priester onverenigbaar achten met dat van president, diende Lugo in 2005, toen zijn politieke aspiraties helder werden, zijn ontslag in bij het Vaticaan. Dat was voor de Paraguayaanse wet genoeg, het Vaticaan deed er drie jaar over om zijn ontslag te aanvaarden. Dat is belangrijk voor Lugo, want hij wil na zijn presidentschap weer als priester aan het werk. november 2008 – nr 4
Vreemdzaam
tieve aanpak om een brede coalitie bij elkaar te houden. Presidentskandidaten die zich presenteren als kampioenen van het gewone volk doen het momenteel goed in Latijns-Amerika, Verzoening zowel in radicale (Chávez in Venezuela, Lugo is een bewonderaar van de geëxcomMorales in Bolivia, Correa in Ecuador) als municeerde Braziliaanse bevrijdingstheoin gematigde (Bachelet in Chili, Vásquez in loog Leonardo Boff, ook een felle voorstanUruguay, Lula in Brazilië) varianten. Lugo der van rechten voor armen, en luidruchtig won in april de verkiezingen van zijn Colobestrijder van kapitalisme en imperialisme. rado-rivaal, die het verlies ruiterlijk erkende. Mocht Lugo ook radicale anti-Amerikaanse Het was voor het eerst in de geschiedenis standpunten huldigen, dan weet hij dat aarvan Paraguay dat een vreedzame, democradig verborgen te houden. Bij zijn inauguratie tische machtsoverdracht plaatsvond. knuffelde hij zowel Chávez als Lula, al blijkt Lugo had ervoor gekozen zich aan te uit zijn retoriek dat hij meer met de eerste sluiten bij de Paraguayaanse christenop heeft. Dat kan echter ook te maken hebdemocraten, een onbetekenende splinterben met een langdurig dispuut tussen Parapartij. Zijn politieke support moest vooral guay en Brazilië over de opbrengsten van de van de grootste oppositiepartij komen, de Itaipú-dam op de grens van beide landen. rechts-liberale Partido Liberal Radical AuténParaguay vindt dat het onderbedeeld is.
Lugo wordt begroet door kinderen in de school ‘Divino Niño Jesús’. Foto: Flickr.com – Fernando Lugo APC
tico (PLRA). Samen met nog enkele linkse partijen vormen zij een ongemakkelijke coalitie die uit is op ‘verandering’. Nog voor de installatie van de regering begin september zaten er echter scheuren in. Vlak voor de inauguratie beschuldigde Lugo een van zijn coalitiepartners, voormalig generaal Lino Oviedo van de conservatieve Unace-partij (na Colorado en PLRA de derde in grootte), van het voorbereiden van een staatsgreep. Door opzichtig diens rivalen in de PLRA te steunen, heeft Lugo ook al het gezag ondergraven van zijn PLRA-vicepresident Federico Franco. Dat de anders zo milde Lugo, die zijn presidentiële salaris van 2500 euro per maand aan de armen schenkt, zijn partners schoffeerde, heeft velen verbaasd. Het is niet de meest effec-
26
Niettemin verwachten analisten dat Lugo’s beleid meer op dat van Lula zal lijken dan op dat van Chávez: eerder pragmatisch dan radicaal. Op het heikele punt van de landhervorming (1 procent van de bevolking is eigenaar van driekwart van het land) heeft hij de grote woorden gemeden. Lugo, die in het verleden invasies van grote landerijen steunde, heeft er echter voor gewaakt om onteigeningen aan te kondigen, hoewel hij wel duidelijk gemaakt heeft landloze boeren tegemoet te zullen komen. De radicale priester zonder bestuurservaring lijkt in staat zijn religieuze idealen van dialoog en verzoening, gevoed in zijn jaren bij de Gemeenschap van het Goddelijke Woord, over te dragen naar de politieke realiteit.
Activisme blijft nodig
Goed dat Wijnand Duyvendak zich v erantwoordde Hans Feddema
Hoe Wijnand Duyvendak afrekende met zijn actieverleden kreeg veel nieuws. We kunnen ons er zo aan spiegelen. Voorzover ik Wijnand ken, laat hij weinig aan het toeval over. Toch onderschatte hij nu de krachten die zijn verantwoording opriep, mede door onhandig opereren. Bijvoorbeeld toen hij, om zijn boek extra te promoten, in zijn tweede persbrief de omstreden inbraak van 1985 ‘een groot succes’ noemde. Het leek zo alsof hij die nog steeds omarmde. Femke Halsema viel daar terecht over. De media vielen daardoor ook steeds meer over hem heen. Ze gingen op onderzoek uit naar wat hij als redacteur van Bluf in de jaren tachtig zou hebben geschreven of met zijn functie gedekt. Bovendien klom kernenergieambtenaar Verberg, die zich nog de dreigtelefoontjes en de brandende lap in zijn brievenbus herinnerde, op het vinkentouw. In Bluf van 11 juli 1985 had zijn telefoonnummer (en die van collega’s) gestaan met de oproep ‘hun rust te verstoren’. Wijnand heeft hiervoor – en voor zijn tweede persbrief – uitvoerig spijt betuigd, tevens in zijn tv-optreden op 20 augustus. Geloofwaardig. Ook omdat hij in zijn boek zegt, dat de ‘ontwikkeling van de kraakbeweging en het zien van de consequenties daarvan’ hem deden beseffen, dat ‘acties absoluut geweldloos moeten zijn’. Jammer dat hij in zijn eerste interview in Nova op 7 augustus blijk gaf van een meer instrumentele visie, betogend dat inbraken mensen van het doel doen vervreemden. Dat was zijn tweede ‘onhandigheid’. Zeker toen uit de open brief van ambtenaar Verberg bleek, hoezeer men het in de acties vaak tevens gemunt had op personen. Ook de Amsterdamse exwethouder Wolfensberger kan daarover mee praten. Die brief van Verberg was de ‘druppel’, die Wijnand deed besluiten
terug te treden als kamerlid. Volgens europarlementariër Joost Lagendijk had dat ‘niet gehoeven’. Maar ik vind dit een onvermijdelijk en goed besluit. Zijn positie wordt ineens veel sterker. Je actieverleden verdedigen als kamerlid is kwetsbaar. In een tv-uitzending van Achter het Nieuws uit 1980 komt ook naar voren, dat hij vroeger al afstand nam van rellenschoppers en geweldsgroepen als RaRa. Thans wil hij als ‘geweldloos activist’ verder door het leven. Dat gaat vandaag overigens gemakkelijker dan in de jaren tachtig. Ik weet als activist uit eigen ervaring, hoe moeilijk het toen was om in de interne discussies over ‘wel of geen geweld’ de strategie van Gandhi te bepleiten. Ik herinner me nog hoe een lid van de oecumenische anti-apartheidgroep Kairos, die met zo’n pleidooi kwam op het moment dat Kairos voor een radicalere opstelling wilde kiezen, werd geroyeerd. Kairos was ooit opgericht door de activist en hoogleraar Jo Verkuyl ter ondersteuning van dr. Beyers Naude en zijn Christelijk Instituut van ZuidAfrika. Verzoening scoorde dan ook hoog in Kairos. Reden voor Verkuyl om niet mee te gaan met dat royement noch met partijkiezen voor het toenmalige ANC, hij verliet de club. Opmerkelijk is dat Kairos en voorzitter Cor Groenendijk een en ander niet publiek maakten. Degene die dat royement onderging – de schrijver van dit commentaar – ook niet. Het zou de apartheid in de kaart spelen, zo was zijn gedachte. Vreemd, maar zo dachten we toen. Maar achteraf is het, ook in het licht van wat Wijnand nu vraagt, jammer dat daar tot op vandaag nooit verantwoording voor is afgelegd. Iemand uitstoten om strategisch geen last van hem te hebben, is immers een vorm van geweld.
stond centraal. Wellicht is hier ook een zekere invloed van Marx te bespeuren, die sprak van ‘strijd met alle middelen’. Geeft Greenpeace tegenwoordig training in geweldloze actie aan haar activisten, toen was er veel te weinig aandacht voor de eenheid van doel en middelen, dus dat het doel zichtbaar wordt in de te hanteren middelen. Tot op vandaag vind je dat gemis terug in GroenLinks, getuige de sterke neiging in die partij militaire interventie ‘voor het goede doel’ niet af te wijzen. Maar dat geweld ‘echt bij links hoort’, zoals filosoof Ruud Welten betoogt (Trouw 20-8), gaat te ver. Geweld is hooguit iets van de mens. Er waren in de linkse gelederen genoeg activisten, die zich principieel tegen geweld keerden. De laatsten waren voor burgerlijke ongehoorzaamheid en vonden dat die – let wel: mits openlijk, gewetensvol en geweldloos – binnen de rechtsstaat viel. Als vandaag door het ‘zoenoffer’ van Wijnand de gewetensvolle burgerlijke ongehoorzaamheid maar niet uit het vizier verdwijnt. Er is in de jaren tachtig immers ook veel goeds tot stand gebracht. En ook vandaag zijn er nog genoeg ‘ongerechtigheden’, waartegen men actie kan voeren. Of in de woorden van Kees Schuyt: ‘Ook in een democratie kunnen wetten tegen het geweten indruisen en onrechtmatig zijn’. Betrokken was Wijnand in elk geval. Hij stond ergens voor en meende in het klimaat van de jaren tachtig tegen de grenzen van ‘wat nog kon’ aan te moeten opereren. Dat hij er soms over heen ging, zij hem vergeven, nu hij dat openlijk als fout erkent. De Tweede Kamer verliest een competent lid. Zijn tijd komt wel weer.
Geweld werd hoe dan ook in de meeste actiegroepen niet uitgesloten. Het doel
27
november 2008 – nr 4
Exegese: Politieke lezing van de bijbel
Partij kiezen in maatschappij, politiek en economie Alex van Heusden
‘Wie twee hemden heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie te eten heeft, moet hetzelfde doen’, zegt Johannes de Doper in het evangelie van Lukas (3:11). ‘Gelukkig de armen. (...) Maar o wee, jullie, rijken’, zegt Jezus van Nazaret in hetzelfde evangelie (6:20.24). En tot een rijke zegt hij: ‘Alles wat je hebt, verkoop het en deel het uit aan de armen, dan zul jij een schat in de hemelen hebben’ (18:22). Het evangelie van Lukas is het grote verhaal over arm en rijk, over de ellende van de armen en hoe deze in stand gehouden wordt door de gewinzucht van de rijken. Geen van de vier evangelieschrijvers voert zo’n drastisch pleidooi voor de rechten van de armen als juist Lukas. Er wordt wel gezegd dat de sociale boodschap voor de armen kernthema is van de oudste overlevering omtrent Jezus. In 1982 verscheen het boek Jezus van Nazaret - hoop van de armen van Luise Schottroff en Wolfgang Stegemann. Daarin staat: ‘Als we het evangelie van Lukas niet hadden, dan zou een belangrijk - zo niet het belangrijkste - gedeelte van de vroege christelijke traditie verloren zijn gegaan, namelijk een intensieve discussie over de persoon en de boodschap van Jezus als hoop der armen.’
Pax Romana De sociale boodschap voor de armen ligt al besloten in het onderricht van Jezus’ voorganger, Johannes de Doper, over wie een ‘tijding Gods’ kwam, een profetisch woord (Lukas 3:2). Waar geschiedt dat woord? In een uithoek van de wereld die onderworpen is aan het Romeinse machtssysteem. ‘In het vijftiende jaar van de heerschappij van Tiberius, de keizer...’ (Lukas 3:1). Imperium Romanum, heersende wereldorde. De Romeinse dichter Vergilius (70-19 voor de gangbare jaartelling) schreef zijn grote epische werk Aeneis als eerbetoon aan de goddelijke keizer Augustus, de voorganger van Tiberius, maar primair als ideologische fundering van de nieuwe wereldorde. In boek VI, 847vv lezen we: ‘Anderen mogen zachter blazende ertsen smeden. Ik geloof het inderdaad – mogen levende gestalten uit marmer vormen, zulnovember 2008 – nr 4
len beter processen voeren, de loop van de hemel beschrijven met de stift en de opgaande gesternten benoemen: jij, Rome, de volkeren met gezag te regeren, denk eraan. Dat zal jouw kunst zijn…’ En zo is het exact. Andere volkeren hebben hun specialiteiten op gebied van nijverheid, kunst en wetenschap, de ‘kunst’ van Rome moet zijn de volkeren met geweld te regeren. Met gezag, dat is in het Latijn imperio, met als eerste betekenis militair bevel. Imperium Romanum met aan het hoofd de imperator: Een wereldorde gegrondvest op geweld en onderwerping van volkeren. En waar dat gebeurt, zal vrede zijn, nota bene, Pax Romana.
Kwijtschelding van schulden ‘In het vijftiende jaar van de heerschappij van Tiberius, de keizer, toen Pontius Pilatus de scepter zwaaide over Judea.’ Het gaat hier niet om een precieze datering in welk jaar zijn we ab Urbe condita, sinds de stichting van de stad Rome? Geleerden willen daar graag over bekvechten. Nee, het gaat hier om de benoeming van het heersende machtssysteem en daartegenover geschiedt een profetisch woord van Godswege, daartegenin. Johannes, de zoon van Zacharias, komt niet uit Rome, niet uit Jeruzalem; Johannes komt uit de woestijn, als eens Israël, het volk, toen het bevrijd was uit het diensthuis Egypte, het machtssysteem van Farao. Hij gaat naar het Jordaangebied, ‘oproepend tot een doop van omkeer tot kwijtschelding van schulden’ (Lukas 3:3). Kwijtschelding van schulden? Alle gangbare vertalingen, tot en met de Nieuwe Bijbelvertaling, hebben ‘een doop van omkeer - bekering - tot vergeving van zonden’. Kwijtschelding van schulden is iets anders dan vergeving van zonden. Maar kwijtschelding van
28
schulden als vertaling past heel goed in het verhaal van Lukas. Het relaas over Jezus’ geboorte begint met het bevel van keizer Augustus dat heel de bewoonde wereld, alle door Rome onderworpen volkeren, moet worden opgeschreven (Lukas 2:1); met geen ander doel dan om nieuwe, zwaardere belastingen op te leggen. En dan weet je wat er gebeurt: mensen verarmen, steken zich in schulden, vervallen tot slavernij. Schuldslavernij heet dat. Je hebt schulden, je kunt ze niet aflossen, dus word je slaaf van je schuldeiser. En dan maar hopen dat er iemand is, een welgestelde naaste, die jou vrijkoopt, die jou lost - hoor de oorspronkelijke betekenis van ons woord verlossing.
Herstel Kwijtschelding van schulden – waar gaat dit op terug? Dit gaat terug op het derde boek van de Thora, het boek Leviticus, hoofdstuk 25: ‘Als jullie in het land komen, dat ik jullie geef, dan zal het land rusten – sabbat voor JHWH. ‘Ieder vijftigste jaar zal een jubeljaar zijn. Dan wordt op Jom Kippoer, Grote Verzoendag, op de joveel geblazen, dan begint een jaar van omkeer en herstel van alles wat scheefgegroeid is. Vrijlating en kwijtschelding zijn de sleutelwoorden van het jubeljaar: schulden worden kwijtgescholden en slaven vrijgelaten; elk stuk grond (veld, akker, wijngaard) gaat terug naar de oorspronkelijke beheerder. Herstel van economische en sociale verhoudingen op basis van gelijkheid, gelijke kansen, gelijke rechten - dat is het program van het jubeljaar: ‘Jullie keren terug, ieder naar zijn bezit, ieder naar zijn familiegeslacht, keren jullie terug’ (Leviticus 25:10). Als in het Lukasevangelie Jezus in de synagoge van Nazaret voorleest uit het boek Jesaja, de tekst over het ‘geliefde jaar van JHWH’, dan proclameert hij het jubeljaar: goed nieuws - evangelie - voor de armen, bevrijding van gevangenen, licht in de ogen van blinden, vrijheid voor onderdrukten (Lukas 4:18v; vgl. Jesaja
61:1v). Oproepen tot kwijtschelding van schulden, zoals Johannes de Doper doet in het Lukasevangelie, is oproepen tot een nieuwe, rechtvaardige wereldorde. Als dat niet geschiedt, kwijtschelding van schulden, blijft het Romeinse machtssysteem overeind, die zogeheten Pax Romana en worden de rijken rijker en de armen armer. Dat was toen zo, dat is nog zo, in deze wereld anno 2008, ook al is er sprake van een andere economie. In het verschil ligt tegelijk de overeenkomst.
Omkeer En vergeving van zonden dan? In de gangbare liturgische formulieren van de kerken is vergeving van zonden nog altijd dominant en kruipt men dicht aan tegen de klassieke verzoeningsleer – het aloude leidmotief van het christelijk geloof. Jezus is gestorven aan het kruis om de zondige mens met God te verzoenen. ‘Een doop van omkeer tot kwijtschelding van schulden – goed nieuws voor de armen.’ Het onderricht van Johannes de Doper behelst een krachtige, niet mis te verstane oproep tot omkeer aan het adres van de samengestroomde menigte in de Jordaanstreek. ‘Draag vruchten van waarachtige omkeer’ (Lukas 3:8). Omkeer is meer dan verandering van gezindheid, omkeer moet in de praktijk van het leven handen en voeten krijgen. Dus vragen de menigten: ‘Wat moeten wij doen?’ En komt Johannes met praktische regels: ‘Wie twee hemden heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie te eten heeft moet hetzelfde doen’ (Lukas 3:11). Wie twee hemden heeft, is rijk en wie er geen heeft, is arm. Wie te eten heeft, is rijk en wie niet te eten heeft, is arm. Wat behelst omkeer dan? Omkeer wordt ingevuld als een appèl aan de rijke zich te keren naar de arme; als een oproep aan de sterke zich solidair te betonen met de zwakke.
Maatschappelijke positie Ook de tollenaars willen zich laten dopen – de belastinginners namens de Romeinse bezettingsmacht en daarom gehaat. Johannes zegt hen: ‘Vorder niet meer dan voor jullie is vastgesteld’ (Lukas 3:13). Dat doen ze dus, meer vragen dan is vastgesteld. Ze kunnen niet anders, want wat is vastgesteld, moeten ze afdragen. Wat ze extra vorderen, is hun broodwinning. Johannes vraagt dus van de tollenaars hun beroep op te geven en naar een andere baan uit te zien. Subversieve praxis, die de Romeinse overheid onwelgevallig moet
zijn. Met die in het leger is het niet anders. Als soldaat van het Romeinse bezettingsleger mag je na geleverde strijd de bevolking plunderen en zo je inkomsten vergroten. Wat zegt Johannes? ‘Niemand uitschudden, niemand iets afpersen, genoegen nemen met je soldij’ (Lukas 3:14). Weg je aangename leven, met drank en vrouwen, en wat al niet meer. Omkeer is dus niet voor iedereen hetzelfde. Wat omkeer behelst, is afhankelijk
29
van je maatschappelijke en economische positie. Zo is het persoonlijke, het individuele, ook altijd maatschappelijk. En dit brengt ons bij een leesregel. Als we bijbelverhalen lezen, die bevolkt zijn met verhaalfiguren, personages, dan moeten we ons telkens de vraag stellen welke maatschappelijke positie zo’n personage inneemt. Een verlamde wordt bij Jezus gebracht – zo’n mens is niets en niemand in Lees verder op pagina 30 » november 2008 – nr 4
» Exegese: politieke lezing van de bijbel
die samenleving, uitgesloten van het maatschappelijk verkeer. Voor een melaatse geldt hetzelfde. Wordt een verlamde, een melaatse genezen, dan kan hij terugkeren in de samenleving en maakt hij weer kans op een broodwinning. Waarom politieke lezing van de bijbel? Ik weet niet hoe ik de bijbel anders zou moeten lezen – dat subversieve boek, dat haaks staat op de premissen van onze burgerlijke, neoliberale samenleving. Ik weet ook: politieke lezing van de bijbel scoort niet hoog meer. Dat was anders in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, toen er mensen waren die oog kregen en aandacht vroegen voor de politieke strekking van de Schrift. Meer dan eens is mij gevraagd of je wel eenzijdig kunt spreken van de politieke strekking van de Schrift. Er zijn toch ook bijbelboeken met een andere, meer persoonlijke strekking? Het woord politiek kan gemakkelijk te eng worden verstaan als partijpolitiek. Moet je niet eerder spreken van de maatschappelijke of sociale of bevrijdende strekking van de Schrift? Het woord politiek stamt van het Griekse polis, dat stad en stadstaat betekent, maar ook een verzamelwoord is voor de inwoners van de stad én een woord voor de wijze waarop de stad, de staat bestuurd wordt. Zo bezien is politiek een paraplu-woord: het omvat alle geledingen van de samenleving der mensen; hoe wij mensen leven met elkaar, hoe ons samenleven gereguleerd wordt. Is dit niet precies het onderwerp van het grote verhaal dat wij bijbel noemen, van Thora en Profetenboeken en Evangelie? Heel die schat aan verhalen, gedichten, voorschriften en leefregels houdt ons een spiegel voor en leert ons hoe wij verantwoordelijkheid kunnen dragen jegens elkaar; wat wij daarvoor moeten doen en laten.
Partijdig Maar is de bijbel dan geen religieus of godsdienstig boek? Sinds het onder invloed van de Verlichting alom in Europa tot een scheiding kwam tussen godsdienst en staat, heeft de gedachte postgevat dat religie niets te maken heeft met politiek en economie. Deze opvatting wordt vervolgens geprojecteerd op antieke samenlevingen, zoals die van het oude Israël; en de bijbel wordt dan uitsluitend gelezen november 2008 – nr 4
als een godsdienstig boek, als de heilige schrift van een godsdienst, eerst de joodse, later ook de christelijke. Wij zijn als moderne, hier en daar zelfs postmoderne, mensen geneigd religie te beschouwen als een privéaangelegenheid, iets voor de zondag, niet voor de maandag; iets van de ziel, een innerlijke beleving. Maar de bijbel – Thora, Profetenboeken en Evangelie – spreekt zich voortdurend uit over maatschappelijke en politieke toestanden en kiest partij in sociale conflicten, schaart zich aan de zijde van de arme, de weduwe, de wees en de vreemdeling; en aan de zijde van de dakloze om de hoek, de bijstandsmoeder die niet rond kan komen, de asielzoeker die niet gehoord wordt en zovele anderen die het in onze samenleving niet kunnen redden - ik houd het even redelijk dichtbij. De bijbel is geen partijpolitiek, maar wel een partijdig boek. Precies omdat de bijbel een partijdig boek is dat ons oproept partijganger van de armen te worden, is het een boek dat vele verschijningsvormen van religie kritisch bejegent. Religie heb je in soorten en maten. Veel religie functioneert als legitimatie van politieke en economische systemen van onderdrukking, niettegenstaande de scheiding tussen kerk en staat. Zoveel prachtige, oogverblindende religie is een feilloos werkend instrument in de handen van onderdrukkende machten. De profeten van het oude Israël – Elia, Jesaja, Jeremia, Amos – hebben daarom
alle religie onder de tucht geplaatst van een norm: recht doen van mens tot mens, gerechtigheid beoefenen, kwijtschelding van schulden. Zoals in het profetische boek Hosea staat geschreven, bij monde van Israëls God: ‘Erbarmen verlang ik, geen offers’ (Hosea 6:6).
Spiegel Waarom nog politieke bijbellezing? Omdat de wereld anno 2008 er niet beter aan toe is dan in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, toen er mensen waren die deze manier van lezen hoogst noodzakelijk vonden. En die ontdekten dat de bijbel is geschreven vanuit de oppositiebanken - tegen regimes van uitbuiting en onderwerping van mensen, meestal in naam van de hoogste God. Alex van Heusden is verbonden aan de Stichting Leerhuis en Liturgie.
BON o Ik meld mij aan als abonnee op De Linker Wang
NAAM
ADRES
POSTCODE
PLAATS
o Ik wil bovenstaande persoon een abonnement op De Linker Wang cadeau geven. Stuur de factuur voor het abonnementsgeld naar:
NAAM
ADRES
POSTCODE
Ik ontvang een acceptgirokaart en zal daarop 12,50 betalen.
HANDTEKENING
svp zenden aan: De Linker Wang, Tarthorst 373, 6708 HM Wageningen.
30
PLAATS
Onder ogen Beter Geweldloos: handzame brochure Het Platform Vredescultuur, een samenwerkingsverband van ongeveer twintig vredesorganisaties, bouwt aan een cultuur van vrede en geweldloosheid in Nederland. Onlangs heeft het platform een brochure uitgegeven onder de titel ‘Beter Geweldloos’. Het geeft basale uitleg over geweldloosheid aan de hand van negen thema’s. Het bevat een inventarisatie van organisaties, trainingen en achtergrondinformatie in de vorm van publicaties, films en websites. Het boekje kan worden besteld voor 3 euro bij Kerk en Vrede. Internet: www.kerkenvrede.nl of e-mail:
[email protected].
agenda 30 oktober:
De Oecumenische Vrouwensynode, platform van de christelijke vrouw- en geloofbeweging, houdt donderdag 30 oktober 2008 een synodedag in De Kamers te Amersfoort-Vathorst van 10.00 tot 16.00 uur (vanaf 16.00 uur borrel). Onderwerp is ‘Geloven in dialoog’. Gastspreekster is Leyla Çakir, voorzitter van Al Nisa, moslimvrouwenorganisatie. Verder onder meer bewegingstheater Esther, en Felicia Dekker met een dialoog vanuit gender in woord en beeld. Kosten: € 15,- incl.koffie/thee en lunch. Opgave bij:
[email protected]. De Kamers, Wezeperberg 1, Amersfoort.
De Landelijke Diaconale Dag van de Protestantse Kerk heeft dit jaar als thema ‘Zorg voor elkaar – Zorg voor de schepping’ en vindt plaats op 15 november in de Beatrixzaal van de Utrechtse Jaarbeurs. Met de Wet maatschappelijke ondersteuning komt de zorg voor zieken en kwetsbaren steeds vaker op de directe omgeving van mensen neer. Diakenen moeten met de overheid in gesprek over zorgkwesties en ook in een acute situaties de helpende hand bieden. Ook de schepping schreeuwt om zorgvolle aandacht. In de kerk kunnen diakenen een voortrekkersrol spelen. De kunst voor diakenen en ZWO-groepen is om het klimaatprobleem in solidariteit met de meest kwetsbaren aan te pakken. Zie www.kerkinactie.nl
30 oktober:
18 november:
Hans Schravesande, voorzitter van de projectgroep Kerk en Milieu van de Raad van Kerken, spreekt over de relevantie van de filosofie van Buber voor onze houding ten opzichte van natuur en milieu. Plaats: Van Eeghenstraat 90 Amsterdam. Aanvang: 20.00 uur. Joods filosoof Martin Buber (1878-1965) is bekend geworden door de gedachte dat de mens twee geheel verschillende relaties kan aangaan met de werkelijkheid, de relatie ik-jij en ik-het. Zijn filosofie helpt om een beter zicht te krijgen op belangrijke problemen. Toegang is gratis.
De conferentie Geloofwaardige Globalisering! op dinsdag 18 november (van 10.00 tot 16.00 uur) in de Geertekerk te Utrecht biedt handvatten waarmee gelovigen en plaatselijke kerken antwoorden kunnen geven op de economische globalisering. Naast de hoofdlezing is er een paneldiscussie met jongeren. Ook vindt de prijsuitreiking plaats van de essaywedstrijd voor studenten People, Planet, Mammon? De dag eindigt met de feestelijke presentatie van ‘Op het leven’. Met o.a. Doekle Terpstra (hoofdspreker), Ineke Bakker (dagvoorzitter) en dr. Trinus Hoekstra. De conferentie is onderdeel van het samenwerkingsprogramma ‘Werken aan een geloofwaardige economie’ van de PKN, Kerk in Actie, DISK en Oikos. Aanmelden tot 7 nov. op www.geloofwaardige-economie.nl of bij Oikos, tel. (030) 236 15 00, e-mail:
[email protected]. Toegang gratis.
Vrouwensynode
Diaconie en terugkeer asielzoekers Voor kerken die uitgeprocedeerde asielzoekers ondersteunen bij de terugkeer naar hun vaderland, is er het ‘Draaiboek terugkeer asielzoekers’ van Kerk in Actie. Als diaconieën asielzoekers ondersteunen bij terugkeer, gebeurt dat vaak samen met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Kerk in Actie is samen met onder meer Justitiepastores, INLIA en het Leger des Heils ook betrokken bij het ‘terugkeerhuis’ om te voorkomen dat mensen vanuit vreemdelingenbewaring op straat worden gezet.
Marktwerking en armoedebestrijding ‘The Base of the Pyramid as a development strategy’, is een Engelstalige brochure van ICCO en Oxfam Novib om mondiale armoede aan te pakken. Vier miljard mensen leven op twee dollar of minder per dag. Toch worden zij door sommige bedrijven gezien als een markt waar winst te maken valt. Bedrijven hebben middelen en kennis om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen voor arme mensen bijvoorbeeld op het gebied van watervoorziening, duurzame energie, microverzekeringen of veevoer. De brochure onderzoekt de mogelijkheid armoedebestrijding en het behalen van winst te combineren. De brochure downloaden kan op www.icco.nl.
Martin Buber en het milieu
6 november:
Meat the truth
Film en debat van VU Podium in samenwerking met Cultuurcentrum Griffioen op donderdag 6 november om 19.30 uur in Griffioen, Uilenstede 106 te Amstelveen. In de film Meat the Truth wordt duidelijk dat de veehouderij wereldwijd een veel groter aandeel heeft in de opwarming van de aarde dan alle auto’s, vrachtwagens, vliegtuigen en schepen samen. De documentaire is gemaakt in opdracht van het wetenschappelijk bureau van de Partij voor de Dieren, de Nicolaas G. Pierson Foundation (NGPF). Het debat is met Karen Soeters (directeur NGPF) en Harry Aiking, milieuonderzoeker. Kaarten via tel. (020) 598 51 00. Prijs: € 7,00.
7 november:
Studiedag Religie en Geweld
De Vlaamse vormingsinstelling rond geloof en samenleving ‘Motief’ houdt op vrijdag 7 november van 10.00 tot 16.00 uur in Berchem (Antwerpen) een studiedag over religie en geweld. Vooral na 11 september 2001 en de aanslagen in Madrid en Londen wordt terroristisch geweld geassocieerd met islam. In de islamitische wereld worden westerse troepen dan weer geassocieerd met christendom en kruistochten. Dit doet opnieuw de vraag rijzen of geweld in religie ingebakken is. Of zit geweld ingebakken in de wording van de volkeren? Op deze studiedag worden de thema`s ‘geweld en bevrijding’ en ‘waarheid en offer’ uitgediept. Entree is 10 euro. Locatie: Zaal Chapo, Statiestraat 146, 2600 Berchem. Aanmelden:
[email protected]. Of kijk op: www.motief.org.
15 november:
Landelijke Diaconale Dag
31
Geloofwaardige globalisering
4 december:
Supersize me
Film en debat van VU Podium in samenwerking met Cultuurcentrum Griffioen op donderdag 4 december om 19.30 uur in Griffioen, Uilenstede 106 te Amstelveen. Regisseur Morgan Spurlock heeft zich voor de documentaire ‘Supersize me’ een maand lang driemaal per dag volgepropt met Big Macs, McChickens en frieten. De gezondheidstoestand van de filmmaker was na een maand zorgwekkend. Het doel van deze documentaire is om de Amerikaanse fastfoodketens op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Na de film is er een debat met Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de VU in Amsterdam. Kaarten via tel. (020) 598 51 00. Prijs: € 7,00.
13 december:
Infomiddag Wederzijds
Vereniging Wederzijds maakt reizen naar Brazilië, India, Indonesië en Tanzania. Wederzijds vindt de ontmoeting belangrijk met mensen die werken aan de ontwikkeling van hun leefsituatie. Er worden projecten bezocht en deelnemers kunnen projecten aandragen. Hierdoor raken mensen meer betrokken bij ontwikkelingsprojecten. Ook is er aandacht voor de natuur en cultuur van het land. Reisleiders vertellen over hun ervaringen en over de geplande reizen in 2009. Zaterdag 13 december 2008 om 13.00 uur in de Kargadoor, Oudegracht 36, Utrecht. Aanmelden bij Karel van de Putte, tel. (0346) 567713; e-mail:
[email protected]. Zie ook www.wederzijds.com
november 2008 – nr 4
Column
Crisis, wat een krediet! Theo Brand gerechtigheid en vrede op radicale wijze – Links mag niet te hard juichen nu door radicaal betekent letterlijk: diepgeworteld de kredietcrisis het ruige kapitalisme – interpreteren en nieuw leven inblazen. tegen haar grenzen lijkt aan te lopen. Triomfantelijkheid past – sinds de val Zo zijn godsdienstige tradities het decor van de Muur en de moord op Pim Fortuyn – niet bij links. Bovendien heeft een van een onophoudelijk gevecht tussen ide‘linkse’ intellectuele en spirituele houding ologie en vernieuwing, tussen onderdrukking en bevrijding. Het is een conjuncte maken met kritisch zelfonderzoek en tuurbeweging waarbij het altijd de vraag respect voor tegenstanders, zo leerde ik dit jaar van politiek filosoof Theo de Wit is welke vlag welke lading dekt. Daarom weet je nooit wat je hebt aan een partij of tijdens een bijeenkomst van De Linker beweging die zichzelf christelijk noemt. Wang. En zo is het natuurlijk ook. Maar waarom zou je niet duidelijk mogen zeggen waar het op staat? Wouter Bos, minister van Financiën en PvdA-leider, zei het onlangs glashelder: ‘De hele crisis betekent de definitieve teloorgang van een systeem dat is gebaseerd op hebzucht, onverantwoorde risico’s en perverse beloningen’. Dit lokte bij Volkskrant-columnist Frank Kalshoven de reactie uit: ‘Een onsje minder mag ook wel. Juist in roerige tijden is het zaak het hoofd koel te houden.’ Vermeende linkse hovaardigheid wordt snel een kopje kleiner gemaakt. De Sloveense filosoof en socioloog Slavoj Zizek stelt in een interview op www.philosophersnet.com vast dat we van de huidige crisis moeten leren dat alle ’grote verhalen’ afgedaan hebben: het links-liberale verhaal van de verzorgingsstaat, het postmoderne verhaal van ’de derde weg’, het neoconservatieve verhaal, en uiteraard het ouderwetse Marxisme. Volgens Zizek hebben wij geen enkel ’verhaal’ meer. Elke ideologie en elk geloof kent zijn eenzijdigheden en valkuilen. Aartsvaders, profeten en grote spirituele leiders in de geschiedenis bekritiseren telkens de ideologieën van hun tijd. Waarom? Omdat denksystemen mensen gevangen houden en kritiek op de heersende moraal vaak smoren. En dat staat vrijheid en humaniteit in de weg. De tragiek – of zo u wilt ironie – van de geschiedenis is dat nieuwe bevrijdende inzichten en methoden – denk aan de boodschap van Mozes, Micha of Jezus – na verloop van tijd veranderen in een ideologie, bijvoorbeeld die van een wettisch Jodendom of een op macht belust christendom. Totdat er weer nieuwe mensen opstaan die de oorspronkelijke boodschap van bevrijding, november 2008 – nr 4
Gaat het dan om macht of gezag? Gaat het om heersen of dienen? Het is maar de vraag welke geest er waait achter die mooie christelijke gevel. Wie doorziet hoe levensbeschouwelijke tradities werken in onze gebroken mensengeschiedenis, kan niet om ideologiekritiek heen. Niet alleen godsdienst, ook het georganiseerde humanisme kan een vlag worden die de lading niet dekt omdat menselijkheid soms sterker is dan menswaardigheid. Maar het is onzin om naar aanleiding van de huidige kredietcrisis alle grote verhalen in één klap als irrelevant terzijde te schuiven, zoals filosoof Slavoj Zizek nu lijkt te doen. Ik ben ervan overtuigd dat de kredietcrisis ons wel degelijk bepaalt bij de relevantie van elementen van het democratisch socialisme, het christelijke sociaal denken en het sociaal liberalisme. Juist zij corrigeren het kapitalisme. Het zijn de politieke tradities die horen bij de drie politieke hoofdstromen in ons land en de partijen PvdA, CDA en VVD. Deze partijen moeten zich in hun herbronning wat sterker loszingen van het failliete neoliberalisme en neoconservatisme. Ook kunnen zij zich in dit proces scherpen aan meer radicale, dus gewortelde, partijen als GroenLinks, SP en ChristenUnie. Daarbij wil ik opmerken dat GroenLinks niet alleen schatplichtig is aan het democratisch socialisme (CPN en PSP) maar ook aan het christelijk sociaal denken (PPR en EVP). Uiteraard vanuit een radicale en vrijzinnige interpretatie, maar toch. Het betekent dat GroenLinks meer oog mag hebben voor gemeenschappen en
32
de civil society, naast overheid, markt en individu. Boeiend is wat Herman Wijffels onlangs zei in dagblad Trouw. Deze oud-bankier en bewindvoerder bij de Wereldbank was als prominent CDA-lid de formateur van het huidige kabinet. Hij stelt nu naar aanleiding van de kredietcrisis: ‘We moeten een nieuwe manier van leven vinden, die past binnen wat de aarde hebben kan.’ Zijn katholieke achtergrond vormde hem, vooral de sociale leer van de kerk. Maar op andere punten, vooral ecologisch, schoten de katholieke leerstellingen voor hem te kort, zo schrijft de krant. Uiteindelijk vond Wijffels zijn ideeën terug bij de zogeheten cultural creatives. ‘Dat is een categorie spirituele mensen, die vaak niet kerkelijk gebonden zijn, die bezig zijn met ecologische houdbaarheid,’ vertelt Wijffels in Trouw. Wordt het tijd dat de bevlogen Wijffels naast CDA-lid, ook lid wordt van GroenLinks en De Linker Wang? Of wordt het vooral tijd dat het CDA, met in haar kielzog PvdA en VVD, zich de komende tijd heel stevig vanuit hun eigen sociale tradities gaan bezinnen op de vraag waartoe zij op aarde zijn? In elk geval mogen linkse politici er weer voluit voor gaan, vind ik. Wel bescheiden blijven natuurlijk. Zo hoort dat bij mensen met een missie. Maar crisis, wat een krediet voor iedereen die nu echt wil investeren in een betere wereld!