Rörstrand - geschiedenis van het bedrijf
Inleiding Portugese zeelieden in de 16e eeuw waren de eersten die het “porselein” noemden. Portugal heerste over de zeven zeeën en China was een belangrijke aanloophaven. Kostbare goederen zoals specerijen, zijde en Chinees porselein werden opgepikt. Dat het Chinese porselein werd gemaakt van gebakken klei, net als de van thuis bekende dikke, broze borden, moet moeilijk zijn geweest om voor te stellen voor de zeilers. Dit was iets geheel anders; hard en glinsterend. Ze noemden het porzelana, oftewel: parelmoer. Het was pas in het begin van de 18e eeuw dat de Europeanen ontdekten hoe ze porselein konden maken. Meer dan duizend jaar nadat de Chinezen dit deden. Dat gebeurde in Duitsland en van daaruit reisden avonturiers de wereld rond om porselein te maken. Een van die avonturiers reisde naar het noorden, naar Zweden: Johan Wolff. Hij kon eigenlijk alleen faience, een poreus tin glazuur aardewerk, maken, maar dat werd nog steeds goed ontvangen. In 1726 werd een "Samenwerkingsovereenkomst tussen alle betrokkenen in de Zweedse porselein fabrieken, die Rörstrand zal worden genoemd, op de wijze van Delft" ondertekent. Rörstrand was opgericht. Bij de start deed Rörstrand het nog slecht. Meer dan 20 miljoen Chinese porseleinen voorwerpen werden naar Zweden geïmporteerd in de 18e eeuw. Maar na een moeilijke start volgde een betere toekomst. 18e eeuw 1726. De Zweedse porseleinwerken wordt opgericht door de Porselein Vereniging en proeven met afbakken vinden plaats. Johann Wolff, die beweert een "arkanist" te zijn (iemand die de geheimen van het maken van porselein kent), krijgt de opdracht om het Zweedse porselein voor de Porselein Vereniging te produceren. Hij maakte echter nooit porselein, alleen maar faience. 1741. Anders Fahlström wordt Rörstrand's eerste Zweedse toezichthouder. De eerdere toezichthouders waren Duits of Nederlands. In de jaren 1740 wordt typisch Zweedse decoratie ontworpen voor de faience, het Noorder Ster patroon en het Rehn patroon bijvoorbeeld. Christian Precht en Jean Eric Rehn worden genoemd als de ontwerpers van het patroon. Omdat de fabriek de enige in zijn soort is in Zweden, worden alle producten gemerkt met "Stockholm".
1758. De Marieberg porselein fabriek wordt gebouwd. Rörstrand krijgt enige concurrentie en begint alle goederen met "Rörstrand" te merken. Marieberg is geen lang leven beschoren; zij werd opgekocht door Rörstrand en in 1788 gesloten. 1770. Een Engelse innovatie, flintware, wordt geïntroduceerd bij Rörstrand. Flintware is geen faience of porselein, maar iets er tussenin. De kwaliteit was in het begin niet goed. Tot ver in de jaren 1790 klaagden klanten over verkleuringen en vreemd gekraak van kommen "als er soep in werd gegoten, ook al was de soep niet warm" (Anne-Marie Herlitz-Gezelius, Rörstrand). Gedrukte patronen worden gebruikt om de goederen te versieren. 19e eeuw 1807. De eerste stoommachine wordt gekocht, ter vervanging van het werk van twaalf paarden. Dit is een revolutie in het werken in de fabriek. 1824. De eerste industriële tentoonstelling in Stockholm vindt plaats. Rörstrand neemt deel als exposant. Meerdere studiereizen worden gemaakt naar "The Potteries" in Engeland om hun techniek te bestuderen, en een nieuwe decoratiemethode met koperplaten wordt geïntroduceerd bij Rörstrand. Nieuwe serviesmodellen en patronen worden in een hoog tempo gemaakt. 1855. Gustav Holdo Strale neemt de leiding van de fabriek over en Robert Almström wordt toezichthouder. De fabriek wordt uitgebreid, meer studiereizen naar het buitenland worden gemaakt en de productie wordt vernieuwd met onder andere tegelkachels (in 1871 wordt Erik Hugo Tryggelin in dienst genomen en hij werd een bekende ontwerper van tegelkachels). Rörstrand wordt een grootschalige keramische industrie. 1857. Eindelijk produceert Rörstrand porselein, beenderporselein om te beginnen. Tot 50% van de massa bestaat uit beendermeel en dit ingrediënt maakt het porselein doorschijnend; een criterium dat de Zweden probeerden te bereiken sinds Chinees porselein bij de vleet wed geïmporteerd met de schepen van de Oost-Indische Compagnie in het begin van de 18e eeuw. 1874. Rörstrand richt Arabia in Helsinki op om in staat te zijn de enorme Russische markt te bereiken, en de eerste jaren beginnen met de productie van veldspaat porselein. 1884. Rörstrand introduceert de kroon-stempel en verwerft de auteursrechten. De kroon-stempel bestaat uit de cursieve naam Rörstrand, omringd door de drie kronen van het rijkswapen. De drie kronen waren eerder gebruikt door Marieberg, een andere keramiek fabriek die Rörstrand had opgekocht in 1782. 1895. Rörstrand begint serieus kunstenaars en ontwerpers aan te trekken. Alf Wallander, Rörstrand's bekende Art Nouveau / Jugendstil ontwerper, wordt ingehuurd om kunstvoorwerpen te maken voor de grote kunst en industriële tentoonstelling in Stockholm van 1897. 1897. De grote kunst en industriële tentoonstelling vindt plaats in Stockholm. Rörstrand ontvangt een gouden medaille voor de collectie, die niet alleen bestaat uit stukken van Alf Wallander, maar ook van vele andere kunstenaars, onder wie Anna Boberg, wiens pauw vaas veel positieve reacties krijgt. e
20 eeuw 1900-1920 1900. Rörstrand exposeert op de Parijse Wereldtentoonstelling. Dit wordt over het algemeen beschouwd als Rörstrand's internationale doorbraak. De nieuwe Art Nouveau / Jugendstil geïnspireerde kunstvoorwerpen zijn zeer succesvol en Rörstrand ontvangt een ere-diploma. 1911. Het oude barokke kasteel in Stockholm heeft te weinig betekenis gekregen voor de fabriek. Het is noodzakelijk om de productie te verplaatsen, maar de vraag is of er een nieuwe fabriek buiten Stockholm moet worden gebouwd of dat de productie in zijn geheel moet worden verplaatst? 1914. Rörstrand koopt de Gothenburg porseleinfabriek op het eiland Hisingen in Göteborg. Deze fabriek was begonnen met porselein maken in 1898, geleid door directeur Simon Swartz. 1916. Rörstrand verkoopt dochterbedrijf Arabia aan een aantal Finse zakenmensen. Tegelijkertijd begint kunstenaar Louise Adelborg te werken voor Rörstrand. Na verloop van tijd werd ze de “grand old lady” van Rörstrand genoemd, en ze hield het ontwerpen voor het bedrijf vol voor de rest van haar leven tot 1971. Haar handelsmerk was het korenaar reliëfpatroon, te zien in haar servies klassieker NS (Nationalservisen / Nationaal
tafelgerei), die nog steeds tot de dag van vandaag wordt geproduceerd; vanaf het jaar 2000 wordt het Zweedse gratie (Swedish Grace) genoemd. 1917. De Huis en haard tentoonstelling in Liljevalch in Stockholm vindt plaats en Rörstrand neemt deel, geleid door Louise Adelborg. 1920-1930 1922. Rörstrand begint samen te werken met ALP (Lidköping's porseleinfabriek). ALP werd opgericht in 1912 vanuit Nyman's Porseleinbeschildering (in Lidköping opgericht in 1898). ALP was in deze tijd een state of the art veldspaat porseleinfabriek. 1926. De verhuizing van de fabriek is in gang gezet. Het onroerend goed in het centrum van Stockholm wordt verkocht en de fabrieken worden naar de nieuwe locatie in Göteborg verhuisd. 1929. De Ifö fabrieken en Arabia, die ALP Lidköping porseleinfabriek in 1923 had kocht, kopen Rörstrand. In 1931 worden Rörstrand en ALP onafhankelijk. Het merk ALP bestaat tot in de vroege jaren 1940. 1930-1940 1932. De nieuwe directeur, Fredrik Wehtje, is zeer belangrijk voor de ontwikkeling van Rörstrand. Hij realiseert zich het belang van de tewerkstelling van goede kunstenaars en ontwerpers. Gunnar Nylund is een van de ontwerpers die gaat werken bij Rörstrand in de vroege jaren 1930, in dienst van Wehtje, en hij wordt gevolgd door vele beroemde kunstenaars. Wehtje blijft directeur tot 1963. In 1932 wordt het klassieke servies Ostindia (Oost-Indië) geïntroduceerd, om aan te sluiten bij de viering van de tweehonderdste verjaardag van de oprichting van de Zweedse Oost-Indische Compagnie. 1934-1936. Een moderne flintware fabriek wordt gebouwd in Lidköping, en dit wordt gevolgd door de verhuizing van het gehele bedrijf naar Lidköping in de periode 1936-1939. In Lidköping worden grote stukken grond beschikbaar gemaakt voor toekomstige uitbreiding van de fabriek. 1939. De ontwerper Carl-Harry Stålhane begint zijn carrière bij Rörstrand. Hij assisteerde onder andere de kunstenaar Isaac Grünewald, en studeerde in Parijs voordat hij zelf beroemd wordt met zijn steengoed, glazuur experimenten en serviezen. Stålhane werkt bij Rörstrand tot 1973, wanneer hij los breekt en een eigen keramisch bedrijf buiten Lidköping vestigt, Designhuset, dat zich uiteindelijk toelegt op keramisch onderwijs voor keramisten en modelbouwers. 1940-1950 1941. Hertha Bengtson is werkzaam als ontwerper en kunstenaar. Ze had eerder gewerkt als een patroonontwerpster bij Hackefors porseleinfabriek voordat ze, op de leeftijd van 24, haar functie krijgt bij Rörstrand. Ze is uitstekend in het maken van objecten en serviezen voor "een mooier dagelijks leven" in de jaren 1950. Hertha Bengtson maakt twee van de nog steeds geldende Rörstrand-klassiekers van vandaag: Blå Eld en Koka Blå. Hertha ontwerpt ook kunstvoorwerpen en ze blijft bij Rörstrand tot 1964, wanneer ze een ontwerp-carrière bij Höganäs en later in Duitsland, begint. 1943. Lidköping's porseleinfabriek, ALP, wordt definitief gesloten. 1943-1946. Een van de beste kunstenaars van Zweden, Isaac Grünewald, bezoekt Rörstrand en inspireert iedereen bij de kunstafdeling. Hij maakt kleurrijke patronen op faience stukken ontworpen door Gunnar Nylund. Deze vruchtbare samenwerking wordt abrupt beëindigd met de dood van Grünewald in een vliegtuigongeluk op de luchthaven van Fornebu, Oslo in 1946. 1949. Kunstenaar Sylvia Leuchovius wordt ingehuurd. Ze had haar zinnen gezet op een schilderscarrière, maar na een succesvolle laatste show in Slöjdföreningens skola (de school van de nationale ambachtelijke organisatie) in Göteborg krijgt ze van Rörstrand een aanbod dat ze niet kan weigeren. Ze moet in haar levensonderhoud voorzien. Ze is vooral bekend om haar prachtige kunstvoorwerpen, beschreven als “poëzie in klei en kleur" (Anne-Marie Herlitz-Gezelius, Rörstrand). Zij maakt ook het patroon voor het jubileumservies van 1976, genaamd Sylvia. Sylvia Leuchovius blijft op Rörstrand tot 1971.
1950-1960 1950. Marianne Westman wordt een dienstverband bij Rörstrand aangeboden, iets wat ze aarzelend accepteert. Al snel begint ze te schetsen aan het servies dat haar grootste succes wordt: Mon Amie. Ze werkte in artistieke vrijheid bij Rörstrand en introduceert vele goed verkopende serviezen, onder andere Picknick, Frisco, Pomona en My Garden. Er wordt gezegd dat haar productie bij Rörstrand ongeveer 45% van de omzet van het bedrijf genereert. In 1971 eindigt het sprookje als Marianne en 260 andere werknemers worden ontslagen. 1952-1953. Een nieuwe veldspaat fabriek wordt gebouwd. De jaren 1950 worden beschouwd als Rörstrand's allerbeste decennium. 1500 Medewerkers werken in de fabriek, 10% van de inwoners van de gemeente Lidköping. Er komen meer kunstenaars en ontwerpers in dienst en het Rörstrand stempel wordt veranderd in "Rörstrand, Sweden" in plaats van "Rörstrand, Sverige" om tegemoet te komen aan het groeiende aantal internationale klanten. 1954-1958. Rörstrand wordt bezocht door een van Arabia’s grote kunstenaars, Birger Kaipiainen. Hij maakt vooral fantasierijke kunstvoorwerpen met Oosterse / Russisch geïnspireerde decoratie. Zijn tijd bij Rörstrand wordt beschouwd als de beste van zijn werkzame leven. 1959. Ontwerper Inger Persson arriveert bij Rörstrand. Ze wordt ontdekt door Fredrik Wehtje bij Konstfack (de Zweedse universiteit voor toegepaste en beeldende kunst) en ontwerpt naast dagelijks gebruiksvoorwerpen ook kunstvoorwerpen. Haar theepot Pop, in glanzend vrolijke kleuren, is een groot succes. Inger Persson is een van een aantal kunstenaars dat in de vroege jaren 1970 wordt ontslagen, maar haar wordt later opnieuw een baan bij Rörstrand aangeboden. Haar tweede periode bij de fabriek is van 1981 tot 1996. 1960-1970 1964. De Uppsala-Ekeby Groep koopt Rörstrand. Ze willen de productie efficiënter maken door het kopen van nieuwe machines die niet zo veel personeel nodig hebben. Veel werknemers worden ontslagen en het assortiment van producten daalt van 10.000 artikelen tot 2000. 1970-1980 1970-1971. Dit is een droevige tijd voor Rörstrand: men moet 200 medewerkers ontslaan om de winstgevendheid te verbeteren. De kennis van deze kunstenaars, ontwerpers, ambachtslieden en andere fabrieksarbeiders is verdwenen. Velen zien de jaren 1970 als een verloren hoofdstuk van de geschiedenis van Rörstrand. 1974. De Ierse kunstenaar Jackie Lynd wordt in dienst genomen, net als Bertil Lundgren. Jackie Lynd heeft in de Engelse keramische industrie gewerkt en is gefascineerd door de Zweedse natuur en de overvloedige kleine rode huisjes. Dit komt tot uiting in haar ontwerpwerk. 1975. Arabia koopt de Uppsala-Ekeby groep, bestaande uit Uppsala-Ekeby, Rörstrand, Gävle en Egersund. 1976. Ter gelegenheid van het vieren van 250 jaar productie, houdt Rörstrand een grote tentoonstelling in kasteel Läckö, waar 2700 objecten uit de productiegeschiedenis van het bedrijf worden tentoongesteld. Rörstrand Museum wordt geïnitieerd. Een van Rörstrand’s ontwerpers, Bertil Lundgren, wordt de eerste museumdirecteur. Vandaag beschikt het museum over een collectie van ongeveer 15.000 objecten uit de productiegeschiedenis van het bedrijf. 1978. Het Wärtsilä concern koopt Rörstrand. 1980-1990 Na een aantal magere jaren in de jaren 1970, huurt het bedrijf nu opnieuw kunstenaars in. Inger Persson komt terug bij Rörstrand, samen met o.a. Kerstin Hörnlund, Gösta Grähs en Suzanne Ohlen. 1985. Hackefors porseleinfabriek, gestart in Linköping in 1929, wordt opgenomen in de groep van ondernemingen. 1989. De Hackman Groep koopt Wärtsilä’s porselein productie, bestaande uit onder andere Rörstrand, Arabia en Gustavsberg. Het bedrijf wordt voortgezet met de naam Hackman-Rörstrand. 1990-2000 1991. Het Nobel-servies wordt geïntroduceerd op het Nobel jubileum. De ontwerper, Karin Björqvist, heeft eerder gewerkt bij de Gustavsberg fabriek, in de buurt van Stockholm.
1994. De Gustavsberg fabriek wordt opgenomen in de groep van ondernemingen. 1994. Designer Pia Törnell wordt ingehuurd voor een project. Ze maakt achter elkaar het ene na het andere bekroonde product, zoals Sinus, Plateau, Cirrus en Arcus. Functie en vorm in harmonie is haar leidend beginsel, en in 2002 wordt het stapelbare servies Convito, met een op Japan geïnspireerd ontwerp, geïntroduceerd. 2000-nu Kunstenaars werkend op free-lance basis, en vaak in andere materialen dan keramiek, zijn verbonden aan Rörstrand. De bekende meubelontwerper Jonas Bohlin maakt twee serviezen, Corona en Qvint en modeontwerper Filippa K maakt koffiemokken met textiel patronen. 2003-2004. Rörstrand wordt gekocht door Iittala Inc. 2004. Op 8 december wordt de beslissing genomen om Rörstrand's fabriek in Lidköping sluiten. Alle productie wordt naar Hongarije en Sri Lanka verplaatst. Ongeveer 150 medewerkers worden ontslagen. Op diezelfde dag arriveert bij het Rörstrand Museum een grote privé donatie, bestaande uit 60 topstukken uit de periode 1860-1920 de Hansson donatie. 2005. In het najaar maken Västergötland Museum en Rörstrand Museum een documentaire van de fabriek, die stil komt te staan. Op 22 december om 01.30uur wordt de laatste nog bestaande, 80 meter lange, oven voorgoed gestopt. De Rörstrand fabriekswinkel en het Rörstrand Museum blijven in Lidköping. 2007. Fiskars Inc, een internationale groep van ondernemingen, koopt de Iittala groep, met inbegrip van Rörstrand.
Bron: website Rörstrand; vertaling: KeramiekMB