Routeboekje Pilots LOB VO-HO, tweede tranch
VO-raad
7 mei 2012
Versie 1.0
Colofon
Titel Auteur Versie Datum
Routeboekje Pilots LOB VO-HO, tweede tranche Mevr. Drs. R. Punt (CINOP), in opdracht van mevr. Drs. K. Oostvogel (VO-raad) 1.0 7 mei 2012
Inhoudsopgave 1
Inleiding ........................................................................................................ 2
2
Achtergrond ................................................................................................... 3
3
4
2.1
Sinds 2009: Het overkoepelende programma: Project Stimulering LOB ......... 3
2.2
Maart 2011 – maart 2012: deelproject Pilots LOB VO-HO, eerste tranche ...... 3
2.3
Schooljaar 2012 – 2013: deelproject Pilots LOB VO-HO, tweede tranche ....... 4
Doelen en resultaten ..................................................................................... 6 3.1
Doelen project ‘pilots LOB VO-HO, tweede tranche’ ..................................... 6
3.2
Eindresultaten ........................................................................................ 6
Fasering ......................................................................................................... 8 4.1
Fase 1: voorbereidingsfase (mei tot en met half september 2012) ................ 8
4.2
Fase 2: uitvoeringsfase (september 2012 – 1 juli 2013) .............................. 8
4.3
Fase 3: Oplevering en afsluiting (1 juli 2012 – 1 september 2013) ................ 9
Projectorganisatie ............................................................................................. 10 5
Deelname: wie en hoe? ................................................................................ 11 5.1
Algemene richtlijnen ................................................................................. 11
5.2
Selectieprocedure en besluit ....................................................................... 12
5.3
Beoordelingscriteria ................................................................................. 13
Bijlage: format projectvoorstel ......................................................................... 14
Routeboekje Pilots LOB VO-HO, tweede tranche
I
1 Inleiding Een impuls aan loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Jongeren moeten veel keuzes maken. Deze keuzes, zoals het kiezen van de juiste middelbare school, de juiste vakken en de juiste vervolgstudie worden gedurende de gehele onderwijsloopbaan van de jongeren genomen. Zeker in een tijd waarin de arbeidsmarkt snel ontwikkelt, mensen snel van baan wisselen, en beroepen niet meer voor een heel werkzaam leven zijn, is het cruciaal dat mensen al jong leren hoe keuzes rondom dit thema gemaakt kunnen worden. Het leren sturen van de eigen (studie)loopbaan is een complex en voortdurend proces; het houdt niet op bij de grenzen van de school. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het onderwijs, de ouders en het beroepenveld. LOB, oftewel het begeleiden van de leerling bij het ontdekken waar zijn/haar passie en kwaliteiten liggen en maken van keuzes die daarbij aansluiten, is daarom belangrijk in het onderwijs. Een randvoorwaarde voor goede LOB is volgens de VO-raad dat de scholen voor voortgezet onderwijs en de instellingen voor vervolgonderwijs samen richting, vorm en inhoud geven aan LOB, waardoor de kwaliteit van LOB verhoogd wordt. Dit zal naar verwachting op langere termijn leiden tot een verhoging van doorstroom van VO (voortgezet onderwijs) naar HO (hoger onderwijs), en een vermindering van switchgedrag in het HO. In het schooljaar 2012-2013 zal een zestal samenwerkingsverbanden van instellingen voor VO en HO1, een pilot uitvoeren waarin zij samenwerken aan effectieve LOB. De samenwerkingsverbanden worden in het voorjaar van 2012 door de VO-raad geselecteerd en ontvangen een bijdrage van maximaal €30.000,-. De VO-raad is regievoerder van het project. Dit routeboekje is bedoeld om onderwijsinstellingen te informeren over het project. Op basis van de informatie in dit document kunnen samenwerkingsverbanden een projectvoorstel indienen bij de VOraad.
1
Zowel Hbo-instellingen als universiteiten
2 Achtergrond 2.1
Sinds 2009: Het overkoepelende programma: Project Stimulering LOB
Met het project Stimulering LOB (Loopbaanoriëntatie en -begeleiding) 2009-2012 hebben de VO-raad en het Ministerie van OCW vanaf 2009 sterkt ingezet op een effectievere loopbaan oriëntatie en begeleiding voor leerlingen in het vo. Aanleiding hiervoor was onder andere het hoge percentage uitvallers en switchers in het vervolgonderwijs (30% mbo’ers haalt geen startkwalificatie, respectievelijk 25 en 30% switcht of valt uit in het HO en WO). Binnen het project ‘Stimulering LOB’ was en is er speciale aandacht voor de samenwerking tussen het VO en het HO. Samen moeten de betrokkenen voorwaarden scheppen voor de verbetering van het doorstroomrendement van het havo/vwo naar het hbo en wo. Om samenwerkingsverbanden VO-HO te stimuleren om gezamenlijk te komen tot effectieve LOB, hebben de staatssecretaris van OCW en de voorzitters van de VSNU, HBO-raad en VO-raad in 2010 gezamenlijk besloten tot het opzetten van een (deel)project dat specifiek op dit doel gericht is: het project ‘Pilots LOB VO-HO, eerste tranche’ waarover u meer kunt lezen in de volgende paragraaf.
2.2
Maart 2011 – maart 2012: deelproject Pilots LOB VO-HO, eerste tranche
Vanaf de periode maart 2011 zijn vijf pilots uitgevoerd waarin samenwerkingsverbanden van instellingen voor voortgezet onderwijs en hoger onderwijs gedurende een jaar samenwerkten aan effectieve LOB. Het algemene doel van deze pilots was de effectiviteit en kwaliteit van LOB te vergroten. De aanpak daarbij was vooral stimulering van samenwerking tussen instellingen voor VO en instellingen voor HO op het gebied van integraal en gedeeld(e) LOB-beleid en -praktijk. Begin april 2012 is dit deelproject afgesloten met een conferentie in Utrecht, waarin de participerende scholen hun ervaringen en opbrengsten deelden met belangstellenden uit VO en HO. Een onderzoek naar de aanpak en resultaten van deze eerste tranche liet zien dat deze eerste pilots inspiratie, lessen en handvatten hebben opgeleverd voor andere scholen en instellingen die samen willen werken aan LOB. Ook concludeerden de onderzoekers dat met relatief kortdurende projecten veel resultaten zijn te bereiken en dat de vijf samenwerkingsverbanden veel van de doelstellingen gehaald hebben. Het samenwerken aan LOB in de keten (VO en HO) heeft er voor gezorgd dat er bij de betrokkenen meer dan voorheen sprake is van een gedeelde praktijk en kennisdeling. Door wederzijds zicht op elkaars LOB-praktijk, ontwikkelen van gezamenlijke deskundigheid en activiteiten kan gewerkt worden aan een doorlopende LOB-lijn, aldus het onderzoeksrapport. Dit geeft een kwaliteitsimpuls aan de LOB-activiteiten in scholen en instellingen. Ook de landelijke LOB-monitor (http://www.lob-vo.nl/lob-kwaliteits-traject/6-monitoren-evalueren) liet zien dat de bij de eerste tranche betrokken vo-scholen op het gebied van LOB nog sterker zijn ontwikkeld ten opzichte van de voscholen landelijk. Een ander belangrijk effect van de pilotprojecten uit de eerste tranche, is de ontwikkeling van deskundigheid en de betrokkenheid van decanen, mentoren en studieadviseurs en het management. Het effect van de pilots uit de eerste tranche op de leerlingen/studenten is uiteraard ook in kaart gebracht, al is het moeilijk om hier binnen de tijdsduur van een jaar iets over te zeggen. Betrokkenen 3
spreken over meer betrokkenheid en toenemende bewustwording van het belang eerder te starten met het keuzeproces. Uit de LOB-monitor blijkt verder dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden van aandacht voor werk- en opleidingsexploratie naar loopbaangesprekken. De langere termijn effecten zijn nu nog niet zichtbaar, maar kunnen wel zichtbaar worden. De betrokkenen melden verduurzaming van de LOB-activiteiten en -producten binnen de pilotpartners en daarbuiten binnen grotere samenwerkingsverbanden of het veld. De opbrengsten van de eerste tranche en de positieve bevindingen uit het onderzoek zullen verder kunnen worden benut omdat de VO-raad heeft besloten een tweede tranche van het (deel)project te starten. De rest van dit document heeft betrekking op dit (deel) project.
2.3
Schooljaar 2012 – 2013: deelproject Pilots LOB VO-HO, tweede tranche
De VO-raad en het Ministerie van OCW hebben besloten om het project Stimulering LOB, en daarbinnen het (deel)project Pilots LOB VO-HO, een vervolg te geven in het komende schooljaar. De volgende zaken zijn aanleiding geweest voor het opstarten van deze tweede tranche: 1) De eerste tranche liet zien dat het project een positieve bijdrage levert aan de samenwerking en afstemming tussen de scholen. Betere samenwerking in de keten zorgt naar verwachting voor een betere aanpak van LOB en een betere doorstroom. 2) Ontwikkelingen in politiek maken dat LOB in belang gaat toenemen. Enkele voorbeelden: o Actieplan MBO: Focus op vakmanschap 2011-2015 (BVE), De minister van onderwijs benadrukt in het actieplan het belang van goede loopbaan oriëntatie en begeleiding om zo de studieduur in het mbo te verkorten. Daarbij steunt ze het Stimuleringsplan loopbaanoriëntatie en beroepskeuzevoorlichting van de MBO-diensten, Colo en Skills Netherlands o Actieplan beter presteren: opbrengstgericht en ambitieus (VO). In dit plan wordt benoemd dat de opgave van de school verder gaat dan leerprestaties, het gaat ook om te kwalificeren voor een beroep of vervolgopleiding en algemene vorming. LOB is daarom nadrukkelijk een belangrijk onderdeel van dit actieplan o Kwaliteit in verscheidenheid: Strategische agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap. Hierin constateren hogescholen en universiteiten dat er veel sprake is van switchgedrag en uitval bij studenten door slechte studiekeuze. Deels komt dit doordat leerlingen zich niet goed oriënteren in het vo, deels door het versnipperde aanbod in het HO. Ook het hoger onderwijs beseft terdege dat de kwaliteit van loopbaanoriëntatie en begeleiding omhoog moet om het hoge percentage uitvallers terug te dringen, en dat hierbij de samenwerking tussen de verschillende onderwijssectoren cruciaal is. 3) Er komt meer zicht op hoe leerlingen het in het vervolg onderwijs doen, dat is een reden om met elkaar het gesprek aan te gaan in de regio, en gerichte acties te ondernemen. Deze pilots leiden tot meer contact en intensivering van de samenwerking in de regio. 4) Er zijn al heel veel initiatieven op het gebied van LOB. LOB moet echter meer in de doorlopende leerlijn (van primair onderwijs tot en met hoger- en wetenschappelijk onderwijs) komen. Alleen als er meer wordt samengewerkt in de keten kan er een gedeelde visie op LOB ontstaan. Deze visie is de basis voor verdere gezamenlijke ontwikkeling en uitvoering van LOB-activiteiten. Samenwerking in de keten moet dus gestimuleerd worden.
5)
Met de tweede tranche kunnen (net als bij de eerste tranche) ervaringen, kennis en deskundigheid van intensieve samenwerking tussen scholen rondom LOB, ontsloten worden voor andere samenwerkingsverbanden/scholen.
5
3 3.1
Doelen en resultaten Doelen project ‘pilots LOB VO-HO, tweede tranche’
De VO-raad beoogt met dit project de volgende doelen te behalen: 1. Verbetering en intensivering van de samenwerking tussen de participerende instellingen op het gebied van LOB. De samenwerking is robuust, dat wil zeggen dat deze naar verwachting stand zal blijven houden na afloop van de pilot. 2. Intensivering en verbetering van het gezamenlijke LOB-beleid in de keten VO-HO. 3. Verbetering van de gezamenlijke LOB-activiteiten in de keten VO-HO. Het achterliggende idee is dat met het werken aan deze doelen, de effectiviteit van de LOB-activiteiten verhoogd wordt. Met effectief bedoelen we dat de activiteiten een bijdrage leveren aan het maken van een goede studiekeuze (op korte en middellange termijn) en zo uiteindelijk bijdragen aan een verbeterd doorstroomrendement (lange termijn). De ervaringen en opbrengsten van de pilots moeten beschikbaar komen voor andere instellingen, zodat zij de opbrengsten kunnen gebruiken en zodat zij kunnen voortborduren op de inspanningen van de pilots. Hiermee wordt de effectiviteit van de LOB-activiteiten ook binnen deze onderwijsinstellingen gestimuleerd.
3.2
Eindresultaten A. Elke pilot levert concrete resultaten op van o het verbeteren en intensiveren van het gezamenlijke LOB-beleid; o het verbeteren en intensiveren van de gezamenlijke LOB-activiteiten. Deze opbrengsten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit instrumenten, hulpmiddelen, procesbeschrijvingen of beschrijvingen van good/bad practices.
De VO-raad bundelt de opbrengsten van de afzonderlijke pilots en stelt deze als handreiking beschikbaar. De opbrengsten van de eerste tranche worden hierin meegenomen. Het onderwijsveld kan hiermee zelf mee aan de slag om (samenwerking met betrekking tot) LOB in de keten vorm te geven. B. Elke pilot levert een eindrapportage op van de eigen pilot, bestaande uit twee onderdelen: o Beschrijving van de directe effecten van de pilots ten aanzien van de drie projectdoelstellingen. Bij aanvang van de pilot heeft elk samenwerkingsverband (in het eigen projectplan) beschreven welke doelen men wil behalen met de pilot. Het gaat hier om specifieke SMART-opgestelde doelstellingen, passend bij de drie projectdoelstellingen zoals geformuleerd in de vorige paragraaf. De betrokkenen van de pilots meten zelf in hoeverre zij deze doelstellingen behaald hebben en rapporteren hierover. De meting vindt in ieder geval plaats onder leerlingen/studenten. o Verantwoording van zaken als de aanpak, de activiteiten, het verloop en het bestede budget van de eigen pilot.
C.
Pilotoverstijgend levert het project een eindrapportage op van het project in zijn geheel, bestaande uit twee onderdelen: o Beschrijving van de effecten van de pilots in breder perspectief: door een externe partij wordt met een verkennend onderzoek in kaart gebracht in hoeverre de initiatieven van de samenwerkingsverbanden hebben geleid tot het verstevigen en intensiveren van LOB in de scholen. o Beschrijving van succes- en risicofactoren bij het samenwerken aan LOB in de keten VO-HO. Het verloop van de pilots wordt gedurende de looptijd van het project door de VO-raad geëvalueerd, aan de hand van interviews en uitwisselingsbijeenkomsten. Succes- en risicofactoren worden geanalyseerd en beschreven. Hieraan wordt een voorstel gekoppeld voor een aanpak om te komen tot verduurzaming van de samenwerking tussen VO en HO op het gebied van LOB. De ervaringen en opbrengsten van de eerste tranche maken onderdeel uit van dit voorstel.
De afzonderlijke eindrapportages (zie resultaat B) worden meegenomen in dit deze rapportage.
7
4 Fasering 4.1
Fase 1: voorbereidingsfase (mei tot en met half september 2012)
Actie
Wie?
Wanneer
1.
VO-raad
9 mei
Geïnteresseerde
10 mei – 8 juni
Oproep communiceren (website, actieve benadering via netwerk)
2.
Schrijven projectaanvragen
samenwerkingsverbanden
3.
Indienen van het definitieve
Door projectleiders
projectvoorstel per email
geïnteresseerde
Uiterlijk 8 juni 12.00
samenwerkingsverbanden, Bij de VO-raad 4.
Individuele analyse projectaanvragen
Leden selectiecommissie
11 - 18 juni
5.
Definitieve keuze voor deelnemende
Selectiecommissie
18 juni
Uitslag bekend maken aan de
Door VO-raad,
22 juni
inzenders van projectplannen, per
aan alle projectaanvragers
pilots (maximaal 6) tijdens selectiebijeenkomst 6.
email 7.
Tekenen van de contracten
Projectleiders van
Uiterlijk 7 september
gehonoreerde projectaanvragen en VO-raad 8.
Kick-off bijeenkomst
Door de VO-raad,
Donderdag 20
voor projectleiders van de
september
deelnemende pilots 9.
Start pilots (voorbereidingsfase)
4.2
Deelnemende pilots
Half september
Fase 2: uitvoeringsfase (september 2012 – 1 juli 2013)
Actie
Wie?
Wanneer
10. Uitvoering pilots op basis van het
Deelnemende pilots
September 2012 – juli 2013
eigen projectplan 11. Uitwisselingsbijeenkomsten om ervaringen en opbrengsten te delen
Door de VO-raad, voor de
2 of 3 keer
deelnemende pilots
gedurende de projectperiode
12. Tussenevaluatie (telefonisch/gekoppeld aan
Projectleider VO-raad met
3 keer
projectleiders van de pilots
gedurende de
uitwisselingsbijeenkomst of op locatie) 13. In kaart brengen van de effecten van
projectperiode Door extern
de pilots in breder perspectief
onderzoeksbureau, met
(panelinterview, gesprek en/of
medewerking van de
Half juni 2013
vragenlijst)
4.3
deelnemende pilots
Fase 3: Oplevering en afsluiting (1 juli 2012 – 1 september 2013)
Actie
Wie?
Wanneer
14. Aanleveren concrete resultaten aan
Door de projectleiders van de
1 juli 2013
VO-raad 15. Aanleveren eindrapportage per pilot aan de VO-raad 16. Eindrapportage en opbrengsten van
deelnemende pilots Door de projectleiders van de deelnemende pilots VO-raad
het project gereed 17. Slotbijeenkomst
1 juli 2013 1 september 2013
Door de VO-raad, met
Half september
medewerking van de
2013
deelnemende pilots
9
Projectorganisatie
VO-raad De VO-raad is regievoerder van dit project. De VO-raad selecteert de pilots, monitort de voortgang, en stelt de pilots in de gelegenheid om kennis en ervaringen met elkaar uit te wisselen. Daarnaast faciliteert de VO-raad de pilots bij de opzet van de pilotspecifieke effectmetingen, en de eindrapportage, onder andere door hier formats voor aan te leveren. Tot zorgt de VO-raad ervoor dat de opbrengsten van de pilots beschikbaar komen voor de rest van het onderwijsveld. Ministerie van OCW De VO-raad legt verantwoording af over het verloop en de resultaten van het project aan het ministerie van OCW. Selectiecommissie De selectiecommissie maakt op basis van de beoordelingscriteria een selectie uit de projectaanvragen. Deze commissie bestaat uit een vertegenwoordiger van de VO-raad, een vertegenwoordiger vanuit het project Stimulering LOB, en een externe adviseur. De pilots De zes pilots hebben ieder een eigen projectleider die zorgt voor een effectief en efficiënt verloop van de pilot. De pilots zijn zelf verantwoordelijk voor het nakomen van de afspraken en het behalen van resultaten. De projectleiders leggen bij de VO-raad verantwoording af over hun aanpak, de activiteiten, het verloop en het budget van hun pilot. Dit doen zij in hun eindrapportage (zie resultaat B) en tijdens de tussentijdse evaluatiemomenten.
5 Deelname: wie en hoe? 5.1
Algemene richtlijnen
Er worden in juni maximaal zes samenwerkingsverbanden geselecteerd door de VO-raad, bestaande uit ten minste 3 scholen voor VO, en 1 instelling voor HO (HBO of universiteit). Per pilot is een bedrag van maximaal €30.000,- beschikbaar. Het project wil aansluiten bij al bestaande samenwerkingsverbanden rondom LOB. Om de diversiteit van de pilots en de aansluiting bij de projectdoelen te borgen, is een viertal thema’s geformuleerd waarop de pilots zich zouden moeten focussen. De pilots zullen meestal betrekking hebben op meer dan één van de thema’s, maar het is belangrijk dat elke voor het project geselecteerde pilot focust op één van de onderstaande thema’s. 1. Versterken of stimuleren van betrokkenheid van de (school)leiding en het management bij LOB 2. Versterken van de gedeelde visie op LOB en/of het gezamenlijke LOB-beleid van de deelnemende instellingen 3. Werken aan rolontwikkeling van betrokkenen: wie doet wat, op welke manier, en/of met welke deskundigheid? 4. Methode/instrumenten voor LOB ontwikkelen en/of verbeteren. Kader: enkele voorbeelden van mogelijke pilots, per thema 1.
Pilot waarin drie instellingen voor VO en twee instellingen voor HO samen onderzoeken wat de verbeterpunten zijn rondom betrokkenheid van de directie bij LOB, waarna zij gerichte activiteiten opzetten en uitvoeren om de betrokkenheid te vergroten.
2.
Pilot waarin vier instellingen voor VO, een instelling voor HO en een instelling voor WO, samenwerken aan het formuleren van een gemeenschappelijke visie op LOB tijdens visiebijeenkomsten, waarna de visie wordt beschreven en gepresenteerd aan betrokkenen. Op basis van de beschreven visie wordt het gemeenschappelijke beleid onderzocht en uitgebreid.
3.
Pilot waarin drie instellingen voor VO en een instelling voor WO samen functieprofielen opstellen en deskundigheidseisen benoemen voor de verschillende betrokkenen bij LOB in de keten VO-HO. Of bijvoorbeeld een pilot waarbij de instellingen op basis van de gezamenlijk benoemde taken van betrokkenen een training ter bevordering van de deskundigheid ontwikkelen en uitvoeren.
4.
Pilot waarin een drie instellingen voor VO en een instelling voor HO een lessencyclus ontwikkelen voor leerlingen in het VO, waarin studenten van het hoger onderwijs participeren
Onderstaande richtlijnen en voorwaarden zijn globaal. In het ‘format projectvoorstel’ (zie bijlage) en de criteria op basis waarvan de projectvoorstellen beoordeeld worden (volgende paragraaf) zijn deze richtlijnen en voorwaarden verder geconcretiseerd. Het project betreft pilots van samenwerkingsverbanden tussen VO-scholen en HOinstellingen. Het initiatief voor de pilot kan worden genomen door een instelling voor VO en/of door een instelling voor HO. Een instelling voor VO is penvoerder van de pilot. 11
In de pilot ligt de focus op één van vier genoemde thema’s. Het samenwerkingsverband is verplicht om zelf een 0- en eindmeting uit te voeren ten aanzien van de doelen en beoogde resultaten van de eigen pilot. De meting wordt indien mogelijk verricht onder leerlingen/studenten. Elk samenwerkingsverband levert aan het einde van het project de in hoofdstuk 3 (A en B) genoemde resultaten op. De pilot heeft een looptijd van een jaar: schooljaar 2012-2013. Het projectvoorstel wordt aangeleverd in het door de VO-raad aangeleverde format ‘format projectvoorstel’ (zie bijlage). Samenwerkingsverbanden die hebben geparticipeerd in de eerste tranche, of personen die anderszins betrokken zijn geweest bij de eerste tranche, kunnen (opnieuw) een projectaanvraag indienen voor de tweede tranche. Het projectvoorstel wordt vóór 8 juni 2012 om 12.00 per email ingediend bij de VO-raad.
5.2
Selectieprocedure en besluit
Definitieve projectvoorstellen die vóór 8 juni 2012, om 12.00 uur per email door de VO-raad zijn ontvangen, worden in de beoordelingsprocedure meegenomen. De selectiecommissie analyseert de projectaanvragen op basis van de beoordelingscriteria zoals benoemd in de volgende paragraaf. Uit deze analyse volgt een selectie van maximaal zes pilots. . De VO-raad brengt de uitslag, inclusief beknopte feedback, per email over aan de projectaanvragers op 22 juni.
5.3 A.
Beoordelingscriteria Algemeen
Oké?
Het projectvoorstel… -
Is binnen de gestelde termijn ingediend (inclusief (ingescande) handtekening!)
-
Is opgesteld volgens het voorgeschreven format
-
Is volledig ingevuld
Een instelling voor vo is penvoerder van de pilot. Het samenwerkingsverband bestaat uit minimaal drie instellingen voor vo en één instelling voor ho. B.
Criteria met betrekking tot het projectvoorstel (inhoud)
Oké?
De aanleiding van de pilot is duidelijk. De doelstelling(en) zijn Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden (SMART). Het is duidelijk wat de beoogde resultaten van de pilot zijn. De doelstellingen en resultaten sluiten goed aan bij de projectdoelen en -resultaten (hoofdstuk 3). Het is aannemelijk dat de opbrengsten van de pilot bruikbaar zijn voor het verbeteren van LOB binnen andere samenwerkingsverbanden vo-ho. De focus van de pilot ligt op één van de vier genoemde thema’s. Zowel de instelling(en) voor vo als de instelling(en) voor ho zijn actief bij de pilot betrokken. De analyse van de succesfactoren en risico’s is degelijk en volledig. Uit de risicoanalyse blijkt dat er geen grote onbeheersbare risico’s zijn. Het is aannemelijk dat de samenwerking tussen de projectpartners succesvol is en/of succesvol gaat zijn tijdens en na de uitvoering van de pilot. In de beschrijving van de financiën is duidelijk aangegeven hoe de (maximaal) €30.000,besteed gaat worden. Uit de beschrijving van de financiën blijkt dat de besteding van het budget realistisch en haalbaar is.
Naast de genoemde criteria spelen bij de selectie twee zaken een belangrijke rol. De selectiecommissie streeft er bij de selectie van pilots naar dat: zowel pilots van samenwerkingsverbanden tussen vo en hbo als pilots van samenwerkingsverbanden tussen vo en wo vertegenwoordigd zijn (een samenwerkingsverband vo-hbo-wo valt onder beide categorieën). alle vier in paragraaf 5.1 genoemde thema’s vertegenwoordigd zijn Het is niet uitgesloten dat een projectvoorstel formeel aan alle eisen voldoet en toch wordt afgewezen. Indien er meer aanvragen binnenkomen dan dat het budget toelaat, worden de projectvoorstellen namelijk onderling gewogen.
13
Bijlage: format projectvoorstel
Titel project
a. Gegevens aanvrager (penvoerder) Onderwijsinstelling Naam Postadres Postcode
Plaats
Brinnummer Contactpersoon (NB de contactpersoon is werkzaam bij de aanvragende instelling) Naam
M
V
M
V
Functie Telefoon E-mailadres Projectleider Naam Organisatie Functie Telefoon E-mailadres
b. Gegevens van deelnemende onderwijsinstelling(en) in het samenwerkingsverband Naam onderwijsinstelling (eventueel afdeling)
Plaats
Betrokken persoon/personen
c. Projectomschrijving
1. Beschrijf kort de aanleiding van de betreffende pilot LOB vo-ho. Welk probleem of welke ontwikkeling in de regio/sector/branche/opleiding vormt de impuls voor uw voorgenomen pilot? ………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………
2. Beschrijf de doelstelling(en) van de pilot, aansluitend bij de in hoofdstuk 3 genoemde project doelen. Beschrijf ook welke concrete opbrengsten (diensten en/of producten) de pilot oplevert. Zorg ervoor dat de doelstellingen Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden zijn. ………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………
3. Beschrijf op welke manier de opbrengsten naar verwachting overdraagbaar zijn naar andere samenwerkingsverbanden VO-HO ………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………
4. Op welke van de vier genoemde thema’s (zie paragraaf 5.1)) ligt de focus van de pilot? Één thema benoemen. Licht dit kort toe. ………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………
5.
Beschrijf uit welke concrete projectstappen- en activiteiten de voorbereiding, uitvoering en evaluatie de pilot bestaat. Neem in de beschrijving ook op: a)
Wanneer de projectstappen- en activiteiten uitgevoerd worden.
b)
Door wie (naam, onderwijsinstelling en functie) de projectstappen- en activiteiten uitgevoerd zullen worden
c)
Bij welke manier leerlingen en/of studenten betrokken worden bij de evaluatie van het project.
………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………
15
6. Beschrijf kort welke succesfactoren het welslagen van de pilot ondersteunen. Met andere woorden: wat maakt het aannemelijk dat de doelstellingen gehaald zullen worden? ………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………
7. Beschrijf kort a)
welke risico’s het welslagen van de pilot bedreigen
b)
welke activiteiten u gaat inzetten om deze risico’s beheersbaar te houden/maken
………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………
8. Voor zover nog niet beschreven in het voorgaande: beschrijf kort a)
waaruit de samenwerking tussen de projectpartners op dit moment bestaat
b)
hoe de samenwerking tussen de projectpartners wordt vormgegeven tijdens de pilot
c)
welke succesfactoren in de reeds bestaande samenwerking kunnen bijdragen aan het welslagen van de pilot
d)
welke risicofactoren ten aanzien van de samenwerking het welslagen van de pilot bedreigen
………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………
d. Financiering van de pilot Beschrijf hieronder concreet hoe u het bedrag van maximaal €30.000,- gaat besteden. Het gaat hierbij alleen om een beschrijving van de financiering van de pilot zoals u in het voorgaande gedeelte beschreven heeft. Ook indien de pilot deel uitmaakt van een groter project, dient u slechts de besteding van de €30.000,- voor de pilot te beschrijven.
Fase/Thema
Activiteit*
Kostenraming per activiteit
1.
Voorbereidingsfase
2.
Uitvoeringfase
3.
Afrondingsfase
4.
Intern overleg
5.
Extern overleg
1a. Kick-offbijeenkomst VO-raad (duur: 0,5 dag)
3a. Slotbijeenkomst VO-raad (duur: 0,5 dag) 2a. Uitwisselings- bijeenkomsten bij de VOraad (2 of 3 bijeenkomsten van ongeveer een halve dag) 2b. Tussenevaluatie VO-raad (3 gesprekken)
6.
Resultaatmeting
7a. Eigen resultaatmeting ten opzichte van de doelstellingen 7b. Medewerking aan resultaatmeting pilotoverstijgend (door de VO-raad) (vragenlijst en/of interview )
7.
Verslaglegging
8.
Overig
6a. Schrijven eindrapportage
*De bovenstaande tabel is bedoeld als hulpmiddel voor het weergeven van uw begroting. U mag rijen toevoegen, leeglaten en/of verwijderen. U wordt geacht deel te nemen aan de reeds ingevulde activiteiten.
Vul hieronder in welk bedrag u begroot hebt voor de onderstaande posten. Bedrag begroot voor personele kosten: €………….. Bedrag begroot voor materiaalkosten: €…………… Bedrag begroot voor reis- en verblijfkosten: €…………. Post onvoorzien: €…………………… Totaal: ……………………..(maximaal € 30.000,-)
17
f. Ondertekening Ondergetekende verklaart deze aanvraag namens alle partnerorganisaties van het samenwerkingsverband in te dienen en dat hij/zij bekend is met de voorwaarden en procedures zoals beschreven in dit routeboekje. Tevens verklaart ondergetekende dat onderstaande zaken geborgd zijn: A. De bij de pilot betrokken personen worden in voldoende mate gefaciliteerd (tijd en ruimte) om de bijbehorende taken uit te kunnen voeren. B. De deskundigheid en de continuïteit van het projectleiderschap binnen de pilot. Aldus naar waarheid ingevuld, (Namens) bevoegd gezag Functie Plaats Datum Handtekening
(dd)
(mm)
(jj)