LOB-doorstroompilots Eindrapport pilots met zeven scholen en besturen
LOB-doorstroompilots Eindrapport pilots met zeven scholen en besturen
Opdrachtgevers: VO-raad en AOC-raad Auteurs: Claudy Oomen, Edwin Dubbelman en Ton Klein, Oberon Utrecht, september 2012 © Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht tel. 030-2306090 fax 030-2306080 e-mailadres:
[email protected] /
[email protected]
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
3
Inhoudsopgave
1
Inleiding: doel en deelnemers ...................................................................................................... 4 1.1 Aanleiding en doel pilots .......................................................................................................... 4 1.2 Pilotdeelnemers ....................................................................................................................... 4 1.3 Leeswijzer ................................................................................................................................ 5
2
Activiteiten LOB-doorstroompilots .............................................................................................. 6 2.1 Voorbereiding ........................................................................................................................... 6 2.2 Activiteiten per pilot .................................................................................................................. 6 2.3 Afronding .................................................................................................................................. 7
3
Doorstroomindicatoren ................................................................................................................. 9 3.1 Uitgangspunten doorstroomcijfers ........................................................................................... 9 3.2 Uitwerking doorstroomindicatoren ........................................................................................... 9
4
Inkijkje in doorstroomrapport ..................................................................................................... 11
5
Opbrengsten van de pilots ......................................................................................................... 18 5.1 Inzicht in de doorstroom naar en het succes in vervolgonderwijs ......................................... 18 5.2 Aanknopingspunten voor het (LOB-)beleid ............................................................................ 19 5.3 Leerpunten landelijk ............................................................................................................... 19 5.4 Tips voor andere scholen/besturen en landelijke partijen ...................................................... 20 5.5 Vervolg: overdragen van de werkwijze .................................................................................. 20
6
Managementsamenvatting/verantwoording ............................................................................. 22 Opbrengsten van de pilots ............................................................................................................. 22 Doel van de pilots .......................................................................................................................... 22 Pilotactiviteiten ............................................................................................................................... 23 Doorstroomindicatoren .................................................................................................................. 23 Doorstroomrapporten ..................................................................................................................... 24 Leerpunten en mogelijk vervolg ..................................................................................................... 24
Bijlage 1
Gespreksleidraad startgesprek ...................................................................................... 25
Bijlage 2
Gespreksleidraad vervolggesprek ................................................................................. 26
Bijlage 3
Rapportage met benchmarkgegevens .......................................................................... 27
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
1
4
Inleiding: doel en deelnemers
Begin 2012 hebben de VO-raad, de AOC-raad en Oberon het initatief genomen voor een aantal LOBdoorstroompilots. LOB staat voor loopbaanoriëntatie en –begeleiding. De pilots waren bedoeld voor scholen en schoolbesturen die de doorstroom naar en het succes in het vervolgonderwijs in beeld willen brengen en daarmee een kwaliteitsslag willen maken in hun LOB-beleid. Zeven scholen/schoolbesturen hebben deelgenomen aan deze pilots, die in de periode maart-juni hebben plaatsgevonden.
1.1
Aanleiding en doel pilots
Aanleiding voor de VO-raad om te starten met de LOB-doorstroompilots was de relatief geringe aandacht voor LOB onder schooldirecties en –besturen. Uit een verkennend onderzoek onder directieleden en bestuurders bleek dat zij graag (meer) zicht zouden willen krijgen op de doorstroom van leerlingen naar het vervolgonderwijs en het succes waarmee oud-leerlingen dat vervolgonderwijs doorlopen. Dat zegt iets over het rendement van het onderwijs en geeft mogelijk aanknopingspunten voor het LOB-beleid. Voor de AOC-raad, die zich later heeft aangesloten bij het initiatief van de VOraad, past het goed in de lijn van opbrengstgericht werken en zouden doorstroomcijfers bovendien antwoord geven op de vraag hoe het gaat met de doorstroom van groene vmbo’s naar groene en nietgroene MBO’s. Voor de deelnemende scholen en besturen was het doel van de pilots tweeledig: Doorstroomgegevens voor een school(bestuur) in beeld brengen. Deze gegevens maken duidelijk hoe oud-leerlingen van de scholen het doen in het vervolgonderwijs; Het schoolbestuur en (enkele) scholen helpen om de doorstroomgegevens te interpreteren en te kijken hoe deze benut kunnen worden voor een kwaliteitsslag in hun LOB-beleid: hoe kunnen we de aanpak voor loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) versterken? Schoolbestuurders en -directies worden door deelname aan de pilots meer bewust van het belang van LOB (goede begeleiding van leerlingen naar het vervolgonderwijs) en decanen krijgen met de doorstroomcijfers tools in handen om LOB gerichter in te zetten. De pilots leveren bovendien inzichten op voor alle VO-scholen: welke doorstroomgegevens zijn voor VO-scholen relevant en hoe kunnen zij op een zinvolle manier gebruik maken van de doorstroomcijfers? Ook Schoolinfo (Vensters VO), DUO en Kennisnet kunnen profiteren van de pilotervaringen bij de ontwikkeling van de indicator Doorstroom en een portal waarmee scholen hun eigen (doorstroom)gegevens kunnen opvragen.
1.2
Pilotdeelnemers
Deelnemers aan de pilots zijn geworven via een oproep op de website van het project Stimulering LOB en via het netwerk van Oberon, de VO-raad en de AOC-raad. Criteria voor deelname waren: Dat het bestuur en de scholen zelf behoefte hadden om de doorstroom in beeld te brengen en daarmee aan de slag te gaan; Dat directieleden van scholen en/of schoolbestuurders bereid waren om een actieve rol in te nemen in de pilots. Aan iedere pilot moest minimaal één directielid deelnemen; Dat de pilots in totaal evenwichtig verdeeld waren over verschillende schooltypen (vmbo en havo/vwo) en over het land.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
5
Onderstaand overzicht brengt de pilotdeelnemers in beeld. Iedere pilot bestond uit één bestuur en daarbinnen één of twee scholen. Sommige pilots deden ‘breed’ mee, dat wil zeggen dat alle scholen van het bestuur betrokken waren. Deze besturen ontvingen (naast schoolrapporten) een bestuursrapportage met de doorstroomcijfers van al hun scholen. Andere pilots hielden het juist ‘smal’ en concentreerden zich op één of twee scholen. Bij sommige pilots waren niet alleen directies en bestuurders, maar ook decanen actief betrokken. De pilots bestonden uit vijf reguliere VO-besturen (op initiatief van de VO-raad) en twee AOC’s (op initiatief van de AOC-raad). Eén van de reguliere besturen (Lentiz) bevat ook groene vmbo’s en MBO’s en is daarmee een ‘tussenvorm’. Naam bestuur
Schooltype pilotschool
Overige scholen (bestuursrapport)
Unic, Utrecht
Havo/vwo
Rapporten van de andere NUOVOlocaties
X11, Utrecht
Vmbo grafisch
LVO
Dendron College, Horst
Vmbo en havo/vwo
Sevenwolden
OSG Sevenwolden, locatie Fedde Schurer, Heerenveen Herbert Vissers College, Nieuw Vennep Maasland College, Maasland LIFE College, Schiedam
Havo/vwo
Clusius College, Heerhugowaard Clusius College, Castricum Citaverde College, Heerlen
Vmbo groen
NUOVO
IRIS Lentiz Scholengroep
Clusius College
Citaverde College
1.3
Naam pilotschool/scholen
Vmbo basis/kader Vmbo groen
Geen bestuursrapport, wel benchmarkgegevens van twee vergelijkbare LVO-scholen Bestuursrapport met alle VO-locaties van Sevenwolden Geen bestuursrapport (school doet als individuele school mee) Bestuursrapport met alle VO-scholen van Lentiz
Vmbo Bestuursrapport met alle VO-scholen van Clusius
Vmbo groen Vmbo groen
Geen bestuursrapport
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt de werkwijze van de pilots beschreven, in hoofdstuk 3 komen de doorstroomindicatoren aan bod. Hoofdstuk 4 biedt een inkijkje in een doorstroomrapport. Hoofdstuk 5 belicht de opbrengsten van de pilots. Hoofdstuk 6 betreft een samenvatting. Aan het einde van het rapport zijn enkele bijlagen te vinden.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
2
6
Activiteiten LOB-doorstroompilots
Alle pilots waren op dezelfde manier opgebouwd. Omdat de pilots ook als een meer algemene verkenning dienden voor het verzamelen van doorstroomcijfers, ging er veel voorbereidend werk aan vooraf.
2.1
Voorbereiding
Indicatoren vaststellen Omdat er voor het eerst dekkende doorstroomcijfers voor scholen en besturen verzameld zouden worden via DUO, moest vooraf uitgedacht worden welke gegevens verzameld dienden te worden en op welke manier dat het beste kon gebeuren. In overleg met de VO-raad zijn enkele conceptindicatoren opgesteld. Deze zijn vervolgens voorgelegd aan een klankbordgroep die door de VO-raad was opgericht om mee te denken met de pilots. De indicatoren zijn na de startgesprekken met de pilots verder aangescherpt. In hoofdstuk 3 worden de indicatoren nader toegelicht. De klankbordgroep1 is in 2012 twee keer bijeengekomen, één keer begin april en één keer begin mei. In de eerste bijeenkomst heeft de klankbordgroep gereageerd op de concept-indicatoren en heeft men zich gebogen over het doel en de werkwijze van de pilots. In de tweede bijeenkomst heeft DUO een presentatie gegeven met concept-doorstroomcijfers en heeft de klankbordgroep hierop gereageerd. Dit betrof zowel de techniek (hoe breng je het in beeld, welk onderscheid breng je verder nog aan?) als de mogelijke implicaties van de cijfers voor het LOB-beleid (doorstroomcijfers niet zien als direct resultaat van LOB maar wel mogelijk als input: waar kunnen we met LOB op bijsturen?). Gegevens verzamelen via DUO Om tot betrouwbare en dekkende doorstroomcijfers te komen, is ervoor gekozen om met DUO samen te werken. DUO beschikt over een landelijk dekkend bestand van het Nederlandse onderwijs 2, waarmee het mogelijk is om – op basis van het onderwijsnummer – iedere leerling te volgen. Na de startgesprekken heeft Oberon een document opgesteld voor DUO waarin de ‘standaardwensen’ (voor alle pilots) en ‘uitbreidingswensen’ (pilotspecifiek) stonden aangegeven. In hoofdstuk 3 lichten we deze nader toe. Voor DUO bleek het niet eenvoudig om de gegevens op te leveren: verschillende bestanden moesten aan elkaar worden gekoppeld (VO, MBO, HO) en in sommige gevallen waren individuele leerlingen moeilijk terug te vinden. Daarnaast bleek het lastig om in geval van opgeheven of samengevoegde scholen/locaties de juiste leerlingen te traceren. DUO heeft de doorstroomcijfers opgeleverd in draaitabellen; Oberon heeft hierop een vertaalslag uitgevoerd om heldere doorstroomrapporten te kunnen maken.
2.2
Activiteiten per pilot
Alle pilots waren hetzelfde opgezet. De pilotactiviteiten waren: a. Startgesprek; b. Gegevensverzameling en concept-doorstroomrapporten; c. Vervolggesprek: interpretatie doorstroomcijfers en vervolgstappen LOB; d. Definitieve doorstroomrapporten. 1 2
Hierin participeerden vertegenwoordigers van de twee decanenverenigingen, LICA, Haagse Hogeschool, dedecaan.net, Schoolinfo, DUO, VO-raad, AOC-raad en Oberon. Particuliere opleidingen en opleidingen in het buitenland zijn niet in het bestand opgenomen. DUO werkt aan registratie hiervan.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
7
Hieronder lichten we de activiteiten nader toe. Ad a. Startgesprek We hebben een startgesprek gevoerd met het bestuur en/of maximaal twee deelnemende scholen. Van de scholen was in ieder geval een directielid aanwezig en indien gewenst ook een decaan. Voor het startgesprek is een leidraad opgesteld (Bijlage 1). In het startgesprek is nagegaan hoe het LOBbeleid er op de scholen/binnen het bestuur uitziet, wat er al bekend is bij de scholen/besturen over de doorstroom en wat hun doorstroomvragen zijn in relatie tot LOB. De concept-doorstroomindicatoren zijn besproken, waarbij het bestuur en de scholen konden aangeven welke (aanvullende) wensen en ideeën zij daarover hadden. Ad b. Gegevensverzameling en concept-doorstroomrapporten Uit alle pilots is een aantal standaard- en schoolspecifieke uitbreidingsindicatoren opgesteld (zie hoofdstuk 3). DUO heeft vervolgens per school/bestuur de doorstroomcijfers geleverd aan Oberon3. Oberon heeft deze cijfers verwerkt in concept-doorstroomrapporten voor de deelnemende pilotscholen (één per school). Voor het bestuur is een bestuursrapportage opgesteld met daarin de resultaten van alle scholen (per schoollocatie in beeld gebracht). In het concept-doorstroomrapport is er bewust voor gekozen om alleen de resultaten te presenteren zonder een interpreterende tekst. Dit deden we om de scholen en het bestuur te stimuleren om zelf te interpreteren en conclusies te verbinden aan de cijfers. De scholen en het bestuur ontvingen de concept-doorstroomrapporten ruim voorafgaand aan het vervolggesprek. Ad c. Vervolggesprek Het vervolggesprek is gevoerd met dezelfde personen als het startgesprek. Ook hiervoor is een leidraad opgesteld (Bijlage 2). In het vervolggesprek lichtten we het conceptrapport kort toe (zonder te interpreteren) en begeleidden we het bestuur en de scholen bij het interpreteren van de doorstroomcijfers. Dat deden we door vragen te stellen, zoals: Wat lees je uit de grafiek? Komt het beeld overeen met je verwachtingen? Zie je opvallende dingen? Zie je ontwikkelingen over jaren heen? Vervolgens begeleidden we de scholen en het bestuur bij het nadenken over vervolgstappen naar aanleiding van de cijfers. Ook daarbij stelden we vragen, zoals: Wat betekent het voor het (LOB-) beleid op de scholen? Wie ga je daar bij betrekken? Ad d. Definitieve doorstroomrapporten Naar aanleiding van het vervolggesprek zijn de doorstroomrapporten bijgesteld. De interpretaties van de cijfers door de school en mogelijke consequenties voor het (LOB-)beleid zijn (omkaderd) toegevoegd. Als scholen of besturen in het vervolggesprek hadden aangegeven dat zij nog gegevens misten, heeft Oberon deze toegevoegd.
2.3
Afronding
Ter afronding zijn een aantal activiteiten uitgevoerd: Discussiebijeenkomst Op 14 juni 2012 zijn alle pilots bijeengebracht in een discussiebijeenkomst. Behalve deelnemers van de pilots waren daar ook vertegenwoordigers van Schoolinfo, Kennisnet, de VO-raad en AOC-raad bij aanwezig. Oberon opende de bijeenkomst met een presentatie over de pilots en de belangrijkste trends daaruit. Ten slotte is een groepsdiscussie gevoerd, met als centrale vragen:
3
Rekening houdend met de privacy-wetgeving betrof het geen gegevens op leerlingniveau.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
8
Zijn de pilots nuttig geweest voor uw school/bestuur? (reflectie op werkwijze en doorstroomrapport) Welke beleidsmaatregelen volgden er uit voor uw school/bestuur? Welke tips heeft u voor andere scholen en besturen? Welke tips heeft u voor organisaties die landelijke ontwikkelingen in gang zetten? Landelijke benchmarkgegevens Verschillende scholen en besturen hebben in de vervolggesprekken aangegeven dat zij behoefte hebben aan een landelijke benchmark om hun eigen doorstroomcijfers tegen af te kunnen zetten. Dat zou hen beter in staat stellen om te bepalen waar zij de landelijke lijn volgen en op welke punten niet (wat is ‘normaal’, wat is afwijkend). Via DUO zijn momenteel (nog) geen landelijke benchmarkgegevens beschikbaar. Oberon heeft onderzocht welke landelijke benchmarkgegevens over doorstroom vanuit VO naar vervolgonderwijs wel voorhanden zijn. Deze benchmarkgegevens zijn verwerkt in een kort rapport, waarbij steeds werd toegelicht in hoeverre de gegevens te vergelijken zijn met de gegevens in de doorstroomrapporten. Het rapport is verzonden aan de pilotdeelnemers en is te vinden in bijlage 3 van dit rapport. Eindproduct(en) De pilots worden afgesloten met dit eindrapport. De opbrengsten van de pilots komen ook aan bod in de brochure ‘LOB: de investering waard. Opbrengsten van drie jaar project Stimulering LOB’, waarin de opbrengsten van het project Stimulering LOB en de monitorresultaten gepresenteerd worden. Mogelijk worden nog enkele producten ontwikkeld waarin de opbrengsten en leerpunten vanuit de LOB-doorstroompilots worden overgedragen.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
9
3
Doorstroomindicatoren
3.1
Uitgangspunten doorstroomcijfers
In overleg met de VO-raad en DUO zijn drie doorstroomindicatoren opgesteld: Naar welke vervolgopleidingen stromen leerlingen door – welk niveau en welke sectoren? Blijven leerlingen op dezelfde opleiding of is er sprake van uitstroom of switchen? Voor switchen is de volgende definitie gehanteerd: een student die naar een opleiding van een andere sector gaat (deze definitie sloot het beste aan bij de wensen van de pilotdeelnemers). Hoe veel leerlingen behalen (onvertraagd) hun diploma? Daarnaast is ervoor gekozen om meerdere cohorten in beeld te brengen, dat wil zeggen leerlingen die in meerdere opeenvolgende jaren eindexamen hebben gedaan. Zo komt ook de ontwikkeling door de jaren heen voor een school/bestuur in beeld.
3.2
Uitwerking doorstroomindicatoren
Naar aanleiding van de input van de pilotdeelnemers en de klankbordgroep hebben we een ‘standaard’ opgesteld en een aantal uitbreidingsopties. De standaardgegevens werden geleverd aan alle scholen en besturen, de uitbreidingsopties aan die scholen en besturen die daaraan behoefte hadden. Hieronder wordt beschreven hoe de standaard en de uitbreidingsopties nader zijn uitgewerkt. Standaard Voor de standaard zijn twee overzichten gemaakt: één voor MBO en één voor HO. Weergave per cohort – MBO Cohort
Meetmoment 1 Indicatoren
Meetmoment 2 Indicatoren
Meetmoment 3 – peildatum 01-10-2011 Indicatoren
Eindexamenjaar 2006-2007
2007 (1 oktober) directe doorstroom per sector
2009 - na 2 jaar switchen en uitval per sector
Eindexamenjaar 2007-2008
2008 (1 oktober) directe doorstroom per sector
2010 - na 2 jaar switchen en uitval per sector
Eindexamenjaar 2008-2009
2009 (1 oktober) directe doorstroom per sector
2011 – na 2 jaar switchen en uitval per sector
2011 – na 4 jaar (eindresultaat) onderwijs verlaten met diploma → behaald op welk niveau? onderwijs verlaten zonder diploma/start-kwalificatie nog in MBO → met diploma? → behaald op welk niveau? doorgestroomd naar HO 2011 – na 3 jaar (eindresultaat) onderwijs verlaten met diploma → behaald op welk niveau? onderwijs verlaten zonder diploma/start-kwalificatie nog in MBO → met diploma? → behaald op welk niveau? doorgestroomd naar HO 2011 – na 2 jaar (‘eindresultaat’) onderwijs verlaten met diploma → behaald op welk niveau? onderwijs verlaten zonder diploma/start-kwalificatie nog in MBO → met diploma? → behaald op welk niveau?
NB: MBO-opleidingen niveau 2 duren doorgaans 2-3 jaar; MBO-3 opleidingen duren doorgaans 2-4 jaar; MBO-4 opleidingen duren 3-4 jaar.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
10
Weergave per cohort – HO Cohort
Meetmoment 1 Indicatoren
Meetmoment 2 Indicatoren
Meetmoment 3 – peildatum 01-10-2011 Indicatoren
Eindexamenjaar 2006-2007
2007 (1 oktober) directe doorstroom per sector en niveau*
2009 - na 2 jaar switchen en uitval per sector
Eindexamenjaar 2007-2008
2008 (1 oktober) directe doorstroom per sector en niveau
2010 - na 2 jaar switchen en uitval per sector
Eindexamenjaar 2008-2009
2009 (1 oktober) directe doorstroom per sector en niveau
2011 – na 2 jaar switchen en uitval per sector
2011 – na 4 jaar (eindresultaat) Eindresultaat: onderwijs verlaten met bachelordiploma onderwijs verlaten zonder bachelordiploma onderwijs verlaten met MBO-diploma (doorgaans havisten) nog in HO (HBO of universiteit) → met bachelordiploma? nog in MBO (doorgaans havisten) 2011 – na 3 jaar (eindresultaat) onderwijs verlaten met bachelordiploma onderwijs verlaten zonder bachelordiploma onderwijs verlaten met MBO-diploma nog in HO (HBO of universiteit) → met bachelordiploma? nog in MBO 2011 – na 2 jaar (eindresultaat) onderwijs verlaten zonder bachelordiploma nog in HO (HBO of universiteit) nog in MBO (doorgaans havisten)
NB1: een HBO-bacheloropleiding duurt 4 jaar, WO bachelor duurt 3 jaar. Masters variëren van 1-4 jaar. * Niveau betekent hier: onderscheid tussen MBO, HBO en universiteit.
Verdere uitsplitsing van de gegevens Bij de levering van de standaard zijn de gegevens ook apart weergegeven voor verschillende onderwijstypen en profielen. De volgende uitsplitsingen zijn gemaakt: Voor vmbo: de gevolgde leerweg op het vmbo: basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte of gemengd/theoretische leerweg; Voor havo/vwo: havo of vwo; Voor havo/vwo: het gevolgde profiel in havo en vwo: cultuur en maatschappij, economie en maatschappij, natuur en techniek of natuur en gezondheid; Voor het HO: HBO of universiteit. Uitbreidingsopties/extra uitsplitsingen Bij alle startgesprekken hebben we de specifieke wensen van de deelnemende scholen/besturen geïnventariseerd. Wanneer specifieke wensen door meerdere, maar niet alle, pilots werden geuit, hebben we ze als uitbreidingsopties aangemerkt. Uitbreidingsopties zijn: Doorstroom naar ‘eigen’ MBO vs. ander MBO; dit had vooral betrekking op de AOC’s waar vmbo’s en MBO’s aan elkaar verbonden zijn en/of onder hetzelfde bestuur vallen; Doorstroom naar en succes in BOL vs. BBL; Doorstroom en succes van jongens vs. meisjes.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
4
11
Inkijkje in doorstroomrapport
In dit hoofdstuk geven we een ‘inkijkje’ in een doorstroomrapport dat we voor een pilotschool hebben opgesteld. Het doorstroomrapport is geanonimiseeerd. Alle doorstroomrapporten waren als volgt opgezet: Inleiding: toelichting bij de doorstroompilots en het rapport; Tabel met overzicht aantal leerlingen in eindexamenjaar en aantal geslaagden; Figuren met doorstroomoverzichten (doorstroom naar vervolgopleidingen); Figuren met gegevens over uitstroom en switchen; Figuren met eindresultaten: behaalde diploma’s etc. na x jaren; Door het rapport heen: interpretaties van de school zelf in het vervolggesprek.
Doorstroomcijfers School X Oberon, juni 2012
1. Inleiding In dit rapport presenteren we de doorstroomcijfers van School X van de leerlingen die de school na het schooljaar 2006/07, 2007/08 en 2008/09 (in dit rapport aangeduid als cohorten) hebben verlaten. We laten onder andere zien waar zij hun schoolloopbaan vervolgden, hoeveel van hen switchten naar een andere opleiding en of zij in het vervolgonderwijs een diploma/startkwalificatie hebben gehaald. Achtergrond en doel doorstroompilots Met de doorstroompilots gaan we voor een aantal VO-scholen en hun besturen na hoe hun leerlingen terechtkomen in het vervolgonderwijs. Naar welke opleidingen stromen zij door, blijven zij op dezelfde opleiding en behalen zij (tijdig) hun diploma? De doorstroompilots worden uitgevoerd binnen het project ‘Stimulering LOB’ 4 van de VO-raad . Oberon is het uitvoerend onderzoeksbureau. Het doel van de doorstroompilots is op hoofdlijnen: 1. VO-scholen en hun besturen inzicht geven in de doorstroom van hun leerlingen; 2. Kijken wat de doorstroomcijfers betekenen voor scholen en besturen en of deze benut kunnen worden voor het maken van een kwaliteitsslag op school. Gegevensverzameling en rapportage Alle gegevens in deze rapportage zijn via DUO verkregen. DUO heeft per schoollocatie de cohorten aangemaakt en de leerlingen op basis van het onderwijsnummer (BSN) gevolgd in de tijd. Hierna heeft DUO deze overzichten per school en per cohort aangeleverd aan Oberon. Op basis van deze doorstroomgegevens heeft Oberon deze rapportage opgesteld. Per deelnemende pilotschool rapporteren we de belangrijkste doorstroomcijfers en koppelen we dit terug naar de desbetreffende school. Het eigen schoolbestuur ontvangt per school voor de onder hen ressorterende scholen een beknopte rapportage. De eigen interpretatie die de school heeft gegeven bij de cijfers, wordt in een kader gepresenteerd.
4
Ook de AOC-raad participeert hierin.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
12
Leeswijzer Hieronder staat wat we per figuur aan doorstroomcijfers presenteren, en welke leerlingen in de selectie zijn meegenomen. Onder de figuren zetten we soms nadere informatie over bijvoorbeeld sectoren of leerwegen. Tabel 1: Aantal geslaagden per leerweg per cohort. Selectie: alle leerlingen. Grafiek 1: Doorstroom naar het MBO per sector per cohort. Dit kunnen naast de geslaagden ook leerlingen zijn die zonder diploma het MBO instromen. Tevens komen doubleerders, doorstromers naar havo en voortijdig schoolverlaters in de tekst aan bod. Selectie: alle leerlingen. Tabel 2: Doorstroom naar de MBO’s in de regio. Selectie: alleen leerlingen die naar het MBO zijn doorgestroomd. Grafiek 2: Overzicht niet-switchers, switchers en uitvallers gedurende de eerste twee jaar op het MBO. Selectie: alleen leerlingen die naar het MBO zijn doorgestroomd. Grafiek 3: Switchgedrag per MBO-sector gedurende de eerste twee jaar op het MBO, verder idem grafiek 2. Selectie: alleen leerlingen die naar het MBO zijn doorgestroomd. Grafieken 4a, b en c: Eindresultaat per cohort: Onderwijs volgend op MBO of HO (met en zonder diploma voor wat betreft het MBO) of onderwijs verlaten (met en zonder startkwalificatie). Selectie: alle leerlingen in het betreffende cohort. Dus alle leerlingen die zijn doorgestroomd naar MBO, doubleerders (leerlingen uit het cohort die een jaar later weer eindexamen vmbo hebben gedaan) en voortijdig schoolverlaters.
2. Geslaagden In tabel 1 staan de geslaagden per leerweg van de drie cohorten, uitgesplitst naar leerweg. Tabel 1
Aantal geslaagden per leerweg per cohort
Diploma
Cohort 2006/07
Cohort 2007/08
Cohort 2008/09
BBL
47
48
78
KBL
68
62
61
Totaal
115
110
139
Totaal aantal leerlingen in cohort
125
117
143
Cohort 2006/07 In totaal zijn 113 van de 125 leerlingen doorgestroomd naar het MBO (waarvan 8 leerlingen zonder vmbodiploma). Van de 12 leerlingen die niet naar het MBO doorstroomden is de volgende informatie bekend: 2 bleven 5 op het vmbo (doubleerden), 10 verlieten het (bekostigde) onderwijs .
5
Deze leerlingen zijn bij DUO op 1 oktober van het volgend jaar niet bekend (zij staan niet ingeschreven op een instelling voor bekostigd onderwijs). Het is mogelijk dat een deel van deze jongeren op particulier onderwijs zit of bijvoorbeeld een opleiding binnen defensie/politie volgt.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
13
Cohort 2007/08 In totaal zijn 110 van de 117 leerlingen doorgestroomd naar het MBO (waarvan 5 zonder vmbo-diploma). Van de 7 leerlingen die niet naar het MBO doorstroomden is de volgende informatie bekend: 1 bleef op het vmbo (doubleerde), 1 ging met een vmbo-diploma naar het SO en 5 verlieten het (bekostigde) onderwijs. Cohort 2008/09 In totaal zijn 133 van de 143 leerlingen doorgestroomd naar het MBO (waarvan 4 zonder diploma vmbo). Van de 10 leerlingen die niet naar het MBO doorstroomden is de volgende informatie bekend: zij verlieten allemaal het (bekostigde) onderwijs.
3. Doorstroom naar MBO In grafiek 1 staat de doorstroom van de drie cohorten: in welke MBO-sector zijn de leerlingen uit de drie cohorten terecht gekomen? Grafiek 1
Percentage doorstroom naar MBO per sector per cohort
Cohort 06/07 naar sector 07/08
landbouw techniek
Cohort 07/08 naar sector 08/09
economie zorg en welzijn overig Cohort 08/09 naar sector 09/10
0%
20%
40%
60%
80%
100%
De categorie overig bestaat uit leerlingen die doorstroomden naar een interdisciplinaire opleiding (van een combinatie van sectoren). Cohort 2006/07 BOL/BBL Van de in totaal 113 leerlingen die zijn doorgestroomd naar het MBO gingen er 96 naar BOL en 17 naar BBL. Cohort 2007/08 BOL/BBL Van de in totaal 110 leerlingen die zijn doorgestroomd naar het MBO gingen er 93 naar BOL en 17 naar BBL. Cohort 2008/09 BOL/BBL Van de 133 leerlingen die zijn doorgestroomd naar het MBO gingen er 113 naar BOL en 20 naar BBL.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
14
Interpretatie van de school Het plaatje van grafiek 1 was al redelijk bekend. De vorige decaan maakte jaarlijks dit soort overzichten. Het is lastig conclusies te trekken over de doorstroom naar BOL/BBL, omdat dit ook afhankelijk is van de economie. In mindere tijden zijn er minder BBL-plaatsen en gaan meer leerlingen naar BOL. BOL is echter minder geschikt voor ‘doeners’, terwijl veel groene sector-leerlingen dat wel zijn. Tabel 2
Percentage doorstroom naar MBO-opleidingen per cohort
MBO-opleiding
Cohort 2006/07
Cohort 2007/08
Cohort 2008/09
Eigen MBO
37%
51%
38%
Overig MBO
63%
49%
62%
4. Switchgedrag In grafiek 2 staat het switchgedrag en de uitstroom uit het onderwijs gedurende de eerste twee jaar op het MBO van de drie cohorten. Grafiek 2
Percentage niet-switchers, switchers en (bekostigd) onderwijsverlaters na twee jaar op MBO per cohort
Cohort 2006/07
Niet-Switch Cohort 2007/08
Switch Uit het onderwijs
Cohort 2008/09
0%
20%
40%
60%
In grafiek 3 staat het switchgedrag en uitval per sector na twee jaar.
80%
100%
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
Grafiek 3
15
Percentage niet-switchers, switchers en (bekostigd) onderwijsverlaters na twee jaar op MBO per cohort per sector
Cohort 2006/07 techniek Cohort 2006/07 landbouw Cohort 2006/07 economie Cohort 2006/07 z&w Cohort 2007/08 techniek Cohort 2007/08 landbouw
Niet‐Switch
Cohort 2007/08 economie
Switch
Cohort 2007/08 z&w
Uit het onderwijs
Cohort 2008/09 techniek Cohort 2008/09 landbouw Cohort 2008/09 economie Cohort 2008/09 z&w 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Interpretatie van de school Techniek is het meest stabiel, economie het minst. Dat is goed te verklaren: techniek heeft de meest duidelijke beroepen. Ook groen heeft een duidelijk beroepsbeeld met herkenbare beroepen. De laatste jaren besteedt de school extra aandacht aan ondernemerschap in combinatie met groen. Omdat leerlingen nog jong zijn als ze moeten kiezen, wil het vmbo veel keuzemogelijkheden bieden. Wel zijn wiskunde en biologie verplicht, zodat een vervolgopleiding in de groene sector altijd mogelijk is. De school besteedt vanaf leerjaar 1 veel aandacht aan reflectie en het zelfbeeld van leerlingen: ‘Wie ben ik?’ en ‘Wat ga ik kiezen?’. De uitstroom uit het onderwijs is mogelijk te verklaren door het feit dat er binnen het MBO-groen veel niveau 2opleidingen zijn en die duren doorgaans twee jaar. In de omgeving werken veel hoveniers en loonwerkers, er heerst een hoge arbeidsmoraal.
5. Eindresultaat In dit laatste deel presenteren we het eindresultaat per cohort: welke leerlingen volgen nog onderwijs op 1 oktober 2011 (op MBO of HO), en wie hebben het onderwijs verlaten, met en zonder startkwalificatie (SK). Het betreft steeds het gehele cohort: alle leerlingen die in het betreffende schooljaar in het eindexamenjaar zaten van het vmbo (zie ook tabel 1). Voor de leesbaarheid hebben we per cohort een grafiek gemaakt. Let op: leerlingen uit het cohort 2006/07 hebben inmiddels vijf jaar vervolgonderwijs kunnen volgen, het cohort 2007/08 vier jaar en cohort 2008/09 drie jaar. Dit betekent dat leerlingen uit cohort 2006/07 relatief verder zijn en vaker op bijvoorbeeld het HO zullen zitten dan leerlingen die in 2008/09 School X verlieten. Houd er bij de interpretatie rekening mee dat de cohorten onderling niet vergelijkbaar zijn.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
16
Grafiek 4a Eindresultaat op 1 oktober 2011 cohort 2006/07 (percentages)
45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% In het HO
In het MBO in bezit diploma niveau 2/3/4
in het MBO Onderwijs Onderwijs zonder verlaten met verlaten met startkwalificatie diploma niveau 2 diploma niveau 3/4
Onderwijs verlaten zonder startkwalificatie
Positie in 2011
43% van de leerlingen die nog op het MBO met al een MBO-diploma zit (tweede kolom in grafiek) heeft een diploma op niveau 2, 50% heeft diploma niveau 3 en er is één leerling met diploma niveau 4. Leerlingen die in het MBO zitten zonder startkwalificatie zijn zowel basis- als kaderleerlingen. Dat geldt ook voor onderwijsverlaters zonder startkwalificatie. Onderwijsverlaters zonder startkwalificatie kunnen naar niet-bekostigd onderwijs of het leger zijn gegaan, dat wordt niet door DUO geregistreerd. Grafiek 4b Eindresultaat op 1 oktober 2011 cohort 2007/08
45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% In het HO
In het MBO in bezit diploma niveau 2/3
In het MBO Onderwijs Onderwijs zonder verlaten met verlaten met startkwalificatie diploma niveau 2 diploma niveau 3/4
Onderwijs verlaten zonder startkwalificatie
Positie in 2011
85% van de leerlingen die nog op het MBO met al een MBO-diploma zit (tweede kolom in grafiek) heeft een diploma op niveau 2, 15% heeft diploma niveau 3.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
17
Grafiek 4c Eindresultaat op 1 oktober 2011 cohort 2008/09
45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% In het HO
In het MBO in bezit diploma niveau 2
In het MBO zonder Onderwijs verlaten Onderwijs verlaten startkwalificatie met diploma niveau 2 zonder startkwalificatie
Positie in 2011
Interpretatie van de school Boeiend zijn de ‘stapelaars’, leerlingen die al een diploma hebben behaald en vervolgens een opleiding van een niveau hoger doen. Met de wetgeving is er minder ruimte om te stapelen en heeft het gevolgen voor de bekostiging. Dat heeft als gevolg dat de school moet proberen leerlingen vanaf het begin al beter te plaatsen. Leerlingen die na vier jaar nog steeds zonder startkwalificatie op het MBO zitten, zijn een punt van zorg. Leerlingen die het onderwijs verlaten gaan bijvoorbeeld ook naar niet-bekostigd onderwijs of het leger. In werkelijkheid is er maar een gering percentage echte VSV-ers.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
5
18
Opbrengsten van de pilots
De scholen en besturen die hebben deelgenomen waren enthousiast over de LOB-doorstroompilots. Ze hebben niet alleen meer inzicht gekregen in waar hun oud-leerlingen heengaan en hoe het hen vergaat in het vervolgonderwijs, maar gaan naar aanleiding van de rapporten ook met hun team(s) verder aan de slag om de kwaliteit van LOB te verhogen. Hieronder noemen we per onderdeel wat de opbrengsten waren en gaan we in op de leerpunten voor de toekomst.
5.1
Inzicht in de doorstroom naar en het succes in vervolgonderwijs
Sommige pilotscholen en –besturen hadden bij aanvang van de pilots helemaal geen zicht op de doorstroom van hun leerlingen en het succes dat zij hadden in het vervolgonderwijs. Anderen hadden wel enigszins in beeld naar welke opleidingen leerlingen doorstromen, maar niet meer hoe het hen verder vergaat in het vervolgonderwijs. Het in beeld brengen van de doorstroom is nuttig geweest volgens de pilotdeelnemers. Hieronder noemen we op welke gebieden het in beeld brengen van de doorstroom meerwaarde heeft voor scholen en besturen. Dat illustreren we met citaten. Verwachtingen en ervaringen van scholen zijn te toetsen aan de werkelijkheid “Het beeld is anders dan verwacht. Het is een eye-opener geweest.” “Decanen havo/vwo weten niet wat leerlingen gaan doen. Vanuit het MBO horen we terug dat er veel havisten op het MBO zitten. Nu hebben we dat goed in beeld.” “Op het vmbo is vaak al een heel actief LOB-beleid, havo/vwo blijft achter. Voor havo/vwo bieden doorstroomcijfers zeker ook inzicht.” “Voor bestuurders is het ook interessant. Het geeft je informatie over het resultaat dat je bereikt met leerlingen – en of dat overeenkomt met wat je beoogd hebt, zoals meer doorstroom naar techniek.”
Doorstroom komt in beeld met landelijk dekkende gegevens “Het gaat verder dan de eigen regio.” “Het gebied waar onze leerlingen heengaan is heel groot. Fijn als het op een hoog niveau wordt aangepakt.” “Eigenlijk zou iedere school zo’n rapport moeten krijgen.”
Langetermijnsucces in het vervolgonderwijs komt in beeld “We kunnen leerlingen nu verder volgen als ze eenmaal begonnen zijn met het vervolgonderwijs.” “Vooral de laatste grafieken zijn heel zinvol: waar staan leerlingen vier jaar na het eindexamen. Dat is nog niet eerder in beeld gebracht.”
Meerdere cohorten worden in beeld gebracht, waardoor trends zichtbaar worden “In de grafiek is te zien dat de doorstroom naar niveau 4 is toegenomen over de cohorten.” “Ik wil volgend jaar wel weer zo’n rapport. Elk jaar een update van de doorstroom.”
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
5.2
19
Aanknopingspunten voor het (LOB-)beleid
De deelnemers geven aan dat de pilot leidt tot gerichter LOB-beleid en gesprekken binnen de school. Hieronder lichten we toe wat de opbrengsten zijn op dit vlak, wat we illustreren met voorbeelden (citaten). LOB-maatregelen treffen om knelpunten doorstroom aan te pakken De pilots laten zien dat de relatie tussen doorstroomcijfers en LOB niet één-op-één is. Wanneer veel leerlingen uitvallen in het vervolgonderwijs kun je daar niet direct uit concluderen dat je LOB-beleid niet goed is, zo merkten ook de klankbordgroepleden al op. Hoe het leerlingen vergaat in het vervolgonderwijs is minstens een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de vervolgopleiding en het VO. Wel zou je naar aanleiding van de doorstroomcijfers gerichter met LOB aan de slag kunnen gaan en maatregelen kunnen nemen. “Basis- en kaderleerlingen kiezen vaker voor BOL dan voor BBL. In BOL-opleidingen zit veel meer theorie dan in BBL-opleidingen. Wij gaan daarom op onze eigen school ook meer nadruk leggen op theoretische vakkennis. We zoeken daarvoor contact met MBO-BOL.” “Het beroepsbeeld economie is heel diffuus. We moeten scherper voor leerlingen in beeld brengen waar je dan naar toegaat en wat je ermee kunt.”
Actie ondernemen a.g.v. doorstroomcijfers richting het team Schooldirecteuren gaven aan dat zij de doorstroomcijfers met de afdelingen gaan bespreken, bestuurders gaven aan het gesprek aan te gaan met de schooldirecteuren. “We gaan er met iedere afdeling naar kijken.” “Het biedt mooie aanknopingspunten voor een gesprek met de directeur.” (bestuurder)
Banden met vervolgonderwijs aanhalen De doorstroomcijfers vormen een motivatie voor scholen om contact te zoeken met het vervolgonderwijs en samenwerking aan te gaan wat betreft doorstroom en LOB. “Ik ga het wel met het ROC bespreken.”
5.3
Leerpunten landelijk
Ook landelijk gezien ging het om een pilot: voor het eerst werden leerlingen van scholen op basis van onderwijsnummer op deze manier gevolgd in het vervolgonderwijs. Voor DUO bleek het niet eenvoudig om de gegevens op te leveren: bestanden moesten aan elkaar worden gekoppeld (VO, MBO, HO) en in sommige gevallen waren individuele leerlingen moeilijk terug te vinden. De leerpunten zijn als volgt te formuleren: Kan een portal van DUO zo worden ingericht dat scholen er de gegevens uit kunnen halen waar zij behoefte aan hebben? DUO werkt aan een portal waaruit scholen op termijn gegevens moeten kunnen tappen. Ook zij kunnen de inzichten en vragen vanuit de pilots gebruiken bij het inrichten van de portal.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
20
Geeft de landelijke indicator Doorstroom antwoord op de vragen uit de praktijk? Schoolinfo, Kennisnet en DUO werken aan een landelijke indicator Doorstroom t.b.v. Vensters VO. Schoolinfo, Kennisnet en DUO gaven aan dat zij onderling communiceren op een hoog abstractieniveau. Door mee te kijken met de pilots hebben zij nu ook zicht op wat er speelt in de praktijk. Een voorbeeld: Over enkele definities is nog geen overeenstemming bereikt door Schoolinfo, Kennisnet en DUO. Zo is ‘switchen’ lastig te definiëren. De werkdefinitie van Schoolinfo/Kennisnet komt niet overeen met de definitie die in de pilots is gehanteerd. De pilotdefinitie van switchen (naar een opleiding van een andere sector gaan) is afgestemd op de wensen van de pilotdeelnemers en is daardoor praktijkrelevant. Schoolinfo, Kennisnet en DUO zouden kunnen nagaan of switchen tussen sectoren op enige wijze kan worden meegenomen in de indicator Doorstroom van Vensters VO. Zijn scholen in staat om zelf (ruwe) gegevens te interpreteren of is daarvoor een vertaalslag en/of begeleiding nodig? Uit de pilots bleek dat een vertaalslag nodig was: DUO heeft de doorstroomcijfers opgeleverd in draaitabellen, waaruit Oberon vervolgens gegevens heeft geselecteerd en verwerkt in een helder doorstroomrapport. In de vervolggesprekken van de pilots heeft Oberon begeleiding geboden bij het interpreteren van de cijfers. De ene school kon beter uit de voeten met de doorstroomcijfers dan de andere. Als er op bestuursniveau niemand is die cijfers weet te vertalen naar beleid, is het de moeite waard om iemand te professionaliseren op dit gebied.
5.4
Tips voor andere scholen/besturen en landelijke partijen
De deelnemers aan de afsluitende discussiebijeenkomst hebben een aantal tips geformuleerd voor anderen die aan de slag willen met doorstroomcijfers. Enkele tips: Leer van elkaar, ga bij elkaar kijken, neem goede dingen van elkaar over. Vaak is er in het vmbo meer aandacht voor LOB en doorstroom dan op het havo/vwo. Dat komt onder andere doordat leerlingen met een vmbo-diploma nog niet over een startkwalificatie beschikken en er vaak regionale afspraken zijn gemaakt tussen VO-scholen en ROC’s over de doorstroom van leerlingen. Havo/vwo zou er goed aan doen om de aanpak van het vmbo wat betreft LOB en doorstroom te bekijken, die is met een paar aanpassingen vaak ook goed bruikbaar voor havo/vwo; Onderzoek wat werkt en succesvol is, zowel landelijk als op school; Een handreiking voor besturen/directies zou goed zijn met daarin informatie over: hoe lees je de gegevens? Wat doe je op basis van dergelijke doorstroomgegevens?
5.5
Vervolg: overdragen van de werkwijze
De werkwijze van de pilots is succesvol gebleken en kan andere scholen nu al verder helpen, in afwachting van een landelijke indicator Doorstroom van Vensters VO en een portal waar scholen zelf gegevens uit kunnen halen. Kernpunten van de werkwijze: Vooraf goed in kaart brengen wat de doorstroomvragen zijn; Daar de benodigde gegevens voor verzamelen; De gegevens concreet in beeld brengen; De gegevens zelf (leren) interpreteren; Vervolgstappen nemen richting het team.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
21
Mogelijk worden enkele producten ontwikkeld waarin de opbrengsten en leerpunten vanuit de LOBdoorstroompilots worden overgedragen. Dit kan scholen verder helpen en kan verdere praktijkinput bieden voor de landelijke ontwikkelingen (portal van DUO en indicator Doorstroom van Vensters VO).
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
6
22
Managementsamenvatting/verantwoording
Begin 2012 hebben de VO-raad, de AOC-raad en Oberon initatief genomen voor een aantal LOBdoorstroompilots. Deze pilots waren bedoeld voor scholen en schoolbesturen die de doorstroom naar en het succes in het vervolgonderwijs in beeld willen brengen en daarmee een kwaliteitsslag willen maken in hun LOB-beleid. Zeven scholen/schoolbesturen, verdeeld over het land en over verschillende schooltypen, hebben deelgenomen aan deze pilots. Daarvan zijn er vijf gefaciliteerd door de VO-raad (reguliere VO-besturen) en twee door de AOC-raad (AOC’s). De pilotactiviteiten vonden plaats in de periode april-juni 2012.
Opbrengsten van de pilots De scholen en besturen die hebben deelgenomen waren enthousiast over de LOB-doorstroompilots. Sommige pilotscholen en –besturen hadden bij aanvang van de pilots helemaal geen zicht op de doorstroom van hun leerlingen en het succes dat zij hadden in het vervolgonderwijs. Anderen hadden wel enigszins in beeld naar welke opleidingen leerlingen doorstromen, maar niet meer hoe het hen verder vergaat in het vervolgonderwijs. Het in beeld brengen van de doorstroom is nuttig geweest volgens de pilotdeelnemers. De opbrengsten zijn als volgt samen te vatten: 1. Scholen en besturen hebben inzicht in de doorstroom van en het succes in vervolgonderwijs: Verwachtingen en ervaringen van scholen zijn te toetsen aan de werkelijkheid De doorstroom wordt sluitend in beeld gebracht met landelijk dekkende gegevens Langetermijnsucces in het vervolgonderwijs komt in beeld Door meerdere cohorten in beeld te brengen worden trends zichtbaar 2. De doorstroomcijfers bieden aanknopingspunten voor het aanscherpen van het LOB-beleid: LOB-maatregelen treffen om knelpunten doorstroom aan te pakken Actie ondernemen a.g.v. doorstroomcijfers richting het team Banden met vervolgonderwijs aanhalen 3. Leerpunten landelijk: inzicht in vragen en behoeften onderwijspraktijk Kan een portal van DUO zo worden ingericht dat scholen er de gegevens uit kunnen halen waar zij behoefte aan hebben? Geeft de landelijke indicator Doorstroom antwoord op de vragen uit de praktijk? Zijn scholen in staat om zelf (ruwe) gegevens te interpreteren of is daarvoor een vertaalslag en/of begeleiding nodig?
Doel van de pilots Voor de deelnemende scholen en besturen was het doel van de pilots tweeledig: Doorstroomgegevens voor een school(bestuur) in beeld brengen. Deze gegevens maken duidelijk hoe oud-leerlingen van de scholen het doen in het vervolgonderwijs; Het schoolbestuur en (enkele) scholen helpen om de doorstroomgegevens te interpreteren en te kijken hoe deze benut kunnen worden voor een kwaliteitsslag in hun LOB-beleid; hoe kunnen we de aanpak voor loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) versterken? De pilots leveren bovendien inzichten op voor alle VO-scholen: Welke doorstroomgegevens zijn voor VO-scholen relevant en hoe kunnen scholen op een zinvolle manier gebruik maken van
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
23
doorstroomcijfers? Ook Schoolinfo, DUO en Kennisnet kunnen profiteren van de pilotervaringen bij de ontwikkeling van de indicator Doorstroom en een portal waarmee scholen hun eigen doorstroomgegevens kunnen opvragen.
Pilotactiviteiten In de voorbereidende fase zijn concept-indicatoren vastgesteld in overleg met de VO-raad, de AOCraad en DUO. Deze zijn voorgelegd aan een klankbordgroep en nader aangescherpt na de startgesprekken met de pilotdeelnemers. De klankbordgroep heeft ook meegedacht over de presentatie van de doorstroomcijfers en de werkwijze van de pilots. De pilots waren als volgt opgezet: a. Startgesprek; b. Gegevensverzameling en concept-doorstroomrapporten; c. Vervolggesprek: interpretatie doorstroomcijfers en vervolgstappen LOB; d. Definitieve doorstroomrapporten: schoolrapporten en bestuurlijk rapport. Na afloop van de pilots is een afsluitende discussiebijeenkomst georganiseerd met de pilotdeelnemers en vertegenwoordigers van Kennisnet, Schoolinfo, de VO-raad, de AOC-raad en Oberon. Hierin werd onder andere gediscussieerd over het nut van doorstroomcijfers t.b.v. de versterking van het LOBbeleid en werden tips geformuleerd voor andere scholen en besturen en voor organisaties die werken aan de ontwikkeling van landelijke doorstroomindicatoren en –tools.
Doorstroomindicatoren In overleg met de VO-raad en DUO zijn drie doorstroomindicatoren opgesteld: Naar welke vervolgopleidingen stromen leerlingen door – welk niveau en welke sectoren? Blijven leerlingen op dezelfde opleiding of is er sprake van uitstroom of switchen? Voor switchen is de volgende definitie gehanteerd: een student die naar een opleiding van een andere sector gaat (deze definitie sloot het beste aan bij de wensen van de pilotdeelnemers). Hoe veel leerlingen behalen (onvertraagd) hun diploma? Daarnaast is ervoor gekozen om meerdere cohorten in beeld te brengen, dat wil zeggen leerlingen die in meerdere opeenvolgende jaren eindexamen hebben gedaan. Zo komt ook de ontwikkeling door de jaren heen voor een school/bestuur in beeld. Na de startgesprekken zijn de indicatoren verder uitgewerkt in een aantal standaard- en uitbreidingsopties, waarbij de standaard voor alle pilots werd gehanteerd en de uitbreidingsopties alleen voor die pilots die specifieke vragen hadden.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
24
Doorstroomrapporten Voor de deelnemende scholen werden individuele doorstroomrapporten opgesteld. Voor de besturen zijn (indien het bestuur daar behoefte aan had) bestuursrapporten gemaakt met daarin de doorstroomcijfers per schoollocatie. De besturen hebben daarvoor akkoord gekregen van hun scholen. De doorstroomrapporten waren als volgt opgezet: Inleiding: toelichting bij de doorstroompilots en het rapport; Tabel met overzicht aantal leerlingen in eindexamenjaar en aantal geslaagden; Figuren met doorstroomoverzichten (doorstroom naar vervolgopleidingen); Figuren met gegevens over uitstroom en switchen; Figuren met eindresultaten: behaalde diploma’s etc. na x jaren; Door het rapport heen: interpretaties van de school zelf in het vervolggesprek (omkaderd).
Leerpunten en mogelijk vervolg De werkwijze van de pilots is succesvol gebleken en kan andere scholen nu al verder helpen, in afwachting van een landelijke indicator Doorstroom van Vensters VO en een portal waar scholen zelf gegevens uit kunnen halen. Kernpunten van de werkwijze: Vooraf goed in kaart brengen wat de doorstroomvragen zijn; Daar de benodigde gegevens voor verzamelen; De gegevens concreet in beeld brengen; De gegevens zelf (leren) interpreteren; Vervolgstappen nemen richting het team. Mogelijk worden nog enkele producten ontwikkeld waarin de opbrengsten en leerpunten vanuit de LOB-doorstroompilots worden overgedragen. Dit kan scholen verder helpen en kan verdere praktijkinput bieden voor de landelijke ontwikkelingen (portal van DUO en indicator Doorstroom van Vensters VO).
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
25
Bijlage 1 Gespreksleidraad startgesprek LOB Is er bestuurlijk beleid voor LOB? Is dat voor iedere school gelijk of juist verschillend? Dat wil zeggen: het bestuur stimuleert dat scholen ervoor zorgen dat leerlingen op een passende plaats in het vervolgonderwijs terechtkomen. Wat zijn de doelen van de deelnemende scholen voor LOB (in relatie tot de doorstroom)? Wat zijn de LOB-activiteiten? Op welke momenten vinden die plaats? Wie is op school bij LOB betrokken? Zijn er specifieke LOB-vraagstukken of knelpunten? DOORSTROOMCIJFERS IN BEELD Wat weten het bestuur en de scholen al over de doorstroom en het succes van oud-leerlingen in het vervolgonderwijs? * Is bekend naar welke vervolgopleidingen ze doorstromen? * Krijgen ze terug hoe de leerlingen het daar doen (switchen, diploma halen)? Heeft dat gevolgen voor LOB en zo ja, welke? Op welke vragen zouden bestuur en scholen graag antwoord willen, zodat zij hier met hun LOBaanpak op kunnen aansluiten?
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
26
Bijlage 2 Gespreksleidraad vervolggesprek Toelichting bij het gesprek Eerder hebben we een gesprek gevoerd over de LOB-aanpak op school/scholen binnen het bestuur en uw wensen voor het in beeld brengen van de doorstroomcijfers. Wij hebben u een rapport gestuurd met de doorstroomcijfers, met de vraag of u deze vooraf zou willen bekijken. In dit gesprek gaan we samen naar de cijfers kijken en bezien wat deze voor u betekenen. Daarbij willen we u stimuleren om zelf te interpreteren en uw conclusies te trekken (wij hebben dat met opzet niet gedaan in de rapportage). Door vragen te stellen gaan wij daar u in begeleiden. Vragen bij de interpretatie van de doorstroomcijfers Tabel 1 – geslaagden: * Wat lees je uit de tabel? * Is het beeld herkenbaar? Grafiek 1 – doorstroom per sector * Wat lees je uit de grafiek? * Zie je opvallende dingen? * Zie je ontwikkelingen over jaren heen? * Is het beeld herkenbaar (komt het overeen met je verwachtingen)? Grafiek 2 en 3 – switchen en uitval * Wat lees je uit de grafiek? * Zie je opvallende dingen? * Zie je ontwikkelingen over jaren heen? * Is het beeld herkenbaar (komt het overeen met je verwachtingen)? Grafiek 4 – eindresultaat * Wat lees je uit de grafiek? * Zie je opvallende dingen? * Zie je ontwikkelingen over jaren heen? * Is het beeld herkenbaar (komt het overeen met je verwachtingen)? Vragen over de betekenis van de cijfers voor het beleid Zijn bepaalde beleidsontwikkelingen, vernieuwingen, etc. terug te zien in de drie cohorten? Welke aandachtspunten kun je uit de cijfers halen voor je beleid/de aanpak op school? Dat kan LOB-gerelateerd zijn of breder (onderwijsaanpak). Hoe zou je dat verder kunnen oppakken? Wie ga je daar bij betrekken? Geven de doorstroomcijfers aanleiding voor nader onderzoek? Wie/wat is daarvoor nodig? Bijv. doorstroom beter registreren/terugkoppelen in samenwerking met vervolgopleidingen, gerichter alumni-onderzoek doen.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
27
Bijlage 3 Rapportage met benchmarkgegevens De pilotscholen hadden aangegeven behoefte te hebben aan een landelijke benchmark om hun eigen doorstroomcijfers tegen af te kunnen zetten. Via DUO zijn momenteel (nog) geen landelijke benchmarkgegevens beschikbaar. Oberon heeft onderzocht welke landelijke benchmarkgegevens over doorstroom vanuit VO naar vervolgonderwijs wel voorhanden zijn. Deze benchmarkgegevens zijn verwerkt in een kort rapport, waarbij steeds werd toegelicht in hoeverre de gegevens te vergelijken zijn met de gegevens in de doorstroomrapporten. Het rapport is in deze bijlage integraal opgenomen.
Benchmarkgegevens voor LOB-doorstroompilots Oberon, juli 2012
1
Inleiding
In deze notitie presenteren we enkele landelijke benchmarkgegevens van de doorstroom naar vervolgonderwijs vanuit het voortgezet onderwijs (vmbo en havo/vwo). Deze cijfers stellen de scholen en besturen die hebben deelgenomen aan de LOB-doorstroompilots in de gelegenheid om zichzelf te vergelijken met het landelijke beeld. De doorstroompilots vonden plaats in de periode maart-juni 2012 en zijn mogelijk gemaakt door de VO-raad en de AOC-raad, met medewerking van DUO. De gegevens zijn afkomstig van verschillende bronnen en betreffen verschillende schooljaren. Hierdoor zijn gegevens in verschillende figuren en tabellen niet altijd onderling vergelijkbaar. De gegevens die we presenteren zijn steeds de meest recente gegevens die beschikbaar zijn. In hoofdstuk 2 tot en met 4 presenteren we enkele benchmarkgegevens van het MBO, in paragraaf 5 en 6 presenteren we benchmarkgegevens van het HO.
2
Doorstroom van vmbo naar MBO
In figuur 1 staan de doorstroompercentages per MBO-sector van 1 oktober 2010. Dit betreft de vmbo-ers die in schooljaar 2009-2010 het voortgezet onderwijs verlieten en in 2010-2011 in het eerste jaar van het MBO zijn gestart. In totaal stroomden in dat jaar 86.133 jongeren door naar het MBO. De landelijke doorstroompercentages uit figuur 1 kunnen worden vergeleken met de percentages doorstromers uit de doorstroomrapporten van de LOB-doorstroompilots (grafiek 1).
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
Figuur 1
28
Doorstroom vanuit het vmbo naar het MBO per MBO-sector (01-10-2010) 3% 3%
Economie
36%
26%
Zorg en Welzijn Techniek Groen Combinatie van sectoren 32%
Bron: DUO-bestand Doorstroom vmbo-MBO 2010, opleidingen en sectoren. In figuur 2 staat de doorstroom naar de sectoren in het MBO vanuit de verschillende vmbo-sectoren. Voor de leesbaarheid zijn de vmbo-leerlingen vanuit intersectorale programma’s weggelaten. In de LOB-doorstroompilots hebben we de sectoren die leerlingen in het vmbo gevolgd hebben niet meegenomen, omdat hier weinig behoefte aan was binnen de pilots. Voor de groene vmbo’s en het grafisch vmbo die hebben deelgenomen kan figuur 2 wel als benchmark dienen. Figuur 2 laat zien dat leerlingen vanuit de vmbo-sector groen doorstromen naar diverse MBO-sectoren. Bij de overige vmbo-sectoren stromen leerlingen grotendeels door naar dezelfde MBO-sector. Figuur 2
Doorstroom per vmbo-sector naar MBO sector (percentages)
Vanuit economie naar
68
Vanuit techniek naar
12
18
15
73
1 4
4 2 3
Economie Techniek Zorg & Welzijn
Vanuit zorg & welzijn naar
21
5
70
13
Groen Combinatie
Vanuit groen naar
26
0%
10%
21
20%
30%
40%
32
50%
60%
Bron: DUO-bestand Doorstroom vmbo-MBO 2010, opleidingen en sectoren.
18
70%
80%
90%
3
100%
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
3
29
Switchen en uitval in het MBO
Landelijke switchgegevens van het MBO van voldoende kwaliteit en betrouwbaarheid zijn (nog) niet voorhanden. Dit komt omdat er nog geen heldere en eenduidige definitie is van een switcher, deze verschillen per bron (voor zover er al gegevens bekend zijn). Schoolinfo, DUO en Kennisnet werken momenteel aan een nieuwe, eenduidige definitie van switchen. Bij de LOB-doorstroompilots hebben we aangesloten bij de behoefte van en de relevantie voor de deelnemende scholen en besturen: een switcher is een student die switcht naar een opleiding van een andere sector. Uitval uit het MBO In het schooljaar 2010-2011 verliet 7,2% van alle deelnemers het MBO zonder startkwalificatie (een MBOdiploma op minimaal niveau 2 of een havo-diploma). Het percentage VSV-ers vanuit het MBO daalt gestaag de 6 afgelopen jaren: in 2005-2006 was dit nog 9,3% . Deze uitval-percentages zijn niet volledig vergelijkbaar met de percentages ‘onderwijsverlaters’ in de doorstroomrapporten van de LOB-doorstroompilots (grafiek 2), omdat er onder de onderwijsverlaters in de doorstroomrapporten ook studenten zijn die in het bezit zijn van een MBOdiploma niveau 2. Het landelijke percentage VSV-ers kan beter worden vergeleken met het eindresultaat, gepresenteerd in grafiek 4 van de doorstroomrapporten (kolom ‘onderwijs verlaten zonder startkwalificatie’).
4
Eindresultaat/rendement MBO
Tabellen 1 en 2 brengen in beeld welk deel van de MBO-uitstromers het MBO verlaat met een diploma. Het aandeel gediplomeerde MBO-ers is de afgelopen jaren gestegen. De cijfers in de tabellen hieronder kunnen niet goed worden vergeleken met de eerder genoemde uitval in het MBO (zie paragraaf 3),omdat er onder de MBO-uitstromers in de tabellen hieronder ook ‘stapelaars’ zijn: studenten die al eerder - op een lager niveau - een diploma behaald hadden. De gegevens in onderstaande tabellen zijn het beste vergelijkbaar met het de figuren in de doorstroomrapporten van de pilots die het eindresultaat presenteren (grafiek 4). Toch zijn ze niet één-op-éen vergelijkbaar omdat er in de doorstroomrapporten van de pilots is gepercenteerd op het totaal aantal leerlingen dat op een bepaald moment van het VO naar het vervolgonderwijs is gegaan. Een deel van de leerlingen bevindt zich na een aantal jaren nog steeds op het MBO. In de tabellen hieronder is alleen gepercenteerd op het aantal leerlingen dat het MBO heeft verlaten. Tabel 1
Percentage gediplomeerde studenten op het totaal van MBO-uitstromers, per niveau 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010*
Niveau 1
41%
45%
46%
47%
58%
Niveau 2
47%
50%
53%
56%
59%
Niveau 3
67%
69%
70%
72%
73%
Niveau 4
75%
76%
76%
78%
80%
Totaal
64%
66%
67%
69%
71%
aantal
161.503
165.684
175.760
173.976
181.087
*Voorlopige cijfers.
Bron: Onderwijsinspectie, De staat van het onderwijs, onderwijsverslag 2010-2011. Bij de sectoren economie en techniek zijn de percentages gediplomeerden lager dan bij groen en zorg en welzijn, zie tabel 2.
6
Bron: DUO, VSV-verkenner Zoom in op schooluitval, 2010-2011.
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
Tabel 2
30
Percentage gediplomeerde studenten op het totaal van MBO-uitstromers, per sector 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010*
Economie
60%
63%
65%
67%
69%
Techniek
63%
66%
65%
67%
72%
Zorg en Welzijn
69%
69%
71%
73%
74%
Groen
73%
73%
74%
77%
76%
aantal
161.503
165.684
175.760
173.976
181.087
*Voorlopige cijfers.
Bron: Inspectie van het Onderwijs, De staat van het onderwijs, onderwijsverslag 2010-2011. Doorstroom MBO-HBO landelijk Ongeveer 40% van de MBO-studenten met een diploma op niveau 4 stroomt jaarlijks door naar het HBO. Onder deze studenten bevinden zich ook oud-havisten.
5
Doorstroom van havo/vwo naar het hoger onderwijs
In figuur 4 staan de doorstroomcijfers per HO-sector van 1 oktober 2010. We presenteren deze voor de doorstroom vanuit havo en vwo. Het betreft dus de leerlingen die in schooljaar 2009-2010 het voortgezet onderwijs verlieten en in 2010-2011 in het eerste jaar van het HO startten. In totaal stroomden in dat jaar 60.309 jongeren door naar het HO (33.174 havisten en 27.135 vwo’ers). De landelijke doorstroompercentages uit figuur 4 kunnen worden vergeleken met de percentages doorstromers van de doorstroomrapporten van de LOB-doorstroompilots (grafiek 1). Figuur 4
Doorstroom van havo en vwo naar HO per sector 2010 (percentages)
natuur & techniek Van havo naar
19
39
14
11
2
13
2
economie gedrag & maatschappij gezondheidszorg recht taal & cultuur onderwijs
Van vwo naar
24
0%
10%
20
20%
30%
18
40%
50%
Bron: DUO-bestand, Doorstroom havo/vwo naar HO 2010.
14
60%
70%
8
11
80%
90%
2 3
100%
landbouw & natuurlijke omgeving
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
31
In figuur 5 en 6 staat de doorstroom per profiel naar de verschillende sectoren in het HO, uitgesplitst voor havo en vwo. Voor de leesbaarheid zijn de dubbele profielen (bv. nat/gezond en cul/maat) weggelaten. Dit betreft overigens slechts enkele leerlingen. Figuur 5
Doorstroom havo per profiel naar HO per sector 2010 (percentages) natuur & techniek
Vanuit cul/maat naar
2
31
27
9
5
26
0 economie
Vanuit ec/maat naar
7
65
12
5 1
10
1
gedrag & maatschappij gezondheidszorg
Vanuit nat/gezond naar
21
11
14
33
1
13
taal & cultuur
7
onderwijs Vanuit nat/tech naar
76
0%
10%
20%
30%
10
40%
50%
60%
70%
2 31 5
80%
3
90%
landbouw & natuurlijke omgeving
100%
Bron: DUO-bestand, Doorstroom havo/vwo naar HO 2010.
Figuur 6
Doorstroom vwo per profiel naar HO per sector 2010 (percentages) natuur & techniek
Vanuit cul/maat naar
2
8
35
4
10
33
7
1
economie gedrag & maatschappij
Vanuit ec/maat naat
3
45
22
2
14
11
21
gezondheidszorg recht
Vanuit nat/gezond naar
22
8
18
32
4
6
3
7
taal & cultuur onderwijs
Vanuit nat/tech naar
67
0%
10%
20%
30%
12
40%
50%
60%
70%
4
80%
8
2 313
90%
100%
landbouw & natuurlijke omgeving
Oberon – Eindrapport LOB-doorstroompilots
32
Bron: DUO-bestand, Doorstroom havo/vwo naar HO 2010.
6
Switchen en uitval uit het hoger onderwijs
Net als voor het MBO zijn er ook voor het HO (nog) geen landelijke switchgegevens van voldoende kwaliteit en betrouwbaarheid voorhanden. Schoolinfo, DUO en Kennisnet werken momenteel aan een nieuwe, eenduidige definitie van switchen. Bij de LOB-doorstroompilots hebben we aangesloten bij de behoefte van en de relevantie voor de deelnemende scholen en besturen: een switcher is een student die switcht naar een opleiding van een andere sector. 7
Uitval uit het HO Hieronder presenteren we enkele landelijke gegevens over de uitval in het hoger onderwijs. Deze kunnen worden vergeleken met het percentage onderwijsverlaters uit de doorstroomrapporten van de LOB-doorstroompilots (grafiek 2). Er zijn echter wel enkele verschillen waar rekening mee moet worden gehouden: in de landelijke cijfers zitten ook studenten die vanuit het MBO zijn doorgestroomd naar het HBO (dus niet alleen maar havisten en vwo-ers) en in de landelijke cijfers gaat het om uitval na 1 jaar (en in de doorstroomrapporten om uitval na twee jaar). Uitval na 1 jaar landelijk Het percentage voltijd HBO-bachelorstudenten dat een jaar na aanvang van de opleiding nog steeds zelfde opleiding volgt, ligt sinds 2005 rond de 64%. Ruim een derde van de studenten verlaat dus binnen een jaar de opleiding. Een deel daarvan, ongeveer een vijfde, besluit een andere opleiding te volgen. Het rendement van universitaire bachelorstudenten ziet er ongeveer hetzelfde uit als op het HBO: ruim 68% van de studenten volgt na een jaar dezelfde opleiding en kwart van de studenten verlaat de opleiding. De sector in het HBO waar de minste studenten na een jaar stoppen met studeren is gezondheidszorg (13%). De uitval is het hoogst bij landbouw en natuurlijke omgeving (17%) en onderwijs (17%). Ook in het WO heeft gezondheidszorg – met selectie voor de poort – de minste uitval (3%). Bij taal en cultuur is de uitval bijna drie keer zo groot (10%).
7
Eindresultaat/rendement HO
Over het rendement van het HO (het behalen van een diploma) zijn enkele landelijke cijfers beschikbaar. Deze landelijke cijfers kunnen worden vergeleken met het ‘eindresultaat’ uit de doorstroomrapporten van de LOBdoorstroompilots (grafiek 3). Ook hierbij moet worden opgemerkt dat in het landelijke beeld studenten zitten die vanuit het MBO zijn doorgestroomd naar het HBO. Rendement HO Landelijke cijfers Minder dan de helft van de voltijd bachelorstudenten lukt het om in de periode die formeel staat voor het 8 afronden van de studie (de nominale studieduur), een diploma te halen . Na vier jaar (het minimale aantal jaar om een HBO-diploma te halen) heeft 38% van de HBO-studenten die in 2005 aan het HBO begonnen, daadwerkelijk een diploma. Na 5 jaar is dat 53%. Na drie jaar (het minimale aantal jaar om een wo-bachelordiploma te halen) heeft 24% van de wo-studenten die in 2005 aan het hoger onderwijs is begonnen, een diploma; na vier jaar is dat 45% en na vijf jaar 60%.
7 8
Bron: Inspectie van het Onderwijs, De staat van het onderwijs, onderwijsverslag 2010-2011. Bron: Inspectie van het Onderwijs, De staat van het onderwijs, onderwijsverslag 2010-2011.