Westduinwandeling Routeboekje
De samenwerkende Haagse natuur- en milieu-organisaties heten u van harte welkom bij de Westduinwandeling! U staat op het punt een heel bijzonder gebied te betreden. De Westduinen vallen onder Natura 2000 - het netwerk van natuurgebieden die de hoogste Europese bescherming genieten. In Nederland zijn 162 gebieden hiervoor aangewezen. Ook de ligging maakt de Westduinen uniek; geen enkele grote stad in ons land heeft zo’n natuurgebied binnen haar grenzen. Iets voor Den Haag om trots op zijn. En reden te meer om heel zorgvuldig met het gebied om te gaan!
...samen struinen door de Westduinen
De wandeling begint met de opgang van het Kwartelpad. Dit is direct een vrij steile klim. De Westduinen vormen een gebied van hoge, jonge duinen. Ter geruststelling: dit is de steilste klim van de hele wandeling, als u deze overwonnen hebt weet u dat u de rest ook aankunt. Duinen bestaan uit zand. Zand ontstaat doordat kiezels, via rivieren op weg naar zee, steeds maar fijner geslepen worden. Als het zand eenmaal in zee terechtgekomen is spoelt de zee het terug aan land en waait de wind het op tot duinen. Er zijn grofweg twee soorten zandgronden: kalkrijke en kalkarme. Het verschil wordt veroorzaakt door zeestromingen. De duinen om u heen zijn kalkrijk. In kalkrijke zandgronden zitten minuscuul kleine schelpresten en zijn de zandkorrels omgeven door een laagje met kalk. Meestal in combinatie met ijzer, zodat kalkrijke zandgronden donkerder van kleur zijn dan kalkarme. Droog zand kan heel ver weg waaien, zelfs naar andere continenten. Maar Noordzeezand is niet zo fijn; de wind draagt dat zand hooguit zo’n zes kilometer landinwaarts. Achter obstakels zoals schelpen, graspollen, struiken of zelfs een heel duin valt ineens de wind weg en valt het zand dood neer. Zo ontstaat weer een volgend duin, met aan de zeezijde een geleidelijk oplopende helling en een steile helling aan de landzijde. Bij de eerste gelegenheid linksaf De duinen zijn niet altijd zo hoog geweest: de oude duinen lagen als strandbanken voor de kust, en raakten begroeid met een lage vegetatie. Daardoor stoven ze niet zo hoog op. Het allereerste begin van Den Haag is terug te voeren tot zo’n strandbank, want dankzij de iets hogere ligging was het daar droog. Toen rond het jaar 1100 het konijn in deze omgeving zijn intrede deed, werden de plantjes afgeknabbeld en gingen de duinen stuiven. Het kalkrijke ‘afgeschoren’ door de zoute zeewind zand woei over de oude strandbanken heen.
2
Doordat die jonge duinen zo hoog opstoven kwam het land daarachter in de luwte van de zoute zeewind te liggen, en ontstond daar een nieuw landschap: het binnenduinbos. Bij de Westduinen liep de zone van het binnenduinbos ongeveer tot aan de Sportlaan. Die zone is vrijwel geheel afgegraven en afgevlakt, en vormt nu de Vogelwijk. Fraaie stukjes binnenduinbos zijn nog wel te vinden in Meer en Bosch en in Ockenburg. ‘grijze duinen’ met daarachter struweel
U loopt hier in het droge duinbos. Dit groeit boven het binnenduinbos in de beschutting van het duin. Het ligt dus hoger, en daarom kunnen alleen bomen die zijn aangepast aan droge omstandigheden hier nog groeien. Zoals de eik, met zijn lange penwortel. De bomen worden niet hoog, anders zouden ze boven het duin uitkomen en afgeschoren worden door de zoute zeewind. Iets hoger in het duin vinden we de zone van het struweelduin, waar alleen struiken als vlier, meidoorn, liguster etc. het redden. Komt het struweelduin dichter bij de zee dan neemt de zoute invloed toe, en gaat de duindoorn overheersen. Nog dichter bij zee kunnen alleen lage grassen en mossen de strijd tegen droogte en zout aan, de zogeheten ‘grijze duinen’.
3
Daar weer voor ligt ‘de blanke top der duinen’, het witte duin, waar helm en zeeraket het zand vastleggen. En aan de voet daarvan, tot slot, liggen soms embryoduintjes die op het strand de eerste kleine bultjes maken, waarin de eerste zandvastleggende plantjes kunnen groeien. Het droge duinbos kenmerkt zich door lichtminnende boomsoorten als zomereen embryoduintje van zeeraket eik, ratelpopulier en berk. Licht is er zo hoog in het droge duinbos al gauw, maar bomen lopen daar ook de kans onder te stuiven. De eik en de berk voorkomen dat door gewoon heel hard te groeien, de ratelpopulier werkt zich met wortelopslag door het stuifzand heen. Ook de eikvaren is één van die kenmerkende planten in dit droge duinbos die de Westduinen tot een bijzonder natuurgebied maken.
Opdracht 1: de boom met het witte kruis rechts van het pad is dan wel dood, maar toch nog erg geliefd bij bepaalde beesten. Weet jij welke? Aan het eind van dit pad steekt u het Fuutpad over, en neemt daarna het meest linkse pad, dat iets omhoog loopt. Dit pad overziet de atletiekbaan die gelijktijdig met de bebouwing van dit deel van de Vogelwijk is aangelegd in 1938. Atletiekvereniging Haag Atletiek deelt de accommodatie met de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding, kortweg de HALO. De sporthal deelt de HALO met Hellas, een handbalvereniging die al jaren meedraait in de top, en bijvoorbeeld vorig jaar landskampioen werd. Er is sprake van dat de HALO zal verhuizen naar de locatie in het Zuiderpark die ADO heeft verlaten. Maar als de HALO verhuist zullen de medegebruikers van het huidige terrein mee moeten. En wat er dan met dit terrein gebeurt…. De eerste afslag naar rechts lopen we voorbij, maar bij de tweede mogelijkheid gaan we rechtsaf. We staan nu onderaan de Vulkaan, de op één na hoogste duintop in de Westduinen. Op de noordoostflank zien we duinstruiken als liguster en vlier, maar ook cultuurplanten als sneeuwbes en rimpelroos (in een Natura 2000-gebied horen die niet en zouden ze dus eigenlijk verwijderd moeten worden…)
4
vogels tellen op de Vulkaan
Daarmee zijn we aangekomen bij de tweede zone van het duin, het struweelduin. Goed te zien is dat de vlier- en ligusterstruiken alleen daar staan waar de hoge Vulkaan de zeewind weghoudt. Overal elders overheerst de duindoorn of - waar de bodem iets vochtiger is - kruipwilg. In het natuurlijk duin zijn er verder weinig struiken die de directe zeewind kunnen weerstaan. De struweelzone is erg belangrijk voor het duin, omdat het de eerste zone is waar het zand echt vastgelegd wordt. Tussen het gras en de mossen kan het zand nog wel verstuiven, tussen de struiken is dat een stuk moeilijker. Het struweelduin is van grote betekenis voor kleine zangvogels, zoals grasmus, groenling en leeuwerik. Ook worden de meeste duinkonijntjes in een veilig hol tussen de duindoorns geboren. De Vulkaan is lekker hoog en ligt vlakbij de De Savornin Lohmanlaan, en is dus erg geschikt om trekvogels te tellen. Bovenop staat een gids die u daarover van alles kan vertellen. Vanaf de Vulkaan loopt u rechtdoor richting zee, maar bij het De Savornin Lohmanpad gaan we rechtsaf naar beneden. Bij de eerstvolgende kruising rechtsaf richting Egelopvang.
Opdracht 2: rechts van het pad staat dat het Westduinpark een bijzonder gebied is. Onder welk artikel van de Natuurbeschermingswet valt het daarom? Egels wonen overal waar genoeg te eten en voldoende schuilgelegenheid is, zoals bladhopen en houtwallen. Daar overwinteren ze, en ’s zomers is het hun slaap- en de Egelopvang kinderkamer. Het droge duin mijden ze vrijwel geheel, maar langs de duinvoet zie je ze wel. Het zijn dieren die van oorsprong in het binnenduinbos voorkomen. Maar ook kom je ze tegen in de stad, waar ze tuinen en wegbermen afschuimen op zoek naar insecten. Ook slakken, wormen en jonge kikkertjes vinden ze niet te versmaden. Ze stui-
5
ten daarbij nogal eens op mensen, auto’s en honden. Raken ze daarbij gewond of worden ze ziek, dan kunnen ze naar de Egelopvang worden gebracht. De vrijwilligers daar kunnen u er van alles over vertellen.
Opdracht 3: op welke dag is de Egelopvang open voor bezoek? Loop het pad af en houd bij de bocht links aan.
Opdracht 4: rechts van het pad hebben de bomen onderaan nauwelijks meer bast. Hoe zou dat komen? Op de vijfsprong aan het eind van dit pad linksaf. Daar staat een gids die ons van alles vertelt over de paddenpoel en haar bewoners. Het regenwater dat in de duinen valt zakt gemakkelijk door het losse zand, zodat zich onderin het stuifduin een grote ‘bel’ zoetwater gevormd heeft. Die ‘bel’ werd hoger naarmate de duinen hoger opstoven. Doordat delletjes tussen de duinen geleidelijk aan uitstoven tot vlak boven het grondwater (en in droge zomers, als het grondwater nog wat verder zakte, zelfs nog dieper), ontstonden tal van duinvalleien waar in de diepste delen altijd de paddenpoel water aan de oppervlakte bleef staan - ideale broedplekken voor kikkers, padden, salamanders en libellen. Die dieren horen dus net zo bij het duin als de konijnen. Ook aan de voet van het duin aan de landzijde kwelde het zoete water op. Als je dat z’n gang liet gaan, zou alles aan de voet van het duin met enige regelmaat onderlopen. Om dat tegen te gaan, worden langs de voet van het duin poelen of zelfs een doorlopende rel - een gegraven duinbeek - aangelegd, waarin het water wordt opgevangen en afgevoerd. De Haagse Beek is van oorsprong zo’n rel, die het moerasbos van de oude strandvlakte van Segbroek ontwaterde. Met het afgraven van het duin zijn de meeste van die natte duinvalleien verdwenen. Maar dat zoete water kwelt aan de rand van het duin nog steeds op. Daarom zijn hier poelen gegraven die dat schone zoete water bevatten, eldorado’s voor amfibieën en libellen. Vanaf de Paddenpoel terug naar de kruising en dan rechtdoor naar boven.
6
Waar het verharde pad een scherpe bocht naar links maakt rechtdoor het zandpad op. Aan het einde van het zandpad rechtsaf het verharde pad op. Bij de tweesprong linksaf naar boven, en links aanhouden naar boven.
U komt nu op de Haagse Piek, het hoogste punt van Zuid-Holland (+33m). Tijdens de Bezetting zaten de Duitsers hier in weer en (heel veel) wind met telescopen de de Haagse Piek, het hoogste punt horizon af te turen om te zien of de geallieerden al in aantocht waren. Die wind kunnen we nu heel goed gebruiken. Op zee is er altijd wind. Vandaar de plannen om in de Noordzee een ring van windparken aan te leggen, zover uit de kust dat je ze vanaf het land niet ziet. Hoewel: vanaf deze hoogste plek van Zuid-Holland misschien nog nèt… U treft hier een gids die u van alles zal vertellen over energieopwekking op en uit zee. Ook op een andere manier kan er energie worden gewonnen uit de zee: door warmte aan het zeewater te onttrekken. Dat is precies wat de Scheveningse zeewaterwarmtecentrale doet. Achthonderd woningen in Duindorp (zullen) worden verwarmd met behulp van deze spectaculaire nieuwe techniek. De centrale pompt zeewater op, onttrekt er warmte aan en geeft deze door aan de woningen. Het zeewater hoeft maar 11°C te zijn, dan kan de warmte met behulp van warmtewisselaars rechtstreeks worden overdragen op het water in het buizenstelsel. Die paar maanden per jaar dat het water kouder is moet het even wat opgewarmd worden. Elke woning krijgt een eigen warmtepomp, die de temperatuur verder omhoogbrengt tot 45 °C voor vloerverwarming en 55-65 °C voor warm kraanwater. Dankzij de zeewaterwarmtecentrale stoten de huizen de helft minder CO2 uit dan een gemiddelde nieuwbouwwoning. Dezelfde route terug naar beneden, maar niet het zandpad op, rechtdoor het verharde pad blijven volgen. Bij de vijfsprong het tweede pad rechts, volgende kruising linksaf en de daarop volgende rechtsaf.
7
West Rou
8
tduinwandeling utekaart
9
U komt nu bij de Jutterskeet van Ome Jan, een mooi punt om te luisteren naar wat de zee naast vis en energie nog meer oplevert.
Opdracht 5: aan welke zijde liggen de blauwe zonnecollectoren op het dak? Strandjutten kon aan de Noordzeekust, met haar vele zandbanken, een lucratieve bezigheid zijn. Op die banken konden schepen die te dicht bij het strand kwamen gemakkelijk vastlopen. Als vroeger een schip strandde snelden de kustbewoners toe. Niet zozeer om de schipbreukelingen te redden, maar veel meer de lading. Maar jutten mag niet. Officieel moet je alles wat je op het strand vindt inleveren bij de burgemeester. Maar of die daar nu op zit te wachten… Want het meeste is gewoon rotzooi die overboord is gezwiept. Veel blijft jarenlang op zee ronddrijven zonder dat het verteert. Vissers helpen tegenwoordig bij het opruimen. de Jutterskeet en Ome Jan
Vanaf de juttershut dalen we af naar het strand. Voor deze strandslag (nr. 5) ligt één van de vele Delflandse hoofden. Dat zijn van basaltblokken gemaakte kribben loodrecht op het strand. Rond die pieren staan soms gevaarlijk sterke stromingen, maar ze liggen er niet voor niets, zoals een gids u uitlegt.
10
Bij de kust van het Hoogheemraadschap Delfland komt de zeestroming vlak langs het strand, en neemt veel zand mee naar het noorden. Dat is te zien aan de holle vorm van de kustlijn. En iedere keer dat er een stuk strand wegslaat wordt de duinenrij smaller en de kans op overstroming groter. Toen de duinen ontstonden lag het strand hier zo’n drie kilometer verder naar het westen, en waren de duinen dus ook veel breder. De Oude Kerk van Scheveninkindje op de kribbe gen, nu aan de Boulevard, lag aanvankelijk midden in het dorp! Sinds het einde van de 18e eeuw moeten de Delflandse hoofden de afslag tegengaan. Maar de zee weet van geen wijken, vandaar dat onlangs een plan bedacht is om met de zee mee te vechten: de Zandmotor. Dat is een enorme berg zand die voor Ter Heide in zee wordt
gestort en door wind, golven en zeestromingen langs de kust verspreid wordt. Zo groeit deze op natuurlijke wijze in zeewaartse richting aan en ontstaat een veiliger kust met extra ruimte voor natuur en recreatie.
Opdracht 6: tel de Delflandse hoofden die je passeert vanaf strandslag 5 tot we weer de duinen ingaan bij strandslag 7. Volg het strand naar het noorden. Bij de keet van de Reddingbrigade gaan we weer naar boven. Linksaf volgen we het pad langs de zeereep.
zeereep: de rimpelroos is hier verwijderd
Duidelijk is te zien dat er langs dit voetpad behoorlijk wordt gegraven. De beheerders van het Westduinpark zijn druk bezig om de zeereep (zo heet de buitenste rij duinen) weer in zijn natuurlijke glorie te herstellen. Een gids kan u daar meer over vertellen.
Ter bestrijding van de werkloosheid liet de gemeente Den Haag in 1926 en 1927 wandel- en fietspaden aanleggen en dennen planten. Het onderdeel De Plak, grofweg tussen de De Savornin Lohmanlaan en de Nieboerweg, werd aangewezen als ontwikkelingsgebied voor een Westduin Park. De voormalige vuilstortplaats moest worden afgedekt en worden beplant met planten die het stuivende zand zouden vastleggen en die er ook nog mooi uitzagen. Destijds maakte men zich niet zo druk over de vraag of die planten wel in de duinen thuishoorden. Als ze zich niet konden handhaven werd dat eenvoudig opgelost door overvloedig te bemesten. Vele tuinplanten deden zo in het Westduin Park hun intrede, waaronder de Mahonia, de Sneeuwbes en de Rimpelroos. Die laatste twee zijn gaan woekeren. En vooral de Rimpelroos verdringt daarbij de Hondsroos en de Egelantier, die wel in de duinen thuishoren. Dat komt doordat beide inheemse soorten zich niet snel door wortelopslag kunnen uitbreiden, wat de Rimpelroos wel kan. En die heeft natuurlijk ook geen last van zijn natuurlijke belagers, want die zijn fijn in oost Azië achtergebleven.
11
De Natte Pan, tussen De Plak en Kijkduin, is veel natuurlijker gebleven, en mede daarom kon het gebied van de Westduinen in 1990 worden aangewezen als toekomstig Natura 2000 gebied. Dat is een hele eer, maar wel met de verplichting dat die vreemde soorten worden teruggedrongen. Ze hebben geen ecologische- of natuurwaarde en verdringen soorten die deze waarden wel hebben.
het Kwartelpad
Opdracht 7: Bij de strandslag staat een bord met informatie over de waterkwaliteit van de zee. Hoe heet de telefoon die je kunt bellen voor meer informatie? Bij strandslag 9 het Fuutpad oversteken en het Kwartelpad volgen tot aan de kruising met het fietspad. Links aanhouden en het voetpad langs het fietspad volgen. Bij de tweede afslag linksaf. Op het hoogste punt aangekomen ziet u een grote bunker liggen die helemaal is uitgegraven: de Filmbunker. Hier bewaart het Nederlands Filmarchief onder optimale omstandigheden oude films: temperatuur en vochtigheid zijn binnen een bunker constant. Over bunkers is nog veel meer te vertellen, en de gids gaat dat doen.
12
In het duingebied van Scheveningen staan 78 bunkers, die met een ondergronds gangenstelsel van zo’n twee het Nederlands Filmarchief, achter hoge hekken kilometer met elkaar zijn verbonden. Ze maken deel uit van de Atlantik Wall, een 2685 kilometer lange verdedigingslinie van de Noordkaap tot aan de Spaanse grens. De Duitsers legden deze tijdens de Tweede Wereldoorlog aan omdat ze bang waren dat de geallieerden over zee zouden komen. De Nederlandse kuststrook werd verboden terrein (Sperrgebiet) voor de gewone burgers en hele woonwijken werden ontruimd. Na de oorlog zijn de meeste bunkers dichtgegooid met en begraven onder het zand. Opruimen bleek (vrijwel) onmogelijk. Enkele kregen een nieuwe functie. Maar ook andere gebruikers hebben de bunkers ontdekt: vleermuizen. Die gebruiken de bunkers als veilige overwinterings-
plaats, juist omdat ze zomer en winter dezelfde temperatuur en vochtigheidsgraad houden.
Opdracht 8: Lees het adresbord van de Filmbunker. Welke padvinder is hier weg? Na de Filmbunker vervolgen we het pad, houden bij de tweesprong links aan, en komen zo weer bij de zeereep, waar we rechtsaf gaan. De bestrating vanaf de Filmbunker is veel ouder dan de meeste paden waar we vandaag op hebben gelopen. Dit is nog een origineel stuk van de Colonneweg, een weg die in de Eerste Wereldoorlog is aangelegd om snel troepen en kanonnen door de duinen te kunnen verplaatsen. Bij strandslag 10 gaan we rechtdoor, en bij de eerste gelegenheid rechtsaf. Hou bij het originele stuk Colonneweg alle splitsingen de meest rechtse mogelijkheid aan en u loopt recht op Duindorp aan. Dat Duindorp niet alleen een interessante oorsprong en een roerig verleden heeft, maar ook een prachtige toekomst zal de laatste gids u uitleggen. Scheveningen bestond aan het eind van de negentiende eeuw voor een groot deel uit sloppen met zulke kleine, slechtgebouwde huisjes dat de bewoners in slechte gezondheid verkeerden. De sloppen konden worden gesloopt nadat in de jaren 1915-30 het sociale woningbouwproject Duindorp werd gerealiseerd in een oude afzanderij. De eerste huizen werden in hofjes gebouwd, uitgevoerd in de sobere baksteenarchitectuurstijl van de beroemde bouwmeester Berlage. In de nieuwe, vocht- en tochtvrije huizen, met stromend water en riolering, bleef de gezelligheid van het dorpsleven bestaan. De mensen bleven gezond en konden dus aan het werk blijven.
13
In de Tweede Wereldoorlog stond Duindorp leeg, want het lag in het ‘Sperrgebiet’. Na de oorlog werd de wijk, die zo mooi afgelegen lag en met twee of drie versperringen was af te sluiten, voor korte tijd een interneringskamp voor NSB’ers en collaborateurs. Flink wat van die woningen hebben inmiddels alweer plaatsgemaakt voor modernere huizen, woningen verwarmd met zeewarmte die verwarmd worden met behulp van de unieke zeewaterwarmtecentrale, die warmte aan de zee onttrekt. Er zijn momenteel plannen om recht voor Duindorp een enorme buitenhaven aan te leggen, waar honderd cruiseschepen per jaar zouden moeten aanleggen. Om dat alles betaalbaar te maken, moeten er tegen de duizend woningen worden gebouwd. Dit zal zeer negatieve gevolgen hebben voor het Westduinpark en de beleving van het Zuiderstrand. Loop het pad af. Het pad voegt zich bij het voetpad vanaf strandslag 10 naar de Pluvierstraat. Volg dat voetpad (dus niet linksaf naar beneden). Beneden in de Duivelandsestraat gaat u rechtsaf voor het informatiebord van het Westduinpark langs.
14
We zijn hier op het noordelijkste gedeelte van de wandeling. Hierna zijn er nog de Bosjes van Poot, maar daarna houdt het echt op. Daarachter ligt het Statenkwartier; voor mensen een prachtige woonplek, maar voor dieren een onneembare vesting. Toch moeten ze daar doorheen om in de Oostduinen bij Meijendel te komen. En het is echt een het bosje na de Duivelandsestraat kwestie van móeten, want de klimaatverandering haalt ze in: het wordt ze letterlijk te heet onder de voeten. Wij hebben nu door hun gebied gewandeld, zouden wij ook een doorgang voor hen kunnen maken door ‘ons’ gebied? Dat is heel goed mogelijk, maar kan alleen worden gerealiseerd als u het belangrijk genoeg vindt.
Opdracht 9: Bekijk het informatiebord van het Westduinpark. Wat is het meest rechtse dier op het bord?
Steek de bestrate dienstweg over, en ga via het voetpad het bos weer in (dus rechtdoor, niet het pad langs de Duivelandsestraat opgaan). Dit pad brengt u op een veelsprong, waar u links van het pad een weide ziet liggen. Het is een typische duinweide met zeer typische duinweide kort geschoren gras. De beheerders hebben daar heel speciale maaimachientjes voor in dienst, met lange oren en een pluimstaartje. Dit kalkrijke duingrasland is op zich vruchtbaar genoeg om gewoon hoog gras op te leveren, maar daarin kan een konijn niet leven. Die eet vooral van de voedselrijke groeipuntjes van de gewassen. Zodoende ontstaat op een weide die konijnen begrazen dwerggroei. En dat is dan voor de konijnen weer gunstig, want dan kunnen ze altijd overal bij. Op de weide zoveel mogelijk rechts aanhouden, en op het pad aangekomen rechtsaf slaan. Het kleine paadje links negeren. Bij de driesprong linksaf, en bij de volgende driesprong ook linksaf. Dit pad volgen, en bij de splitsing linksaf naar beneden. Beneden aangekomen ziet u de tenten aan de andere kant van de uitlaatweide staan. het laatste stukje
15
Colofon coördinatie: Geert van Poelgeest route-ideeën: Louis Kanneworff (EDOadvies) tekst: Henk Timmermans eindredactie: Bob Molenaar kaart: Gemeente Den Haag foto’s: Sandra Kamphuis opmaak: Sandra Kamphuis drukwerk: Quantes
is mede mogelijk gemaakt door: