ROOD Groningen bezoekt het het aanmeldcentrum Ter Apel IND: “Wij zijn trots op wat we doen” Op vrijdag 1 oktober heeft een delegatie van ROOD Groningen op uitnodiging van PerspectieF (ChristenUnie-jongeren) een rondleiding gekregen in het aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel. Wat gebeurt er met de asielzoeker als hij zich in Nederland meldt? Naast PerspectieF en ROOD waren de Groninger politieke jongerenorganisaties CDJA, DWARS en JS vertegenwoordigd. Speciale gast was Tineke Huizenga, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie.
Ter Apel en asielzoekers Ter Apel is een dorp in de gemeente Vlagtwedde, vlakbij de Duitse grens. Al jaren is het een favoriete plek voor de Rijksoverheid om impopulaire activiteiten te huisvesten. Zo werd de gemeente Vlagtwedde in de jaren ’80 “verrijkt” met een mega-opslag voor NAVO-wapentuig. Werkgelegenheid was het toverwoord en protesten mochten niet baten. Het einde van de Koude Oorlog was een economische domper voor Vlagtwedde. Naarstig zocht de kleine gemeente (16.500 zielen) naar vervangende werkgelegenheid. In de jaren ’90 steeg het aantal asielzoekers dat naar Nederland kwam in rap tempo. Er was opvang nodig, maar asielzoekerscentra (AZC’s) waren niet in trek bij gemeenten. Gelukkig was daar nog Vlagtwedde, dat zat te springen om werkgelegenheid. In 1996 kwam er dan ook een AZC in Vlagtwedde. De volgende stap was het aanmeldcentrum (2001), dat wij bezocht hebben. Door het opdrogen van de asielstroom nam ook de werkgelegenheid bij AZC’s af. Tijd voor Vlagtwedde om in actie te komen! Vlagtwedde verbouwde deze zomer haar AZC tot vertrekcentrum (VC) en kwam daarmee landelijk in het nieuws. Het is namelijk Verdonks eerste VC en wordt door velen beschouwd als sluitstuk op een onrechtvaardig asielbeleid. Een demonstratie in Ter Apel hielp niet. Werkgelegenheid kreeg voorrang. Momenteel zijn in Ter Apel een aanmeldcentrum, een vertrekcentrum en een penitentiaire inrichting (gevangenis) gevestigd.
Naar AC Ter Apel Met de bus ging de groep naar Ter Apel. Wij van ROOD waren met z’n drieen. We hadden de reis naar Ter Apel al eens eerder gemaakt omdat we tegen het vertrekcentrum gedemonstreerd hadden. Toch verbaasden we ons erover dat een busreis binnen de eigen provincie twee uur duurde! En toen waren we er nog niet, er moest nog een klein busje aan te pas komen om ons vanuit Ter Apel naar het AC te brengen. Tussen de weilanden en akkers doemde het moderne gebouwencomplex op.
Na tweemaal ons identiteitsbewijs te hebben laten zien, mochten we met een pasje het beveiligde gebouw betreden. In een vergaderzaal hield de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een presentatie over de “48-uursprocedure.” Unitmanager Floris van den Bergh deed zijn verhaal over de procedure. Hij werd hierbij bijgestaan door enkele IND-medewerkers. Hieronder een selectie van de informatie van de presentatie en de bijbehorende brochure. Er zijn twee aanmeldcentra in Nederland: één bij Schiphol en één in Ter Apel. Het AC bij Schiphol behandelt alleen de aanvragen van asielzoekers die met het vliegtuig aankomen, twintig procent van het totaal. De overige tachtig procent van de aanvragen wordt gedaan bij het AC Ter Apel. Dat zijn momenteel gemiddeld 150 per week. Uitgelicht: hoe verloopt de 48-uursprocedure? Als een asielzoeker Nederland binnenkomt moet hij zich bij een AC melden, waar zijn documenten worden gecontroleerd en foto' s en vingerafdrukken worden genomen. Vervolgens wordt er een afspraak gemaakt voor het beginnen van de “48-uursprocedure.” In tegenstelling tot wat veel mensen denken, krijgt de asielzoeker niet binnen 48 uur na aanmelding een beslissing. 48 staat voor 48 kantooruren. De asielzoeker moet een week wachten (dit gaat langer duren i.v.m. afschafffing ploegendienst). Bovendien zit tussen het aanmelden en het begin van de procedure een periode van enkele dagen. Tussentijds kan de asielzoeker in een “tijdelijke noodvoorziening” (TNV) verblijven elders in Nederland. De 48-uursprocedure bestaat uit de volgende stappen: 1. De identiteit van de asielzoeker wordt vastgesteld. Zijn documenten worden onderzocht. 2. De asielzoeker wordt verhoord door een medewerker van de IND. Hierbij is een tolk aanwezig. Bij dit verhoor moet de asielzoeker informatie geven over zijn identiteit, nationaliteit en reisroute. Een IND-medewerker schrijft een verslag. De asielzoeker heeft nog geen recht op een advocaat en er wordt geen bandopname gemaakt. 3. Bij een tweede verhoor staat het vluchtverhaal centraal en gaat het om de vluchtmotieven van de asielzoeker. Is de asielzoeker een “echte” vluchteling? De asielzoeker wordt nu bijgestaan door een advocaat van de Stichting Rechtsbijstand Asiel (SRA). De IND-medewerker schrijft weer een verslag. Ook van dit verhoor wordt geen bandopname gemaakt. 4. De IND neemt een procesbeslissing. In het AC kan een asielzoeker alleen een “nee” of “misschien” te horen krijgen.
In de jaren ’90 waren er nog gemiddeld 40.000 aanvragen per jaar. Nu “dreigt” de totale instroom op minder dan 10.000 per jaar uit te komen. Bij de IND noemt men dit “dreigen,” omdat bij een dalende instroom de werkgelegenheid afneemt. Uitgelicht: wat gebeurt er na de 48-uursprocedure? Veertig procent van de aanvragers krijgt “nee” te horen en moet Nederland onmiddelijk verlaten. De asielzoeker heeft wel het recht om hierin tegen beroep gaan, maar niet het recht om de uitspraak in Nederland af te wachten. Er zijn dan drie mogelijke scenario’s: 1. Vrijwillig Nederland verlaten. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) van de VN biedt hulp bij terugkeer. 2. Wil de asielzoeker Nederland niet verlaten en is hij “uitzetbaar,” dan wordt hij tot aan de uitzetting in bewaring gesteld in de penitiaire instelling. Dat kan maximaal een half jaar duren. “Uitzetbaar” betekent dat de asielzoeker de documenten heeft om teruggestuurd te kunnen worden. Dit is een reden voor asielzoekers om voor aankomst in Nederland hun documenten te lozen. 3. Is de asielzoeker niet uitzetbaar, bijvoorbeeld omdat hij geen documenten heeft of omdat het land van herkomst onbekend is, dan wordt de asielzoeker op straat gezet. Zestig procent van de aanvragers krijgt “misschien” te horen. Deze aanvragers komen in een vervolgprocedure en stromen door naar een opvangcentrum. Binnen zes maanden moet de IND een besluit nemen. Als de IND de asielaanvraag afwijst, is de asielzoeker alsnog verplicht het land te verlaten. De asielzoeker kan tegen de afwijzing in beroep gaan en mag het beroep in de vervolgprocedure wel in Nederland afwachten. Bij hoger beroep mag dit weer niet. Als de rechter het beroep van de asielzoeker terecht vindt, dan moet de IND de asielaanvraag opnieuw beoordelen. Na afwijzing heeft een asielzoeker vier weken om Nederland te verlaten. Daarna vervalt het recht op opvang. Er zijn dan weer drie mogelijke scenario’s: vertrekken, uitgezet worden of de straat op. Na de presentatie volgde de rondleiding. We zullen hieronder kort ingaan op de architectuur van het gebouw en het documentatiecentrum.
Architectuur Het gebouw is speciaal als aanmeldcentrum ontworpen. De opzet is ruim en functioneel, maar ook vooral sober. Aldus de architect: “Als je iemand ontvangt als een prins, is het gek om te constateren dat die persoon Nederland toch weer moet verlaten.” Gelukkig was er ook een ondergrens: “een AC mag niet zoals een Penintentiare Inrichting gebouwd worden.” Ook over het kleurgebruik is nagedacht. Naarmate de procedure vordert en de asielzoeker meer kans heeft om te blijven worden de kleuren warmer. De verhoorkamers hebben de meeste indruk achtergelaten. Deze bezitten als het ware een gespleten persoonlijkheid. De kant waar de ambtenaar zit is sober en koel. Om de asielzoeker beter op zijn gemak te laten voelen is zijn kant warmer gekleurd en zelfs voorzien van huiselijke attributen zoals een “niet-functioneel” (= nep) kastje en fotolijst.
Het documentatiecentrum De IND beschikt over veel informatie om het verhaal van een asielzoeker te toetsen. Herkomst wordt getoetst met gedetailleerde omgevings- en taalkaarten. Een vraag kan bijvoorbeeld zijn: “Waar woonde je? Waar ging je naar school? Wat is de route van je school naar huis? Wat kom je onderweg tegen?” (Of, als een Groninger asiel zou aanvragen: “Wat staat er voor groot gebouw aan de Grote Markt?”) Kan de asielzoeker zijn leefomgeving slecht beschrijven, of spreekt hij niet de juiste taal, dan heeft hij wat uit te leggen. Om in de termen van de IND te spreken: “dan staat de asielzoeker met 1-0 achter.”
Kritiek Het AC Wij vinden het AC typerend voor het Nederlandse asielbeleid. Mensen die misbruik maken van het systeem worden als uitgangspunt genomen. Het AC is zo gebouwd dat asielzoekers zich er niet op hun gemak voelen. De architect heeft hier expliciet aandacht aan besteed. Voorzieningen om te slapen en te recreëren zijn minimaal. Mensen slapen op stapelbedden in een kale zaal en hangen overdag de hele dag in de wachtkamer voor MTV. Het AC is een kwartier lopen verwijderd van het dorp. Het avondeten komt uit een gat in de muur, op het onmogelijke tijdstip van vijf uur ’s middags. Uitzonderingen op het mimimale regime zijn de bizarre verhoorkamers met nepmeubilair en de kinderopvang. De “warme” verhoorkamers moeten asielzoekers gemakkelijker laten praten en de kinderopvang zorgt ervoor dat de ouders de kinderen niet tijdens de verhoren meenemen.
De 48-uursprocedure De 48-uursprocedure is ontworpen voor asieltoeristen. Vluchtelingen worden de dupe. Zo wordt een asielzoeker voor en tijdens het eerste verhoor niet bijgestaan door een advocaat. De kans is reëel dat een asielzoeker hierdoor met een achterstand de procedure vervolgt. Echte vluchtelingen doen alles om te mogen blijven. Ze kunnen zichzelf benadelen door onnodig te liegen. Bovendien kunnen getraumatiseerde vluchtelingen moeite hebben om een consistent verhaal te vertellen, terwijl ze hier door de IND wel op afgerekend worden. Van de verhoren wordt geen bandopname gemaakt. Dit gebeurt in veel andere landen wel. De advocaat kan misstanden niet bewijzen en rechterlijke controle wordt ernstig bemoeilijkt. Hoe kan de rechter een beslissing controleren die hoofdzakelijk gebaseerd is verhoren waarvan geen bandopnamen bestaan en waarvan alleen de IND zelf een schriftelijk verslag gemaakt heeft? Een ambtenaar kan bovendien zo restrictief te werk gaan dat asielzoekers geen eerlijke procedure krijgen. De verhoorambtenaar bepaalt uiteindelijk wat in het rapport komt te staan op grond waarvan beslist wordt. Uit het veld, zowel van advocaten en van tolken, komen signalen dat
de IND misbruik maakt van deze machtspositie. Asielzoekers zouden geïntimideerd en onder druk gezet worden. Een asielzoekster die in Iran gedwongen werd seksuele handelingen te verrichten bij een soldaat zou dit na hebben moeten doen. De IND vond haar niet overtuigend genoeg en bestempelde haar verhaal als ongeloofwaardig (Algemeen Dagblad, 18-09-04). De politieke top moedigt een restrictieve procedure aan. Volgens de vorige minister van vreemdelingenzaken Hilbrand Nawijn (LPF) was het mogelijke om “tachtig procent van alle asielzoekers uit te zetten.” Dit is een rare uitspraak omdat het percentage af hoort te hangen van objectieve criteria, waardoor het onmogelijk is het percentage uitzettingen vooraf vast te stellen. De huidige baas van de IND is minister Rita Verdonk (VVD). Ook zij maakt er geen geheim van dat ze een voorstander is van zeer restrictief beleid. Zo zal Nederland het strengste asielbeleid van de ons omringende landen als uitgangspunt nemen, of zoals Verdonk dit formuleert: “Nederland zal, als het gaat om het toelatingsbeleid, niet een ruimhartiger beleid voeren dan de ons omringende landen.” Op haar site staan meer speerpunten, zo “zal worden bezien wat de mogelijkheden zijn om de opvang van asielzoekers verder te versoberen” en “regeringen die terugname van onderdanen weigeren, komen niet in aanmerking voor ontwikkelingshulp”. Tegen twee Armeense kinderen van vier en zes, geboren en getogen in Nederland, zei ze tijdens een ontmoeting ter bemoediging: “Het is beter voor jullie om naar het land van je ouders terug te keren, en dat je geen Armeens spreekt, kun je ook als een leuke uitdaging zien. Ik ken heel wat Nederlandse kinderen die met hun ouders naar het buitenland gaan, ambassadeurs en mensen van Shell en zo. Voor hen is dat ook een geweldige verrijking van hun bestaan, neem daar een voorbeeld aan.” (De Groene Amsterdammer, 19-06-04). Zo geredeneerd is het versoberen van asielzoekeropvang ook een uitdaging. Wie heeft er nou nog nooit gekampeerd?
Slot Als ROOD Groningen zouden we graag een asielbeleid zien dat afgestemd is op de vluchteling. De asielzoeker moet ruimhartiger opgevangen worden en vroeger in de procedure rechtshulp krijgen. Van de verhoren moeten bandopnames gemaakt worden en de IND moet beter worden gecontroleerd. De asielzoeker verdient een eerlijke asielprocedure. De asielprocedure moet bestand zijn tegen de waan van de dag en de uiteindelijke beslissing mag niet meer afhankelijk zijn van de grillen van één enkele ambtenaar.