iyiioE®z
1EM VilMHUEi ^ €@.
Naar LEMMER (postdienst) met nieuwe dubbeldeksalonschepen ■'s morgens 9 uur en 's avonds 11 uur. Week-end trips. Doorgaande plaatskaarten naar alle stations der Nederlandsche Tramweg Mij door geheel Friesland, Groningen en Drente. Dagelijks behalve Zondags. Hutten aan boord.
Naar MARKEN en VOLENDAM per stoomjachten. Touristen rondvaart dagelijks (ook Zondags) 's morgens 9 30 uur 10.00 en 10.30 uur. INLICHTINGEN. DIENSTREGELINGEN EN BESPREKEN VAN SLAAPHUTTEN BIJ
Naar KAMPEN en ZWOLLE per salonboot, s avond 9 uur. Vanaf 13 Juli ook 's morgens 9.30 uur. Dagelijks behalve 's Zondags. Naar ZWARTSLUIS en MEPPEL
Vrijdag 's avonds 7 uur.
J. G. KOppE's Scheepsagenfuur DE RUYTERKAOE - AMSTERDAM Telef. 42208, 44253 en 49432. (Zondags 44760).
Maandag, Woensdag en
Gelegenheid tot het geven van Bioscoopvoorstellingen gedurende de winleravonden in de Groole Zaal der ftuilensocieleil. Schrifleiijlie offertes worden gaarne mgewaclü bij hel Secretariaat der Builensocieleit Ie Zwolle
^ ~J^fe- ^ï.; ^K '
TANGO 1925 de groote Modedans) Onderwijs dagelijks
Dans Instituut C HUNKERT Sladboaderskade 1.S2 Tel. 2-«232
Amsterdam Naaml. Vennootschap
l*c*foiDirecteur E. BOERMA DAMES-EN HEERENKLEEDEßMAKERIJ De Coupe in nieuwe banen wil zcijj^n : De lol nog loc onopgrloslc moeilijk hcid door film en projcclieopijclosl omdal de coupeufs. fi|dens het snijden rekening kunnen houden met den ïndividueelen lic naams vorm. GrOOlOQCD
Heerrnslraai 58 Telefoon 75S Amsterdam. Rokia 70. Telefoon 35808
00
SCHILDEREN EN BEKLEEDEN VAN AUTOMOBIELEN
Dintelstraat 23 (Wijk Vil) Den Haas - Telef. 72373
W.H. VAN VENETIË
Tegenover het Bureau van den Postcheque en Girodienst
AMSTERDAM 2e Helmerstraat 52. Tel. 24413 van Dierenarts K. DIFFINÉ Chem. Fabriek Krewel A.G. Keuien
EERSTE KLASSE ENGELSCHE GEMAAKTE HEERENKLEEDING
..ONZE HONDEN"
Ontvangen schitterende collectie
Handboek voor den Hondenhefhebber en honaenfoKker _ Toezending van dit intressame boek geschiedt oo aanvrage gratis en franco.
costuums en regenjassen in orljzen vanaf f 32.50 tot f 70.— Laan van Meerdervoort 136
HET ..BUREAU-PISUISSE"
Berijdt Humber- en Good-Luck'rijwïeien en U is tevreden
Frankensiag 166 - Den Haag
Vraagt den berijders
Telefoon 5058= Belast licb mei hel SAMENSTELLEN .aa Cabaret proaramma 5 en kei organiseeren van FeeslaroDdea. Conceneo, Drawiagroom-Entertainments. Soirees particulier es KindrrvoorsteUinqen. etc. etc
TIHli ۊME B&MQMQ
99
Humberrijwielen vanaf f 13ö Good-Luck-rijwielen vanaf f 75 (prijzen voor 1925) 1ste klas reparatie-afdeeling Bondsrijwielhersteller A.N.W.B.
WEER TERUG, MET VOLLE MEDEWERKING VAN
THE ROYAL DANCING BAND
۩INP^@^Dl
Prins Hendrikstr. h. Barentszstr. Den Haag • Tel. 31709
[
DE CAMERA (A
24 nos p. jaar - f 1.50 per ïerkw.
flIOp.flesch -1.10 „ „ -1.10 „ „ -1.10 „ „ -0.80,, „
PALESTINAWÖNEN
J. E. BAANK
BDTTi^UUPlTJi
airawii
I
ROTTERDAM
1
Qtukloopen
^# van Huid en Voeten m
ONDER EMINENTE MUZIKALE LEIDING VAN Mr. J. C. v. BRÜCK, EN ARTISTEN
ÉT geneest men met pil D Al ^feiM
VAN 4
RoodePort Witte Port Samos . . , Bloedwljn . Medoc . . .
„LONDON HOUSE" Hoek v«n Oiemenstraat DEM HAAG GEEN FILIALEN
'JÊ^m ^S^^H i ^MP
HONDEN GENEESMIDDELEN
v/h MASCOTTE 68 WAGENSTRAAT 68. PEN HAAG HEEFT ZIJN OUD. GEZELLIG
|
i
Mijnhardt's Hoofdpijntabletten I stillen spoedig de ergste hoofdpijn I ««nP'il»60ct Bij Apolh en Drogisten, iiua I
^i!f^fe^-;>--
8 UUR
Godfried de Groot ÄLTdam
Bi
'i
%
P th.en Drogisben g^ ™
A
0
CHEMISCHE WASSCHERU „DUINOORD" Begoniastraat 188 en 190 - Den Haag - Tel. 36048
■telnat en vevfÉ alles
Specialiteit in TAodevne en ^rtistiehe foto's
BINNEN 4 DAGEN ZONDER PRIJSVERHOOQINQ
nen &ie de vele reproducties van ons verb In „Hel Weebblad" Cinema ffi theater
SPECIAAL IN HET REINIGEN VAN FIJNE DAMESTOILETTEN
1
WENSCHT U EEN SAAKELIJK DINER BEZOKKT DAN, OF BELT OP LAAN VAN NIEUW OOST-INDIË 14 - DEN HAAG - TEL. 72430 PRIMA KEUKEN ALLES EERSTE KWALITEIT
VRAAGT
ONZE
PRIJSCOURANT
Holl. Indisch Restaurant NOBACK RIJSTTAFELS vanaf HOLL. DINERS . .
.
PENSIONS: Sweelinckstraat 158, Jacob Hopstraat 1 - DEN HAAG Telefoon 36257
.
f 1.25 f 0.80, f 0.95 en f 1.25 Beleefd aanbevelend, MEVR.
NOBACK
VOOK ADVERTENTIES WENDE MEN ZICH TOT HET CENTRAAL ADVERTENTIE-BUREAU LOUIS BENJAMIN. STATIONSWEG 61b. ROTTERDAM
^__
^m
--^
t f t
GRONINGEN VEENDAM. TER APEL,WINSUM, ZOUTKAMPEN ROODESCHOOL
■-■v \:^rf ,.S/J,r
^ ^;,\ ;:
4 ^émj'-^ROODESCHOOL
ZOUTKAMP
GRONINGEN
BEZOEKT
GRONINGEN OMGEVING ^ ^ «K «K ^ ^K^K
i
A
1
f
Qn de hooge Sierra Nevada liggen de ceii/ trales van twee concurreerende electriciteitsmaatschappijen, de Ajax en de San Sebastiaan. Tom Steele, een wakker ingenieur, is bedrijfsleider van de hoogspanningsleidingen van de Ajax en altijd vol moed en durf, inplaats van per lift komt hij zelfs per hijschkraan naar beneden. Als er een race zal plaats hebben, waarbij de prijs een stuk land is, dat onmisbaar is voor beide maatschappijen, stelt de Ajax al zijn hoop op Tom, die een wondersnel paard bezit. Brewster, de eigenaar van de concurreerende maatschappij, doet zijn best om Tom aan zijn onderneming te binden, maar deze weigert dat. Op zekeren dag maakt Tom kennis met de lieftallige dochter van Brewster, Nancy, die verdwaald is in het gebergte en die hij naar huis geleidt over de besneeuwde toppen. Als zij hem tot afscheid de hand reikt, noodigt zij hem uit haar eens een bezoek te brengen en Tom, op wien het aardige meisje een onuitwischbaren indruk heeft gemaakt, gaat een paar dagen later eens naar haar toe. Hij komt evenwel van deze visite vandaan met het gevoel, alsof hij een koude douche heeft gehad. Eenige dagen later, als men bezig is boomen te vellen, komt Nancy voorbij en Tom weet haar opnieuw te redden, als zij in een hevig onweer den weg is kwijtgeraakt. Hij moet met haar vluchten in een blokhut en daar eenige dagen met het meisje doorbrengen, maar na honderden plagerijen van Nancy's kant bekennen zij elkaar hun liefde. Als de redders komen opdagen, die Nancy Brewster moeten zoeken, is ook de dag van de race daar. De ploeg van San Sebastiaan heeft alle krachten ingespannen om Tom de race te doen verliezen, doch ondanks rivieren, wilde stroomen en opgeblazen bruggen, komt Tom het eerste aan. Behalve het stuk land voor zijn maatschappij, heeft hij ook nog wat anders gewonnen en wel de trouwe liefde van zijn kleine Nancy. — Deze film met zijn schitterende natuuropnamen, het skiloopen van Tom Mix, het rennen van Tony, zijn wonderpaard, is een William Fox-pioductie, in ons land in roulatie gebracht door de Nether lands Fox Film Productie te Amsterdam.
■
w^^m^^^mm
f^üyèaiN
IteKwi r
rwee Nederlanders hebben elkaar in -1 het buitenland gevonden, hebben daar besloten eikaars artistieke gaven aan te vullen, 't Zijn Paul Collin en Hans Kauffmann, die te zamen en in vereeniging in het vervolg, hun kunstprestaties ten beste zullen geven. Beide hebben ze in ons land algemeene bekendheid verworven, beide hebben ze over de grenzen getoond, dat de Nederlandsche artisten niet onder doen voor hun buitenlandsche kunstbroeders en -zusters. Ook onze lezers kennen dit tweetal. Meermalen hebben we èn Collin èn Kauffmann afgebeeld. En van den laatsten zijn er meermalen in Het Weekblad C. & T. composities verschenen. Paul Collin heeft zich als chansonnier een grooten kring van bewonderaars en vrienden verworven in de dagen, toen hij nog deel uitmaakte van het gezelschap van Pisuisse. Wie, die zich rekent
tot 't uitgaand publiek, heeft in die dagen hem niet bewonderd door het élan, waarmee hij z'n Fransche liedjes naar voren bracht. Toen Pisuisse met z'n troepje naar buiten ging, over de grenzen, toen ze Kopenhagen bezochten om op een tentoonstelling op te treden, bewees hij ook daar zich in weinige iagen een reputatie te kunnen verwerven. Als hij, na 't verlaten van Pisuisse's ensemble, later naar de Deensche hoofdstad terugkeert, heeft hij een pers, die menigeen hem zal hebben benijd. Kauffmann, de dirigent-componist, heeft een niet minder gevestigden naam. Toen hij indertijd naar Duitschland ging, hebben velen dit met leede oogen aangezien. Maar dezen hebben al spoedig troost gevonden in de berichten, die weidra binnenkwamen, 't Bleek dat Kauffman in Berlijn algemeene bewondering wist te wekken, dat hij er om z'n kunst en zijn persoon zeer gewaardeerd werd. Van ds samenwerking van twee kunstenaars van dergelijke hoedanigheden kan iets goeds worden verwacht. In September zullen de eerste avonden van gemeenschappelijk optreden een aanvang nemen. En voor het debuut is de keuze gevallen op Kopenhagen. Van daaruit worden de Scandinavische landen bereisd en als die tournee achter den rug is, volgen de voornaamste steden van het continent. Dan hebben we dus ook den kans om deze beiden te zien. Dat 't nifjt al te lang moge duren voor dit werkelijkheid zal zijn.
Vreselijke
te, Borculo
©i liL^INI@STilLI,IN@ ON BE VißWOiSTI STßEKi
p^ijä':-; ■t-J;;^'"»«^.
BHIIIIIIi Een man, dit over heerscht. 1
•1
—^««»-^—'
mß^'J
5 1
vrouwen
EdJ^Sttfe '
'-^ä
-4^2
JM^j
'VP^ui
1
.
DE VREESEU3KE RAMP IN HET OOSTEN VAN ONS LAND Men kan zich het op dit oogenblik zelfs nog niet indenken, hoe in een minimum van tijd een dergelijke groote omwenteling heeft kunnen plaats hebben. Maar het is de waarheid, een heele gemeente is bijkans weggevaagd, voor millioenen schade is er aangericht. Wij mogen niet bij de pakken neerzitten en treuren. Hier moét geholoen worden. Laat ons allen meehelpen! Nog veel vlugger dan het millioen voor de Olymoiade moeten nu at miihoenen voor Borculo en omgeving binnenstroomen. Voor dit doel zal toch zeker iedereen wel iets willen afzonderen !
t
A0 i
WtË /1v Paul Polret de koning der mode
Aankomst aan het station Van hemde en ver stioomden de belangstellenden met gewone en extra-treinen toe
Actieve kooplui sloegen hun tenten op en verkochten allerlei aantrekkelijkheden
Een „Restaurant" In de open lucht Op den achtergrond ziet men een oer gewonden
Wat eertijds het hotel „Stad Borculo' was
Dit fletsenpark geeft een denkbeeld van de drukte Hierdoor stroomde menig dubbeltje in de zakken der dakloozen
Men ziet op de gezichten der bezoekers hoe de verwoesting nen imponeert.
Een burgemeester die van geen halve maatregelen houdt Jhr, de Mmalt heef! dit bord laten plaatsen. Hiercp komen de namen van hen. die zich in Borculo niet aan de voorschriften houden.
Een winkel waar foto"s van „Oud Borculo" worden verkocht. We leven wel snel!
Zoon man bestaat er. Ja wericelijk en toch geen tyran, in de gewone bcteekenis van het woord, noch een blauwbaard zonder geweten. Over wien ik het dan wil hebben ? Over Paml Poiret. Nooit van Paul Poiret gehoord, mevrouiwtje. Och kom? Dat meent geniet. Duizendenen nog eens duizenden van uw zusters (ijdele vrouwtjes, dat geef ik toe, veel minder serieus dan gij) beschouwen het als het hoogst denkbare als het heerlijkst bereikbare, om een costuium van Poiret te mo,gen dragen. Een creatie van den koning der parijsche damcskleedeimakers. Hoe Poiret, de dikke zware man, met uiterlijk weinig attracties, zoo'n rol kan spelen ? Hij vertelde er onlangs zelf van en wij. geven u hier in het , kort weer, wat hij, wel over zijn levensloop wilde loslaten. * * Volgens mijn opvatting, kleeden de vrouwen zich om den man te behagen. Niet altijd en overal, ijdelheid en de lust, andere vrouwen de oogen uit te steken, spelen mêe een rol, doch neem vandaag alle mannen uit haar omgeving en spoedig zullen zij niet meer om haar „uiterlijk" geven. * Deze overweging is mij tot leiddraad geweest bij mijn streven en werken. Het is dan ook wel typisch, dat het gros der artistcn, die de vrouwenkleeding ontwerpen, mannen zijn. Zeker in Parijs, zoo merkte Poiret daarbij op. * Hoe ik zelf er toe gekomen ben, om mij op het ontwerpen van vrouwenkleeding toe te leggen ? De zaak is heel eenvoudig. * * Toen ik een jonge man was en in Parijs, mijn oogen den kost gaf, bemerkte ik, hoc weinig vrouwen zich met smaak kleedden. De meesten droegen juist datgene, wat haar niet stond. Slechts een enkele wist de juiste lijn en goede kleur te kiezen. Ik dacht er lang over na, bestudeerde teekening en kleur en ging toen mijn krach-
Een overzicht van het centrum der stad
■
m
ten aan een bekenden cosmimier aanbieden. Daar begon ik. Wie kan dat beter dan ik, een,; man. Later opende ik mijn. eigen etablissement. * * * Het ontwerpen van costumes, waaraan hooge eischen gesteld worden, is niet iets, wat maar zoo zonder voorafgaande studie gebeurt. Men moet de vrouw, voor wie het kleed bestemd is, leeren begrijpen, haar bewegen, het bewegen van de vrouwen in 't algemeen volger» en nauwkeurig gadeslaan. Alles is een combinatie van lijn en kleur en materiaal. Men moet zelf voor mooie kleuren voelen. Van Poiret wordt gezegd, dat hij zijn creaties leven weet te geven. Hij, schept werkelijk iets bijzonders, vaak heel vreemd,: maar altijd apart en harmonieus,. *
*
*
Poiret heeft in het geheel vijftien model-meisjes, 'n Mooie mannequin, is natuurlijk van beteekenis, doch schoonheid van gezicht is niet de voornaamste eigenschap. De ideale mannequin is slank en laag, goed van proportie. Het speelt bij mij geen rol, zoo beweerde de franschman, of zij blond of donker is, bruin of. rood. Ik kan al deze typen gebruiken, omdat zij mij de gelegenheid bieden, allerhande creaties te laten zien. Een kijkje In een der woningen
Het grootste voorreoht is,, wanneer ge een model-meisje vindt, dat den ontwerper verstaat, die zelf een artiste is. Ziï: moet het costuum begrijpen.Zy leert den anderen meisjes hoc ze gaan moeten, zich bewegen, al naar gelang de lijn van mijn creatie dit verlangt. Ik kies mijn mannequin altijd perao-onlij'k uit de vele, die zich komen aanmelden. *
♦
«
Poiret heeft een voorkeur voor kleuren, die als een vlam oplaaien en verloopen. Doch hij wil niet toegeven, dat hij voor éón kleur meer voelt dan voor een andere. Alle kleuren kunnen schoon zijn, zoo vertelt hij. Een totaal versplinterde boom
Wat er van de hulzen overbleef
Een van di /..M^ zorgen van Poiret is het weren van spionnen. Minder hoogstaande firma's loeren van alle kanten op het werk van hem, om zoo vroeg mogelijk met zijn nieuwe gedachten te kunnen uitkomen. *** Er zouden duizenden voor u te verdienen zijn, als gij nu met zekerheid wist te vertellen, welke tint Poiret voor den a.s. herfst en winter de modekleur vindt, hoe hij denkt over de lengte van den rok, den vorm van de mouw. En die duizenden andere kleinigheden, welke de mode doen zijn e.n waarover hij te beschikken heeft. *
Bezoek der Koningin en prinses Juliana aan Borculo Ue koningin, vergezeld van Baron van Heemstra, commissaris der koningin, in gesprek met een der gewonden.
*
*
Hij, Poiret, de modekoninig. M. E. R. CURIUS.
—^-^—^—,—^—
lEKOSiE Deze beide Drentsche gehuchten schij neu bij elkaar te behooren als Castor en Pollux, niettemin zijn ze ingedeeld bij de twee gemeenten, Vries en Anloo. De bewoners van de stad Groningen, die Zeegse „ontdekken", komen onwillekeurig weldra in Schipborg. Eenige jaren geleden waren de beide plaatsjes slechts bij enkelen van nabij bekend. Dat is geleidelijk anders geworden. Eerst drongen slechts weinigen op een vrijen middag in het voorjaar en des zomers door tot in de „bergen en dalen" van Zeegse — het geaccidenteerde terrein doet eenigszins denken aan een duinlandschap — vervolgens kwamen de vrienden en kennissen en eindelijk werden Zeegse en Schipborg, de zand- en hei-„badplaatsen", die elke Groninger nu wel kent en waardeert als heerlijke plekjes vol ongerept natuurschoon. Gewoonlijk gaan de bezoekers per trein tot het station Vries-Zuidlaren en trekken dan te voet langs het hunnebed van Oinaarlo naar de Zeegser hei. Dat hunnebed, veelvuldig afgebeeld, ook in aardrijkskundige boekjes, is volgens archaeologen een grafkelder uit den jongeren steentijd, omstreeks 2000 jaar vóór !
Het herinnerlngsfeest van de stichting der Duitsche republiek Een overzicht van de menigte voor het Rijksdaqgebouw. Links op onze foto ziet men president von Hindenburg.
Het 40-Jarlg bestaan der Belgische arbeiderspartij
De nederi. gedelegeerden bij dit feest, V.i.n.r.: de beeren A. M. de Jong, R. Stenhuis lid der eerste kamer. C. Werkhoven en W. v. d. Siuys.
■
'
De zandzee van Zeegse
Chr. Wie in den trein het station VriesZuidlaren passeert, kan het van zijn coupé uit zien liggen. Wie deze streken bezoekt, verzuime niet een kijkje te nemen in de Adderhorst, waar de zoogenaamde „wildgardening" wordt toegepast, d.w.z. dat de natuurstaat als zoodanig blijft bewaard. Gewoonlijk is de eigenaar des Woensdags aanwezig en is deze wel bereid toegang te verleenen. Zoo groot is vooral des Zondags de toevloed van Groningers naar de Zeegser hei met zijn „bergen" en „dalen" (stuifduinen), dat de spoorweg directie sinds lang rekening pleegt te houden met het belangrijke personenvervoer van Groningen naar Vries-Zuidlaren en omgekeerd. Ook vele schilders hebben herhaaldelijk hier zich geïnspireerd gevoeld bij het aanschouwen van den drcntschen schaapherder, die zijn kudde laat dolen over de Zeegser heuvels en langs den bovenloop der Drentsche A. In den jongsten tijd is het bezoek'aan Zeegse en Schipborg begunstigd door den aanleg van een rijwielpad, dat schilderachtig omzoomd wordt door hooge heidepollen, rustende op geel drentsch zand. In deze binnenlanden zijn sedert de electrificatie van gehee'1 Drenthe de toestanden
_■
—•.;.,-
.^-^
De helde te Schipborg
wel zeer belangrijk gewijzigd. Hier is het land, waar nog tien jaren geleden een allerprimitiefste verlichting was te vinden in de eenvoudige boerenwoningen. Thans geniet men overal van de zegeningen van Electra, en straalt ook in Zeegse en Schipborg des avonds het heldere licht als in een groote stad. Zeker heeit de aanleg van wegen —' een eisch van het moderne verkeer -^ wel eenige wijziging gebracht in de rustige landelijkheid. Maar gelukkig is er nog een onmetelijk terrein met heide en zand, waar de stedeling, die een dagje lucht wil happen, op zomersche dagen naar hartelust kan profiteeren van de schoonheid der vrije natuur. Vele Groningers hebben in deze heidevelden hun optrekje, dat meer of minder het karakter van een villa'tje of zomerhuis kan hebben. Sommigen stellen het hier met een eenvoudige hut of inderdaad zeer nederige stulp en natuurlijk wordt er veel gekampeerd. Merkwaardig in deze weinig vruchtbare omgeving is de groote model-boerderij van den heer Króller Jr. De Schipborgers hebben het nooit begrepen, hoe iemand juist daar een groote, weelderige boerderij kon laten bouwen — door niemand minder dan Berlage ontworpen — en nog heden, nu door genoemden heer Kröller uitgestrekte heidelanden zijn ontgonnen en door zijn toedoen vooral de wegen . zijn verbeterd, is het hun niet duidelijk, hoe een van de rijkste menschen van Nederland zich tot de eenzaamheid van het drentsche gehucht Schipborg aangetrokken kon gevoelen. De boerderij is voor liefhebbers een groote bezienswaardigheid. Zij is intusschen niet meer wat ze geweest is. Geleidelijk is de veestapel ingekrompen. De model-varkenshokken — mooier dan menige woning — zijn verlaten. Het stamboekvee was, toen we het laatst de boerderij bezochten, nog slechts gering in aantal. De heer Kröller had de boerderij verlaten om thans in een ander lustoord, dat hij bezit, nabij de Harskamp zijn liefhebberij te volgen in een model-boerderij, welk« die van Schipborg overtreft. A. V. W.
Wii
Generaal Hsu In ons land
'Ger^^tmer^^ór^^^^^a^^^^a^^-^9'- ^ '" '^ ^ *' ^iX^^i^^'^ «" d
De sleepboot Maas ia door onbekende oorzaak in de voorhaven te Rotterdam gezonken.
Betsy schijnt
Vereeniging van deurwaarders-klerken welke te Rotterdam haar algemetme jaarvergadering hield.
!1i
mm •*
upy £ ffeJMfl
i
üf—JU
l
"il*.
t^WMffiFÜ' Een zilveren ambtsiublleum Notaris C. F. J. Hanedoes, die 25 jaren zijn functie te Amsterdam waarneemt.
De nieuwe iramwes i/c tramweg ie te Heerlen neencn De gasten van de Limburgsche tramwegmaatschappij, waaronder minister Bongaerts. komen te Kerktade aan.
De spits der Alkmaarsche toren welke men thans restaureert.
EEN BEGAAFD ACTRICE
DE MEDEDINGER f
-f-
^J --£=>»=
©o^Jtem Bm de IHo^jpfleimimerimeeiP ,Ja, als u nu oven een week of drie terugkomt, en u zorgt om zes uur 's morgens present te zijn, dan kunt go met ons wel eens meegaan, om naar 't oogsten te kijken, 't Is nu te vroeg in den tijd, het koren is nog niet rijp3; •hoewel het van dit jaar wel vroeger is dan anders," vertelde de boer, aan wien ik vroeg of er nog niet gemaaid moest worden, daar het koren toch al zoo mooi geel was. „Als ge het goed vind.t, zal ik het zeker doen," beloofde ik gretig. „Maar wat wordt daar gedaan?" en ik keek naar een paar mannen, die een imitatkkafferdorp aan 't bouwen waren. „O, daar zijn ze bezig de karwij aan .tollen te zetten, die laten ze dan 14 dagen tot drie weken zoo staan en dan kan het gedorscht worden. Allemaal voor Amerika." Dit gesprek schoot mij opeens te binnen, toen ik op een heeten middag, in de schaduw van etn beukeboom lag te luieren. Ja, de drie weken waren om, de oogst zöu wel aan den gang zijn, dus moest ik er naar toe. Morgen zou ik dan maar gaan, in stilte hopend, dat het dan eenige graden minder warm zou zijn. Den volgenden morgen, trok ik er vol goeden moed op uit, 't zou toch wel weer heet worden. Coch voorloopig lag de dauw nog als een zilveren wolk op het land, de koeien keken met domme verwondering naar den mensch, die zich verstoutte bijna zoo vroeg als zij wakker te zijn. Toen ik dg ringvaart gepasseerd was, en langzaam, genietend -van de mooie vergezichten, de Meer inreed, kreeg ik plotseling het gevoel alsof de Haarlemmermccrbewoners zich ten oorlog bereidden. Uit alle werkplaatsen langs den weg, een geklop en gchamer, kettingen rammelden en apparaten, die op groote oorlogsmachines geleken, kraakten en kreunden over den weg, terwijl mannen met dikke knuppels en scherpe messen gewapend, heen en weer liepen. Na cenig zoeken, want alle wegen lijken hier op elkaar, had ik het land van mijn gastheer teruggevonden. Een berg van jassen, petten, broodzakken en bierfleschjes lag bij het hek aan den ingang en na mijn fiets er bij gelegd te hebben, liep ik langzaam het smalle paadje af, dat tusschen het koren door voerde. Zacht streek de wind over het buigende goud, de volle, zware aren ruischten en gleden langs mijn warme handen. Waar ik langs liep vlogen zwermen vogels op, om dadelijk weer op hun „kost" neer te strijken. Wel
WEES SLIM GEBRUIK GUM
stonden lange palen, met klapperende blikjes er aan gebonden, om hun angst aan te jagen, maar zij waren daar door den tijd zoo aan gewend geraakt, dat zij niet eens meer naar die galgeh met hun blikken slachtoffers keken. De boer kwam mij tegemoet. „Zoo, dat noem ik oppassen, je treft het hoor," zei hij in zijn handen wrijvend, „ik werk vandaag net met de machine, nu zul je eens wat zien." Twee zware paarden trokken het gevaarte, het veld in. In de verte leek het net alsof er een molen aan 't malen was, de wieken grepen het koren en sneden het bij den grond af. Statig liepen de paarden verder en zacht ruischend viel het koren, terwijl de binders er achteraan liepen, telkens een arm vol koren opnemend, stevig bij elkaar bindend en als er vier of vijf schoven klaar waren, werden ze tegen elkaar gezet om te drogen-. Het koren dat te zwaar is voor de machine, wordt met de hand bewerkt. Daar waren enkele mannen, op een ander gedeelte van het veld, mee bezig.
Met de „maalmachine"
Het koren, dat met de hand wordt gemaaid
In hun rechterhand hielden ze een korten, dikken stok met een krom, scherp mes er aan, terwijl ze met een stok in hun linkerhand, het koren van zich afhielden. Het zweet droop met straaltjes van hun gezicht, maar kalm werkten ze door, met de regelmatigheid van machines. We liepen door naar een volgend veld. Nog onaangetast stond het graan in al zijn gouden weelde, licht golvend als de wind er over ging, bier en daar groote vurige vlekken vertoonend, waar de brutaalroode klaprozen er tusschen pronkten. Daar het schafttijd geworden was, gingen we tenig en toen we bij den kleerenberg kwamen, waren de meeste stukkenzakken en drinkkannetjes al onderhanden genomen, de eene boterham verdween na de andere, rijkelijk besproeid met koude koffie. Onbarmhartig brandde de zon op de stoppels, het blauw van den hemel, ging aan den horizont over in een grijsachtig wit, wat volgens de maaiers nog meer hitte voorspelde. Toen de eerste laag gelegd was, trokken de meesten hun hoed in de oogen en gingen zalig een kwartiertje slapen, de anderen fantaseerden over de opbrengst van de gewassen, waarbij ze erg klaagden over den groene erwtenoogst van dit jaar. Tengevolge van den zachten winter was er zooveel „ontuig" in den grond blijven zitten, en hadden de maden een groot gedeelte der erwten vernield. Toen de laatste kruimel van de boterhammen verdwenen was, werden de pijpen gestopt en ging ieder weer aan zijn werk. Het werd ondragelijk heet. De zon flikkerde in het staal der messen van de machine en in de zichten die regelmatig op en neer gingen, zoodat het leek, alsof er wel duizend zonnen schenen en overal danste de heete lucht boven het koren. Het werd mij te machtig en hoewel ik me inwendig schaamde voor die mannen, die onverdroten voortzwoegden, hun bruingebrande, bezweette koppen over hun werk gebukt, nam ik afscheid en zocht mijn fiets weer op. Toen ik even later over den wifpoeierigen weg naar huis reed, langs de velden, waar overal leven en beweging heerschten, waar de schoven in lange rijen stonden te drogen, kon ik niet nalaten te betreuren, dat de man, die hei eerst op het denkbeeld van de droogmaking der Haarlemmermeer gekomen was, de vruchten van zijn werk niet heeft kunnen zien. En dan te denken, dat in zijn tijd zwartkijkers even hard tegen de drooglegging van de „Meer" gesputterd hebben als typen van hetzelfde geslacht thans over de demping van de Zuiderzee zich doen hooren!" MARIE BOUWER.
De Val Cranioux is een der woeste gedeelten van de Ardennen, de rotsen verheffen zich stiji en alleen geoefende bergbeklimmers wagen zich op deze plek, die verlaten en wild is, geen oord, dat de menscheni aantrekt. In het dorp Trois Moulins woonden eens, zoo vertelde de grijsaard, die met * de twee knapen samen op de stoep voor zijn eenvoudige woning zat, een molenaar, die een allerliefste dochter had. Het meisje was zoo mooi, dat iedere man en zeker alle jongelieden uit den omtrek niet konden nalaten, om haar bewonderend aan te zien. En menig hart sloeg vlugger, wanneer Mariette aankwam. Twee jongelieden, van hun geboorte af vrienden, dongen wel het meest om de gunst van Mariette. Dan scheen zi} den grootten donkeren Bruno den voorrang te willen geven, den reus, die als houthakker de bergen optrok en de grootste boomen met z'n krachtige slagen wist te vellen, een ander keer was Jacques het, die den voorrang scheen te krijgen. Jacques was de schoenmaker van het dorp. Hij was veel kleiner, veel minder sterk dan Bruno. Doch hij was veel rapper met de tong en wist te praten als de beste. Ook vertelde men van hem, dat hij van zijn ouders ook wat geld had geërfd, waaraan hij geregeld zijn spaarpenningen toevoegde. Beide mannen schenen evenveel kans te hc-bbcn om Mariette's man te worden en de bewoners van Trois Moulins wedden onderling wie de gelukkige zou zijn. Doch Jacques Girandelle kon niet zoo rustig wachten. In zijn bloed kookte 't, al zijn zenuwen verlangden naar de liefde van Mariette, waarvoor hij alles over had. En op een goeden dag verliet hij zijn werk, deed zijn schootsvel af en begaf zich op stap. Boven op de rotsen woonde als een kluizenaar, ver van alle dorpelingen, door wie hij geschuwd en gehaat was, de oude Manda Septantine, van wien de roep ging, dat hij tooveren kon. Toen Jacques, den top van de rots genaderd was en in de verte den bijkans onbercikbaren schudhoek van den grijsaard bemerkte, riep hij zoo hard als hij kon: Manda Ma. De door weer en wind geharde kop van den zonderling kwam boven den rotsrand te zien. Wie is daar ? En wat wilt gij ? Ik ben het, Jacques Girandelle, de schoenmaker, gooi de touwladder naar beneden ... Zeg mij eerst wat gij van mij noodig hebt. Talm niet Manda, het gaat om ernstige zaken,gooi de lad-
\k
^
1 in ' •
9 E 1
*
1 *:
...'...
.- -
s
If m^^r
' il ' 1»
_
""
\
vT" —
i
. 1 ,.-
jy^
ii
■
Tllla Durleux In haar „home" bij Heemstede Onlangs heeft de duitsche actrice Tilla Durieux, die met haar man, den kunstkenner en uitgever Cassirer, in Heemstede een buitenhuis bewoont, in ons land een serie gastvoorstellingen gegeven. O.a. had zij in „Fedora", eertiids successtuk van Sarah Bernhard en van ome Theo Bouwmeester, den titelrol vervuld. De hartstochtelijke vrouw. Prinses Fedora, die Tilla moet spelen, zoo schreef indertijd onze medewerker gaf zij ons met al de passie, die in haar woont. Door de vrij ingewikkelde intrigue, die het »tuk ons biedt, leidt zij ons krachtig en kloek heen. Het eerste bedrijf, dat ten huize van Graaf Wladimir Audrigerich speelt, begint met een „nu is het hek van den dam tot.... de verloofde binnenkomt. Prinses Fedoro. Als zij verneemt dat deze niet thuis is, besluit zij te wachten Eensklaps gaan de deuren open en de graaf, doodelijk gewond, wordt het huis binnengedragen. Eenige oogenblikken later sterft de graaf zonder in staat te zijn geweest den naam van den moordenaar te noemen. Plechtig zweert Fedora den schurk te ontdekken, aan zich te binden en dan den genadestoot toe te brengen. Zoo. brengt het tweede bedrijf ons in de salons van Fedora te Parijs, die heeft weten te ontdekken, dat Boris Ipanoff het laatste bij Wladimir was en dus de moordenaar moet zijn. Lang speelt Fedora het gevaarlijke spel der voorgewende liefde, maar moet ten slotte, vooral als Boris zich weet te rechtvaardigen en te bewijzen, dat hij om wettige redenen Wladimir doodde, haar liefde bekennen. Nu zal eindelijk de „lune de miei" van Boris en Fedora beginnen, als helaas niet, door het schrijven en een aanklacht van haar, Boris' broeder veroordeeld was geworden. Mevrouw Ipanoff trekt het gebeurde zich dusdanig aan, dat zij van verdriet steift. Boris zweert zijn broeder te zullen wreken en Fedora, geen anderen uitweg meer ziende, neemt het Byzantijnsche kruis, waarop zij eens zwoer, opent het en neemt het vergift in, dat het bevat. Dan bekent zij aan Boris alles. De wijze waarop Tilla Durieux haar rol vervulde werd algemeen gehuldigd. Een van de grootsten der grooten is zij, schreef men ons van andere zijde. Een tooneelspeelster, die het métier ten volle verstaat en beheerscht. Want 200 iemand, dan is Tilla Durieux een vrouw, die op de planken voortdurend blijk geeft van haar bijzonder intellect. In onzen modernen tijd kent men in sommige wereldsteden weer iets van de eens, vooral in Parijs, zoo beroemde intellectueele salons. Zulk een salon heeft de begaafde actrice om zich heen, hetzij ze in Berlijn vertoeft, hetzij ze, zooals een tijd lang gedurende den oorlog het geval was, in den vreemde is. Bij haar aan huis komen, in haar kring te verkeeren is een geestelijk genot. Men bedenke wel, dat zij de echtgenoote is van den wereldberoemder uitgever en kunsthandelaar Paul Cassirer. Om deze beide interessante menschen heen heeft zich in den loop der jaren een schare van internationale leiders op intellectueel gebied verzameld. Schrijvers, schilders, beeldhouwers, acteurs van naam treffen elkaar in den huize Cassirer, waai de gastvrouwe de kunst van het ontvangen en van het samenbrengen van menschen, die voor elkaar beteekenis hebben, in zeer bijzondere mate verstaat. Men kan zich dus wel voorstellen, dat het leven van deze vrouw rijk aan afwisseling, maar ook vermoeiend is en misschien is het wel aan het verlangen om tenminste een rustig plekje op aarde te hebben, toe te schrijven, dat Tilla Durieux haar man wist te bewegen haar een te Heemstede aan het Spaarne gelegen villa ten geschenke te geven. Daar kan zij volop genieten van de heerlijke natuur en van haar mooie honden, voor wie zij, groote dierenvriendin als zij is, een zwak plekje in haar hart heeft. In een echt Hollandsch huis kan zij haar zomervacantie doorbrengen. Zij mag als tooneelspeelster klagen over het feit, dot men in ons land over het algemeen meer voor muziek dan voor het tooneel schijnt te .voelen — daaraan schrijft ze ook toe het ontbreken van een werkelijk goed ensemble, waarvoor hier geen reden van bestaan is — Holland en zijn kunst zijn haar lief. Op het gebied van de tooneelspeelkunst heeft zij, naar zij zelf verklaarde, genoten van het door Greetje Lobo in „Pygmolion" vertoonde spelDoch de interesse van een vrouw als Tilla Durieux bepaalt zich niet slechts tot de door haar zelf beoefende kunst- Dat zij zeer veel gevoel heeft voor onze zeventiende eeuwsche schilderkunst is bekend en zij pleegt dan ook volop te genieten van een tweetal in haar bezit zijnde teekeningen van niemand minder dan Rembrandt. Het is voor het tooneel te hopen, dat nog lang een zoo zeldzame, artistieke en begaafde vrouw als Tilla Durieux, plankenland trouw zal
blijven.
der naar beneden, gij zult er niet slecht bij varen. Weinige oogenblikken later, zag de jonge man. iets door de lucht zweven, dat hij met flukse en zekere hand greep. Het was cen primitieve touwladder, waarvan Manda Septantine het boveneinde vasthield. Met vlugge voeten klom Jacques omhoog, en hoewel hij*, als een kind der bergen, het stijgen gewend was, kostte het hem inspanning om den top van de rots en de woning van den toovenaar te bereiken. In diens huit viel hij op een houtblok neer, dat als zetel diende. Wat wilt ge van mij, herhaalde Manda. Je raad en je hulp. Men zegt beneden, dat gij veel vermoogt. En ik heb iets noodig, waarvoor ik graag .... Laat ons eerst over de zaak spreken en dan over mijn loon, alles moet betaald worden naar de waarde, welke het heeft. Jacques haalde diep adem en begon zijn verhaal. Hij vertelde hoe hij en Bruno Vcmaire de mooie Mariette Bonnin beminden. Hoe 't meisje dan eens den een dan weer den ander den voorrang gaf, zonder tot een beslissing te kunnen komen. Hoe hij, Jacques, niet langer wilde wachten en van den toovenaar een middel vroeg, waardoor hij kon weten, wie van beiden Mariette tot bruid zou \'e rk rijgen. Wanneer het Bruno is, laat zij het dan zeggen, zoo kan ik niet voortleven. De toovenaar had den jon gen man rus.ig laten uitspreken en zag hem na afloop van zijn mededeclingcn doordringend a a n. Dus, zei hij met zijn eentonige stem, gij wilt van mij, dat ik u het middel no-em om Bruno Vcmaire te verwijderen. Jacques schrok even, toen hij de harde onomwonden waarheid hoorde en bemerkte dat de oude hem geheel en al doorzien had. Hij aarzelde slechts korten tijd en antwoordde toen alléén met ,,)a". Geef mij twee goudstukken en ik zal u aan het middel helpen. Wat, twee goudstukken. Ik heb op slechts één gerekend en vond dit rijkelijk veel. De toovenaar gaf geen antwoord, nam de touwladder weer op en deed alsof hij deze wilde uitwerpen om den bezoeker gelegenheid te geven zich te verwijderen. Wie wel de schat wil bezitten, doch het offer niet wil brengen, die moet mij niet otn mijn hulp vragen. Jacques zuchtte, haalde zijn beurs uit zijn zak en schudde den inhoud op het blok, dat in de hut van Manda tot tafel diende. Het waren twee goudstukken. Manda nam het geld, stak het in een zak, die blijkbaar
verbargen was tusschen de voorstel, dat hij van den toovehout geslagen. Door den regen Toen Jacques ten tweede plooien van het lange kleed, naar had geleerd. was het ijzer ervan met roest maal tevergeefs zich had ingewaarin hij gebuid was. Bruno keek hem ereis aan. bedekt. spannen, scheen het, alsof hij Toen lei hij bei z'n handen Weet je wel wat je daar voorKortinadat Jacques fier plaatse plotseling door een algemeene op den schouder van den jonstelt. Kijk ereis vriend, hoe mijn was gekomen, verscheen ook inzinking werd overvallen. Was gen man en sprak hem als spieren zijn en bedenk je nog Bruno. Net toen zij samen het de teleurstelling of woede ? volgt toe. ereis. Terwijl'hij dit schertsend waren, flitste de eerste bliksem Hij dacht aan den toovenaar. Jongeman, weet, dat Manda zeidc, had Bruno zijn mouwen door de lucht en rommelde in De ellendeling, die hem beSeptantine uit de sterren geopgestroopt en zijn krachtig de verte de donder. drogen had. Waar bleef nu de heimen leert, die voor de angespierde armen getoond. Dit was een reden te meer tooverkracht van het geheimdere stervelingen verborgen Jacques liet zich hierdoor niet om zich te haasten. Voor het zinnige kruid. zijn. Wie hem volgen wil, kan van de wijs brengen, doch antoverige was de Val Cranioux Lange tijd werd hem niet alles bereiken, wat hij hen woordde, dat wat hij voorstelde, al een heel weinig aantrekgelaten om over dit alles na voorspelt. Kent gij den Val een soort gods-gericht was, kelijke plaats om lang te verte denken, reeds had de gehate Cranioux ? waarbij gewoon menschelijke blijiven. tegenstander zijn handen om 't Ja. krachten geen doorslag zouden Bruno plukte een halm af, blok geslagen en noodde hij Het is een plek, waar groote, geven. scheurde het gras in twee onhem uit, om met tellen te behooge eiken groeien. De houtNa eenigen tijd heen en weer gelijke deelen en hield deze in ginnen. hakkers dringen er slechts gesproken te hebben, werden zijn handen achter den rug. De regen begon te vallen. zelden door. Zij zijn bevreesd de beide mannen het eens. Zij Wat kies jij Jacques? Deze Op de eerste druppels volgden voor de geesten, welke er zouden elkander bij het opwees de rechterhand aan en stroomen water. wanen. Ga naar beneden in 't komen van de maan boven trok daardoor het korte stuk, Schiet op Jacques, riep Bruno, dorp en zoek uw schoolmakkcr op de rossen treffen, die van dat hem het recht gaf, het aan die dwaasheid moet een en mededinger Bruno Vertwee strootjes het kortste trok eerste zijn krachten te proeind komen. naire en spreek tot hem: Wiij zou beginnen, ieder der tegenbeeren. Hij had zich languit in het beiden beminnen Mariette Bongras gelegd, z'n lichaam maakte nin, slechts een van beiden kan een rechthoek met het stuk haar trouwen. Laat er thans hout. Z'n beenen had hij schrap een goasgericht zijn tusschen gezet. Hij omvatte de wig met u en mij. Hedenavond bij het zijn linkerpalm en greep met opkomen van de maan zullen zijn rechterhand stevig den opwij boven op de rotsen van sta and en kant van de open den Val Cranioux zijn. Tusspleet. schen de eiken rullen wij een Toen spande hij zijn spien-en. boomstronk vinden, wxdke daar Jacques had geen oog van eens door de houthakkers is • hem af en met een stem, die achtergelaten. In dezen stronk haast niets menschelijks meer bevindt zich nog een verroeste had, lelde hij, terwijl de dondar wig door de hakkers achtersteeds luider zich deed hooren gelaten. en de storm loeide. Wie er van ons beiden in Bruno boog zich plotseling slaagt, om dezen stronk zonder als een veer. Het blok gaf mee 1V(*MÉ'-M.M,'HiW. andere hulp dan zijn handen en wankelde. Toen klonk een het eerst van zijn plaats te kreet van triomf en van hevige brengen, die zal overwinnaar smart tevens. Het blok was zijn. De andere verplicht zich, omgetrokken, doch tegelijkertijd om het land te verlaten en niet had de wig losgelaten en was meer te trachten de hand van Bruno's hand tusschen het Mariette" te winnen .... terugtrekkend hout bekneld. De grijsaard had nog niet Jacques zet de wig er weer uitgesproken, of Jacques stoof in, gauw. woedend op. De roepende, smcekende stem Wat, jij noemt je een toovewerd door den-storm overwelnaar? Een duitendief noem ik digd. Jacques gaf geen antjou. Ge durft mij dien raad woord ... hij was er niet meer. te geven, terwijl een ieder weet De „bloemrlike" aanwinst van de Residentie Toen hij met een oogopslag dat Bruno véél sterker is dan De bloemenkiosk'op het Buitenhof. had gemerkt hoe zjjn tegenik en hij dus zeker in dit z.g. stander bekneld en gevangen godsgericht overwinnaar wordt. standers had het recht viermaal Met rustige stem telde Bruno was, had hij het op een loopen Zwijg knaap. Wanneer je gedurende tien tellen te protot tien. gezet. In zijn hart was een jeugd je niet tot verontschulbeeren. Hij., die het eerste den Jacques had in het machtige beestachtige vreugde. De toovediging was, ik zou je uit mijn groot en boomstronk omver trok hout geen beweging weten te naar had het toch wel goed woning jagen. Begrijp je dan • was de winnaar, de andere zou brengen. voorspeld. nog niet, dat Manda Septanniet meer naar Trois Mouüns Toen was het Bruno zijn Toen Bruno Vernaire zijn tine je niet met leege handen terugkeeren. beurt. toestand begreep, poogde hij zal wegzenden. Hier hebt ge Alles was tusschen Jacques en Intusschen had het onweer de wig weer machtig te workruiden van mij, neem deze Bruno geregeld, zonder dat hoe langer hoe meer de plek, den. Dit lukte hem, doch tevermede. Voor dat gij den weg iemand anders van den afwaar de twee mannen om hun geefs trachtte hij met zijn linnaar den Val Cranioux betreedt, spraak iets had vernomen. levensgeluk streden, bereikt. kerhand 't reddende instrument neemt gij deze kruiden en trekt Dien avond pakten zich de Nu is het mijn beurt, riep tusschen het hout te drijven. er met uw bloote handen de wolken samen. Het was een Bruno. Hij zette zich op het Tevergeefs wilde hij zijn bergbladen af. De eene helft kauwt heete dag geweest en de lucht hout, probeerde er met kleine stok naast zijn hand in 't hout gij met de tanden fijn, de anwas vol electriciteit. schokken beweging in te brensteken en zoo de opening dere wrijft ge met uw handen Jacques ging den berg op, gen, waarna Tiij zijn. groote verwijden. Niets lukte hem. tot pulp. De stengels draagt gij nadat hij vooiraf de kruiden hand om de wig sloeg, met de Hij poogde, door te met u mee naar boven. En gij had behandeld, zooals de grijsbedoeling, het blok ■ zoo te schreeuwen de aandacht te zult zien, dat ik u geen ijdele aard boven op den berg hem lichten, doch voordat hij zoo trekken. De storm was sterker belofte deed. zulks had voorgeschreven. Zij ver kon komen, had Jacques dan zijn stem. Tevergeefs Jacques verbet den toovenaar. waren bitter, met een eigennerveus klinkende stem alreeds trachtte hij de bovenmenscheHij deed zijn best om door aardigen scherpen bijsmaak. „tien" doen hoo.ren. lijke smart te doorstaan en zijn niemand van de dorpelingen De geheimzinnige handeling Nu was 't wederom Jacques beenderen kapot te rukken. gezien te worden. Wat hem had zijn vertrouwen in de gezijn beurt. Ook hij spande Nu bleef hem maar een ding blijkbaar ook gelukte. beurtenis versterkt. Hij kwam tevergeefs: zijn krachten in. over. In zijn zak had hij een Den anderen morgen zocht het eerste boven en vond werTerwijl de donder sterker mes. Hij had zich op zijn hij Bruno op, die in het woud kelijk den boomstronk, waarvan roffelde, hoorde men Bruno's knieën gelegd en door zich bezig was een machtigen eik Manda Septantine had gerustige stem, acht.... negen.... voorzichtig om te draaien, kon te vellen en hij deed hem het sproken. Een wig was in het tien tellen. hij 't wapen te voorschijn halen.
mt'-^Ê
m^mmÊÈSÊ^mé^t^ÈÈMC'
■'^"v^
het open maken en met het vreeselijke werk begimnen. Maar toen het mes het been raakte en hij met inspanning van al zijn kracht het been wilde doorzagen, overviel hem plotseHng een zwakte. Zijn hoofd sloeg op het blok en hij viel bewusteloos neer. Den volgenden dag was er groote ongerustheid in het ouderlijk huis van Bruno. Wat nooit gebeurd was, moesten zij nu constateeren. Hun zoon was dien nacht niet thuis gekomen. Hun eenige hoop, dat hij onverwacht voor zijn baas een werk had moeten verrichten, waardoor hij niet terug kon komen, werd spoedig allen grond ontnomen. Toen de margen voorbij ging zonder bericht, besloten de dorpelingen met Bruno's baas aan het hoofd, hem op te zoeken. Als zij de woning van Jacques voorbijgingen riepen de mannen hem om mêe te gaan, zijn vriend te zoeken. Girondelle was opvallend bleek. Doch hij dorst niet te weigeren. De dorpelingen wisten allen, dat Bruno z'n mededinger naar de hand van Mariette Bonnin was. Had hij geen gevolg gegeven aan de uitnoodiging om mee te doen aan het reddingswerk, hoe licht was er dan een verkeerde uitleg aan zijn beweegredenen gegeven. En dit moest Jacques zeker vermijden. Mannen en honden doorzochten de bosschen tot laat in den middag. Maar alles was tevergeefs. Totdat Jacques, wien de last der onzekerheid hoe langer hoe zwaarder was, voorstelde naar den Val Cranioux te gaan. Teneinde raad volgde men z'n advies. Men deelde het gezelschap in kleine groepjes in. Jacques met zijn gezellen ging vooraan. Hij merkte niet, hoe de struiken hem in het gezicht sloegen, hij wilde, hjj moest vooruit. De mannen riepen elkaar toe om niet van elkaar te raken. Hó ... hé ... hi, zoo klonk
het tusschen de struiken en boomen. Plotseling hoorde men de stem van Bruno's baas, den ouden houthandelaar Luguet. Hier makker, hier, dezen weg. Oh Die laatste uitroep was van zoo vreeselijken schrik, dat het hen die het hoorden, koud om het hart werd. Jacques sprang tusschen de struiken en ijlde vooruit. Toen hij biij den boomstronk kwam hield hij stil, hij sloeg de hand omhoog en viel bewusteloos neer. De aanblik was vreeselijk genoeg. Bij den stironk lagen de vormlooze overblijfselen van verscheurde kleeren, afgeknaagde beenderen, een bebloed mes zag men op dén grond liggen. Eèn vreeselijk drama vertoonde zich daar. De tragedie van 'n machteloozen man, overvallen door de hongerige wolven. Zijn tegenstander was uit den weg geruimd. Het veld dus vrij. En toch stelde Jacques 't eiken dag weer uit om Mariette te vragen de zijne te worden. Op hem rustte nog 'n schuld tegenover den toovenaar. Hij had hem beloofd, een mud boonen te zullen brengen, zoodra alles in orde was. En de oude had hem reeds een waarschuwing doen geworden. Na lang talmen trok Jacques eindelijk de stoute schoenen aan en begaf zich naar het huis der Bonnins. Mariette zat voor het raam. Zij was in het zwart gekleed, als droeg zij rouw. Toen Jacques naderde, bleef zij met haar werk doorgaan. Vader en moeder zijn niet thuis, riep zij. hem toe, als zij zag, dat Jacques haar woning naderde. Ik kom niet voor je ouders, maar voor jou, Mariette. Zijn stem klonk onvast, toen hij haar van zijn liefde sprak en haar vroeg zijn vrouw te worden. Stel je dat uit je hoofd, [acques Girondelle. Nooit zal ik
de jouwe worden. Mijn hart heeft aan Bruno Vernaire toebehoord toen hij leefde. Het komt hem nog toe sinds hij dood is. Jacques probeerde zijn kans te bepleiten, doch het meisje wees hem af. Ga weg, riep zij in woede uit, ga weg. Ik wil je hier niet meer zien. Een man, die de nagedachtenis van zijn vriend schendt, dien veracht ik. Geslagen, een man zonder hoop en zonder verwachting, kwam Jacques thuis. Kort daarop verliet hij weer zijn woning en begaf zich ditmaal naar de grot, waar de oude toovenaar zijn verblijf had. Manda Septanfin had den jongen man zien aankomen en wachtte hem op. En, waar is het mud boonen, dat je me zoudt brengen. Schaam je je niet, om nog iets te vragen, jij, die mij bedrogen hebt. Wat bedrogen. Hoe durf je het zeggen. Heb ik je niet het middel genoemd om van je medeminnaar ontslagen te worden. Durf je soms zeggen, dat dit niet je doel was. Bruno is weg en zijn ziel komt niet meer terug. God hebbe zijn ziel, antwoordde Jacques, wien een rilling door de leden ging. Wat geeft mij zijn dood, nu Mariette mij niet tot man wil. Dat is jouw zaak. Ik heb den tuin helpen veilig maken. Aan jou was het om de roos te plukken. Je hebt me beloofd, dat Mariette mijn vrouw zou worden, ging Jacques vasthoudend verder. Dat is niet waar, leugenaar. Wat, ik een leugenaar, jij bent een dief.... Zoo volgde het eene woord het andere en het duurde niet lang of beiden wierpen elkaar de ergste verwijten naar het hoofd. Jacques .schold den toovenaar voor een bedrieger, deze zijn tegenstander voor moordenaar. Als ie me niet geeft wat mi]
toekomt, dan zal ik beneden in het dorp bekend laten maken dat Bruno niet alleen op den Val Cranioux was, dien avond van zijn dood. Deze bedreiging deed Jacques zoo buiten zich zelf raken, d^t hij den ouden toovenaar te lijf ging. Een vreeselijke worsteling ontstond op het kleine pla« te au voor de grot. Beiden hadden slechts een doel, den ander van de rotsen af te storten. Ondanks zijn ouderdom scheen de oude man de overhand te zullen krijgen. Hij wist Jacques naar den ran
r
Het Provinciehuls te Assen
Het provinciehuis, rechts grenzende aan het gouvernementshotel en links aan het stadhuis, gelegen aan den Brink, werd in de jaren 1883—1885 gebouwd.
Een typisch frlesch hofje
Het beroemde Popta-gasthuis te Marsum,
'
■
T'
" (Den 10 Augustus van hel jaar 1925 woedde een cycloon boven het Oosten van Nederland. Hel dorpje Borculo werd verwoest.)
Dat lag niet in zijn lijn. De verzekering-sagent trachtte den winkelier met alle geweld tot zijn klant te maken. Moet u zich niet tegen brand verzekeren ? Ben ik al. Inbraak ? Ben ik al. « Overstrooming ? Waarom zou ik me tegen overstrooming verzekeren. Kun : je ooit in je leven een «ver' strooming maken ? Altijd baai bown baas. Die man is zoo beroemd dat wanneer bij iets schrijft, men 1 hem graag f I.— per woord j betaalt. Da's uiets bijzonders zei de f oude Jonas, wanneer ik schrijf f'krijg ik twee gulden per woord. Wat schrijf je dan? Jonas Smit. En ze betalen m'n O'uderdums-pensioen erop uit, f 4. — . Net twee gulden per woord. Modern sprookje. D'r was ereis een huisbaas, ; die geregeld bij zijn huurders kwam om te vragen of er soms ook iets moest worden verbeterd.
De lucht betrekt, De lucht wordt zwart, De dag wordt nacht, De blik verstard. De storm steekt op (De mensch in nood) Zijn adem zaait Verderf en dood.
Het oog befloersd, Het hart wordt week. Om al het leed In deze streek. Het schaam'le dak Viel boven 't hoofd, In één slag arm En wreed beroofd.
Neerstortend puin Waar 't oog ook staart. Wat eens bestond Ligt nu ter aard'! Door nijv're hand Eens opgebouwd. Ruïnen nu Van steen en hout.
Ma^r toch.... Maar toch.... Als ieder geeft Iets van het beetje Dat hij heeft. Dan heeft een elk Wat schoons gedaan, Zoo wreekt men zich Op zoo'n orkaan.
Verheft uw stem. Keert gij het lot? Keert gij den storm Die boomen knot? Waar blijft uw wil, O nietig mensch. Gij wordt geleefd, Gij hebt geen wensch.
Zucht nu niet lang Van „Ach" en „0' , Maar zendt uw deel Naar Borculo. Toont dat de mensch, In stormen „klein", In naastenliefde ,,Groot" kan zijn. CHEF VAN DIJK.
Een kwestie van plaatsing. Heb je geiioord, dat van Lummelen zoo'n mooie positie heeft gekregen? Wat zeg je. Van Lummelen, zoo'n groote nul. Ja, nu zie je al weer, het hangt er heelemaal van af, waar ze de nul zetten. Hij haalde ze wel in. De heelc Jazz-Band stond klaar om te beginnen. Maar tie saxophonist was nog bezu< om iets aan z'n instru-1 ment te veranderen. Begin ahast maar, zei deze artist tuen, ik haal jului wel in. AUijd hetzelfde. En vro'g mevrouw aan het meisje, dat zich kwam presenteeren; waarom ben je uit je vorige betrekking ontslagen? Wegens goed gedrag. Wegens go^d gedrag ? Ja, dat is vreemd. En nu moet u nog weten, dat ze d'r altijd over klaagden. Hij wcs geen stijf kop. Commissaris van politie tot gearresteerde: Wat vertel je nou ? r.istrrcn heb je me een heel ander verhaal gedaan. Gearresteerde: Ja maar, daar wou u niks van gelooven . . . Geen keus. Vrouw is 't eten klaar .5 Neen sdrat, we zullen wel uit eten moeten gaan. Ik kon nergens het mesje vinden om de busgroenten open te maken.
Zijn verontwaardiging
De pessimist
Niet zoo bedoeld
— Zoo Krelis, niet meer op de haringvan gst? — Nee, m'nheer. Ik heb 'n nieuw baa nlje gekregen. Maar 't gemeene is, dat ze me dat gegeven hebtien, nou m'n oogen niel meer 200 goed zijn.
En wat is je beroep. Doodgraver, om u te dienen, mijnheer de commissaris.
Maar Marie wat ben je toch onhandig, nou heb je mijnheer z'n mooie aschbak gebroken. Wat moet ik hem zeggen, zoodat je geen standje krijgt. Marie: Zegt u dat u het gedaan heeft mevrouw.
De hengelaars-club was uit geweest. Eerst sport, daarna een genoegelijk samenzijn. Hoe meer er gedronken was des te grooter werd de visch, die men had gevangen. Eindelijk ging men naar huis. Vlak voor de deur stond een verkeersagent, die beide armen had uitgestrekt. Zeg ... Jansen, hik. Kijk die vent hik, daar ereis hik. Da's nou werkelijk nog grooter, leugenaar dan jij, hik. Zoo ongeveer hetzelfde. De jonge man had met veel drukte zitten vertellen over wat hij geloofde en niet geloofde. Dus, waarde heer, je bent wat je noemt een vrijdenker, iemand die niets gelooft ? Dat is nu niet precies zoo mijnheer. Ik geloof maar in dingen, die m'n verstand kan begrijpen. Noui ja, zei de oude man dat is toch zoowat hetzelfde. Zij zag het niet zoo donker in. in. We waren erg trotsch op ons oud perzisch tapijt en omdat ik naar kantoor ging, had ik m'n vrouw op haar geweten gedrukt, toch vooral ons nieuwe meisje aan haar verstand te brengen, voorzichtig ermee te zijn. Toen ik thuis kwam, informeerde ik er naar, hoe de kennismaking was uitgevallen. Heel goed, zei m'n vrouw. En heb je haar van 't tapijt verteld ? M'n vrouw lachte. Och, ik heb tegen haar gezegd: Greta, wil je er vooral op letten, dat je voorzichtig bent met dat kleed. Het is heel oud. Greta had toen het tapijt aangekeken en goedmoedig geantwoord: Maak u maar niks ongerust mevrouw, we zullen wel zorgen dat het de eerstvolgende schoonmaak haalt. Noodige maatregel. De gids liet de bijzonderheden van de plaats zien en zoo kwamen ze bij de plek, waar 't vorige jaar de overstrooming was geweest. Een streep en opschrift memoreerden dit bijzondere feit. De bezoekers keken vol verbazing naar deze streep. Ia het water werkelijk zóó hoog gestegen ? Neen, niet precies zoo hoog, zei de gids, een meter lager. Maar ziet u, we hebben 't daar maar gezet, omdat die akelige kwajongens telkens de letters uitveegden.
M00R H ET
I
F^OT LOOD
l™!
MICHE
■
"
'|
Gruf d'Eiclival, een tttt trouchedclmaa, bewoont met lijn hmllic het UmlUekuteel, ID het dorp leefde een vrouw, die een kindje had. deze vrouw stierf en het kindje wordt in het huis van Graaf d'Erdevnl's zoon opgenomen. Het kind la zeer gehecht man den oudsten kleinzoon van den graaf ]can. Zij is een mooi kind. rustig «o lotelligest, doch schoollessen kan ie slecht leeren. De dokter schrijft dit aan luiheid of zenuwachtigheid toe. Jean gelooft dat zij wel degelijk alles hoort en begrijpt. Jean heeft een gtaprek met den dokter en daaruit blijkt, dat hij echt jongensachtig verliefd Is op een zekere mevrouw Guervllle. een coquette, Mlche volgt het gesprek co als de dokter weg Is laat ze merken, dat ze mevr, Guervllle niet mag. )ean heeft door zijn lastig jongenahumcur de gunst van zijn grootvader verspeeld. Simone, zijn zusje, staat nu meer in de pas. Jean ia gelukkig dat mevrouw Guervllle hem op het diner vraagt, dat zij ter gelegenheid van haar verjaardag zal geven, Mi ehe toont hoc groot haar liefde voor )can Is, door hem zelfs haar weinige spaarpenningen aan te bieden, zoodal hij naar het feest kan gaan. De oude markies stuurt zijn zoon voor diens vrouw een rijpaard. Het dier kwam vergezeld van den rijknecht van den Markies, Deze man bleek een onuitstaanbaar wezen. De Markies scheen heelemaal onder zijn invloed, terwijl hij zich tijdens het verblijf bij diens zoon, heelemaal niet aan de regelen van het huis stoorde. De man blijft zich echter aan niemand storen. Het is onbegrijpelijk hoe de oude Markies onder den plak van den man blijkt te staan. Iedereen merkt dit op. Na groote onaangenaamheden vertrekt de man weer naar het kasteel van den Markies. Ook daar speelt Anatole een groote rol en) tyraniseert iedereen, Menschen en dieren zijn bang voor hem. Kennissen van den Markies die bij hem logeeren kunnen er niet over uit. dat deze man zoo'n rol speelt. Mijnheer d'Erdival, ontmoet de kleine Mlche weer en vraagt haar of zij ook weet hoc die Anatole heet Het kind vertelt den Graaf dat Anatole, Malausson heet. De Graaf Informeert naar Miches vorderingen.
„O," zei Cerisy; „dat is onbegrijpelijk; ik dacht dat ze al dertien was!" „Waarom wil je toch niet leeren, Miche; waar ben je dan nuttig voor?" „Ik werk, mijnheer de graaf! Ik 'werk met mijn handen; omdat de zusters en ook dokter Bouvier gezegd hebben, dat ik mijn hoofd met rust moet laten ...." „Dokter Bouvier; ik hoop niet dat je het hem zoo moeilijk maakt als de zusters; enfin, je werkt dus; op het land ? jö| bent toch nog niet sterk genoeg daarvoor?" „Wel zeker," zei Miche, „ik ben flink genoeg daarvoor; maar op het oogenblik doe ik het niet; mijnheer de Markiesi laat mij de bibliotheek in orde maken!" „Wel, wel," zei de graaf verbaasd, „daar heb je wel honderd jaar werk aan!" „Misschien niet zóó lang, .mijnheer de graaf; maar vlug gaat het niet."
LEVENSPROBLEMEN Mej. S. te Amsterdam schrijft mij, dat zij sinds bijna twee jaren in zeer vriendschappelijke verhouding staat tot een heer, dien zij haar „jongen" noemt. Officieel verloofd, zoo zegt juffr. S., hebben wij ons nooit, doch voor ons zelf en nog heel veel anderen, waren wij dat wel. Bij onze wederzijdsche oudc-lui kwamen wij dagelijks thuis, tot ik vóór drie maanden een kwestie met zijn moeder kre-eg, die ik reeds langer dan een jaar had uitgesteld, natuurlijk ten pleziere van mijn jongen. Sindsdien bleef hij altijd bij mij thuiskomen, doch ik niet bij hem. Zeer begrijpelijk is zoo'n toestand voor den man verre van aangenaam, doch voor mij is het veel prettiger, temeer, daar ik weet, dat m'n a.s, schoonmoeder, niet alleen zoo tegenover mij handelde, doch er zelfs in slaagde om een anderen getrouwdenzoon kort na zijn huwelijk van zijn vrouw te vervreemden. Ik had gehoopt, dat dat de beste oplossing zou zijn, wanneer wc elkaar niet meer zagen, was er tusschen mijn jongen z'n moeder en mij geen reden voor oncenigheid. Doch ik heb mij vergist. Ondanks het feit, dat mijn aanstaande al 31 jaar is, blijft z'n moeder hem voor zich opeischen. Daardoor ontstonden nieuwe moeilijkheden. Mijn jongen toonde absoluut geen belangstelling meer voor mij, had geen vriendelijk woord voor me, snauwde en grauwde
„Hoe kun je de boeken sorteeren, als je niet eens lezen kunt; dat moet niet gemakkelijk gaan ?" Miche kreeg 'n kleur ejn antwoordde niet, „O, je schaamt je dus; dat is goed; maar waar kijk je naar?" Zonder te antwoorden holde Miche weg, stak de laan over en verdween uit het gezicht. „Wel, duivels; wat heeft ze gezien ?" vroeg Cerisy. „Zeker het rijtuig, waarmee de kinderen komen." Een oude boer kwam hen voorbij, groette beleefd en zei: Ja, daar is het rijtuig, dat de beeren van het station heeft gehaald!" „Ha, vader Constant; ik ben blij je te zien," zei de graaf, „ik had je vanmorgen en gisteren niet gezien," De oude man ontstelde: „Ik werk niet meer op het kasteel, mijnheer de graaf!" „Ge werkt niet meer op het kasteel," herhaalde Erdéval verbaasd, „en sinds wanneer, vader Constant ?" „Sinds mijnheer Anatole mij er uit heeft gegooid!" Twee tranen rolden over de gerimpelde wangen van den ouden boer; hij veegde ze met zijn mouw af en vervolgde: „Ja; hij heeft mij weggejaagd; en acht en veertig jaar werkte ik reeds op het kasteel, mijnheer de graaf; ik had al zes jaar gewerkt bij uwen grootvader, toen ik in dienst moest; dus ik had vier en vijftig dienstjaren op het kasteel te Saint Blaise! Is dat niet ongelukkig, om 'dan weggejaagd te worden ?" „Maar wat is er dan gebeurd, Vader Constant ?" „Ik had wat veel gedronken, mijnheer, de graat; ik weet wel, dat dat meer gebeurt; maar toch deed ik mijn werk en toen hij mij er op wees, was hij meer beschonken dan ik, veel meer en zelf doet hij nooit wat.
Nu, hij zó, dat wij allen stommeriken en dronkaards waren en ik antwoordde, dat hij dat wel mocht zeggen, indien hij zelf niet nog meer dronken was dan ik en toen.... toen heeft hij me willen slaan, mijnheer de graaf. Toen heb ik hem een slag gegeven en viel hij op den grond en zóó boos was hij, dat ik daardoor werd ontslagen. Maar ik zeg u, mijnheer de graaf, die man gaat te gronde." „Wil ik eens met den markies spreken ? Vader Constant? Mogelijk neemt hij u dan weder in zijn dienst ?" De oude man schrok en zeide: „Doe dat niet, mijnheer de graaf;. Gij zoudt questie krijgen met uwen Vader; en wat erger is: in vergelijk met mijnheer Anatole telt gij niets — noch gij — noch een ander! Vroeger was het steeds: mijn zoon dit; mijn zoon dat en kwam de markies altijd met ons over u praten; nu nooit meer.... nooit meer!" „Arme Vader Constant!" het spijt me werkelijk, dat ik niets voor u doen kan!" „Pas op uzelven, mijnheer de graaf op mevrouw de gravin, op uwe kinderen .... En vooral op mevrouw DevillieTS is hij woedend; waarom weet ik niet; maar laat zij oppassen de arme dame ..." Mevrouw Devillicrs komt dit jaar niet te St. Blaise; zij blijft aan zee met jongejuffrouw Simone!" „Wel; ik heb een voorgevoel, dat dat beter voor haar is; de arme dame!...." Dit jaar bleven mijnheer d'Erdéval en zijn twee zonen niet lang op St, Blaise en Miche profiteerde niet veel van het gezelschap van haair vriend Jean. Bovendien nam 'mevrouw de Guervllle hem veel in beslag en flirtte steeds met hem. De palfrenier kon Jean niet uitstaan en plotseling werd Olivier nu de uitverkorene zijns grootvaders. Het was wel een bescheiden uitverkorene en hij kw^am pas heel veel na mijnheer Anatole; doch in elk geval: uit-
maar steeds, deed al 't mogelijke, waarvan hij wist dat het mij hinderde. Toen ik hem vroeg, waarom hij z,oo veranderd was, zei hij mij tenslotte rondudt, dat al was ik nummer éón voor hem, hij niet meer kon zijn, zooals vroeger, zoolang hij thuis door de verwijdering tusschen mij en z'n moeder geen leven meer had. Eindelijk is het j.1. Zaterdag tot een uitbarsting gekomen en zijn we van elkaar afgegaan. Ik voel mij ellendig, want ik houd werkelijk veel van hem. Wat moet ik doen ?
'Zoo de zaken nu staan, is er weinig hoop op een goede oplossing. Er zijn drie mogelijkheden. Of gij buigt het hoofd, óf uw jongen, óf uw schoonmoeder. Doet gij het, dan is er volstrekt geen zekerheid, dat binnenkort 't „drama" niet opnieuw begint. Doet uw jongen het, dan moet ge wel zeker zijn, dat hij niet weer zich door zijn moeder laat overreden. Wanneer uw schoonmoeder wilde toegeven, dan zou dit in het onderhavige geval het meest natuurlijke zijn. Wanneer ge dus zeker van uw liefde zijl en niet het gevoel hebt, dat het op uw leeftijd beter is liever heelemaal te breken en op een nieuw levensgeluk met een ander te hopen, schrijf dan een briefje aan zijn moeder, dat ge haar zoo graag zoudt willen spreken. Wanneer ze u wil ontvangen, zet haar dan hartelijk en eenvoudig uiteen, wat haar zoon voor u beteekent en hoe zijn levensgeluk toch ook hierbij een groote rol speelt. Vraag haar om wederzijds te probeeren elkaar te verstaan. Wanneer gij het met haar eens zijt. zal uw jongen blij wezen, dat deze oplossing is gevonden. Verloof u dan openlijk en stel zoo gauw mogelijk den huwelijksdag vast. Kunt ge met uw schoonmoeder niet tot een goede verstandhouding komen en blijft haar zoon op het standpunt staan, dat hij ook dan zijn moeder niet voor u opgeeft, wees dan blij dat het tusschen u beiden uit is. Een man, die niet kiezen kan, wordt nooit een goed echtgenoot. M.'E. R. CURIUS.
Uw geval is een van die vele moeilijke vraagstukken, waarbij meer dan een leven onnoodig verknoeid wordt door de botsing van karakters. Het is uiterst lastig hierin raad te geven, zeker wanneer men de personen niet goed kent en hun eigenaardigheden in kleinigheden niet kunt beoordcelen. Eerlijk gezegd, lijkt ge mij niet zonder schuld. Uw z.g. schoonmoeder is een van die typen, welke als moeder niet kunnen begrijpen, dat er een moment komt, dat een kind tot mensch wordt en de moeder op de tweede plaats raakt, Xu lijkt het mij, dat gij haar het ook niet makkelijk hebt gemaakt. Met wat tact, wat inschikkelijkheid komt men toch zooveel verder dan met stokstijf op het paard te blijven zitten. Wanneer zijn moeder van uitgaan houdt, vraag haar dan mee te gaan. Wanneer zij lastig van aard is, tracht haar dan, zelfs met een schertsend woord, te kalmeeren.
yerkoran was hij en dê markies wilde dit jaar St. Blaise aan Olivier vermaken. Mijnheer Anatole oordeelde het verstandig een goede verstandhouding te scheppen tusschen zichzelven en den toekorastigen eigenaar van het kasteel. De Erdévala hadden al spoedig bemerkt, dat mijnheer Anatole zoo bang als een haas was en toch was het goed, dat de oude markies zich veilig voelde onder de vleugelen van zijn vriend en vertrouwde; want, dank zij de kwade practijken van mijnheer Anatole, waren de „beide patroons van St. Blaise," zooals men hen noemde, zeer gehaat. Telkens vielen heftige tooneelen voor, met de bevolking, soms in de keuken of in de stallen. Eens had Jean een armen ouden bedelaar uit de handen van den palfrenier gerukt en dezen zonder omslag toegeroepen : „Als ik u daar ooit weer op betrap, neem ik u bij den nek en gooi u in de Vire. Begrepen ?" (Wordt vervolgd.)
MET ONZE JONGENS OP STAP Naar het land van Wolf heze Op oen goeden morgen kwamen ze bij me aankloppen. „Gaat u mee, oom?" vroegen ze. „Zoo vroeg al ? Waar gaan jullie dan wel naar toe ?' „Naar het land van Wolfheze, oom." „ Ja, maar " En ik keek naar de lucht. „O, dat is niets, oom. Wc kunnen wel tegen een regenbuitje U kunt zoo aardig vertellen, oom ...." Die laatste woorden maakte mij wel een beetje hoe zal ik het zeggen een beetje oom-achtig. O ja, laat ik u even voorstellen: onae jongens. Onze jongens — neef Cor, Piet en een paar kameraden, benevens nichtje Bob (Bob vanwege het bobbed-haar, want ze heet eigenlijk Truus) en een vriendinnetje. Ik blijf echter voor het gemak maar „jongens" zeggen. We gingen Och, het is wel aardig met jongens op stap te gaan. Ze zien wat, ze leeren wat en het is gezond. Van Arnhem naar Oosterbeek. Daar deden we een uur over. Toen den Wolfhezerweg af. „Jongens, wat een prachtweg," zei Bob. „Zoo echt landelijk. En de boomen meesit eiken." „Zooveel eiken heb ik nog nooit bij elkaar gezien," zei Cor. „En ze staan niet eens als soldaten op een rij." „Als we nu hier links afgaan, komen we bij de Wodans-eiken," zei ik, toen we een kwartier geloopen hadden. „Dat zijn me knapen, hoor!"
t CEMT
SPECIAL SIGARET
ONS SPORTHOEK JE
Weer voor de kinderen. Weer voor de kinderen en.. .. misschien ook nog wel voor vele grooten I Veteraan woont reeds vele jaren in een groote stad. Die groote stad biedt mij vele genoegens en ontspanningen. Over deze genoegens wilde ik het echter ditmaal niet hebben, doch over het volgende: Mijn stad is in het gelukkige bezit van drie zwembassins. Wat fijnl hoor ik vele van jelui al roepen. Ja fijnl Maar Veteraan is met dit aantal nog lang niet tevreden. In mijn stad behoorden er wel minstens een dozijn te zijn, want zwemmen is voor een mensch nuttig, noodig en gezond. Er is geen spel of sport op te noemen, die voor het menschelijk lichaam zoo gezond en nuttig is als de zwemsport en daarom achtte ik het gewenscht er ditmaal eens iets over te schrijven. Ons lichaam bestaat behalve uit organen, Daar hadden ome jongens wel eens iets beenderen en pezen uit 145 spieren. Deze spieren van gelezen. moeten zooveel mogelijk in beweging zijn. Rust „Zouden die boomen werkelijk iets te roest, is vooral voor ons lichaam een niet tegen maken hebben met Wodan ?" vroeg Cor, te spreken waarheid. Bij het zwemmen zijn alle toen we er voor stonden. 146 spieren in werking. Vandaar dat ik be„Dat kan immers niemand weten," zei weerde, dat zwemmen een nuttige en gezonde Bob wijsgeerig. „Wodan en Freya waren sport is, die helaas nog veel te weinig wordt goden uit het heidensch tijdperk. Ze zoubeoefend. den dus minstens tweeduizend jaar oud Goed kunnen zwemmen is ook dikwijls noodig. moeten zijn." Nog' gisteren las ik, dat in Koudekerke (op „Zoo is het," zei ik. „Niemand kan Walcheren) een 16-jarige jongedame drie kleine dat weten. Ze zijn in elk geval zeer oud. meisjes, die op 't punt waren te verdrinken, Men schat ze op zes-of zevenhonderd jaar." heeft kunnen redden. Hoe gelukkig zal deze Een der jongens nam een touw, dat hij 16-jarige zich na de redding hebben gevoeld en altijd bij zich draagt, en begon, met hulp hoeveel pleizier heeft zij van het feit, dat zij van zijn vriendjes, den stam van den heeft leeren zwemmen. diksten boom te meten. Nu heeft mijn stad, zooals gezegd, drie zwem„Vijf meter vijftig," zei-die. „Verbazend, bassins, maar zwemmen leeren in zoo'n zwemwat een booml" school laat ieders beurs niet toe en daarom „En nu stappen we den Wolfhezerweg dacht Veteraan: je moet de jeugdige lezers en weer over," zei ik. „We zullen eerst een lezeressen van ons blad de zwemslagen maar glas melk drinken bij het hotel en dan eens op papier uiteenzetten. Na grondige begaan we naar den duizendjarigen den, die oefening thuis op de matras van het bed en vlak bij het hotel staat." daarna wat gespartel in ondiep water onder Daar hadden de jongens niets tegen. toezicht van ouderen, smaak ik dan misschien „Zou-die wel duizend jaar oud zijn ?" het genoegen vele mijner lezers tot beoefening vroeg Cor. van een voor hen nieuwe en hoogst gezonde „Zaag 'm door ,dan kun-je 't zien aan en nuttige sport te hebben gebracht. de jaarringen," zei Bob. „Jij moet zien dat je onderwijzeres Het zwemmen gescjiedt met armen en beenen wordt aan de landbouwschool te Wagegelijktijdig en is een gecompliceerde, maar toch ningen," gaf Cor ten antwoord. gemakkelijk aan te leeren beweging. „Vroeger moef hier een welvarend dorp Ik zal hier alleen de z.g. schoolslag beschrijin de buurt hebben gestaan," zoo begon ven. Eerst de beweging van armen en beenen ik, toen we op de knoestige wortels van afzonderlijk, daarna de combinaties. Elke beweden boom waren gezeten. „Maar in 1584 ging afzonderlijk, daarna de combinaties. Elke stroopten de Spanjaarden de Vale-ouwe beweging afzonderlijk instudeeren hoorl Hier (Veluwe) af en bezetten het dorp en kasteel komen ze: van Wolfheze. Toen ze weer waren ver1. Armen voorwaarts^ strekken, handen met trokken, keerden de bewoners terug en de haridholten tegen elkaar. vanden niet veel meer dan puinhoopen." 2. Armen zijwaarts omroeien, palm van de „Zulke vernielers," zuchtte Bob. handen naar buiten draaien. „Opgravingen, in 1892 verricht, heb3. Armen onder de oksels doorhalen en handen ben de fundamenten blootgelegd van een onder den kin brengen (gevouwen). kerkgebouw uit de elfde eeuw, dat hier Nu de beenen: in den omtrek moet hebben gestaan; ver1. Beenen intrekken onder het achterlijf. der heeft men nog gevonden een paar Knieën flink naar buiten draaien, hielen gesloten. zandsteenen doodkisten, een altaarvoet en 2. Beenen spreiden, punten van de voeten verschillende ijzeren en zilveren voornaar buiten. werpen." 3. Beenen naast elkaar sluiten. Ik stond op — de jongens volgden Wanneer men nu na oefening der verschillende mijn voorbeeld. onderdeden overgaat tot gelijktijdige uitvoering „En nu gaan we nog even bij Antoon van oef. 1, armen en beenen, daarna oef. 2, Markus aan," zei ik. „Zijn schilderstukken armen en beenen en tenslotte oef. 3, armen erï laat hij je graag zien — en het kost beenen en men voert de bewegingen langzaam je niets." uit, dan zwemt men. Oefening baart ook hier de We gingen den Wolfhezerweg weer op kunst. Men houde in letterlijken en figuurlijken en kwamen spoedig bij het huis van Marzin het hoofd boven water. kus aan, die ons vriendelijk ontving. Tot slot wijs ik er nog eens uitdrukkelijk op, „We hebben genoten, oom," zeiden de dat de oefeningen in het water onder toezicht van jongens, toen we naar huis gingen. „Het geoefende zwemmers moeten gehouden worden. is een heerlijk land, het land van Dus jeugdige lezers, nu eerst op de matras Wolfheze." en dan naar 't 'frissche nat. Prosit 1 THEOPHILE MALUSSE. VETERAAN
De Internationale wieierwedstrllden In het Stadion te Amsterdam De Zwitser Kauffmann, die het wereldkampioenschap won.
:
De strijd tusschen Schiller fFrankrijk) en Moeskops (Nederland). Moeskoos verloor van Schiller.
~^-~
Meyer, die het wereldkampioen voor amateurs won.
fw, f
De internationale wedstrijden op Duindist den Haas door de Nederiandsche motorenclub Een interessante foto waaroo men 18 motoren op de baan ziet. De motorduivel. de Amerikaan Anderson, die den wedstrijd won.
De Internationale atlethiekdas te Nijmegen De strijd tusschen Nederland en West-Duitschland. Een groep der deelnemers.
De 110 Meter hordenloop werd door Paules (Duitachland) gewonnen
De wedrennen op Woudensteln Aanvangmoment uit de jachtrit op Woudenstein te Rotterdam. Lucky Day, winnaar van het concours voor het schoonste rijpaard.
*
».
■■■■
Iff
\ .
ijl
" ft
Kanowedstrl|d te Leidschendam door de vereeniging .,de Peddelboot" georganiseerd.
Demonstratie politiehonden te Rotterdam.
Zwemwedstrljden te Utrecht gehouden Een foto van het nummer schoonspringen voor beeren.
flMP
Moe ¥>(tiw®ievm wordi fiewc>!nffieffi De winning van petroleum dateert in de Vereenigde Staten van i860; van 1872 in de olicdistricten van Bakoe. In de olievelden van Pennsylvanië is de vlüeistofspóegel door het voo^rtdurcnd onttrekken van olie aan den bodem reeds bclangrijik gedaald en, om de crude (ruwe petroleum) nog te kunnen bereiken, moeten alle hulpmiddelen der diepboor-techniek in 't werk worden gesteld. In sommige gevallen stuit men pas op een diepte van 700 ;i 750 M. op petroleum. Slechts ah de boor de petroleum-ader onder gunstige omstandigheden treft, (als zij n.1. niet gedrongen is door een gas-ader, die zich dikwijls boven de petroleum be-vindt), dan is het mogelijk een deed van de olie zonder gebruik van pompen te winnen. Dikwijils bevindt de petroleum zich niet als een ader in het onderaard sehe, maar in den vorm van millioenen fijne druppeltjes en, opdat nu de olie door de pomp opgezogen zal kunnen worden, moet aan het einde van de boorplaats een soort reservoir gemaakt worden, waarin ze kan samenvloeien. Om dit te bewerkstelligen, moet de ondergrond van de boorput als het ware gebroken worden, welke ■breking veroorzaakt wordt door dynamiet. Deze vernieling geschiedt door een zwaar gewicht op een groote hoeveelheid nitroglycerine, welke voorzichtig op den bodem van het boorgat neergelaten is, te laten vallen. De ontploffing vindt zóó diep onder de oppervlakte der aarde plaats, dat daarvan door de toeschouwers niets wordt gemerkt. Na eenige minuten wordt mischen in het boorgat ver nomen. Spoedig komt nu. na een wolk van gas, de straal naar boven, welke zich op een hoogte van ca. 100 Meter pas ombuigt. Men ziet den straal dan samentrekken en verzwakken; dan kan met het opstellen der pompen begonnen worden. Veel vrijgeviger is de natuur op andere plaatsen, vooral ddar, waar niet zooals in de Ver. Staten gedurende 30 jaar op groote schaal reeds roofbouw gepleegd is. Somtijds komt de olie in zoo'n groote massa te voorschijn, dat het aanboren van een ader tegelijikertijd een ramp wordt, die stangen, buizen en stellingen vernielt of wegslingert. In de Kaukasische petroleumdistricten vooral in de omgeving van Bakoe en Tiflis is dit heftig omhoog spuiten van de naphta, reeds als 'n diepte van 60 tot 100 M. is bereikt, een zeer gewoon verschijnsel, zoodat de verzameling van d' ruwe petroleum hier heel wat gemakkelijker gaat dan in de Vereenigde Staten.
Afscheid van Eddy Roos en Henry Marchand van Mille Colonnes te Amsterdam. Terwijl vroeger voor de verzameling van de olie eenvoudig ondiepe vijvers werden gegraven, waaruit de ruwe olie werd geschept in lederen zakken, die door kameelen naar de raffinaderijen werden gebracht, worden nu boorwerktuigen gebruikt, de olie in reusachtig groote vergaarbakken verzameld en door middel van pompen en buisleidingen niet alleen naar de raffinaderijen gebracht, maar deze laatste staan rechtstreeks met pijpleidingen van groote lengte met de voornaamste handelsplaatsen in verbinding. Op al deze voorbereidende bewerkingen volgt nu het raffineeren. De Amerikaansche« raffinaderijen moeten worden gerekend tot de meest grootschc fabrieksinlichtingen van de geheele wereld; in ieder van deze vinden wij eénige honderden ketels voor verschillend gebruik, terwijl het bedrijf geheel automatisch gaat. Wanneer wij de raffinaderij als één geheel beschouwen, kunnen we zeggen, dat aan den eenen kant de ruw^e olie zonder ophouden binnenkomt, terwijl de vloeistof aan den anderen kant de raffinaderij verlaat als de diverse
zuivere oliën, vetten en dergelijke producten. Het grootste bewerkingsproces is het distilleeren. De ruwe petroleum wordt in de distilleerinrichlingen gepompt, welke een cylindrisch model hebben en waarvan de inhoud soms 300 tot 600 vaten bedraagt. De ruwe petroleum wordt gefractionneerd gedistilleerd, dat is, de lichtere fractits met het laagste kookpunt verdampen 't eerst en worden gevolgd door de zwaardere producten. De dampen gaan van de distillatie-inrkhting naar den condensator, waar zij overgaan tot vloeibare stoffen en vandaar naar de controlestations, welke de diverse tanken bevatten, waar de vemschillende producten verzameld worden. De nu verkregen distillaten zijn de benzine, petroleum en 't paraffinehoudend distillaat. Het achtergebleven residu in de distilleerinrichting is de cylinder-olie, welke geen verdere raffineering noodig heeft; deze wordt door middel van geperforeerde pijpen, welke op de bodems van de dis tilla tie-inrichtingen zijn aangebracht, in deze inrichtingen ingevoerd, nadat zij door stoom onder
Parade der engelsche troepen in de buurt van Keulen. Deze foto is, in verband met de mogelijkheid, dat spoedig Keulen zal worden ontruimd, dubbel interessant.
druk zo* goed mogelijk van asphalt ontdaan is. De benzine gaat in den disitill eerketel voor een tweede distilleering, waar ze gescheiden wordt in de verschillende soorten benzine en naptha's, waarna deze producten met zwavelzuur en caustic soda worden geraffineerd, na welke behan, deling zij klaar zijn voor het gebruik. De petroleum-disrillaties gaan ook naar den distilleerketel onder druk, waar al de meest vluchtige producten warden verwijderd voor het gebruik als benzine, naphta en terpentijnersatz, waarna zij geheel voor gebruik worden klaar gemaakt. Het paraffine-houdende distillaat wordt nog eens gedistilleerd in een distdlleericetei met open vuur om de paraffine uit te kristalliseeren, welke amorph is bij de eerste distillatie. Het residu van deze tweede distilleering is de olie, welke gebruikt wordt voor de gewone smering. Na de redistillatie gaat de gedistilleerde paraffine naar de paraffine-installatie, welke bestaat uit een afkoelings-in richting een vriesinrichting, hydraulische filterpersen, droogkamers en paraffine-distilleerketels. Hier wordt de gedistilleerde paraffine bevroren tot de overeenkomst met reuzel (12—14°) «T1 dan in de koude hydraulische filterpersen gedaan, waar de eerste afscheiding van olie en paraffine wordt verkregen. De verkregen paraffine uit deze persen gaat nu naar de granuleerkamer. waar ze weer bevroren en dan weer geperst wordt in een warme kamer in groote speciale bakken, behandeld in een dis^ tilleerketel met benzine en stoom onder druk en gefilterd door middel van bleekaarde en zij is dan de goed geraffineerde paraffine in de bekende handelskwaliteit. Men vindt er verder ook een geheel apart staande vetinstallatie, waarbij meestal een inrichting is om zeep te maken. Deze installaties zijn voorzien van stoom en vuurketels van verschillende grootten, automatische bascules, enz. Bij de raffinaderijen vindt men verder diverse kleine onderdeelen, zooals kuiperijen, opslagplaatsen voor allerlei materiaal, (assen, wagons, wielen, kamraderen en dergelijke). Wanneer een raffinaderij eenmaal aan den gang is^ is het noodizakelijk, dat 'n spoorweg-emplacement verschijnt met de daarbij behoorende gebouwen. Sommige raffinaderijen zijn reeds zoover, dat zij hun eigen treinen hebben om hun werklieden naar de naasdbijgelegen plaatsen te brengen. Aldus schrijft M. in de Industrieel Gids:'
| EEN ROMAN VAN DEN | 8 EERSTEN CONSUL i W%
DOOR
MATHILDA MALLINQ
n |
Het was een gure, •tormachtige dag >n den laten herbt van het jaar 1800 dat Edrate de la FeulUade een dochter uit een adelijk gealacht in de Vendte. van den Abbt Berater verneemt, dat nj den volgenden dag naar Pari}« zou gaan vergezeld door Monsieur de Chaatillon. De konlngagoindc partijen hebben vrede met de republikeinen gesloten en daardoor U dexe rei« mogelijk. Het jonge mellje li geschrokken met het bericht, Doch staat baar tegen, dat men. blijkbaar zonder baar voorkennis terug wil komen op de mogelijkheid baar uit te huwelijken aan Louis de Chateauneuf voor wien zij als kind bestemd waa. Het was voor baar eene vernederende gedachte, dat bare bloedverwanten baar bij de ecrate beste gelegenheid wegzonden en eenen man wilden opdringen, die weliswaar sedert Jaren tot haar gemaal was bestemd, maar die haar wellicht vergeten was. Buitendien zou zij tot hem komen, ontbloot van alle middelen, en zonder cenig ander vermogen, dan hare aanspraken op goederen, waarop beslag gelegd was, en die zij waarschijnlijk nooit zou terugkrijgen, fa. zij bezat zelfs niet eene ordentelijke trisjapon, waarin zij voor hare familieleden zou kunnen verschijnen. Lang en breed wordt over Parijs gesproken. De reis daarheen duurde M dagen. Gedeeltelijk legde men den afstand in de koets af. ook reed Edmee wel achter op bet paard van Monsieur de Chantlllon. Zij boorde voor het eerst met bewondering over Napoleon Bonaparte den eersten Consul, spreken. Edmée moest zich wel wennen aan de veranderingen die bet nieuwe regime had veroorzaakt.
De drie reizigers spraken niet veel over wat zij zagen; maar nu en dan hoorde Edmée een treurigen zucht van den Abbé of een toornigen vloek van Monsieur de Chätillon. Het was zoolang gevaarlijk geweest, zijne gedachten uit te spreken, dat men het zich bijna afgewend had. Thans waren zij dus in Parijs. Edmée had ternauwernood meer de kracht, uit bet rijtuig te kijken; maar zij bemerkte toch, dat eene der straten, door welke zij reden, volkomen donker was, terwijl de overige slechts zeer spaarzaam verlicht waren. Het volk had de lantaarns gestolen. Zij was doodmoe in eene halve sluimering gevallen, toen de koestier eindelijk voor het huis van Madame de Chateauneuf in de Rue du Bar, Faubourg St.Germain, in de nabijheid der Seine, stilhield. Slaapdronken tuimelde zij uit het rijtuig en bevond zich thans op een ruimen, vierkanten voorhof, waar een groote, monumentale fontein, die wit in den maneschijn glinsterde, hare aandacht trok.. Uit het hoofdgebouw kwam een man met eene lantaarn. De Abbé bood haar de hand — Monsieur de Chätillon had reeds van het 'reisgezelschap afscheid genomen — en trad met haar het huis binnen. Edmée gevoelde op dit oogenblik weinig ot geene aandoening bij de gedachte aan het weerzien van hare bloedverwanten en haar toekomstigen echtgenoot. Door moeheid overmand, volgde zij aan de hand van den Abbé langzaam den bediende, die hun met de lantaarn voorging. Eerst toen zij hem bij hare intrede in het salon haren naam hoorde noemen, richtte zij zich onwillekeurig op. De kamer, waarin zij gebracht werd was een groot, vierkant vertrek, dat slechts zwak verlicht werd door twee veelarmige luchters, aan beide zijden van den schoorsteenspiegel, welke van gazen kappen omgeven waren, die het licht dempten. Eene oude dame, die garen wond, dat een jong meisje voor haar ophield, stond met een zwakken uitroep op, toen de namen genoemd werden, en kwam hare gasten dadelijk tegemoet. Edmée herkende haar niet, maar raadde,, dat deze vrouw hare tante zijn moest, en met het gevoel, eindelijk een tehuis gevonden te hebben, wierp' zij zich in hare uitgebreide armen. „Mijn lieve Edmée! Wij hadden je niet zoo spoedig verwacht. Louis, kom en begroet je nichtje 1" Een jonge man, met bruin haar en bruine oogen, die bij den schoorsteen in eene kleine courant had staan lezen, naderde thans. Edmée voelde zich opeens door eene pijnlijke verlegenheid bevangen;
iedere tekortkoming in hare kleeding en in haar voorkomen, dat duidelijke sporen van de reis droeg, stond eensklaps helder voor haar bewustzijn en ergerde haar. Met eene stijve waardigheid, waartoe zij zich dwong, en die eigenlijk slechts verlegenheid was, begroette zij koel en afgemeten haar neef. Het jonge meisje, die het garen opgehouden had, stond met eene bevallige en lichte neiging op. Madame de Chateauneuf trok haar naar zich toe en legde hare hand in die van Edmée. „Hier zie je je toekomstige vriendin Laura de Permon. Jij, lieve, verstandige Loulou, wilt Edmée wel helpen, haar mantel af te doen, terwijl ik onzen waarden Abbé begroet." Madame de Chateauneuf had een gedistingeerd, ouderwets elegant uiterlijk. Zij had zich aangewend, met zachte, min of meer onverschillige stem te spreken, wat goed bij hare fijne, nog sierlijke gestalte en haar aangenaam, blond gelaat paste. Het was haar trots, dat zij in hare jeugd op de prinses de Lamballe moest geleken hebben, en zij wilde nog thans aan deze bewering herinneren door een sterk gepoederd kapsel k la Marie Antoinette met krullen achter de ooren. Haar gelaat was nu oud en door den angst en de zorgen der laatste tien jaren gerimpeld; maar zij had niettegenstaande dit nog in haar glimlach, haar vriendelijken conversatietoon en in hare natuurlijke, voorname houding de sierlijke, beminnelijke bevalligheid, die de dames van het oude hof kenmerkten. Haar zoon was een edelman met een fier, onverzettelijk karakter. De Omwenteling had hem, in plaats van te buigen, nog weerbarstiger gemaakt. Terwijl zijne moeder de beproevingen en rampen dezer jaren in Frankrijk doorgeworsteld had, was hij reeds als jongeling den stroom der emigranten gevolgd en bij familie van zijn vader in Engeland opgevoed. Hij was eerst voor korten tijd teruggekeerd, en bevond zich, dank zij de schranderheid, waakzaamheid en standvastigheid zijner moeder, in tegenstelling met andere émigranten, in bijna het volle bezit van de goederen zijner familie. Louis de Chateauneuf maakte gewoonlijk op diegenen, welke hem voor het eerst zagen, den indruk eencr hoogmoedige, satirieke natuur; maar hij was zoo eerlijk oprecht en zoo onkreukbaar rechtschapen, dat hij door deze eigenschappen den eersten indruk weldra uitwischte. Zooals maar weinig Royalisten van dien tijd had hij reeds vroeg alle illusies eene restauratie betreffende, verloren, en daar hij inzag, dat hij niet kon hopen, de Bourbons eenmaal te dienen, had hij besloten, zich ter beschikking van Frankrijk te stellen, en had hij reeds door den voormaligcn bisschop van Autun, den trouwen vriend en raadgever zijner moeder in de gevaren der laatste jaren, der regeering zijn diensten als diplomaat laten aanbieden. Daar tot nu toe slechts enkele mannen van zijn stand en naam tot zulk een slap waren overgegaan, had hij door zijne daad de erkentelijkheid der regeering in hoogc mate verworven. Zijne moedor was eveneens niet ultra-royalistisch gezind; gedurende de staats-omvvenlelingen der laatste tien jaren, die onder hare oogen tot stand waren gekomen, was zij bijna voor alles onverschillig geworden, en had slechts deze ééne gedachte, zich en haren zoon een vaste positie te verschaffen. Aan de Bourbons dacht zij met eene zekere weemoedige sympathie, als aan iets, dat tot den glans en de. genoegens harcr jeugd behoorde, maar dat men te vergeefs zou terugwenschen.
De knecht bracht thee, waarbij koude pastei, gebraden vogel en ingemaakte vruchten rondgediend werden. Edmée voelde zich recht op haar gemak in de warme kamer, waar hare tante en de kleine Laurette het haar als om strijd aangenaam zochten te maken. De wantrouwende trots, die haar als landfreule, eerst vervuld had, werd zelfs niet meer gekrenkt door vergelijkingen tusschen hare antcdiluviaansche, versleten en bestoven reiskleeding en Mademoi&elle Permon's Grieksche mousselinen tunica met gouden ceintuur. Zij liet den Abbé alle vragen omtrent de reis en de toestanden in de Vendée beantwoorden, en sliep eindelijk op den stoel in, waarop zij zat. Toen Edmée den volgenden morgen ontwaakte, scheen de zon in hare kamer. Zij sprong van hare legerstede op, en liep naar het venster. Daar lag Parijs! Vaal blauw en troebel stroomde de Seine aan beide zijden der brug met losse stukken ijs aan de oevers, en daar ginds, aan de overzijde, zag zij groote, statige gebouwen, die zich hoog en indrukwekkend te midden der bladerlooze boomen van de parken en tuinen verhieven. Zij had gehoord, dat men de brug voor haar venster Pont Royal noemde — Louis had den naam ironisch tot Pont National verbeterd, zooals hij thans zou behooren te luiden en zij maakte daaruit de gevolgtrekkipg, dat de groote gebouwen aan de overzijde het Louvre en de Tuilleriën zijn moesten. Met hare scherpt- oogen kon zij duidelijk een schildwacht in uniform voor een vooruitspringend gedeelte van het paleis zien op en neer loopen. Daar woonde hij waarschijnlijk, en daar had de Koning gewoond. Zij had evenwel ge.cn tijd, nu daaraan te denken. Met wijd geopende, stralende oogen keek zij naar buiten in den zonneschijn en naar de gebouwen, de kerken, en de met menschen gevulde straten van Parijs. Hier dus zou zij nu leven en wonen, hier. het middelpunt der gebeurtenissen en van luH maat^happelijk leven, in de stad der martelaren en der overwinnaars! Valentine stond achter haar en pakte hare. klecderen uit, Fdmée liep naar haar toe, nam haar de japonnen uil de handen, en wierp ze op den grond. ,,Laat al die oude prullen maar liggen" riep zij overmoedig met van vreugde tintelende oogen. ,,In Parijs is men altijd mooi gekleed! Ik wil witte japonnen en gouden ceintuurs, ringen aan de handen en steenen in het haar lubben als Mademoiselle Pennon!" „Maar Mademoiselle kan toch, tot wij dat alles aangeschaft hebben, niet in hare nachtjapon rondloopen — veel meerheeft u waarlijk nicl aan" antwoordde Valentine beleedigd, terwijl zij zich bukte, om de oude klecderen weer op te rapen.. In den voormiddag reed Madame de Chateauneuf met hare nicht naar alle mogelijke deftige winkels en magazijnen. Eerst ging hel naar Madame Germon, waar een half dozijn nieuwe costuums besteld wird, daarop naar Despaux en Leroi, bij wie zij de bijbehoorende hoeden uitkozen, en daar zij nu eenmaal in de Rue de la l.oi waren, gingen zij meteen naar de antiquiteitenhandelaar Villemain, om kanten te zien. Madame de Chateauneuf fluisterde Kdmée toe,' dat hij een voorraad had, eenig in zijn soort; hij had zich zelfs de garnituren der Koningin weten te verschaffen, maar helaas! niemand behalve Mademoiselle Lange had de middelen gehad ze te koopen. Edmée vermaakte zich gedurende den gcheelen rit met uit het rijtuig te kijken, er was zooveel te zien! Kleine, sierlijke,
eng-elsche rijtuigen, die de dames zelf menden, jaagden haar in snelle vaart voorbij. Madame Chäteauneuf noemde haar de namen dezer voertuigen: Wiski, Carrick, Demi-fortune, waarvan eenige, welker koetsiers achterop stonden en zoo de paarden bestuurden, op Romeinsche triomfwagens geleken. Tusschen deze rijtuigen door — zij reden juist in de Champs-Elysées — ilepen met gevaar voor leven en ledematen eenvoudige vrouwen, in korte, roode rokken met witte lijfjes en mutsjes en een kleinen dock ä la Gertrude om de schouders, of arbeiders in korte buizen en lange broeken, met driekante hoeden op het hoofd en dikke, ruwe stokken in de hand. Madame de Chäteauneuf legde haar uit, dat de Eerste Konsul de militairen zoo kort hield, dat iedere soldaat in den voormiddag zijn beapalde werkzaamheden te verrichten had, en geen verlof kreeg, zich naar welgevallen op de straten te bewegen. Ook hier vielen Edmée — vooral in de stillere, meer achteraf gelegen straten, waardoor zij reden — de talrijke bekendmakingen en geschreven of gedrukte aanplakbiljetten op, met welke de muren bedekt waren. Het waren meestal bekendmakingen van verkoopingen. Buitendien zag men overal op houten wanden en vensterruiten patriotische opschriften als; „lei on s.'honore du titre de citoyen" of „Fraternité ou la mort," „Maison de la Liberté" en dergelijke. Mademoiselle de la Feuillade vond dit dom en smakeloos, maar zij wist niet, of het harer tante aangenaam zou zijn, wanneer zij dit zeide, en daarom deed zij het niet. Na een langen rit waren zij eindelijk bij het Palais d'Egalité (Royal) uitgestegen, om eenige kleinigheden te koopen. Toen zij met hare boodschappen klaar waren, liet Madame de Chäteauneuf hare equipage wachten en betrad met Edmée de Rue Neuve des Petits-Champs. Daarbij zeide zij levendig: „Kom, Edmée! nu zal ik je eens iets laten zienl" Zij gingen door een korte, nauwe straat, welker naam Edmée niet zag, en kwamen op een rond, open plein, waarop zij midden tusischen apothekers- en kwakzalverskramen, die met gescheurde, kleurrijke annonces van wonderkuren bedekt waren, een geverfden houten obilisk zag, een armzalig gedenkteeken voor de overwinning der Sansculottes van den i oden Augustus. „Kijk nu eens rondl" zei Madame de Chäteauneuf met een eigenaardigen glimlach. „Hier is niets te zienl" zeide Edmée en opende wijd de oogen. „Waar zijn wij eigenlijk ?" „Op de Place des Victoires." Zij zweeg en keek bijna plechtig naar Edmée, die haar met een vragenden blik aanzag. Daarop fluisterde zij met bewogen, gedempte stem: „Dit was eens de Place Royale, de trots der de la Feuillades. De grootvader van je grootvader, de hertog de la Feuillade, liet haar ter cere van Lodewijk XIV aanleggen. Ik kan mij nog herinneren, dat het standbeeld van den koning hier stond," zij wees op den obilisk, „en mijne moeder heeft mij verteld, dat er in haar tijd altijd rondom fakkels brandden." Zij schudde weemoedig het hoofd en keek, verzonken in de herinnering aan vervlogen tijden, sitrak voor zich uit. Toen hare nicht nog altijd bleef zwijgen, zeide zij, terwijl zij langzaam door de Rue de la Feuillade terugliepen: „Ach, Edmée 1 toen zou het iets anders voor je geweest zijn, naar Parijs te komen!" Edmée had de wenkbrauwen als in smart
of wrevel gefronst. Thans lachte zij, terwijl zij hare tante aankeek en met hare heldere, melodieuze stem zeide: „Place des Victoires klinkt eigenlijk even mooi als Place Royale. De grootvader van mijn grootvader, de maarschalk, die zulk een dapper held. was, had er zeker niets tegen gehad. De godin der Victorie is toch nu heerscheresse in Frankrijk. Maar „God zij dank," voegde zij er bij, terwijl zij de handen vouwde, „niemand heeft er aan gedacht, het plein Place du Dix Aoüt te noemen." Op den terugweg maakten zij nog een omweg over de Place de la Concorde, die thans op bevel van den Eersten Konsul Place de la Revolution moest genoemd worden. Madame de Chäteauneuf liet het rijtuig stilhouden en wees Edmée het gipsen beeld van de vrijheid, dat op hetzelfde voetsüuk sto.nd, hetwelk vroeger aan het ruiterstandbceld van Lodewijk XV tot piëdestal gediend had. (Wordt vervolgd.)
CORRESPONDENTIE Mej. J. M. te Amsterdam. Het spijt mij wel voor u, maar, dank zij de vriendelijke en talrijke aanbiedingen, welke wij mochten ontvangen, waren wij al van een hulp voorzien voor uw briefje arriveerde. Van deze gelegenheid maak ik gaarne gebruik om de lezeressen en lezers, welke mij naar aanleiding van mijn verzoek hebben geschreven, vriendelijk te bedanken. /. E. R., Las Palmas. Gaarne zullen wij aan uw wenk gevolg geven, het doet ons veel genoegen dat u, zoover van patria in ons blad een band met het moederland ziet. S. te Amsterdam. Het is uiterst moeilijk om in het geval door u bedoeld een definitief antwoord te geven, wanneer men alle details van deze zaak niet kent. Het gebeurt vaak, dat door de slechte belegging het kapitaal geheel of gedeelteverloren is gegaan, zonder datmendc(n)gene(n)' die 't vruchtgebruik heeft (hebben) er zelfs een verwijt van kan maken. Om zulks te voorkomen, wordt het kapitaal op het „Grootboek" gezet of -wordt door den erflater in zijn testament bepaald, dat op de belegging door den executeur testamentair toezicht moet worden gehouden. Wij raden u in het onderhavige geval aan, naar een behoorlijk advocaat te gaan en hem te vragen in hoeverre de rechten van de erfgename, die het vruchtgebruik van het kapitaal heeft, al of niet
WIE ZINGT DAAR? DE ..NEW EDISON" =
-
NEWfÉlSilSON COMPARISON WIIHJ TUF LIVING AUTIST "^ IU.VLALS NO DiniERENCE ■: ^
Wij noodigen U uit tot een bezoek
KUNSTZAAL EDISON AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
,
LEIDSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 . WITTE DE WITHSTRAAT 88
beperkt zijn. Zulke dingen moet ge niet buiten den vakman-jurist houden. Zoo'n advies kost u wat, doch is veel beter dan de raad van een ondeskundige. Neem een afschrift van het testament mee. Hebt gij dit niet, zie dan te weten te komen, welke notaris het testament heeft opgesteld. Zr. I. E. J. te 's-Gravenhage, is zoo vriendelijk er ons op te wijzen, dat de Betrekkingsgids, waarvan wij den uitgever niet kenden, bij de Firma Beschoor, Nieuwstraat 6, 's-Gravenhage, verschijnt. H. B. te Leiden. Besten dank vooir uw aanbod, misschien kunnen wij bij gelegenheid de foto's eens ter inzage ontvangen. /. N. te Enschede. Wij hebben ónze vaste fotografen en in den regel meer stof dan wij Verwerken kunnen. Indien uw vriend dus iets bijzonders heeft, laat hem het dan zenden, doch alléén als het werkelijk iets aparts is. Honorarium bepalen wij naar de waarde, welke de foto voor ons heeft.
Baron Evcrard verloor jong zijn vrouw, die hem twee jongen» naliet. Humphrey, een wildzang, en Alfred, een zwakker ventje. Hun franiche kinderjuffrouw heet Virginie. De baron is Ud van het Parlement, wanneer hij thuis komt zijn de jongens erg blij. Aan tafel vertelt de baron aan zijn zwager, die met hem meegekomen is. dat hij van plan is de adel uit de buurt op een diner te vragen. Wat is dat adel, informeert Humphrey, Oom Charlie houdt hem voor den mal en zegt dat het halve wilden zijn. )e begrijpt hoc de jongens daar nieuwsgierig naar zijn en er met elkaar over praten. Den volgenden dag gaft de baron met zijn zwager en Humphrey naar de kerk. Oom Charlie verbaast zich er over dat Humphrey zoo stil en gehoorzaam is. Hij weet niet hoc het knaapje, gedurende den kersttijd nog altijd vol van de gedachte aan zijn moeder is. Na de kerk gaan vader en oom met de kinderen wandelen. De kleine Alfred is vaders lieveling. Oom Charlie vermoedt dat Humphrey enn weinig jaloersch is. Na dat oom weg is. smeedt Humphrey plannen om voor de „wilden" die bij zijn vader tullen komen eten champignons te verzamelen. Hij weet Alfred te overhalen om hem te volgen. Het lesuurtje van Virginie valt hem wat zwaar,
H. W. /. C. te Helmond. Op uw vraag hoop ik u spoedig nader te antwoorden. H. v. Z. te Leiden. Uw foto ontving ik te laat voor het vacantie-no. Ze is echter ook te weinig „bijzonders" om te kunnen dienen. Voor u is ze aardig, omdat ge de menschen kent. Voor anderen echter niet.
Alfred wierp zich op hem en zoo rolden zij over elkander heen, in het volle genot der herkregen vrijheid. Dadelijk na de thee zullen wij naar den vijver gaan, fluisterde Humphrey. Maar Virginie had andere plannen; tot hun groot verdriet werden de kinderen medegenomen om wat te wandelen en een bezoek af te leggen bij een der pachtersvrouwen. Toen zij te huis kwamen was het voor Alfred tijd om naar bed te gaan. Humphrey plaatste zich op den rand van het bed en sloeg Virginie aandachtig gade, terwijl zij zijn broertje ontkleedde, opdat hij weten zou hoe het eene kleedingstuk op het andere volgde, want hij vertrouwde niet zeer siterk op zijne eigen bekwaamheid als kamenier. Zijn gezichtje werd merkelijk langer, toen hij ontdekte hoe veel banden er gestrikt moesten worden. In zijn ijver kwam hij naderbij, toen Virginie ze alle, de een na den ander losmaakte, peinsde over de tegenovergestelde bewerking van het losmaken, en verlangde te weten of het dan de gewenschte uitwerking zoude hebben. „Doe het toch niet zoo schielijk, ik kan het niet eens goed zien," riep hij in zijne opgewondenheid uit, toen zij den laatsten strik lostrok. De blik van verbazing waarmede Virginie hem aanzag, riep hem weder tot zichzelf, en oogenblikkelijk nam hij zijn plaatsje weder in op den rand van het bed. Gelukkig voor hem was zij zoo verdiept in eene strafrede, omdat hij haar in het Engelsch had toegesproken, en niet in het Fransch, zooals hij als groote jongen, moest doen dat zij vergat naar zijne buitengewone belangstelling in hef uitkleeden te vragen.
Mevr. J. D. te Amsterdam. Uw vraag is heelemaal niet belachelijk. Natuurlijk is het wel het beste, dat u het beestje de gelegenheid geeft om in de vrije lucht te zijn, en daarvan dan tegelijk te profiteeren voor datgene wat u noemt. U gaat toch zeker zelve ook wel eens uit of een van uw huisgenooiten. Beesten moeten net zoo min als menschen opgesloten blijven. Ziet gij geen kans om het diertje „uit te laten", dan kunt u het zeker net zoo goed als een poes dresseeren. Het kost u wellicht wat meer moeite, dodi volg dezelfde methode. Wanneer hij ondeugend isi geweest hem bestraffen en beknorren, maar direct nadat de zonde is verricht. Toevallig hoorde ik van een dame, wier hondje ziek was en dus niet op straat kon, zij had hem ook gedresseerd, 't Had wel veel geduld gekost, doch 't was gelukt.
HOOFDSTUK IV. De kleine Alfred droomde van eenen groenen heuvel waarop hij en Humphrey gezeten waren, bezig kransen van madeliefjes te vlechten, toen op eens de muggen op eene onaangename wijze hem in het aangezichtje vlogen. Zij liepen op zijne wangen en hij kon ze niet wegjagen. Hij keerde zich naar Humphrey om hulp te vragen, maar toen voelde hij van ééne zijde zulk een hevige windvlaag, dat hij op zijde viel en van den heuvel begon af te glijden. Hij greep Humphrey aan om zich vast te houden, en ontwaakte — noch heuvel, noch madeliefjes ontdekkende, maar alleen Humphrey, die zijn best deed hem uit het bed te trekken. „Eindelijk!" fluisterde deze, „ik dacht dat gij nooit wakker
Verschillende inzendsters. Wij zijn met de kinderfoto's weer wat achter geraakt en zullen trachten dezen achterstand in te halen. A. M., Enkhuizen. Natuurlijk begrijp ik uw verlangen, de meesten van ons hebben dat. Doch tenslotte is het wej zekerder om een vaste positie te hebben ook als „pennenlikker", dan vuil water weg te gooien voor dat ge schoon hebt. Negen van de tien brieven van lezeressen en lezers, die niet met hun werkkring tevreden zijn, spreken over aan de film gaan of... journalist worden. Dat schijnt geweldig te trekken. Maar het jammere daarbij is, dat dit nu juist ook de twee beroepen zijn, welke slechts aan heel weinigen een goede kans van slagen geven. J. W. te 's-Gravenhage. Het gevraagde recept hopen wij u spoedig te geven. H. B., Deventer. Dat wij in den laatstcn tijd alléén kruiswoord-raadsels geven, is niet bepaald juist. Het tegendeel is waar. Ons blad was zoo ongeveer het eerste, dat in Nederland met dit soort begon, doch ook het eerste dat er tijdig mee uitscheiden ging. Wat gij nu wilt is heelemaal niet nieuw en daardoor wel wat afgezaagd, In de maand Augustus geven wij heelemaal geen raadsels. Ook op dit gebied moet men even Vacantie hebben.
Rheumatiek
Verkoudheid Slapeloosheid Influenza Hoofd- en Zenuwpijn Genezing en onschadelijkheid gegarandeerd. tMrftiaar ty o«e Jtptlhtkm ,* ,'D,og„lcn f 0.80 at fl
Onze Vriendjes gnVrierjdinneljeó
Drie vrienden
lantje met zijn hond
De kleine dikkerd
Klik toch ereis vrlendellik
Twee broertjes
De kleine matroos
3o en Nellie
zoudt worden, alles heb ik beproefd. Ik heb je kruimels beschuit in het gezicht gestrooid, ik heb in je oor geblazen, ik heb je heen en weer geschud tot ik moede werd; want ik kon niet spreken uit vrees dat Virginie wakker zou worden. Wees nu heel stil, want zij heeft zich ééns of tweemaal bewogen." „Maar wat is er toch te doen, Humphie ?" vroeg Alfred, de oogen wrijvende, „en waarom sta je midden in den nacht op ?" „Midden in den nacht," herhaalde Humphrey, „wel het is klaarlichte dag. Zie maar eens door de opening van het luik hoe heerlijk de zon schijnt. Ik heb al wakker gelegen vanaf dat de haan heeft gekraaid, en het al lichter en lichter zien worden, en ... ." Maar alvorens hij den volzin voltooid had, was het slaperige broertje weer op zijn kussen neergegleden. „Alfred, Alfred!" fluisterde Humphrey over hem heengebogen, in wanhoop, „Slaap wel, Humphrey." antwoordde Alfred droomerig. „Wat nu, ga je weer slapen," riep Humphrey hem in het oor. „Neen," antwoordde het kind. ,,Ja wel!" riep Humphrey, in zijne opgewondenheid vergetende, dat hij hard op sprak. „Neen, zeker niet," herhaalde Alfred, alle moeite aanwendende om wakker te blijven, maar de zware oogleden vielen telkens weder dicht, hij kon ze niet open houden. Eene onheilspellende beweging in het groote bed belette Humphrey te antwoorden, en met angst zag hij Virginie zich omkeeren. Alfred trok partij van dit oponthoud en viel onmiddellijk in slaap. „Kom, word nu wakker," zei Humphrey een oogenblik later. Alfred sprong op. „Wat is er toch, Humphie?" „Niets, maar herinner je je dan niet ons heerlijk plannetje om vroeg op te staan en paddenstoelen te zoeken?" Alfred herinnerde het zich, maar het plannetje scheen hem nu niet zoo bekoorlijk als den vorigen dag, „Nu opstaan, Humphre ?" zeide hij bedrukt, „Ja zeker," antwoordde zijn sterkere broeder, „als wij maar eerst buiten zijn, dan zult ge het wel prettig vinden. Ik zal je eerst aankleeden en dan mijzelf, kom dus dadelijk uit bed. Als je er eerst uit ben zal het wel beter gaan." De kleine Alfred was half geneigd te schreien. „Ik heb zoo'n slaap," klaagde hij. „O, dat zal spoedig over zijn," hernam Humphrey, de dekens wegtrekkend. „Laat ons morgen liever gaan, Humphie!' Humphrey had zich omgewend om Alfreds kousen en schoenen te krijgen dus hoorde hij dit laatste voorstel niet. Tot zijn grooten schrik had Alfred zich nogmaals neergelegd, toen hij weder bij het bed kwam. „Wat zal ik toch beginnen ?" riep hij in wanhoop uit. Eensklaps kwam er eene gedachte, in hem op en liep hij naar1 het andere eind der kamer, Alfred was nog niet geheel in slaap en door een geluid opmerkzaam geworden, hief hij het hoofd op om te zien wat zijn broeder deed, „Wat ga je doen, Humphie ?" riep hij uit, toen hij Humphrey zachtjes door de kamer zag komen met een groote kan water in beide handen.
(Wordt vervolgd.)
' '■W'S»";,
.
[Servetten vouwer?] Voor omxe lexe 't Is 'n alleraardigste manier van tafelversieren, wanneer men
—M^^—
twee bovens'e gedeelten van den ondersten linkerhoek in .driehoeksvonn naar de bovenste rechterhoek-gedeelten gevou ■ wen en bet servet ziet er uit ah model r Het servet wordt dan
recht omgeslagen van links naar rechts en de onderste rechtache hoeken gevouwen naar den bovensten linkerhoek, waardoor het servet een driehoekvorm krijgt, als in fig. 4,
No. 73548
daarna wordt de doek geplooid als fig. 5. Om.de vormen goed stevig er in te houden, bindt men onder het onderste gedeelte een stuk stevig katoen. De twee enkele lagen van het servet worden dan uitgetrokken naar lederen kant en naar buiten omgekruld met de vingers. Men doet dit, totdat de op schets aangegeven vorm is bereikt. Verzuim niet, nog deze week 't bovengenoemde Weldons servetten-album te bestellen. Zooals gezegd, stuurt Mevr. Milly Simons, 2e Schuytstraat 261, Den Haag, het u, na onitvangst van slechts f 0.50.
No. 73587
Men heeft er een goed gi. steven, zuiver vierkant gevouwen servet voor noodig. Eerst wordt deze in de helft in de lengte gevouwen, zooals op fig. 1 aangegeven, de vouw bovenaan. Door de zwarte lijn is aangegeven, welke de volgende beweging moet zijn.
met ajourwerk gegarneerd vallen thans zeer in den smaak. Heeft zulk een japonnetje in het begin van den zomer dienst gedaan en gaat het U dan eenigszins vervelen, dan kunt U het, zonder eenige moeite, een andere kleur geven. Doe dit echter altijd met Twink. Volg de gebruiksaanwijzing goed en U heeft weer een geheel nieuwe japon I U kunt kiezen uit 24 prachtige kleuren, waaronder de meest moderne.
1 Fig. 2 laat zien, hoe de rechterhelft van 't servet gevouwen is naar de linkerhelft toe. Het geheel is nu een vierkant, vier lagen dik. Daarop worden de No. 73268
5
l^
No. 72772
Nuttige wenken BOVENSTAANDE WELDONS MODE MODELLEN 7iin ontleend aan Weldons Mcdebladen en met toestemming der fa. Weldon Ltd. I • Londen gereproduceerd. Zij munten uit door eenvoud en smaak en zijn allen icer goed in huis te maken, vooral wanneer men daarbij de zoo practische geknipte patronen gebruikt, welke een uitstekend hulpmiddel bij hel knippen der modellen zijn. Van alle voorstellingen zijn deze geknipte patronen na toezending van fO.75 per stuk aan Mevr. Milly Simons agente van Weldons geknipte patronen 2e Schuytstraat 261, den Haag te verkrijgen, de toezending geschiedt dan franco per posl.
Gebruik voor het schoonmaken van linoleum een mengsel van gelijke deelen olie en azijn. Wiijnvlekkcn verwijdert men, dooi- het goed in melk te dompelen, welke op het vuur staat te koken.
per pak 25 cent.
Twink DELCVCRSieCPMAATSCHAPriJ . VLA «.»DlNOtN FAtBIKANTCN VAN SUNLIGHT t£CP
groot pak
45 cent. T37-I?'
tl
EUmEUEEE-m
¥il^SCIHIIU)^E & C©<
Naar LEMMER (postdienst) met nieuwe dubbeldeksalonschepen 's morgens 9 uur en 's avonds 11 uur. Week-end trips. Doorgaande plaatskaarten naar alle stations der Nederiandsche Tramweg Mij door geheel Friesland, Groningen en Drente. Dagelijks behalve Zondags. Hutten aan boord.
J. G, KOPpE's Scheepsagenfuur
Naar ZWARTSLUIS en MEPPEL Maandag, Woensdag en Vrijdag 's avonds 7 uur.
DE RUYTERKADE • AMSTERDAM Teief. 42208, 44253 en 49432. (Zondags 44760).
UW
Zenuwen
CHEMISCHE WASSCHERIJ „DUINOORD" Begoniastraat 188 en 190 - Den Haag • Tel. 36048
komen M rush en r worden «Jes^rktf door
SPECIAAL IN HET REINIGEN VAN FIJNE DAMESTOILETTEN
jZenuw-tebleHBiij
Holl. Indisch Restaurant NOBACK
BINNEN 4 DAGEN ZONDER PRUSVERHOOGING VRAAGT
Mijnhardhi
|^ Glazen buisje jjt
ONZE
PRIJSCOURANT
RIJSTTAFELS vanaf HOLL. DINERS ....
Alléén echh meh den Naam flijnhardt op de Verpakking
99
PENSIONS: Sweelinckstraat 158, Jacob Hopstraat 1 - DEN HAAG Telefoon 36257 ^—^——
TIHIË C^¥E 0)^INIOIM€
99
v/h MASCOTTE — 68 WAGENSTRAAT 68, DEN HAAG HEEFT ZIJN OUD, GEZELLIG
io> n ii n n ica
'Beleefd aanbevelend.
MEVR.
ONDER EMINENTE MUZIKALE LEIDING VAN Mr. J. C. v. BRÜCK, EN ARTISTEN /•
r-
VAN 82-1/2 UUR
BEZOEKT IN DEN HAAG HET
Café Lunchroom „MARTIN" BOEKHORSTSTRAAT 129 - TEL. 14141 2 BILLARDS
Z.H. BIEREN
VOOR VERGADERINGEN ENZ. RUIME ZALEN DISPONIBEL 1EDEREN AVOND CONCERT ZONDAGS MATINEE
^^
\Koker60dbij ApothenOn^tsten'
NOBACK
TANGO 1925 (de groote Modedans) Onderwijs dsgeliiks
Dans Instituut C KLINKERT Sladkonderskade 192 Tel. 24232
Amsterdam
THE ROYAL DANCING BAND
verdwijnt spoedig
f 1.25 f 0.80, f 0.96 en f 1.25
WEER TERUG MET VOLLE MEDEWERKING VAN
VAN 4-8 UUR
'T'om Bailey, die beschuldigd wordt van ■■• treinroof nabij het kleine stadje Three Forks, maar onschuldig is, heeft een schuilplaats gezocht in de bergen, terwijl zijn intelligent paard Silver King buiten de wacht houdt en zijn meester waarschuwt als er menschen in aantocht zijn. Juist zullen er die dagen in Three Forks rennen gehouden worden, maar de inwoners van het plaatsje weten zeker dat hun kleuren niet hoog gehouden zullen worden, daar Red Colby met zijn beroemd paard „Midnight" meedoet voor Rawson City. Daarom besluit de sheriff, dat als Tom Bailey mee wil rijden met zijn paard Silver King en hij dien dag niet lastig gevallen zal worden. Tom krijgt hier lucht van en besluit mee te rijden. Ook is e r dien dag een tentoonstelling van babies in de plaats en de trotsche vaders van Three Forks denken allen hun baby den eersten prijs toe en aan den sheriff zelf kan men wel zien dat indien zijn spruit niet als overwinnaar uit den strijd te voorschijn treedt er wat zal zwaaien. Niemand is er op gebrand om io dezen jury te zijn, zoodat Tom dit baantje opgedragen wordt. Hij geeft den prijs aan het kleine broertje van Esther Lacey, welke kinderen een dronken stiefvader hebben. Deze, Hardigan hoort van dit succes en haast zich van Esther het geld in ontvangst te nemen. Hij en de sheriff weten de rennen op te houden tot zes uur, het tijdstip waarop Tom niet meer vrijuit zal gaan. Tom gaat er even-
INLICHTINGEN, DIENSTREGELINGEN EN BESPREKEN VAN SLAAPHUTTEN BIJ
Naar KAMPEN en ZWOLLE per salonboot, 's avond 9 uur. Vanaf 13 Juli ook 's morgens 9.30 uur. Dagelijks behalve 's Zondags.
-y
THE BAMOÏT'S BABY
Naar MARKEN en VOLENDAM per stoomjachten. Touristenrondvaart dagelijks (ook Zondags) 's morgens 9.30 uur, 10.00 en 10.30 uur.
Naaml. Vennootschap
n^fi
99
SCHILDEREN EN BEKLEEDEN VAN AUTOMOBIELEN
Dlntelstraat 23 (Wijk VII) Den Haas • Telef. 72373 Tegenover het Bureau van den Postcheque en Girodienst EERSTE KLASSE ENGELSCHE GEMAAKTE HEERENKLEEDING Ontvangen schitterende collectie
Directeur E. BOERMA
costuums en regenjassen
DAMES-EN HEERENKLEEDERMAKERIJ De Coupe in nieuwe banen
In orijzen vanaf f 32.50 tot f 70.—
wil zeggen : De tol nog toe onopgeloste moei lijUheid do or ! film en projectie opgelost omdat de coupeurs. tijdens het snijden rekening kunnen houden met den indivtdueelen lichaamsvorm. Groningen Heerenstraal 58 Telefoon 755 Amsterdam, Roltin 70, Telefoon35808
„LONDON HOUSE" Laan van Meerdervoort 136 Hoek van Dieneastraal DEN HAAG GEEN FILIALEN ""
HET „BUREAU-PISUISSE" Frankf nslag 166 - Den Haag Telefoon 50585 Belaslzicb mei hel SAMENSTELLEN van Cabaret-programma's en bel organiseeren van Feestavonden, Concerten, Drawingroom-Eater lain ment-ï, Soirees particulier es Kindervoorstellingen, elc. elc.
M. A. M. VAN RAVESTEIN
Godfried de Groot
PAVILLON ORIENTAL
^^ NABLE ^^ GEVERS DEYNOOTWEG 17-19 SCHEVENINGEN TELEFOON 50474 Geopend een naar de eischen des tijds ingerichte Salon van de ouds gerenommeerde
HABLE-WAFELS LUNCH- EN TEA-ROOM Aangenaamsten rusUgstzitje van Scheveningen, haiie lijn 8, tegen o ver de „Sein post" RIJWIELBEWAARPLAATS Zelfde firma als oo de Boulevard Zeekant 9 Telefoon 50318
Mutfrfebelen w Muidjeuk \
yTmstellaan 64 Amsterdam Telefoon 28474
Cjeefl het inwrijven met 1
PUROL; dadelijk
verlichting
Specialiteit -in;
T^oderne en artistieke foto's T^en aie de vele reproducties van ons werfe in , Jtet Weekblad" Cinema ©theater
VOOR ADVERTKN11ES WENDE MEN ZICH TOT HET CENTRAAL ADVERTENTIE-BUREAU LOUIS BENJAMIN, STATIONSWEG 61 b, ROTTERDAM .
wel van door op Silver King. Hardigan heeft in dronkenschap het kleine broertje van Esther geslagen en het meisje heeft zich met het kind naar het station Summit begeven, waar zij de kleine aan de vrouw van den stationchef wil toevertrouwen om hem naar haar broer in Garson City te krijgen. Tom ziet de beide kinderen en neemt ze mee naar Summit. Hardigan heeft gemerkt wat er gaande is en is bang dat uitkomt, dat hij den treinroof heeft, gepleegd, want Esther's groote broer woonde in die dagen ook bij hem en weet dat hij schuldig is. Juist als Esther in den trein stapt komt Hardigan met zijn handlangers aan en de stationchef geeft den kleinen jongen in handen van Tom om het kind te redden. Na tal va i avonturen brengt Tom het kind weer aan de vrouw van den stationchef, die hem te spelen zet in een zandhoop bij een ongebruikte rails. Harding verneemt, dat Esther en haar broer met trein 113 naar Three Forks komen om de onschuld van Tom aan het licht te brengen; de onverlaat wil den trein op de expresse laten loopen, Tom zorgt evenwel, dat hij op dood spoor terecht komt na eerst na een dollen rit op Silver King den kleinen jongen daarvan te hebben gered. Dit sensationeele filmwerk,waarin Fred Thomson en zijn beroemd paard Silver King de hoofdrollen vervullen, wordt in ons land uitgebracht door Loet C. Barnstijn's Filmproductions in Den Haag.
o« o-
o «O
"
c •o
-o«o
o«o
I FG^-IBilUEè 11M5
O
o
PVeze dans, die voor twee jaren -L' opkwam, is heden nog van de zijde van het publiek nog altijd zeer geliefd. V/ij vinden het aangenaam voor de lezers van Het Weekblad C. & Th. eens een juiste theorie te schrijven. De muziek, van amerikaanschen oorsprong, bestaat uit 4/4 maat en is in rythme beduidend langzamer dan de fox-trot. Nog steeds wordt Blues met Foxtrot verwisseld, wat een groote fout is. De grondregel der Blues luidt: de voeten mogen elkaar nooit aanraken.
o o o o
o o
I o
-o« o
o»o
-o»o
o»o
■o*o
aantrekken, niet aansluiten, lichaamsgewicht blijft op den rechtervoet (6e tel). Dit figuur 2 of 3 maal herhalen. 6. Balance (op 8 tellen). Tot en met den 4en tel blijven de passen 0 gelijk zooals bij Balance op 6 tellen. Nu dezelfde passen naaf den • tegenovergestelden kant (rechts) herhalen en aansluitend een balance 0 op 6 tellen uitvoeren. ( 7. Aanslagpas voorwaarts: vanuit de looppassen voorwaarts: Rechtervoet voorwaarts plaatsen, de voetpunt iets naar binnen gedraaid, gelijktijdig een achtste wending naar links. ■ Lichaamsgewicht blijft op den linkervoet (Ie en 2e tel). Gedurende de rust der rechtervoet naar links, wordt gedraaid (binnenwaarts plaatsen), (3e en 4e tel) het lichaamsgewicht op den rechtervoet worden overdragen. Linkervoet voorwaarts plaatsen, voetpunt binnenwaarts gedraaid, en gelijktijdig 1/8 wending naar rechts, lichaamsgewicht op den rechtervoet (Ie en 2e tel). Gedurende de linkervoet naar rechts (binnenwaarts plaatsen) en lichaamsgewicht op den linkervoet overdragen (3e en 4e tel) wederom van voren beginnen.
THEORIE: 1. Looppassen voorwaarts en achterwaarts: groote langgerekte passen op 2 tellen.
o
I
2. Halfwending voorwaarts: vanuit de looppassen voorwaarts. Rechtervoet schuin rechts voorwaarts plaatsen, voetpunt goed naar buiten gedraaid (Ie en 2e tel). Op den rechtervoet een halve wending naar rechts draaien en linkervoet terug plaatsen {3e en 4e tel). Rechtervoet terugwaarts plaatsen (5e en 6e tel). •
o o G
o AANWNfe
^
i<S5-ó
o
8. Aanslagpas terugwaarts: Vanuit de looppassen achterwaarts: Linkervoet terugplaatsen (Ie en 2e tel). Lichaamsgewicht blijft op den rechtervoet. Linkervoet iets naar links en gelijktijdig iets naar voren. Rechtervoet iets naar rechts en voorwaarts plaatsen (3e en 4e tel). Lichaamsgewicht blijft op den linkervoet (3e en 4e tel). Dit geheel herhalen. Deze passen moeten op de voetpunten uitgevoerd worden, opdat het lichaamsgewicht niet op den niet bewogen voet overgaat. Het lichaam moet bij het uitvoeren dezer passen iets naar voren geneigd worden.
o
^ <3r?
3. Hal/wending achterwaarts: vanuit de looppassen achterwaarts: Linkervoet schuin links achteiwaarts plaatsen, voetpunt goed binnenwaarts gedraaid (Ie en 2e tel). Op den linkervoet een halve wending naar rechts draaien en rechtervoet voorwaarts plaatsen f3e en 4e tel). Linkervoet voorwaarts plaatsen (5e en 6e tel). Looppassen vooruit maken.
O
-«»
^>
.-X^K
Vertaling: C. KLINKERT, Prof. de Danse 0 Vice-president U.I.Ch. • Alle rechten voorbehouden. — Nadruk verboden.
T?
—^^5^
AANVANG.
c o
»
4. De manege (rijschool). Dit figuur bestaat uit op elkaar volgende halfwendingen naar rechts, alzoo de voortloopende verbinding van figuur 2 en 3.
Choreographie Mr. Jimmy.
Er is in ons land één man, die den moed niet opgeeft bij z'n pogingen om ook in ons land de filmindustrie niet geheel te doen verdwijnen. Die man is A. Benno, een diergenen, die reeds in den begintijd van de Hollandia te Haarlem z'n krachten in dienst stelde van de film, die in die dagen reeds een trouwe hulp was van wijlen den heer Binger en die daarna steeds pogingen heeft in 't werk gesteld om de Nederlandsche theaters Nederlandsche films te doen vertoonen. De heer Benno heeft echter goed nagedacht, welke richting hij daarbij moest volgen. Hij wist bij ervaring, hoe moeilijk 't is om als filmfabrikant staande te blijven. Daar waren de grootere Europeesche landen, die hun waar op de markt brachten, maar bovenal, daar was Amerika. En om daar tegen op te bieden, dat zou voor Nederland steeds een onmogelijkheid blijven. Dat monumentale konden alleen de grootmachten op filmindustrieel gebied brengen. Zoo koos de heer Benno het speciale volksstuk. En door menige klucht is hij als regisseur en directeur van de Actueel Film bekend geworden. Wie hem kent, weet dat deze man onder z'n uiterlijken zin voor het komische een groote dosis ernst verbergt. Benno kent als oud-artist het publiek in al z'n lagen en toch is hij er altijd op uit om dit nog beter te leeren kennen. Zoo wil hij ook z'n blik verruimen ten opzichte van de filmindustrie en hij maakte daarom vóór korten tijd een reis naar Italië. Onze foto's toonen hem als gast van een der Italiaansche filmfabrieken. De heer Benno is thans weer bezig een nieuwe film te maken. Hij zal andermaal een volksstuk verfilmen, n.1. ,,Oranje Hein" van Herman Bouber. In het najaar zal deze film het licht zien.
S .--f^'-
AANVANG
t^'^ *Vr
-^X^
5. Balance (op 6 tellen). Heer staat met het gelaat naar den muur (wand). Linkervoet links zijwaarts plaatsen (Ie tel), rechtervoet aan den linker trekken, doch niet aansluiten (2e tel). Linkervoet wederom naar links plaatsen (3e tel). Rechtervoet weer aan den linker aantrekken, niet aansluiten, lichaamsgewicht blijft op den linkervoet (4e tel).' Rechtervoet naar rechts plaatsen (5e tel). Linkervoet aan de rechter
AANVANG
(De tellen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 hebben betrekking op de Balance in 6 tellen, de tellen 5a, 6a, 7a en 8a op de Balance in 8 tellen).
u • o.
0»0'
o»o
o«o
o«o
090-
o»o
V.l.n.r.: Qiulio Lombardozzi (schilder en decors), Mario Camerini, Benno, Bazzarello, mevr. Benno, Guido Brisnone (regisseur).
Toen ik kortelings toevallig de mare las, dat Anton Verheven plannen smeedde om in Jan Oost den boer, bij wijze van sureken dan. op te gaan, en dal hij a arbeidde aan de uitrusting van z n troep, sloeg ik ni?t de handen in kaar over zooveel euvelen moed en ik schudde niet bedachtzaam het hoofd, ik piekerde niet zwaarwichtig-Hollandsch over de vraag ; Waar haalt de man 't idee vandaan? Anton Verheyen! Die weet heusch wel. waar Abraham den mosterd haalt; die laat zich geen knollen voor citroenen verkoopen; en — wat hel zwaarst weegt — die kent Insulinde door en door. Z'n eerste tournee daar, welke in 5ept. 1925 in zee ging ('n dubbelzinnigheid tusschen haakjes, die lekker door den beugel kan!) en die in de zeven maanden van haar duur. slordig geschat, 'n anderhalve Ion recette onbracht, schonk hem den kijk op de Paopenheimers van Batavia en Ommelanden; en die allereerste ronde stelde de Maria Pceters meeste betweters, die van Gassellernijveen tot om en nabij Schip op Geulle gekreten hadden: ,,Ga in godsnaam niet. Verheyen! Jongen,'t wordt een reuzesfrop!' finaal in hel ongelijk. De heele boel — vergeeft me. dal ik dit er zoo uilflap — werd 'n „kraker"! Over Pappenheimer? gesproken, hel zijn in blank-en-bruin's contreien vogels — met groote..-.. snavels — van diverse pluimage; ze zijn lastig en, let wel. niet gauw tevreden en voldaan: wal er in Indië aan Kuropeanen zit, zijn grootendeels gestudeerde menschen — ..inlellectueelen als u wilt, die n zekere, vast-niet-slappe, lilleraire onfwikkeling genieten; die eischen welen te stellen — maar die. dit zij hier voorop geplaatst, van het looneel houden! Méér, vermoed ik. met een zucht, dan in '1 kleine moederland. Verheyen. die straks — per s.S. Tjerimai op 13 Sept. van Marseille— voor eigen rekening en risico scheep gaat, heeft zelf die liefde gevoeld; ze is hem 'n spoorslag temeer om met een aantal kwieke kameraden — makkers, die hun lauweren reeds oogstten! — bij zijn debarkement in Deli, waar hij 14 dagen begint te spelen, voor de pinnen te komen, zooals de Vlaming zegt; en hij koestert de prettige overtuiging van te zullen slagen. Want dat veel ommegangen in Multatuli's rijk op een ergerlijk fiasco uitliepen, en daarmede doorgaans hel • kapitaal van anderen opslokten, is, volgens zijn diagnose, allerminst te wijlen aan ! het Indisch publiek, doch aan „de vervloekte nonchalance der leiders". * Bezien we de voor de deur staande onderneming, vooral wat het kunst-personeel aanbelangt, met eerlijken blik, dan is er wis-en-zeker alle hoop op iets, waarop alvast — onder 'f persgesprekje, dat ik „op 't Kembrandtplein met den leider van de dames en beeren van Stad en Lande voerde — geklonken en, bescheiden alstublieft, gedronken is: 'n goeie afloop! En de klinkendste waarborg is, hoewel Anton Verheyen gelukkig niet van zins hef ,.sferren"systeem te huldigen, natuurlijk de Cyrano van hef ensemble oftewel Hubert la Roche; die z'n glansrollen in de Binnenlanden en daaromtrent een extra-beurt belooft fe geven; die 'f leeuwenaandeel voor zich heeft in ..Zaken zijn Zaken ", ,,De Violiers ', ,,Tarturfe , Herman Heyermans' „De Opgaande Zon",,,De Brandons", „De Hofslachler ,— open doekjes en rappels mei de vleet heeft die Frederik Rommel in z'n kladboekje — ,,De man die de klappen krijgt", en ook zal ie optreden in het door Verheyen geënsceneerde ,,Salomé" van Oscar Wilde, waarvan de titelrol aan F.lly van Stekelenburg toevertrouwd is — n bezienswaardige creatie veronderstel ik bij voorbaat — en waarvoor de costuums alreeds gekocht zijn, want er trekken eigen decors en aanverwanten mee. Wanneer ik niet bevreesd was, dat de hoofdopsleller (en hoofdredacteuren kunnen dal verbazend handig) z'n snoeimes zou grijpen,dan zou ik het tableau de la troupe de revue laten passeeren en dan, vanzelf sprekend, beginnen met vriend Verheyen. den conscientieusen werker, den tooneelspeler par droil de naissance, wiens doodgraver in „Hamlet' de beste en meest Shakespeariaansche doodgraver was, dien wipen Rössinger. de ,,Nieuws"-criticus van erkend gezag, ooil in binnen-of buitenland aanschouwde. Doch ik moet volstaan met portretten zonder „bijschrift". Er is geen meerdere plaats. D.
i
MBiSJE UÏT HET KOOR
WOORDEN VAN CHEF VAN DIJK fo>9cbiob.9Hucó.
MUZIEK VAN HANS KAUFFMANN
i E&unv.d-c ^zu^.tetv, fo.nc fyaAtd.'scd, •^
A
?
/^
bJ-%- t
^
^
ft"
T^
É
^ -
r ^.
^^T"^
I'
g E
g ^
|.H I'
-Jbmoov,
tzt Ak
ï /.z.s.f-. WUiO.'
mkfak
^oczf. f Lg
TV. ^•
r-g
"er ^SA
fc^È^
r
Al je wijsheid -en ervaring, Al je levens statistiek, Al je objectieve koelheid, Wordt verdwaasde politiek. Van je levenswijze frazen, Blijft geen schijntje van een spoor, En je ziet alleen de oogen Van het meisje uit het koor,
vK**
&*%**
■^
^■■i
QirrrrmrTrrm .
f Je schrijft duizend schoone zangen, In een hemelsche lyriek. Zwelgend in de tooverkiankeri Van je eigen zielsmuziek. Op de vleugelen der liefde Gaat je dichtkunst er van door, Je schrijft „chansons amoureuses", Op het meisje uit het koor.
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME. 'i \\ #i 4* %h_.
Duizend van die binnenbrandjes. Worden dagelijks gebluscht, Als die kersen-roode lipjes Maar een keertje zijn gekust. In het veelbewogen leven Komt het immers dagelijks voor, Altijd zal dat wel zoo blijven, In ons groot gemengde koor.
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON" of NIETS CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE
BIJ
DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
.
.
LEIDSCHESTRAAT 84 . . . LANGL PÜThN 15 WITTE DE WITHSTKAAl 88
*é>ij>ijc*m*i*z*£4&t
r
■
■.
■.
"■■■■■■
■■
■.
**m