RONDLEIDING 3/2007
Onze leidingen doen hun kunstje graag opnieuw.
INFORMATIE EN INSPIRATIE ROND KUNSTSTOF LEIDINGSYSTEMEN DOOR BUREAULEIDING
Tot op de bodem met creativiteit Hoe gaan we om met de ondergrondse infrastructuur?
Hansje Brinker in New Orleans Nederlandse kennis en ervaringen helpen in rampgebied.
Koning, keizer, admiraal… Dankzij het unieke Buizen Inzamel Systeem van BureauLeiding kunnen er, op maar liefst 56 plaatsen in Nederland, dagelijks gebruikte kunststof leidingen worden ingeleverd. Van daaruit beginnen ze gewoon
…hoe doen onze jongens in Uruzghan het?
weer aan hun tweede leven. Of hun derde. Ze worden gereinigd en vermaald tot hun oorspronkelijke vorm en vervolgens wordt er nieuw leven ingeblazen. Van KOMO krijgen ze dan ook nog het keurmerk mee. En daarna begint alles weer opnieuw.
Het is rond met leidingen van kunststof. www.bureauleiding.nl/bis
Polder en bouwen. • Getvet… verstopping • Putten in Putten. • India en de schone watersnood. • Onverstoorbare waterdragers. • Hansje Brinker in New Orleans. • De evolutie van de drollenvanger. •
RONDLEIDING 4
4
Polder en bouwen.
8
Waterdichte aanbevelingen van het SMP. Europese studie positief over kunststof rioolsystemen. Schone wateren door het nieuwe plassen.
12
Tot op de bodem met creativiteit.
15
To leak or not to leak.
Ook mannen moeten er aan geloven…
24
Dura Vermeer Infra over kabels, leidingen, water en innovatie.
16
Onverstoorbare waterdragers.
19
Duurzaam duurt het langst.
20 16
22 24 27
40.000 kilometer ondergrondse infrastructuur van Vitens.
27
Kunststof leidingen dragen een steentje bij aan het milieu. India en de schone watersnood. BureauLeiding adopteert drinkwaterproject. Getver… verstopping! Handige tips om verstoppingen te voorkomen. Hansje Brinker in New Orleans. Nederlandse kennis en ervaringen helpen in rampgebied.
30
20
22
Evolutie van de drollenvanger. Eerste riool stamt uit de tijd van de oude Romeinen. WC lectuur top 10.
34
De spin in het rioolnet.
39
Daarom is het niet alleen goed om u eraan te herinneren wat de vele toepassingen van kunststof leidingen onder de grond zijn (want u weet: “uit het oog, uit het hart”). We willen u ook graag laten weten dat het wel goed zit met al die kunststof leidingen die ondergronds hun werk doen. Dat is een prettige zekerheid voor onze hele maatschappij. Zo heeft TNO al eerder aangetoond dat bijvoorbeeld PVC leidingen voor drinkwater – ook al liggen ze onder de grond – zeker 100 jaar mee kunnen. Ook is onlangs onderzocht en bewezen dat kunststof rioleringssystemen minder nadelige milieueffecten als gevolg van lekkages veroorzaken dan andere materialen. Dit laatste onderzoek is uitgevoerd door het gerenommeerde Duitse ingenieursbureau Stein & Partner uit Bochum. Dit bureau doet al vele jaren onderzoek naar alle aspecten van de ondergrondse infrastructuur, inclusief buizen en leidingsystemen van alle materialen, en geldt als een autoriteit op dit gebied. Vandaar dat u in dit nummer van RondLeiding een interview met de heer Stein jr. aantreft. Hij gaat niet alleen nader in op het onderzoek, maar ook op de waarde van de ondergrondse infrastructuur. Omdat ik hem zo mooi vind, geef ik hier alvast hun slogan bloot: “our future is in the underground”!
Geniewerken helpt onze militairen overal aan
33 36
Het gros van de kunststof leidingen wordt namelijk na de installatie aan het oog onttrokken: in muren, in en onder vloeren, en vooral ook in de grond. Deze laatste categorie krijgt in dit nummer extra aandacht, vooral de buizen die worden gebruikt voor het Nederlandse riool. Een stelsel dat erg belangrijk is voor de volksgezondheid, het milieu en de waterproblematiek waarmee ons land in toenemende mate te maken krijgt.
Koning, Keizer, admiraal… sanitaire voorzieningen.
30
Maar toch: we leven in de tijd van de visueel ingestelde mens. Daarom heeft ons magazine RondLeiding – waarvan u alweer nummer 3 in handen heeft – zo’n fraaie vormgeving. Met de glossy looks van het blad trekken we uw aandacht, waarna u hopelijk ook bereid bent om de aandacht op de inhoud te richten. Een aardige uitdaging in deze tijden van visuele overdaad. Waarom vinden we het eigenlijk nodig om uw aandacht te vragen voor kunststof leidingen? Het antwoord is heel eenvoudig: omdat de functie en betekenis anders eenvoudig aan uw aandacht kunnen ontsnappen. Vaak zult u de toepassing van de producten waar we als Nederlandse producenten van kunststof leidingen zo trots op zijn, niet zien.
‘Suspiciously low’ lekverlies in Nederland dankzij kunststofleidingen.
12
Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet! Zoals u waarschijnlijk weet is het gros van de mensen visueel ingesteld. Op enige afstand volgt een groep die liever eerst luistert, en dan is er nog een heel kleine groep die “kinetisch” is. De meeste mensen willen dus graag iets zien om overtuigd te worden (“zien is geloven”), voordat ze er over willen horen of iets willen voelen. Natuurlijk is dit onderscheid niet zo zwartwit. Iemand die visueel is ingesteld zal die nieuwe CD toch liever eerst horen, ook al is de hoes nog zo mooi. En – ook al mag het niet van de groenteman – een avocado wil je toch graag even voelen voordat je hem koopt.
De mening van een grote bouwer/ontwikkelaar.
10
INLEIDING
Om de tijd te doden.
34
Stichting RIONED slaat een brug tussen kennis en partijen. Putten in Putten. All season kunstgras green in Dutchgolf De Bokhorst.
In dit themanummer “Onder de grond” dus veel aandacht voor riolering in het algemeen en de rol van kunststof leidingen in het bijzonder. Maar natuurlijk is er ook aandacht voor andere toepassingen. We trakteren u opnieuw op een interessante uitgave. Want op het gebied van kunststof leidingen is er nog veel dat u niet heeft gezien. En BureauLeiding, het informatiebureau kunststof leidingsystemen, heeft het op zich genomen om u ook te laten zien wat u nu nog niet ziet! Ik wens u opnieuw veel kijk- en leesplezier! Roger M.P. Loop Directeur
Buizen en muizen.
36 RONDLEIDING
&
Polderen bouwen
Watermanagement, klimaatscenario’s, milieubeleid, de inrichting van het woon- en werklandschap: bijna iedereen heeft er wel een mening over. Maar niet iedereen heeft er dagelijks mee te maken. Daarom is RondLeiding benieuwd naar de mening van een bouwer/ontwikkelaar. Hiertoe reisden we af naar Zeist.
RONDLEIDING
RONDLEIDING
Dat is tegenwoordig anders. De bouwsector spant zich in om mee te denken en oplossingen te realiseren op het gebied van watermanagement.’ Gemeenten, vertelt Zwoferink, besteden nieuwbouwprojecten vaak aan in tenders. Voor het acquireren van een project is niet alleen de aanneemsom belangrijk: ‘Een zwaarwegend criterium is ook: hoe vul je het watermanagement in en wat is je milieuvisie? Dat zijn politiek gevoelige onderwerpen. Het is aan ons om onze plannen in deze materie op een goede manier over de bühne te brengen.’
worden genomen, voorbeelden zien, vertrouwen op de specialist die hij inhuurt. Zeg jij vanavond eens tegen je vrouw dat je wel een ander huis zou willen. En zet samen eens op een A-viertje hoe de kamer er dan uit moet zien. Negen van de tien mensen krijgen dat niet voor elkaar. Uitzonderingen daargelaten. Zoals ik het bekijk is dat particuliere opdrachtgeverschap een groot politiek steekspel waar de leek, onze opdrachtgever, niet in meekomt. Het strookt niet met de haalbaarheid.’
Zichtbaarheid
Een laatste vraag: gaan we in Nederland wel slim om met de planologie? In het westen wordt het steeds drukker. De kleibodem klinkt daar in waardoor het westelijk deel van ons land nog verder onder de zeespiegel daalt. In het noorden en oosten is er meer ruimte, toch concentreert een belangrijk deel van de nieuwbouw zich op de Randstad. Moeten we daar niet anders mee omgaan? ‘Ik woon zelf in het oosten en de enige keer dat ik gewoon richting westen kan rijden is op vrijdagochtend. De rest van de week zit het potdicht. In het verleden heeft de overheid de PTT en het Belastingkantoor naar Groningen verhuisd, maar dat heeft uiteindelijk niks uitgehaald. De oorzaak? Zeg het maar. We zijn net mieren, kruipen altijd op een hoop. Maar wat dat verzakken van west-Nederland betreft, daar ben ik niet zo bang voor. Nederland loopt wereldwijd voorop als het gaat om waterkeringen. Dat lossen we hier wel op. En voor de afvoer van overtollig water hebben we toch zeker kunststof leidingen…?’
Ontwikkelaar en bouwers opereren in een sterk concurrerende markt. Investeren in duurzaamheid en milieu is lovenswaardig, maar kan je ook in een vervelende spagaat brengen. Want hoeveel hoger mag de eindprijs zijn die de consument voor de woning betaalt? ‘Alles wordt duurder, dat is een logisch marktmechanisme. Kijk alleen al eens naar de afvalstroom. Vroeger werd er achterop de bouwplaats één grote puinhoop gemaakt. Alles lag op en door elkaar, en wat branden kon, daar ging meteen de vlam in. Nu staan er dagelijks minimaal drie of vier grote containers. Het bouwafval wordt apart ingezameld, opgeslagen, afgevoerd. Daar ontkom je niet aan en dat is ook goed. Wij gebruiken zoveel mogelijk duurzame materialen en kijken ook naar materialen die recyclebaar zijn. Een hogere prijs is voor de consument niet zozeer het probleem. De crux zit ‘m veel meer in de zichtbaarheid van de meerwaarde. De klant koopt een nieuwe woning en krijgt dan op een gegeven moment iemand van het energiebedrijf aan de deur. Wilt u gewone stroom of groene stroom? Groene stroom? Waaraan kan ik als leek zien dat ik groene stroom heb? Wie garandeert mij dat? Of neem het FSC hout. Hoe kan ik als bouwbedrijf zien of ik daadwerkelijk FSC hout heb gekocht? Hoe kan ik dat controleren? Afgezien hiervan is het punt vooral, dat de consument meer voor het FSC hout moet betalen. Maar waaraan herkent hij dat? Wat koopt hij daarvoor? Ik vind dat een moeilijk gebied. Aan de andere kant: iemand moet ooit wel dit soort stappen zetten, anders gebeurt er niets.’
Mierenhoop
Politiek steekspel
Een stralende zomerdag in april. Vrijwel letterlijk in de schaduw van slot Zeist staat het monumentale kantoor van VolkerWessels Bouw & Vastgoedontwikkeling West bv. In dit lommerrijke laantje lijken de bulderende bouwgeluiden van heimachines, draglines, boren en hamers de ver-van-mijn-bed show. Stille getuigen aan de muur maken echter maar al te duidelijk dat we te gast zijn bij een VolkerWessels onderneming: een van de grotere ontwikkelings- en bouwconcerns in Nederland. Onze eerste vraag voor regiodirecteur Johan Zwoferink heeft betrekking op de milieuvisie van zijn bedrijf: ‘Natuurlijk nemen we het milieu zo integraal mogelijk mee in onze ontwikkelingen. Als je alles in eigen beheer hebt, en je pretendeert als groot concern op brede schaal op de markt te willen opereren, dan hoor je ook RONDLEIDING
aandacht te besteden aan energie, milieu, alles wat daarop van toepassing is. Neem bijvoorbeeld het FSC hout, daar zijn we als een van de eersten op ingesprongen. Of meer specifiek in jullie interesseveld: het waterhuishouden. Daar hebben we steeds meer aandacht voor. Vooral het soort systemen als infiltratiekratten, dat zijn innovaties waarmee we collectief aan de slag gaan.’ Hij onderkent dat de relatie bouw-water vaak een problematische is. De bouw moet diep de grond in, water moet worden weggepompt of geloosd. Allemaal meerwerk waarvan je op hoger gelegen zandgronden geen last ondervindt. ‘In nieuwe uitleggebieden wordt tegenwoordig ook heel zorgvuldig omgegaan met het hergebruik van regenwater. In het verleden werd dat beschouwd als een probleem van het waterschap.
Van de overheid uit is er (nog) geen regelgeving ten aanzien van het gebruik van milieubewuste materialen. Wel zijn er de ERP-normen, die de energieprestatie voorschrijven. Zo goed mogelijke isolatie en energiezuinig stoken moet bijdragen aan energiebesparing en minder CO2 uitstoot. ‘De ERP norm wordt steeds scherper. Dat heeft zijn grenzen, want men heeft de neiging om onvoldoende rekening te houden met de andere kant van het verhaal. Als je alles potdicht isoleert, en niet of te weinig ventileert, gaat je huis kapot. Afgezien nog even van het feit dat het slecht is voor de gezondheid. Laatst waren we bij een stel tweeverdieners in Almere. Daar stonden 3,5 meter langspeelplaten op de grond. Als je de LP’s uit de hoezen haalde waren ze groen in plaats van zwart. Van het vocht. Dat huis werd nooit eens goed geventileerd. Ja, ‘s ochtends als ze de hond uitlieten. Dan lieten ze de achterdeur openstaan...’ Trekt de particuliere opdrachtgever niet zelf aan de bel om betere milieumaatregelen? ‘Van die vraag merk ik niet veel. Dat hele particuliere opdrachtgeverschap zoals de regering dat heeft bedoeld, om meer variatie in de bouw te krijgen, komt sowieso niet uit de verf. De doorsnee consument wil aan de hand RONDLEIDING
Data verzamelen
Europese studie naar diverse materialen voor rioolsystemen
Waterdichte aanbevelingen van het SMP Vorig jaar werd de “Sustainable Municipal Pipes study” (SMP) gepubliceerd: een Europese studie naar de prestaties van verschillende leidingsystemen en leidingmaterialen voor rioolsystemen. De studie zoomt onder meer in op de milieueffecten tijdens de gebruiksduur. De verschijning deed flink wat stof opwaaien in de Europese rioleringswereld. Het rapport concludeert onder meer dat kunststof leidingsystemen aanzienlijk minder last hebben van lekkageveroorzakende schade dan andere materialen. Dat is geen conclusie om zomaar even opzij te schuiven. RondLeiding ging daarom eens praten met Robert Stein van Stein & Partner GmbH in Bochum, de opstellers van het rapport. Underground future Stein & Partner is een ingenieursbureau met extensieve kennis en ervaring op het gebied van de ondergrondse infrastructuur. Het bureau heeft actuele kennisdossiers op alle aspecten: niet alleen van rioleringsstelsels, maar ook van tunnels en complete ondergrondse transportsystemen. In Bochum beseft men dat volledige neutraliteit een voorwaarde is voor geloofwaardigheid en klanttevredenheid. Voor elke toepassing wordt gezocht naar de juiste oplossing, ongeacht het te gebruiken materiaal. Daarnaast streeft het bureau naar de hoogst mogelijke betrouwbaarheid en deskundigheid. Dat het met dit laatste wel goed zit, blijkt onder meer wel uit de vele talen waarin Stein’s handboeken zijn verschenen: tot in het Japans aan toe! Stein & Partner is actief op drie gebieden: R&D, schade-expertise en kennisoverdracht. Wat hen tamelijk uniek maakt is dat het bureau zich richt op de volledige ondergrondse infrastructuur, in de meest ruime zin van het woord. Deze filosofie wordt goed afgedekt door hun internationale slogan: “the future is in the underground”. Het SMP rapport is opgesteld door Stein Consult GmbH, dat binnen het bureau ook de meeste kennis heeft van rioleringssystemen.
Onderschatte waarde Stein & Partner constateert dat eigenaren en gebruikers de waarde van de ondergrondse netten vaak schromelijk onderschatten. Dit leidt ertoe dat essentiële investeringen achterwege blijven. Stein ageert hier tegen door de waarde van ondergrondse leidingsystemen zoveel mogelijk onder de 10 RONDLEIDING
aandacht te brengen. Dit is vooral van belang omdat het in de toekomst steeds belangrijker zal worden het net als één geheel te zien. Aanpassingen op delen van het net zouden alleen mogen plaatsvinden als de consequenties voor het hele net in kaart zijn gebracht. Want daar ziet Stein vooral nog ruimte voor innovatie: het efficiënter maken van het gehele leidingnetwerk. In het verlengde hiervan zou innovatie zich ook op nieuwe vormgeving van leidingen moeten richten, nieuwe vormen die een efficiënter gebruik van leidingen mogelijk maken en/of die meer flexibiliteit in de toepassing toestaan. Maar dat kost natuurlijk allemaal geld. En dat geld komt misschien niet op tafel als de eigenaren en/of gebruikers van de leidingnetten zich niet realiseren wat hun netten werkelijk waard zijn.
Om de waarde van ondergrondse netwerken en leidingsystemen in stand te houden is goed onderhoud noodzakelijk. En dat vereist weer goede planning. Hiervoor hebben Stein & Partner een speciaal softwareprogramma ontwikkeld: Status. Via Status is het mogelijk om onderhoud, uitbreiding en vervanging van het leidingnetwerk te plannen waarbij rekening kan worden gehouden met een zeer uitgebreide lijst van variabelen. Jammer genoeg betekent de onderschatting van de waarde van het netwerk ook meestal dat de eigenaren/ gebruikers onvoldoende relevante gegevens bijhouden. Stein signaleert echter wel dat het besef gaandeweg groeit. Dit stelt hem in staat om uit aanpalende data voldoende relevante gegevens af te leiden voor de beoordeling van het netwerk, maar hij hamert er met nadruk op dat er behoefte is aan meer en meer specifieke data. Stein pleit daarom voor regelmatige inspectie van de leidingen, bij voorkeur o.b.v. een wettelijke plicht zoals die momenteel in Duitsland geldt. Hoe meer data er op deze manier verzameld worden, hoe beter er rekening gehouden kan worden met specifieke omstandigheden.
Europese landen baseert. Vandaar dat Stein volledig achter de representativiteit van het onderzoek staat en dat het met recht een Europese studie genoemd kan worden. Een goed project, aldus Stein, maar zeker niet het laatste wapenfeit. Hij ziet het eerder als het begin van een discussie over de milieueffecten van de diverse materialen, en als aanleiding voor verder onderzoek.
Kunststof versus andere materialen Bij al deze kennis en ervaring is het natuurlijk zeer interessant om Stein's mening over kunststof leiding materialen te horen. Voordat hij zich hierover wil uitlaten, herhaalt hij nog eens met klem dat zijn bureau zich neutraal opstelt. Goede leidingsystemen zijn systemen die goed zijn ontworpen, goed zijn aangelegd, en die goed worden onderhouden. Dat kan met alle materialen. Bij de keuze voor een specifiek materiaal moet allereerst rekening worden gehouden met de betreffende toepassing. Andere belangrijke criteria zijn de duurzaamheid, de functionele veiligheid en de lekdichtheid. Ook moet het systeem tijdens de totale gebruiksduur goed zijn te onderhouden. Binnen deze randvoorwaarden heeft kunststof toch wel een aantal specifieke voordelen, waaronder het grote aantal vormen van leidingen en hulpstukken. Dit staat veel flexibiliteit en efficiency toe bij het ontwerp en de installatie. Hierbij merkt hij op dat van alle verschillende mogelijkheden voor de klant steeds de toegevoegde waarde duidelijk moet zijn. Het geringere aantal lasnaden en koppelstukken is mede een verklaring voor het kleinere aantal lekkages. Een voordeel is bovendien dat de lassen van hetzelfde materiaal zijn als de buis, wat andermaal de kans op lekkages verkleint. En verder zijn kunststof leidingen gemakkelijker hanteerbaar bij installatie.
Onderzoek naar duurzaamheid Op basis van gegevens uit Duitsland, Nederland en Zweden concludeert het SMP rapport dat kunststof leidingen aanmerkelijk minder lekschades laten zien. Stein hecht er wel aan te vermelden dat deze aandacht voor lekdichtheid van leidingen iets is van de laatste 15 jaar. Voor die tijd werd algemeen aangenomen dat mogelijke naden en lekkages zich vanzelf zouden dichten met behulp van sedimenten uit het afvalwater. De laatste inzichten tonen echter aan dat dit niet zo werkt. Daardoor is de lekdichtheid van de leiding zelf belangrijk geworden. De SMP-studie is het eerste vergelijkbare onderzoek van deze omvang, en ook het eerste vergelijkbare onderzoek dat zich op data uit meerdere
Waterkwaliteit Wanneer je rioleringssystemen onder de loep neemt, is het onvermijdelijk om ook te kijken naar wat er zoal door de leidingen spoelt. In dit verband is het vooral interessant om de kwaliteit van het huishoudelijk afvalwater eens wat dichterbij te halen. De laatste decennia nemen we twee duidelijke ontwikkelingen waar: de gemiddelde temperatuur van het afvalwater is gestegen, en de samenstelling van de chemicaliën in het huishoudelijk afvalwater (de zg. chemische cocktail) is gewijzigd. Volgens Stein hebben beide ontwikkelingen hun hoogtepunt bereikt. Onder druk van het toenemende milieubewustzijn bij de burger zal er ook bewuster met afvalwater worden omgegaan, wat waarschijnlijk op termijn tot een verdere verbetering zal leiden. Dit is goed nieuws. Want het betekent dat de levensduur van kunststof leidingen zoals die nu is vastgesteld, geldt onder de “zwaarste” omstandigheden, en dus feitelijk nog gunstiger zal zijn. Als laatste overweging geeft Stein nog mee dat water zeer intelligent is. Water zal zijn weg altijd vinden. Om systemen te ontwerpen die hier rekening mee houden, moet het leidingnet holistisch en materiaalonafhankelijk worden benaderd, met de lekdichtheid van het systeem en een deskundige en correcte installatie als belangrijkste uitgangspunten.
SMP rapport downloaden De volledige SMP studie en een door Stein Consult geschreven samenvatting zijn te downloaden van www.bureauleiding.nl. De studie is ook verkrijgbaar via het secretariaat van BureauLeiding, telefoon: 070-4440650 e-mail:
[email protected]
RONDLEIDING 11
Schonere wateren door het nieuwe plassen
ontlasting. Beide worden gescheiden afgevoerd en opgevangen. In gebruik, comfort en schoonmaken wijken de toiletten niet af van de standaard WC. Punt is wel dat mannen, net als vrouwen, ook zittend moeten plassen. Maar uit marktverkenningen blijkt dat ook helemaal niet zo’n sta-in-de-weg te zijn. Uit een globale inventarisatie blijkt dat een derde van de mannen al zittend plast om klachten van vooral vrouwen te voorkomen. Welke man kent ze niet, de verwijtende quotes over ‘bril omhoog’ en 'spetters op de vloer'? Nog eens een derde van de mannen is best bereid om te gaan zitten als daar een goede reden voor bestaat. Blijft over de laatste 33 procent: de categorie die vasthoudt aan de (be)staande traditie. Jammer, maar geen probleem. De vermenging van ontlasting met urine leidt niet tot ontregeling van het scheidingstoilet.
Zuiveren van medicijnresten In Zweden is het Nieuwe Plassen al aardig ingeburgerd. Daar zijn al meer dan twintigduizend scheidingstoiletten geplaatst. Nederland schuift daar schoorvoetend bij aan. In Meppel loopt een gezamenlijk proefproject met woningcorporatie Woonconcept, zorginstelling Vanboeijen, Waterschap Reest & Wieden, Gemeente Meppel, Stowa en de Vewin. Waarom een proef bij een zorginstelling? Omdat urine veel
Bjartur Swart, Grontmij/Stowa. Drijvende kracht achter het Nieuwe Plassen.
Plasklare kunststof Waterbeheer betaalbaar houden. Hoe verkoop je dat aan de consument? Met andere woorden: hoeveel duurder gaat dit Nieuwe Plassen worden? Dat valt mee. Een scheidingstoilet kost om en nabij de 750 euro, tegenover 600 euro voor een gewone WC. Wel moet er een aparte leiding voor de urine worden aangelegd. Vanwege de agressieve stoffen en de opgeloste zouten moet die wel voldoen aan hogere eisen. Geen probleem: ook daarvoor kun je vertrouwen op kunststof leidingen. Bij de proef in Meppel is met succes gekozen voor PE-buizen. Op dit moment wordt bij de technische Hogeschool Windesheim in Zwolle onderzoek uitgevoerd naar de afzetting van urinesteen in kunststofleidingen. Onderzocht wordt op welke manieren het aankoeken van urinesteen het beste kan worden voorkomen. We houden u op de hoogte over de ontwikkelingen van het Nieuwe Plassen!
Bij de woorden ‘riolering’ en ‘vervuiling’ denk je vaak automatisch aan uitwerpselen. Maar laat stank en schijn u niet bedriegen. Want het lijdt geen twijfel wat de grootste vervuiler is van rioolwater: geen feces, maar urine. Volgens ingewijden wordt het daarom hoog tijd voor gescheiden uitscheiding.
Urine zorgt voor veruit het grootste deel van de nitraten, fosfaten, hormonen en geneesmiddelen in rioolwater. Het kost de zuiveringsinstallaties kapitalen om deze stoffen te verwijderen. Als puntje bij paaltje komt is het veel effectiever én goedkoper om de urine apart op te vangen en te verwerken. Maar de ervaring leert wel dat dit niet gepaard mag gaan met drastische ingrepen in ons rioleringssysteem.
12 RONDLEIDING
De vertrouwde WC is een heilig huisje voor de Nederlander. Daar komt niemand aan.
Even zitten s.v.p. De oplossing voor dit plasprobleem is eigenlijk heel simpel: het gebruik van scheidingstoiletten. Toiletten met twee aparte compartimenten. Eentje voor de plas, eentje voor de
milieuvijandige medicijnresten en hormonverstorende stoffen bevat. Die belanden via de rioolwaterzuiveringsinstallaties in het oppervlaktewater. Hoewel urine slechts 1% van de totale hoeveelheid afvalwater vormt, bevat het ongeveer 98% van alle medicijnen. Dat moet veranderen, vindt men ook bij het Drentse waterschap Velt en Vecht. Hiervoor wordt op initiatief van Stowa (de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer) onderzoek gedaan naar het verwijderen van medicijnresten uit afvalwater. Woonservice Drenthe plaatste scheidingstoiletten bij de nieuwbouw van seniorenwoningen in Sleen. De urine wordt apart ingezameld en met een tankauto vervoerd naar de waterzuivering in Sleen. Hier heeft het waterschap een aparte onderzoekslocatie gebouwd. De onderzoeken die hier plaatsvinden maken deel uit van een groot landelijk onderzoek naar de behandeling van urine en fecaliën. Doel van het onderzoek is om het waterbeheer uiteindelijk betaalbaar te houden en de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. RONDLEIDING 13
Tot op de bodem met creativiteit
gevolgen dramatisch zijn. Dat heeft iedereen vorig jaar wel kunnen zien in België.’ RondLeiding zit aan tafel met Heerco Kloosterman, directeur van Dura Vermeer Divisie Infra, en Jan Willem Jansen Venneboer, directeur van de werkmaatschappij Dura Vermeer Ondergrondse Infra. In het verleden is in Nederland, lichten beiden toe, veel infrastructuur onder de grond gebracht waarvan een groot deel niet of onvolledig in kaart is gebracht. De Grondroerdersregeling voorziet er onder meer in dat alle nieuwe activiteiten zorgvuldig en centraal in kaart worden gebracht. Ook is er een meldingsplicht voor het aantreffen van ongeregistreerde kabels en leidingen. Voor Kloosterman is het helder: ‘We zouden de volgorde van bouwen eigenlijk moeten omdraaien. Nu is het zo dat eerst de kavelindeling en bebouwing worden ingevuld, en als dat klaar is frotten we daar nog even de leidingen en kabels tussenin. Terwijl je eerst, als een soort backbone, de ondergrondse infrastructuur zou kunnen aanleggen. Als je toch een weiland op de kop gooit om te gaan bouwen, leg dan eerst op een bepaalde diepte één afsluitbaar kanaal aan. Een gebundelde structuur met een plekje voor gas, water, licht, CAI. Dan heb je alles bij elkaar, toegankelijk en inzichtelijk.’ In het stationsgebied van Arnhem heeft Dura Vermeer inmiddels meegewerkt aan een dergelijke oplossing. Maar dat is vooralsnog een uitzondering. Verkokering van belangen en het niet herkennen en erkennen van de waarde zit dit soort collectieve systemen nog teveel in de weg.
Warmte/koude opslag
Dura Vermeer Infra over kabels, leidingen, water en innovatie Wie denkt dat Nederland wordt volgebouwd, zou voor de grap eens een kijkje onder de grond moeten nemen. Want daar is het pas echt knokken om elke vierkante centimeter. Al die leidingen en kabels dreigen elkaar behoorlijk in de weg te gaan zitten. Wat doen we daaraan? En welke ondergrondse bewegingen spelen er nog meer?
14 RONDLEIDING
Het beleidsprogramma MOOI staat voor Management en Ordening van Ondergrondse Infrastructuur. Dit programma moet ervoor zorgen dat infrabedrijven meer structuur en uniformiteit aan de dag leggen. ‘Maar naar mijn mening nog belangrijker is de zogenaamde Grondroerdersregeling. Die moet een einde maken aan de weerspannigheden tussen de eigenaren van de ondergrondse infra en de grondroerders, de mensen die ermee aan het werk zijn. We moeten voorkomen dat we in elkaars vaarwater zitten en elkaar schade toebrengen. Niet alleen in financieel opzicht, maar ook in relatie tot veiligheid. Als we een riool beschadigen brengt dat wel zekere gezondheidsrisico’s met zich mee, maar als je een hogedruk gasleiding raakt met een graafmachine kunnen de
In ons gesprek is de brug van bodem naar water en milieu snel geslagen. De grootste problemen met water en bodemvervuiling zijn inmiddels wel onder controle: ‘Het grootste probleem is de klimaatverandering. Ongeacht of hun voorspellingen waar zijn of niet: door de aandacht van mensen als Clinton en Al Gore wordt de problematiek door een breed publiek onderkend. Het feit dat er zoveel aandacht aan wordt besteed, maakt dat de omgeving van je vraagt om op een andere manier met dit soort dingen om te gaan.’ Met haar divisies Bouw en Ontwikkeling en Infra heeft Dura Vermeer de mogelijkheid om de problematiek integraal te benaderen: ‘We kijken ook wat de invloed is van de bebouwde omgeving op de klimaatverandering. Naast zaken als de constructie en de isolatie kunnen we ook kijken naar de manier waarop de woning van energie wordt voorzien. Als je ervoor kunt zorgen dat de energie niet wordt opgewekt met fossiele brandstoffen, maar via duurzame methodes, dan draag je ook bij aan het terugdringen van de broeikasgassen.’ Dura Vermeer Ondergrondse Infra is een van de ontwikkelaars en marktleiders van warmte/koude opslagsystemen. Zomerse warmte wordt uit de woningen en kantoren getrokken en verdwijnt door kunststof leidingen in de bodem. Daar wordt het gebufferd op een diepte van 30 tot 100 meter. Andersom wordt in de winter deze opgeslagen bodemwarmte gebruikt om water te verwarmen. Trekt die warmte niet weg? ‘Op deze diepte is de snelheid van het bodemwater zo laag dat er nauwelijks migratie is. De warmte kan geen kant op: ze kan niet afkoelen en ze kan nauwelijks uitstralen. In een jaar tijd verandert de temperatuur nauwelijks.’
RONDLEIDING 15
To leak or not to leak Laag lekverlies in Nederland mede dankzij kunststof leidingen. Verwarmde wegen Juist met een terugtredende overheid die zich steeds meer beperkt tot de regierol, moet de bouw- en inframarkt in staat zijn om problemen van A tot Z op te lossen. Innovatie is dan des te belangrijker: vernieuwing gekoppeld aan duurzaamheid, in een setting van het klimaatprobleem en de energievraag. Een enorme uitdaging voor de sector, vindt Dura Vermeer. ‘We sturen innovatie dan ook heel nadrukkelijk aan. Een van onze meer recente introducties is bijvoorbeeld asfalt op een rol. Dit heeft als belangrijk voordeel dat je voor de kwaliteit van het eindresultaat niet afhankelijk bent van de omstandigheden, met name het weer. Het eindproduct wordt volledig geproduceerd in een gecontroleerde omgeving. Daardoor kun je het asfalt vervolgens ook verwerken onder extreme omstandigheden. We zijn nu ook bezig met een systeem waarbij met water gevulde kunststof leidingen door het asfalt lopen. Hiermee kunnen we het asfalt afkoelen in de zomer, waardoor het niet vervormt. Het warme water slaan we ondergronds op. In de winter, als het vriest en wanneer je anders zou gaan strooien, kan het warme water worden opgepompt om het wegdek te ontdooien.’
Waterwoningen Klimaatverandering, regenval en watermanagement spelen de bouwwereld parten: ‘In de Randstad is de grond duur. Daar komt bij dat je 15 procent van de bodem kwijt bent aan watercompensatie. Dat deel moet gebruikt worden als oppervlaktewater voor de opvang van het bodem- en hemelwater. Om projecten economisch haalbaar te houden, zijn we op een gegeven moment gaan kijken naar dubbel ruimtegebruik: bouwen op het land en op het water. We zijn concepten gaan ontwikkelen om veilig en verantwoord te kunnen wonen en werken in gebied waar de waterstand eigenlijk te hoog is. Of waar je een te grote ingreep in de waterhuishouding zou moeten doen. Een van onze jongste ontwikkelingen is het ‘drijvend’ bouwen. Zo hebben we in Naaldwijk een volwaardige kas gebouwd die op het water drijft. De kas ligt op een 16 RONDLEIDING
drijflichaam van EPS (piepschuim) en beton. In Maasbommel hebben we amfibische woningen gebouwd. Die staan in de uiterwaarden van de Maas en kunnen mee bewegen met het stijgende en dalende water. We hebben hier tot in Amerika, zeker na de ramp in New Orleans, de pers mee gehaald.’
Vakmensen Een ontwikkeling van een heel andere orde is het toenemende tekort aan vakmensen. En hoe vreemd dit misschien ook klinkt, daar kan de kunststof leiding industrie haar voordeel mee doen: ‘De komende 10 tot 15 jaar gaat er een enorm tekort ontstaan aan vakmensen die met hun handen werken. Dat vangen we niet alleen op met arbeidskrachten uit het buitenland. De kunststof leidingindustrie kan hier een rol in spelen, door systemen op de markt te brengen die je relatief snel in grote hoeveelheden kunt aanleggen. Daardoor heb je minder vakmensen nodig. De afgelopen jaren zijn hier al grote stappen in gemaakt, maar blijf daar vooral over nadenken.’
‘Suspiciously low’. Andere woorden had het Engelse instituut Ofwat er niet voor nadat ze in 2001 het lekverlies in Nederland had vergeleken met dat in andere landen. Over zulke verdachtmakingen doen we niet moeilijk. Sterker nog, we zijn er best wel trots op. 10 tot 30 procent lekverlies in landen als Amerika en Engeland tegenover 3 tot 7 procent in ons kikkerlandje, daar kun je toch mee thuiskomen? Lekverlies is een wereldwijd probleem. In ontwikkelingslanden met povere distributienetten kan dat verlies soms wel oplopen tot 70 procent, terwijl juist daar letterlijk en figuurlijk een hoge prijs wordt betaald voor water. Maar ook in de westerse landen willen de lekkagecijfers de grens van het toelaatbare nogal eens overschrijden. Waar komen die grote verschillen vandaan? Wat doen we in Nederland anders en beter dan Engeland? En wat kunnen we leren van de Engelse kennis en ervaringen op het gebied van lekmanagement en lekdetectie?
Kennis delen Om dit in kaart te brengen is een paar jaar geleden een internationaal vergelijkingsonderzoek gehouden door het Engelse Ofwat instituut. Als reactie hierop presenteerden Engelse en Nederlandse waterleidingbedrijven hun berekeningen van het lekverlies. Een van de follow-ups daarna was het project Lekverlies, dat werd uitgevoerd door Kiwa water research in opdracht van de waterbedrijven DZH, PWN, Waternet en Oasen. Doel van dit project was de kennis over lekverlies vergroten en waterleidingbedrijven in Engeland en
Nederland in staat stellen om te leren van elkaars kennis en ervaringen. Om een realistisch vergelijk te kunnen maken, zijn metingen uitgevoerd in Benthuizen en Diemen. Bij de metingen is gebruik gemaakt van twee methodes: de in Nederland gehanteerde top-downmethode en de in Engeland gangbare bottom-upmethode. Bij de top-downmethode wordt het verschil berekend tussen de afzet naar het leidingnet en de gefactureerde verkoop. Dit verschil kan tot stand komen door meerdere componenten, waarvan lekverlies er één is. Bepaling van het lekverlies ten opzichte van de andere componenten vindt plaats op basis van ervaringen en bestaande registraties. De bottom-upmethode wordt gehanteerd als er geen of onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over de verkoop aan klanten, bijvoorbeeld als aansluitingen niet bemeterd zijn. Door het analyseren van de afzet in de nacht, als het waterverbruik minimaal is, wordt een schatting gemaakt van het lekverlies.
Invloedsfactoren De praktijkmetingen in Nederland laten een zeer laag lekverlies zien. Zo geeft bijvoorbeeld de top-downmethode in Benthuizen een lekverlies aan van ongeveer 0,4 procent, terwijl dit volgens de bottom-upmethode ongeveer 1,5 procent is. Een redelijk vergelijkbaar lekverlies, waarbij ook bleek dat de top-downmethode nauwkeuriger is dan de bottom-up variant. Het Engelse onderzoeksbureau WRc heeft bij 33 distributienetten (waarvan zes Nederlandse) een statistische analyse uitgevoerd van de parameters die het lekverlies kunnen verklaren. Hieruit komt naar voren dat het lekverlies lager is als een groot deel van de leidingen in een zand- of kleibodem ligt, als de waterdruk laag is en als het aandeel kunststof leidingen in het systeem hoog is. Dat laatste verbaast ons niets. Ook typeert Ofwat de Nederlandse lekverliezen nu als "very interesting". RONDLEIDING 17
40.000 kilometer ondergrondse infrastructuur van Vitens
Onverstoorbare waterdragers
Water. Je draait de kraan open en het is er. Dat vinden we in Nederland de normaalste zaak van de wereld. Maar hoe komt dat water bij ons thuis? Krijg ik nog wel genoeg water als de brandweer een straat verderop met man en macht aan het blussen is? En welke invloed heeft de kwaliteit van de waterleiding op de smaak van water?
Waterleidingbedrijven winnen water uit de grond, uit rivieren, rivieroevers of in de duinen. Vitens, met een leveringsgebied dat zich uitstrekt over Friesland, Gelderland en Overijssel, wint vooral uit grondwater. Grondwater is water dat door de aardbodem is gesijpeld en daar soms tienduizenden jaren blijft opgeslagen in poreuze bodemlagen. Het grondwater dat Vitens wint, bevindt zich op een diepte van 20 tot meer dan 200 meer. Na beluchting, filtratie en soms ook ontharding wordt het gezuiverde water opgeslagen in reinwaterkelders, tanks of watertorens. Vandaar wordt het drinkwater het leidingnet ingepompt. Alleen al voor Vitens gaat dat om een leidingnetwerk van maar liefst 40.000 kilometer!
Oud en nieuw ‘Bij de grote transportleidingen die het water vanaf het wingebied naar de productielocatie of verder vervoeren kan het ook een keer ander materiaal zijn, maar normaal praten we bij de aanleg van infra voor drinkwatervoorziening in bijna honderd procent van de gevallen over kunststof leidingen.’ Er is geen enkele reden om te twijfelen aan de woorden van Harry Berndt. Als senior projectstuurder Infra Projecten bij Vitens staat hij op met de materie en gaat ermee naar bed. Nou weten we dat de goede eigenschappen van kunststof leidingen vooral de laatste
18 RONDLEIDING
RONDLEIDING 19
decennia alom onderkend worden. Hoe zit dat dan met oudere distributienetten? ‘De kwaliteit daarvan speelt met name een rol bij renovatieprojecten. Oude woningen worden gesloopt, er komen nieuwe woningen op andere plekken te staan. Dit impliceert in veel gevallen dat de aanwezige leidingen verlegd of vervangen moeten worden. Vervanging kan aan de orde zijn bij oudere leidingen en situaties waarin de bodem gesaneerd moet worden, of wanneer er asbestcement leidingen liggen waar zwaar verkeer over gaat.’ Asbestcement en drinkwater? Berndt verzekert ons dat we niet hoeven te schrikken van die combinatie. Zolang je asbestcement niet verspaant, is er geen vuiltje aan de lucht. Of beter gezegd, in het water. Maar door zwaar verkeer kan er wel setting in de bodem optreden. Datzelfde kan ook gebeuren als de buis in veengrond ligt en extreme droge en natte periodes elkaar afwisselen. En dat zijn omstandigheden waar een asbestcement buis slecht tegen kan. Het is een hele stugge buis die trillingen en bewegingen in de grond niet kan opnemen. Daardoor breekt zo’n buis uiteindelijk doormidden. Datzelfde gebeurt ook met gietijzeren buizen. Met lekkage als gevolg. En misschien zelfs wel verontreiniging? ‘Nee, dat niet. Gietijzeren leidingen hebben wel als nadeel dat ze bij onvoldoende doorstroming in het net nog wel eens willen aangroeien. Je krijgt dan aan de binnenkant een vorm van corrosie. Dat groeit aan waardoor de leidingen gaan dichtzitten. Daar moeten we dan wel iets aan doen. Bij lekkage raakt het water in een stroomversnelling. Daardoor raken de deeltjes los die normaal mooi tegen de ijzerwand leven. Ik denk dan aan deeltjes ijzer, mangaan, dat soort dingen.’ Maar ach, zo erg is dat nou ook weer niet voor onze gezondheid, lacht de joviale Berndt. Normaal zit er immers ook een percentage ijzer en mangaan in het water. Dat zie je dan alleen niet…
Brand meester Daar heeft-ie een punt. Drinkwater bevat onder meer ijzers en mineralen. En goed drinkwater smaakt lekker. Kunnen de transport- en distributieleidingen de smaak beïnvloeden? 'Daar heb je met kunststof leidingen in beginsel geen last van.' Het aanleggen van de leidingen doet Vitens niet zelf. De afdeling van Harry Berndt ontwerpt de infrastructuur en maakt de tekeningen. Het werk wordt vervolgens uitgevoerd door een aannemer onder toezicht van Vitens. Waar in het verleden werd gekozen voor een ringsysteem met één voedingspunt, wordt tegenwoordig een nieuwe ondergrondse architectuur toegepast met twee voedingspunten en meerdere vertakkingen: ‘Waar het op neerkomt is, dat we op deze manier meer stroming in het systeem houden. Dat is beter voor de waterkwaliteit. Bovendien kunnen we onze klanten zo betere leveringszekerheid garanderen. Als bij punt A lekkage optreedt kunnen we daar een afsluiter dicht zetten. Het water blijft dan wel vanaf punt B binnenkomen.' Lekkage. Vervelend, plassen water in de straat of op de stoep, maar verder hoef ik daar als waterverbruiker niet wakker van te liggen. Stel nou dat er een straat verderop een enorme brand uitbreekt? Neemt de brandweer dan niet teveel waterdruk weg? ‘Plaatselijk zal er dan best wel wat drukverlaging optreden. Maar als er zo’n brand in de buurt is, staat er toch niemand onder de douche. Iedereen staat er dan bij te kijken. Dus in zoverre is er dan eigenlijk geen probleem. Zo eenvoudig kan het ook werken.'
Duurzaam duurt het langst ‘We hebben de aarde in bruikleen gekregen om ze door te geven aan onze kinderen’. Een dichterlijke passage, maar geenszins zweverig. De noodzaak van goede milieuzorg is een nuchter gegeven. BureauLeiding draagt daar graag een steentje aan bij. Bij diverse vergelijkende onderzoeken komen kunststof leidingen als een duurzame en milieubewuste oplossing uit de bus. Neem bijvoorbeeld (deze uitgave staat er tenslotte bol van) rioleringen. Via lekkende rioolsystemen kunnen, zoals u weet, bestanddelen in de bodem trekken die het milieu schade toebrengen. Uit onafhankelijk Europees onderzoek*) is gebleken, dat van alle materialen die gebruikt worden voor rioleringen, kunststofleidingen het milieu veruit de minste schade berokkenen door lekkage. Weinig lekverlies betekent ook nog iets anders. Het impliceert ook dat er weinig schoon drinkwater en bruikbaar regenwater verloren gaat. Wel iets om in het achterhoofd te houden in een tijd dat drinkwater al betiteld wordt als ‘het nieuwe vloeibare goud’.
inzamelsystreem genoemd, in meerdere Europese landen navolging gekregen. BIS werkt even simpel als doeltreffend: elk bedrijf, aannemer of installateur, kan via BureauLeiding een gesloten 30 m³ container bestellen, en deze weer laten ophalen wanneer de container vol is. De volle containers worden naar verwerkingsfabrieken in Hardenberg of Zeewolde gebracht. Het materiaal wordt daar gereinigd en vermalen tot de gewenste granulaatgrootte. PVC kan desgewenst tot poeder worden gemalen. Deze grondstof wordt vervolgens gebruikt voor de productie van de kern van de zogenaamd drielaagsbuis. Een volwaardige buis met gerecycled materiaal, voorzien van KOMO-keurmerk. PE en PP gaan in kleine korreltjes naar de afnemers.
Levensduur
Milieuconvenant
Kunststof leidingen hebben een erg lange levensduur. Een jarenlang onderzoek van TNO, in samenwerking met enkele leden van BureauLeiding, heeft uitgewezen dat PVC leidingen die nu al 50 jaar onder de grond liggen, een levensduurverwachting kunnen hebben van meer dan 100 jaar. Dat kan zelfs oplopen tot maar liefst boven de 200 jaar! De betekenis hiervan laat weinig aan de fantasie over. Het houdt in dat de leidingen niet vervangen hoeven te worden. Dat er geen nieuwe grondstoffen worden gebruikt. En dat er geen energieverbruikende processen nodig zijn om die vervangende materialen te produceren.
De leden van BureauLeiding zijn aangesloten bij de branchevereniging NRK: de Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie. De Nederlandse overheid en de NRK hebben gezamenlijk afspraken gemaakt over de manier waarop de bedrijfstak haar verantwoordelijkheid wil nemen om de milieubelasting in Nederland terug te dringen. Deze afspraken zijn vastgelegd in een convenant. Een belangrijk onderdeel van dit convenant is de integrale milieutaakstelling (IMT). Hierin staat per thema en per stof aangegeven naar welke kwantitatieve vermindering van milieubelastende stoffen de bedrijfstak streeft in het jaar 2010. Binnen de branche zijn en worden er stelselmatig maatregelen getroffen om deze taakstelling te realiseren.
BIS En de leidingen die niet meer worden gebruikt? Die bijvoorbeeld overblijven na de sloop van een pand of de renovatie van een woonwijk? Daar bestaat ook een verantwoorde oplossing voor. Al in 1993 namen de Nederlandse producenten van kunststof leidingsystemen hun verantwoordelijkheid door een uniek inzamelsysteem te introduceren. Zij waren hiermee de eerste en ook lange tijd de enige in Europa. Ondertussen heeft BIS, want zo wordt het
20 RONDLEIDING
Kortom, net zoals in meerdere bedrijfstakken is ook voor de leden van BureauLeiding het milieu ‘serious business.’ Al was het alleen maar om de erfenis voor onze kinderen... *) het SMP (Sustainable Municipal Pipes), zie ook pagina 8-9
RONDLEIDING 21
BureauLeiding adopteert drinkwaterproject
India en de schone watersnood Tussen ‘waterdragers’ in het ene en het andere
onveilig drinkwater uit open putten en beken:
In India is onveilig drinkwater een van de belangrijkste ziekteveroorzakers. Vooral in de minder ontwikkelde gebieden en in de sloppenwijken is dit een levensgroot probleem. De omgeving van Pondicherry, in de deelstaat Tamil Nadu, is zo’n regio met een hoog drinkwaterrisico. Het is een enorm arm gebied waarvan de meeste inwoners in de dorpen analfabeet zijn. Een aantal dorpen wordt uitsluitend bewoond door leden van de laagste kaste, wat er in de praktijk vaak op neerkomt dat deze mensen veroordeeld zijn tot een uitzichtloos bestaan.
bronnen van allerlei ziekten of nog erger. De
Low cost zuiveringsunit
land zit soms een wereld van verschil. Zo lopen we in Nederland met chique flesjes mineraalwater op zak, omdat we het schone kraanwater niet zuiverend genoeg vinden voor ons lichaam. In India zeulen vrouwen en kinderen met kruiken
Stichting Basic Water Needs Foundation komt hier tegen in actie. En BureauLeiding doet daar graag aan mee.
22 RONDLEIDING
Voorlichting en technische maatregelen moeten hier verandering in brengen. In een campagne van lokale stichtingen wordt de vertaalslag gemaakt van gratis onveilig water halen naar veilig drinkwater kopen. Dit laatste is mogelijk dankzij de inspanningen van de stichting Basic Water Needs Foundation. Na jaren van onderzoek is deze stichting erin geslaagd een low cost waterzuiveringsysteem te ontwikkelen. Dit wordt gebouwd in India en meer dan 95% van de componenten wordt ook in dit land geproduceerd. Het systeem bestaat uit voorfiltratie middels een zandfilter, actief koolbehandeling en desinfectie met een in eigen beheer ontwikkeld ultraviolet desinfectiesysteem. Ruim een jaar geleden werd gestart met een pilotproject in dit gebied. Het project blijkt een groot succes: meer dan 75% van de dorpelingen koopt er nu veilig drinkwater. Uit evaluaties blijkt dat de mensen er minder vaak ziek zijn en lagere kosten hebben voor artsenbezoek en medicijnen.
Veilig water voor 1 eurocent Voortbordurend op deze bemoedigende resultaten worden de komende maanden zuiveringsunits geïntroduceerd in vier dorpen rond Pondicherry. Tegelijkertijd zal hier ook de voorlichtingscampagne worden opgestart. Kosten zijn een belangrijke factor voor dit initiatief. In dit arme gebied kunnen de meeste bewoners niet meer betalen dan 50 Paisa (ongeveer 1 eurocent) voor een kruik met 20 liter veilig drinkwater. Dit kost een gezin dan 30 eurocent per maand voor veilig drink- en keukenwater. Water voor andere doeleinden wordt nog steeds uit onveilige handpompen of open putten gehaald. Om de units van Basic Water Needs Foundation kostendekkend te laten functioneren moeten in een dorp dagelijks ten minste 300 gezinnen veilig drinkwater kopen. Uit de opbrengsten wordt een dorpsvrouw (operator) betaald die de zuiveringsunit na een korte training beheert. Zij voert ook eenvoudig onderhoud uit. Bij de ontwikkeling van de unit is er speciaal gelet op de gebruikersvriendelijkheid van de onderhoudshandelingen. In de ochtend en avond brengt de vrouw veilig water naar de kopers in het dorp. De aantallen kruiken worden bijgehouden en één keer per maand rekenen de gebruikers af. De resterende opbrengsten worden gebruikt voor elektriciteit, technisch onderhoud (twee keer per jaar) en afschrijvingen. Zo wordt langzaam een potje opgebouwd waaruit men na circa 10 jaar een nieuwe installatie kan betalen.
‘salaris’ van de vrouwelijke operator te betalen. Het dorp heeft deze aanlooptijd nodig om meer mensen warm te maken om veilig drinkwater te kopen. De operator verdient € 20, per maand, over 10 maanden dus € 200,- Het gemiddelde sponsorbedrag per dorp komt hiermee op € 2025,-.
Toekomst voor Eddyachavadi BureauLeiding sympathiseert sterk met dit initiatief en heeft besloten de unit voor een dorp te sponsoren. Het gaat hierbij om Eddyachavadi, een dorp met 3000 inwoners en het eerste van de vier dorpen waar een unit wordt geïnstalleerd. In Eddyachavadi is het water zwaar verontreinigd. Er is maar twee keer per dag een uur water beschikbaar uit de openbare tappunten. Zoals overal in India zijn er ook hier veel illegale aansluitingen met lekken in de leiding. Het leidingnet zelf is ook op veel plaatsen lek. Tijdens de uren dat er geen water is komt er veel bacteriologische verontreiniging de leiding binnen. Het basis sponsorbedrag voor een dorp / unit in India is gesteld op ongeveer € 1800,- In circa de helft van de dorpen blijkt het water echter te hard te zijn. Om harde kalkaanslag in het systeem te voorkomen wordt in deze gevallen een elektronische calconditioner voorgeschakeld van € 150,- Bovendien blijkt het in de praktijk nodig om de eerste 10 maanden het
Ook sponsor worden? Binnenkort vindt u op www.basicwaterneedsfoundation.org meer informatie. U kunt ook bellen naar 06 - 455 50 539, of voor meer informatie contact opnemen met BureauLeiding.
RONDLEIDING 23
GETVER… VERSTOPPING! In de jaren '60, '70 en in sommige regio’s ook nog wel later was het schering en inslag. Gresbuizen die de geest gaven, bezinkingsputjes die nokvol zaten met wc-papier en andere oorzaken. Maar het gevolg was altijd hetzelfde: een verstopte riolering. Het klassieke beeld van pa die zich weer eens met ware leeuwenmoed door de bruine drab worstelt zien we niet zo vaak meer. Maar zeg nooit nooit. Verstoppingen komen gelukkig nog maar zelden voor. Met dank aan de gladde binnenwanden, de sterkte en de flexibiliteit van kunststof leidingen. Een gemiddeld huishouden in Nederland heeft nog maar één keer in de 10 jaar met een verstopt riool te maken. Sommige hebben er nooit last van. Maar er zijn er ook nog altijd die hun donkerbruine vermoedens regelmatig bewaarheid zien en last ondervinden van verstoppingen. De oorzaken van verstoppingen zijn
slecht aangelegde en verouderde rioolsystemen, wortelingroei, aankoeken van vet in het riool en een teveel aan toiletpapier. Hoe constateer je een verstopping? Vrij eenvoudig: het water loopt niet meer goed weg, de gootsteen en andere afvoerplekken geven borrelende geluiden en last but not leat is er die typische rioollucht. Bepaald geen geurtje waar je je vrouw of vriendin graag mee verwent. De vraag is dus:
Hoe kun je het voorkomen?
24 RONDLEIDING
Gebruik het toilet en de schrobput niet als afvalbak
zeepresten. Het afvalwater bevat zeepschuim.
(geen etensresten, verfresten of andere soorten
Water spoelt sneller weg dan de zeepresten met
afval) Gebruik niet te veel toiletpapier en spoel
als gevolg dat de zeepresten gaan aankoeken aan
altijd goed na met voldoende water. Let op met
de buiswand. Dit probleem is op te lossen door
toiletverfrissers: als ze loslaten kunnen ze in de
regelmatig een grote hoeveelheid warm/heet water
zwanenhals blijven steken. Doucheputten en was-
door het riool te spoelen. Blad op het dak of in de
bakken raken vaak verstopt door haren die in het
tuin kan via de hemelwaterafvoer in het riool
sifon blijven steken. Draai de sifon af en toe los om
terecht komen. Ook hier zijn effectieve oplossingen
het schoon te maken of gebruik een gootsteenont-
voor. Plaats een filter voor de goot, bladvangers
stopper. Uitgedroogde sifons en emmertjes in
voor de kiezelbakken, en maak de daken en goten
schrobputten veroorzaken geuroverlast omdat er
regelmatig schoon. Plaats een ontstoppingsstuk
een open verbinding met het riool ontstaat. Af en
(een t-stuk met schroefdeksel) op een makkelijk
toe controleren en vullen met een beetje water is
bereikbare plaats in het rioolstelsel. Heb je dan
de oplossing. Vaatwasmachines en wasmachines
onverhoopt last van een verstopping, dan kun je
zorgen vaak voor dichtslibbing met vet- en
de leiding makkelijk doorspuiten.
RONDLEIDING 25
Hansje Brinker in New Orleans
De desastreuze overstroming van New Orleans is alweer bijna twee jaar geleden. Maar het staat ons nog op het netvlies alsof het gisteren gebeurde. In Nederland kwamen de herinneringen aan de Watersnoodramp van 1953 bovendrijven. Moeten we hier ook weer rekening gaan houden met dit soort scenario’s nu het klimaat verandert? En wat kunnen we met onze waterkennis doen voor een stad als New Orleans? Om doemscenario’s maar meteen de kop in te drukken: de kans op een Nederlandse versie van ‘Katrina and the waves’ is niet bijster groot. Net als New Orleans ligt ook Nederland voor een groot deel onder de zeespiegel, maar daarmee houdt de grootste overeenkomst wel op. We kennen hier aanmerkelijk strengere eisen ten aanzien van de veiligheid. Bovendien is in ons land de kustverdediging behoorlijk op orde en dat viel van New Orleans niet te zeggen. Daar ontbraken hele stukken dijk of waren er deuren in de dijken gemaakt om industriegebieden toegankelijk te maken.
‘Verkennende bezoeken over en weer hebben het pad geplaveid voor de Nederlandse inbreng van deltatechnologieën: bescherming tegen hoog water in de kwetsbare delta. Een aantal Nederlandse bedrijven heeft daar opdrachten verworven, waaronder Arcadis. Wij hebben een adviesopdracht gekregen van het George Army Corps Engineers, een soort Amerikaanse Rijkswaterstaat. Het gaat om een raamcontract ter waarde van 150 miljoen dollar, volgens mij de grootste opdracht ooit gegeven aan een Nederlands adviesbureau. We hebben moeten meedingen met in totaal 45 consortia. Deze opdracht hebben we te danken aan de unieke meerwaarde van de Nederlandse waterkennis.’ In een consortium met een aantal gezaghebbende partijen op het gebied van stormvloedkeringen en kustbescherming bouwt Arcadis een kennisbrug tussen Nederland en Amerika. Dit heeft onder meer geleid tot een aantal Army Corps workshops, waaruit een concrete opdracht van een half miljoen
Big deal
In de plannen om de waterkering rond New Orleans te verbeteren spelen Nederlandse kennis en ervaringen een belangrijke rol. Binnen het Netherlands Water Partnership zijn instituten en bedrijven verenigd die kennis exporteren en die projecten (mede) uitvoeren of begeleiden. Piet Dirke van Arcadis is intensief betrokken bij de wederopbouw en verbeteringsslag: 26 RONDLEIDING
RONDLEIDING 27
dollar rolde voor vrijwel de totale Nederlandse watersector: ‘Het gaat om de opdracht voor een alternatief herstelplan voor New Orleans, onder de noemer Dutch Perspectives. Dat plan wordt op dit moment geschreven. Je kunt het vergelijken met een soort lichtgewicht Deltaplan.’
270.000 evacués
De Nederlandse inbreng behelst vooral het meewerken aan planvorming en ontwerpen. Intussen is het Amerikaanse leger met man en macht aan het werk. Binnen een jaar is meer dan een miljard dollar besteed aan provisorisch herstel van de waterkeringen. ‘Het stadscentrum is volledig hersteld. Als consultant of toerist kom je in een levendig centrum. De jazzclubs zijn open, Bourbon Street leeft weer in volle glorie, het zakendistrict is op orde. Maar een of twee kilometer buiten de kern kom je in de lagere gebieden, die zwaar onder water hebben gestaan. Dat is toch 80 procent van New Orleans. Hier en daar worden huizen gerepareerd, rotzooi wordt opgeruimd, er staan nog autowrakken. Weer een kilometer verderop kom je in een gebied waar het water tot aan de dakranden heeft gestaan. Plotseling sta je dan in een volslagen leegte. In een woestenij van grasland waar niks meer staat, waar alleen maar puinhopen liggen. Hier gebeurt helemaal niets, er wordt niet één huis herbouwd. Dit betekent dat 270.000 geëvacueerde mensen hier nog lang niet terugkomen.’ Piet Dirke verbaast zich hardop dat juist in dit gebied sterke betonnen keerwanden staan, hoger en dikker dan tevoren: ‘Een prachtige badkuip waar vervolgens hemaal niks in zit. Laat ik het heel voorzichtig zo zeggen: ze hebben hier een aardig probleem met de wederopbouw.’
Materiaalschaarste
Als RondLeiding zijn we uiteraard benieuwd naar de aanwezigheid en kwaliteit van de materialen in New Orleans. ‘Wat kunststofleidingen betreft, moet ik eerlijk bekennen dat ik niet weet of Nederlandse producten beter zijn dan Amerikaanse. Op dat gebied ben ik geen kenner. Wel is het zo dat New Orleans in zijn algemeenheid een geweldig probleem heeft met materialen. Er is tekort aan alles, ook aan elementaire dingen als klei, zand, cement, beton, staal. En ook aan de menskracht die erbij hoort. Een gevolg daarvan is dat er een krankzinnig dure markt is ontstaan. Ik praat niet over 10 tot 20 procent hogere prijzen, maar ik heb wel gehoord over prijsstijgingen van 50 tot 300 procent en zelfs hoger. Je ziet nu dat de materiaalschaarste een rol speelt bij de keuzes die worden gemaakt bij het bedenken van oplossingen. Het is nog niet duidelijk hoe dat gaat doorwerken. Ik zou niet meteen kunnen zeggen dat er behoefte is aan Nederlands materiaal, maar gezien de omstandigheden zouden er mogelijkheden kunnen liggen. Als je een slimme manier weet te 28 RONDLEIDING
bedenken om daar goed materiaal tegen lage prijzen te brengen zou dat in principe best interessant kunnen zijn. Kijk, we praten hier over drie dingen: over waterkeringen, dijken dus. Daarnaast over vloedkeringen, want er loopt een aantal grote kanalen door de stad. Die moeten bevaarbaar zijn voor de scheepvaart en die moet je kunnen afsluiten. Last but not least hebben we het ook over pompstations. En dat kan interessant worden voor Nederlanders. Want als je die badkuip goed afsluit van New Orleans, beter dan voorheen, dan zul je toch je drainwater kwijt moeten. Op en rond de plekken waar zich nu afsluitingen bevinden, zie je pompstations verrijzen, met de bijbehorende infrastructuur. Daarin wordt fors geïnvesteerd. New Orleans heeft een budget van vier of vijf miljard dollar voor de watersystemen. Zeker anderhalf miljard daarvan is bestemd voor pompstations met bijbehorende voorzieningen.’
Schwarzenegger
De Nederlandse aanwezigheid in New Orleans heeft ook elders in Amerika de interesse aangewakkerd. In Californië trok gouverneur Arnold Schwarzenegger aan de bel: ‘Hij wil voorkomen dat Californië met soortgelijke rampen te maken krijgt. Inmiddels zijn er mensen uit Californië in Nederland op bezoek geweest. In juli ga ik er voor de derde keer in korte tijd naar toe voor een conferentie over dijkentechnologie in Amerika. Na Californië zijn nu ook de eerste geluiden over Nederlandse bemoeienis opgedoken in Miami, Florida. Ons Hansje Brinker imago geeft ons in deze tijd van klimaatverandering nieuwe internationale mogelijkheden.’
Geniewerken helpt onze militairen overal aan sanitaire voorzieningen
Koning, keizer, admiraal… Naar de wc moeten ze allemaal. Ook al is dat midden op de kale zandvlaktes van Uruzgan. Op humanitaire missie na de aardbeving in Pakistan. Of misschien wel na een nieuwe watersnood in ons eigen Nederland. Moeten is één. Maar hoe zorg je ervoor dat ze dan ook kúnnen? Home Of The Engineers. Het trotse spandoek achter de toegangspoort laat er geen gras over groeien. De Prinses Margriet Kazerne in Wezep is het thuishonk van de Genie van onze landmacht. ‘Maar we werken ook voor de marine en voor de luchtmacht. Dat komt omdat de missies zijn veranderd. In het verleden zat de landmacht in het binnenland, de luchtmacht langs de kust van een nabijgelegen land en de marine op zee. Nu zitten de luchtmacht, de landmacht en ook wel mariniers in het gebied zelf. Het ontwikkelen en begeleiden van de opbouw van zo’n compound gebeurt door onze mensen van de Genie.’ Ingenieur Egbert Lozeman, eerste Luitenant en hoofd WTB-IT bij Bureau Geniewerken, perst met plezier wat uren samen op zijn agenda om ons te woord te staan. ‘Red je jezelf even? Daar staat wel ergens koffie. Ik moet eerst nog wat doorspreken wat niet kan wachten.’
Hollandse toleranties
De Genie concentreert zich voornamelijk op de ondersteuning van missies in het buitenland. Het Bureau Geniewerken in Wezep is het ingenieursbureau van de landmacht. Hier worden de ontwerpen, berekeningen en tekeningen gemaakt voor de installaties in de kampementen. Voor het opbouwen gaan taakteams mee naar het buitenland. Zij doen alle werkzaamheden zelf of besteden deze voor een deel uit aan de lokale bevolking, waarbij de taakteams kunnen zorgen voor training en begeleiding. ’In onze constructiecompagnieën werken zo’n 120 mannen en vrouwen. Dat zijn allemaal mensen met een civiele opleiding in de bouwkunde, grond- weg- en waterbouw, elektrotechniek of installatietechniek. Bij de laatste missie in Afghanistan hebben we een aantal werkzaamheden met lokale aannemers gedaan. Dat bevalt op zich erg goed. RONDLEIDING 29
50 graden plus
Maar ja, in een half jaar tijd een waterzuiveringsinstallatie bouwen die 100 procent voldoet aan de Nederlandse wetgeving, dat is een utopie. Improviseren blijft het motto. En daarbinnen zien te komen tot een zo hoog mogelijk kwaliteitspeil. ‘En daarvoor hebben we dus heel veel terreinleidingen nodig, allemaal in kunststof, heel veel PE. Voor waterleidingen, grondleidingen, drukrioleringen en riolering in natuurlijk verval. Kunststof is erg makkelijk en prettig te verwerken. We hebben de technische weersomstandigheden niet voor het uitkiezen. Er wordt een datum gesteld en dan beginnen we. Natuurlijk kijkt de legerleiding wel naar een zo gunstig mogelijk periode, maar er zitten ook politieke beslissingen aan vast. En of het dan vriest of niet vriest is niet meer interessant. We moeten elk seizoen met de materialen kunnen werken, niet alleen in kou, maar ook in extreme hitte. Vorig jaar was het, voordat we aan de opbouw konden beginnen, op een van de kampen overdag boven de 50 graden. Als je dan je kunststof leidingen niet beschermd neerlegt, kun je ze niet meer verwerken. Zeker de onderste op de stapel worden dan gewoon ovaal.’
Van A naar B
Die mensen werken heel precies. De technologische kennis is minder, maar als onze mensen de kennis aanreiken en de activiteiten monitoren, dan gaat dat prima.’ Door de jaren heeft de Genie wel geleerd om geen lokale materialen te gebruiken: ‘Eigenlijk bestellen we alles vanuit Nederland. Dat heeft vooral één reden: de kwaliteit van het materiaal. Een Afghaanse pvc-buis, vaak van Pakistaanse makelij, is niet altijd even rond. En de tolerantiematen zijn ook nog wel eens wat anders dan die van ons. Dat past dus simpelweg niet. We gebruiken nu alleen West-Europees en in de meeste gevallen Nederlands materiaal.’
Centraal watereiland
‘Voor de rioleringen hebben we in het begin veel gewerkt met stalen, koperen en betonnen leidingen. Daar zijn we min of meer van afgestapt. We gebruiken nu voor 90 procent kunststof. Een belangrijk argument is het gewicht en daarmee de transportkosten. Koperen leidingen zijn bovendien vele malen duurder dan kunststof leidingen. Daar komt bij dat in de afgelopen jaren het opbouwconcept voor een compound is gewijzigd. In plaats van kleine clustertjes van gebruikers met voor elke cluster de watervoorziening direct ernaast, zijn we naar meer langgerekte tracés gegaan. Met één centraal IT-eiland, een watereiland, van waaruit alles gedistribueerd wordt. Dus heb je veel langere terreinleidingen nodig.’ De compounds variëren in grootte van drie- à vierhonderd tot 1600 mensen. Het voorzieningsniveau wordt hierop afgestemd en op de verwachte verblijfsduur: ‘Voor de hele korte missies gebruiken we dixie-achtige poly-portables. Daarvoor gaan we geen rioleringssysteem aanleggen. Bij grotere compounds gaan we zelfs over tot complete waterzuivering, 30 RONDLEIDING
zowel de aanvoer als de afvoer. We hebben complete IBA stations ingebouwd en straks gaan we over naar membraantechnologie om het water weer zo zuiver mogelijk terug te geven aan de natuur. Daarnaast hebben we bijvoorbeeld ook onze eigen waterboorinstallaties. In Irak boorden we eigen bronnen omdat je anders uren door de woestijn moest rijden voor een beetje water.’
Hearts and minds
Is de waarde van de voorzieningen voor de lokale bevolking ook een overweging? ‘Dat is niet de eerste opzet. We moeten onszelf eerst bedruipen, maar naarmate een missie langer duurt hebben de direct omwonenden natuurlijk wel vaak voordelen van onze aanwezigheid. Dat is hartstikke goed voor de hearts and minds. En je kijkt wel hoe je dingen kunt combineren. In een plaats in Irak had men een heel stelsel van open riolen. We hebben daar een plan voor ontwikkeld om er een reguliere stadsriolering van te maken. Dit soort projecten wordt uitgevoerd door lokale ondernemers zodat je ook de lokale economie stimuleert. Het enige dat wij doen is monitoren en de supervisie houden. In Irak werd deze missie op een gegeven moment afgebroken en de verwezenlijking hebben we nooit gezien, maar dat plan is wel opgestart.’ Dat dit soort middeleeuwse omstandigheden verbeterd moet worden, staat buiten kijf. Maar langs welke maatstaf gebeurt dat? Welke kwaliteitscriteria worden er gehanteerd? ‘Zodra ergens een hek van ons omheen staat is het Nederlands grondgebied. Dat wil zeggen: we worden dan geacht ons te houden aan de Nederlandse wetgeving. Behalve als de lokale eisen hoger zijn, dan gelden die. Maar in de gebieden waar wij zitten, liggen de normen lager of ze zijn simpelweg niet te achterhalen.’
Uitzonderlijke omstandigheden vragen, zo blijkt, ook om uitzonderlijke producten. De Genie doet erg veel aan productontwikkeling. ‘Bij onze missie in Afghanistan hebben we erg veel nieuwe producten ingebracht. Niet alleen comfortinstallaties maar ook beschermende oplossingen. Containers met beschermingswaren, ingangspartijen met allerlei types scans, hindernissen om ongenode gasten buiten de deur te houden. Alles min of meer prefab in elkaar gezet. In een container, daar naartoe vervoeren, installeren en klaar. Voor het werktuigbouwkundige deel hebben we sanitaire units volledig opnieuw laten bouwen. We proberen alles zo te maken dat het in een 20-voets container past. Dat heeft simpelweg te maken met vervoerscapaciteit. Je moet het van A naar B kunnen vervoeren. Veel containerbouwers kunnen van alles maken aan voorzieningen, kijk maar de douche- en toiletgebouwen op de campings, maar die zijn altijd groter dan een 20-voets container. Dat heeft te maken met allerlei wetgevingen en besluiten. Ruimten moeten volgens het Bouwbesluit een bepaalde hoogte hebben, alleen krijgen wij dat niet vervoerd in een 20-voets container. Dus ontwikkelen we onze producten zelf. We hebben
nu bijna 60 sanitaircontainers ingebracht. Onze IBA installaties zijn straks helemaal custom made, helemaal uitgevoerd in kunststof, met alle appendages, pompen, kleppen, ontluchtingssystemen, compleet passend in een 20-voets container. Voor een multinational is dit misschien kleinschalig, maar menig bedrijf in Nederland is op deze manier blij met defensie als opdrachtgever. Alleen al voor riolering ligt er op een kamp van 1600 mensen 3,5 kilometer leiding.’
Crisisbeheersing
De Genie is actief over de hele wereldbol. Met uitzondering van de arctische gebieden, omdat men daar simpelweg niet kan werken. In conflictgebieden en in gebieden waar behoefte is aan noodhulp: orkanen, windhozen, aardbevingen. Maar ook in eigen land kan hulp geboden zijn: ‘Op dit moment wordt er in Nederland door het Rijk en door provinciale en gemeentelijke overheden gekeken naar intensivering van de crisisbeheersing. Bij rampen, terroristische aanslagen en watersnood als gevolg van de klimaatverandering kunnen we samenwerken met deze overheden. De ervaring die is opgedaan in crisisgebieden kunnen we dan delen met mensen in Nederland. We spelen met de gedachte om hier binnen Geniewerken specifiek mensen voor aan te wijzen.’
RONDLEIDING 31
Eerste riool stamt uit de tijd van de oude Romeinen
De evolutie van de drollenvanger
Eten en drinken is zo oud als de mensheid. De restanten die we na de spijsvertering weer moeten lozen dus ook. Maar de Neanderthalers en de Batavieren hadden nog geen hokje met een rood/wit draaischijfje ‘bezet’ erop. Onze dappere ridders in de middeleeuwen kenden evenmin een wc, laat staan dat ze daar in de klassieke oudheid weet van hadden. Toch tekenen de eerste contouren van een rioolstelsel zich af bij de oude Romeinen. We gaan even terug in de tijd. Als u tenminste geen bezwaar hebt tegen een verhaal waar een luchtje aan zit. De Romeinen waren de eersten die iets bedachten wat op een riool lijkt. Een klassiek voorbeeld is de Cloaca Maxima in Rome, daterend uit de 5e eeuw voor Chr. De Cloaca was oorspronkelijk een beek waarvan de wanden waren bekleed. Later werd deze, zoals de Romeinen dat veel deden in die dagen, afgedekt met een tongewelf. Een deel van dit meer dan 2500 jaar oude riool is tot nu toe nog altijd in gebruik. 32 RONDLEIDING
Het riool was in die tijd bedoeld voor de afvoer van afvalwater en regenwater. Huisaansluitingen bestonden nog niet. Het heeft ook nog wel een vuistvol eeuwen geduurd voordat het zover was. We weten dat de vroegere Europese adel hun behoefte meteen buiten de deur dropte. Aan de buitenkant van de kasteelmuur was een soort toilet bevestigd van waaraf de edele heren en dames hun overtollige fysieke waren linea recta in de slotgracht plensden. Maar met de komst van de Renaissance, zo rond 1450, vond men toch dat zo’n uitstulping aan de buitenkant van de kasteelmuren architectonisch niet verantwoord was. Daarom werd de ‘gemaksstoel’ of de ‘kakstoel’ geïntroduceerd. Die werd niet, zoals je zou verwachten, in een hoek van de slaapkamer gezet, maar maakte vaak deel uit van het meubilair in het woonvertrek. Van Lodewijk de Veertiende is bekend dat hij, zittend en drukkend op zijn Koninklijke Kakstoel, gewoon zijn onderdanen ontving.
Kouwe kak
Het lagere hofpersoneel onder Lodewijk XIV nam zitting op latrines: meerpersoonspoepdozen die bestonden uit een plank met gaten erin. Daar kon je samen op zitten. De poep viel in een goot, gat of sloot. Deze latrines waren vaak zo smerig, zelfs voor de ruime begrippen in die tijd, dat men zich liever in de tuin, in donkere hoekjes of achter de gordijnen ontlastte. Dit liep vaak de spuigaten uit. Er bestaan dan ook documenten die lakeien, personeel en soldaten verordonneerden hun gevoeg in de latrines te doen. Na een paar jaar stonk het vaak zo erg in het paleis, dat de hele hofhouding verkaste naar een ander ‘schoon’ paleis. Gedreven door de poepoverlast leidden de hofhoudingen dus vaak een noma-
disch bestaan. De burgers deden rond deze tijd hun gevoeg in de pot of op boven beerputten gebouwde kakdozen. Een kakdoos is een houten kist of bankje met een gat; een beerput is een diepe put met een nauwe opening. De rijkeren deden het zoals gezegd op de kakstoel. De pot die daaronder zat, werd door het personeel leeg gegooid in een open riool (vaak een sloot of greppel) of in een beerput. Het is goed mogelijk dat hier de uitdrukking ‘kouwe kak’ vandaan komt. Een typering voor mensen die zich beter wilden voordoen en pretendeerden een kakstoel te gebruiken, maar die in werkelijkheid hun behoefte moesten doen in de koude buitenlucht. Overigens wordt de meerpersoonspoepdoos tegenwoordig nog steeds gebruikt op het platteland van Scandinavië.
Beerputkoorts
De beerputten die je overal in en rond steden, dorpen en gehuchten aantrof stonken uren in de wind. Maar erger dan dat pleegden ze ook vaak een ernstige aanslag op de volksgezondheid. Het met micro-organismen besmette beervocht sijpelde vaak door in de vlakbij gelegen waterputten. Op deze manier kon tyfus of beerputkoorts ontstaan. Zonder nog precies te weten hoe de besmetting tot stand kwam, onderkende men dit gevaar wel. Over het algemeen werd de stank als de grote ziekteverwekker gezien. Pas in de loop van de negentiende eeuw werden bacteriën ontdekt als de boosdoeners.
Watercloset en riolering
Aan het eind van de achttiende eeuw zag in Engeland de eerste versie van onze huidige wc het daglicht (of beter gezegd: de rioolbuis). In 1775 kreeg horlogemaker Alexander Cumming RONDLEIDING 33
een patent voor een uitvinding waaraan hij jaren had gewerkt: een watercloset. Een closet met een waterspoeling waardoor de ontlasting in een ondergronds stelsel kon verdwijnen. En wat niet minder essentieel is: het watertoilet van Cumming was ook uitgerust met een sifon of stankafsluiter. Daar werd het leven een stuk aangenamer van. In Londen werd de uitvinding van het watercloset al gauw op de juiste waarde getaxeerd. De invoering van de waterleiding, de explosieve industriële ontwikkeling en de enorme bevolkingstoename werkten als koren op de molen voor de introductie van de riolering. Een belangrijke factor waren ook de verschrikkelijke choleraepidemieën die bestreden moesten worden. Waarschijnlijk is de zware epidemie van 1830 van doorslaggevende betekenis geweest voor de verdere ontwikkeling van het rioleringsstelsel van Londen. Met de invoering van het statussymbool watercloset (WC) werden de mensen ook steeds preutser. Men wilde ook wel graag een beetje privacy tijdens het dagelijkse karwei. Langzamerhand werden er steeds vaker aparte WCruimtes in een woning gemaakt. De historie leert ons dat wanneer Engeland ‘wit’ zegt, dat dan de zaken in Frankrijk vaak als ‘zwart’ worden voorgesteld – en andersom. Met de introductie van het watercloset en de riolering was het al niet anders. De ‘Latrine Anglaise’ won maar moeizaam terrein in Frankrijk. Hier trokken ze liever indrukwekkende openbare gebouwen op dan te investeren in ondergrondse (dus onzichtbare) riool- en waterleidingnetten. Ook Nederland nam een afwachtende houding aan. De betekenis van de overzeese sanitaire doorbraak drong hier nog niet ten volle door en er werd nog even gewacht met het aanleggen van water- en rioolleidingen.
Wagen van Boldoot
De Nederlanders en Fransen beseften wel dat de bestaande ritten met de poepdozen op de helling moesten. De noodzaak van betere hygiëne was zo klaar als een bruine klonter. Het ei van Columbus werd gevonden in het zogenaamde wisseltonnensysteem. De ontlasting werd geloosd boven een beerton die periodiek werd gewisseld door de zogeheten beerwagens. Omdat je geen ondergrondse riolering hoefde aan te leggen, was dit systeem een stuk goedkoper dan de WC. Het wisseltonnensysteem betekende een aanzienlijke beperking van
34 RONDLEIDING
het besmettingsgevaar en de stankoverlast. De hygiënische gedachte werd ook zo ver mogelijk doorgevoerd. Zo waren er bijvoorbeeld tonnen met een afwijkende kleur voor gezinnen waar een besmettelijke ziekte heerste. Als de beerwagens met hun stinkende lading voorbij rolden, werden heel wat neuzen angstvallig dichtgeknepen. De wagen kregen al snel ironische bijnamen als ‘Wagen van Boldoot’ en ‘De 4711’. In sommige delen van de Friese steden Leeuwarden en IJlst is het wisseltonnensysteem nog gebruikt tot en met de tijd van de maanreizen en de kleurentelevisie.
Nederland in scheiding
Aan het begin van de 20e eeuw ging ook Nederland overstag. Amsterdam begon in 1910 met de aanleg van een rioolstelsel. Dit was, zoals gangbaar in die tijd, een gemengd rioolstelsel waarin zowel het huishoudelijk afvalwater als het regenwater worden ingezameld en afgevoerd. In Amsterdam zagen ze al snel in dat de vervuiling van straat en erf door de riolering werd verplaatst naar het oppervlaktewater. En dat door de werking van overstorten het vervangende water werd vervuild. Amsterdam was dan ook een van de eerste steden die in de jaren 30 begon met de aanleg van gescheiden rioolstelsels. Nog steeds is in Nederland meer dan 90% van de rioolstelsels van het gemengde type. Vanaf de jaren '70 zijn op grotere schaal gescheiden rioolstelsels aangelegd. Sinds de jaren '80-'90 worden strengere eisen gesteld aan de vuiluitworp van rioolstelstels naar oppervlaktewater. Een van de eisen is dat de bestaande gemengde en gescheiden stelsels omgebouwd moeten zijn tot verbeterd gemengde en verbeterd gescheiden stelsels. De vuiluitworp van een gemengd rioolstelsel moet worden gereduceerd via randvoorzieningen achter de overstorten of door maatregelen die een vergelijkbaar effect hebben. Gescheiden rioolstelsels moeten verbeterd worden door een belangrijk deel van het regenwater af te voeren naar de zuivering. In de jaren 90 komt een ontwikkeling op gang om het rioolstelsel minder te belasten met regenwater. Dit gebeurt via ontkoppeling (het rioolstelsel het afkoppelen van het afvoerend oppervlak) en door regenwater op te vangen en te gebruiken in plaats van schoon drinkwater. Bijvoorbeeld voor het beregenen van de tuin, het wassen van de auto en… het doorspoelen van de WC!
W.C.
lectuur top 10
Om de uurtjes op de WC op een leuke manier te slijten. Speciaal voor u de "WC lectuur top 10"! 1. Donald Duck. We zijn er allemaal groot mee geworden en een beetje nostalgie op het toilet kan geen kwaad. 2. Youp van ’t Hek. You hate him, or you love him. 3. ‘Waren de goden Kosmonauten?’ Filosofie als het even tegenzit. 4. Puzzelplezier of Denksport. Leid je even af van de dagelijkse bezigheid. 5. Rioollectuur natuurlijk: Privé, Story, Weekend, u kent ze vast wel van andere wachtkamers. 6. Uw eigen krantje. Jazeker, maar dan wel op tabloidformaat. ’t Zijn soms erg kleine kamertjes. 7. Het opinieweekblad. Uw mening in drukvorm. 8. RondLeiding 3: als u eenmaal begonnen bent met lezen kunt u niet meer stoppen. 9. De t.v gids: voor als u een avond thuis voor de buis heeft gepland. 10. De grote BOS atlas: kijken waar de volgende vakantie naar toe gaat.
RONDLEIDING 35
Hans Dijkstra, BvB/Stichting RIONED
De spin in het rioolnet Stichting RIONED slaat een brug tussen kennis en partijen
doorneemt. Riolering zit overal. We hebben er allemaal op een of andere manier mee te maken. En er zijn tal van bedrijven en instanties betrokken bij het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van riolering. In al die veelheid en pluriformiteit zorgt de stichting RIONED voor inzicht, overzicht en stroomlijning.
Van niet te onderschatten belang is daarnaast ook de coördinerende functie van RIONED: ‘We hebben ervoor gezorgd dat de algemene uitgangspunten met betrekking tot rioolsystemen op een duidelijke en eenduidige manier zijn geformuleerd. Dit betekent dat de basiskennis niet alleen aanwezig is voor iedereen, maar dat de kennis ook gedragen wordt door alle partijen. Die uniformiteit in formulering is erg belangrijk. Ik zal een voorbeeld geven. Stel: partijen gaan een riolering doorrekenen. Op dat moment moet iedereen voor de berekening van de capaciteit dezelfde grondslagen hanteren, anders zouden bijvoorbeeld verschillende gemeenten voor hetzelfde rioolstelsel verschillende uitkomsten krijgen.’
Stichting RIONED stimuleert de zorg voor riolering en water in de stad in Nederland. De stichting is de koepelorganisatie voor iedereen die professioneel met riolering te maken heeft: gemeentelijke en provinciale overheden, waterschappen, het Rijk, leveranciers van materialen (waaronder producenten van kunststof rioleringssystemen), ingenieursbureaus, aannemers in de grond-, weg- en waterbouw en onderwijsinstellingen.
36 RONDLEIDING
Naast het ontwikkelen en bundelen van kennis ziet Gastkemper het verspreiden van rioolkennis als een van de speerpunten. In 1991 verscheen de eerste editie van Leidraad Riolering: een losbladige informatiemap die inmiddels maar liefst 1700 pagina’s telt en twee keer per jaar wordt geactualiseerd. Leidraad Riolering, dat in de kast staat bij iedere rioleringsbeheerder en bij iedereen die iets te maken heeft met buitenriolering, heeft ook een online versie. Andere kanalen van kennisdistributie zijn o.a. websites, nieuwsbrieven en cursussen: ‘De cursussen hebben met name betrekking op de inspectie van rioolsystemen en het beoordelen van de inspectieresultaten. Hoe beschrijft men datgene wat in de riolering wordt aangetroffen? Deze beschrijvingen moeten gemaakt worden op basis van de Europese normen, zodat ook daar homogene begripsvorming kan ontstaan.’
Al even kwam het ter sprake: het onderhoud van de rioolsystemen. Het is een voortdurend aandachtspunt van RIONED. Hugo Gastkemper heeft goed nieuws, maar ook een minder leuk bericht van dit front: ‘Op dit moment zijn er vrijwel geen achterstanden in de vervanging van riolen. Dat is goed nieuws. Echter, veel riolen zijn aangelegd in de jaren ’60, de tijd van de uitbreidingswijken. Een riool gaat gemiddeld 60 jaar mee. Die vervangingspiek komt er zo aan. Het tempo van de vervanging moet omhoog en dat betekent automatisch ook dat het rioolrecht moet stijgen. Tussen 1995 en 2005 is het rioolrecht verdubbeld. Met die inkomsten zijn de achterstanden ingelopen en zijn de afgesproken milieumaatregelen gerealiseerd. In de toekomst kun je echter wel een verdere stijging van de rioolrechten verwachten.’
Hugo Gastkemper
Drie richtingen
Hans Dijkstra, BvB/Stichting RIONED
Directeur Hugo Gastkemper licht kort toe wat de belangrijkste activiteiten van de stichting zijn. ‘RIONED bestaat sinds 1986 en heeft drie functies: we bieden het platform waarop professionals uit de rioolwereld elkaar ontmoeten, we zijn het kenniscentrum op het gebied van riolering en we dragen het belang uit van een goede riolering bij publiek en politiek.’ De kennis ontwikkelt RIONED zelf door onderzoeken te laten uitvoeren. De stichting zorg ook voor bundeling van de beste beschikbare technieken, waardoor deze kennis snel en eenvoudig toegankelijk is voor geïnteresseerden.
Leidraad Riolering
Meer rioolrecht
Als we af gaan op de voorspellingen krijgt Nederland steeds meer te kampen met overlast door regenwater. Welke maatregelen kunnen we daar tegen ondernemen? ‘Op de eerste plaats natuurlijk: bestaande systemen goed onderhouden. Maar als we praten over nieuwe maatregelen, nieuwe ontwerpen, dan zijn er drie oplossingsrichtingen. Ten eerste: het vergroten van de riolering. Dat lijkt voor de hand te liggen, maar op een gegeven moment stuit je op ruimtelijke, technische en financiële grenzen. Als een gemengd stelsel wordt omgebouwd naar een gescheiden stelsel - het zogenaamde afkoppelen van regenwater - moet de afvoercapaciteit voldoende zijn. Het is op meerdere plaatsen voorgekomen dat door de vervanging van de riolering door een afgekoppeld stelsel
Henk Baron, Stichting RIONED
Eén ding is wel duidelijk als je dit blad
wateroverlast optrad. Dat is natuurlijk niet bevorderlijk voor het draagvlak bij de bewoners. Bij afkoppelen moet extra rekening worden gehouden met extreme regenval. Een tweede oplossing is de regenwaterberging op straat vergroten. Bijvoorbeeld winkelstraten hebben een steeds vlakker profiel gekregen. Daardoor kan er ook makkelijker water in de gebouwen stromen. Maak je de straat nu weer wat holler, dan schep je letterlijk ruimte voor water. Je houdt het water een uurtje of wat vast op straat. Daardoor hoeft het riool minder ater af te voeren en zullen bij extreme regenval de overstorten minder worden belast. Gemengde stelsels kunnen niet zonder overstorten. Het met straatvuil vervuilde water komt vanuit de overstorten in het oppervlaktewater terecht. Nou is dat met regenwater verdunde straatvuil in veel open water niet de grootste boosdoener voor het milieu, maar we moeten dit soort situaties toch zoveel mogelijk zien te beperken. De derde richting is: Zorg voor een voldoende verschil tussen de vloer van een gebouw en de weg. Huizen hebben niet voor niets drempels.’
RONDLEIDING 37
All-season kunstgras green in Dutchgolf De Bokhorst
Putten in Putten Op landgoed De Bokhorst in Putten wordt in 2007 de gelijknamige golfbaan aangelegd. Naast de banen in Emmen en Hattem wordt dit de derde golfcourse van exploitant Dutch Golf. Leisure en doelgroepmarketing vallen als een natuurlijke legpuzzel in elkaar: ‘Dutch Golf introduceert hier het compact golf concept. Normaal heeft een golfbaan 18 holes. Een ronde duurt tegenwoordig dan al gauw een uur of vijf, want het is enorm druk op de banen. Dat betekent veel wachten. Bij Dutch Golf Bokhorst wordt in negen holes een volwaardige golfbaan neergelegd. Negen holes par 31: vier maal par vier, vijf maal par drie, met anderhalf uur doorlooptijd. Gezien een belangrijke doelgroep, drukke mensen van een jaar of 30, 40, is dit een concept dat geweldig aanslaat. Daarnaast is het de bedoeling dat hier zoveel mogelijk lessen worden gegeven en dat wordt opgeleid voor het golfvaardigheidsbewijs.’
Frank Pont. Wij checken of de lijnvoorstellen van de architect ook kloppen voor kunstgras. Bij kunstgras moet je iets conservatiever zijn met de belijning dan bij echt gras, omdat kunstgras de neiging heeft iets sneller te rollen. Bovenop de ondergrond komt een verende rubberlaag die ervoor zorgt dat de green zacht blijft. Daarna leggen we daar gras op van in dit geval 3,1 centimeter lengte. Vervolgens vullen we het gras af met 40 kilo zand per vierkante meter. Hiervoor gebruiken we drie verschillende soorten zand. Dit alles om ervoor te zorgen dat de green een natuurlijke balreactie geeft, identiek aan een green van natuurgras.’
Balreactie
Zeg ‘putten’ en tien tegen één dat je als reactie krijgt ‘water’. Maar er is ook een steeds grotere groep Nederlanders die meteen op stoom raakt over clubs en greens, over birdies en bogeys: de golfliefhebbers. Worlds apart? Nee, want het een heeft wel degelijk met het ander te maken. Goed watermanagement is essentieel voor de bespeelbaarheid van de golfbaan. Dat is onder meer een reden waarom kunstgras greens furore maken. Een verslag uit (hoe kan het ook anders) Putten. 38 RONDLEIDING
Wie nog niet besmet is met het golfvirus gaat na een gesprek met Haaye de Jong alsnog voor de bijl. Haaye is sales director van Southwest Greens Benelux, dat gespecialiseerd is in de aanleg van synthetische putting greens en afslagplaatsen. Kunstgras in dit bolwerk van puur Hollandse natuur? ‘Juist in dit soort omgevingen en in het Nederlandse klimaat bewijst ons product zijn waarde. Als de natuurgras greens te nat zijn, zeg maar vanaf midden september tot en met eind maart, blijven onze kunstgras putting greens wel bespeelbaar. 40 procent van het spel speelt zich af op de putting green. Daar worden de scores bepaald. Het is dus zaak dat je zoveel mogelijk je korte spel kunt trainen.’ Aan dat drooghouden van de greens ligt letterlijk een afgewogen systeem ten grondslag: ‘Over het algemeen liggen de greens 10 tot 40 centimeter hoger dan het maaiveld. Dat hoogteverschil zorgt voor een natuurlijke afwatering. Daarnaast zorgen we voor een drainerende onderlaag die is afgestemd op de ondergrond. In dit geval een opbouw van 50 centimeter gerecycled puingranulaat, van 0,20 tot 0,05 millimeter. In de bovenste 20 centimeter bouwen we de lijnen van de green. In dit geval zijn die getekend door de Nederlandse golfbaanarchitect
RONDLEIDING 39
Informatie en inspiratie rond kunststof leidingsystemen. Dat is RondLeiding. Geen technisch en productgericht vakblad. Daar zijn er naar onze mening al genoeg van en bovendien kunt u voor meer gedetailleerde en goed gedocumenteerde productinformatie terecht bij de leden van BureauLeiding. Bezoekt u daarvoor ook eens onze website www.bureauleiding.nl. Maar naast onze eigen website zijn er ook nog diverse andere, interessante sites die de moeite waard zijn. Dus als u meer wilt weten over de onderwerpen die in deze RondLeiding zijn behandeld, kijkt u op deze sites.
Afwatering
Kweekvijver voor talent
Bij de kunstgras greens wordt 95% van het water afgevoerd via de toplaag. De rest zakt door de greens naar de onderbouw en verdwijnt vervolgens in de bodem. Ook in dit semi-natuurlijke afwateringsproces is een belangrijke rol weggelegd voor kunststof leidingen. Rondom de greens ligt een ring van kunststof drainagepijpen die niet alleen het water van de green afvoeren, maar die ook bescherming bieden tegen opstuwend grondwater: ‘Wij zeggen mensen dat ze in principe altijd op onze greens kunnen spelen. Water mag dus nooit een probleem zijn. Als het geregend heeft moet onze green binnen acceptabele tijd weer droog zijn. De drainagering beschermt de greens en de base. Het grondwater trekt anders de base los, waardoor de green zou kunnen verzakken. En dat is natuurlijk wel het laatste dat we willen.’
South West Greens adviseert, produceert en kan zorgen voor het ontwerp. In Nederland wordt samengewerkt met de erkende gerenommeerde architecten. Voor de vlaggenschepen in thuismarkt de Verenigde Staten, de UK, Ierland en Spanje is er een samenwerkingsverband met Nicholas Design, het bedrijf van golflegende Jack Nicholas. Het vertrouwen van de absolute wereldtop blijkt wel uit het feit dat meer dan 25 PGA tour spelers een Southwest green in hun tuin hebben liggen. Bekende namen zoals Vijay Singh, Sergio Garcia, Jim Furyk en ook Maarten Lafeber kunnen zo hun spel verder ontwikkelen onder altijd perfecte omstandigheden. Dat vraagt wel om vakkundige installatie en onderhoud van de greens, wat volgens Haaye de Jong met name de grote kracht is van South West Greens: ‘Verkopen kan in principe iedereen, produceren ook. Maar de installatie en het onderhoud van kunstgras greens is echt een specialisme op zich. Op de golfbanen kunnen we de snelheid van de green instellen. Deze baan in Putten heeft als doelgroep beginnende golfers. Dat betekent dat we de baan wat trager houden. Dit doen we door de fibertjes wat overeind te zetten waardoor de bal meer weerstand heeft. Willen we de green sneller, dan walsen we hem wat platter. Hier in Putten hebben we het hele jaar door trainingen gehad van de Nederlandse Golf Federatie. De NGF heeft dit project ondersteund in samenwerking met Dutch Golf. Zij doen dit omdat ze hun toptalenten in de winter altijd naar Portugal sturen om te trainen. In vergelijking met hun leeftijdsgenoten hebben Nederlandse spelers op hun korte spel namelijk een achterstand op de Spanjaarden, de Portugezen, noem maar op. Die kunnen immers het hele jaar door trainen. In plaats van de toptalenten naar het buitenland te sturen, hebben hier afgelopen winter een man of 15, 20 staan oefenen op hun korte werk. Er worden nu niet alleen maar reizen georganiseerd voor de happy few, maar de NGF creëert faciliteiten voor een bredere groep. Je mag dus stellen dat dit uiteindelijk de golfsport in de breedte ten goede komt.’
40 RONDLEIDING
www.ahn.nl Hoe hoog woont u? Voer op deze website uw postcode in en u weet precies of u hoog en droog zit en blijft zitten wanneer het water gaat stijgen.
www.dutchgolf.nl Als u na het lezen van het artikel op pagina's 36-37-38 ook zin heeft gekregen om een balletje te gaan slaan.
COLOFON
RondLeiding is een uitgave van BureauLeiding, informatiebureau kunststof leidingsystemen. RondLeiding verschijnt tweemaal per jaar. RondLeiding wordt naar een vast aantal adressen verstuurd binnen een door BureauLeiding gedefinieerde doelgroep. Het magazine kan ook worden aangevraagd via www.bureauleiding.nl Aan de hand van sfeervolle artikelen, reportages en zeer uiteenlopende onderwerpen, brengt RondLeiding de innovatieve wereld van kunststof leidingsystemen onder de aandacht van een brede doelgroep. Wij zijn uiteraard geïnteresseerd in u mening. Heeft u opmerkingen of suggesties, laat het ons weten:
[email protected] Aan dit magazine werkten mee: Concept, vormgeving, tekst en beeldbewerking: DeFirma Creatieve Zaken, Hengelo. Eindredactie: BureauLeiding. Fotografie: Studio Paul Haverkort, Enschede, stockbeelden en BureauLeiding. Foto's pagina 10-11: Bjartur Swart, Grontmij/Stowa Druk: Drukkerij Roelofs, Enschede Met dank aan Alphacan, DYKA, Martens Kunststoffen, Pipelife en Wavin, voor redactionele bijdragen en het beschikbaar stellen van foto’s.
www.riool.info Educatieve en overzichtelijke website over alle aspecten van het riool.
© Zonder schriftelijke toestemming van BureauLeiding is gehele of gedeeltelijke overname van teksten, foto’s, illustraties en onderwerpen uitdrukkelijk verboden. Aan de in deze uitgave vermelde feiten en gegevens kunnen geen rechten worden ontleend.
www.unitracc.com Deze joint-venture van Stein & Partner biedt nieuws, artikelen, deskundige informatie, lezingnota’s, enzovoort met betrekking tot het riool en pijpleidingenbouw.
www.stein.de De website van Stein & Partner; alles over de ondergrondse infrastructuur en milieutechnologie.
Postbus 152 2260 AD Leidschendam Telefoon: 070 4440650 Fax: 070 4440661 www.bureauleiding.nl
[email protected]
RONDLEIDING 41