Robot-geassisteerde radicale prostatectomie (RALP)
U bent patiënt bij de afdeling urologie van VU medisch centrum (VUmc). VUmc is een universitair medisch centrum waar medisch specialisten worden opgeleid. Zij doen zelfstandig spreekuren en assisteren bij operaties. Hierdoor kan het voorkomen dat u een afspraak heeft bij uw uroloog en een andere dokter aantreft. Dit is een assistent in opleiding tot specialist (AIOS). Hij of zij werkt zelfstandig, maar altijd onder verantwoordelijkheid van uw uroloog. Als u er prijs op stelt uw eigen uroloog te spreken, kunt u dit aangeven als u een afspraak maakt. Indien mogelijk proberen wij met uw wens rekening te houden.
De behandeling De operatie kan op twee manieren worden uitgevoerd. Met een kijkoperatie met behulp van een robot of op de traditionele manier via een snede (incisie) tussen de navel en het schaambeen. De operatie met de robot heeft voor u voordelen. De operatie wordt uitgevoerd via kleine gaatjes in de buik, waarin via buisjes een camera en instrumenten worden ingebracht. De uroloog opereert u op de operatiekamer via een beeldscherm. Door te opereren met de robot kan de operatie preciezer worden uitgevoerd, u heeft een minder grote wond en daardoor minder bloedverlies. Tevens gaat het herstel sneller. Helaas is een kijkoperatie niet altijd mogelijk. Op de polikliniek bespreekt de uroloog met u of een kijkoperatie mogelijk is.
Snede van de traditionele operatie en gaatjes van de kijkoperatie
2
Voor de operatie Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt is in overleg met uw arts afgesproken wanneer u met deze medicijnen stopt. Een dag voor de operatie wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Deze opname duurt meestal twee tot vier dagen. Neemt u uw medicijnen mee naar het ziekenhuis.
Radicale prostatectomie
In het ziekenhuis krijgt u een middel om de ontlasting soepel te houden. Dit voorkomt dat u na de operatie te hard moet persen en daardoor de wond teveel belast. De operatie De prostaat, de zaadblaasjes en soms ook de omliggende lymfeklieren worden verwijderd. Hierna wordt er een nieuwe verbinding gemaakt tussen de blaas en de plasbuis. Het weggenomen weefsel wordt in het pathologisch laboratorium onderzocht. De operatie duurt ongeveer drie tot vijf uur. Na de operatie Na de operatie heeft u verschillende slangetjes in uw lichaam. Een wonddrain om het wondvocht af te voeren, een infuus waarmee extra vocht wordt toegediend en soms een neus-maagslangetje tegen de misselijkheid. In de dagen na de operatie worden deze slangetjes verwijderd. Tijdens de operatie is ook een blaaskatheter ingebracht om de nieuwe verbinding tussen de blaas en de plasbuis goed te kunnen laten genezen. U houdt deze blaaskatheter ongeveer een week. Omdat de opname meestal korter
3
dan een week is, gaat u naar huis met de katheter nog in de blaas. Voor het verwijderen van de katheter wordt u een dag opgenomen. Ontslag Als u naar huis gaat is het belangrijk dat u de volgende informatie heeft: • een controleafspraak voor op de polikliniek na ongeveer 14 dagen. U krijgt dan ook de uitslag van het weefselonderzoek; • instructies over de verzorging van de katheter; • uitleg over de wondverzorging thuis; • een afspraak voor een dagopname voor het verwijderen van de katheter na ongeveer een week. Een afspraak bij de bekkenbodemfysiotherapie i.v.m. oefening voor ophouden van de urine/trainen van de blaas. Thuis De eerste zes weken na de operatie moet u het thuis rustig aan doen. U mag wel autorijden, maar niet fietsen. Zwaar tillen of sporten mag u ook nog niet. Na zes weken kunt u deze activiteiten weer langzaam opbouwen. Als u pijn heeft kunt u paracetamol nemen, maximaal 4 maal per dag 1 of 2 tabletten van 500 mg. Paracetamol is zonder recept verkrijgbaar bij apotheek of drogist. Door de operatie en de narcose kunt u vermoeidheidsklachten krijgen. Het kan soms wel een jaar duren voordat u uw conditie van voor de operatie weer terug heeft. Contact opnemen Neem contact op met het ziekenhuis: • als u koorts krijgt (boven de 38.5°C); • als de pijn met paracetamol niet verdwijnt; • als er problemen zijn met de katheter; • als de urine niet afloopt; • als uw urine bloederig is en dit met veel drinken niet verdwijnt. Het verwijderen van de katheter Het verwijderen van de katheter vindt plaats tijdens een dagopname. Op de polikliniek urologie wordt eerst een foto gemaakt. Hierbij wordt via de katheter contrastvloeistof in de blaas gebracht om te controleren of de nieuwe verbinding tussen de blaas en de plasbuis “waterdicht” is. Als dit het geval is wordt de katheter verwijderd, dit doet geen pijn. Als
4
er nog wel lekkage is gaat u met de katheter naar huis en wordt na een week weer een foto gemaakt. Als de katheter is verwijderd, kunt u weer zelf gaan plassen. Houd er rekening mee dat u de eerste dagen tot weken ongewild urine kunt verliezen. U krijgt hiervoor incontinentiemateriaal voorgeschreven. Prognose Het verwijderen van de prostaat kan leiden tot incontinentie. In meer dan 90% van de gevallen is deze incontinentie tijdelijk. Als u na een half jaar nog steeds regelmatig urine verliest, kan het zijn dat het niet vanzelf over gaat. Bespreek dit dan met uw arts. De operatie kan ook gevolgen hebben voor uw seksueel functioneren. Er is een kans van 50% op impotentieklachten. Met behulp van medicijnen kan geprobeerd worden de erecties te verbeteren. Als de prostaat en zaadblaasjes zijn verwijderd, is het niet meer mogelijk een zaadlozing te krijgen, u bent daardoor onvruchtbaar. Het orgasme blijft wel intact. Veelgestelde vragen Is er een nabehandeling nodig, als de prostaat succesvol is verwijderd? Op de polikliniek wordt de waarde van het Prostaat Specifiek Antigeen (PSA) in uw bloed gecontroleerd. Als dit naar onmeetbare waarden daalt, is een nabehandeling niet nodig. U wordt wel regelmatig gecontroleerd. Als de PSA-waarde stijgt, kan aanvullende bestraling noodzakelijk zijn. Als tijdens de operatie uitzaaiingen worden gevonden, wat dan? Ook dan wordt regelmatig de waarde van het PSA gecontroleerd. Als dit gaat stijgen, komt u in aanmerking voor hormonale therapie. Als u zich ongerust maakt of vragen heeft over diagnose, onderzoek of behandeling, kunt u telefonisch contact opnemen met het verpleegkundig spreekuur van de afdeling urologie via (020) 444 0229. Het verpleegkundig spreekuur is van maandag tot en met donderdag van 08.00 uur tot 09.00 en van 13.00 tot 14.00 uur, vrijdag van 08.00 tot 10.00 uur. Voor spoedeisende zaken, kunt u het ziekenhuis bereiken: • tijdens kantooruren, via de polikliniek urologie op nummer (020) 444 1103;
5
• buiten deze tijden kunt u het algemene nummer van het ziekenhuis bellen, (020) 444 4444 en vragen naar de dienstdoende uroloog. Daarnaast kunt u terecht op de website www.VUmc.nl en dan doorklikken naar urologie. Tot slot Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts.
6
213038
VUmc© juli 2014 www.VUmc.nl