R.K. basisschool Martinus Twello behoort tot SKBG onderwijs
Schoolgids 2014—2015
Adres: Kerklaan 12 7391AN Twello
Contact: Internet en e-mail: T (0571) 271408 http://martinustwello.skbg.nl
[email protected]
Directie: Erik Kruisselbrink R.K. Basisschool Martinus Kerklaan 12 7391 AN Twello Tel: 0571 – 271408 Email:
[email protected]. 2
Hfst
Inhoud
Pagina
1
Inleiding
5
2
Missie en visie
6
2.1 Missie 2.2 Visie 3
De school
7
3.1. Voorzieningen 3.2. Het pedagogisch klimaat
8
3.3. Doelen 3.4. De zorg voor een ononderbroken ontwikkelingsgang 3.5. Onderwijskundige vernieuwing
9
3.6. Scholing 4.
Vak- en vormingsgebieden
10
4.1. Groep 1 en 2 4.2. De groepen 3 t/m 8
12
4.3 Rapportage aan ouders
18
4.3.1 Redenen nieuw rapport 4.3.2. Uitleg waardering
5.
4.3.3. Aanpak zon-maan-ster
19
4.3.5. Kijkmiddagen
20
Leerlingenzorg
21
5.1. De zorg voor kinderen 5.2. Passend onderwijs
22
5.3. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen
24
5.4. Dossiervorming
25
5.5. De interne begeleider 5.6. Meer- en hoogbegaafden 5.7 De verrijkingsgroep 6.
De schoolorganisatie
26
6.1. Samenstelling van het team
27
6.2. De medezeggenschapsraad
28
6.3. De ouderraad 7.
Praktische zaken
29
7.1. Overblijven 7.2. Klachtenregeling 7.3. Arbowet
30
7.4. Wet bescherming persoonsgegevens 7.5. Schorsen en verwijderen
31
8.
Externe contacten
31
9.
De resultaten van het onderwijs
34
3
10.
School- en vakantietijden
35
11.
Leerplicht, verlof en verzuim
36
12.
Wetenswaardigheden
37
13.
Personalia
41
14.
Instemming MR
47
4
1. Inleiding In deze schoolgids proberen wij een beeld te geven van de school en haar ontwikkeling. Daarbij geven wij de huidige en toekomstige ouders inzicht in onze doelen, werkwijzen en activiteiten. Dit lijkt ons van groot belang voor ouders als primaire opvoeders van hun kind(eren). Onderwijs is immers een integraal onderdeel van de totale opvoeding en moet dan ook als zodanig zoveel mogelijk aansluiten bij de opvoedingsdoelen van ouders. De medezeggenschapsraad heeft instemming verleend aan deze schoolgids en jaarlijks na vaststelling wordt de schoolgids op de website geplaatst. Op verzoek van ouders wordt de schoolgids aan ouders uitgereikt. Wij wensen u niet alleen veel leesplezier met deze gids, maar verzoeken u ook naar de directeur, de leerkrachten of de medezeggenschapsraad te reageren voor wat betreft zaken die u mist of die bij u vragen oproepen. Wij hopen dat deze gids een stimulans zal zijn tot een optimale communicatie tussen ouders en school en dat de inhoud ervan een goed beeld van onze school geeft. Namens het team, De directeur.
5
2. Missie en Visie 2.1. Missie De Martinus brengt, conform de missie van SKBG, talent tot bloei. Iedereen heeft talenten; aangeboren begaafdheden die maken dat ieder mens uniek is. Deze talenten zijn in aanleg aanwezig en het is niet altijd vanzelfsprekend dat talenten tot bloei komen. Wanneer het mensen wel lukt om hun talenten tot bloei te laten komen, heeft dat voor de persoon zelf en de omgeving positieve effecten. Handelen vanuit talenten (doen waar je goed in bent) levert automatisch een gevoel van voldoening, blijmoedigheid en eigenwaarde op. De omgeving reageert hier positief op. Dit staat nog los van de waarde die de persoon voor de maatschappij heeft wanneer talenten worden benut. Werken vanuit talenten wordt ook gezien als ‘De juiste persoon op de juiste plek’. Het is onze missie en die van SKBG om talenten, van zowel haar leerlingen als haar medewerkers tot bloei te brengen. Daarbij gaat het ons niet alleen om cognitieve talenten, maar zeker ook om bijvoorbeeld sociale, maatschappelijke, creatieve en culturele talenten. Als het gaat om talenten respecteren wij verschillen, zowel waar het de talenten zelf betreffen als het niveau waarin deze tot uiting komen. Hiermee dragen we bij aan een positieve mensontwikkeling, die op haar beurt bijdraagt aan een duurzame, kwalitatieve en harmonieuze maatschappij waarin mensen doen waar ze goed in zijn en voor zichzelf en hun omgeving een optimale en positieve bijdrage leveren. 2.2. Visie We willen een school zijn waar we vanuit een passend onderwijsaanbod een veilige leer- en leefomgeving kunnen bieden, waarin we onze grenzen op individueel zorggebied aangeven en kinderen vanuit de basisbehoeften autonomie, relatie en competentie zo optimaal mogelijk voorbereiden op het leven na deze school. Vanuit dit gedachtegoed werken wij aan onze scholing (zowel individueel als collectief), zijn we voorspelbaar (leerkrachtgedrag, klassenmanagement, instructie) en leren we de kinderen zelfstandig (dag- en weektaak) plannen maar ook (coöperatief) samenwerken. Dit doen wij met herkenbare modellen (IGDI, groepsplannen en weektaken) in een lijn die door de gehele school herkenbaar is.
6
3. De school De Martinus in Twello vindt u aan het einde van de Kerklaan op een mooie historische plek, die bekend is onder de naam "Duistervoorde". Rondom de school is veel groen, mede door de directe aanwezigheid van de velden van sportvereniging Voorwaarts. De school heeft een lange geschiedenis achter de rug, want de start van de Martinusschool was in 1874! Het oorspronkelijke schoolgebouw bestaat nog steeds en staat op de hoek van de Duistervoordseweg-Hietweideweg. Het doet nu dienst als restaurant "De Vier Seizoenen". In de loop van de jaren werd de school gesplitst in een jongens- en meisjesschool en later weer mét de kleuterschool samengevoegd tot één basisschool. Het huidige gebouw dateert van 1989 en wordt dit schooljaar inpandig gerenoveerd, zodat het nog beter geschikt is voor het onderwijs van nu en in de toekomst. 3.1. Voorzieningen De school beschikt over veertien leslokalen, waarvan vier kleuterlokalen met een vloeroppervlakte van 72 m2, waar veel mogelijkheden zijn tot het inrichten van speel/werkhoeken. Er is een gemeenschapsruimte met toneelpodium, waar ook lessen kunnen worden gegeven. Aangrenzend is er een gymlokaal voor de groepen 1 t/m 4. Deze twee ruimtes kunnen door middel van een schuifwand gekoppeld worden tot één grote zaal, waar voor alle leerlingen plaats is in geval van schoolvoorstellingen. Eén lokaal dient als ruimte voor extra groepswerk, de plusklas en BSO. De Martinusschool is een vrij grote school met op dit moment ruim 330 leerlingen, verdeeld over 12 en later in het schooljaar 13 groepen. De groepen 1 t/m 4 en 5 t/m 8 hebben ieder hun eigen “vleugel”. Rondom de school is een ruime speelplaats, waarvan een afgeschermd deel voor de jongste leerlingen. In de zomermaanden maken we dankbaar gebruik van de naastliggende sportvelden voor buitengymnastiek en het houden van een sportdag. Alle lokalen zijn voorzien van digitale schoolborden. Basisschool Martinus is een Katholieke basisschool, maar dan wel met een open houding naar andere kerken. Vanuit deze opstelling is het vanzelfsprekend dat wij ieder kind van harte welkom heten. Voorwaarde is wel dat iedereen zich kan vinden in de betekenis van het standbeeld van St. Martinus voor het schoolgebouw: delen met elkaar, dan bouw je aan de wereld. Dat is waar de school voor staat. De leerlingen komen vooral uit de omliggende wijken, maar een groeiend aantal komt van verder weg, vanwege de uitstraling van de school en de kwaliteit van het onderwijs. Onze school valt onder het bestuur van de Stichting Katholiek Basisonderwijs Gelderland., dat sinds december 2013 werkt met een raad van toezicht en een college van bestuur. Leden van het college van bestuur: Dhr. P. Appel (vz) en: Dhr. J.W. Westerink Zij zijn bereikbaar op het volgende adres: Postbus 194 7390 AD Twello Telefoon 0571 261109 Fax 0571 262711 Zeer regelmatig vindt er overleg plaats tussen de directies van de 16 scholen en het bestuur. De directeur van basisschool de Martinus vertegenwoordigt de school tijdens de diverse vormen van overleg, zoals o.a. in het cluster Voorst (Antonius, Martinus Bussloo, Kopermolen, De Kleine Wereld en de Martinus), met de lokale overheid en de overige instanties.
7
3.2 Het pedagogisch klimaat Wij streven ernaar een plek te zijn, waar kinderen graag zijn en zich veilig voelen. De omgang met de kinderen is dan ook open, maar altijd vanuit een opvoedingsperspectief. Als een kind zich veilig voelt, kan het al zijn energie richten op zijn eigen ontwikkeling, zowel intellectueel als sociaal-emotioneel. De school ontwikkelt verschillende activiteiten die samen dit open klimaat bepalen. Rust is hierbij een kernbegrip. Alleen in een rustige, veilige omgeving kan geconcentreerd gewerkt worden. Kinderen leren van voorbeeldgedrag van volwassenen. Leerkrachten nemen dit voorbeeldgedrag impliciet in hun handelen mee. Het is stimulerend voor kinderen wanneer leerkrachten positieve verwachtingen hebben van hun leerprestaties. De feedback die de leerlingen krijgen van de leerkrachten is dan ook positief en reëel. Het zelfvertrouwen van de kinderen wordt gestimuleerd door de instructieen verwerkingsverwerkingsopdrachten zo te kiezen dat kinderen voldoende uitgedaagd worden en succeservaringen kunnen opdoen. 3.3 Doelen Al bij de start van de school is ervoor gekozen zoveel mogelijk aandacht te schenken aan de ontwikkeling van de hele persoon, dus intellectueel, sociaal, muzisch, creatief en religieus. We gaan uit van een samenhang tussen leven, leren en werken. De kinderen oefenen in het samenwerken, het hulpverlenen, verantwoordelijk zijn en het omgaan met conflicten.
Aan het einde van de schoolloopbaan (april) wordt een eindtoets afgenomen. Welke dat gaat worden, gezien de meest recente ontwikkelingen en richtlijnen van het ministerie, willen wij in de loop van het schooljaar onderzoeken. Wij streven ernaar, door continue monitoring en evaluatie van onze observatie en toetsgegevens, om het optimale uit een kind te halen. De uitkomsten worden ieder jaar op twee vaste momenten geëvalueerd, waarbij zowel de individuele scores, de schoolscores als de eventuele trends aan de orde komen. Om kinderen individueel te kunnen begeleiden is het nodig dat ze ook zelfstandig en gestructureerd kunnen werken. Daardoor krijgt de leerkracht even de handen vrij om extra zorg te besteden aan leerlingen die zowel extra hulp moeten krijgen als extra uitdaging geboden moet worden. Het onderwijs is niet statisch, maar steeds in beweging. Wij volgen de ontwikkelingen met belangstelling. Op kritische wijze proberen we moderne opvattingen in ons onderwijs in te passen. Methoden worden daarom regelmatig bekeken en zo nodig vervangen, hiervoor is een meerjarenplanning opgesteld. Omdat meestal het hele team aan deze besprekingen deelneemt, blijven we samen één lijn volgen met zoveel mogelijk dezelfde aanpak. 3.4 De zorg voor een ononderbroken ontwikkelingsgang Ieder kind is verschillend. Dat betekent dan ook dat we op school niet alleen rekening houden met verschillen: we gaan er vanuit! Door activiteiten zoveel mogelijk af te stemmen op de mogelijkheden van het kind waardoor het de kans krijgt om op een eigen niveau de leerstof te doorlopen. Een aantal kinderen heeft extra ondersteuning nodig. Op de eerste plaats wordt die ondersteuning in de groep geboden door de leerkracht maar het kan ook zijn dat specifieke hulp nodig is. Samen met de interne begeleider wordt de aard en intensiteit vastgesteld. Bij de overgang van kinderen naar de volgende groep vindt overdracht tussen leerkrachten plaats op het niveau van de leerstof en het individuele kind. Het is dus van belang dat de werkwijzen in de groepen zoveel mogelijk op elkaar aansluiten.
8
3.5 Onderwijskundige vernieuwing Voor de komende jaren is een beleidsplan vastgesteld, het wettelijk verplichte School Ondernemings Plan. Centraal hierin staan het zorgbeleid, de differentiatie in de groepen in het kader van passend onderwijs en de ontwikkeling van ICT. Daarnaast wordt er doorlopend gewerkt aan het verbeteren van het onderwijsaanbod. Dit gebeurt door regelmatige evaluatie van: de opbrengsten de methodes de didactische lijn bevindingen van ouders van groep 4 en groep 8 (jaarlijks) de tevredenheidsonderzoeken (tweejaarlijks) Wij werken opbrengstgericht, oplossingsgericht en handelingsgericht met groepsplannen, waarin wij in drie niveaus differentiëren in onderwijsaanbod en instructiebehoefte, gebaseerd op pedagogische en didactische basisbehoeften en recentelijk behaalde scores. Onze instructie is gebaseerd op het IGDI model (Interactieve, Gedifferentieerde, Directe, Instructie), waarvan doelstellingen en evaluatiemomenten een belangrijk onderdeel zijn. We werken van groep 1 t/m 8 met een duidelijke doorgaande lijn voor alle vakken. De school neemt actief deel aan het project Weer Samen Naar School. Een regionaal samenwerkingsverband van basisscholen en scholen voor het speciaal onderwijs. Dit verband probeert de deskundigheid van het speciaal onderwijs uit te dragen naar de basisscholen; zo hoeven minder leerlingen naar het speciaal onderwijs te worden verwezen. Wij zijn aangesloten bij het netwerk Berkel-Ijssel, maar in praktijk hebben we het meeste contact met het deelnetwerk Twello, waar directieleden en interne begeleiders informatie met elkaar delen en gebruik maken van elkaars sterke kanten. De activiteiten die op deze niveaus worden georganiseerd, zoals nascholing van leerkrachten, contacten met externe adviseurs en het delen van expertise, geven ons de gelegenheid ons onderwijs te verbeteren. 3.6 Scholing Wij zijn een school in ontwikkeling. Inzichten en eisen veranderen doorlopend. Daarom is het van groot belang dat leerkrachten zich op gezette tijden bijscholen. Met de beschikbare middelen gebeurt dit op een planmatige manier, in overeenstemming met de doelen van de school. Jaarlijks neemt het team, in zijn geheel, meerdere keren deel aan een studiedag. De kinderen zijn op sommige dag(delen) vrij. Dit schooljaar zal de nadruk liggen op: Het borgen van Coöperatief Leren tijdens momenten van instructie Het verbeteren van de scores op begrijpend lezen en rekenen Werken met MOO (mijn omgeving online) Steviger neerzetten van het verrijkingsaanbod binnen school Werken met een nieuwe methode voor W.O. De datamuur in de groep
9
4. Vak- en vormingsgebieden Voor wat betreft de vak- en vormingsgebieden maken wij gebruik van leerlijnen (SLO) die leiden tot het realiseren van de kerndoelen zoals die door het ministerie van OCW zijn opgesteld. De methode volgt en leerkrachten maken hierin hun eigen keuzes, afgestemd op de behoefte van het kind. Bij die vakken waarvoor wij ons eigen programma maken, laten wij ons leiden door die kerndoelen en vullen deze aan met onze eigen schooldoelen. 4.1. Groep 1 en 2 In groep 1 en 2 wordt hoofdzakelijk thematisch gewerkt met een beredeneerd aanbod voor twee schooljaren, waarbij de leerlijnen aansluiten bij die van de groepen 3 t/m 8. Uitgangspunt is de eigen belevingswereld, de ervaring en de waarnemingen die bij voorkeur niet uitsluitend kijken betekenen, maar ook voelen, proeven, ruiken, bewegen, aanraken en luisteren. De leerlingen leren stap voor stap de wereld om hen heen kennen en kunnen relaties leggen met ruimte en tijd, met menselijk gedrag, met de natuur en het natuurkundig gebeuren, en met de kijk van het kind op zichzelf, bij het leren zien van oorzaak en gevolg en bij het veroveren van taal als communicatiemiddel. In de begeleiding van de kinderen gaat het vooral om doelen als kunnen samenwerken, initiatieven nemen, plannen maken, kunnen communiceren en met symbolen om kunnen gaan. We gebruiken zoveel mogelijk concreet materiaal, werken in hoeken en in kleine groepjes, waarbij de activiteiten in de kleutergroepen worden ingedeeld naar niveau en niet naar leeftijd van de kinderen. Er wordt dus niet uitgegaan van activiteiten voor jongste of oudste kleuters of van een indeling in groep 1 en 2, maar er wordt aangesloten bij de ontwikkeling van het kind, beginnend bij de ‘basis’ (basisontwikkeling), ondersteund door de methode ‘Kleuterplein’. Dit is tevens de reden waarvoor wij bewust kiezen voor heterogene groepen bij de kleuters. Activiteiten Kringactiviteiten De kring is een groepsvorm die regelmatig in groep 1 en 2 wordt gehanteerd. We onderscheiden hier de ‘grote kring’, waar iedereen aan meedoet en waar algemene activiteiten (uitleg dagritme, datum, tijd, thema introducties, voorlezen, eten/drinken,) plaatsvinden en de ‘kleine kring’, waar specifieke activiteiten voor een groepje kinderen plaatsvinden (taal, lees- en rekenactiviteiten). Gesprekken in de kring Hierbij onderscheiden we: het “vrije kringgesprek” waarbij de kinderen mogen vertellen over wat ze hebben meegemaakt of wat direct in hun belevings- en belangstellingswereld aanwezig is; het ”leergesprek”, waarbij de leerkracht de kinderen iets wil leren of uitleggen. Doel van de kringgesprekken in groep 1 en 2 is: de ontwikkeling van het spreken en luisteren bevorderen; de wereldverkenning van de kinderen begeleiden. Taal/denkactiviteiten in de kring Hierbij denken we aan: voorlezen letter van de week oefeningen vertellen
10
opzegversjes introductie van boeken, letters en woorden verschillende taal activeringsspelletjes Doel van deze activiteiten is het stimuleren van de taalontwikkeling en de ontluikende geletterdheid. Speelse activiteiten in de kring raadspelletjes poppenkastverhalen bewegingsspelletjes Activiteiten in de kring met reken/hoeveelheidsinhouden sorteren telspelletjes tijdsbepalingen Doel van deze activiteiten is het stimuleren van de rekenontwikkeling en de ontluikende gecijferdheid. Wereldverkennende activiteiten in de kring Er komt jaarlijks een aantal vaste thema’s terug zoals herfst, Sinterklaas, Kerst en de lente. De overige thema’s worden bedacht door kinderen en leerkrachten. Tijdens de thema’s herfst en lente wordt er respectievelijk een herfstpad en een lentepad uitgezet. In de herfst gaan we naar het Bruggenbosch, in de lente naar het “AOC Oost”. In groepjes onder begeleiding van leerlingen van groep 8 lopen ze het uitgezette pad. Onderweg doen de kinderen allerlei opdrachten die te maken hebben met of de herfst of de lente. Speel/werkactiviteiten In groep 1 en 2 is er tijdens iedere schooltijd een speel/werktijd. Hier komen de volgende activiteiten voor: beeldend werken werken met ontwikkelingsmaterialen spelen in hoeken Beeldend werken Door het werken met beeldend materiaal kan het kind belevingen, emoties en gedachten uiten en plezier beleven aan het vormgeven. Ook is het belangrijk voor de motorische ontwikkeling. Onder beeldend materiaal vallen: teken-, schilder-, knutsel-, timmer-, boetseer-, gebruiks- en verbruiksmaterialen. Het werken met ontwikkelingsmaterialen In groep 1 en 2 krijgen de kinderen gelegenheid te werken met ontwikkelingsmaterialen. Deze materialen zijn bedoeld ter stimulering van: de taal/denkontwikkeling het omgaan met hoeveelheden de wereldverkenning de sociale ontwikkeling de motoriek de werkhouding Spelen in hoeken Kinderen spelen regelmatig in verschillende hoeken. Dit spelen kan met of zonder een specifieke opdracht. De spelplaatsen bevinden zich in en buiten het lokaal Veel voorkomende spelplaatsen zijn: de huishoek: in deze hoek is een woonkamer/keuken/slaapkamersituatie in verkleinde uitgave aanwezig. De hoek kan uitgebouwd worden tot winkel, restaurant, ziekenhuis, enz.
11
de bouwhoek; een plaats in of buiten het lokaal waar kinderen met grote blokken, planken, kleden enz. kunnen spelen de constructiehoek (enkele voorbeelden van constructiematerialen zijn lego, kapla, wereldspelmateriaal) de zand/watertafel de lees/schrijf/luisterhoek de ontdekhoeken behorend bij een thema de computer het digibord Bewegingsactiviteiten Bijna dagelijks gaan de kleuters buiten spelen. Dit vrije buitenspel is erg belangrijk voor de motorische ontwikkeling en het ontwikkelen van sociale vaardigheden De gym- en spellessen die gegeven worden vinden plaats in het speellokaal. In deze lessen komen bewegingsvormen aan de orde die een zo veelzijdig mogelijke bewegingservaring bewerkstelligen. Voorbeelden van bewegingsvormen zijn o.a. lopen, springen, werpen, vangen, klauteren, rollen, duikelen, hangen en zwaaien en bewegen op muziek. Er worden verschillende materialen gebruikt bij de lessen. Onder een spelles verstaan we een les met zangspelen, tik- en wedstrijdspelen. Muzikale activiteiten Muzikale vorming, begeleiden van de muzikale ontwikkeling en het samen plezier beleven aan muzikale activiteiten zijn doelstellingen van het onderwijs in groep 1 en 2. Het luisteren naar muziek en het samen muziek maken activeert de creativiteit van de kinderen. Kinderen van deze leeftijd spelen graag met geluiden en ze genieten van bewegen en zingen. 4.2 De groepen 3 tot en met 8 Rekenen/wiskunde Wij hanteren de nieuwste uitgave (deel 4) van ‘De wereld in getallen’. Een methode met leerlijnen voor groep 3 tot en met groep 8, met weektaken voor zelfstandig werken en praktische differentiatie op 3 niveaus. Deze methode voldoet aan de basiscriteria die wij hebben vastgelegd. Die houden in: de lesopbouw is duidelijk; er is ruimte voor de eigen inbreng en oplossingswijze van het kind; er is een duidelijke leerlijn voor de groepen 3 t/m 8 er zijn voldoende momenten voor zelfstandig werken; de opdrachten zijn herkenbaar (realistisch), aantrekkelijk en zinvol. Deze methode reikt de kinderen meerdere duidelijke oplossingsstrategieën aan en laat daarbij toch alle ruimte om de eigen wijze van oplossen te kiezen. Vanaf groep 4, en in een enkel geval eerder, is het mogelijk na overleg met IB-er en ouders een kind op een eigen programma te plaatsen, wanneer blijkt dat zij de aangeboden leerstof in de groep niet of nauwelijks kunnen volgen. Voor de meer begaafde leerlingen zit in deze methode meer dan voldoende verrijkingsmateriaal. Hiernaast werken zij met aanvullend materiaal, zoals Kien, Rekenmeesters, Pluswerk, Somplex(tra) en computerprogramma’s. Alle leerkrachten hebben de cursus ’Met sprongen vooruit’ gevolgd. Dit geeft hen inzicht in de rekenleerlijn en leert hen om betere oefenlessen te geven. Die interactieve lessen worden door de leerlingen als spelen ervaren, terwijl ze keihard aan het rekenen zijn. Nederlandse taal Taal is het middel voor communicatie, spreken, schrijven en luisteren. We werken met de methode ‘Taal op maat’. Deze methode is in 2008 aangeschaft en voor de groepen 4 t/m 8 beschikbaar. Zij biedt een breed spectrum aan van alle schrijf-, stel- en spellingsvaardigheden die de kinderen in de loop van de basisschool gaan beheersen. 12
Lezen Lezen vinden wij met afstand het belangrijkste vak op school. Ook de andere vakken zijn uiteraard goed doorontwikkeld en worden professioneel en met veel plezier gegeven, maar het begint met lezen. Daarom besteden wij hier veel aandacht aan. Voor aanvankelijk lezen in groep 3 maken wij gebruik van ‘Veilig leren lezen’, de 2e maanversie. Door middel van verschillende thema’s verkennen de kinderen de wereld om zich heen. Zorgvuldig gekozen woorden worden gebruikt om kinderen de klankstructuur van ons schriftsysteem bij te brengen. De methode biedt tevens stof voor zwakke en snelle leerlingen en wordt visueel versterkt op het digibord. Daarnaast wordt er individueel gewerkt met Connect, een programma voor kinderen bij wie het lezen niet goed verloopt. Om onze resultaten structureel te verbeteren hebben we een leesbeleidsplan ontwikkeld dat richting geeft aan ons leesonderwijs en waarin duidelijke doelen worden gesteld ten aanzien van leesontwikkeling bij onze kinderen. In de groepen 4 t/m 8 starten we drie of vier ochtenden per week met de methode ‘Estafette’, waarbij gedifferentieerd in instructie en verwerking, allerlei facetten aan de orde komen die met vlot technisch lezen te maken hebben en waar ook leesmotiverende activiteiten in voorkomen. De overige ochtenden starten we met 20 minuten stillezen. Na het lezen oefenen we dagelijks 10 minuten spelling. Schrijven en motorische ontwikkeling Als methode voor de groepen 3 t/m 8 hebben we gekozen voor “Pennenstreken”. Zij biedt een doorgaande lijn voor het technisch schrijven – in lopend schrift – voor groep 1 t/m 8. Het einddoel is dat kinderen teksten kunnen schrijven in een acceptabel tempo en een goed leesbaar handschrift. Uiteraard sluit Pennenstreken volledig aan bij de kerndoelen voor het schrijfonderwijs. a. Voorbereidend schrijven Schrijven is meer dan het plaatsen van tekens en letters op papier. Het is ook een motorische vaardigheid. In de kleutergroepen leggen wij het accent op het ontwikkelen van motorische vaardigheden. Ook wordt op een speelse manier aandacht besteed aan een goede schrijfhouding. Zo leggen kleuters de eerste basis voor een goed leesbaar handschrift. b. Aanvankelijk schrijven In groep 3 leert Pennenstreken kinderen de kleine schrijfletters en hun verbindingen schrijven. In groep 4 staan de hoofdletters en hun verbindingen centraal. De kleine letters worden herhaald in letterclubverband. c. Voortgezet schrijven De methode in groep 5 zorgt ervoor dat het lopend schrift wordt geautomatiseerd. In groep 6 maken kinderen een begin met temposchrijven en gaan ze reflecteren op hun eigen schrijfresultaten. In groep 7 introduceert Pennenstreken het blokschrift. Dit wordt in groep 8 functioneel verder ingeoefend, maar het lopend schrift blijft de kern vormen van het schrijven Natuur en techniek Het natuuronderwijs is erop gericht dat de leerlingen plezier beleven aan het verkennen van de natuur vanuit een kritische en vragende houding. Daardoor ontwikkelen zij respect voor de natuur. Zij hebben aandacht voor een gezond leefmilieu en zij verwerven kennis, inzicht en vaardigheden ten aanzien van een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. We werken met de methode ‘Wijzer door de Natuur’.
13
Nauw met deze natuur verweven is het onderdeel techniek. Belangrijke vraagstukken zoals: ‘welke mechanismen uit de natuur zijn door de mens nagemaakt’, zoals hefmechanismen, magnetisme etc. komen hier aan de orde. De school heeft hiervoor techniektorens aangeschaft die planmatig worden ingezet en waarbij het accent ligt op het nabouwen enerzijds en het verklaren en ontdekken anderzijds. In de groepen 5 t/m 8 hebben de leerlingen daarnaast nog 5 woensdagochtenden waarin zij begeleid worden door de conciërge, de leerkracht en iemand uit de praktijk. De kinderen uit de groepen 1 t/m 4 worden begeleid door ouders. Aardrijkskunde Voor het vak aardrijkskunde gebruiken wij dezelfde methode als bij de methodes voor Geschiedenis, Natuur en Techniek: ‘Wijzer door de Wereld’. De leerstof is zo ingedeeld dat thematische en regionale aardrijkskundige onderwerpen voor groep 5 t/m 8 met elkaar verweven zijn Geschiedenis Het geschiedenisonderwijs is erop gericht dat de leerlingen zich beelden vormen van in tijd geordende verschijnselen en ontwikkelingen. Naast historische feitenkennis krijgen de kinderen zicht op de structuur en de inrichting van de maatschappij en maken zij kennis met verschillen tussen mensen in de samenleving. Er wordt gewerkt met dezelfde methode als bij Aardrijkskunde, Natuur en Techniek: ’Wijzer door de Tijd’. ICT Computers zijn niet meer weg te denken uit de dagelijkse lespraktijk van alle groepen. Zij worden gebruikt als communicatie-instrument, als zoekmachine en als hulpmiddel voor extra werk bij onderdelen als rekenen, taal, tekstverwerken en werkstukken maken. Sinds het digibord hier haar intrede heeft gedaan is het gebruik van ICT in de dagelijkse praktijk toegenomen. Zo wordt veel gebruik gemaakt van ondersteunende software en online lessen. De school is in het bezit van in totaal 64 ‘up-to-date’ computers, waaronder 47 notebooks voor de leerlingen, een server, een goed draaiend Windows netwerk en in iedere groep een digibord. Sinds 2014 werken wij volgens het ‘deklas.nu’ concept van Heutink, waarin ieder individu op zijn/haar eigen omgeving inlogt MOO) en er ruimte ontstaat voor e-learning. De website is sinds de zomer van 2014 compleet vernieuwd en een ouderportal is in ontwikkeling. Verkeer Het verkeeronderwijs is erop gericht dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als consument en als deelnemer aan het verkeer en groepsprocessen. Vooral de dagelijkse praktijk is hierin erg belangrijk. We gebruiken hiervoor de volgende methodes (de meeste via Veilig Verkeer Nederland): In groep 1 en 2: Geen vaste methode: thematische projectaanpak In groep 3: De verkeerskalender. In groep 4: Stap vooruit. In groep 5 en 6: Op voeten en fietsen. In groep 7 en 8: Jeugd verkeerskrant Tweejaarlijks wordt, in het najaar, deelgenomen aan het programma ‘streetwise’, dat wordt aangeboden door de ANWB en gefinancierd door de gemeente. Actief burgerschap en sociale veiligheid Voor de Martinusschool is burgerschapskunde niet een losstaand vakgebied. In de totale ontwikkeling van een kind is het belangrijk dat hij/zij actief deelneemt aan de klas, school en de maatschappij. De drie hoofdpunten van burgerschapskunde (democratie, actieve participatie, identiteit) komen dan ook voor in vele activiteiten, waar we binnen de school aan werken In onderstaand overzicht worden de verschillende activiteiten aangegeven (in willekeurige volgorde) welke jaarlijks worden gedaan met de kinderen in de gehele school of in de verschillende bouwen.
14
In alle groepen: vieringen: Martinusdag, Kerst, Carnaval en Pasen; presentaties thema’s / schoolreisjes / kamp; gebruik materialen ‘Trefwoord’, methode godsdienst/ levensbeschouwing; methode ‘Kanjertraining’; projecten betreffende het jaarlijkse “goede doel”; sportdagen; schooltelevisie; voorstellingen (kunst en cultuur); themaweken zoals “Kinderboekenweek”; afspraken met betrekking tot de omgang met elkaar in de groepen en in de gang. Groepen 1 en 2: excursies (herfstpad/lentepad); buitenspelen; vertelkring; ontwikkelingsgericht werken; voorstelling groep 2. 1. Groepen 3 en 4: 2. bibliotheek bezoek, boekenproject; kinderboerderij; kerkbezoek (1e Heilige Communie); verschillende vormen van kringgesprek met verschillende actuele onderwerpen. Groepen 5 t/m 8 bibliotheekbezoek; techniekdag; staatsinrichting (wordt besproken voor verkiezingen); bezoeken verschillende scholen van Voortgezet Onderwijs; afscheidsavond groep 8; bespreken krantenknipsels / actualiteiten; verschillende vormen van kringgesprek met verschillende actuele onderwerpen; seksuele voorlichting voor groep 8. Engelse Taal In de lessen Engels proberen we de kinderen een positieve houding bij te brengen ten aanzien van het leren van een vreemde taal, in dit geval Engels. Wij willen de kinderen leren zich te uiten in het Engels en een eenvoudig gesprek te voeren. De methode die we gebruiken om deze doelstellingen te verwezenlijken is de methode ‘Real English (2011)’. In deze methode wordt vooral aandacht besteed aan de luister- en spreekvaardigheid. De kinderen van groep 7 en 8 krijgen in principe eenmaal per week een uur Engels. Muziek Door op muziek te bewegen, muziek te beoefenen en over muziek te praten kunnen kinderen de muziek gaan beleven en gaan onderscheiden. Daardoor ontstaat een eigen smaak en een eigen voorkeur voor stijlen. Wij gebruiken, naast ‘eigen repertoire’, op school de methode: “Moet je doen (2008)”. Tekenen en handvaardigheid Aandacht wordt besteed aan het aanleren van technieken, uiting geven aan gevoelens, het ontwikkelen van het zien, het opdoen van ervaringen met materialen en het aanleren van vormen en kleuren. Methode: “Moet je doen!”. Bewegingsonderwijs Bewegen is belangrijk voor kinderen en de mens in het algemeen. Kinderen ontwikkelen daarmee een betere motoriek en een positieve houding met betrekking tot omgaan met
15
elementen als spanning, verlies en winst. Wij maken gebruik van de methodes “BIOS” (Bewegen In Onderwijs en Sport) en de methode “BSR” (Bewegen Samen Regelen, 2010). Daarnaast maken we graag gebruik van buitenschoolse arrangementen, zoals, ‘Swim to play’ (groep 5 t/m 8, zwembad “De Schaek’), schoolvoetbal, schoolhandbal, BMX fietsen, etc. Ieder jaar maken we voor onze gymlessen gebruik van stagiaires ‘sport en bewegen’ (Deltion, Zwolle). Beweegwijs Beweegwijs is een redelijk nieuwe vorm van lichamelijke opvoeding, waarbij het plezier in sporten en de motorische ontwikkeling van het kind centraal staan. Het moet ervoor gaan zorgen dat op onze school de kinderen leren goed te spelen met elkaar en met meer plezier gaan bewegen. Doordat de leerkrachten in de pauzes toezicht houden tijdens beweegwijs krijgen ze beter zicht op de motorische ontwikkeling van de kinderen. Elk jaar komen er 6 thema’s aan bod. Deze worden in een periode van een aantal weken tijdens de pauzes aangeboden. De leerlingen van groep 8 zijn beurtelings verantwoordelijk voor het klaarzetten en opruimen van de materialen. De leerkrachten en leerlingen uit groep 8 begeleiden wekelijks, tot drie weken na de introductie van ieder thema, de groepen tijdens het spel. Elkaar helpen heeft een grote waarde voor de sociaal-emotionele vorming. De thema’s: Circusspelen, oudhollandse spelen, boulderen (klimmen), tikspelen, sportspelen1 (volleybal en tennis), sportspelen 2 (hockey en basketbal) Het gaat er vooral om dat het aanbod van sporten en spellen gevarieerd is, waardoor ook kinderen, die normaliter niet sporten, toch gemotiveerd worden om te bewegen en daar hun plezier aan beleven. Een kind, dat niet in voetballen geïnteresseerd is, kan een geweldige circusartiest of bergbeklimmer zijn. Ook is het belangrijk dat de kinderen kennis maken met verschillende sporten en zich niet beperken tot één activiteit. Het onderbouwschoolplein is speciaal ingericht voor ‘beweegwijs’, o.a. door middel van belijning, waardoor echte speelvelden gecreëerd worden. Er staan een aantal nieuwe speeltoestellen, waaronder de al genoemde boulderwand.
Gymtijden groep 3 en 4 (school) Maandag
Groep
Donderdag
Groep
11.00 -11.45 12.45 -13.30 13.30 -14.15
3a 4a 3/4b
12.40 -13.15 13.15 -13.50 13.50 -14.25
4a 3/4b 3a
Gymtijden groep 5 t/m 8 (zaal Jachtlust en plein) Maandag
Dinsdag
Donderdag
7b 6a
7a en 8 5/6b en 5a
5/6b 5a
7b 6a
Zaal Jachtlust 12.30 – 13.30 13.30 – 14.30
Beweegwijs plein (spelles) 13.00 – 13.30 13.30 – 14.00 14.00 – 14.30
7a 8
16
Godsdienstige Vorming Identiteit De school staat in de onmiddellijke nabijheid van de St. Martinuskerk. De kinderen zien als het ware het gelovige leven aan zich voorbijtrekken bij (huwelijks)vieringen en begrafenissen. Zij beleven dit mee en stellen uiteraard hun vragen hierover. De school wil de kinderen op een uitnodigende manier bewust maken dat er naast materiële ook religieuze waarden zijn. Het beleven daarvan beschouwen wij als een verrijking van ons mens-zijn. In opvoedkundige en levensbeschouwelijke zin wil de school: de kinderen vormen tot volwassenen, die met respect de Schepper en de Schepping tegemoet treden, dat de kinderen zich verantwoordelijk voelen voor alle medemensen en de natuurlijke omgeving, dat zij het als hun opdracht zien de wereld in te richten als een veilige wereld voor iedereen. Onze inspiratie daartoe is Jezus Christus en Zijn evangelie. Het is onze overtuiging dat Zijn boodschap en levenswijze ook in deze tijd voor ons een juiste richtlijn is. Dit willen we de kinderen in een eigentijdse vorm meegeven. In levensbeschouwelijke zin sluiten wij daarmee aan bij de opvattingen van de Roomskatholieke gemeenschap in Twello. In onze projectlessen stellen we onze overtuiging niet voor als de enig juiste en voor iedereen verplichte. Ook andere geloofsuitingen en overtuigingen worden behandeld tijdens de lessen Wereldgodsdiensten en Maatschappelijke Stromingen. Respect voor ieders mening en cultuur staat daarbij voorop. Kinderen staan van nature open voor alle indrukken uit hun directe omgeving. Ook in hun religieuze beleving worden zij gevormd door datgene wat de volwassenen om hen heen aanreiken. Daar zijn niet altijd vaste momenten en/of vormen voor. Daarom wil de school een leefgemeenschap zijn, waar als vanzelfsprekend de eerbied voor de Schepper en Schepping beleefd wordt. Aandacht voor de ander is geen bijzonderheid, maar uitgangspunt. Ons gelovig zijn uiten wij op manieren, zoals wij die vanuit de traditie kennen en die we als waardevol blijven ervaren. Maar ook zijn er eigentijdse manieren, die wij met elkaar ontwikkelen. De kinderen worden ingeschakeld bij die traditionele en hedendaagse vormgeving. We willen ze daarmee laten ervaren dat een gelovige gemeenschap niet louter een “consumerende” groep mensen is, maar een actief deelnemende. Catechetische momenten De identiteit van de school komt heel concreet tot uiting bij: de projectlessen volgens de methode Trefwoord; deelname aan gezinsvieringen in de kerk van de St. Martinusparochie; vieringen in de school tijdens Advent en Kerst; vertellen van het Lijdensverhaal met een rondgang langs de kruisweg in de kerk tijdens de Goede Week; tijdens klassengesprekken naar aanleiding van geboorte en sterfte in de familie; voorbereiding van de kinderen van groep 4 op de Eerste H. Communie en de kinderen van groep 8 op het Vormsel. Kerkelijke activiteiten en niet-katholieke leerlingen Een groot deel van de kinderen dat onze school bezoekt is niet katholiek. We vragen van de ouders van deze kinderen dat zij de levensbeschouwelijke visie van de school respecteren. Bij de schoolkeuze zijn ouders zich er van bewust dat de school een Katholieke identiteit heeft. Mochten zij deze identiteit afwijzen, dan ligt een andere schoolkeus voor de hand. De catecheselessen zijn voor alle leerlingen verplicht. Ook datgene wat bij de voorbereiding op de Eerste Communie en Vormsel uitgevoerd wordt op school. Veel van die voorbereiding heeft een algemeen menselijk opvoedend karakter. Deelname aan kerkelijke activiteiten is echter een keuze van de ouders en hun kind(eren) en geen verplichting vanuit de school. 17
De uitnodiging om de sacramenten van de Communie en het Vormsel te ontvangen gaat uit van de St. Martinusparochie en niet van de school. Ook voor de oudervoorbereiding op deze sacramenten worden de ouders door een parochiewerkgroep uitgenodigd. Wij moedigen wel aan dat ook de kinderen, die niet aan de Eerste Communie en/of Vormsel deelnemen, toch de kerkviering bijwonen om betrokken te kunnen zijn bij het feest van hun klasgenoten. Huiswerk Vanaf groep 3 krijgen kinderen soms huiswerk mee. Dat kan klassikaal zijn, maar ook individueel. Het betreft dan onderdelen van de leerstof waarin het kind of de klas minder vaardig is en best nog wat extra oefeningen kan gebruiken. Meestal zal het gaan om taalleesontwikkeling: even 10 minuten lezen voor het slapen gaan of om het oefenen van bijvoorbeeld een spellingcategorie. Omdat wij vinden dat kinderen na schooltijd eigenlijk behoren te spelen, zal dat slechts bij uitzondering gebeuren. Vanaf groep 7 krijgen de kinderen wat meer huiswerk mee om alvast te wennen aan het leven na de basisschool. 4.3 Rapportage aan de ouders Het team en de werkgroep rapportage hebben het afgelopen jaar hard gewerkt om tot een nieuw rapport te komen. 4.3.1 Redenen nieuw rapport Uit het tevredenheidsonderzoek (2012) en evaluatiegesprekken met ouders van groep 8 (jaarlijks) kwam naar voren dat het voor ouders niet duidelijk was (met name de midden- en bovenbouw) op welk niveau hun kind zich bevond. Het invullen van de portfolio’s was zeer tijdrovend. Door de ontwikkeling die het onderwijs op onze school heeft doorgemaakt, is het wenselijk om het rapport daarop aan te laten sluiten. 4.3.2 Uitleg waardering Twee keer per jaar ontvangt uw kind een rapport; in februari en in juni. Waarderingen: De waarderingen op het rapport komen tot stand door observaties van de leerkracht tijdens lessen en de resultaten van de methode toetsen en het volgsysteem SCOL (sociaal emotionele ontwikkeling). Deze waarderingen worden weergegeven in ZG-G-RV-V-NV. ZG = Zeer Goed (ruim boven het gemiddelde) G = Goed (iets boven het gemiddelde) RV = Ruim Voldoende (gemiddeld) V = Voldoende (iets onder het gemiddelde) NV = Niet Voldoende (ruim onder het gemiddelde) CITO toetsen: Twee keer per jaar maken de kinderen citotoetsen. De resultaten van deze toetsen komen voort uit de landelijk gestelde normen en worden feitelijk weergegeven in het rapport. De CITO-scores worden niet meer weergegeven in de A-B-C-D-E niveau- indeling, maar in de I-II-III-IV-V niveau-indeling . In onderstaande tabellen kunt u zien dat de percentages verschillend verdeeld zijn.
Huidige cito niveau indeling
Voorgaande cito niveau indeling
18
Extra informatie: Waarom I t/m V? Het voordeel van de nieuwe niveau-indeling in I t/m V is dat de verschillende niveaugroepen ieder even groot zijn. Daardoor is er sprake van een gemiddelde groep, groep III. Dit in tegenstelling tot de ‘oude’ niveau-indeling waar het gemiddelde tussen niveau B en C ligt. Bovendien sluit de nieuwe niveau-indeling aan bij die van andere Citoinstrumenten zoals de Entreetoets van groep 7.
Strengere normering CITO De normeringen van CITO zijn voor Rekenen, Spelling en Begrijpend lezen in 2014 aangepast. De oude normen bleken te soepel te zijn door de grotere focus op opbrengsten, bekendheid met de toetsen en veranderingen in leerling populatie. Grafiekjes CITO: Tijdens de 10-minuten gesprekken zullen de leerkrachten de grafiekjes op scherm laten zien en toelichten. Cijfers: In de groepen 7 en 8 wordt er bij verschillende onderdelen gewaardeerd in cijfers met 1 decimaal. Dit ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Verschil in score op toetsen van de methode en de toetsen CITO: Er kan een duidelijk verschil in resultaten op de verschillende toetsen zijn. De toets van de methode controleert of de leerling de lesstof die net behandeld is in de afgelopen weken voldoende beheerst of dat herhaling gewenst is. De toetsen van CITO hebben een ander doel, namelijk om het vaardigheidsniveau van de leerling te vergelijken met het landelijke niveau van groepsgenoten. Verder kunnen we met deze scores de ontwikkeling van de leerling in de loop van de jaren volgen. 4.3.3 Aanpak zon-maan-ster: Op ieder rapport staat bij verschillende onderdelen vanaf groep 3 een aanpak vermeld (aanpak zon-maan-ster). Dit heeft te maken met de instructie- behoefte van de leerling. We proberen aan te sluiten bij de volgende stap in de ontwikkeling van het kind en bij de vele verschillen in onderwijsbehoeften van de kinderen in de groep. Aanpak maan: Als eerste wordt er bij ieder kind uitgegaan van de basisaanpak. Aanpak zon: 19
Als blijkt dat een kind zich de leerstof op een bepaald vakgebied zonder enige moeite eigen maakt, bieden we verdiepings- en verrijkingsleerstof aan. Soms krijgt de leerling meer oefenstof en/of oefenstof van een hoger niveau aangeboden. Deze kinderen kunnen veel zelfstandigheid op het betreffende vakgebied aan en hebben weinig tot geen instructie nodig over de basisleerstof. Aanpak ster: Als blijkt dat een kind meer begeleiding of instructie nodig heeft op een bepaald vakgebied, dan krijgt een kind een verlengde instructie of meer oefentijd/stof onder begeleiding van de leerkracht. Soms wordt er overgegaan naar minder of andere oefenstof. Aanpak raket: Bij groep 3 is een 4e aanpak bij het onderdeel lezen toegevoegd, de zgn. ‘raket-aanpak’. De raket-aanpak is bedoeld voor leerlingen die snel door de basisleerstof gaan en wat extra pittige vervolgopdrachten nodig hebben, die hen uitdagen zelf te experimenteren, bijvoorbeeld met letters die nog niet expliciet aan de orde zijn geweest. 4.3.4 Kijkmiddagen Naar aanleiding van een tevredenheidsonderzoek onder ouders in 2010, waaruit bleek tijdstippen van rapportage te ver uiteen lagen, hebben we besloten op drie momenten in het jaar, naast de rapportgesprekken, zgn. ‘kijkmiddagen’ in te stellen, waar ouders zonder afspraak, na schooltijd van 15.15 tot 16.00 uur, de klas binnen mogen komen om werkjes van hun kind in te zien en met de leerkracht hierover eventueel in gesprek te gaan. De data staan vermeld in de kalender. Uiteraard kunnen ouders altijd op afspraak een gesprek aangaan met de leerkracht, maar een kijkmiddag werkt in de praktijk drempelverlagend.
20
5. Leerlingenzorg 5.1 De zorg voor kinderen Kinderen zijn van nature leergierig. Ze staan open voor de wereld om hen heen. Ze willen alles onderzoeken, hebben duizend en één vragen en willen steeds het naadje van de kous weten. Om meer mens te worden, hebben we elkaar echter hard nodig. Waar zouden we zonder de ander immers onze immense hoeveelheid vragen op kunnen afvuren? Waar moeten we anders heen met onze gevoelens, onze blijdschap, ons verdriet en onze onmacht. Hoe zouden we anders onze grenzen kennen? Toch alleen doordat die ander er is die zegt: “Stap er maar overheen”, of: “Stop, ik vind het niet leuk meer”. In onze maatschappij lijkt het of slechts diploma's en getuigschriften tellen. Er gaat geen deur voor je open als je niet met de benodigde papieren kunt zwaaien. En toch…. kennen we ze, die mensen die zonder opleiding zoveel te zeggen hebben? Niet altijd met woorden maar soms met een simpel gebaar, een daad. Ze wonen bij u en ons in de straat. De school hanteert vaak het credo: “meten is weten”. Op lezen, spelling, rekenen, etc. wordt driftig getoetst. Toch zijn andere zaken minstens even belangrijk; muziek, tekenen, handenarbeid, gezelligheid, gelukkig zijn, even over de grens mogen en zo je grenzen leren kennen. Wij proberen op onze school het evenwicht te bewaren tussen de vele toetsen en al die andere niet direct toetsbare zaken, tussen dat wat moet en dat wat je ook mag zijn, een kind op zoek naar zijn grenzen; naar zijn eigen ik. Kinderen hebben vele mogelijkheden. Ieder kind heeft zijn eigen kwaliteiten en die proberen we te ontwikkelen. Dit geldt zowel voor leerlingen die meer aankunnen als voor kinderen die moeite hebben met de leerstof. Opvang van nieuwe kinderen Wanneer ouders van kinderen die nog geen vier jaar zijn informatie willen, kunnen zij hiervoor een afspraak maken met de directeur. Al hun vragen over school worden hier beantwoord en de ouders krijgen een rondleiding. Zij krijgen tevens een schoolgids en een inschrijfformulier mee. Denkt u bij voorbaat al dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft, dan raden wij u aan eerst het hoofdstuk ‘passend onderwijs’ (5,2) te lezen. Nadat het inschrijfformulier is ontvangen krijgen ouders hiervan een schriftelijke bevestiging met daarbij een beschrijving van de verdere procedure. Op de maandag nadat het kind vier jaar is geworden, gaat het definitief starten op onze school. Daarvoor mag het in principe 8 dagdelen op bezoek komen, om alvast te wennen. Dit betekent dat het kind 4 weken lang, op de dinsdag- en de donderdagochtend, welkom is. Ongeveer 5 tot 6 weken voor de 4e verjaardag van het kind ontvangen de ouders een uitnodiging voor een kennismakingsmiddag. Tijdens die middag, die ongeveer een uurtje duurt, gaan ouders en kind een kijkje nemen in de groep waarin het komt. Wij vertellen iets over de dagelijkse gang van zaken in de kleutergroep en ouders kunnen nog eventuele vragen stellen. Wij gaan er vanuit dat de kinderen zindelijk zijn (niet meer broekpoepen) als ze starten bij ons op school.
21
Kinderen die in juli en augustus 4 jaar worden, hebben geen “wen” periode. Zij mogen 1 middag in de groep meedraaien waarin zij na de zomervakantie beginnen. Deze kinderen krijgen ongeveer eind mei, begin juni een uitnodiging voor de kennismakingsmiddag. Kinderen die binnen twee weken na de zomervakantie 4 jaar worden, kunnen meteen na de zomervakantie starten. In ieder ander geval wordt met de leerkracht een wenperiode afgesproken.
5.2 Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Met Passend onderwijs is het nog beter mogelijk om ondersteuning op maat te bieden voor alle kinderen die dit nodig hebben. Zo hebben zij de beste kansen op een vervolgopleiding en meedoen in de samenleving. Kinderen die het echt nodig hebben kunnen, net als nu, naar het speciaal (basis)onderwijs. Dat blijft. Daarnaast werken we nauw samen met partners vanuit de jeugdhulp, zodat kinderen en hun ouders zowel op school als thuis passende ondersteuning krijgen. Wat is de zorgplicht?1 Scholen zijn verplicht om een passende onderwijsplek te vinden voor kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte. Dit heet de zorgplicht. Of uw kind nu ‘gewoon’ of ‘anders’ leert: elke school heeft de plicht een passend aanbod te doen. Het liefst op de reguliere basisschool. En als dat niet kan, dan op een andere basisschool, in het speciaal basisonderwijs of in het speciaal onderwijs. Altijd in samenspraak met u als ouder of verzorger. ‘Gewoon als het kan, speciaal als het moet.’ Samenwerkingsverband IJssel | Berkel Om de extra ondersteuning aan kinderen zo goed mogelijk te regelen werken de schoolbesturen van de 106 scholen in de gemeenten Brummen, Zutphen, Voorst, Lochem, Berkelland en een deel van de gemeente Bronckhorst (de kernen Vorden, Wichmond en Kranenburg) samen in het samenwerkingsverband IJssel I Berkel. Onze school maakt deel uit van dit samenwerkingsverband. Welke ondersteuning biedt een school? In het schoolondersteuningsprofiel van onze school staat beschreven welke ondersteuning de school kan bieden. We maken daarin onderscheid tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Basisondersteuning is de ondersteuning die iedere school in de regio biedt. De basisondersteuning is voor alle scholen, en dus voor alle kinderen, gelijk. Voor ieder kind dat extra ondersteuning nodig heeft maken we een arrangement op maat. Deze extra ondersteuning wordt toegekend en betaald door het samenwerkingsverband IJssel | Berkel. Daarnaast bieden wij zelf extra ondersteuning aan kinderen die tijdelijk extra begeleiding nodig hebben.
1
Voordat de zorgplicht ingaat, moet zijn voldaan aan de aanmeldingsprocedure en moet de school hebben vastgesteld dat het kind extra ondersteuning nodig heeft. De zorgplicht geldt juridisch gezien voor het schoolbestuur. In de praktijk vult de school waar het kind is aangemeld de zorgplicht in. De procedure zorgplicht is niet van toepassing indien op de school waar het kind is aangemeld geen plaatsruimte beschikbaar is en/of ouders de grondslag van de school niet respecteren.
22
Denkt u dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft? Situatie 1: uw kind bezoekt nog geen basisschool. Als ouder kiest u zelf een school voor uw kind, ook als uw kind extra ondersteuning nodig heeft. Als u een keuze heeft gemaakt voor een school dan kunt u uw kind aanmelden. U meldt uw kind schriftelijk aan bij de school van uw eerste voorkeur middels een aanmeldingsformulier. Dit kan vanaf de leeftijd van 3 jaar, maar zo mogelijk ten minste 10 weken voor de start van het nieuwe schooljaar. U geeft daarbij aan of uw kind (naar verwachting) extra ondersteuning nodig zal hebben. Het is mogelijk om uw kind bij meerdere scholen tegelijk aan te melden. Als u dat doet, dan moet u bij de aanmelding aangeven op welke andere scholen u uw kind ook heeft aangemeld. Als u uw kind heeft aangemeld, dan zal de school informatie verzamelen over welke ondersteuning uw zoon of dochter nodig heeft. Van u wordt verwacht dat u de informatie die u heeft deelt met de school. Daarnaast zal de school het ondersteuningsteam inzetten (zie kader). Dit gebeurt altijd in overleg met u als ouder of verzorger. Ook voor het opvragen van informatie over uw kind bij andere instanties vraagt de school om uw toestemming. Op basis van de verkregen informatie maakt de school samen met u de afweging over wat het beste is voor uw kind. Binnen 6 tot 10 weken laat de school weten of uw kind wordt toegelaten (eventueel met extra ondersteuning) of dat de school samen met u op zoek gaat naar een beter passende plek voor uw kind op een andere school. Dat gebeurt altijd in nauw overleg met u. Situatie 2: uw kind zit al op school. Denkt u dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft? Wij raden u aan in gesprek te gaan met de leerkracht van uw zoon/dochter over de ontwikkeling van uw kind. Waar heeft u vragen over? En wat heeft uw kind volgens u nodig? De leerkracht zal samen met u en de intern begeleider overleggen welke route wordt doorlopen. Een eerste stap voor het aanvragen van extra ondersteuning is een bespreking in het ondersteuningsteam op school (zie kader). Ondersteuningsteam Onze school kent een ondersteuningsteam voor de bespreking van kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte. U als ouder wordt altijd uitgenodigd om deel te nemen aan de bespreking over uw kind. Aan het ondersteuningsteam nemen verder deel: leerkracht intern begeleider onderwijscoach (vanuit het samenwerkingsverband) gezinscoach (vanuit jeugdhulp / Centrum voor Jeugd en Gezin) Daarnaast kunnen ook partners op afroep deelnemen aan het overleg, bijvoorbeeld een orthopedagoog. In het ondersteuningsteam bespreken we samen met u de vraag: wat heeft uw kind nodig om een bepaald doel te behalen? Daarbij kijken we ook naar andere factoren, zoals de groep, de school en de thuissituatie. In iedere bespreking komen ook de positieve aspecten en de talenten van uw kind aan de orde. Voor ieder kind dat extra ondersteuning nodig heeft maken we een arrangement op maat. Dit arrangement wordt toegekend en betaald door het samenwerkingsverband IJssel | Berkel. Is een (tijdelijke) lesplaats in het speciaal (basis)onderwijs de meest passende plek? Dan vragen we hiervoor een ‘toelaatbaarheidsverklaring' aan bij het samenwerkingsverband. Met deze toelaatbaarheidsverklaring heeft uw kind recht op plaatsing op een school voor speciaal (basis)onderwijs. Meer informatie www.ijsselberkel.nl www.passendonderwijs.nl
23
5.3 Het volgen van de ontwikkeling van kinderen Door goed te observeren tijdens de gewone lessen in de klas en daarnaast gebruik te maken van de gegevens die methodegebonden, niet-methodegebonden toetsen of observatieinstrumenten ons geven, krijgen wij inzicht in de ontwikkeling van het kind. Die gegevens houden wij bij in het leerlingdossier. Door de gehele school gebruiken wij diverse toetsen van het CITO-Leerlingvolgsysteem en nog enkele andere niet-methodegebonden toetsen. Een aantal keren per jaar toetsen we dan ook alle leerlingen uit deze groepen met deze landelijk genormeerde toetsen op de volgende onderdelen: Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (QuickScan groepen 1 t/m 8) Screeningsinstrument Beginnende Geletterdheid (groepen 2 en 3) Taal voor kleuters (midden groep 2) Rekenen voor kleuters (midden groep 2) Herfstsignalering (groep 3, na kern 3) Sociale Competentie Observatie Lijst (groepen 3 t/m 8) Taalschaal (groepen 4 t/m 8) Drie Minuten Toets lezen (groepen 3 t/m7) Woordenschat (groepen 3 t/m 8) AVI lezen (groep 3 t/m 8) Technisch lezen, tempo en techniek (groepen 3 t/m 8) Begrijpend lezen (groepen 4 t/m 8) Spelling (groepen 3 t/m 8) Rekenen en Wiskunde (groepen 3 t/m 8) De groepsgegevens van deze genormeerde toetsen bewaren we in de computer. In verband met de privacy verstrekken we geen groepsoverzichten aan ouders of derden. De resultaten van de toetsing kunnen niet alleen gevolgen hebben voor de aanpak van het individuele kind maar ook voor de werkwijze in de groep. Een andere wijze van aanbieden bijvoorbeeld of zelfs de aanschaf van een geheel nieuwe methode. Ook kan de toets zelf als weinig zinvol worden ervaren en daardoor overbodig blijken te zijn. Het geheel van toetsen zoals dat nu bestaat, is voor ons dan ook zeker geen onveranderlijk vaststaand gegeven. Het toetsrooster wordt aangepast als de situatie daarom vraagt. Kan een leerling ook nog zitten blijven? Ondanks alle zorg en begeleiding komt het voor dat het voor een kind beter is om het nog een jaar over te doen. Het kan zijn dat het kind sociaal-emotioneel nog niet toe is aan de volgende groep of nog niet voldoende voorwaarden beheerst om al in een volgende groep te beginnen. Wij zijn van mening dat de basis om succesvol de school te doorlopen, vooral op het gebied van rekenen en lezen, goed moet zijn. Een kind kan echter niet twee jaar ‘blijven zitten’. De keuze voor een doublure wordt daarom altijd samen met de ouders en de interne begeleider genomen. De begeleiding van de overgang van de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Aan het begin van elk schooljaar worden ook de ouders/verzorgers van groep 8 uitgenodigd om een infoavond bij te wonen. Tijdens deze avond vertelt de leerkracht welke lesstof en andere activiteiten de leerlingen dat schooljaar mogen verwachten als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. De leerkracht volgt nauwlettend de verrichtingen van de leerlingen en zal in februari/maart de ouders/leerlingen uitnodigen om een advies richting voortgezet onderwijs te geven. Dit advies gaat dit schooljaar, in vergelijking met voorgaande jaren, niet vergezeld worden door de uitslag van de CITO-toets omdat pas later in het schooljaar een centrale eindtoets wordt afgenomen. In de loop van volgend schooljaar wordt door de school beslist welke toets dat zal zijn. Bij een hogere CITO score kan de keuze worden aangepast, bij een lagere niet. Uiteindelijk nemen de ouders de beslissing met betrekking tot de schoolkeuze en zal de directeur de leerling aanmelden. Elke ‘risicoleerling’ wordt nog mondeling toegelicht via een gesprek met de toekomstige mentor of brugklasbegeleider via de zgn. ‘warme overdracht’. Wanneer een leerling eenmaal het voortgezet onderwijs bezoekt, zijn er regelmatig contacten 24
mogelijk tussen de leerkracht en de mentor van de ‘ex-leerling’. Tevens vindt er aan het eind van het schooljaar een evaluatie plaats met de ouders en kinderen van groep 4 en van groep 8 met een terugkijk op school. Wat was goed en waarin kan de school zich verbeteren? 5.4 Dossiervorming Alle leerlinggegevens (gegevens van intake, rapportage en algemene leerlinggegevens) bevinden zich in ons digitale leerlingvolgsysteem en in een afgesloten, brandvrije dossierkast. Zodra de extra begeleiding van een leerling meer wordt dan wat extra hulp en aandacht in de klas, bewaren we daarin tevens alle gegevens t.a.v. signalering, diagnose en hulpverlening. Hierbij behoren o.a. extra toetsen, onderzoekjes en gesprekken. Alle gegevens over uw eigen kind zijn, in overleg met de interne begeleider, in te zien. 5.5 De interne begeleider (IB ‘er) Bij ons is de groepsleerkracht, de eigen juf of meester, het centrale punt in de zorg voor de leerlingen. Die kent het kind immers het best en trekt er dagelijks mee op. Wel kan hij/zij daarbij steeds terugvallen op de steun van de IB-er en de andere collega’s, echter de groepsleerkracht blijft verantwoordelijk voor het onderwijs aan uw kind. Onze interne begeleider, Annemieke Hurenkamp, is een belangrijke schakel in het totale zorgsysteem van onze school. De IB-er voert regelmatig overleg met de directie en houdt de leerkrachten op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van leerlingenzorg. Een van de taken van de interne begeleider bestaat uit het coördineren van alle zaken rond de leerlingenzorg. Zij voert 4 tot 6x per jaar structureel overleg met de groepsleerkrachten in de vorm van groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen en participeert in bovenschoolse netwerken. 5.6 Meer- en hoogbegaafden Er is specifieke aandacht voor de meer- en hoogbegaafde leerlingen. Ook deze kinderen hebben onze aandacht nodig. Dit houdt in dat we deze kinderen met behulp van materialen extra uitdaging en verdieping bieden. De IB-er en de talentcoördinator beschikken over tips en handreikingen die hiervoor gebruikt kunnen worden. Een dergelijk besluit wordt in nauw overleg met ouders, leerkracht en IB-er genomen. Dit besluit is altijd een zorgvuldige afweging van prestaties, intelligentie, sociaal-emotionele factoren en persoonlijkheidskenmerken van het kind. Binnen cluster Voorst starten we nu voor het derde jaar de zgn. ‘’DUHAklas’’, waar de (hoog)begaafde leerlingen één keer per week op een dagdeel, meer geprikkeld worden en hun onderzoekende houding wordt gestimuleerd. Daarnaast hebben we een beleidsplan ontwikkeld waarin we het komend schooljaar het verrijkingsaanbod op school nog verder willen uitbouwen en de leerkrachten én kinderen daarin begeleiden. Bij de leerlingen gaat het dan vooral om het leren-leren! 5.7 De verrijkingsgroep Leerlingen die meer aankunnen dan hun klasgenoten zijn altijd op zoek naar extra werk. Deze leerlingen zitten vaak op de zon-aanpak en mogen werken in pluswerk dat in de klas wordt aangeboden. Om deze leerlingen op hun niveau te kunnen bedienen, is er sinds
25
schooljaar 2013-2014 een Verrijkingsgroep opgezet. De leerlingen van de verschillende jaargroepen worden samengevoegd in twee groepen. Zo worden de leerlingen van de groepen 4, 5 en 6 samengevoegd en worden de groepen 7 en 8 tot één groep gevormd. De lessen in de Verrijkingsgroep liggen boven het niveau van de lessen die in de klas worden aangeboden. De leerlingen worden zo aangezet tot harder nadenken dan dat ze ‘normaal’ in de klas hoeven te doen. Eén keer in de twee weken zullen verschillende onderwerpen de revue passeren. Zo wordt er gewerkt aan hogere wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Ook onderwerpen als filosofie komen aan bod. De nadruk in deze lessen ligt op onderzoekend leren. Door onderzoek te doen (en dit goed op te kunnen zetten) ontdekken leerlingen dat zelfs de moeilijkste onderwerpen goed behapbaar kunnen worden. Minimale instructie en maximale inzet vanuit de leerlingen zelf. Diep op stof ingaan, in plaats van meer en meer stof; begrippen die aansluiten bij de Verrijkingsgroep. Iedere leerling is in principe welkom in de Verrijkingsgroep. De leerkracht van uw kind zal, aan de hand van resultaten en toekomstperspectieven, besluiten of hij/zij naar de Verrijkingsgroep zal gaan. Wanneer een leerling in de Verrijkingsgroep is beland, zullen de vorderingen nauwgezet gevolgd worden. Mocht blijken dat de leerling in kwestie het niveau niet aankan, of de opdrachten niet uitvoert is het mogelijk dat hij/zij geen deel meer zal nemen aan de Verrijkingsgroep. Dit alles zal uiteraard in overleg met de leerkracht en ouders gaan.
6. De schoolorganisatie De school krijgt op grond van het aantal leerlingen per 1 oktober formatie toebedeeld voor het volgend schooljaar. Formatie wil zeggen: het aantal personeelsleden, dat ingezet wordt voor het onderwijs. Met dat aantal kan de school een indeling in klassengroepen maken. De Martinus heeft op dit moment ruim 320 leerlingen. Deze leerlingen zijn verdeeld over 12 groepen. We hebben de leerlingen van groep 1 en 2 verdeeld over 3 groepen, waarmee wordt bereikt dat de samenstelling van iedere groep in de loop van het jaar minimaal gewijzigd wordt. De leerkracht kan daardoor ruim aandacht schenken aan de nieuwkomers die tot januari instromen en bijkomend voordeel is dat de oudste kleuters de nieuwelingen wegwijs kunnen maken. Leerlingen die gedurende het jaar op leeftijd instromen komen in principe in een bestaande groep 1, waarbij na de bevindingen van de leerkracht wordt bekeken of ze nog een jaar groep 1 doen of doorstromen naar groep 2. Per jaar wordt, afhankelijk van de hoeveelheid nieuwe leerlingen en de grootte van de kleutergroepen, bekeken of er een instroomgroep moet worden gestart. Op dit moment wordt hier waarschijnlijk in april mee gestart, tenzij de instroom tussen augustus en februari plotseling fors toeneemt; dan starten we eerder. De leerlingen van groep 3 tot en met 8 worden geformeerd in een leerstof/jaarklassensysteem. Gezien de aantallen van de verschillende geboortejaren is het logisch om (naast heterogene groepen) ook combinatiegroepen te formeren. We hebben dit schooljaar, naast de homogene groepen, de combinatiegroepen 3/4 , 5/6 en 7/8. De groepen 1 en 2 zijn heterogeen samengesteld, wat inhoudt dat kinderen van 4 t/m 6 jaar in één groep zitten. Vanaf groep 3 wordt het onderwijs gegeven in leerstofjaarklassen. Binnen de jaargroepen wordt er instructie en inoefening gegeven afhankelijk van de behoefte van het kind. Kinderen die op enigerlei wijze moeite hebben zich de basisstof eigen te maken worden door de leerkracht begeleid Voor kinderen die wat meer aankunnen wordt er, naast de al bestaande verrijkingsstof, op korte termijn gezocht naar aantrekkelijke, uitdagende en prikkelende leermiddelen. Iedere groep heeft een groepsleerkracht, die eindverantwoordelijk is en ook het aanspreekpunt is voor de ouders. Naast de groepsleerkracht kan een andere leerkracht in dezelfde groep lestaken verrichten. Bij ziekte of vervanging kan gebruik worden gemaakt van een derde leerkracht uit de vervangingspool van het Personeelscluster Oost Nederland (PON). We streven naar maximaal twee ‘gezichten’ per groep. De ontwikkeling van de leerling wordt door de leerkracht in de gaten gehouden door middel van observaties en toetsen. De gegevens die wij op deze en andere manieren verkrijgen, zijn terug te vinden in de rapportage.
26
Wij kennen de onderbouw (groepen 1 t/m 3), middenbouw (groepen 4 t/m 6) en de bovenbouw (groepen 7 en 8). Deze bouwen vergaderen gemiddeld om de drie weken, waarbij naast onderwijsinhoudelijke zaken ook de thema’s en organisatorische onderwerpen aan bod komen. De vergaderingen worden geleid door de bouwcoördinatoren, die de agenda maken en zicht houden op de doorgaande lijn. Zij vormen samen met de directie het managementteam (MT) van de school. De bouwcoördinatoren zijn: Voor de groepen 1 t/m 4 : juf Miranda Brouwer Voor de groepen 5 t/m 8 : juf Chantal Klunder Op projectbasis gaan leerkrachten in werkgroepen uiteen om in klein comité te overleggen over allerlei onderwijsontwikkelingen. Zo zijn er werkgroepen die zich bezig houden met het invoeren van een methode w.o., met talentontwikkeling, met beweegwijs, met lezen, met andere schooltijden en met het ontwikkelen van een andere (of aanvullende) vorm van rapportage. Zij komen uiteindelijk met een voorstel bij het team dat een advies geeft aan de directie. De teamvergadering vindt gemiddeld 6 keer per jaar plaats en staat meestal in het teken van borging (van vernieuwingen), terugkoppeling (bouw en werkgroepen) en meningsvorming. De voorgenomen besluiten worden in het MT overleg genomen en ter instemming aan het team voorgelegd. Een aantal besluiten worden (zie WMO 2013) voor advies of instemming aan de Medezeggenschapsraad voorgelegd. 6.1 Samenstelling van het team In onze school werken 22 parttime leerkrachten, een intern begeleidster, een administratief medewerkster, een conciërge en een directeur zonder lesgevende taken. Iedere leerkracht draagt zorg voor zijn of haar groep. Daarnaast wordt tijd besteed aan allerlei niet-lesgebonden taken en aan bijscholing. Hierover zijn afspraken gemaakt in het kader van taakbeleid. De directeur heeft de dagelijkse leiding over de school. Sinds begin 2013 hebben we het keurmerk ‘opleidingsschool’. Dit betekent dat we o.a. aan de volgende criteria voldoen: Iedere leerkracht is opgeleid tot mentor De resultaten van ons onderwijs zijn voldoende Er ligt een verbeterplan waarin vermeld staat hoe we onze kwaliteit in stand houden, verbeteren en wat onze ambities zijn. De opleider in de school coacht (nieuwe) leerkrachten, beoordeelt en begeleidt studenten en zorgt voor een evenwichtige verdeling van stagiaires. Voor onze school ligt deze taak in handen van Helène ten Broeke. Het bewaken van de vorderingen en de coördinatie van de extra zorg voor de leerlingen van groep 1 t/m 8 is in handen van onze interne begeleidster, Annemieke Hurenkamp. De systeembeheerder (extern) zorgt ervoor dat alle computers draaien en software wordt geïnstalleerd. De ICT coördinator (intern) bewaakt de voortgang van het ICT beleid. Daarom volgt hij de ontwikkelingen op onderwijs en software gebied op de voet. De ICT coördinatie is op onze school in handen van Lars Timmermans. Aan school is tevens een administratief medewerkster, Alice Klunder, verbonden om de administratie in goede banen te leiden. Ook is er een conciërge, Herman Bloo, actief voor alle andere ondersteunende werkzaamheden en de schoonmaak van het gebouw. 27
6.2 De medezeggenschapsraad Als ouder kunt u uw stem laten horen op de school. U kunt meebeslissen over een aantal schoolzaken. Elke school heeft dan ook een Medezeggenschapsraad, kortweg de MR. Zo ook de Martinusschool. In de MR zitten zowel vertegenwoordigers van de ouders als van het onderwijzend personeel. Dit worden de twee geledingen genoemd. In de MR zijn beide geledingen met evenveel personen vertegenwoordigd. Primaire doelstelling van de MR is dat zij het beleid op de school toetst zoals dat door de schoolleiding wordt uitgevoerd. De MR is hét platform waarin ouders mee kunnen denken, praten en soms beslissen over zaken die de school aangaan. Voor de MR kunt u zich verkiesbaar stellen. De zittingsperiode is drie jaar. De MR vergadert gemiddeld zes keer per jaar, waarbij de directeur aanwezig is. Belangrijke schoolzaken waarover de MR mee mag adviseren en/of beslissen zijn: besteding van geld, vaststellen van de vakanties en de vrije dagen, de wijze waarop men de ouders op school wil laten meehelpen, het schoolplan en de schoolgids, indelen groepen en de inzet van personeel. De MR heeft in beginsel drie rechten, te weten: adviesrecht, instemmingsrecht en recht op informatie. De MR kan ook zelfstandig met plannen komen om bepaalde zaken op school op aan te pakken of juist te verbeteren. De bevoegdheden van de MR zijn beschreven in het MR reglement. Zaken waarover instemmingsrecht geldt zijn o.a. het schoolplan, de schoolgids, het schoolreglement en de wijze waarom ouders betrokken worden bij hulp aan de school. Andere belangrijke zaken waarover de MR instemming heeft zijn het formatieplan en de groepsindelingen. Ieder jaar wordt door de directeur een concept-formatieplan opgesteld, waarin wordt vastgelegd hoeveel groepen er het volgende schooljaar kunnen worden geformeerd. De schoolleiding moet in een aantal gevallen advies vragen over plannen voor de school. Dit geldt bijvoorbeeld voor fusieplannen en het aanstellings- en ontslagbeleid van de school. Zo is de MR meestal betrokken bij het aantrekken van nieuwe leerkrachten en maakt zij deel uit van de sollicitatiecommissie. Ook uw inbreng met op- en/of aanmerkingen t.a.v. het functioneren van de school stelt de M.R. nadrukkelijk op prijs. U kunt ons hier altijd over aanspreken. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad De Martinusschool maakt deel uit van de Stichting Katholiek Basisonderwijs Gelderland. De stichting heeft een algemeen bestuur (AB), de werkgever voor alle personeelsleden van de 16 scholen. Het AB heeft een aantal taken gedelegeerd aan de Algemene Directie. Het bestuur en/of de algemene directie bespreekt het beleid van de stichting met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Elke school is in principe vertegenwoordigd in de GMR door tenminste één afgevaardigde. In de regel zal dat een lid van de MR zijn, maar dat hoeft niet! 6.3 De ouderraad De ouderraad heeft als doel de samenwerking tussen school en ouders te bevorderen. De ouderraad tracht dit doel te bereiken door: - Voorlichting aan ouders tijdens de jaarvergadering te geven, zowel op het gebied van onderwijs als de opvoeding in het gezin, - Als vertegenwoordiger van de ouders op te treden in overleg en in samenwerking met het schoolteam. De raad staat open voor wat ouders en schoolteam bezighoudt en houdt rekening met de praktische en wettelijke mogelijkheden. De ouderraad bestaat uit maximaal elf personen, zowel mannen als vrouwen, plus een afgevaardigde van het schoolteam. Er wordt één keer per maand (op de eerste maandag van de maand) vergaderd en er is één keer per jaar een jaarvergadering, waar onderwerpen met
28
een bepaald thema worden behandeld. Meestal wordt een gastspreker uitgenodigd. De ouderraad verricht ondersteunende taken bij verscheidene activiteiten in de loop van het jaar, zoals Martinusdag, Sinterklaas, Kerst, carnaval, Pasen, sportdag, schoolreisjes, dankjewel avond, afscheidsavond groep 8. Naast al deze activiteiten houdt de ouderraad zich ook met andere dingen bezig. Er is een werkgroep die zich bezighoudt met de problematiek van de hoofdluis; Allergiekinderen krijgen speciale aandacht. Graag horen wij van ouders als er bij de activiteiten rekening moet worden gehouden met een bepaalde allergie; Coördineren van verkeersbrigadiers en verkeersouders Ouderbijdrage De ouderraad vraagt ieder jaar een vrijwillige bijdrage van alle ouders. Voor het schooljaar 2014-2015 is dat een bedrag van € 13,00. Van deze bijdrage worden allerlei festiviteiten (zoals Sinterklaas en kerstviering) betaald. Voor het schoolkamp en schoolreisje komt een aparte rekening. De ouderraad geeft tijdens de algemene ouderavonden een overzicht van alle ontvangsten en uitgaven. Aan het begin van een schooljaar, meestal in de maand oktober, ontvangt u van de ouderraad het verzoek het bedrag voor het lopende schooljaar te voldoen. Komt uw kind tussentijds op school of gaat u verhuizen, dan wordt de ouderbijdrage aangepast of terugbetaald.
7. Praktische zaken 7.1 Overblijven Het overblijven tussen de middag is, door de introductie van het continurooster, als volgt geregeld: De leerlingen eten 15 minuten in de groep met de leerkracht en gaan 30 minuten onder begeleiding van geschoolde overblijfkrachten naar buiten. Vanwege de grootte van de school organiseren we dit in twee groepen (Zie “Informatiefolder Continurooster” op onze website). Op school zijn 3 koelkasten aanwezig om het drinken voor tussen de middag koel te houden. We vragen voor het schooljaar 2014-2015 een vrijwillige bijdrage van €26 per kind, te voldoen in de maand september. Hoewel de bijdrage vrijwillig is, zult u begrijpen dat we zonder dit bedrag niet de kosten kunnen betalen en dat gaat dan weer ten koste van de veiligheid van uw kind. 7.2 Klachtenregeling Ouders/voogd/verzorger van een (ex-) leerling, een personeelslid een directielid, een lid van het bevoegd gezag en/of vrijwilligers die werkzaamheden verrichten voor de school kunnen gebruik maken van de klachtenregeling. Op de Martinusschool is Jan Stokvisch de vertrouwens- en tevens de contactpersoon. Het is zijn of haar taak om informatie te geven over de stappen die mensen met een klacht kunnen of moeten zetten als zij tegen een probleem aanlopen. De contactpersoon verwijst mensen door; hij of zij bemiddelt niet. De vertrouwenspersoon gaat eerst na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt.
29
De klachtenregeling is alleen van toepassing als men met zijn klacht niet ergens anders terecht kan. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school, zullen in onderling overleg tussen de betrokkenen op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dit, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is, of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, of wanneer men geen gehoor vindt bij het bestuur, dan kan men een beroep doen op de klachtenregeling. Een formele klacht kan schriftelijk ingediend worden bij het bevoegd gezag en bij de klachtencommissie. Een klacht moet tenminste naam en adres van de klager, de datum en de omschrijving van de klacht bevatten. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht vindt er een hoorzitting plaats. De klachtencommissie deelt haar advies schriftelijk mee aan de klager, de aangeklaagde, het bevoegd gezag en de directeur van de school. Het ligt niet voor de hand om de Inspectie van het Onderwijs in te schakelen. In de meeste gevallen is dit niet het juiste orgaan om uw probleem voor te leggen. In het enkele geval dat het probleem wel een zaak is voor de Inspectie, zal de vertrouwenspersoon van de school dit aangeven. Vertrouwenspersoon SKBG: Dhr. J. Stokvisch Mooralaan 19 7241 JH te Lochem Tel.: 0573-251883 Het adres van de klachtencommissie is: Postbus 82324, 2508 EH Den Haag 7.3 Arbowet De Arbofunctionaris ziet toe dat de Arbowet op school een goede invulling krijgt. Het gaat hierbij om zaken van veiligheid, gezondheid en welzijn van zowel de kinderen en de leerkrachten als van alle andere betrokkenen bij de school. De directeur is onze arbofunctionaris, voor vragen en/of opmerkingen kunt u bij hem terecht. 7.4 Bescherming persoonsgegevens De wet bepaalt hoe organisaties dienen om te gaan met persoonsgegevens. Op de Martinus worden de volgende gegevens verwerkt Naam, geboortedatum en -plaats, adres en telefoon, samengevoegde groepslijsten Gegevens die nodig zijn met het oog op het welzijn en de gezondheid van leerlingen, zodat een optimale begeleiding nodig is Naam huisarts en tandarts Overdrachtsgegevens van eventuele school van herkomst, in het kader van de leerplichtwet Observatieverslagen van lessituaties Resultaten van methodegebonden toetsen en leerlingvolgsysteemtoetsen In voorkomende gevallen resultaten van pedagogisch-didactisch of psychologisch onderzoek, voor zover nodig voor verdere begeleiding Sofinummer (BSN) van het kind Met betrekking tot ouders, verzorgers of andere wettelijke vertegenwoordigers: Naam, geboorteplaats, opleiding en beroep (deze laatste bekostigingsaanvraag) Bereikbaarheid tijdens de schooluren.
i.v.m.
de
Toegankelijke gegevens Gegevens betreffende naam, adres en telefoon zijn via groepslijsten beschikbaar voor leerkrachten, directie, OR en MR ten behoeve van de uitoefening van hun functie. Gegevens over ouders en leerlingen via het inschrijfformulier worden bewaard in een afgesloten brandvrije archiefkast. Hetzelfde geldt voor uitslagen van bijv. psychologisch onderzoek.
30
Het leerlingvolgsysteem is slechts toegankelijk voor functionarissen die uit hoofde van hun functie gegevens moeten verwerken. Hetzelfde geldt voor de geautomatiseerde leerling administratie. Overdracht van gegevens van leerlingen aan derden geschiedt slechts na toestemming van de ouders, dan wel in navolging van wettelijke verplichtingen. Bewaartermijn De leerlinggegevens (en de daaraan gekoppelde gegevens van hun ouders) blijven bewaard tot twee jaar na het verlaten van de school, behoudens langere wettelijke bewaarplicht. Verantwoordelijkheid De verantwoordelijkheid voor een uitvoering van bovenstaande afspraken berust bij de directeur van de school. Recht op inzage Ouders hebben te allen tijde recht op inzage van de opgeslagen gegevens van hun kind(eren). In de praktijk gebeurt dit, op afspraak, in overleg met de directie. Toestemming Wij verzoeken ouders om via het inschrijfformulier toestemming te verlenen voor het verwerken van de gegevens van hun kind(eren). 7.5 Schorsen en verwijderen Ofschoon we hopen dat het nooit nodig zal zijn, is het mogelijk dat, in overleg met het stichtingsbestuur, leerlingen geschorst of verwijderd kunnen worden.
8. Externe contacten Contacten met andere scholen De school ressorteert onder de Stichting Katholiek Onderwijs Gelderland. Deze stichting beheert in totaal 16 scholen. Er is geregeld overleg tussen de directies van deze scholen en de algemene directie van de stichting. Binnen het samenwerkingsverband WSNS zijn er diverse contacten. Bij alle vergaderingen van het gehele samenwerkingsverband zijn zowel de directeur als de IB-er aanwezig. De directeuren van de scholen in Twello hebben regelmatig contact met elkaar. Daarnaast wordt er ongeveer 8 keer per jaar vergaderd. Met de omringende scholen voor het voortgezet onderwijs is er schriftelijk, soms ook mondeling contact bij de aanmelding. In het jaar daarna is er een gesprek met een vertegenwoordiger van de school over de voortgang van de aangemelde leerlingen. Opleiding Wij begeleiden studenten van PABO Saxion die bij ons stage lopen en soms maken we gebruik van hun studieaanbod. Ook wordt regelmatig gebruik gemaakt van stagiaires van de SPW en ROC Aventus, die onderwijsassistenten en ‘helpende welzijn’ in opleiding hebben.
31
Inspectie van het onderwijs Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie en discriminatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 GGD op school Bij de GGD Gelre-IJssel is de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) ondergebracht bij gemeentelijke gezondheidsteams (GGT’s). Binnen deze teams werken artsen, verpleegkundigen, assistenten en logopedisten. Samen met ouders en school zorgen de medewerkers van de GGD ervoor dat kinderen zich zo goed mogelijk ontwikkelen. Zij doen dit door kinderen te onderzoeken, door kinderen te vaccineren en door ondersteuning te bieden aan ouders en leerkrachten en hierin ook samen te werken met andere instanties. Onderzoeken en vaccinaties De bekendste taak vanuit de GGD voor schoolgaande kinderen zijn de preventieve onderzoeken. Het is belangrijk dat factoren, die de groei en ontwikkeling van een kind kunnen verstoren, in een vroeg stadium worden opgespoord. De GGD onderzoekt gedurende de basisschoolperiode een kind meerdere keren. Daarnaast krijgen de kinderen in deze periode ook twee vaccinaties. ·
Rond de leeftijd van 5 jaar vindt de logopedische screening plaats aan de hand van een vragenlijst voor ouder(s) en leerkracht. De logopedist onderzoekt naar aanleiding van deze screening kinderen die in hun spraak- en taalontwikkeling risico’s lopen. De logopedist let dan vooral op taal, spraak, mondgedrag en stem.
·
Bij 5/6-jarige kinderen doet de jeugdarts en de assistente een uitgebreid onderzoek. Hierin komen het zien, horen, bewegen, groei, gezondheid en gedrag en ontwikkeling aan bod.
·
Op 9-jarige leeftijd ontvangen de kinderen de vaccinatie tegen difterie, tetanus, polio (DTP) en tegen bof, mazelen, rodehond (BMR).
·
In groep 7 vindt een onderzoek plaats door de jeugdverpleegkundige met dezelfde aandachtspunten.
·
Op 12-jarige leeftijd ontvangen baarmoederhalskanker (HPV)
de
meisjes
de
vaccinatie
tegen
Voor ieder onderzoek en elke vaccinatie ontvangen de ouders vooraf een uitnodiging. Bij alle onderzoeken en de vaccinatie van de 9 jarigen zijn de ouders aanwezig. Dit geldt niet voor de logopedische screening. Na elk onderzoek informeert de GGD de ouder(s)/verzorger(s) over de bevindingen. Advisering en verwijzing Naar aanleiding van het onderzoek kan de JGZ-medewerker - afhankelijk van de bevindingen – het volgende doen: · · ·
gericht advies en/of begeleiding geven aan kinderen en ouders. Bijvoorbeeld bij gedragsproblemen met kinderen op school of thuis, gezondheidsvragen of problemen in de spraak- en taalontwikkeling een kind na verloop van tijd opnieuw oproepen voor een vervolgonderzoek het kind (en de ouder) voor uitgebreider onderzoek of behandeling verwijzen naar een andere hulpverleningsinstelling. De GGD werkt samen met de huisarts, de specialist in het ziekenhuis, Bureau Jeugdzorg, Maatschappelijk werk, psychologen, pedagogen en anderen. Een eventuele doorverwijzing gebeurt altijd in overleg met ouder(s)/verzorger(s). 32
Onderzoek op verzoek Ook leerlingen uit andere groepen kunnen door hun ouders, leerkrachten of intern begeleider aangemeld worden voor nader onderzoek door jeugdarts, verpleegkundige of logopedist. Ondersteuning van leerkrachten GGD-medewerkers kunnen leerkrachten ondersteunen en adviseren bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten, bijvoorbeeld gericht op het aanleren en/of verbeteren van gezond gedrag. Ook adviseren zij over het gebruik van leskisten, lespakketten en andere voorlichtingsmaterialen uit het documentatie- en informatiecentrum van de GGD. Bereikbaarheid en informatie U kunt de GGD om advies vragen op diverse terreinen. Bijvoorbeeld infectieziekten, hygiëne en veiligheid op school. Meer informatie over diverse onderwerpen kunt u vinden op de website: www.ggdgelre-ijssel.nl U kunt de GGD telefonisch bereiken op telefoonnummer: 088 – 4433000. Logopedie Wie verzorgt de logopedie? De scholen in de Gemeente Voorst beschikken over een gemeentelijke logopediste, Renate Reinten. Eenmaal per 14 dagen bezoekt zij onze school met haar gele logomobiel. Wat is logopedie? Logopedie is alles wat te maken heeft met de (mondelinge) communicatie. Daarbij gaat het natuurlijk om het spreken maar ook om het begrijpen van wat een ander zegt. · Om goed te kunnen spreken hebben we goed werkende longen, stembanden, keel, neus, kaken, tong en lippen nodig. We moeten voldoende woorden kennen en weten hoe we ze uit moeten spreken. We moeten mooie zinnen kunnen maken en iets in de goede volgorde kunnen (na)vertellen. · Om goed te kunnen begrijpen moeten we kunnen horen, luisteren, onthouden en denken. Een logopedist houdt zich bezig met álles wat met spreken en begrijpen te maken heeft en, in toenemende mate, met taalontwikkeling. Logopedie is méér dan spraakles alleen. Waarom logopedie op onze school? Goed leren spreken en begrijpen van taal is voor een kind van groot belang. Het is noodzakelijk voor een goede ontwikkeling. Ook beïnvloedt het de leerprestaties, zoals het lezen en schrijven. Bovendien is goed kunnen communiceren in het leven onmisbaar. Wanneer logopedie? Om na te gaan of de kinderen goed spreken en begrijpen, komen zij allemaal eenmaal aan de beurt voor een algemeen onderzoek, ook wel de screening genoemd. Dit gebeurt rond de 5e verjaardag van het kind. Ouders van de betreffende kleuters krijgen bericht door middel van een brief waarin het onderzoek staat aangekondigd. En na dit onderzoek? Na dit onderzoek informeert de logopedist de ouders en de leerkracht over het resultaat van de screening en of logopedische hulp gewenst is. Deze hulp kan bestaan uit: herhaling van de screening uitgebreider logopedisch onderzoek; controle; advisering; (kortdurende) begeleiding; verwijzing naar een logopediepraktijk
33
Tot slot: Ook kinderen uit de overige groepen kunnen gedurende het hele schooljaar aangemeld worden bij logopedie voor een controle. Als u nog vragen heeft kunt u (buiten schooluren) bellen: Renate Reinten Logopedie Gemeente Voorst, Tel. 06-54645164 Contacten met gemeente en andere instellingen Het bestuur voert het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) met de gemeente. In dit overleg met de wethouder komen zaken aan de orde zoals financiering, huisvesting en toewijzing van kredieten. Verder zijn er contacten met: Onderwijsdienst “IJsselgroep” Saxion Hogeschool Deventer Het voortgezet onderwijs in de regio Landelijke overheid en inspectie De plaatselijke kerken WSNS IJsel-Berkel te Zutphen Het openbaar en bijzonder onderwijs in de gemeente Het Cito toets instituut in Arnhem De Jeugdgezondheidszorg, waaronder Schoolarts en logopedie De Provinciale Bibliotheek Centrale en de plaatselijke bibliotheek En nog vele anderen die echter minder relevant zijn
9. De resultaten van het onderwijs Jaarlijks neemt de school deel aan de CITO eindtoets. Het resultaat van de afgelopen 3 jaren van deze toets was (afgerond): 2012 2013 2014
535,5 (landelijk gemiddelde 535,1) 532,5 (landelijk gemiddelde 534,7) 535,7 (landelijk gemiddelde 534,5)
Dat de resultaten het ene jaar hoger zijn dan het andere heeft te maken met de leerlingpopulatie in de groep. In het ene jaar bevinden zich meer leerlingen met LWOO (leerwegondersteuning in het V.O.) dan het andere jaar. Deze leerlingen hoeven in principe niet mee te doen met de CITO eindtoets omdat zij al een andere (toelatings-) toets hebben gemaakt. Om een reëel beeld te krijgen van onze opbrengsten doen deze kinderen bij ons op school echter allemaal mee, al dan niet in aangepaste vorm. Het afgelopen school jaar zijn de resultaten en de uitstroom grotendeels conform onze verwachtingen. De meeste leerlingen gaan na het basisonderwijs naar een school voor Voortgezet onderwijs in Twello, Deventer en Apeldoorn Voor alle leerlingen die de school verlaten wordt door ons een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit rapport ligt op school ter inzage voor ouders. Nadien gaat het naar de school voor het Voortgezet Onderwijs. Na aanmelding van een leerling in het V.O. vindt veelal een zgn. ‘warme overdracht’ plaats. De leerlingen worden dan met het V.O. besproken. Het voortgezet onderwijs geeft jaarlijks de tussentijdse rapportcijfers en examenresultaten door. Dit geeft ons zicht op hoe het met onze oud-leerlingen gaat en ook of wij het juiste advies hebben gegeven. We bewaren deze gegevens 5 jaar.
34
De uitstroom vond de afgelopen 3 jaren als volgt plaats: Stroming
VWO
2012 2013 2014
6 1 6
HAVO/VWO 5 12 3
HAVO
VMBO-t/HAVO
8 0 9
VMBO-t
4 7 6
VMBO-KB/BB
8 2 9
11 8 8
VMBO-BB + LWOO 0 8 2
10. School- en vakantietijden Per 1 augustus 2006 is de wet op de lestijden veranderd. In de eerste vier leerjaren opgeteld moeten minimaal 3520 uren les gegeven worden. Over 8 jaar verdeeld moeten de kinderen tenminste 7520 lesuren hebben gehad. Voor alle groepen is een urentabel opgesteld, waarin is vastgelegd aan welke activiteiten aandacht wordt besteed en hoeveel uur daarvoor beschikbaar is. Urentabel groep 1
groep 2 groep 3
groep 4 groep 5
groep 6 groep 7
groep 8
uren maandag
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
dinsdag
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
woensdag
4
4
4
4
4
4
4
4
donderdag
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
vrijdag totaal
Vakantierooster 2014- 2015
3,5
3,5
3,5
3,5
5,25
5,25
5,25
5,25
23,25
23,25
23,25
23,25
25
25
25
25
groep 6 groep 7
groep 8
groep 1
groep 2 groep 3
groep 4 groep 5
Herfstvakantie
20-10 t/m 24-10
23,25
23,25
23,25
23,25
25,00
25,00
25,00
25,00
Kerstvakantie
22-12 t/m 02-01
46,50
46,50
46,50
46,50
50,00
50,00
50,00
50,00
Voorjaarsvakantie
23-02 t/m 27-02
23,25
23,25
23,25
23,25
25,00
25,00
25,00
25,00
Goede vrijdag /Pasen
03-04 t/m 06-04
8,75
8,75
8,75
8,75
10,50
10,50
10,50
10,50
27-4
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
04-05 t/m 15-05
46,50
46,50
46,50
46,50
50,00
50,00
50,00
50,00
Koningsdag Meivakantie (+hemelv) Pinkstervakantie
25-5
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
11-07 t/m 23-08
139,50
139,50
139,50
139,50
150,00
150,00
150,00
150,00
Studiedagen (3x)
10,00
10,00
10,00
10,00
10,00
10,00
10,00
10,00
Totaal aantal vrije uren
308,25
308,25
308,25
308,25
331,00
331,00
331,00
331,00
Totaal aantal uren (52 weken)
1209
1209
1209
1209
1300
1300
1300
1300
30 september (alleen werkdag)
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
5,25
1214,25
1214,25
1214,25
1214,25
1305,25
1305,25 1305,25
1305,25
906,00
906,00
906,00
906,00
974,25
Zomervakantie
Berekening lesuren op jaarbasis
schrikkeldag=29 september Totaal
Totaal aantal lesuren Totaal 1 t/m 4
3624,00
Totaal 1 t/m 8
7521,00 (verplicht is samen 7520)
974,25
974,25
974,25
Studiedagen schooljaar 2014-2015 De meeste studiedagen vinden, door ingang van het continurooster, plaats in de middagen. Er zijn echter enkele momenten vastgezet waarin we met het team een wat langere agenda hebben. Dat zijn de volgende dagen: Woensdag 17 september 2014 Woensdag 11 maart 2015 Maandagmiddag 29 juni 2015
35
Schooltijden De groepen 1 t/m 4: Maandag, dinsdag en donderdag: 08:30 – 14:30. Woensdag: 12:30. Vrijdag: 12:00 De groepen 5 t/m 8: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08:30 – 14:30. Woensdag: 12:30 Pauzes Ochtend: 10.15– 10.30 uur / 10.30-10.45 uur Middag : 11.45 – 12.45 uur (in twee groepen van 6 klassen) De groepen 1 en 2 hebben een afwijkend pleinrooster in de ochtend. De kinderen van de groepen 1 en 2 kunnen vanaf 10 minuten voor schoolaanvang gebracht worden (dus tussen 08:20 –08:30 uur). Wij verzoeken de ouders van die kinderen om binnen te komen via de kleuteringang (achter). De overige leerlingen kunnen een kwartier voor schoolaanvang op school komen. Het pleintoezicht begint telkens een kwartier voor schoolaanvang. Vijf minuten voor aanvang van de les gaat de bel. De kinderen kunnen met de fiets op school komen. Zij kunnen hun fiets stallen in de fietsenstalling van school. Ouders die hun kinderen met de auto naar school brengen en halen worden dringend verzocht hun auto niet vlak voor school te parkeren, achterwaarts in te steken bij parkeerhavens en niet met de auto door de Kerklaan te rijden. Dit in verband met de verkeersveiligheid voor iedereen! Vakantietijden De schoolvakanties worden ieder jaar opnieuw vastgesteld. Voor de zomervakantie en de tulpvakantie (ook wel meivakantie genoemd)geldt vanuit de overheid een verplichting per regio. Wij behoren bij de regio midden. De overige vakanties overleggen we met en passen we aan bij de andere scholen, ook voor voortgezet onderwijs, in Twello. Vakantie:
Eerste dag
Laatste dag
Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Koningsdag Meivakantie Pinkstervakantie Zomervakantie
22-10-2014 22-12-2014 23-02-2015 03-04-2015 27-04-2015 04-05-2015 25-05-2015 11-07-2015
24-10-2014 02-01-2015 27-02-2015 06-04-2015 15-05-2015 23-08-2015
11. Leerplicht, verlof en verzuim Bij de wet is het kind vanaf het 5de jaar verplicht naar school te gaan. Verzuim door ziekte, bezoek aan dokter of tandarts dient (bij voorkeur tussen 08:00 uur en 08:30 uur) aan de school gemeld te worden. Bij ziekte graag doorgeven wanneer het een zogenaamde kinderziekte betreft, zodat daarvan aan andere leerkrachten en ouders melding gemaakt kan worden. Bij bijzondere gebeurtenissen (trouwpartijen, jubilea, etc.) kan de directeur aan de leerling(en) verlof geven. Wanneer het een feest betreft dat tot laat in de avond duurt, mogen de kinderen de ochtend van de daaropvolgende dag uitslapen. Aanvraag voor verlof dient altijd schriftelijk te gebeuren en ruim van te voren. Formulieren kunt u downloaden en invullen via de website.
36
Mogelijkheden De school mag alleen aan uw verzoek voldoen als er sprake is van ‘gewichtige omstandigheden’. Daarmee worden omstandigheden bedoeld die zich voordoen buiten de wil om van uw zoon/ dochter of u zelf. Bijvoorbeeld: Familieomstandigheden zoals een huwelijk van één van de familieleden, daarbij horen ook de diverse ambts- of huwelijksjubilea. Als u een medische of sociale reden hebt voor extra verlof. Dit kan alleen als u een verklaring hebt van uw arts of van een sociale instantie. Extra verlof wegens vakantie (maximaal 2 weken), indien u als aanvrager door uw werkgever wordt verplicht buiten de schoolvakanties vakantie te nemen, dient u tenminste één maand van te voren aan te vragen. De directeur moet dit verzoek van ‘geen bezwaar’ voorzien en verder geleiden naar de Ambtenaar Leerplichtzaken der gemeente. Voor onze school is dat Mevr. Sahuleka, Tel: 0571-279206. Onmogelijkheden Extra verlof wordt niet gegeven indien: U verlof aanvraagt voor een 2e vakantie en/of vrije dag U één of meer dagen met vakantie wilt gaan of later terug wilt komen om financiële redenen. Alle niet bovenvermelde aanvragen. De directeur is verplicht al het vermoeden van ongeoorloofd verzuim te melden aan de leerplichtambtenaar.
12. Wetenswaardigheden Algemene schoolvieringen Feestvieren is leuk. Elk jaar vieren we dan ook met de hele school een aantal feesten, zoals Martinusdag, Sint Nicolaas, Kerst, Carnaval en Pasen. U leest hierover, zoals gewoonlijk, in de Nieuwsflits. Het is op onze school de gewoonte om bij de viering van Martinusdag een actie te houden voor een goed doel. We vieren dit feest altijd op of zo dicht mogelijk bij 11 november, de naamdag van Sint Martinus, de patroonheilige van de school. Van hem is bekend, dat hij deelde met anderen, die het minder goed hadden. Het beeld voor de school laat dat ook duidelijk zien. In de loop van elk schooljaar proberen we twee groepen een optreden te laten verzorgen voor de andere groepen en hun ouders. Dat gebeurt door groep 2 (medio mei), en groep 8 (bij hun schoolafscheid). Eten, drinken en trakteren U dient de kinderen eten en drinken mee te geven. Bij voorkeur fruit of een boterham met gezond beleg. Wanneer u fruit meegeeft, graag iets dat ze zelf kunnen schoonmaken of dat al schoongemaakt is. Wilt u bekers en bakjes voorzien van een naam, dit om misverstanden te voorkomen. Natuurlijk mag uw kind de verjaardag vieren op school. Als regel wordt door de jarige de eigen groep getrakteerd (liefst geen snoep). In de kleutergroepen krijgt de jarige een mooie muts en mogen de ouders even komen meevieren in de klas. Meestal gebeurt dit tussen 8.30 en 9.15 uur. Stagiaires Aan leraren in wording wordt tijdens hun opleiding gevraagd stage te lopen op basisscholen in de diverse groepen. Onze school ontvangt gedurende het schooljaar zo’n 10-tal studenten die een mentor toegewezen krijgen. De lessen die deze stagiaires geven vallen te allen tijde onder de verantwoordelijkheid van de betrokken groepsleerkracht. Soms maken stagiaires foto’s van hun studieactiviteiten. Indien u hier bezwaar tegen heeft dient u dit aan het begin van het
37
schooljaar aan de leerkracht te melden. Hoofdluisbeleid Ze zijn klein, maar ze vormen vaak een groot probleem. Overal waar grote groepen mensen samen komen, zien ze kans zich via de kleding te verspreiden. Vooral in de koudere maanden van het jaar, wanneer de jassen dikker worden en de kapstokken volhangen, is dit een groot probleem. In samenwerking met de ouderraad is daarom een werkgroep van ouders ingesteld, die regelmatig de kinderen controleert op hoofdluis. Deze ouders hebben daarvoor instructie gehad van de GGD. Een van de teamleden is contactpersoon (zie bijlage). De controles zijn meestal op de eerste woensdag na de vakanties en staan vermeld in de schoolkalender. We vragen u ervoor te zorgen, dat op de dag van de controle de haren van de kinderen gewassen zijn en op een eenvoudige manier opgemaakt. De werkgroep probeert namelijk altijd na controle de opmaak in de oorspronkelijke staat te herstellen. Wanneer er bij een kind hoofdluis of eitjes (neten) worden gevonden, wordt dit niet aan het kind zelf verteld. Onze contactpersoon vertelt dit aan de ouders en biedt meteen de nodige informatie aan over de te nemen maatregelen. Na twee weken is er dan altijd voor deze groep een hercontrole. De kinderen ervaren deze controle als een normale zaak. Ook de school neemt maatregelen na constatering van hoofdluis in een bepaalde groep komen dan hoezen waaraan een haakje zit en een label met de naam van het kind. Elke dag hangt het kind zijn/haar jas onder de hoes. Is na de hercontrole de klas weer vrij van hoofdluis, dan worden deze hoezen gewassen. Indien u ook lid van de werkgroep wilt worden, dan kunt u zich aanmelden bij de coördinator. Jeugdtijdschriften Lezen is belangrijk. Het verhoogt de woordenschat en prikkelt de fantasie. Via school kan er een abonnement worden genomen op de jeugdbladen Bobo (groep 1 en 2), Okki (groep 3 en 4) en Taptoe (groep 5 t/m 8). Deze jeugdbladen verschijnen eens per twee weken. Daarnaast bestaat nog het maandblad Hello You voor groep 7 en 8. Dit blad is, zoals de naam al doet vermoeden, volledig in het Engels. Naast deze tijdschriften is het mogelijk via school boeken te bestellen uit de serie “boektoppers”. Aan het begin van elk schooljaar ontvangt elk kind een opgaveformulier. Naast de hiervoor genoemde uitgaven, zijn er meerdere uitgeverijen die tijdschriften en boeken uitbrengen voor de kinderen in de basisschool. Het foldermateriaal van deze uitgeverijen leggen wij in de hal van de school. Ouders die van dit aanbod gebruik willen maken, dienen dat zelf te regelen. Gevonden voorwerpen Er blijft nogal eens wat liggen op school. Alle gevonden voorwerpen worden verzameld in de mand “gevonden voorwerpen” bij de ingang van de bovenbouw. Gevonden fietssleuteltjes worden aan een rekje gehangen. Enkele keren per jaar vindt er een uitstalling plaats van gevonden voorwerpen in de schoolzaal. U kunt hier dan zoeken naar eigendommen. Gymnastiek De kinderen van groep 1 en 2 hebben in principe iedere dag de beschikking over ons speellokaal. Zij gymmen in hun 38
ondergoed. De gymschoenen van deze kinderen blijven op school. Wilt u de naam van uw kind in de gymschoentjes schrijven? Hygiëne is ook bij een gymles heel belangrijk. Gymmen in dezelfde kleren waar je de hele dag in rondloopt, vinden we daarom geen goede zaak. Wilt u zorgen voor geschikte kleding? Gymschoenen zijn verplicht. De kinderen van groep 5 t/m 8 moeten zich na de gymles douchen. De gymkleding wordt na elke gymles mee naar huis genomen. Aan het begin van het schooljaar krijgt u van ons een definitief gymrooster. Sponsoring De school maakt graag gebruik van ‘sponsoring’ door derden wanneer iedereen op school daar profijt van kan hebben. Vooral voor de aanschaf van materialen en het organiseren van activiteiten is jaarlijks veel geld nodig in een, door overheidsbezuinigingen, krimpend budget. De school is graag bereid een stukje website af te staan voor reclamedoeleinden. U kunt hiervoor contact opnemen met de directeur. In principe verleent de school geen medewerking aan de verkoop van commerciële zaken en diensten door derden. Wel geeft de school andere partijen de gelegenheid aandacht te vragen voor specifieke charitatieve activiteiten. Inzamelen Het oude papier van de school wordt iedere 3e zaterdag van de maand opgehaald door een voetbalvereniging. De opbrengsten van inzamelingsacties van oude kleding en cartridges zijn wel voor de school! Nieuwsflits De nieuwsflits verschijnt in de regel één keer per maand (de eerste donderdag of vrijdag) via de mail en op de website. Bij gezinnen zonder mailadres geven wij de nieuwsbrief mee aan het jongste kind uit het gezin. Activiteiten Alle activiteiten op en rond onze school vindt u aangekondigd in onze nieuwsflits. Er zijn enkele activiteiten die onder verantwoordelijkheid van de school vallen, zoals de sportdag. Daarnaast komen regelmatig verzoeken van o.a. typecursussen of sportclubs om aan de kinderen door te geven, dat er een evenement aankomt. Die evenementen vallen onder verantwoording van de betreffende clubs en niet onder die van de school. Ook als het gaat om begeleiding van teams en het tonen van belangstelling. Als school fungeren we enkel als doorgeefluik. Schoolreisjes Dat ook schoolreisjes een feest zijn weet natuurlijk iedereen. We organiseren ieder jaar voor alle leeftijdsgroepen een passend schoolreisje. Voor groep 8 organiseren we een schoolkamp. Leden van de ouderraad vragen we altijd om mee te gaan; enerzijds om te helpen, maar ook om namens de ouders het uitstapje te beoordelen op veiligheid en geschiktheid. Ondanks de stijgende toegangsprijzen proberen we de kosten toch zo laag mogelijk te houden. Culturele commissie In onze gemeente bestaat een commissie, waarin vertegenwoordigers van alle onderwijsrichtingen zitting hebben, die culturele activiteiten organiseert voor alle kinderen van de basisschool. In deze activiteiten komen alle vormen van expressie aan bod. Wanneer deze activiteiten afgesloten worden met een uitvoering of tentoonstelling, nodigen we u natuurlijk uit. Uitnodigingen Wij verzoeken u kerstkaarten en/of uitnodigingen voor feestjes niet op school uit te delen, want dan valt het zo op dat de een wel en de ander niet een kaartje krijgt of wordt uitgenodigd. Dat kan voor enkele leerlingen heel pijnlijk zijn. Wij vragen hiervoor uw begrip. Aansprakelijkheid Er is een schoolongevallenverzekering afgesloten voor kinderen, leerkrachten, helpende ouders/verzorgers enz. Voor ‘ongelukjes’, die zich onder schooltijd voordoen in de school, op excursies, op het plein, voor die gevallen, waarvoor de school aansprakelijk gesteld kan
39
worden, kan men een beroep doen op deze verzekering. In het geval dat kinderen elkaar benadelen (brillen, kleding enz.) is de school echter niet aansprakelijk en kunt u de schade wellicht via uw W.A. verzekering verhalen. Vervoer van kinderen door ouders * Wat zegt de wet? Als vervoerder van ‘andere’ kinderen dien je in het bezit te zijn van een inzittendenverzekering! De school is niet verantwoordelijk voor het vervoeren van ‘andere’ kinderen terwijl de vervoerder niet in het bezit is van een inzittendenverzekering! Vanaf 1 maart 2006 gelden de volgende regels: Kinderen kleiner dan 1,35 m
moeten een autostoeltje of zittingverhoger gebruiken
Kinderen groter dan 1,35 m en volwassenen (18 jaar en ouder)
moeten de autogordel gebruiken en mogen zo nodig ook een zittingverhoger gebruiken.
Vervoer van ‘andere’ kinderen Van ouders wordt verwacht dat ze voor hun eigen kind een autostoeltje of zittingverhoger in de auto hebben. Maar er rijden misschien ook wel eens andere kinderen mee, bijvoorbeeld spelertjes van een jeugdteam naar een uitwedstrijd. Voor deze kinderen kan niet altijd een autostoeltje of zittingverhoger aanwezig zijn. Bij dit soort incidenteel vervoer over beperkte afstand (dus niet op een vakantie) mogen op de achterste zitplaatsen kinderen vanaf 3 jaar (maar niet de eigen kinderen) volstaan met gebruik van de gordel. Zorg, als dit soort vervoer vaker voorkomt, toch voor één of meer extra autostoeltjes of zittingverhogers, want dat is echt veel veiliger. Schoolfotograaf Eenmaal per jaar komt de schoolfotograaf. Het ene jaar worden kinderen op groepfoto’s, individueel en met broertje en/of zusje gefotografeerd, het volgende jaar komt de fotograaf alleen voor groepsfoto’s. Het kopen van foto’s is volkomen vrijblijvend. De komst van de fotograaf wordt vooraf via de Nieuwsflits aangekondigd. Website Kijkt u ook regelmatig op onze website! Hier vindt u onder andere: de nieuwsbrieven, leuke foto’s van schoolreisjes en schoolkampen, aankondigingen van huiswerk en ander actueel nieuws. Er verschijnen regelmatig foto ’s van kinderen die activiteiten verrichten op de website. Indien u hier bezwaar tegen heeft dient u dat aan het begin van een schooljaar aan de leerkracht te melden. Nieuwe ouders hebben dat via de eerste aanmelding al kenbaar gemaakt. Rookvrije school Om de omgeving van de kinderen en volwassenen zo gezond mogelijk te houden, hebben we een rookvrije school. Dat betekent dus niet roken in het gebouw of voor de ingang.
40
13. Personalia Het leerkrachtenteam Op dit moment zijn de volgende personen werkzaam op onze school: Directie Meester Erik Kruisselbrink
Teamleden Groep:
Leerkracht(en):
1-2 a
Juf Fieke Hulsebos (ma,di,(wo))
Juf Erna Teelen ((wo),do,vr)
1-2 b
Juf Maartje Borgonjen (ma,di,wo)
Juf Astrid Spelbos (do,vr)
1-2 c
Juf Debby Overmars (ma,wo,do)
Juf Helène ten Broeke (di,vr)
41
3a
Juf Ans Nieuwenhuis (ma,di,wo)
Juf Miranda Brouwer (do,vr)
3/4 b
Juf Marga Veldhuis (wo,do,vr)
Juf Marjolein Vermaas (ma,di)
4a
Juf Annelies Papperse (ma,di,wo)
Juf Wil Bosgoed (do,vr)
5a
Juf Chantal Klunder (ma, di, wo)
Juf Ireen Pijnappel (do,vr)
5/6b
Juf Kim Horstink (ma, di, wo)
Juf Liset van den Berg (do,vr)
42
6a
Juf Karen Notten (ma, wo, do vr) Juf Annet Hofman (di)
7a
Meester Lars Timmermans
Juf Marjolein Vermaas (wo)
(ma,di,do,vr) 7b
Juf Annie Mulder (ma, di,(wo)
8
Juf Munda Bouwmeester
Juf Margret Kuijper (wo),do,vr)
Juf Annet Hofman (do, vr)
(ma,di,wo)
Interne begeleiding
Juf Annemieke Hurenkamp (ma, di, wo, do)
43
Administratieve ondersteuning en coördinatie intake
Mevrouw Alice Klunder (di, do)
Conciërge
Meester Herman Bloo (di t/m vr)
De Medezeggenschapsraad Voorzitter
Secretariaat
Teamgeleding
Dhr. C. (Clemens) Groot Koerkamp Neptunus 32 7391 RN Twello 0571 – 275400 06 – 20444353
[email protected] Mevr. N. (Nienke) Vlaskamp Molenveld 90 7391 ZD Twello 0571 – 840573 Mevr. A. (Ans) Nieuwenhuis Mevr. M. (Munda) Bouwmeester Mevr. F. (Fieke) Hulsebos Mevr. K. (Karen) Notten
Oudergeleding
Dhr. R. (Ronald) Eijkelenkamp Dhr. P. (Patrick) Hafkamp
44
De ouderraad Voorzitter
Penningmeester
Leden
Mevr. A. (Angelique) ten Have Beethovenlaan 49 7391 XW Twello 0571-275435
[email protected] Mevr. R. (Roelinde) Schneider Bachstraat 5 7391 XA Twello 0571-274208
[email protected] Mevr. I. (Ineke) Spijkerbosch 06-11057275 Mevr. C. (Celine) Spekreijse 06-22023901 Mevr. A. (Annet) Zwartjens 06-49797604 Mevr. M. (Miranda) Wolters 06-12832218 Mevr. J. (Judith) Hagen- Booij 06-51035778 Mevr. S. (Sabine) Dellink 06-10832251 Mevr. M. (Muriël) van Werven 06-29552993 Mevr. S. (Sandra) Tol 06-55840782 Mevr. K. (Karin) Lammers 06-52071067 Mevr. A. (Antoinette) Mölder 06-29484090 Mevr. M. (Marga) Veldhuis (team) Mevr. M. (Maartje) Borgonjen (team) Allergie kinderen: Miranda Wolters (
[email protected]) Foto’s:
Overig
Mirjam Horstink (
[email protected]) Luizenwerkgroep: Bianca Keuvelaar (
[email protected]) Maroesja Klein Koerkamp
Diversen Bestuur Stichting Katholiek Basisonderwijs Gelderland Postbus 194 7390 AD TWELLO Tel: 0571-261109 College van bestuur: Dhr. P. Appel (vz) Dhr. J.W. Westerink WSNS regio IJssel-Berkel Hogestraatje 3 7201 CJ Zutphen Tel: 0575-511259 GGD Gelre - IJssel Deventerstraat 43 7311 LV APELDOORN Tel: 088-4433009 Jeugdverpleegkundige, mevr. M (Marja) Oosterwijk Tel: 088-4433277
45
Mevr. R. (Renate) Reinten - logopediste Het Cruse 8 7391 EV TWELLO Tel: 06 -54645164 R.K. Pastorie St. Martinusparochie Kerklaan 18 7391 AN TWELLO Tel: 0571-272220 Vertrouwenspersoon SKBG Dhr. J. Stokvisch Mooralaan 19 7241 JH te Lochem Tel: 0573-251883 Inspectie van het basisonderwijs 013 www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) Klachtmelding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstige psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteur 0900 – 111 3 111 (lokaal tarief)
46
14. Instemming MR FORMULIER 'INSTEMMING MET SCHOOLGIDS 2014-2015'
FORMULIER "Instemming met schoolgids"
School:
Martinus Twello
Adres:
Kerklaan 12
Postcode/plaats:
7391 AN Twello
----------------------------------------------------------------------------------------------VERKLARING
Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met de
van augustus 2014 tot augustus 2015 geldende schoolgids van deze school.
Namens de MR, Twello, juni 2014
Dhr. C. Groot Koerkamp (vz)
47