SCHOOLGIDS 2015-2016 R.K. BASISSCHOOL ST.-MARTINUS
Groenstraat 1, 5551 AV Dommelen, (040) 2017970,
[email protected]
1
INHOUDSOPGAVE SCHOOLGIDS
pagina
Voorblad
1
Inhoudsopgave
2
Inleiding - De schoolgids
5
Hoofdstuk 1 - Martinusschool in beeld 1.1 Naam 1.2 Locatie 1.3 Het schoolgebouw 1.4 Schoolgrootte 1.5 De directie 1.6 College van Bestuur 1.7 Inspectie van het Onderwijs
6 6 6 7 7 7 7
Hoofdstuk 2 - Martinus: Wie ben je 2.1 Waar gaat het om 2.2 Waar gaat het in de toekomst om 2.2.1 Onze missie 2.2.2 Onze visie 2.2.3 Teambijeenkomsten 2.3 School, kind en samenleving
8 9 9 9 13 13
Hoofdstuk 3 - Martinus: Hoe zit je in elkaar 3.1 De organisatie van de school 3.2 De activiteiten voor de kinderen 3.2.1 Onderbouw 3.2.2 Leerstofoverzicht 1. Lezen 2. Taal 3. Rekenen 4. Schrijven 5. Engels 6. Wereldoriëntatie 7. Documentatiecentrum 8. Levensbeschouwing 9. Expressieve activiteiten 10. Techniek 11. Kunst en Cultuur 12. Bewegingsonderwijs 3.3 Speciale voorzieningen in het schoolgebouw 3.4 Computerfaciliteiten: ICT
15 16 16 16 16 17 17 18 18 18 19 19 19 20 20 20 21 21
2
pagina Hoofdstuk 4 - Martinus: Hoe zorg je voor de kinderen 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school 4.3 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften 4.4 Afstemming 4.5 Signaleringssysteem Zorg voor Jeugd 4.6 Centrum voor Jeugd en gezin 4.7 Beleid m.b.t. de aanname van leerlingen met een handicap (leerlinggebonden financiering) 4.8 Onderwijs aan zieke leerlingen (langdurig en/of regelmatig) 4.9 In-, door- en uitstroom van leerlingen 4.10 De begeleiding van de overgang naar het Voortgezet Onderwijs 4.11 Naschoolse activiteiten 4.11.1 Huiswerkbegeleiding 4.11.2 Verlengde schooldag 4.12 Buitenschoolse activiteiten 4.13 Foto- en filmopnamen op school 4.14 Veiligheid 4.14.1 Verkeersveiligheid 4.14.2 In en rondom het gebouw 4.14.3 Ontruimingsplan 4.15 Hoofdluisbestrijding 4.16 Passend onderwijs
22 22 24 24 25 25 26 28 29 30 30 31 31 31 31 32 32 32 32 33 33
Hoofdstuk 5 - Martinus: De leraren 5.1 Soms zijn de leraren er niet 5.2 Stagiaires 5.3 Nascholing van leraren
37 37 37
Hoofdstuk 6 - Martinus: De ouders 6.1 Wij willen graag de medewerking van onze ouders 6.1.1 Wat mogen wij van elkaar verwachten 6.1.2 Uw medewerking 6.2 Informatie naar ouders over het onderwijs op school 6.3 Hoe kunt u met de school meedenken en praten 6.3.1 De Ouderraad (O.R.) 6.3.2 Afspraken OR – team 6.3.3 De Medezeggenschapsraad (M.R.) 6.3.4 Ouders en bestuur 6.4 Voor-, tussen- en naschoolse opvang 6.5 Waar kunt u naartoe met een klacht 6.5.1 De Klachtenregeling 6.6 Gronden vrijstelling onderwijs en vervangende onderwijsactiviteiten 6.7 Regels voor schorsing en verwijdering (excessief gedrag) 6.8 Verstrekken van onderwijskundige rapporten 6.9 Ouderbijdrage 6.10 Sponsoring 6.11 Schoolverzekering 6.12 Fietsen op school 6.13 Verwachtingen: ouders – school, school – ouders
37 37 38 38 39 39 39 40 41 41 43 43 44 44 44 45 45 45 46 46
3
pagina Hoofdstuk 7 - Martinus: De toekomst
7.1 7.2
Werken aan de toekomst Martinus en de anderen
47 47
Hoofdstuk 8 - Martinus: Kijk naar jezelf 8.1 Sterkte/zwakte analyse van de school 8.2 Meningen van ouders en kinderen over onze school 8.2.1. Enquêtes onder ouders en kinderen 8.3 Leerresultaten
48 48 48 49
Hoofdstuk 9 - Martinus: School- en vakantietijden 9.1 Schooltijden 9.2 Schoolverzuim 9.3 Vakantietijden, vrije dagen en geplande lestijd schooljaar ‘14-‘15
49 49 50
Hoofdstuk 10 - Martinus: De medewerkers 10.1 Personeel 10.2 Medezeggenschapsraad 10.3 Ouderraad
51 52 52
Bijlagen 1. Lijst van gebruikte afkortingen 2. Gemeentelijke Gezondheidsdienst Zuidoost-Brabant 3. Model overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage 4. Contract ouders/school: aanname leerlingen die door hun handicap extra zorg en aandacht nodig hebben 5. Tevredenheidonderzoek onder ouders 6. Tevredenheidonderzoek onder leerlingen 7. Informatie over de resultaten (Cito-eindtoetsen en uitstroom leerlingen van groep 8) 8. Formulier “Instemming met de Schoolgids M.R.”
53 54 56 57 58 60 62 63
4
5
1. DE MARTINUSSCHOOL IN BEELD 1.1 Naam De volledige naam en het adres van onze school zijn: R.K. Basisschool St.- Martinus Groenstraat 1 5551 AV Dommelen Telefonisch zijn wij bereikbaar onder nummer 040-2017970. Ons e-mailadres is:
[email protected]
1.2 Locatie Onze school is gelegen in de wijk Oud-Dommelen en is gebouwd in de voormalige grote pastorietuin, achter de kerk. Van alle Dommelse wijken is deze wijk het meest verbonden met de oud-Dommelse gebruiken en tradities. Te denken valt daarbij aan het St.Martinusfeest, het Martinusgilde, buurtactiviteiten, bloemencorso, etc.
1.3 Het schoolgebouw Ons huidige schoolgebouw is in een aantal etappes gebouwd. In 1951 verrees een schoolgebouw met drie lokalen en personeelsruimte, annex keukentje. In 1959 kwam daar een lange gang bij met de tweede vleugel. Vervolgens werd in 1978 de gymzaal plus het personeelsvertrek met keuken gebouwd. Na die tijd heeft het gebouw nog ingrijpende veranderingen ondergaan. Eind jaren tachtig hebben wij de verbouwing tot basisschool gehad (de kleuterschool aan de Anemoonlaan verdween daardoor) waarbij drie lokalen vergroot werden en er een aula bijkwam. In 1991 volgde een renovatieverbouwing waardoor het gebouw aan de vereiste maatstaven voldeed. In april 2005 werd gestart met weer een verbouwing. Hierdoor voldoet het gehele gebouw aan de veiligheids- en milieunormen die de huidige tijd stelt. Het oude gedeelte werd ingrijpend opgeknapt en er werd een nieuw deel, aula, aangebouwd. Deze grotere aula wordt voor meerdere doeleinden gebruikt. Zo zijn er werkplekken met 20 computers die allen, evenals de 15 computers in de lokalen, aangesloten zijn op een centraal netwerk. Daarnaast zijn er ook werkplekken om buiten de lokalen te kunnen werken en een documentatiecentrum dat ingericht is met nieuwe boeken en naslagwerken. De nieuwe aula wordt ook gebruikt als overblijfruimte, voor voorstellingen, gezamenlijke ouderavonden, etc. Ook vonden er interne aanpassingen plaats zoals: kantoren voor directie en interne begeleider, invalidetoilet, reproruimte, renovatie van plafonds en verlichting in bestaande lokalen, etc. In hoofdstuk 3 komen wij op de diverse ruimtes en hun invulling uitgebreid terug. Verder beschikt onze school over een aantal opnieuw ingerichte speelterreinen. Voor de onderbouw: een betegeld terrein met speeltoestel, zandbak, pleinplakkers, zithoek en berging en een grasveld met zandbak, diverse speeltoestellen, speelhuisjes en een zithoek. Voor de andere groepen is er een betegeld terrein met zandbak, grote en kleine speeltoestellen, een zithoek, een tafeltennistafel, een verhard speelveld voor balspelen (o.a. basketbal, handbal) en een groot grasveld voor voetbal, gymnastiek, etc.
6
Veelal ontvangen wij van onze bezoekers complimenten over de ligging (centraal gelegen, midden in de natuur en veel buitenruimte), het gebouw (combinatie van nostalgie en modern) en de inrichting/aankleding (veilig, netjes en schoon). Met name m.b.t. de inrichting/aankleding hebben wij als doel onze kinderen te leren om zuinig en netjes om te gaan met alle spullen in en rondom het gebouw en ook mede zorg te dragen dat alles er schoon en verzorgd uit blijft zien. Dit geldt voor activiteiten onder, maar ook ná schooltijd. We vinden dat een schoon en verzorgd gebouw duidelijk bijdraagt aan een goede leeromgeving. Om deze te behouden verwachten wij dat iedereen de verantwoordelijkheid neemt om aan bovenstaande doelstelling bij te dragen.
1.4 Schoolgrootte Van de drie RK-scholen in Dommelen heeft onze school het kleinst aantal leerlingen. Het varieert van 93 (begin schooljaar) tot 99 (einde schooljaar) leerlingen. De meeste leerlingen komen uit de wijk Oud-Dommelen, al stromen er ook leerlingen uit andere wijken van Dommelen/Valkenswaard in. Op onze school werken 11 personeelsleden, waaronder: - een directeur - een adjunct-directeur, die ook groepstaken vervult - een directie-ondersteuner - een kwaliteitsondersteuner - acht groepsleerkrachten - een administratief medewerker - een conciërge Hiervan heeft 1 collega hebben 3 mensen een fulltime- en de rest een parttime benoeming (zie verder ook hoofdstuk 3).
1.5 De directie De directeur van onze school is dhr. Ben van Dooren. Hij is cluster-directeur van de basisscholen St. Martinus en Agnetendal, beiden te Dommelen. Op onze school wordt hij op donderdagen ondersteund door de adjunct-directeur, dhr. Jan Kox. Daarnaast is dhr. Max Deuze op vrijdagmorgen aanwezig als algemeen directieondersteuner. De directeuren van de scholen van SKOZOK, worden geleid door het College van Bestuur.
1.6 College van Bestuur Binnen SKOZOK is er sprake van een College van Bestuur met een Raad van Toezicht, die in dat bestuur de kaders bewaakt waarbinnen de organisatie functioneert. Het College van Bestuur stelt de doelstellingen vast en bepaalt wanneer en door wie deze gerealiseerd moeten zijn. Het management voert uit. Door de bestuurders zó dicht op de uitvoering te betrekken is de organisatie slagvaardig. Het College van Bestuur bestaat uit twee personen, mevr. Ingrid Sluiter en dhr. Carlo Segers, die samen met het bovenschools management de dagelijkse ontwikkelingen regelen. Adres College van Bestuur: (secretariaat) Besturenbureau Kempenland, Past. Jansenplein 2, 5504 BS Veldhoven. Tel.: 0402531201
1.7 Inspectie van het Onderwijs De inspectie verzoekt ons om het volgende bericht in onze Schoolgids op te nemen: Dagelijks bereiken de inspectiekantoren vele telefoontjes van ouders, leerlingen en andere onderwijsconsumenten met vragen over het onderwijs in het algemeen of de
7
inspectie in het bijzonder. Het beleid van de rijksoverheid is erop gericht alle vragen bij één “loket” binnen te laten komen. Dat loket is Postbus 51. De inspectie beantwoordt daarom vanaf 1 juni 2004 geen telefonische vragen meer van onderwijsconsumenten. Eventuele vragenstellers worden vanaf die datum doorgeleid naar Postbus 51. Wij verzoeken u in uw eerstvolgende schoolgids niet meer het adres te vermelden van het inspectiekantoor waarmee uw school te maken heeft. U wordt gevraagd in plaats hiervan de volgende informatie in uw schoolgids op te nemen: Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld; meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 111 3 111 (lokaal tarief).
2. MARTINUS: WIE BEN JE? Zoals uit de naamstelling van onze school al blijkt, zijn wij een school die gebaseerd is op de katholieke grondslag. In samenwerking met ouders willen we vanuit de katholieke levensvisie waarden en normen doorgeven waardoor recht gedaan kan worden aan ieders eigenheid en eigenaardigheid. Vanuit het programma Vreedzame School wordt hier veel aandacht aan besteed.
2.1 Waar gaat het om? Als Martinusschool willen wij kwalitatief goed onderwijs bieden aan het kind van NU. Daarbij gaat het om kinderen in al hun eigenheid en verscheidenheid. Wij gaan uit van het feit dat kinderen het bestaan ervaren als 'ik besta'. Centraal in de opvoeding thuis en op school dient dus het eigen beleven te staan. Een mens leeft samen met anderen en uit dit samenleven put de mens de grondervaringen voor alle gemeenschapsleven. Zoals: het gezin, de school, de groep. Daarom wil onze school kinderen zich samen met anderen laten ontwikkelen en streven wij ernaar om een omgangssituatie te creëren waarin volwassenen en kinderen met elkaar leren omgaan op basis van gelijkwaardigheid en respect. De volgende begrippen staan daarbij voor ons centraal: Uitdagend: Kinderen moeten een uitdaging beleven aan de school en leerkrachten worden uitgedaagd door de eigenheid van elk kind afzonderlijk. Veilig: Iedereen binnen onze school dient zich in het samenzijn veilig te voelen. Eigenschappen zoals het gevoelsleven, geloofsleven, eigenwaarde en zelfvertrouwen worden door ons daarbij gerespecteerd. Gericht op de totale persoon: De saamhorigheid binnen onze school willen wij aan de hand van zelfontwikkeling, zelfverantwoordelijkheid, weerbaarheid en zelfredzaamheid ontwikkelen en uitbouwen. Het consulteren van de ouders en het onderling afstemmen zijn hiervoor onontbeerlijk. Kinderen leren bij ons meer dan rekenen en taal. Het praten over waarden en normen, over sociale levensbeschouwelijke onderwerpen zijn vaste onderdelen in ons programma.
8
▪ Zelfontdekkend: Wij willen de kinderen in hun eigen omgeving om leren gaan met fouten en conflicten, op een positief kritische wijze. Op deze manier leren de kinderen creatief om te gaan met hun eigen mogelijkheden en beperkingen in relatie met de dingen om hen heen. Begeleidend: Door her- en bijscholing proberen onze leerkrachten de veranderingen in het onderwijs en die in de maatschappij te volgen. Een zware opgave, omdat vernieuwingen in het onderwijs, net als de diversiteit in opvoedingsinzichten bij ouders, elkaar snel opvolgen. Begeleiding van kinderen in de maatschappij gebeurt allang niet meer door de ouders alleen; er zijn meerdere opvoeders. Begeleiding op school door één leerkracht is door deeltijdwerk, ook in het onderwijs, niet meer mogelijk. Wel streven wij ernaar niet meer dan twee verantwoordelijke leerkrachten voor één groep te hebben. Door onze omgang met kinderen, met ouders, met elkaar en andere belangstellenden proberen wij inhoud te geven aan het eigen beleven en het samen met anderen leven in de schoolomgeving.
2.2 Waar gaat het in de toekomst om? In het onderwijs is het woordje vernieuwing niet nieuw. Het primair onderwijs is al een fiks aantal jaren bezig zichzelf een spiegel voor te houden: wat doen we, hoe doen we dat en vooral, waarom doen we het zo? Die drie vragen worden steeds opnieuw gesteld, omdat er nieuwe inzichten ontstaan. Als team zijn we de dialoog aangegaan over de onze visie en missie door te reflecteren op: wat willen we behouden en wat willen we veranderen? Het team gaf daarbij aan een sterke behoefte te hebben aan het maken van keuzes. Wat doen we wel en wat niet en in welke samenhang doen we de dingen? Teamleden willen niet langs elkaar heen werken, willen van elkaar meer weten hoe ieder denkt over team- en onderwijsontwikkelingen, willen van en met elkaar leren en samen verantwoordelijk zijn voor het kind. We willen werken vanuit een duidelijk gemeenschappelijk perspectief van schoolontwikkeling waarbinnen: - teamleden niet naast elkaar maar met elkaar willen werken aan het bereiken van een gemeenschappelijk resultaat - er voldoende houvast is bij het oplossen van prioriteitsvraagstukken. (wat heeft voorrang? Wat mag gaan ten koste van wat? etc.) - teamleden accepteren dat de directeur een meer sturende rol vervult bij het toezicht houden op resultaatvorming en het op koers houden van het veranderingsproces. Om dit te bereiken willen we blijven werken aan:
2.2.1 Onze missie: Op onze school willen we een krachtige leeromgeving vormen waarin kinderen en volwassenen uitgedaagd worden om in een positieve sfeer samen veel te leren.
2.2.2 Onze visie: Daarom willen we: - eigentijds, kwalitatief goed onderwijs verzorgen en een passend onderwijsarrangement aanbieden dat zo dicht mogelijk aansluit bij de plek waar het kind woont. De mogelijkheden en interesses van het kind staan daarbij centraal. De leerling leert in dialoog met medeleerlingen, de leerkracht(en) en de omgeving. We willen hem/haar daarbij voldoende kansen bieden om te leren “’t zelf te doen”. Ons motto daarbij is: “Ik kan het zelf”. - een open en lerende omgeving zijn voor de medewerkers waarin op professionele wijze wordt gewerkt. Dit houdt onder andere in dat we verantwoordelijkheid nemen, afspraken nakomen, voorbeeldgedrag belangrijk vinden en dat we elkaar hierop aanspreken.
9
Belangrijk is dat kinderen en leerkrachten zich thuis voelen bij ons op school, dat ze mogen zijn wie ze zijn, dat ze merken dat ze erbij horen en gewaardeerd worden, dat we hoge verwachtingen van hen hebben. Pas als die veiligheid er is, kan een kind, maar ook een leerkracht, ten volle profiteren van de mogelijkheden tot ontplooiing die de school te bieden heeft. We werken eraan dat op onze school iedere leerling en iedere werknemer volop kansen krijgt om het maximale uit zichzelf te halen, niet alleen op cognitief gebied, maar ook op gebied van sociale vaardigheden en competenties. We zijn vooral gericht op leren leren. Dat houdt in dat we kiezen voor zoveel mogelijk eigen verantwoordelijkheid voor het leerproces, voor ontwikkelingsgericht werken, voor samenwerkend leren. Op onze school wordt door leerlingen en leerkrachten met plezier veel geleerd ! - een pro-actieve en duurzame samenwerkingsrelatie met ouders, ketenpartners en gemeenten. Iedereen is op onze school van harte welkom met vragen, suggesties, ideeën, etc. Daarbij zetten we ons in voor een goede samenwerkingsrelatie met onze ouders via medezeggenschaps- en ouderraad, andere onderwijs- en zorginstellingen, gemeente Valkenswaard, etc. - een organisatie zijn die wordt gedreven door efficiëntie en effectiviteit om beschikbare middelen zo goed mogelijk te benutten. Daarbij willen we beschikken over relevante managementinformatie om te kunnen sturen op kwaliteit en continuïteit. - er naar streven dat ouders een bewuste, positieve keuze maken voor een SKOzoKschool. Hierboven beschrijven we ons ideaal, passend binnen de visie en missie van SKOzoK. Hieronder volgt een beschrijving van de keuzes binnen 5 thema’s die op SKOzoK-niveau zijn gemaakt. Thema’s: A. Goed onderwijs: - alle scholen hebben een basisarrangement van de onderwijsinspectie - alle scholen werken resultaatgericht d.m.v. groeps- en handelingsplannen en doelgericht in samenspraak met ouders en kinderen. Hierbij is zowel aandacht voor cognitieve opbrengsten als voor sociaal emotionele ontwikkeling. - alle scholen zetten ICT in om zo ondersteunend mogelijk te zijn aan het primaire proces. B. De professionele medewerker: - we sturen op professionalisering en flexibele inzet - we geven vorm aan een flexibele arbeidsorganisatie door een zorgvuldige implementatie van de functiewaardering/functiedifferentiatie. - op alle niveaus wordt samenwerkend leren gestimuleerd om zodoende meer gebruik te maken van interne kwaliteiten en competenties. C. Optimale samenwerking met de omgeving: - samenwerking met ouders is op iedere school focuspunt. - we scherpen onze visie op Integrale Kind Centra (IKC)aan en streven -daar waar wenselijk en haalbaar- ernaar om samen IKC’s te vormen, passend bij de lokale situatie. D. Intensieve samenwerking binnen SKOzoK: - we ontwikkelen meerjarig personeel- en financieel beleid - we maken een doelmatige en heldere verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op alle niveaus in de organisatie - inrichten en realiseren van een transparante planning- en controlcyclus, waardoor m.b.v. adequate informatievoorziening pro-actief kan worden gehandeld en verantwoording wordt vereenvoudigd E. Ouders kiezen voor SKOzoK-scholen: - SKOzoK-scholen onderscheiden zich door heldere profilering op het gebied van opbrengsten en zorg - alle medewerkers van SKOzoK zijn zich bewust van hun invloed op het imago van SKOzoK en haar scholen en geven hier op positieve wijze invulling aan
10
Daarnaast werken we hard aan kernkwaliteiten die we in ons onderwijs willen verweven: 1. Tegemoet komen aan de basisbehoeften relatie, competentie en autonomie. 2. Zoveel mogelijk zelfstandigheid, eigen keuzes, eigen initiatieven. 3. Verschillen mogen er zijn. 4. Veel mogelijkheid tot actief leren en tot samenwerkend leren. 5. Ontwikkelingsgericht werken. 6. Veel gebruik van ICT. 7. De kenmerken van de lerende organisatie. Op deze zeven pijlers willen we ons onderwijs bouwen. Dat betekent dat ze in al onze activiteiten herkenbaar aanwezig zijn en dat we met ons onderwijs ook werken aan de versterking ervan. Uitwerking: Wat betreft de leerlingen: 1. Er wordt gezorgd voor een klimaat waarin de basisbehoeften relatie, competentie en autonomie vervuld kunnen worden.
Wat betreft de leerkrachten: 1. Er wordt gezorgd voor een klimaat waarin de basisbehoeften relatie, competentie en autonomie vervuld kunnen worden.
2. Er is sprake van een krachtige leer- en werkomgeving, een veilig en inspirerend leerklimaat, - waar leerlingen initiatieven mogen tonen, - leerlingen de kans krijgen dat wat ze zelfstandig kunnen ook zelfstandig te doen, - leerlingen mede verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leerproces. 3. Iedere leerling krijgt de kans om echt te leren, mogelijkheden en interesses van de leerling en het leerstofaanbod zijn op elkaar afgestemd. Verschillen tussen leerlingen vormen geen probleem, maar een uitdaging en worden actief gebruikt in het versterken van het leerproces !
2. Er is sprake van een krachtige leer- en werkomgeving, een veilig en inspirerend leerklimaat, - waar leerkrachten initiatieven mogen tonen, - leerkrachten de kans krijgen zelfstandig zaken af te handelen, - leerkrachten verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leerproces. 3. Iedere leerkracht wordt uitgedaagd tot leren. Dat leren is gericht op versterking van het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht en daarmee op de kwaliteit van de school. Er is sprake van erkende ongelijkheid waarbij het kennen van eigen zwaktes een sterkte is en gebruik gemaakt wordt van elkaars kwaliteiten. 4. Bij het onderwijs wordt ervan uitgegaan dat 4. Bij het onderwijs wordt ervan uitgegaan dat leren een actief proces is. leren een actief proces is. Leerlingen krijgen de gelegenheid voor Leerkrachten krijgen de gelegenheid voor interactie en samenwerkend leren. interactie en samenwerkend leren. Er wordt gestreefd naar een hoge Er wordt gestreefd naar een hoge betrokkenheid van leerlingen. betrokkenheid van de leerkrachten. 5. Het begeleiden van de leerlingen gebeurt 5. Het begeleiden van de leerkrachten gebeurt ontwikkelingsgericht. ontwikkelingsgericht. 6. Er wordt toegewerkt naar een moderne 6. Er wordt toegewerkt naar een moderne werk- en leeromgeving met ICT als belangrijk werk- en leeromgeving met ICT als belangrijk leermiddel en medium voor een open leermiddel en medium voor een open communicatie met de omgeving. communicatie met de omgeving. 7. De leerkracht geeft het goede voorbeeld en 7. De directeur geeft het goede voorbeeld en wil zelf leren, durft kritisch naar zichzelf te wil zelf leren, durft kritisch naar zichzelf te kijken, maakt gebruik van reflectie en is op kijken, maakt gebruik van reflectie en is op deze manier de juiste persoon om de deze manier de juiste persoon om de leerprocessen te begeleiden. leerprocessen in zijn school te begeleiden. Binnen ons onderwijsaanbod willen we onze leerlingen voldoende handreikingen bieden om deze kernkwaliteiten zo breed mogelijk te ontwikkelen. Dit doen we middels/tijdens:
11
Verkorte Instructie / differentiatie: centraal staan steeds de volgende vragen: - hoe geven we instructie? In alle groepen wordt in het begin van de ochtend verkorte instructie gegeven, waarbij de nadruk ligt op “verkorte”. In alle groepen is de instructie gedifferentieerd. - hoe laten we daarna verwerken? De kinderen mogen zelf bepalen in welke volgorde ze hun werk maken. De leerkracht begeleidt en helpt individuele leerlingen of groepjes leerlingen. - hoe geven we ruimte voor eigen initiatieven? Door de kinderen zelf keuzes te laten maken m.b.t. de volgorde van verwerking van de stof en, nadat ze daarmee klaar zijn, vervolgopdrachten te kiezen uit reken- en taalkast en kiesmand. Deze zijn gevuld met nieuw en uitdagend materiaal voor zowel “zwakke” als “goede” leerlingen. Weektaak: - groep 0 t/m 2: leerlingen moeten deze zelf inplannen. Aan de kaartjes/huisjes in de klas kunnen ze zien hoeveel mogelijkheden ze nog hebben om er aan te werken. Deze hebben voor elke dag een andere kleur. - groep 3 t/m 8 : elke week start op maandag de weektaak. Het zijn altijd opdrachten die kinderen na een korte instructie zelf kunnen maken. Kinderen bepalen zelf de volgorde van de opdrachten binnen de ingeroosterde tijden. Eis: op donderdagmiddag moet het klaar zijn. Een eventuele uitloop naar de vrijdag is mogelijk. Nadat de weektaak klaar is kiezen de kinderen werk uit de kiesmand en/of reken- en taalkast. Contractwerk groep: 3 t/m 8: Het contractwerk omvat de basisstof voor alle vakgebieden. In het contract vinden de kinderen per dag wat er gedaan moet worden. De uitleg van het hele contract vindt ’s morgens plaats. Eerst worden de “moet-opdrachten” gedaan, daarna de “magopdrachten”. Als het contractwerk helemaal af is, kunnen de kinderen een keuze maken uit de materialen uit de reken- en taalkast. Samenwerken in tweetallen of groepjes: Kinderen leren een maatje te zoeken of een groepje te formeren op basis van interesse, gesteld doel. Activiteiten worden daarop afgestemd, bv. Leerfabriek, speurtocht in tweetallen door gebouw en/of buitenterrein. Werken a.h.v. thema’s: Op deze manier proberen we de werkelijkheid binnen te halen, zodat kinderen leren hoe zichzelf te redden in “echte” situaties. Eenduidigheid bij problemen oplossen: ”Rode draad” door onze manier van werken: we willen leerlingen stimuleren om “problemen” zelf op te lossen door bij alle activiteiten te laten gelden: - wanneer iets niet lukt probeer je het eerst zelf. - Lukt het niet, dan een ander kind vragen om hulp. - Uiteindelijk blijft het mogelijk de leerkracht te vragen om hulp. Als een kind de leerkracht iets vraagt, vragen de leerkrachten ook altijd:”Heb je het zelf geprobeerd?” en “Heb je het een ander kind gevraagd?” Complimenteren en wijzen op succeservaringen door de leerkracht speelt daarbij een grote rol. Klassenmanagement: Elk lokaal is overzichtelijk en doordacht ingericht. Ieder kind kan alles zelf vinden. Alles is makkelijk bereikbaar. Kinderen willen we daarbij ook laten ervaren dat ieder daarbinnen een eigen verantwoordelijkheid heeft. Inzetten van leerlingen bij klassentaken: De leerlingen weten welke de taken zijn en voeren deze zelfstandig uit. bv.:
12
- opruimen van het lokaal, klaarleggen/uitdelen van spullen, computers in/uitschakelen Evalueren van de les: Op deze manier willen we leerlingen ervaringen laten delen m.b.t. vragen zoals; - wat was je plan? - hoe kwam het tot stand? - heb je het uit kunnen voeren?, etc. Zelfcorrectie: We willen kinderen leren doelmatig gebruik te maken van bv. nakijkboeken en hen daarbij leren om zelf te “oordelen” over het resultaat en hoe zelf vervolgstappen te nemen. - ICT: Op onze school is er per 3 leerlingen 1 computer aanwezig. Daarnaast beschikken we tegenwoordig over een draadloos netwerk en kunnen de leerlingen gebruik maken van een achttiental tablets. Dit aantal willen we in de nabije toekomst verder ophogen. We willen onze leerlingen op een juiste wijze leren omgaan met dit “hulpmiddel” ter bevordering van deskundigheid op gebied van: - taal: tekstverwerking, communicatie, verrijking van de stof, typevaardigheid, - rekenen: verwerking, inoefening, verrijking, remediëring, - wereldoriëntatie: informatie verwerven, efficiënt leren zoeken, communicatie, - Adaptieve software: deze software past zich aan aan het niveau van de leerling (rekentuin en taaltuin). - Onderwijs via methodes of anderszins: We willen bij de keuze van onze hulpmiddelen uitgaan van de vraag: “In hoeverre draagt het bij aan het bewerkstelligen van hetgeen wij in onze visie en missie beogen?”
2.2.3 Teambijeenkomsten: Tijdens deze bijeenkomsten willen we ónze kostbare tijd vooral besteden aan de ontwikkeling óns vak, óns onderwijs. 75% Van deze bijeenkomsten gaat over schoolontwikkeling, 25% is organisatorisch. Tijdens studiemiddagen worden schoolontwikkelingsonderwerpen met elkaar besproken, onderzocht en gedeeld. Op deze manier werken we structureel aan ons SchoolOntwikkelingsPlan (SOP). Daarbij staat centraal: “Wat betekent het praktisch voor onze bouw en hoe geven we dat vorm?” Het antwoord hierop vindt zijn neerslag in het BouwOntwikkelingsPlan (BOP). Dit plan heeft rechtstreeks effect op het werken in de groepen. Leerkrachten stellen zich daarbij de vraag: “Wat betekent dit voor mij persoonlijk en voor mijn functioneren en wat is mijn bijdrage aan het proces?” Het antwoord hierop wordt geconcretiseerd in het PersoonlijkOntwikkelingsPlan (POP).
2.3 School, kind en samenleving Kinderen behoren tot een gezin, wonen in een wijk, zijn lid van een vereniging. Kortom, zij maken op hun eigen wijze deel uit van onze maatschappij. Onze school richt zich bij haar opvoedende taak op de leefwereld van het kind. Onze school is een kleine school met een eigen, gemoedelijke sfeer. Misschien speelt de uitzonderlijke ligging tussen het groen hier een rol in. Om recht te doen aan onze wens tot een veilige leef- en leersituatie van de kinderen in een grotere groep (klas/school), organiseren we situaties waarin de grotere kinderen de zorg op zich nemen van de kleineren, bijvoorbeeld tijdens de speeltuindag, paasviering, etc. Wij rekenen het tot onze taak een positieve bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van de maatschappij en de kinderen. Gesprekken met de ouders/opvoeders over sociale en maatschappelijke vragen zijn daarbij noodzakelijk.
13
Wij willen samen met de ouders een positieve kijk ontwikkelen op onze samenleving en kinderen. De kinderen moeten immers hun eigen weg zien te vinden in onze samenleving, te midden van een grote hoeveelheid informatie en verschillende samenlevingsvormen. Daarbij begeleiden wij de kinderen om met respect om te gaan met minderheden en andere mensen die zich onderscheiden door een handicap, huidskleur of status. Ook willen wij op onze school de kinderen de gelegenheid geven hun gevoelens te uiten tegenover leerlingen en leerkrachten. Op deze manier leren zij, ook op school, om te gaan met gevoelens als angst, agressie, aanhankelijkheid en jaloezie. De naam van onze school is voor ons een symbool voor die gedachte: "Je hoort erbij, laten we samen delen." Ondanks dat gaan kinderen als mensen met elkaar om en wordt er toch wel eens gepest. Als Martinusschool nemen wij daar maatregelen tegen, zoals: het voeren van gesprekken in de klas over het accepteren van anderen zoals zij zijn; het via ouderavonden en individuele gesprekken op elkaar afstemmen tussen ouders en school over begrippen als acceptatie, tolerantie, respect; het aandacht schenken aan waarden en normen vanuit onze katholieke grondslag met behulp van het programma Vreedzame School. Hierbij horen ook de veiligheidsthermometers die de kinderen zelf invullen. het organiseren van gesprekken met ouders van pesters en gepesten. Kinderen die bewust eigendommen van school of anderen vernielen, worden door ons daarop aangesproken. De gemaakte onkosten worden door hen vergoed. In groep 8 wordt jaarlijks gewerkt met het project 'Mijn en Dijn' en 'Houd ’t Gaaf'. Dit zijn regionale projecten in samenwerking met de gemeente, afdeling Jeugdzorg, politie en Halt. In Valkenswaard is het beleid samengevat in een Jeugdpreventieplan. In voorkomende gevallen kunnen wij een beroep doen op de politieagent die onze school geadopteerd heeft. Deze agent kan ons op meerdere terreinen van dienst zijn. De 7 regels voor spelen en werken: onze Tinuskes. 1. eerlijk zijn 2. pas op je woorden 3. handen en voeten thuis 4. zuinig en netjes zijn 5. voorzichtig zijn 6. niet katten 7. iedereen hoort erbij De regels gelden voor alle groepen en bij elke activiteit door de gehele school. Ook tussen de middag, b.v. bij het overblijven. In de onderbouw staat wekelijks een regel centraal. In de bovenbouw dienen alle regels bekend te zijn. De regels zijn uitgevoerd als pictogrammen en naar de schoolnaam “Tinuskes” gedoopt. Bij overtreding van één van de regels ontvangt de desbetreffende leerling een gele kaart. Bij 2 gele kaarten binnen een bepaalde periode (onderbouw= 1 dag; bovenbouw= 1 week) volgt er een sanctie. Meerdere ouders hebben de regels al overgenomen voor de thuissituatie. Om hetgeen hierboven omschreven staat nóg beter te kunnen (blijven) realiseren gebruiken wij het programma “De Vreedzame School”. We vinden het namelijk belangrijk om het sociale en emotionele klimaat in de klas en op school te (blijven) verbeteren. Het programma zorgt voor een gemeenschap waarin iedereen (leerlingen, personeel, ouders, ondersteunend personeel) zich betrokken en verantwoordelijk voelt en op een positieve manier met elkaar omgaat. Een school waar leerlingen een stem hebben, waar ze invloed uit kunnen oefenen op het klimaat in de klas en de school (en daar ook verantwoordelijkheid voor dragen), waar kinderen met plezier naar school gaan, waarin sprake is van grote betrokkenheid op elkaar en waarin leerlingen hun conflicten zelf of met hulp van medeleerlingen oplossen. Op deze manier proberen wij ook onze bijdrage te leveren aan de bevordering van sociale integratie en burgerschap. De kern van het programma bestaat uit interactieve lessen in conflicthantering en sociale
14
vaardigheden. Training van het hele schoolteam, coaching van leerkrachten, opleiden en invoeren van leerlingmediatoren en goede communicatie met de ouders draagt bij aan zo’n klimaat.
3. MARTINUS: HOE ZIT JE IN ELKAAR 3.1 De organisatie van de school De kinderen op onze school zitten verdeeld over 4 groepen op basis van leeftijd. I.v.m. het relatief kleine aantal groepen op onze school werken wij met twee “bouwen”: onderbouw en bovenbouw. De groepen 0 t/m 4 vormen samen de onderbouw, de groepen 5 t/m 8 vormen de bovenbouw. Groep 0/1/2: Leerkrachten: juffrouw Jenny en juffrouw Marloes De kinderen die na 1 januari instromen zijn vrijdags vrij. Kleuters zijn welkom op onze school als ze vier jaar worden. Om te wennen aan de school geven wij de kleuters de gelegenheid om de school vijf ochtenden te bezoeken, voordat ze vier jaar oud zijn. 4 Weken voor de zomervakantie stromen er op de Dommelse scholen geen kinderen in (zie ook bij punt 4.1). Groep 3/4 Leerkrachten: juffrouw Ester en juffrouw Ine. De leerkrachten werken samen bij het samenstellen van de programma's, inrichting van het onderwijs enz. met de andere leerkrachten van de onderbouw. Er wordt gestart met het aanvankelijk lezen en rekenen. Groep 5/6: Leerkrachten: juffrouw Jolanda en juffrouw Tineke In deze groep 5/6 wordt in o.a. hoekenwerksituaties aan differentiatie en leerlingbegeleiding verder aandacht besteed. Groep 7/8: Leerkrachten: juffrouw Aaf en meester Jan In groep 8 wordt de Eindtoets van Cito afgenomen. Deze toets geeft een indicatie van de schoolvordering en eindresultaat van zowel individuele leerlingen als van de groep. Het vervolgonderwijs weegt de uitslag ervan mee bij het al of niet toelaten van leerlingen. Ouders en leerlingen van groep 8 krijgen over de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs jaarlijks aparte informatie (schriftelijk; ook middels ouderavonden en gesprekken). Werktijden leerkrachten in schema: Groep Naam leerkracht 0/1/2 juffrouw Marloes juffrouw Jenny 3/4 juffrouw Ine juffrouw Ester 5/6 juffrouw Jolanda juffrouw Tineke 7/8 meester Jan juffrouw Aaf
Inzet in groep op: maandag t/m woensdag donderdag t/m vrijdag maandag t/m woensdag donderdag t/m vrijdag maandag t/m dinsdag woensdag t/m vrijdag maandag t/m woensdag donderdag t/m vrijdag
15
Wanneer wij het hebben over de organisatie van onze school, spelen er nog twee aspecten mee die van belang zijn: - organisatie van zorg voor leerlingen met een specifieke behoefte Hiervoor heeft Skozok vanaf 1 augustus 2011 kwaliteitsondersteuners benoemd. Zij hebben het werk overgenomen van de Intern Begeleider. In hoofdstuk 4 gaan wij op dit onderwerp uitgebreid in. - signalering en leerlingenzorg Leerlingen met een specifieke zorg vallen onder de normale verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. Binnen de totale leerlingenzorg op onze school wordt elke leerkracht daarbij gesteund door de kwaliteitsondersteuner en collega’s. In de dagelijkse relatie van de leerkrachten met de leerlingen ervaren en signaleren deze hoe het met de kinderen op school gaat. Deze alledaagse contacten, gekoppeld aan specifieke toetsmomenten, geven de leerkrachten een beeld van de ontwikkeling van de kinderen. Vanuit deze opvoedingssituatie, die elke leerkracht met de kinderen heeft, komen mogelijke signalen voor extra zorg. Deze signalen worden besproken met de kwaliteitsondersteuner. Er wordt dan een plan van aanpak gemaakt. Dit wordt altijd met ouders besproken.
3.2 De activiteiten voor de kinderen 3.2.1 Onderbouw De kinderen in groep 0/1/2 beginnen elke dag in een kring. Van hieruit praten wij met de kinderen over allerlei onderwerpen, zodat de kinderen veel woorden leren en deze goed uit leren spreken als voorbereiding op het latere lees- en taalonderwijs. Dit praten gebeurt door middel van klassengesprekjes, leergesprekjes, vertellingen, voorlezen, versjes, muziekles, waarnemingslesjes en taalactiveringsspelletjes. Hierna gaan de kinderen werken waarbij zij hun eigen werkje mogen uitkiezen. (enkele verplichte werkjes uitgezonderd). Wij geven de kinderen daarbij de keuze uit o.a. een poppenhoek, een bouwhoek, een luisterhoek, een taal/schrijfhoek en een leeshoek. Iedere dag geven wij de kinderen veel mogelijkheden tot bewegen. Bij goed weer gebeurt dit vooral buiten. Bij de bewegingslessen in de gymzaal kan gebruik worden gemaakt van allerhande materialen zoals klimrekken, banken, ballen, touwen etc. en worden ook bewegingsspelletjes gedaan. De activiteiten staan zoveel mogelijk in het teken van een bepaald thema waar de kinderen gedurende enkele weken mee bezig zijn. Om de overgang van de kleuters naar groep 3 zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen maken wij gebruik van een aantal identieke werkvormen, zoals het werken in hoeken. De ontwikkeling van de activiteiten in deze groep staat steeds meer in het teken van lezen, schrijven en rekenen. Om de kinderen alvast te laten wennen, mogen ze aan het einde van groep 2 al een aantal keer oefenen in groep 3. De leerkracht onderneemt dan groep 3-gerichte activiteiten met deze kinderen.
3.2.2. Leerstofoverzicht 3.2.2.1 Lezen Een paar jaar terug hebben we het totale leesonderwijs op onze school een nieuwe impuls gegeven. We werken middels nieuwe werkvormen (o.a. lezen in 2-tallen met speciaal daarvoor geschikt leesmateriaal) en vernieuwing van het leesaanbod (o.a. voor kinderen aantrekkelijke leesboeken). Op deze manier hopen we het lezen op een hoger peil te brengen en het leesplezier van alle kinderen (zwakke én goede lezers) te verhogen. Dit gebeurt o.a. door het houden van boekbesprekingen, voordrachtslezen en voorlezen. Elke groep heeft een eigen “klassenbibliotheek”, waarin boeken staan die kinderen uit interesse kunnen lezen. Ter stimulering om (graag) te gaan lezen zijn alle boeken zo veel mogelijk geselecteerd op aantrekkelijkheid en uitdagendheid.
16
M.b.t. het technisch lezen werken we in groep 3 met de vernieuwde versie van de methode Veilig Leren Lezen. In deze groep wordt het aanvankelijk leesproces doorlopen. Vanaf groep 4 wordt het lezen steeds meer geautomatiseerd. Hiervoor gebruiken wij de voorgezet leesmethode Estafette. Met behulp van deze methode leren de kinderen goed en vlot lezen. In deze methode is aandacht voor de zwakkere en de betere leerling. Naast technisch lezen werken wij vanaf groep 3 ook aan begrijpend/studerend lezen middels de methode: Goed Gelezen. Een belangrijk onderdeel waarbij we de kinderen willen leren op welke manier ze iets moeten lezen, hoe een verhaal of zakelijke tekst is opgebouwd. Technisch goed kunnen lezen garandeert namelijk nog niet dat alles wat gelezen wordt ook daadwerkelijk begrepen is.
3.2.2.2. Taal Vroeger was taalonderwijs er vooral op gericht om foutloos te schrijven: veel invuloefeningen en dictees maken was het belangrijkste. Op onze school leren wij onze kinderen nog steeds foutloos schrijven. Maar we besteden meer aandacht dan vroeger aan leren praten met, en luisteren naar anderen. Ons belangrijkste communicatiemiddel is immers de geschreven en gesproken taal. Het (lees-) taalprogramma op onze school ziet er als volgt uit: Groep 0-1-2 Schatkist Groep 3 Veilig leren lezen Groep 4 t/m 6 Taal in Beeld 2, Goed Gelezen en Estafette Groep 7 en 8 Taal in Beeld 2, Goed Gelezen en Estafette Taal in Beeld 2 is een complete methode voor de taaldomeinen taalbeschouwing, schrijven, spreken/luisteren en woordenschat. De methode houdt nadrukkelijk rekening met individuele verschillen in niveau en tempo. Taal in Beeld maakt diverse organisatievormen mogelijk. Zo kunnen we interactief met de hele groep aan de slag gaan, maar kunnen kinderen ook individueel werken of samenwerkend leren. Mede hierdoor is Taal in Beeld erg geschikt voor combinatiegroepen. Voor spelling werken we met de aansluitende methode Spelling in Beeld.
3.2.2.3 Rekenen Staartdelingen, onder elkaar optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen, tafeltjes van buiten leren, breuken delen: enkele onderdelen van het rekenonderwijs zoals wij dat vroeger geleerd hebben. Maar wat deden wij nou precies? We waren vooral bezig met trucjes die de meester of juffrouw ons had geleerd. Het moderne rekenonderwijs zoals wij dat op onze school toepassen, is meer gericht op de weg naar de goede oplossing. Hiervoor gebruiken wij praktische problemen die kinderen in het dagelijkse leven tegenkomen. Natuurlijk zit er ook een opbouwende lijn in ons rekenonderwijs. Wij vragen de kinderen dat ze: in de groepen 1 en 2 leren omgaan met de telrij tot 10; in groep 3 kunnen optellen en aftrekken tot 20; in groep 4 kunnen optellen en aftrekken tot 100; in groep 5 kunnen rekenen met getallen tot 1000 en de tafels t/m 10 kennen; in de groepen 6 t/m 8 het rekenen verder verdiepen. In de groepen 3 t/m 8 werken we met de rekenmethode "Wis en Reken".
17
3.2.2.4 Schrijven Na evaluatie van ons schrijfonderwijs hebben wij een paar jaar terug afspraken gemaakt m.b.t. methodieken, de eisen die we stellen en de materialen die we gebruiken (en vooral ook niet gebruiken!). Samenvattend: vanaf groep 1 wordt gericht gewerkt aan het schrijfonderwijs middels voorbereidende oefeningen m.b.t. fijne motoriek, zoals werken met de motoriekdoos, goede potloodgreep, enz. Zo willen we bereiken dat eventuele problemen (denk aan verkeerde potloodgreep) meteen en eenduidig aangepakt kunnen worden. Daarnaast werken we in groep 0/1/2 met “Schrijfatelier” (onderdeel van de methode Novoscript) en vanaf groep 3 met Pennenstreken. Tijdens alle schriftelijke verwerkingen wordt hetgeen middels de methode is aangeleerd, toegepast. Op onze school worden bij het schrijven de volgende materialen gebruikt: Groep 0 t/m 5: alle kinderen schrijven enkel met een potlood. Groep 6 t/m 8: alle kinderen schrijven met vulpen of potlood (afhankelijk van papier). Groep 6 t/m 8: motoriekzwakke kinderen schrijven enkel met gelpen of potlood. Groep 0 t/m 8: geen enkel kind schrijft met balpen. Bij het schrijven wordt enkel gebruik gemaakt van de materialen die de school aanbiedt. Andere schrijfmaterialen die kinderen van thuis meebrengen, zijn niet toegestaan en mogen niet op school aanwezig zijn.
3.2.2.5 Engels In de groepen 7 en 8 geven wij één lesuur Engels per week. Wij maken daarbij gebruik van de digibord methode Groove.me. Deze methode leert de kinderen Engels op basis van muziek.
3.2.2.6 Wereldoriëntatie Dit vakgebied omvat de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, biologie/natuurkunde. In het verleden merkten we dat veel kinderen deze vakken minder leuk vonden. Daarin wilden we verandering aanbrengen en hebben we gezocht naar andere werkwijzen en methodieken. Dit heeft geresulteerd in vervanging van de oude methodes door de methodes Meander, Brandaan en Naut. De praktijk heeft ons geleerd dat deze methodes de kinderen nieuwsgierig maken, hen uitdagen en stimuleren met andere ogen naar de wereld te kijken. Naast het feit dat de methodes ruim voldoen aan de kerndoelen (daarin staat omschreven wat kinderen moeten beheersen) en ze de leerkracht vele mogelijkheden bieden om kennis over te brengen, bieden ze ook ruim voldoende mogelijkheden tot zelfstandig werken. Het les- en werkboek, maar ook de instructiesoftware voor het digitaal bord in groep 5 t/m. 8 (filmpjes bij elk thema, audiofragmenten, hyperlinks, simulaties en oefeningen) maakt de lessen interactief, uitdagend en boeiend. Speciaal voor de leerlingen is er “zoek- en leer”-software. Hierdoor kunnen ze snelle informatie zoeken in een veilige, afgebakende omgeving. Ook het vak verkeer valt onder wereldoriëntatie. We gebruiken hierbij het lesmateriaal van Veilig Verkeer Nederland: in leerjaar 4 t/m 6 het blad “Op voeten en fietsen” en in leerjaar 7 en 8 “De Jeugdverkeerskrant”. Elk schooljaar ontvangen we beiden 8 keer. Actueler kan dus niet. Natuurlijk nemen onze kinderen uit leerjaar 7 deel aan zowel het schriftelijk als praktisch verkeersexamen. In samenwerking met onze ouderraad werken we aan verbeterpunten. Naast het bieden van verantwoorde onderwijsmethodieken willen we ons ook richten op de verkeerssituatie rondom de school.
18
3.2.2.7 Documentatiecentrum Hierin kunnen de kinderen informatie zoeken voor het maken van werkstukjes. De opbouw voor het maken van werkstukjes leren wij de kinderen vanaf groep 5. De computer speelt hierbij een belangrijke rol: a) bij opzoeken van informatie en boeken; b) bij het maken van het werkstuk zelf. Er is voor het documentatiecentrum een apart computerzoekprogramma, Educat-b, waarin alle aanwezige boeken en naslagwerken te vinden zijn. De boeken en naslagwerken in het documentatiecentrum zijn actueel. Het zijn moderne boeken die qua uiterlijk kinderen nieuwsgierig maken om er in te gaan kijken. Via de prachtige illustraties worden de kinderen nieuwsgierig gemaakt om, via daarbij behorende tekst, ook te willen lezen waarover het gaat en zodoende kennis te vergaren.
3.2.2.8 Levensbeschouwing Het onderdeel Levensbeschouwing is de onderbouwing en het ijkpunt van de identiteit van de St.-Martinusschool. Wij werken op onze school met het programma: ”De Vreedzame School”. Hierbij wordt veel aandacht geschonken aan waarden, normen en omgang met elkaar. Daarnaast krijgen de kerkelijke feesten aandacht in de klas. Naar de parochiegemeenschap toe verleent de school beperkte ondersteunende activiteiten op het gebied van voorbereiding van de Eerste Communie, Vormsel en de St.- Martinusviering. De betreffende werkgroep bereidt dit namelijk voor met de ouders en kinderen.
3.2.2.9 Expressieve activiteiten Activiteiten die de expressieve ontwikkeling van onze kinderen moeten bevorderen zijn: - tekenen Ons tekenonderwijs is erop gericht kinderen bewuster te leren kijken naar hun omgeving en die waarnemingen leren weergeven in het platte vlak met beeldende middelen. Ook leren de kinderen zich te uiten in twee- dimensionale beelden. - handvaardigheid In principe gaat het hierbij om dezelfde zaken als bij het tekenen. Wij willen de kinderen zoveel mogelijk werkvormen en technieken aanbieden. - muziek Bij ons muziekonderwijs komt niet alleen zingen aan bod. Het richt zich ook op het luisteren naar, het maken van, het spreken over en het vastleggen van muziek. - drama en dans Deze onderdelen hebben in schooljaar ‘08-‘09 een plek gekregen. Daardoor bieden we onze kinderen gestructureerd vormen van drama en dans aan en proberen daardoor plezier en interesse te verhogen. We geven les in deze leergebieden door de methode “Moet je doen”, een geïntegreerde expressiemethode, toe te passen.
19
3.2.2.10 Techniek Het gebruik van techniek is een geïntegreerd onderdeel geworden van ons hedendaagse onderwijs en heeft herkenbare verbanden met: het jonge kind, omgaan met verschillen, meervoudige intelligentie, taalonderwijs, rekenonderwijs, coöperatief leren en een uitdagende leeromgeving. We leren de kinderen technische toepassingen te ontdekken (denken en doen). Onderzoekend en ontdekkend leren zijn sociale activiteiten waarbij we gebruik maken van de ontwerpcirkel: ontwerpen, maken, testen en analyseren. We hebben op onze school gekozen voor de Techniek Torens omdat deze uitstekend bij onze visie en bij ons motto passen Naast de Techniek Torens komt het werken aan techniek nog naar voren bij thema’s in de onderbouw (timmerhoek) en tijdens Leerfabriekactiviteiten in de bovenbouw. (pretparken, uitvindingen, kermis). Ook met het bedrijfsleven onderhouden we nauwe contacten o.a. in de vorm van excursies e.d. (IJshoeve, varkensboerderij, Dommelsche watermolen, A.A.E., fietsenmaker, steendrukmuseum). Onze school beschikt tevens over een techniekcoördinator.
3.2.2.11 Kunst en Cultuur Cultuureducatie beslaat een breed terrein dat in ons onderwijs op verschillende manieren terug te vinden is. In onze visie op kunst- en cultuureducatie hebben we omschreven dat: - het belangrijk is dat onze kinderen in contact komen met de verschillende disciplines van kunst en erfgoed (dans, drama, beeldend, muziek, foto-film, nieuwe media) - dat onze kinderen in contact komen met verschillende presentatieplekken buiten de school: theater, museum, podium, schouwburg, eigen omgeving, etc. - dat onze kinderen zowel actief, receptief als reflectief met dit gebied in contact moeten komen gedurende hun schoolloopbaan. Om dit te bereiken zijn een aantal zaken structureel ingebouwd in ons lesprogramma, nodigen we mensen op onze school uit, gaan we op bezoek, betrekken we lesmateriaal, etc.
3.2.2.12 Bewegingsonderwijs De kinderen op onze school krijgen meerdere malen per week bewegingsonderwijs: groep 0/1/2 elke dag tijdens speelwerkuur en groep 3 t/m. 8 twee keer. Door middel van dit vakgebied willen wij een goede beheersing ontwikkelen van verschillende motorische en sociale vaardigheden. De onderdelen die gedurende een leerjaar aan bod komen zijn zaalgymnastiek, atletiek, spel en dans. De lessen worden gegeven in de gymzaal van onze school of op ons buitenterrein. De lessen worden door de groepsleerkrachten gegeven. In samenwerking met Valkenswaardse sportverenigingen en Sportservice Noord-Brabant worden in het kader van “meer bewegen” een aantal lessen gegeven. Dit om kinderen kennis te laten maken met een groot aantal verschillende sporten en van daaruit hun interesse te wekken om te gaan/blijven bewegen.
20
3.3 Speciale voorzieningen in het schoolgebouw Behalve de zes groepslokalen hebben wij in ons schoolgebouw nog een aantal andere ruimten: - de aula: Deze wordt voor meerdere doeleinden gebruikt: werkplekken voor de kinderen buiten de lokalen, documentatiecentrum, overblijfruimte, schoolvieringen, ouderavonden, etc. - de oude aula met keukenblok: in deze ruimte zijn werkplekken voor de kinderen. Het keukenblok staat de overblijfmoeders ter beschikking. - de personeelskamer: hier vergadert en pauzeert het team en ontvangt zij gasten - het directiekantoor: beide directieleden hebben hier hun werkplek en ontvangen hier hun gasten. - het kantoor bij de koffiekamer: hier ontvangen wij gasten. Tevens is hier de orthotheek ondergebracht. - de keuken: wordt door team en ouderraad gebruikt voor normale keukendoeleinden. - de reproruimte: hier vinden we het kopieer/printapparaat, aangesloten op het computernetwerk, dat ter beschikking staat voor zowel personeel als kinderen. - de gangen: wij gebruiken de gangen regelmatig als expositieruimte van door de kinderen vervaardigde werkstukjes, foto’s etc. Ook zijn hier speel- en werkplekken ingericht. - kamertje onderbouw: wordt gebruikt als extra ruimte voor de kleutergroepen/ toetsruimte en onderzoek/spreekruimte voor de G.G.D. (schoolarts). - zolders: onze school beschikt over 2 ruime zolders, die gedeeltelijk in gebruik zijn als leermiddelenmagazijn en opslagruimte voor decorstukken e.d. - de gymzaal: behalve voor het bewegingsonderwijs en als speelruimte voor de onderbouw gebruiken wij de gymzaal ook voor speciale vieringen (carnaval, kerst, musical, etc.).
3.4 Computerfaciliteiten: ICT (Informatie-Computer-Technologie) De rol die de (multimediale) computer in het hedendaagse onderwijs speelt wordt steeds groter en belangrijker. Computers worden op onze school ingezet voor: - Remediëring: kinderen met leerstofachterstanden worden stap voor stap begeleid door de computer. - Automatisering: het trainen van woorden en sommen (o.a. tafeltjes) die snel paraat moeten zijn. - Ondersteuning: training van hetgeen in de lessen geleerd is (oefenstof, beeld- en geluidsmateriaal). - Verkrijgen van informatie: internet. - Opzoeken en uitlenen van boeken: via het documentatiecentrum. De computer is een onmisbaar hulpmiddel geworden voor kinderen, directie, kwaliteitsondersteuner en leerkrachten. Om bovenstaande werkbaar te maken beschikt onze school over zowel een bekabeld als een draadloos netwerk met in totaal 40 daarop aangesloten computers en 18 tablets. Dit is ruim 1 computer op 3 leerlingen. Om het technisch beheer hiervan tot een minimum te beperken hebben we als SKOZOK-scholen samenwerking gezocht met de firma Paradigit. Hun product SKOOL stelt ons in staat om met geringe technische kennis een voor leerlingen en leerkrachten op maat gesneden programmatuur te verzorgen. Elke leerling heeft zijn eigen bureaublad en logt in onder zijn/haar eigen naam. Belangrijke informatie kan hierbij opgeslagen worden in een persoonlijke map: bv. werkstukonderdelen. Gezamenlijke mappen maken het ook weer mogelijk dat kinderen met klasgenoten aan projecten samenwerken. Op onze school hebben we een computercoördinator, Jan Kox. Hij heeft o.a. als taak: begeleiding, scholing en coaching van collegae, contactpersoon met stuurgroep ICT vanuit SKOZOK, contact leveranciers hard/software, etc.)
21
De gehele ontwikkeling op ICT-gebied wordt vanuit SKOZOK gecoördineerd door een stuurgroep en een netwerk van ICT-coördinatoren. We proberen daarbij zoveel mogelijk gelijke tred te houden met andere basisscholen, zodat we ook van elkaars knowhow kunnen profiteren.
4. MARTINUS: HOE ZORG JE VOOR DE KINDEREN 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school Ouders die hun eerste kind op onze school aanmelden worden door een MT lid uitgenodigd voor een persoonlijk kennismakingsgesprek. Dit gebeurt bij voorkeur onder schooltijd, zodat ouders tijdens een rondgang de school “in werking” kunnen zien. Verder worden hun eventuele vragen beantwoord en een aantal schoolspecifieke zaken besproken. De periode waarin deze gesprekken plaatsvinden wordt door middel van affiches op school en advertenties in de plaatselijke pers bekend gemaakt. Maar ook buiten deze periode maken wij graag tijd vrij om ouders te ontvangen. Namens de Ouderraad gaat een ouder thuis op bezoek bij de nieuwe ouders. Doel van dit gesprek is hen ook namens de ouders welkom te heten, hun ervaringen over school uit te wisselen, uitleg te geven over ouderparticipatie en de rol van de Ouderraad in deze, eventuele vragen te beantwoorden, etc. Daarnaast heeft deze ouder een vragenlijst bij zich met het verzoek deze in te vullen en een afspraak te maken met één van de juffen van de groep waarin het kind geplaatst gaat worden. Het is dan de bedoeling dat ouders en leerkracht een kort informatief (kennismakings)gesprekje voeren aan de hand van de door de ouder(s) ingevulde lijst. Ook het kind kan dan even kennis komen maken met de juf bij wie hij/zij gaat starten. Vijf lesochtenden voorafgaand aan de datum waarop het kind vier jaar wordt, mag het op school komen: de instapregeling. Vanaf de vierde verjaardag mag het kind hele dagen naar school. De 3 Dommelse R.K.–scholen hebben samen met de peuterspeelzaal de volgende afspraak gemaakt m.b.t. het instromen in juni/juli en tijdens de laatste 4 schoolweken: Kinderen die tijdens de laatste 4 schoolweken 4 jaar worden kunnen op de peuterspeelzaal blijven tot de zomervakantie. Dit betekent dat deze kinderen na de zomervakantie de basisschool gaan bezoeken. Wanneer een kind instroomt vanaf een andere basisschool bestaat de mogelijkheid het kind een dag of dagdeel mee te laten lopen in de toekomstige klas. Voor de definitieve aanname neemt onze school contact op met de school van herkomst.
4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school
Signalering (hoe stellen we vast dat er problemen ontstaan?)
Groep 0 t/m 2 Onze leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen tijdens de activiteiten van de dag. Belangrijke zaken worden genoteerd in het kinderdagboek. Haalt een kind regelmatig de beoogde doelstellingen niet, dan is dit een signaal voor mogelijke problemen. Naast de hierboven vermelde observaties maken we gebruik van de vragenlijst ZIEN, welke eenmaal per jaar wordt ingevuld voor de zorgleerlingen. Vanaf eind groep 1 wordt de Cito-toets “Taal voor kleuters” en “Ordenen” afgenomen. Groep 3 t/m 8 In deze groepen wordt gebruik gemaakt van Cito-toetsen. Binnen het samenwerkingsverband Valkenswaard e.o. zijn afspraken gemaakt over de af te nemen gestandaardiseerde en genormeerde toetsen van het CITO, o.a. rekenen, spelling en
22
begrijpend lezen. Verder worden er op elk vakgebied toetsen afgenomen die bij de betreffende methode horen. De leerkracht vult voor zorgleerlingen één maal per schooljaar de observatielijst ZIEN in. Dit is een vragenlijst m.b.t. het gedrag van de kinderen. Daarnaast vullen alle leerlingen twee keer per jaar de indicatorenlijst van de Vreedzame school in. Daarop kunnen kinderen onder andere aangeven of ze zich veilig voelen, of ze gepest zijn, etc. De uitslag wordt met elk kind individueel besproken.
Probleemverkenning (hoe zien de problemen er uit?)
Groep 0 t/m 2 Bij het vaststellen van de aard van de problematiek speelt het kijken naar het kind een belangrijke rol. Door met het kind te spelen, te praten en te werken proberen onze leerkrachten de problemen helder te krijgen. Door middel van specifieke lesjes (ruimtelijke oriëntatie, taal-denken, afmeting en verhouding, analyseren en structureren, tijdsoriëntatie) trachten we te achterhalen waar het kind uitvalt en wat precies de moeilijkheden zijn. Groep 3 t/m 8 Voor de goede verkenning van het probleem kan het nodig zijn een onderzoek bij de leerling(en) uit te voeren. Probleemverkenning heeft tot doel zorgvuldig na te lopen welke zaken van invloed zijn. Dit gebeurt onder andere door analyses van toetsen, observaties, gesprekken met kinderen en ouders. Ook kan een groepsbezoek meer helderheid bieden. Vaak kunnen zaken als instructie, aanpak volgens de methode of organisatie in de klas ongunstig uitwerken voor een leerling. Door deze zaken anders aan te pakken, kunnen we beter aan het probleem tegemoet komen.
Handelingsplannen (wat gaan we ondernemen?)
Groep 0 t/m 2 In de voorgaande fases is ook gekeken welke activiteiten, situaties en speciale onderwerpen voor het kind betekenis hebben, waar het kind in geïnteresseerd is. Deze activiteiten en situaties worden gekozen om alsnog het kind leerervaringen aan te reiken. Door de betrokkenheid van het kind is er een basis om ervaren en leren mogelijk te maken. Groep 3 t/m 8 Onze leerkrachten stellen eventueel in samenwerking met de kwaliteitsondersteuner een handelingsplan op. Dit plan geeft een gerichte aanpak van de vastgestelde problematiek weer. Tevens wordt er in aangegeven wanneer het gestelde doel bereikt dient te zijn en hoe het geëvalueerd wordt. Het plan wordt in principe onder schooltijd in de klas uitgevoerd; zo mogelijk zelfs binnen dezelfde les. Het handelingsplan wordt met de ouders besproken en door leerkracht én ouders ondertekend. Op deze manier benadrukken we sámen verantwoordelijk te willen zijn voor de zorg die geboden wordt.
23
4.3 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Op onze school worden momenteel twee vormen van leerlingbegeleiding onderscheiden: de algemene leerlingbegeleiding: Dit is de zorg voor ieder kind op onze school. De problemen zijn (meestal) van voorbijgaande aard en zijn met wat extra aandacht van de leerkracht gemakkelijk op te lossen. Voor de vorm en inhoud van deze extra aandacht kunnen onze leerkrachten gebruik maken van de leerlingenbespreking of de groepsbespreking met de kwaliteitsondersteuner. Ook de evaluatie van de geboden hulp geschiedt in de groepsbespreking. De signalering vindt plaats met behulp van de toetskalender. Afhankelijk van de aard van de problematiek worden de ouders op de hoogte gebracht van deze extra zorg; in elk geval tijdens de rapportbesprekingen. de speciale leerlingbegeleiding: eerste niveau De leerkracht schakelt de kwaliteitsondersteuner in om een kind met leer- en/of gedragsproblemen nader te onderzoeken of te begeleiden. Deze coacht de leerkracht bij de aanpak van het probleem. Er wordt op dit moment nog geen hulp van deskundigen van buitenaf ingeroepen. Door middel van leerlingenbespreking, observaties door de kwaliteits ondersteuner en handelingsplannen wordt geprobeerd het probleem op te lossen. Uiteraard worden de ouders meteen van deze aanpak op de hoogte gesteld. tweede niveau Voor een aantal kinderen zal de speciaal aangepaste hulp voldoende zijn. In andere gevallen zal de geboden hulp toch niet het gewenste resultaat opleveren. Het is dan wenselijk om externe deskundigheid in te schakelen. Wat volgt is een intakegesprek met begeleidingsbureau Kaliber. De begeleider van Kaliber ondersteunt de school bij het hulp bieden aan de kinderen. Door regelmatige gesprekken worden de ouders over de voortgang in deze begeleiding op de hoogte gehouden. De scholen in de Kempen werken samen in het begeleiden van zorgleerlingen. Dit heet het Samenwerkingsverband Valkenswaard e.o. Wilt U meer over dit onderwerp weten, neem dan contact met de school op.
4.4 Afstemming Vanaf januari 2010 zijn we met ons team bezig met Afstemming. Tijdens studiemiddagen, maar ook daar buiten. Afstemming is een manier om handelingsgericht te werken met de kinderen. Hiervoor richten we ons op de onderwijsbehoeften van de kinderen. ‘Wat heeft dit kind nodig? Wat is haalbaar voor dit kind, in deze groep, met deze leerkracht? ‘ De onderwijsbehoeften van elk kind worden genoteerd in het groepsoverzicht. Dat geeft een duidelijk overzicht van de hele groep. Vanuit dit groepsoverzicht maken we een groepsplan. In dat groepsplan staat beschreven welke doelen we de komende periode willen bereiken en wat elk kind nodig heeft om die doelen te kunnen bereiken. Dit groepsplan wordt tijdens de groepsbespreking besproken met de kwaliteitsondersteuner. Mocht er meer specifieke aandacht nodig zijn voor een leerling, dan wordt deze leerling besproken tijdens de leerlingbespreking. Ouders zijn een belangrijke schakel in de zorg voor kinderen. Wij willen samen met u het beste voor elk kind.
24
4.5 Signaleringssysteem Zorg voor Jeugd Als basisschool St. Martinus zijn wij aangesloten op het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Zorg voor Jeugd is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Op deze manier moeten risico’s met kinderen en jongeren worden voorkomen en kan in het belang van de jeugdige en zijn ouders/verzorgers hulp beter op elkaar worden afgestemd. Het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd is beschikbaar gesteld door de gemeente. De gemeente heeft vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) namelijk de taak om problemen bij jeugdigen te signaleren en coördinatie van zorg te organiseren. Binnen onze organisatie kunnen de leerkrachten, in overleg met de interne begeleider en/of directie, zorgsignalen afgeven in Zorg voor Jeugd. Zo’n signaal geven zij alleen af, nadat zij de jeugdige en/of zijn ouders/verzorgers hierover hebben geïnformeerd. Bij het afgeven van een signaal wordt geen inhoudelijke informatie geregistreerd. In het systeem komt alleen te staan dat er zorgen zijn over een jeugdige. Als er twee of meer signalen in het systeem staan over dezelfde jeugdige, dan wordt automatisch een ketencoördinator aangewezen. Deze ketencoördinator is een professional van een hulpverleningsorganisatie. Hij/zij inventariseert wat er aan de hand is met de jeugdige en of het nodig is om in overleg met betrokken partijen een hulpverleningsplan op te stellen. Op www.zorgvoorjeugd.nu vindt u meer informatie over Zorg voor Jeugd.
4.6 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Vraagbaak voor ouders, opvoeders, kinderen en jongeren (tot 23 jaar) Wat is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)? Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) biedt hulp aan ouders/opvoeders, kinderen en jongeren tot 23 jaar die vragen hebben over opvoeden en opgroeien. Het CJG is een samenwerkingsverband van organisaties die bij het opvoeden en opgroeien van kinderen betrokken zijn. Dit betekent dat er veel kennis binnen het CJG beschikbaar is. Iedereen met vragen over opvoeden kan bij het CJG terecht. De hulp van het CJG-Valkenswaard is gratis. Zie ook www.cjgvalkenswaard.nl Waarvoor kun je terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)? Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is er voor kleine en grote vragen over de opvoeding. Zoals een kind dat niet wil slapen, luisteren of eten, ruzie met broertjes en zusjes, omgaan met een scheiding, huiswerk, (zak)geld, lastige pubers of ouders die in de knel zitten met de combinatie werk en opvoeding. Maar ook gezinnen met grotere (of meerdere) problemen, waar zij zelf niet meer uitkomen, kunnen zich melden bij het CJG voor advies en praktische hulp. Een aantal voorbeelden: Mijn dochter van 7 jaar durft niets te ondernemen zonder dat ik er bij ben. Hoe kan ik dat afbouwen? Mijn zoontje van 4 jaar kan alleen slapen als ik bij hem kom liggen. Wat kan ik doen om dit op te lossen? 25
Mijn dochter wil de hele dag mijn aandacht en anders wordt ze boos. Wat kan ik doen om dit op te lossen? Ik heb voortdurend ruzie met mijn zoon van 14. Over huiswerk, zakgeld, kortom over van alles. Hoe maak ik dat het thuis weer voor iedereen gezellig wordt?
Wil je CJG?
meer informatie over de werkwijze, locatie en openingstijden van het
4.7
Beleid m.b.t. de aanname van leerlingen met een handicap (leerlinggebonden financiering)
Actuele informatie: www.cjgvalkenswaard.nl Vragen per e-mail:
[email protected] Telefonische vragen: 040- 2083666 (op werkdagen van 10.00-16.00 uur). Als je graag persoonlijk contact wilt met iemand van het Centrum voor Jeugd en Gezin bel ons dan om een afspraak te maken. In overleg bepalen we een datum en locatie.
Inleiding: Ons uitgangspunt is dat we ons best willen doen om alle kinderen die bij ons aangemeld worden een leerrijke en veilige plek te bieden op onze school. Om daartoe in staat te zijn zullen we ieder kind de zorg en aandacht moeten kunnen bieden die het nodig heeft. Bij aanmelding van een kind dat veel extra zorg en aandacht vraagt zullen we heel zorgvuldig te werk gaan om op basis van de juiste afwegingen tot een goede keuze te komen wat betreft de aanname. In principe kan aanname plaats vinden als we een juiste afstemming kunnen vinden tussen wat een kind van ons vraagt en wat wij als school kunnen bieden. Wij willen hierover met de ouders altijd open en constructief in gesprek gaan. Plaatsing is altijd voor de duur van een schooljaar. Evaluatie moet duidelijk maken of het verantwoord is voor de betreffende leerling, voor de medeleerlingen en voor de school om in het daarop volgende jaar door te gaan. De procedure: 1. Bij de aanvraag voor plaatsing van een leerling met een handicap op onze school informeert de directeur i.s.m. de kwaliteitsondersteuner de ouders over de geldende toelatingsprocedure. De ouders geven aan waarom ze voor deze aanmelding kiezen en wat hun verwachtingen zijn. Aan de ouders wordt gevraagd onderzoeksgegevens beschikbaar te stellen. 2. Na de aanvraag gaat een onderzoekscommissie bestaande uit de directeur, de KO’er en de betreffende bouwcoördinator de mogelijkheid tot plaatsing onderzoeken. a. Nagegaan wordt welke extra zorg en aandacht het kind nodig heeft. De commissie maakt gebruik van beschikbare rapporten van verwijzende instanties. Deze rapportage wordt ook besproken met de ambulant begeleider van het REC. Er vindt een nader gesprek met de ouders plaats om hun verwachtingen duidelijk in kaart te brengen. De onderzoekscommissie kan besluiten dat er nog nader onderzoek moet plaats vinden. b. De commissie toetst of de leerling past binnen de criteria die geformuleerd zijn in het aannamebeleid van de school. 3. De commissie legt de onderzoeksresultaten vast in een verslag en komt tot de conclusie om wel of niet tot aanname over te gaan. 4. De commissie deelt haar bevindingen en conclusie mee aan het team en daarna aan de ouders. Van het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt dat door de ouders en de directeur (of een ander lid van de commissie) ondertekend wordt. (De school heeft maximaal drie maanden de tijd tussen de aanmelding en de beslissing tot toelating.)
26
5. Als ouders gebruik willen maken van de mogelijkheid tot plaatsing van hun kind wordt met hen het oudercontract dat hiervoor op school gebruikt wordt doorgenomen. Zowel de ouders als de school tekenen dit contract. 6. Als tot plaatsing overgegaan wordt, wordt contact opgenomen met het REC en wordt de ambulante begeleiding geregeld. 7. De school (KO’er en zo mogelijk de leerkracht bij wie het kind in de groep zal komen) maakt met de ouders afspraken over het onderwijs dat de leerling zal krijgen. Deze afspraken worden vastgelegd in het handelingsplan. De ambulant begeleider wordt gevraagd ondersteuning te bieden bij het maken van het handelingsplan. Een handelingsplan is wettelijk verplicht en moet met de instemming van de ouders worden vastgelegd. Een algemene inhoudsopgave voor een handelingsplan kan zijn : I. De inzet van de extra formatie (uit het rugzakje). II. De inzet van de ouders. III. Welke methoden, materialen en hulpmiddelen worden ingezet. IV. Waaruit de extra begeleiding van de leerling bestaat. V. Welke (leer)doelen op welke termijn worden nagestreefd. VI. Pedagogische afspraken. VII. Organisatorische afspraken. VIII. Wijze van evalueren en overleg met de ouders. IX. Afspraken over het vervolgtraject. X. Tijdstip van herindicatie. 8. Als daadwerkelijk tot plaatsing is overgegaan, worden de ontwikkelingen periodiek geëvalueerd, volgens de afspraken in het handelingsplan. Jaarlijks wordt geëvalueerd of het verantwoord is het kind een volgend schooljaar door te laten gaan op school. Er dient ook jaarlijks een nieuw handelingsplan opgesteld te worden. Welke mogelijkheden wij als school hebben om leerlingen die extra zorg behoeven op te vangen: We proberen ons onderwijs aan te passen aan datgene wat kinderen nodig hebben en van ons vragen. We doen dat op de volgende manier : 1. Zorg en begeleiding van leerlingen zijn structureel georganiseerd. Zie daarvoor ons zorgplan. 2. Op onze school heerst een veilig en prettig pedagogisch klimaat. De leerkrachten besteden daar veel aandacht aan, omdat we het een belangrijke voorwaarde achten om tot ontwikkeling te kunnen komen en te leren. Dat betekent ook dat kinderen mogen zijn wie ze zijn, dat iedereen erbij mag horen en dat kinderen geleerd wordt elkaar te waarderen en te helpen. In dit pedagogisch klimaat zullen leerkrachten en leerlingen een veilige omgeving kunnen bieden aan een leerling met een handicap. 3. Over het algemeen wordt op onze school klassikaal gewerkt. Maar de behoefte aan uitleg is verschillend bij de kinderen. We proberen daar op de volgende manier aan tegemoet te komen : De klassikale uitleg wordt zo kort en duidelijk mogelijk gehouden. De leerlingen, die daar voldoende aan hebben, kunnen dan zelfstandig aan de slag met hun werk. De leerlingen die graag meer uitleg hebben, krijgen dan nog de verlengde instructie. Zodra het begrepen is gaan deze kinderen ook zelfstandig bezig met hun werk. Misschien zijn er dan nog een of twee leerlingen over die de leerkracht dan nog individueel kan begeleiden. 4. Op vaste momenten in de week werken de kinderen zelfstandig aan een weektaak. Ze krijgen dan de ruimte om hun werk zelf te plannen, uit te voeren en te beoordelen. De leerkracht heeft dan de handen vrij om kinderen, die dat nodig hebben, extra begeleiding te geven. Dat kunnen zowel kinderen zijn die extra oefening nodig hebben, als kinderen die extra uitdaging nodig hebben, omdat ze meer aankunnen dan de basisstof van de groep. 5. We proberen de taken voor de leerlingen af te stemmen op de mogelijkheden van het kind en er wordt ook ruimte ingebouwd voor eigen keuzes en eigen initiatieven.
27
Kinderen die meer aankunnen, krijgen ook meer of ander werk. We willen dat ons onderwijs voor ieder kind uitdagend is. Met kinderen die minder aankunnen of ander werk nodig hebben wordt rekening gehouden. 6. Regelmatig werken de kinderen in groepjes samen aan een taak. Dat kan zijn in tweetallen, maar ook in grotere groepjes. Ze leren dan van en met elkaar, wat minder afhankelijk van de leerkracht. 7. Op systematische wijze (door middel van observatie en toetsing) wordt de ontwikkeling van leerlingen gevolgd, waardoor stagnaties in het leerproces tijdig gesignaleerd kunnen worden. Samen met de interne begeleider worden de gegevens vanuit de signalering geanalyseerd. Voor problemen worden oplossingen gezocht. 8. Voor leerlingen met een handicap wordt de extra formatie die daarvoor beschikbaar wordt gesteld in overeenstemming met de ouders en de ambulante begeleider van het REC ingevuld. Er wordt dan heel goed gekeken naar de behoeftes van het kind. 9. Waar mogelijk maken we gebruik van stagiaires onderwijs- en klassenassistentes om daarmee extra hulp in te kunnen zetten voor leerlingen die dat nodig hebben. 10. De organisatie van onze leerlingenzorg is beschreven in ons zorgplan. Om de zorg binnen de school goed te coördineren en organiseren is er een kwaliteitsondersteuner aangesteld. Het takenpakket van de kwaliteitsondersteuner is vastgesteld en opgenomen in ons zorgplan. Voorwaarden die wij stellen aan de plaatsing van een leerling, die door zijn/haar handicap extra zorg en aandacht nodig heeft: De toelatingsprocedure, zoals eerder beschreven is op de juiste manier doorlopen. De school moet gebruik kunnen maken van ambulante begeleiding. Het kind moet leerbaar zijn. We willen het kind in zijn/haar ontwikkeling kunnen begeleiden, alleen opvang bieden is niet passend voor de school. Het kind moet zindelijk zijn, dan wel er is een oplossing voor handen, waardoor dit geen probleem vormt voor de school. Het kind moet zich prettig kunnen voelen in onze schoolsituatie en zich aan kunnen passen aan de klassensituatie. De afstemming tussen wat het kind nodig heeft en wat de school kan bieden kan worden gevonden. De ouders kunnen zich vinden in het contract dat met hen afgesloten dient te worden.
4.8 Onderwijs aan zieke leerlingen (langdurig en/of regelmatig) Als blijkt dat uw kind door ziekte meerdere dagen niet naar school kan komen dan is het van belang dat u dit aan de leerkracht kenbaar maakt. De leerkracht kan dan samen met u bekijken hoe het onderwijs aan uw kind toch voortgezet kan worden. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen van een onderwijsbegeleidingsdienst of van een academisch ziekenhuis. Het is niet alleen onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook al is hij/zij ziek, te zorgen voor goed onderwijs. Wij vinden het minstens zo belangrijk dat uw kind in die situatie goed contact heeft met klasgenoten en de leerkracht. Vanzelfsprekend is het continueren van het onderwijs belangrijk omdat een zieke leerling dan actief blijft met wat bij het dagelijkse leven hoort, namelijk: onderwijs. Hierdoor wordt voorkomen dat een leerling die ziek is achterop raakt. Als u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw kind. Op school ligt het protocol “onderwijs aan zieke leerlingen” ter inzage. U kunt ook informatie hierover vinden op de website van Ziezon, het landelijk netwerk ziek zijn & onderwijs, www.ziezon.nl
28
4.9 In-, door- en uitstroom van leerlingen: 1. Instroom: 1.1: Instroom van 4-jarigen: - Alle ouders worden in de gelegenheid gesteld een afspraak met een MT lid te maken om informatie te verkrijgen en de school te bezichtigen. - De groepsleerkracht ontvangt van de Peuterspeelzaal “de kleuterestafette”. (Een (soort) kinderdagboek). - De aanstaande leerling ontvangt van de groepsleerkracht een uitnodiging voor 5 (halve) gewenningsdagen. (Dit zijn de 5 ochtenden voorafgaande aan de 4e verjaardag). - Eén van onze ouders, aangewezen door de ouderraad, bezoekt de ouders en geeft informatie door. - Als een toekomstige leerling aangemeld wordt, wordt het tweewekelijkse informatieblaadje vanaf dat moment doorgestuurd naar het mailadres welke is doorgegeven op het aanmeldingsformulier. 1.2: Instroom kinderen van andere scholen voor primair onderwijs: - Ouders worden in de gelegenheid gesteld een afspraak met de directie te maken om informatie te verkrijgen en de school te bezichtigen. - De groepsleerkracht ontvangt van de voormalige school (meestal) een overdrachtsformulier. - In geval van specifieke zorg neemt de groepsleerkracht en/of de KO-er contact op met de gewezen leerkracht/KO-er. - De directie ontvangt van de voormalige school een kennisgeving van uitschrijving. - De directie stuurt naar de voormalige school een kennisgeving van inschrijving. 2. Doorstroom: - Er vindt zowel een mondelinge als schriftelijke overdracht plaats. Hierbij komen de volgende gegevens/bescheiden aan bod: schaduwrapport, Cito-score via LVS, groepsoverzicht, groepsplan en evt. handelingsplannen. - De overdracht vindt plaats vóór het schooljaar begint, zodat de nieuwe leerkracht meteen op de hoogte is van de onderwijsbehoeften van de kinderen. - Middels rapportagegesprekken worden de ouders op de hoogte gehouden over de doorstroom van hun kind(eren). - Afspraken i.v.m. “doorgaande lijnen” op onderwijsinhoudelijk gebied of anderzijds worden door alle groepsleerkrachten overgenomen en in de praktijk uitgevoerd. 3. Uitstroom: 3.1: Uitstroom naar het Voortgezet Onderwijs: - De leerkrachten van groep 7 leggen (evt. in samenwerking met de KO) aan het eind van groep 7 een voorlopig schooladvies neer. - De leerkrachten van groep 8 stellen in groep 8 een definitief advies op m.b.t. soort van onderwijs. - De leerkracht van groep 8 (evt. ondersteund door de kwaliteitsondersteuner of directie) voert adviesgesprekken met de ouders. - Ouders ontvangen tijdig informatie over voorlichtingsbijeenkomsten V.O. - De leerlingen van groep 8 worden in de gelegenheid gesteld kennis te maken met verschillende vormen van Voortgezet Onderwijs. - Voor alle leerlingen wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. Ouders worden hiervan op de hoogte gebracht. - De uitslag van de Cito-Eindtoets wordt in het digitaal onderwijskundig rapport vermeld. De school waar het kind aangemeld is, kan het rapport inlezen zodra de leerkracht van groep 8 het dossier op definitief heeft gezet. - De school ontvangt jaarlijks rapportscores van de oud-leerlingen. - De directie stuurt een kennisgeving van uitschrijving naar de school van Voortgezet Onderwijs.
29
3.2: Tussentijdse uitstroom: a. Naar een andere school voor primair onderwijs: - Een overdrachtsformulier, aangevuld met Cito-scores LVS, rapport- en ontwikkelingsgegevens en evt. andere bescheiden uit het leerlingendossier wordt naar de ontvangende school gestuurd. - De ontvangende school ontvangt een kennisgeving van uitschrijving van de directie. - De directie ontvangt van de nieuwe school een kennisgeving van inschrijving. b. Naar een speciale school voor primair onderwijs: - Toestemmingsformulieren van ouders zijn in een eerder stadium al naar de ontvangende school en/of onderzoekscommissies gezonden. - Het onderwijskundig rapport wordt samen met het leerlingdossier naar de ontvangende school gestuurd. - Vaak heeft de klassenleerkracht en/of KO-er al in een vroeg stadium contact met de ontvangende school gehad om een en ander mondeling toe te lichten. - Een kennisgeving van uitschrijving wordt door de directie naar de ontvangende school gestuurd. - De directie ontvangt van de nieuwe school een kennisgeving van inschrijving. Het managementteam van onze school bewaakt bovenstaande door dit als vast agendapunt in haar vergadering op te nemen en het besprokene terug te koppelen naar het team. In schooljaar 2011-2012 is er één kind van onze school uitgestroomd naar een speciale school voor primair onderwijs.
4.10 De begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs Aan het einde van groep 7 schrijven maken de leerkrachten, samen met de KO-er een voorlopig advies voor het VO. In groep 8 worden de cito toetsen van het leerlingvolgsysteem en de Cito-eindtoets gemaakt. Aan de hand van deze uitslagen krijgen zowel de ouders als de leerkrachten een objectief beeld van de vorderingen van de kinderen op onze school. De ouders van de kinderen in groep 8 geven wij op verschillende momenten voorlichting over de schoolkeuze van de kinderen. Bij de definitieve schoolkeuze spelen de volgende gegevens een rol: - leerlingengegevens, die de ontwikkeling aangeven vanuit het leerlingvolgsysteem; - het schooladvies; - de wensen van de leerling en ouders; - aanvullende toetsen en/of onderzoeken; - gesprekken i.v.m. aanname voortgezet onderwijs; - de resultaten van de eindtoets van het CITO.
4.11 Naschoolse activiteiten Wij verwachten van onze leerlingen dat ze na school op tijd naar huis gaan; met het oog op onze verkeersbrigadiers mogen alleen de klassenhulpjes even in de klas nablijven. Een naschoolse activiteit is het huiswerk. Vanaf groep 4 verstrekken wij huiswerkopdrachten aan de kinderen. In groep 4 en 5 houden wij dit beperkt tot het leren van tafeltjes. Vanaf groep 6 komt daar structureel de topografie bij. In groep 7 zetten wij deze lijn voort. Vanaf groep 8 vullen wij deze huiswerkopdracht aan met projecten over onderwerpen uit de zaakvakken. Het huiswerk is dan vooral toegespitst op de planning van een wekelijkse reken- en taaltaak. In onze ogen is huiswerk een leermiddel dat er toe kan bijdragen dat: - de leerstof herhaald, verdiept en geoefend wordt; - de kinderen een attitude ontwikkelen die hen in staat stelt om te gaan met extra
30
huiswerk; - deze attitude zijn vruchten kan afwerpen in de voorbereiding naar het voortgezet onderwijs (vooral bij de planning); - het omgaan met extra taken en opdrachten van de leerling een middel is om verkeerde attitudes adequaat op te sporen. Andere naschoolse activiteiten vinden slechts incidenteel plaats. Daarbij denken wij aan een speeltuindag aan het begin van een schooljaar of het schoolkamp en afscheidsavond van onze groep 8.
4.11.1 Huiswerkbegeleiding Voor elk kind van de groepen 3 t/m 8 bestaat de mogelijkheid om huiswerk te maken ter ondersteuning van de activiteiten op onze school. Dit huiswerk kan bestaan uit: thuis lezen, het oefenen van tafeltjes, het voorbereiden van spreekbeurten of het maken van projecten. Huiswerk kan ook voor kinderen zijn die baat hebben bij extra hulp en/of begeleiding. Deze kinderen krijgen dagelijks of wekelijks een taak mee naar huis. Dit gebeurt uiteraard na overleg met de ouders, zodat de nodige begeleiding zowel op school als thuis eenduidig kan zijn.
4.11.2 Verlengde schooldag Op onze school is nauwelijks sprake van georganiseerde verlengde schooldagen. Soms wordt er rond de viering van Kerstmis een Herdertjestocht gehouden. Verder gaan wij jaarlijks met groep 8 op schoolkamp. De organisatie hiervan ligt in handen van de groepsleerkracht in samenwerking met een jaarlijks in te stellen "schoolverlaterscommissie".
4.12 Buitenschoolse activiteiten Op onze Martinusschool worden jaarlijks verschillende buitenschoolse activiteiten georganiseerd, zoals: - speeltuindag: elke eerste donderdag van het nieuwe schooljaar gaan we naar speeltuin Geenhoven. - schoolreis groep 1 t/m 7: voorbereid door een schoolreiscommissie. - sportdagen groep 3 t/m 8: deze sportdagen worden gehouden in de maand mei i.s.m. de basisscholen Schepelweyen, Agnetendal en De Belhamel. De organisatie van deze sportdagen ligt bij de sportdagcommissie, bestaande uit ouders en leerkrachten van de vier Dommelse basisscholen. De sportdagen vinden plaats op de sportvelden van de voetbalclub Dommelen. - spelletjesdag: jaarlijks organiseren wij voor de groepen 1 en 2 een spelletjesdag op het terrein van onze school. - excursies: in de loop van het schooljaar vinden er in alle groepen excursies of uitstapjes plaats naar bedrijven, voortgezet onderwijs, IVN, etc.
4.13 Foto- en filmopnamen op school Door ons, of in opdracht van ons, gemaakte foto-opnamen van een kind of kinderen tijdens schoolfeesten of andere activiteiten zullen slechts gebruikt worden voor toepassingen op school. Indien het gewenst is dat deze (tijdelijk of voor onbepaalde tijd) bewaard worden, zal dit op school of door een door school aangewezen persoon gebeuren. Indien deze opnamen verspreid worden door school, zal dit enkel gebeuren ten behoeve van normaal privé-gebruik. Foto-opnamen, gemaakt door ouders/verzorgers tijdens bv. de eerste schooldag of tijdens activiteiten op school, mogen alleen voor normaal privé-gebruik zijn. Indien het bij een bepaalde activiteit niet wenselijk is dat ouders zelf foto-opnamen maken, zal de school dit vooraf kenbaar maken. Ouders kunnen jaarlijks een cd met alle foto’s door school gemaakt bestellen. De ouderraad zorgt daarvoor.
31
Filmopnames gemaakt door school zijn alleen voor intern gebruik. Uitzonderingen daarop worden alleen gemaakt als ouders van de gefilmde kinderen vooraf daarvoor toestemming hebben verleend. (een voorbeeld: de musical van groep 8 wordt door de school gefilmd en de film wordt aan de ouders van de kinderen uit groep 8 aangeboden) Filmopnames door ouders zijn niet toegestaan. Dit omdat bewegende beelden, meer dan bij foto-opnamen, emoties kunnen tonen. Het maken van foto- en/of filmopnamen van een kind of kinderen door derden namens instanties (bv. hulpverleners, etc. ) is toegestaan mits zij vooraf schriftelijk verklaren de opnamen slechts te gebruiken voor het beoogde doel en volgens de wettelijke voorschriften. Ouders/verzorgers van het betreffende kind of kinderen zullen hiervan altijd door de school op de hoogte worden gebracht. Een uitgebreide beschrijving van de door school gehanteerde procedure is bij de directeur opvraagbaar.
4.14 Veiligheid 4.14.1 Verkeersveiligheid In groep 7 doen de kinderen mee met het verkeersexamen, dat meestal in de maand april wordt afgenomen. Dit examen bestaat uit zowel een theoretisch als een praktisch gedeelte. Het oversteken van de Bergstraat en de Groenstraat regelen wij met verkeersbrigadiers: een klaar-over (leerling uit groep 8) samen met een ouder-brigadier. De verkeersveiligheid rond onze school wordt verder bewaakt door een verkeersouder in samenwerking met onze directie, politie, gemeente en Veilig Verkeer Nederland.
4.14.2 In- en rondom het schoolgebouw Regelmatig wordt door de G.G.D. onderzoek gedaan naar de veiligheid en hygiëne in- en rondom het gebouw. Hiervan wordt verslag gedaan en de adviezen die daaruit voortvloeien nemen wij op in een stappenplan, hetwelk dan ook uitgevoerd wordt. Ook wordt er volgens de ARBO-wetgeving regelmatig een Risico-Inventarisatie en – Evaluatie (RI&E) afgenomen. De laatste startte in oktober 2014 en resulteerde in april 2015 in een uitgebreid rapport met Plan van Aanpak.
4.14.3 Ontruimingsplan Ontruimingsplan: Op onze school zijn 4 collega’s opgeleid tot BedrijfsHulpVerlener (BHV’er). Zij vormen een werkgroep die jaarlijks het ontruimingsplan tegen het licht houdt om te zien of er aanpassingen nodig zijn. In het ontruimingsplan van de school wordt geregeld wat er dient te gebeuren bij calamiteiten (brand, explosiegevaar, giftige stoffen in de lucht etc.). Dit kan natuurlijk de school zelf betreffen, alsmede iets dat in de nabije omgeving van de school plaatsvindt. Uiteraard ligt de prioriteit bij de veiligheid van kinderen en medewerkers. Indien wij onverhoopt ons schoolgebouw moeten verlaten begeven wij ons naar Bommel Party Centrum, Bergstraat 33. Tel. 040-2014411. Mocht het ooit zover komen dan kunt u bovenstaand telefoonnummer bellen voor nadere informatie en uw kind eventueel bij het partycentrum ophalen. Omdat wij te allen tijde het overzicht op de kinderen willen behouden kunt u uw kind alleen meenemen/ophalen nadat dit bij de leerkracht gemeld en door de leerkracht geregistreerd is. Opmerking: Om bij echt gevaar goed voorbereid te zijn testen we maandelijks ons brandalarm-systeem en houden we 2 keer per schooljaar een ontruimingsoefening. (Vergewist u zich dus van de juistheid van de situatie!)
32
4.15 Hoofdluisbestrijding Hoewel hoofdluis de laatste jaren op onze school weinig is voorgekomen worden alle kinderen, ook de zieke na hun terugkomst, op onze school daarop een zestal keren gecontroleerd. Dit wordt gedaan door een aantal vrijwillige ouders die hiervoor geïnstrueerd zijn door de GGD. Controle gebeurt buiten de klas en de controleurs respecteren daarbij de privacy. Van een klas, waarin tijdens de controle hoofdluis ontdekt wordt, worden na twee weken alle kinderen opnieuw gecontroleerd. Aan alle kinderen uit groepen waarin regelmatig hoofdluis wordt ontdekt zal een brief over controle en behandeling mee naar huis worden gegeven. Aan de directeur wordt doorgegeven bij welke kinderen hoofdluis is geconstateerd. Hij neemt contact op met de ouders/verzorgers van de betreffende kinderen en: - meldt dat hoofdluis is geconstateerd en vraagt om over te gaan tot behandeling; - geeft adviezen, tips voor de behandeling. Via Het Bruggetje wordt na elke controle, en ook nadat ouders/verzorgers ons attenderen op de aanwezigheid van besmetting, melding gedaan van het feit dat hoofdluis is geconstateerd en met regelmaat worden daarin ook adviezen en tips gepubliceerd. De data van de controles staan vermeld in de informatiekalender. Controle op school alleen helpt natuurlijk niet. Wij willen iedereen dan ook vragen om regelmatig de kind(eren) thuis goed te controleren en, indien nodig, tijdig over te gaan tot behandeling en vooral ook melding te doen aan school.
4.16 Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Met passend Onderwijs streven we naar een zo passend mogelijke onderwijsplek voor alle leerlingen dus ook voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend Onderwijs is gebaseerd op 3 pijlers: 1. Zorgplicht 2. Samenwerken 3. Verandering in de bekostiging 1. Zorgplicht SKOzoK heeft zorgplicht voor alle leerlingen die ingeschreven of aangemeld zijn op één van onze scholen. Wanneer een leerling extra ondersteuning nodig heeft, is het onze plicht om te streven naar een zo passend mogelijk onderwijsaanbod. Welke ondersteuningsmogelijkheden we op de scholen kunnen bieden, is vastgelegd in het ondersteuningsprofiel wat in 2013 is opgesteld en wat in het schooljaar 2015-2016 geactualiseerd wordt. In veel gevallen kan de school zelf de ondersteuning realiseren die nodig is. In andere gevallen met inzet vanuit SKOzoK of het Samenwerkingsverband waar SKOzoK deel van uit maakt. Het kan ook zijn dat de ondersteuning die de leerling nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen niet op de betreffende basisschool geboden kan worden. Dan gaan we, samen met de ouders/verzorgers, op zoek naar een meer passende school. We gaan ervan uit dat we in gezamenlijkheid tot een passende oplossing komen voor uw kind. Het kan voorkomen dat dit niet lukt. In dat geval kunt u zich wenden tot verschillende commissies: o Bezwaaradviescommissie Het Samenwerkingsverband De Kempen heeft een interne bezwaaradviescommissie ingericht, waartoe ouders zich kunnen richten bij een bezwaar tegen een besluit over een toelaatbaarheidsverklaring.
33
Geschillencommissie Passend Onderwijs Deze commissie beslecht geschillen in po, vo en (v)so, over toelating van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, de verwijdering van leerlingen en het ontwikkelingsperspectief. Voor meer informatie zie: www.geschillenpassendonderwijs.nl o
2. Samenwerken Sinds 1 augustus 2014 is SKOzoK deel uit gaan maken van een nieuw Samenwerkingsverband Passend Onderwijs De Kempen. In dit nieuwe Samenwerkingsverband werken schoolbesturen voor regulier basisonderwijs en speciaal (basis)onderwijs samen. Gezamenlijk zijn we ervoor verantwoordelijk dat alle leerlingen in de regio passend onderwijs kunnen volgen. Voor meer informatie zie: www.podekempen.nl Er is niet alleen samenwerking met onderwijspartners in de regio maar ook met de zorgpartners. Beiden versterken elkaar. De gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp en daar werken we dan ook intensief mee samen. Eén kind / één plan is het streven. Daar willen we gezamenlijk naar toe groeien. 3. Verandering in de bekostiging Daar waar eerder landelijke criteria waren om vast te stellen of een leerling recht had op extra ondersteuning, ontvangen Samenwerkingsverbanden nu een vast bedrag per leerling waar alle ondersteuning in de regio van bekostigd dient te worden. Daarbij onderscheiden we lichte ondersteuning en zware ondersteuning. In onze regio is ervoor gekozen de lichte ondersteuning door de schoolbesturen zelf uit te laten voeren. Dat geeft ons de ruimte om lichte en preventieve arrangementen voor kinderen en of groepen zelf vorm te geven passend bij onze visie en werkwijze. Voor zware ondersteuning, denk aan plaatsingen op het speciaal onderwijs en zeer intensieve arrangementen op de basisschool, blijft het Samenwerkingsverband in ieder geval tot 1 augustus 2016 verantwoordelijk. LGF Cluster 3 en 4 Voor leerlingen met indicatie voor Leerlinggebonden financiering cluster 3 of 4 die tenminste geldig is tot 1 augustus 2016 ontvangt de school een financiële bijdrage. Vanuit die bijdrage realiseert de school de ondersteuning die nodig is. LGF Cluster 1 en 2 Ondersteuning voor leerlingen cluster 1 (blind en slechtziend) en cluster 2 (doof, slechthorend, spraak/taal moeilijkheden) valt buiten de wet Passend Onderwijs. Met deze besturen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. Meer informatie cluster 1 zie www.visio.org Meer informatie cluster 2 zie www.taalbrug.nl Meer informatie De transitie naar de nieuwe Wet Passend Onderwijs is niet afgerond met ingang van het schooljaar 2015-2016. De regering zal ook dit schooljaar nog vele aanpassingen en aanvullingen op de huidige wet bekend maken. Schoolbesturen moeten ten aanzien van verschillende thema’s nog verder beleid ontwikkelen. Al deze ontwikkelingen worden op termijn opgenomen in de schoolgids. Echter beleidsontwikkeling zal sneller gaan dan bijstelling van de schoolgids, vandaar dat we u graag wijzen op belangrijke aanvullende informatiebronnen, te weten: www.steunpuntpassendonderwijs.nl www.passendonderwijs.nl
34
De Ondersteuningsroute op SKOzoK scholen De onderwijsbehoeften van een kind kunnen complex zijn, waardoor ons onderwijs onvoldoende aansluit bij wat uw kind nodig heeft. In eerste instantie gaat de school zelf verder onderzoeken wat er nodig is. Daarbij kunnen ze verschillende instanties consulteren. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. Op basis van deze adviezen stelt de leerkracht haar onderwijs bij. Arrangement Wanneer dit onvoldoende oplevert, neemt de KO-er in samenspraak met de ouders en leerkracht contact op met de Coördinator Passend Onderwijs van SKOzoK. In veel gevallen plannen we een ondersteuningsgesprek waar ouders altijd bij aanwezig zijn. Samen met eventuele andere betrokkenen (zoals een logopediste, een hulpverlener uit de thuissituatie of een orthopedagoog die recent onderzoek heeft gedaan) zoeken we naar mogelijkheden om nog beter af te kunnen stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. Dit wordt vertaald in een arrangement. Een arrangement kan zeer divers zijn. Er kan een expert ingezet worden die de leerkracht helpt bij het realiseren van een passend onderwijsaanbod voor het kind. Ook kan geconstateerd worden dat de school niet kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van de leerling en dat een school voor speciaal basisonderwijs beter aansluit. Commissie Toelaatbaarheidsverklaring Wanneer in het arrangement ondersteuning vanuit het Samenwerkingsverband opgenomen is, wordt het arrangement wat in het ondersteuningsteam is opgesteld, getoetst door de Commissie Toelaatbaarheid van het Samenwerkingsverband. Het gaat dan om zeer intensieve arrangementen of een plaatsing op speciaal (basis)onderwijs. Deze commissie besluit of het arrangement daadwerkelijk toegekend wordt. De school doet de aanvraag bij het Samenwerkingsverband. Het uiteindelijke besluit wordt door het Samenwerkingsverband naar de school gestuurd. De school communiceert dit met de ouders. Groeidocument Dit is het centrale document wat in de ondersteuningsroute alle betrokkenen informeert. In het groeidocument worden de sterke kanten van een leerling beschreven maar ook wat de leerling belemmert. Daarnaast wordt beschreven wat er op school en thuis al ingezet is om de leerling zo goed mogelijk te begeleiden. Wanneer er een arrangement komt, wordt de inhoud van het arrangement in het groeidocument opgenomen en onderbouwd. Voor veel leerlingen met een arrangement is het van belang dat we de ontwikkeling nauwgezet volgen en evalueren. Dat doen we middels het Ontwikkelingsperspectief (OPP) wat onderdeel is van het groeidocument. In schema ziet de ondersteuningsroute van SKOzoK er als volgt uit:
35
36
5. MARTINUS: DE LERAREN 5.1 Soms zijn de leraren er niet Binnen het onderwijs is er voor de 52-plussers de mogelijkheid om verlof op te nemen. Het aantal uren verlof varieert hierbij van 170 (vanaf 52 jaar) tot 340 (vanaf 56 jaar) per schooljaar. Behalve i.v.m. verlof staan onze leerkrachten ook door andere oorzaken wel eens niet voor de klas. Vanwege het takenpakket binnen onze school zijn sommige leerkrachten vrij geroosterd van lesgeven (de z.g. ambulante tijd). Dit geldt voor onze directie, de ICT’er en leerkrachten die ondersteunende werkzaamheden verrichten. Een leerkracht kan ook afwezig zijn voor het volgen van een cursus onder schooltijd of omdat hij/zij ziek is. Uiteraard doen wij ons uiterste best om te zorgen voor een invalkracht. Wij streven ernaar een beroep te kunnen doen op vaste invallers. In geval van nood combineren wij groepen of doen we een beroep op “ambulante” leerkrachten. In dit laatste geval loopt het andere werk vertraging op. In het uiterste geval worden kinderen naar huis gestuurd. Ouders worden hiervan dan altijd één dag van te voren op de hoogte gebracht. De volledige procedure m.b.t. vervanging ligt op school ter inzage.
5.2 Stagiairs Onze school verwelkomt graag stagiairs. De meesten komen van de Pabo uit Eindhoven en Helmond. Afhankelijk van hun leerjaar hebben stagiairs meer of minder praktijkervaring nodig. Praktijk, betekent meestal: lesgeven aan een groep onder begeleiding van een leerkracht. Met de stagiairs, begeleiders van de P.A.B.O. en de groepsleerkracht maken wij daarbij uiteraard goede afspraken.
5.3 Nascholing leraren In het moderne onderwijs verandert er veel en zijn (ver)nieuw(d)e inzichten nodig om team en individuele leerkrachten mee te laten stromen in de nieuwe tijdsgeest. Voor het team betekent dit dat, passend binnen het SchoolOntwikkelingsPlan (SOP) en het daaruit voortvloeiende BouwOntwikkelingsPlan (BOP), gezamenlijk keuzes gemaakt worden m.b.t. teamscholing. Voor de individuele leerkrachten betekent dit dat zij vanuit hun Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) steeds weer samen met de bouwcoördinator bekijken wat zij uit het uitgebreide cursusaanbod kiezen (het nascholingsplan). Op deze manier trachten wij adequaat in te spelen op de eisen die het vak aan team en individuele onderwijsgevenden stelt.
6. MARTINUS: DE OUDERS 6.1 Wij willen graag de medewerking van onze ouders 6.1.1 Wat mogen wij van elkaar verwachten? U als ouders staat niet alleen voor de opvoeding van uw kinderen. Deze zorg delen wij vanuit onze grondhouding, identiteit, graag met u. Met deze opvoedingsverantwoordelijkheid willen we zeer zorgvuldig omgaan. Daar hebben we elkaar voor nodig. Bij alle overlegsituaties, ouderavonden, 10-minutengesprekken etc. kunnen wij niet zonder inbreng van u. We willen elk kind zo goed mogelijk begeleiden in zijn/haar ontwikkeling. Samen dienen we er in de opvoeding het beste van te maken.
37
6.1.2 Uw medewerking Het overgrote deel van onze ouders zet zich op de een of andere manier in voor onze school. Dat kan zijn: speciale groepsondersteunende activiteiten tijdens het “hoekenwerk” in de groepen 0 t/m 3, helpen tijdens handvaardigheidlessen, bibliotheekwerk (D.C.), assistentie bij schoolreizen, excursies, natuurwandelingen, sportdagen en schoolkamp groep 8, organiseren van festiviteiten, etc. Veelal worden deze activiteiten aangestuurd door coördinatoren, gebundeld in de Ouderraad. De ouders van de St.-Martinusschool hebben een grote betrokkenheid en voelen zich mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Dit uit zich niet alleen in deelname/ lidmaatschap van de Ouderraad of Medezeggenschapsraad, maar vooral in de vanzelfsprekendheid, openheid en doelmatigheid waarop overleg tussen teamleden en medewerkende ouders plaatsvindt. Wij zijn trots op de zo goed draaiende Ouderraad en Medezeggenschapsraad, en dat willen wij graag zo houden!
6.2 Informatie naar ouders over het onderwijs op school Elke ouder is van harte welkom op onze school. Onze leerkrachten zijn zich daarvan bewust en willen graag op vragen inspelen. De beste gelegenheid om met de leerkrachten een afspraak te maken is na de reguliere schooltijden. Bij de directie kunt u ook tijdens de ambulante tijden een afspraak maken. Na ieder rapport worden de zogenaamde 10-minuten-gesprekken gehouden. Na uitreiking van het eerste rapport worden alle ouders uitgenodigd voor een gesprek met de groepsleerkracht. Na de volgende rapporten worden die ouders met wie de leerkracht een gesprek noodzakelijk vindt uitgenodigd of kunnen de ouders zelf aangeven een gesprek te willen. In het begin van elk schooljaar plannen we een algemene ouderavond. We geven ouders en leerkrachten de gelegenheid kennis met elkaar te maken en informeren de ouders dan over allerlei zaken in de verschillende groepen. De vorm en inhoud daarvan kan elk jaar verschillend zijn. Er kunnen speciale ouderavonden georganiseerd worden bij sommige gelegenheden; bijvoorbeeld bij het introduceren van een nieuwe lesmethode, voorlichtingsavonden voor het Voortgezet Onderwijs, voorlichtingsavonden m.b.t. De Vreedzame School, etc. Tevens hebben wij ’t Bruggetje. Om de veertien dagen wordt op donderdag dit infoblaadje met actuele zaken, berichten, vragen, herinneringen etc. naar u gezonden via de mail.
INFORMATIE…COMMUNICATIE...BETROKKENHEID…RELATIE… Bovenstaande termen hoor je vaak als je het hebt over “hoe brengen en/of houden team, kinderen en ouders elkaar op de hoogte van allerlei zaken die in de school- of thuissituatie spelen”. Je kunt dan, zoals hierboven, een aantal middelen opnoemen. Sommigen daarvan vinden slechts één of enkele keren per jaar plaats, anderen worden veelal schriftelijk doorgegeven. Als team vinden wij het belangrijk dat “informatie…communicatie…betrokkenheid…relatie” niet alleen “termen” zijn en hebben we nagedacht over een manier waarop we, naast bovenstaande middelen, hieraan nog méér invulling kunnen geven. Met invulling bedoelen we vooral ook “zichtbaarheid” en dan met name óp school, dus bínnen in het gebouw. Vaak horen we van mensen die onze school bezoeken hoe uitnodigend het gebouw en de omgeving (speelterreinen) is. Daar zijn we als team trots op, maar nóg trotser zijn en willen we zijn op hetgeen we dóen in en rondom dat gebouw. En juist dát is belangrijk als je het hebt over informatie…communicatie, etc.
38
Het Bruggetje verschijnt om de twee weken met actuele berichten. In onze schoolgids vertellen we elk jaar over onze visie, onze missie, onze identiteit, onze zorg voor kinderen, onze leer- en werkvormen, allerlei (praktische) zaken m.b.t. de gehele organisatie, etc., etc. Dit blijven we doen, maar we willen ook graag een aantal facetten meer visueel maken. Dit zou via de website kunnen (proberen we ook steeds beter te doen), maar we willen het ook visueel maken voor kinderen én ouders ín het gebouw. We doen dat via informatieborden: A. Bij de beide zij-ingangen hangt een bord met algemene informatie voor ouders en/of kinderen (denk aan: M.R.-verslag, info-posters vanuit instanties, etc.) B. In de gang bij de hoofdingang, die naar de aula leidt, hangen drie borden: a. één voor klasseninformatie: bv. kinderwerkjes uit de groepen b. één voor info m.b.t. De Vreedzame School: bv. het Stappenplan c. één voor info m.b.t. een lopende schoolontwikkeling: bv. zelfstandig werken Ook staat hier een folderkast met de schoolgids, ’t Bruggetje, inschrijfformulieren en allerlei folders/gidsen m.b.t. GGD, jeugdgezondheidszorg, etc. We visualiseren de thema’s extra door op de borden actuele foto’s te tonen uit de dagelijkse praktijk. Op deze manier willen we ook de kinderen in de gelegenheid stellen aan iedereen te laten zien wát ze allemaal doen, hóe ze het doen en wát ze er van vinden. Zodoende leveren zij hun bijdrage aan praktische en actuele informatievoorziening, worden en blijven ze erbij betrokken en kunnen ze zelf zien hoe knap ze zijn en hoe hard ze werken. Zíj staan n.l. op die foto’s. Iedereen die onze school binnenkomt kan dus meteen zien waar we als school mee bezig zijn en dat we daar terecht trots op mogen zijn.
6.3 Hoe kunt u met de school meedenken en praten? Op onze school kennen wij een tweetal overlegorganen: de Ouderraad (O.R.) en de wettelijk geregelde Medezeggenschapsraad (M.R.).
6.3.1 De Ouderraad Onze Ouderraad spant zich o.a. in: om activiteiten goed te laten verlopen om de samenhang tussen activiteiten te waarborgen om een bijdrage te leveren aan de meningsvorming en informatie tussen geledingen (team- O.R.- M.R.) en ouders om hiervoor gevraagd of ongevraagd voorstellen of standpunten aan deze geledingen uit te brengen. Al onze ouders krijgen aan het begin van elk schooljaar een aanmeldingsformulier. Hiermee kunnen de ouders zich opgeven voor allerlei activiteiten. De O.R. bestaat uit maximaal 14 ouders, aangevuld met 1 á 2 leden van het schoolteam. De directeur woont de vergaderingen incidenteel bij en heeft daarbij een adviserende rol. Ieder lid van de O.R. is coördinator van één of meerdere activiteiten. Wij noemen (in willekeurige volgorde) de volgende activiteiten: - festiviteiten (St. Nicolaas, Kerst, Carnaval, Pasen, Spelletjesdag) - schoolkrant - foto’s maken - sportdagen - IVN - bibliotheekwerk/DC - schoolreis De Ouderraad heeft een eigen reglement en de bijeenkomsten zijn voor iedereen toegankelijk. Verder is de Ouderraad lid van de Nederlandse Katholieke Oudervereniging (N.K.O.).
6.3.2 Afspraken O.R.-team: procedure gezamenlijke activiteiten Procedure: 1. per schooljaar komt er een lijst met gezamenlijke activiteiten die uitgevoerd worden
39
i.s.m. O.R. en team 2. bij elke gezamenlijke activiteit hebben mensen uit de O.R. en het team zitting in een werkgroep 3. de werkgroep: a) start met intern(e) overlegmoment(en) over de gezamenlijke activiteit m.b.t.: -de inhoud: wat gaan we doen? -de organisatie: hoe gaan we het doen?, wie doet wat en wanneer?, etc. -de kosten: raming, contact en afspraken met penningmeester M.R. en komt zodanig tot een voorstel. b) doet na het interne overleg een voorstel naar O.R. en team waarbij gevraagd wordt naar reacties (tips, aanvullingen etc.). Dit kan in een vergadering en/of via de mail. c) bespreekt de ontvangen reacties uit O.R. en team in een intern overleg en beslist (heeft mandaat vanuit O.R. en team) over de definitieve inhoud en organisatie van de gezamenlijke activiteit. O.R. en team nemen het besluit over en werken mee aan de uitvoering van de gezamenlijke activiteit. d) verzorgt alle communicatie naar O.R., team, hulpouders, ouders en evt, externen. 4. In de schoolgids wordt de procedure m.b.t. activiteiten opgenomen. De werkgroep kan hiernaar refereren. Lijst met gezamenlijke activiteiten: - voorafgaand aan elk schooljaar vaststellen door voorzitter OR en lid managementteam - tijdens O.R.-vergadering en teambijeenkomst: invullen van de leden van de werkgroepen - indien gedurende het schooljaar ideeën voor nieuwe gezamenlijke activiteiten ontstaan: - idee aangeven middels agendering op agenda van O.R. of team. - Daarna bespreking in O.R. en team (tijdens vergadering en/of mail) i.v.m. meningsvorming. - Voorzitter O.R. en lid managementteam ontvangen meningen en nemen een besluit. (wel of niet inlassen van activiteit) - indien besluit positief: vanuit O.R. en team wordt een werkgroep samengesteld. De werkgroep volgt de procedure.
6.3.3 De Medezeggenschapsraad (M.R.) De Medezeggenschapsraad overlegt met de directie en de G.M.R. (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, binnen SKOZOK) over belangrijke zaken als: - besteding van gelden - huisvesting - onderwijsinhoudelijke zaken - de vaststelling van vakanties en vrije dagen In onze M.R. zijn zowel de geledingen van de ouders als de leerkrachten vertegenwoordigd: beide geledingen met 2 leden. Voorts kent elke geleding een adviseur. Namens de leerkrachten is dat onze directeur. De directeur heeft tevens mandaat om namens het bevoegd gezag de M.R. te informeren en te onderhandelen. De M.R. heeft een tweetal rechten: instemmingsrecht en adviesrecht. In het M.R.reglement (ligt ter inzage op school) kunt u hierover alles lezen. De M.R. vergadert ongeveer vier keer per jaar. De vergaderingen zijn openbaar en zowel de agenda als de notulen worden opgehangen op de prikborden bij de ingangen van onder- en bovenbouw. M.R.- leden worden gekozen voor een periode van vier jaar. Voor alle scholen die vallen onder bestuur van de SKOZOK is er tevens een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (G.M.R.) opgericht. Deze G.M.R. behartigt de gezamenlijke belangen.
40
6.3.4 Ouders en bestuur Het schoolbestuur, “SKOZOK” is met ingang van het schooljaar 2000 wettelijk het bestuur van alle scholen van Zuidoost Kempen. Ouders kunnen via de Medezeggenschapsraad en Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad invloed uitoefenen op het bestuur.
6.4 Voor-, tussen- en naschoolse opvang Voor- en naschoolse opvang: Het bevoegd gezag, c.q. de directeur, is verplicht om te zorgen dat deze opvang geregeld is. Als school zijn wij daarom een overeenkomst aangegaan met Kinderstad. Ouders die hiervan gebruik willen maken, kunnen informatie inwinnen via de website: www/kinder-stad.nl Daarnaast zijn er enkele kinderen die vanuit onze school naar kinderdagverblijf Mira gaan. Tussenschoolse opvang (het overblijven) Daar de school de opdracht heeft om er voor te zorgen dat overblijven mogelijk is hebben we in overleg met onze MR besloten om het overblijven uit te besteden aan “TSO Samen Eten”. In onderstaande brief stellen zij zich aan u voor. SAMEN ETEN bij de St Martinusschool Beste ouders, Mijn naam is Debby Spijkerman en ik ben eigenaar van TSO Samen Eten. Op verschillende scholen in Valkenswaard verzorg ik het overblijven. Vanaf schooljaar 2014/2015 doe ik dit ook op de St Martinusschool, samen met vrijwillige overblijfkrachten. Wij zullen er voor zorgen dat er steeds voldoende vrijwilligster/gers zijn. Hoe gaat het overblijven eruit zien; Algemeen - Overblijven moet voor kinderen een ontspannen moment zijn. Even uit het ritme van school. - Een belangrijke taak van de overblijfkrachten is dan ook dat alle kinderen het naar hun zin hebben bij ons. - we hanteren de regels van school en hebben respect voor elkaar en dus ook voor de overblijfkrachten. Dagen en verdeling - Op maandag, dinsdag en donderdag is er een mogelijkheid tot overblijven. - Het overblijven start om 12.00 uur en duurt totdat de bel gaat en alle kinderen teruggaan naar de klassen. - Het overblijven vindt plaats binnen school in de aula - De overblijfkracht gaat bij de kinderen aan tafel zitten en eet gezellig mee. Er mag gekletst worden, maar er wordt ook naar elkaar geluisterd. Wat mogen de kinderen meenemen - Kinderen nemen elk hun eigen lunchtrommeltje mee. - Daarnaast neemt elk kind ook zijn eigen drinken mee. Dit kan als u wilt in de koelkast gezet worden die in de keuken staat. - Het beleid van school is geen snoep . Dus bij het overblijven vragen wij u nadrukkelijk om geen snoep mee te geven. Er zijn voldoende alternatieven. 41
Na het eten - Wij vinden het belangrijk dat de kinderen zich prettig en thuis voelen bij TSO Samen Eten. Het is immers ook pauze voor de kinderen: tijd voor ontspanning. - Bij goed weer gaan we met de kinderen buiten spelen. - Voor kinderen die het willen zullen er ook activiteiten worden aangeboden. - Bij slecht weer worden er altijd activiteiten aangeboden. Denk maar aan knutselen, lezen en spelletjes doen. Inschrijven - U kunt uw kind(eren) inschrijven via ons inschrijfformulier. Per kind graag 1 inschrijfformulier. - Hier kunt u op aangeven of uw kind(eren) op vaste dagen of flexibel wilt laten overblijven op het moment dat het nodig is. - Speciale zaken zoals medicijnen etc. kunt hier ook op invullen. - Ook geeft u via het inschrijfformulier toestemming tot automatische incasso Betalen en kosten - Het overblijven kost €2,10 per kind per keer - Wij houden bij hoe vaak uw kind(eren) per maand is overgebleven. - De kosten worden op het eind van de maand geïncasseerd. - U betaalt dus nooit vooraf, zo kan er niet te veel worden betaald. Aan- en afmelden - Komt uw kind(eren) op vaste dagen dan hoeft u ze niet apart aan te melden. Mocht uw kind(eren) op een vaste dag niet komen, dan wel even afmelden. - Blijft uw kind flexibel over, dan moet u dit per overblijfdag even aanmelden. - Voor het aan- en afmelden kunt u kiezen uit één van onderstaande manieren. U kiest de manier de u het makkelijkst vindt: 1. Via de mail:
[email protected] 2. Via het telefoonnummer: 06-47162799 (bij geen gehoor graag voicemail inspreken) U mag ook een sms of WhatsApp naar dit nummer sturen. 3. Via de brievenbus op school. Vermeld altijd duidelijk de naam van het kind, de groep en dat het de St. Martinusschool betreft. Let op: U moet uiterlijk vóór 10.30 uur van de dag het overblijven aanmelden (als uw kind op vaste dagen komt hoeft dat natuurlijk niet) Als uw kind niet komt overblijven geldt ook afmelden vóór 10.30 uur Vragen, suggesties, opmerkingen en klachten Mocht er iets zijn wat u kwijt wilt omtrent het overblijven dan kunt u mij altijd op de bovenstaande manieren bereiken. Er is zeer regelmatig contact met de directie van de school. En bij zaken die daar om vragen zal er altijd direct overleg zijn met de directie. Met vriendelijke groeten, Debby Spijkerman TSO Samen Eten 06-47162799
42
6.5 Waar kunt u naar toe met een klacht? Op de eerste plaats hopen wij natuurlijk dat er geen klachten over onze school zijn of ontstaan. Toch zal het kunnen voorkomen dat u een vraag wilt stellen of een klacht indienen over een gebeurtenis binnen onze schoolorganisatie. Uiteraard is de leerkracht van uw kind daarbij de aangewezen persoon om met u te overleggen. Ook onze interne begeleider kan daarbij betrokken worden. Mocht dit voor u geen oplossing bieden dan kunt u vervolgens terecht bij de directie van onze school. Ook kunt u met uw klacht terecht bij de M.R. van onze school. Tot slot, al hopen wij uiteraard niet dat het zover zal komen, kunt u nog een beroep doen op de klachtenregeling, zoals die op onze school is vastgelegd.
6.5.1. De Klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden, of kunnen er fouten gemaakt worden. Dat is op onze school niet anders. Ouders zijn altijd welkom bij de klassenleerkrachten om dergelijke zaken te bespreken en samen zal dan naar een goede oplossing gezocht worden. Elke leerkracht neemt U altijd serieus, luistert goed naar U en tracht zodoende samen met U naar de beste oplossing te zoeken. Natuurlijk is het ook mogelijk om met vragen, problemen of klachten over het onderwijs, de aanpak van de kinderen of andere zaken, naar de directeur te stappen. Deze zal proberen zo'n probleem in overleg met de ouders, de groepsleerkracht en eventuele andere betrokkenen zo snel mogelijk op te lossen. Als ouders niet tevreden zijn over de manier waarop een probleem of klacht wordt opgepakt, kunnen ze de zaak bespreken met de interne contactpersoon. Deze is ervoor om te zorgen dat klachten van kinderen of ouders altijd serieus worden genomen en op een passende manier worden afgehandeld. Op onze school hebben we drie contactpersonen: - mevrouw Frenneke Kuijlaars, ouder, Bergstraat 67, 5551 AW te Dommelen, tel.nr. : 06-15303724 - mevrouw Chantal van Werde, ouder, Monseigneur Smetsstraat 10, 5551 AB te Dommelen, tel. nr.: 040-2044885. - Juffrouw Marloes Tel.: 040-2017970 (school). Elke ouder of elk kind kan een beroep op hen doen als er problemen zijn. Het gesprek wordt vertrouwelijk behandeld en er worden geen stappen gezet zonder uw toestemming. De contactpersoon gaat in overleg met u over wat er moet worden gedaan of wie er moet worden ingeschakeld om tot een goede oplossing te komen. Als dat nodig mocht zijn, wordt een klacht doorverwezen naar één van de twee externe vertrouwenspersoon. De externe vertrouwenspersoon van Skozok is: - de heer Henk Karsmakers, tel. 06 – 11216536, e-mailadres:
[email protected] Als u met een klacht bij hem komt, zal hij eerst nagaan of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Lukt dit niet, of is de klacht dermate ernstig dat verder gaan noodzakelijk geacht wordt, dan kan de klacht ter behandeling voorgelegd worden aan de door de Stichting GCBO (Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs) ingestelde algemene klachtencommissie, waarbij ons schoolbestuur aangesloten is. Het adres is: Stichting GCBO Postbus 82324 2508 EH Den Haag Telefoon: 070-3861697 E-Mail:
[email protected]
43
Ook is het mogelijk dat u zich rechtstreeks wendt tot de externe vertrouwenspersoon of tot de algemene klachtencommissie. Dat laatste moet altijd schriftelijk gebeuren.
Samengevat: 1) Altijd eerst overleg met de klassenleerkracht. Bij onvoldoende resultaat: 2) Overleg met de directie. Bij onvoldoende resultaat: 3) Overleg met de interne contactpersoon. Bij onvoldoende resultaat: 4) Inschakeling van de externe vertrouwenspersoon. Bij onvoldoende resultaat: 5) Indienen van de klacht bij de algemene klachtencommissie. De klachtenprocedure is te vinden op de website van onze school en op de website van Skozok.
6.6 Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten De leerlingen van onze school zijn wettelijk verplicht om deel te nemen aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders is het mogelijk dat de directeur een leerling vrijstelling verleent voor het volgen van het vak godsdienst/levensbeschouwing. Een dergelijk verzoek dient schriftelijk ingediend te worden bij de directeur van de school. Als de directeur deze vrijstelling verleent, geeft hij tevens aan welke onderwijsactiviteit voor de leerling in de plaats komt van die waarvoor vrijstelling verleend wordt.
6.7 Regels voor schorsing en verwijdering (excessief gedrag) Als het nodig is tot deze zware maatregelen over te gaan, handelt de directeur volgens de wet op het Primair Onderwijs, artikel 40. De beslissing tot schorsing of verwijdering wordt altijd door het bevoegd gezag genomen. We vinden het van groot belang dat team, ouders én kind samen in preventieve zin werken aan het voorkomen van “excessief” gedrag. Denk daarbij aan het programma “De Vreedzame School” en onze “Tinuskes” (zie ook bij 2.3: School, kind en samenleving). We hebben binnen het team afspraken gemaakt hoe te handelen als het tóch voorkomt. De leerkracht bespreekt excessief gedrag persoonlijk met de ouders en het kind (bijvoorbeeld pesten, bewust pijn doen, schuttingtaal, brutaal) Zo nodig wordt een handelingsplan voor het gedrag opgesteld. Dit bepaalt de groepsleerkracht in samenwerking met de kwaliteitsondersteuner. Zoals bij elk handelingsplan wordt dit ondertekend door ouders en leerkracht. Bij structureel excessief gedrag vindt bespreking plaats op directieniveau. Indien nodig handelt de directie dan volgens hierboven genoemde wet.
6.8 Verstrekken van onderwijskundige rapporten Voor iedere leerling die de school verlaat, wordt door de klassenleerkracht van de desbetreffende leerling in overleg met de kwaliteitsondersteuner en directeur een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit rapport geeft aan welke resultaten de leerling behaald heeft. Daarbij is ook de sociaal emotionele ontwikkeling erg belangrijk. Het onderwijskundig rapport wordt via een beveiligde website ingevuld. De school waar een leerling aangemeld is, kan dit rapport met behulp van de persoonlijke gegevens van een leerling opvragen. De ouders ontvangen een afschrift van het rapport of hebben de mogelijkheid om dit rapport in te zien.
44
6.9 Ouderbijdrage We hebben een zo groot mogelijke betrokkenheid van leerkrachten, kinderen en ouders voor ogen, voor een zo laag mogelijk bedrag. Aan het begin van het schooljaar vragen wij per kind €15,00. Deze betaling berust op basis van vrijwilligheid, al moet gezegd worden dat de ouders het belang ervan inzien: wij krijgen meestal 100% binnen. De ouderbijdrage wordt gebruikt voor allerlei leuke activiteiten, zoals vieringen van Sinterklaas, Kerstmis, Pasen, carnaval, sport/spelletjesdag. De medezeggenschapsraad int en beheert de gelden; (begroting en afrekening liggen bij de M.R. ter inzage). De ouderraad is meestal belast met de uitvoering van de activiteiten (zie bijlage 3; de model overeenkomst). Daarnaast wordt er elk jaar een ouderbijdrage gevraagd voor het schoolreisje en in groep 8 voor de musical / afscheidsavond en het kamp.
6.10 Sponsoring In de schoolgids moet worden opgenomen wat het beleid van de school is ten aanzien van sponsoring en welke normen de school daarvoor hanteert. Op dit moment is het zo, dat er nog geen sprake is geweest van sponsoring, waaruit verplichtingen voorvloeien, waarmee de leerlingen worden geconfronteerd. Dat willen we ook zo houden. We wensen geen afhankelijkheid van sponsors en geen reclame in ons lesmateriaal en onze leermiddelen. Mochten er zich in de toekomst ontwikkelingen voordoen, die gaan in de richting van sponsoring, dat zullen we ons houden aan de afspraken die staan in het convenant over sponsoring, dat de staatssecretaris van O.C.W. heeft gesloten met de onderwijsorganisaties.
6.11 Schoolverzekering Regelmatig komen bij scholen vragen binnen over schade die kinderen hebben opgelopen binnen school of op het schoolplein. De vraag is dan altijd: wie betaalt de schade? SKOzoK heeft voor al haar scholen een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallen- en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd,voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets enz.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dit verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school/het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moet worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles wordt er een bal geschopt. Deze komt op een bril van een leerling terecht en de bril is kapot. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt (dan ook) niet door de school vergoed.
45
Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.
6.12 Fietsen op school: I.v.m. het feit dat erg veel kinderen (onnodig!!!) met de fiets naar school komen, verzoeken wij alle ouders/verzorgers zéér dringend om samen met hun kind de noodzaak van het op de fiets naar school gaan te bespreken. Wij vinden het erg belangrijk te benadrukken dat wij het volste vertrouwen in u als ouders/verzorgers hebben dat u samen met uw kind(eren) de juiste beslissing neemt. Echter, daar het ondoenlijk is (ieder gaat uit van zijn eigen situatie) stellen wij hiervoor geen richtlijnen of regels op en gaan wij niet in discussie over het wel of niet terecht met de fiets naar school komen. Wij hebben daar echter wel de volgende mening over: voor kinderen die binnen 10 minuten lopen van school wonen is het onnodig met de fiets te komen. Ze dragen bij aan een stallingprobleem waarvan de kinderen die terecht met de fiets komen de dupe kunnen worden doordat hun fiets beschadigd kan worden door overbezetting van de stallingmogelijkheden. We willen duidelijk aangeven geen enkele aansprakelijkheid te willen aanvaarden en geen enkele actie te willen ondernemen m.b.t. eventuele schade aan of verlies van de fiets(en) van kinderen die onnodig met de fiets komen.
6.13 Verwachtingen ouders – school / school – ouders In deze schoolgids vertellen wij hoe m.b.t. een groot aantal zaken dingen geregeld zijn. Belangrijk daarbij is te weten welke afspraken c.q. verwachtingen er naar elkaar toe zijn. Samenvattend willen wij er in onderstaand overzicht graag nog een aantal uitlichten c.q. toevoegen. Wat de ouders van de school kunnen verwachten: De school zorgt ervoor dat de ouders over een duidelijke schoolgids beschikken en realiseert goed onderwijs zoals dat in de schoolgids beschreven staat. De school geeft ouders in ieder geval twee keer per jaar de gelegenheid zich te laten informeren over de vorderingen en het welbevinden van hun kind. Als er zich tussentijds zorgen of problemen voordoen met betrekking tot de ontwikkeling van het kind, dan worden die direct met de ouders besproken. De school volgt systematisch de ontwikkeling van het kind. Bij leer- en/of gedragsproblemen reageert de school alert. Het zorgplan van de school is hierbij het uitgangspunt. Als verdere stappen gezet moeten worden, worden de ouders hier altijd over geïnformeerd. Als er een plan van aanpak opgesteld wordt, worden de ouders hierbij betrokken. Op vastgestelde tijden wordt het plan met de ouders geëvalueerd. In dit kader zijn individueel gemaakte afspraken bindend.
Wat de school van de ouders kan verwachten: De ouders(verzorgers) nemen kennis van de inhoud van de schoolgids en onderschrijven de inhoud en de uitgangspunten daarvan. De ouders(verzorgers) informeren de school als hun kind problemen heeft in de thuissituatie of op school. De ouders(verzorgers) tonen belangstelling voor hun kind door steeds in te gaan op de uitnodiging voor oudergesprekken. De ouders(verzorgers) geven toestemming voor het afnemen van díe testen en toetsen die bij hun kind nodig zijn voor een juiste diagnose. De ouders(verzorgers) verlenen toestemming om, indien nodig, de ontwikkeling van het kind te bespreken met beroepskrachten of hulpverleners van buiten de school en het kind de extra begeleiding te geven die het nodig heeft. In dit kader zijn individueel gemaakte afspraken bindend.
46
De school zorgt ervoor dat de geplande lessen zoveel mogelijk doorgaan. Indien nodig treedt de vervangingsprocedure in werking. De ouders(verzorgers) worden tijdig geïnformeerd over zaken die de school en de leerlingen betreffen. De school houdt zich aan de leerplichtwet. De kinderen krijgen alleen extra verlof als dit wettelijk toegestaan is. De school respecteert de cultuur en geloofsovertuiging van de ouders. De school werkt aan een veilig schoolklimaat voor leerlingen, personeelsleden en ouders. Dat houdt in een respectvolle, eerlijke en positieve omgang met elkaar. Zo nodig worden maatregelen genomen om dit schoolklimaat te bevorderen. Agressie, geweld of excessief gedrag wordt door de school niet gebruikt en niet getolereerd van ouders of leerlingen.
De ouders(verzorgers) maken afspraken met externe hulpverleners buiten schooltijd. De ouders(verzorgers) lezen de informatie en vragen indien nodig om toelichting. De ouders(verzorgers) vragen indien nodig voor hun kind tijdig extra verlof aan bij de directeur en houden zich aan de leerplichtwet. De ouders(verzorgers) respecteren de grondbeginselen van de school, zoals beschreven in schoolplan en schoolgids. De ouders(verzorgers) werken mee aan het realiseren van een veilig schoolklimaat door op een respectvolle, eerlijke en positieve manier om te gaan met de leerkrachten en dit ook van hun kinderen te vragen. Eventuele maatregelen om dit schoolklimaat te bevorderen worden door de ouders onderschreven. Agressie, geweld of excessief gedrag wordt door ouders(verzorgers) niet gebruikt en wordt niet getolereerd van hun kinderen.
7. MARTINUS: DE TOEKOMST 7.1 Werken aan de toekomst De toekomst, en dus ook de onderwijsontwikkelingen, zijn niet te voorspellen. Werken aan de toekomst is werken aan de ontwikkeling van kinderen. Zij zijn immers de toekomst. Instituten als schoolbegeleidingsdiensten, de gemeente Valkenswaard, de afdeling Onderwijs en anderen geven ons nu en in de toekomst beleidskaders. Onze zorg voor kinderen past helemaal in het WSNS-verhaal. Uitgaande van de acceptatie van kinderen zoals ze zijn, proberen we kinderen zich maximaal te laten ontwikkelen. Door het kind centraal te stellen speelt het een steeds groter wordende rol in verantwoordelijkheden. In ons onderwijs willen we werken aan een verhoging van de zelfstandigheid en het samenwerkend leren. Bij onze keuze van nieuwe lesmethodes is dit een belangrijk aandachtspunt. Als opvoeders, wij als leerkrachten op school voor ruim 5 uur per dag en u als ouders thuis voor de rest van de dag, hebben we elkaar nodig. Goede contacten, met elkaar dezelfde taal spreken, dezelfde opvoedingsdoelen nastreven; dit alles vraagt om een gezamenlijke investering om een goede onderlinge afstemming te krijgen. Doel blijft: de ontwikkeling van uw kind(eren). De ontwikkelingsgroei van de kinderen volgen wij op school door: dagelijkse observatie en dagelijkse omgang met de kinderen; het leerlingvolgsysteem; waarin zowel de leerresultaten als het sociale functioneren van elk kind gevolgd wordt.
7.2 Martinus en de anderen De St.-Martinusschool staat niet op een eiland. Contacten met buurt- en plaatselijke scholen vinden wij belangrijk. De directies van Dommelse en andere Valkenswaardse scholen, maar ook die van het grotere geheel van SKOZOK, hebben zeer frequent contact over bijvoorbeeld onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen en afstemming daarop. Andere externe contacten zijn er met: de PABO i.v.m. cursussen voor leerkrachten en het plaatsen van stagiaires;
47
gemeentelijke instanties i.v.m. gebouw en terrein, onderwijsprojecten, etc. de G.G.D. i.v.m. geneeskundige onderzoeken van leerlingen, inentingen, advisering veiligheid gebouw/terrein, etc. de Haltwinkel i.v.m. vandalisme, preventieprojecten , etc. buurtvereniging i.v.m. het onderdeel zijn van de gemeenschap, activiteiten, etc. bloemencorso Oud-Dommelen: elk jaar opnieuw bezoeken wij de tent waar de wagen gemaakt wordt en nemen kinderen daaraan deel carnavalsvereniging: i.v.m. de viering van carnaval op school buurtbrigadier (wijkagent)
8. MARTINUS: KIJK NAAR JEZELF 8.1 Sterkte/zwakte analyse van de school Wanneer wij kijken naar de beschrijving in ons Schoolplan kan geconcludeerd worden dat: er sprake is van een duidelijke groei in de leerlingenzorg; de zorg voor het jonge kind de nodige aandacht heeft bijna alle methodes vernieuwd zijn/worden; door zelfstandig werken de leerkrachten tijdsruimte krijgen om te werken met zorgkinderen. Het werken in heterogene groepen, het stillezen, maar zeker ook het samen feestvieren sluit aan bij de gedachte: we kunnen veel van elkaar leren c.q. we hebben elkaar nodig. Deze attitude is de laatste jaren flink gegroeid en is steeds meer merkbaar binnen onze school. Doordat de Martinusschool een kleine school is biedt dit een aantal voordelen in de richting van directheid, bekendheid en sfeer/gemoedelijkheid. Het gegeven dat alle leerlingen en teamleden elkaar kennen wordt ons inziens goed benut. Tegelijkertijd beseffen wij dat het gegeven van een kleine school ook een aantal beperkingen met zich mee brengt. Onze leerkrachten moeten taken verrichten die bij een groot team onder meerdere personen verdeeld kunnen worden: ambulante tijd ontbreekt of is niet toereikend. Het is voor de school een goede zaak periodiek een zelfonderzoek te verrichten. Deze schoolgids, die de komende jaren door ons aangevuld en gewijzigd zal worden, zal samen met de beschrijving van het schoolplan, ijkpunten bieden om een sterkte-/zwakte analyse te maken. Van daaruit kunnen weer vervolgstappen zetten voor onze verdere schoolontwikkeling.
8.2 Meningen van kinderen en ouders over onze school 8.2.1 Enquêtes onder ouders en kinderen: Elk schooljaar laten we alle leerlingen in het kader van de Vreedzame School de “veiligheidsmeter” invullen. Het afgelopen jaar bleek weer dat het overgrote merendeel van de kinderen graag naar school gaat en zich daar en in de nabije omgeving veilig voelt. Met alle kinderen, die bij één of meerdere criteria aangeven zich niet veilig of onprettig te voelen, wordt door de groepsleerkracht daarover een gesprek gevoerd. Enerzijds om duidelijk te krijgen waaraan het scheelt, anderzijds om oplossingen te zoeken of te bieden. In maart 2015 is er op alle SKOzoK-scholen een tevredenheidonderzoek afgenomen onder ouders, kinderen en leerkrachten. In bijlage 5 en 6 van deze schoolgids is een samenvatting van de resultaten opgenomen.
48
Verder halen wij onze informatie uit de verslagen en gesprekken met de oudergeledingen van O.R. en M.R.
8.3 Leerresultaten Elk leerjaar worden er toetsen afgenomen om de leerresultaten te kunnen vergelijken met voorafgaande schooljaren, om zo het leerprogramma aan te kunnen passen aan de individuele leerlingengebonden behoefte. Via Cito-toetsen volgen we de leerlingen op het gebied van taal, rekenen, spelling, begrijpend lezen en wereldoriëntatie. Ook proberen we de sociaal-emotionele ontwikkelingen te volgen. De resultaten van deze Cito-leerlingvolgsysteem toetsen worden opgenomen in het groepsoverzicht en met de kwaliteitsondersteuner besproken. Met de ouders worden daarna de nodige handelingsplannen doorgenomen. De Cito-eindtoets (zie bijlage 7) geeft een indicatie die gebruikt wordt voor de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs. We ontvangen ook een overzicht om de leerresultaten van onze school te vergelijken met de landelijk gemiddelde scores. De uitstroom groep 8 staat ook in bijlage 7. Deze uitslagen (Cito plus uitstroom) worden elk jaar met de ouders van groep 8 leerlingen besproken. Hebt u vragen naar aanleiding van deze gegevens, wendt u zich dan tot de directeur.
9. MARTINUS: SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 9.1 Schooltijden Alle kinderen gaan per week 24,5 uur naar school. Schooltijden voor alle groepen: Maandag 8.30 - 12.00 uur 13.00 - 15.15 uur Dinsdag 8.30 - 12.00 uur 13.00 - 15.15 uur Woensdag 8.30 - 12.15 uur Donderdag 8.30 - 12.00 uur 13.00 - 15.15 uur Vrijdag 8.30 - 12.00 uur Regels voor aanvang en einde schooltijd De kinderen uit groep 0 t/m 2 kunnen vanaf 08.20 uur door hun ouders in de klas gebracht worden. Kinderen uit groep 3 t/m 8 kunnen vanaf 08.20 naar de speelplaats gaan. Om 08.30 uur gaat de buitenzoemer zodat de kinderen van groep 3 t/m 8 naar binnen kunnen.
9.2 Schoolverzuim Maatregelen preventie schoolverzuim Als school brengen wij nauwgezet het schoolverzuim in kaart en streven ernaar dit zo laag mogelijk houden. Dit is een logisch gevolg van onze opdracht om alle aan ons toevertrouwde kinderen (zowel leerplichtig als niet-leerplichtig) zo goed mogelijk te kunnen begeleiden gedurende hun basisschooltijd. De regels die wij op onze school in deze kennen zijn de volgende: - een kind wordt geacht altijd op school te zijn tenzij de ouder het heeft afgemeld; - afmelden i.v.m. gezondheidsredenen gebeurt schriftelijk of telefonisch, liefst voor schooltijd maar uiterlijk 08.45 uur; - de school neemt vanaf 08.45 uur contact op met de ouders van de kinderen waarvan geen absentievermelding is binnengekomen. Bij geen geldige redenen tot verzuim wordt de leerplichtambtenaar van de gemeente gewaarschuwd, zodat waar nodig actie ondernomen kan worden.
49
Regels in geval van extra verlof Als de ouders extra verlof wensen voor hun kind, dient dit altijd aan de directeur gevraagd te worden. Deze kan in de volgende gevallen extra verlof toekennen: 1. Eén keer per schooljaar kan ten hoogste 10 dagen extra verlof gegeven worden, als de ouders aantoonbaar vanwege hun beroep (bijv. in de agrarische sector of in de horeca), niet in de reguliere vakanties weg kunnen. Deze dagen mogen echter niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar. Het verlof moet minimaal 1 maand tevoren schriftelijk worden aangevraagd en zal ook schriftelijk beantwoord worden. Als het extra verlof meer dan 2 weken betreft, mag de directeur dit niet geven. Dit moet gevraagd worden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. 2. Bij verhuizing binnen de gemeente 1 dag; buiten de gemeente 2 dagen verlof. 3. Voor het bijwonen van een huwelijk in de familie. Richtlijn 1 dag verlof. 4. Bij een sterfgeval in de familie. Richtlijn: afhankelijk van wat noodzakelijk is. 5. Bij een huwelijks- of ambtsjubileum. Richtlijn: op de dag van het feest verlof. 6. In principe is iedere leerling onder schooltijd op school. Hiervan mag worden afgeweken indien sprake is van gewichtige omstandigheden (leerplichtwet artikel 11g). De directeur beslist of een bezoek aan bijvoorbeeld: RT, logopedie, externe plus klas, onder schooltijd kan plaatsvinden. Dit
betekent dat géén verlof gegeven kan worden voor: een vakantie buiten de schoolvakanties om; het bezoeken van een pretpark buiten schoolverband; een dag eerder dan de schoolvakantie naar het vakantieadres vertrekken; een lang weekend, waarbij de vrijdag of de maandag vrij gevraagd wordt.
Hoe gaan we om met ongeoorloofd verlof? Als blijkt dat ongeoorloofd verlof opgenomen is, wordt dit als zodanig in onze administratie opgenomen. De ouders worden ervan op de hoogte gesteld. Als het nodig geacht wordt (bijv. als het meerdere keren is voorgekomen), meldt de directeur ongeoorloofd verzuim aan de leerplichtambtenaar. Als het ongeoorloofd verzuim plaats vindt op drie achtereenvolgende schooldagen is de directeur verplicht dit bij de gemeente te melden. Wij hopen dat ouders begrijpen dat extra verlof geven niet zomaar kan. We hebben ons gewoon aan de wet te houden en dat willen we ook. Daarom is ons dringend verzoek aan de ouders: géén zaken aan ons vragen die we toch niet toe mogen staan.
9.3 Vakantietijden Jaartelling 2015-2016 VAKANTIES
DATA
Herfstvakantie Kerstvakantie Carnavalsvakantie Pasen Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Calamiteitendag Zomervakantie
26/10 t/m 30/10 21/12 t/m 01/01 08/02 t/m 12/02 ma. 28/03 25/04 t/m 06/05 In de meivakantie ma. 16/05 22/07 25/07 t/m 02/09
UREN 24,50 uur 49,00 uur 24,50 uur 5,75 uur 49,00 uur 5,75 uur 3,50 uur 147,00 uur ______ +
50
309,00 uur Ruimte voor studiemomenten en lokale vrije dagen: Studiemiddagen: 8 x 2,25 uur = 18 uur (08-09, 08-10, 17-11, 14-01, 18-02, 15-03, 12-04, 09-06)
18,00
uur
______ + 327,00 uur * Studiemiddagen/dagen en vrije dagen: alle kinderen zijn dan vrij * Calamiteitendag 22 juli 2015 (indien er gedurende het schooljaar geen calamiteit voorkomt)
Geplande lestijd schooljaar 2015 – 2016: Wettelijk moet elk kind gedurende 8 jaar minimaal 7520 uren onderwijs genieten. Per schooljaar is dit dus 940 uur. De totaal geplande lestijd, na aftrek van studiemomenten, vrije dagen en calamiteitendag, is dit schooljaar voor alle kinderen: 950,50 uur.
10. MARTINUS: DE MEDEWERKERS 10.1 Personeel Ben van Dooren
Cluster-directeur
Jan Kox
Adjunct directeur, ICT-er, Leerkracht groep 7/8
Ester Bergmans
leerkracht groep 3/4 Coördinator onderbouw
Jolanda Caeijers
leerkracht groep 5/6 Coördinator bovenbouw
Jenny Cuyten
leerkracht groep 0/1/2
Max Deuze
Directieondersteuner
Aaf Hagoort
Leerkracht groep 7/8
Lily Stienen
Kwaliteitsondersteuner
Esther Verberne
Administratief medewerker
Ine Verdonk
Leerkracht groep 3/4
Tineke Verdonk
Leerkracht groep 5/6
Marloes Visser
Leerkracht groep 0/1/2
John Wijnands
Conciërge
51
10.2 Medezeggenschapsraad (M.R.) Ouders Eric Cox
Voorzitter
Ingrid Noordman
Penningmeester
Henja van der Vegt
Afgevaardigde vanuit OR
Leerkrachten Ine Verdonk
Lid
Jan Kox
Secretaris
Directie Ben van Dooren
Adviseur
10.3 Ouderraad (O.R.) Susanne Hulsen
Lid
Henja van der Vegt
Voorzitter
Lianne Kornuijt
Lid
Natascha Jansen
Lid
Chantal van Dijk
Lid
Sylvia Mermans
Lid
Willeke van Berlo
Lid
Ilse van Gerven
Lid
Vanuit team: Jenny Cuyten
Coördinator
Jolanda Caeijers
Coördinator
Ben van Dooren
Adviseur
Mochten er in de loop van het schooljaar personele aanvullingen/wijzigingen plaatsvinden, dan zullen deze gepubliceerd worden in Het Bruggetje. Wij verzoeken u deze dan zelf te noteren in bovenstaande tabellen.
52
Bijlage 1. Lijst van gebruikte afkortingen: BOP
: Bouw OntwikkelingsPlan
CITO
: Centraal Instituut voor ToetsOntwikkeling
GGD
: Gemeentelijke GezondheidsDienst
GMR
: Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
KO
: KwaliteitsOndersteuner
IVN
: Instituut Voor Natuureducatie en ontwikkeling
LIO
: Leerkracht In Opleiding
MR
: Medezeggenschapsraad
NKO
: Nederlandse Katholieke Ouderraad
NT2
: Nederlands als Tweede Taal
PABO
: Pedagogisch Academie BasisOnderwijs
POP
: Persoonlijk OntwikkelingsPlan
SO
: Speciaal Onderwijs
SOP
: School OntwikkelingsPlan
SKOZOK
: Samen Koersen Op Zichtbare OnderwijsKwaliteit
VBKO
: Vereniging Besturen van Katholiek Onderwijs
53
Bijlage 2.
Jeugdgezondheidszorg, een gezonde keuze voor alle leerlingen Onze school werkt samen met het team Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Dit team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistent en een medewerker gezondheidsbevordering. We leggen kort uit wat dit team voor ouders/verzorgers en voor de leerlingen kan betekenen. Antwoord op vragen Ontwikkelt mijn kind zich goed? Waar komt die lichamelijke klacht vandaan? Is dit gedrag normaal? Opvoedtwijfels? Voor dit soort vragen kunt u altijd terecht bij het team Jeugdgezondheidszorg. Zij geven advies en bekijken samen met u of verder onderzoek nodig is. Contactmomenten Tijdens de basisschoolperiode komen alle leerlingen van groep 2 en 7 op een vast moment in contact met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Zij kijken naar de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Denk aan groei, gewicht, leefstijl, spraak en taal, maar ook aan schoolverzuim en gedrag. U kunt bij elk contactmoment aanwezig zijn. Inentingen In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt hij of zij de laatste twee inentingen tegen DTP (Difterie, Tetanus en Polio) en BMR (Bof, Mazelen en Rode hond). Meisjes van 12 jaar krijgen ook de vaccinatie tegen HPV (baarmoederhalskanker). De GGD verstuurt hiervoor uitnodigingen. Gezonde school De GGD helpt bij het realiseren van een veilige, gezonde en hygiënische school. Bijvoorbeeld door het voorkomen en bestrijden van hoofdluis en het geven van voorlichting over een gezonde leefstijl. Ook doet de GGD metingen over een gezond leefklimaat en adviseert de school hierin. Over de GGD Vanuit de Wet Publieke Gezondheid is de GGD verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg van kinderen van 4 t/m 19 jaar. De GGD zet zich in om eventuele gezondheidsproblemen en -risico’s op te sporen en zo veel mogelijk te beperken. Onder meer via gezondheidsonderzoeken houdt de GGD (in samenwerking met de school) zicht op de lichamelijke, geestelijke en emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Zo ook op de gezondheidssituatie van uw kind. De GGD gaat zorgvuldig
54
om met alle persoonsgegevens van u en uw kind. De GGD is partner in het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Heeft u vragen?
Kijk op de website www.ggdbzo.nl/ouders
Stuur een e-mail naar:
[email protected] o
Vermeld altijd de voor- en achternaam en geboortedatum van uw kind
Of bel de GGD Brabant-Zuidoost via: 088 0031 414 op maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17. 00 uur.
GGD Brabant-Zuidoost
Bezoekadres
www.ggdbzo.nl
Postbus 8684
Clausplein 10
/ggdbzo
5605 KR Eindhoven
5611 XP Eindhoven
@ggdbzo
55
Bijlage 3. Model overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage
Bs St. - Martinus Groenstraat 1 5551 AV Dommelen
[email protected]
040-2017970
Ondergetekende, ouder / verzorger / voogd* van: 1. ……………………………………………………………. uit groep ………. 2. ……………………………………………………………. uit groep ………. 3. ……………………………………………………………. uit groep ………. 4. ……………………………………………………………. uit groep ……….
verklaart akkoord te zijn met de vrijwillige ouderbijdrage zoals die op B.S. St.-Martinus gevraagd wordt voor het schooljaar 2015-2016. De ouderbijdrage bedraagt € 15,00 per kind.
Naam:………………………………………………………………………………………………………………………………
Adres:……………………………………………………………………………………………………………………………..
Postcode / Plaats: ……………………………………………………………………………………………………….
Datum: ….……/…….…/….……
Handtekening: ……………………………………………..………………………………………………………………
* doorhalen wat niet van toepassing is.
56
Bijlage 4:
Contract ouders/school bij de aanname van leerlingen die door hun handicap extra zorg en aandacht nodig hebben. (leerlinggebonden financiering)
Na de aanvraagprocedure doorlopen te hebben is vastgesteld dat………………………..…….... (naam leerling) aangenomen kan worden als leerling op Basisschool……………………………. De plaatsing zal ingaan op ………………….(datum) en is voor de tijd van het schooljaar …………… Er zal in overleg met de ouders een handelingsplan gemaakt worden. Volgens dat plan zal de school de begeleiding van …………………………………(naam leerling) uitvoeren. Naast tussentijdse evaluaties vindt uiterlijk twee maanden voor het einde van het schooljaar de jaarlijkse eindevaluatie of herindicatie plaats. Bij deze eindevaluatie zijn betrokken: de ouders, de directeur, de leerkracht van het kind, de IB-er en de ambulant begeleider. Op basis van deze eindevaluatie beslist de school of de leerling zijn/haar schoolloopbaan op onze school kan volgen. In eindevaluatie zullen de volgende aspecten betrokken worden : 1. De emotionele component. Hoe staat het met het welbevinden van het kind? 2. De sociale component. Hoe is het sociale gedrag, de reactie op anderen, het samenspelen met anderen. 3. De participatiecomponent : In welke mate kan het kind aan de diverse onderwijsactiviteiten deelnemen? 4. De integratiecomponent : In welke mate is het kind geïntegreerd in de groep? 5. De leercomponent:In hoeverre is er sprake van ontwikkeling ? Gaat het kind vooruit? Welke groei is er te zien geweest? 6. De organisatorische component. Is de organisatie voldoende aangepast aan het kind? 7. De mate waarin de school in staat is de hulpvragen van het kind te beantwoorden. 8. De mate waarin het verblijf van de leerling van invloed is op de andere leerlingen. 9. De ondersteuning die de school gehad heeft en weer kan krijgen voor de begeleiding van de leerling. 10.De mate waarin het verblijf op onze school passend is voor de toekomstige ontwikkeling van de leerling. Als de school uit deze evaluatie de conclusie trekt dat de leerling zijn/haar schoolloopbaan op deze school kan voortzetten, zal dat weer zijn voor de periode van een schooljaar. Als de school uit deze evaluatie de conclusie trekt dat de leerling zijn/haar schoolloopbaan niet op deze school kan voortzetten, zullen de ouders deze beslissing accepteren en zal de leerling bij een andere school aangemeld worden.
Datum :
Plaats :
Handtekening ouders :
Handtekening school :
57
Bijlage 5: Tevredenheidsonderzoek onder ouders In maart 2015 heeft onze school deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. Aan deze peiling hebben 36 van de 65 ouders deelgenomen. Dat is een responspercentage van 55%. Deze 36 ouders/respondenten hebben de peiling voor 48 leerlingen ingevuld. Hiervan zaten 23 leerlingen in de bovenbouw en 25 leerlingen in de onderbouw. De enquête geeft een beeld van de wijze waarop de ouders BS st. Martinus waarderen. Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat ouders aan de school van hun kind geven is 7.60. Onze school St. Martinus scoort gemiddeld 7.53. De waardering van de ouders voor onze school is daarmee 0.07 punt lager dan het landelijk gemiddelde. Rapportcijfer voor de school
Onderstaand een overzicht van de onderwerpen die door veel ouders/verzorgers positief Gewaardeerd worden (pluspunten) en onderwerpen waarover ouders/verzorgers minder tevreden zijn (verbeterpunten). Schoolgebouw en omgeving Onze school wordt door relatief veel ouders gewaardeerd ten aanzien van 'Speelmogelijkheden op het plein' (100% van de ouders is hierover tevreden). Ook zijn relatief veel ouders tevreden over 'Sfeer en inrichting schoolgebouw' (97%), 'Uiterlijk van het gebouw' (97%) en 'Hygiëne en netheid binnen de school' (86%). Ouders zijn minder tevreden ten aanzien van 'Veiligheid op het plein' (17%) en 'Veiligheid op weg naar school' (17%). Begeleiding en sfeer Onze school wordt door relatief veel ouders gewaardeerd ten aanzien van 'Omgang van de kinderen onderling' (98% van de ouders is hierover tevreden). Ook zijn relatief veel ouders tevreden over 'Aandacht voor normen en waarden' (97%), 'Sfeer in de klas' (92%), 'Omgang leerkracht met de leerlingen' (90%) en 'Rust en orde in de klas' (90%). Ouders zijn minder tevreden ten aanzien van 'Begeleiding leerlingen met problemen' (19%). Kennis- en persoonlijke ontwikkeling Onze school wordt door relatief veel ouders gewaardeerd ten aanzien van 'Aandacht voor gymnastiek' (88% van de ouders is hierover tevreden). Schooltijden, regels, rust en orde Onze school wordt door relatief veel ouders gewaardeerd ten aanzien van 'Huidige schooltijden' (97% van de ouders is hierover tevreden). Ook zijn relatief veel ouders tevreden over 'Duidelijkheid van de schoolregels' (92%) en 'Rust en orde op school'
58
(89%). Ouders zijn minder tevreden ten aanzien van 'Opvang bij afwezigheid van de leerkracht' (22%). Leerkracht en contact met de school Onze school wordt door relatief veel ouders gewaardeerd ten aanzien van 'Mate waarin leerkracht naar ouders luistert' (94% van de ouders is hierover tevreden). Ook zijn relatief veel ouders tevreden over 'Vakbekwaamheid leerkracht' (92%), 'Inzet en motivatie leerkracht' (90%) en 'Informatievoorziening over de school' (86%).
59
Bijlage 6 Tevredenheidsonderzoek onder leerlingen Ook hebben onze leerlingen van groep 5 t/m 8 hun mening gegeven. De resultaten geven een beeld van de wijze waarop ze onze school waarderen. Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat leerlingen aan de school geven is 8.08. Onze school scoort gemiddeld 8.69. De waardering van de leerlingen van onze school is daarmee 0.61 punt hoger dan het landelijk gemiddelde.
Onderstaand een overzicht van de tevredenheid van de leerlingen over het betreffende onderwerp. De lessen en de vakken Van de leervakken vinden de leerlingen van BS St. Martinus ‘Techniek’ het leukst. Ook hoog scoren de volgende vakken: ‘Godsdienstles/Levensbeschouwing’ en ‘Het vak geschiedenis’. Minder enthousiast zijn de leerlingen over ‘Het vak taal’ en ‘Het vak aardrijkskunde’. Van de werkvormen zijn de leerlingen het meest enthousiast over ‘Samenwerken’ en ‘Werken met de computer’. Van de vormende vakken vinden de leerlingen ‘Excursies’ en ‘Gymnastiek’ het leukst. De groep en de klas Het grootste deel van de leerlingen, namelijk 96%, heeft het behoorlijk tot goed naar de zin in zijn of haar groep. Van de leerlingen geeft 78% aan dat ze veel vriendjes en vriendinnetjes op school hebben. Ten aanzien van de sfeer in de klas scoort ‘Duidelijkheid regels’ de hoogste gemiddelde waardering. Het meest kritisch zijn de leerlingen over de ‘Rust in de klas’. Welbevinden Van al onze leerlingen geeft 33% aan met plezier naar school te gaan; 53% antwoordt ‘gaat wel’ en 15% vindt schoolgaan niet zo leuk. Landelijk zijn deze cijfers respectievelijk: 45%, 41% en 14%. Op de vraag of er genoeg leuke dingen op school te doen zijn antwoord 75% ‘Ja’; 20% ‘gaat wel’ en 5% ‘niet zo’. 91% van de leerlingen voelt zich veilig in de school, 2% is wel eens bang op het schoolplein. Ten aanzien van het pesten op school geeft 15% aan soms wel eens gepest te worden, 2% geeft aan vaak gepest te worden. Landelijk is dit resp. 21% en 5%. Tevens geeft 5% aan soms zelf wel eens te pesten en 0% pest zelfs vaak. Landelijk is dit resp. 12% en 1%. Via internet wordt 0% soms gepest en 0% vaak. 16% van de leerlingen vertelt niet aan de juf of meester als hij/zij gepest wordt.
60
De juf of meester Als de leerlingen om een oordeel over de eigen juf of meester wordt gevraagd, geeft 71% aan dat deze best aardig is (25% antwoordt ‘gaat wel ’en 4% ‘niet zo’); 76% vindt dat de juf/meester behoorlijk goed kan uitleggen (24% antwoordt ‘gaat wel’ en 0% ‘niet zo’) en 73% vindt hem of haar best wel streng. Ook vindt 58% van de leerlingen dat de juf of meester over het algemeen helpt als dat nodig is en doorgaans extra opdrachten geeft als je snel klaar bent (75% vindt dat hij/zij dat soms tot vaak doet). 85% van de leerlingen vindt dat ze genoeg hulp krijgen bij het werken met de computer. De school Ten aanzien van het schoolgebouw en het schoolplein zijn de leerlingen het meest enthousiast over ‘Inrichting van de school’ en ‘Veiligheid van de weg naar school’; Het meest kritisch zijn de leerlingen over ‘Hygiëne in school’ en over ‘Aantrekkelijkheid schoolplein’. Hobby's en vrije tijd Als de leerlingen thuis zijn leest 35% van onze leerlingen vaak een boek, 69% kijkt vaak televisie en 51% speelt vaak computerspelletjes. Landelijk is dat respectievelijk 44%, 61% en 46%. De computer wordt door 69% van onze leerlingen thuis ook voor schoolwerk gebruikt. Landelijk is dit 70%. Internet wordt door 98% van onze leerlingen soms tot vaak gebruikt. Landelijk is dit 95%. In hun vrije tijd speelt 71% van onze leerlingen vaak buiten; 82% is lid van een sportclub en 49% is lid van een andere club of vereniging. Landelijk is dit respectievelijk 63%, 78% en 37%.
61
Bijlage 7 : Informatie over de resultaten ( Cito eindtoetsen en uitstroom leerlingen van groep 8) De leerlingen van groep 8 nemen elk jaar deel aan de Cito-Eindtoets. De ouders ontvangen hiervan de individuele uitslag van hun kind. Naast deze individuele uitslagen ontvangt de school ook een schooluitslag. Ter informatie geven wij hier de schooluitslagen van de afgelopen vier schooljaren: Eindtoets 2014-2015 535 Eindtoets 2013-2014 538,9 Eindtoets 2012-2013 536,1 Eindtoets 2011-2012 536,8 (Het getal is de standaardscore; een getal dat ligt tussen de 500 en de 550. Dit getal geeft een indicatie waarop het V.O. hun aannamebeleid baseert.) De uitstroom van leerlingen naar het V.O. was in 2014-2015: Aantal leerlingen: 15x VMBO, Kader : 3x VMBO kader/GT : VMBO, Gemengd/Theoretisch : 5x VMBO/HAVO : HAVO : 3x HAVO/VWO : VWO : 4x Deze cijfers kunnen alleen gelezen worden in de context waarin de resultaten behaald werden. (zie bij punt 8.3 van deze schoolgids.) Voor verdere uitleg kunt u natuurlijk op school terecht. De leerkracht van groep 8 en de directeur beschikken over alle informatie.
62
Bijlage 8: Formulier Instemming met de schoolgids door Medezeggenschapsraad
School:
____________________________________
Adres:
____________________________________
Postcode/plaats:
____________________________________
------------------------------------------------------------------------------------------VERKLARING: Hierbij verklaart de Medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met de schoolgids 2015-2016 van deze school. Namens de Medezeggenschapsraad:
____________________________________ plaats
____________________________________ datum
____________________________________ handtekening
____________________________________ naam
____________________________________ functie
63