Risico-inventarisatie en -evaluatie - voorlichting & onderricht -
Opdrachtgever
Auteur
Holland Railconsult BV ir G. Disberg Holland Railconsult A.N. de Graaff Kenmerk CPO-AG-040005050 - Versie 2.2
Utrecht, 8 maart 2004 vrijgegeven
Fout! Tekstfragment niet gedefinieerd.
Samenvatting
Uit het onderzoekje dat arbodienst De Boer & Rienks heeft ingesteld naar voorlichting en onderricht op het gebied van de arbeidsomstandigheden bij Holland Railconsult, blijkt dat wij grotendeels voldoen aan de verplichtingen die de arbowet- en regelgeving stelt. Het verzuim tengevolge mentale (over)belasting geeft aan dat we daar, al voldoen we wel aan de genoemde verplichtingen, meer energie op moeten zetten. Holland Railconsult als werkgever ‘brengt’ heel veel voorlichting en onderricht. Daarentegen lijkt de verantwoordelijkheid van de werknemer met betrekking tot het ‘halen’ minder ontwikkeld. We regelen heel veel als werkgever. We lichten veel voor, ‘onderrichten’ veel met betrekking tot veiligheid, gezondheid en welzijn. Maar vervolgens houden de leidinggevenden onvoldoende toezicht op de naleving van de gegeven instructies en voorschriften. Hier loopt Holland Railconsult duidelijk een (aansprakelijkheids)risico. De geconstateerde tekortkomingen moeten met gerichte acties ongedaan worden gemaakt, voor zover deze tekortkomingen het niet voldoen aan wettelijke vereisten betreffen. Een uitzondering hierop zijn voorlichting- en onderrichtsacties die gericht zijn op het voorkomen van uitval tengevolge van mentale (over)belasting.
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 2 / 19
Inhoudsopgave Samenvatting
2
Inleiding
4
1
Inventarisatie 1.1 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden volgens de regelgeving 1.2 Inventarisatie risico’s waarover voorlichting en onderricht noodzakelijk is
5 5 5
2
Evaluatie 2.1 Methodieken 2.1.1. Methodiek inventariseren voldoen aan de Wet 2.1.2. Beoordeling Holland Railconsult 2.2 Weerslag uit gesprekken 2.3 Samenvatting evaluatie
6 6 6 6 7 7
3
Conclusies en aanbevelingen 3.1 Conclusies 3.2 Aanbevelingen
9 9 9
Colofon
11
Bijlage I
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Bijlage II
Risico’s en bijbehorende voorlichting, onderricht en toezicht
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 3 / 19
Inleiding
In 1997 heeft de Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) plaatsgevonden. In 2002 werd het tijd voor een update. Middels een workshop heeft een eerste inventarisatie plaatsgevonden en van daaruit is gekozen om in de RI&E te focussen op een drietal aandachtsgebieden, beeldschermwerk, mentale belasting en voorlichting en onderricht. Voorlichting en onderricht vormen op zichzelf geen risico voor veiligheid, gezondheid en welzijn van werknemers. Echter, het niet geven (werkgever) of het niet ontvangen (werknemer) van voorlichting en onderricht levert wel kleinere of grotere risico’s op. Het is dan ook daarom dat er verplichtingen op het gebied van voorlichting en onderricht in wet- en regelgeving is vastgelegd. Onder de verplichtingen in de regelgeving wordt bij voorlichting en onderricht niet alleen het geven van doeltreffende voorlichting en training verstaan. Ook wordt daar onder verstaan het zich naar de regels gedragen door de werknemer. En daaraan verbonden is de verplichting van de werkgever 1 om toe te zien op de naleving van het gewenste gedrag. Wie wat moet doen bij Holland Railconsult is aangegeven in hoofdstuk 1. En in hoeverre daar aan wordt voldaan en of dat het door ons gewenste effect oplevert staat in hoofdstuk 2. En wat we eventueel nog meer moeten doen wordt aangeven in de conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 3.
1
De werkgever wordt bij Holland Railconsult vertegenwoordigd door de hiërarchisch leidinggevende.
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 4 / 19
1
Inventarisatie
1.1
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden volgens de regelgeving
Binnen Holland Railconsult is door de regelgeving op het gebied van de arbeidsomstandigheden een aantal verplichtingen gesteld die te maken hebben met voorlichting en onderricht. Het betreft verplichtingen voor de werkgever én de werknemer. Ook de ondernemingsraad heeft hierin een rol. Samengevat houden de verplichtingen in dat er voorlichting aan de werknemers over de risico’s voor Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW) moet plaatsvinden, alsmede over de wijzen van beheersing van die risico’s. Ook bestaan er verplichtingen ten aanzien van toezicht op de naleving van de instructies en voorschriften die zijn afgesproken als wijzen van beheersing van de arbeidsrisicos’s. In bijlage 1 zijn de verplichtingen op het gebied van voorlichting en onderricht voor de verschillende actoren binnen Holland Railconsult op een rijtje gezet.
1.2
Inventarisatie risico’s waarover voorlichting en onderricht noodzakelijk is
In § 1.1 is aangegeven welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden er spelen binnen Holland Railconsult op het gebied van Voorlichting en Onderricht. Weten dat je moet voorlichten en onderrichten is één. Waarover je moet voorlichten en in welke mate is iets anders. De wet geeft daar maar in beperkte mate antwoord op. Het is namelijk per bedrijf verschillend. Zo is het voor Holland Railconsult niet van belang om voor te lichten over de gevaren van biologische agentia. Werk je in een ziekenhuis of op een rioolwaterzuiveringsinstallatie, dan ligt dat wezenlijk anders. De eerste kolom van de tabel in bijlage 2 geeft een opsomming van de specifieke risico’s bij Holland Railconsult ten aanzien waarvan de Arbowet verplichtingen op het gebied van Voorlichting en Onderricht op legt.
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 5 / 19
2
Evaluatie
Bijlage 2 vormt de kern van de inventarisatie. Het geheel overziend komt Holland Railconsult er niet slecht af. Er zijn echter wel een paar punten waar we het niet goed genoeg doen. Niet goed genoeg volgens de regelgeving en, soms, ook niet goed genoeg naar ons eigen zin.
2.1
Methodieken
2.1.1.
Methodiek inventariseren voldoen aan de Wet
Als de wetgever het heeft over ‘doeltreffend’ voorlichten en onderrichten, dan wordt het beoordelen van de mate waarin wij daar aan voldoen automatisch een subjectieve bezigheid. Het vaststellen in hoeverre wij daar aan voldoen, wat in ons arbobeleid het uitgangspunt is, is als volgt gegaan:
2.1.2.
waarde: -
we doen op dit gebied nauwelijks wat aan voorlichting en onderricht; het is wettelijk onvoldoende
waarde: +-
we doen op dit gebied wel aan voorlichting en onderricht, maar, wettelijk gezien, niet voldoende aantoonbaar
waarde: +
we doen op dit gebied zeker voldoende of zelfs meer dan voldoende
Beoordeling Holland Railconsult
De waardering die gegeven is als oordeel van HR is ook subjectief. Hier gaat het er om welk oordeel Holland Railconsult zelf geeft over onze inspanningen op dit gebied. Als het risico voor HR groot is, dan wordt de waarde negatief ( - ). Voor de items waar de HR-waardering gunstiger uitvalt dan op grond van Wet- en regelgeving, geldt niet automatisch dat Holland Railconsult hier niets aan zou willen verbeteren. Maar tot op heden zijn er geen klachten uit voorgekomen, evenmin als aantoonbaar verzuim. Zo zijn er bijvoorbeeld geen grote groepen medewerkers die vaak handmatig zware lasten tillen. We doen er op het gebied van Voorlichting en Onderricht weliswaar niets aan, maar het heeft ook nog niet tot iets onwenselijks geleid. Het omgekeerde geldt overigens ook. Grosso modo is de welzijnscomponent uit de verplichtingen van de Arbowet (waar dus ook mentale belasting onder valt), voldoende voorzien van voorlichting en onderricht. Toch vindt Holland Railconsult dat hier nog meer energie op moet.
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 6 / 19
2.2
Weerslag uit gesprekken
Om een vollediger en actueler overzicht te krijgen van voorlichting en instructie in de praktijksituatie binnen Holland Railconsult zijn interviews gehouden met de arbocoördinator (Arno de Graaff), vertegenwoordigers van de VGWM-commissie (Wolter Jongman en Renger Rakhorst en een manager Bouwmanagement (Gerrit van Roekel). Aanvullend op de aandachtspunten uit de inventarisatie worden onderstaande punten genoemd. Informatie over arbo-onderwerpen (BHV, ontruiming, beeldschermergonomie, spoorwegveiligheid, veiligheid in bouwprojecten, vertrouwenspersonen, wie is wat en waar voor verantwoordelijkheid op arbogebied) is binnen Holland Railconsult ruimschoots voorhanden. Het probleem is dat het onderwerp, zoals hierboven gemeld wordt niet binnen alle afdelingen of bij individuele medewerkers leeft Vanuit de VGWM-commissie wordt aangegeven dat arbo op werkoverleg niet aan de orde is, maar tevens dat dit niet voor alle afdelingen geldt. Aangeduid wordt dat dit vooral met de betrokkenheid met arbo van lijn- of projectmanagement te maken heeft. ‘In hoeverre voelt het lijn- of projectmanagement zich verantwoordelijk voor arbo?’ Aangeduid wordt dat er een duidelijk verschil is tussen de mens of techniekgeorienteerde afdelingen in dit opzicht. Leidinggevenden zijn zich vaak niet bewust van hun toezichthoudende verantwoordelijkheden.
2.3
Samenvatting evaluatie
Samengevat is hieronder in tabelvorm aangegeven ten aanzien van welke punten we wat betreft voorlichting en onderricht niet voldoen volgens de regelgeving en volgens onszelf. (De nummers links in de tabel corresponderen met de nummers uit bijlage 2) Okee met Wet?
Okee met HR?
-
-
-
++-
++-
++
+-
+
12. 14. 15.
veiligheid op de bouwplaats zwangere werknemers en werknemers die borstvoeding geven werken met gevaarlijke stoffen, asbeststof, crocidoliet of biologische agentia handmatig tillen van zware lasten arbeidsmiddelen overeenkomst met de arbodienst
+++-
+ + +
1. 2.
mentale belasting beeldschermwerk
+ +
++
16. 13. 8. 4. 9. 11.
toezicht op naleving van instructie en voorschriften schadelijk geluid jeugdigen
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 7 / 19
+ +
+ +
5. 10.
veiligheid op kantoor seksuele intimidatie en ander ongewenst gedrag spoorwegveiligheid bedrijfshulpverleners
+ +
+ +
6.
arbeidsomstandigheden voor gedetacheerden
+-
+
3. 7.
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 8 / 19
3
Conclusies en aanbevelingen
3.1
Conclusies
a)
Ten aanzien van de voorlichting & onderricht over schadelijk geluid en voor jeugdigen, alsmede ten aanzien van het toezicht op de naleving van instructies en voorschriften blijft Holland Railconsult onbetwistbaar in gebreke bij wat de regelgeving voorschrijft.
b) Hoe wij omgaan met onze verantwoordelijkheid voor goede arbeidsomstandigheden van de gedetacheerde medewerkers, is op dit moment nog onduidelijk. c)
Op het gebied van voorlichting en onderricht wordt door de werkgever veel ‘gebracht’. De verantwoordelijkheid van de werknemers ten aanzien van het ‘halen’ is onderbelicht.
d) ‘Veiligheid op de bouwplaats’ is voor wat betreft voorlichting en onderricht (en toezicht: zie a) onvoldoende geborgd. Als er zich nu een ongeval voordoet, loopt Holland Railconsult een aanzienlijke kans verweten te worden zich niet voldoende van zijn verantwoordelijkheden gekweten te hebben.
3.2
Aanbevelingen
a)
Maak een checklist met aandachtspunten ten aanzien van ‘arbozaken’ die bij aanvang van werkzaamheden door jeugdigen samen met de ‘leidinggevende’ moet worden doorgenomen.
b) Gezien het verzuim tengevolge van arbeidsgebonden psychische klachten, kan voor het onderwerp ‘mentale belasting’, ondanks het voldoen aan de wettelijke verplichtingen, toch moeilijk achterover worden geleund. c)
Zorg voor voldoende informatie over risico’s van gehoorbeschadiging bij zowel de relevante leidinggevenden als bij de relevante medewerkers. Geef ook informatie over de mogelijke beheersmaatregelen. Maak dit onderwerp bespreekbaar in het overleg tussen medewerkers en manager.
d) Maak leidinggevenden meer bewust van hun toezichthoudende taken op het gebied van arbeidsomstandigheden. Borging zou zekerder zijn als deze taak terug komt in de beoordelingsgesprekken van de leidinggevenden. e)
Om bovengenoemde toezichthoudende taken uit te kunnen voeren, moet een leidinggevende wel weten waarop ze moeten letten. Vanuit het deelaspect mentale belasting en beeldschermwerk van de update van de Ri&e worden hier expliciete acties over voorgesteld.
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 9 / 19
f)
Het onderzoekje naar hoe wij omgaan met onze verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden van onze gedetacheerden, moet zo snel mogelijk worden afgerond en mogelijk vervolgacties moeten zo snel mogelijk worden voorgesteld.
g) Zorg er voor dat geborgd wordt dat medewerkers op een bouwplaats zo snel mogelijk wat betreft veiligheid worden ondergebracht onder de paraplu van de (hoofd-)aannemer. En vervolgens dient hier het nodige toezicht op te worden gehouden. h) Over de onderwerpen 9, 11, 12, 14 en 15 wordt wellicht niet voldoende voorgelicht en onderricht. Gezien de geringe kans dat zich op deze gebieden grote problemen voordoen en/of het geringe aantal werknemers dat hiermee te maken heeft, hebben deze punten niet de hoogste prioriteit.
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 10 / 19
Colofon
Opdrachtgever
Uitgave
Holland Railconsult BV ir G. Disberg Holland Railconsult Personeel & Organisatie Smakkelaarsburcht Postbus 2855 3500 GW Utrecht
Telefoon Telefax Auteur
030 - 265 3241 030 - 265 3021 A.N. de Graaff arbocoördinator
Projectnummer
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 11 / 19
Bijlage I Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
In bijlage 1 zijn de verplichtingen op het gebied van voorlichting en onderricht voor de verschillende actoren binnen Holland Railconsult op een rijtje gezet.
Actor
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
werkgever
moet doeltreffend (laten) voorlichten: over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico’s, en over de maatregelen die er op gericht zijn deze risico’s te voorkomen of te beperken; over het contract met de arbodienst of met andere deskundigen/deskundige diensten. over de arbeidsomstandigheden, waarbij het onderricht is aangepast aan de onderscheiden taken van medewerkers. over (a) de persoonlijke middelen die medewerkers ter beschikking worden gesteld en b) de beveiligingen op arbeidsmiddelen, of anderszins op de hoogte zijn van het doel, de werking en de wijze waarop zij deze moeten gebruiken. (Arbowet art. 8 lid 1,2 en 3) aan bijzondere groepen: bedrijfshulpverleners (zie AI-10 BHV). jeugdige medewerkers (zie AI-30 Jeugdigen) zwangere werknemers en werknemers die borstvoeding geven (Arbobeleidsregel 8) bij gevaar voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen (Arbobesluit art. 4.10e), aan asbeststof of crocidolietstof (Arbobesluit, art. 4.79), biologische agentia (Arbobesluit art. 4.102), het handmatig tillen van lasten (Arbobesluit art. 5.5), schadelijk geluid (Arbobesluit art. 6.11) en arbeidsmiddelen (Arbobesluit art 7.11A). moet toezien op: de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of beperken van de risico’s die verbonden zijn aan de te verrichten werkzaamheden alsmede op het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (Arbowet art. 8 lid 4). jeugdige medewerkers. Hier worden specifieke eisen aan gesteld (zie AI-30 Jeugdigen).
werknemer
moet meewerken aan: het voor hen georganiseerde onderricht (Arbowet art. 11 lid d) is verplicht: om in verband met de arbeid de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 12 / 19
Actor
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
acht te nemen en naar vermogen zorg te dragen voor de eigen veiligheid en gezondheid en die van andere personen. (Arbowet art. 11.) Met name is hij verplicht om: arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze te gebruiken (lid a) de hem ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze te gebruiken en na gebruik op de daartoe bestemde plaats op te bergen (lid b) de op arbeidsmiddelen of anderszins aangebrachte beveiligingen niet te veranderen of buiten noodzaak weg te halen en deze op de juiste wijze te gebruiken (lid c) mee te werken aan het voor hem georganiseerde onderricht (lid d) de door hem opgemerkte gevaren voor de veiligheid of de gezondheid terstond ter kennis brengen aan de werkgever of degene die namens deze ter plaatse met de leiding belast is (lid e) de werkgever, werknemers, deskundigen en deskundige diensten indien nodig bij te staan bij de uitvoering van hun verplichtingen en taken op grond van de Arbowet (lid f) OR
heeft instemmingsrecht over: het vaststellen van gedragsregels en sancties voor zover deze de arbeidsomstandigheden of het ziekteverzuim en de voorlichting en scholing op het gebied van veiligheid en gezondheid betreffen (WOR art. 27).
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 13 / 19
Bijlage II Risico’s en bijbehorende voorlichting, onderricht en toezicht
In deze bijlage is aangegeven welke risico’s ten aanzien van veiligheid, gezondheid en welzijn spelen binnen Holland Railconsult. Tevens is aangegeven wat wij daar aan doen, of dat voldoende is volgens de Wet en tenslotte wat wij als bedrijf daar van vinden. Risico + beschrijving
1. Mentale belasting: Langdurige en/of hevige mentale belasting kan leiden tot gezondheidsklachten en langdurig verzuim
2. Beeldschermwerk: Verkeerd beeldschermwerk kan leiden 2 3
Volgens Effectief3 2 de Wet ? (-, +-,+) (-, +-, +)
Wat doen we daar aan in kader van voorlichting, onderricht en toezicht
+
+-
+
+
In 2002 hebben alle leidinggevenden van Holland Railconsult vier dagen training gehad in ziekteverzuimbegeleiding. Een van de onderdelen van die training was het leren voeren van verzuimgesprekken. In 2003 is het traject ‘Gezond werken bij Holland Railconsult’ voor medewerkers gelopen. Dit bestond onder andere uit acties, zoals workshops persoonlijke effectiviteit, conflicthantering met als doel de persoonlijke belasting te verkleinen én de weerbaarheid van medewerkers te vergroten. In 2004 zullen een aantal acties vanuit het ‘Gezond Werken’-traject doorgezet worden. Met name zijn deze gericht op het beter omgaan met mentale belasting. Op Intranet staan een aantal pagina’s hoe mentale belasting te herkennen en hoe met mentale belasting om te gaan. Met regelmaat wordt daar vanuit andere kanalen naar verwezen zodat het onder de aandacht blijft Er worden medewerkertevredenheidsonderzoeken op verschillende afdelingen gehouden. Over de uitkomsten wordt uitgebreid gecommuniceerd en worden er maatregelen afgesproken. Iedere werknemer zou op de hoogte moeten zijn van het gevraagd en ongevraagd
Hier wordt een waarde gegeven aan de mate waarin wij voor de verschillende items voldoen aan wet- en regelgeving Hier gaat het om een waardering van onszelf. Vinden wij dat we op de verschillende punten effectief bezig zijn met voorlichting en onderricht?
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 14 / 19
Risico + beschrijving
Wat doen we daar aan in kader van voorlichting, onderricht en toezicht
tot allerlei klachten van het bewegingsapparaat, waaronder RSI. Hierdoor kan verzuim ontstaan.
3. Veiligheid op kantoor: Als kantoren niet veilig zijn ingericht en als zodanig worden onderhouden, kunnen gemakkelijk ongevallen plaatsvinden.
4. Veiligheid op de bouwplaats: Als de medewerkers niet op de hoogte zijn van de (vele en diverse) risico’s die spelen op een bouwplaats en/of ze weten niet hoe ze beheerst met die risico’s moeten om gaan, dan kunnen
Volgens Effectief3 2 de Wet ? (-, +-,+) (-, +-, +)
werkplekonderzoek en –advies door daartoe geïnstrueerde collega’s (of door de arbodienst). Met regelmaat wordt via verschillende media (personeelsblad, Infobulletin) gewezen op informatiebronnen op Intranet over werkplekinstelling (ook van de arbodienst), risico’s van verkeerd muisgebruik. In 2003 zijn een tweetal lunchlezingen gehouden door de arbodienst (op maat voor administratieve werkzaamheden en voor hen die met Autocad werken). Leidinggevenden zijn nog niet helemaal ingeschoten op het vroegtijdig herkennen van risicosituaties (bijv. medewerkers die veel te lang achter elkaar beeldschermwerk verrichten). In het werkboek voor nieuwe medewerkers wordt expliciet aandacht geschonken aan de risico’s van verkeerd beeldschermwerk.. +
+
+-
+-
Voor alle kantoren waar Holland Railconsult werknemers heeft gevestigd, zijn gebruikersvergunningen afgegeven. Alle werknemers zijn op de hoogte van de term ‘toestel 1000’ (het alarmnummer waarna binnen drie minuten de BHV langszij komt). Met enige periodiciteit worden ontruimingsoefeningen gehouden waaraan iedereen uit een bepaald gebouw aan deel neemt. Alle medewerkers worden met regelmaat op de hoogte gehouden dat ze onveilige situaties moeten melden bij het Servicecentre van FM. In 2004 moeten de laatste toezichthouders en directievoerders op voor de VCA-VOL. Hiermee hebben zij een gedegen basistraining veiligheid. Managers worden geacht hun medewerkers op de bouwplaats ook zo snel mogelijk onder het veiligheidsregime van de aannemer te plaatsen. Dit is geen vastgelegde regel. HR-medewerkers volgen in de praktijk lang niet alle voorlichtingsactiviteiten van de aannemer op
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 15 / 19
Risico + beschrijving
Wat doen we daar aan in kader van voorlichting, onderricht en toezicht
ongevallen zich gemakkelijk voordoen. 5. spoorwegveiligheid: Wat geldt voor een bouwplaats, geldt in extreme mate voor het werken op en langs het spoor.
arbeidsomstandigheden voor gedetacheerden: Gedetacheerde medewerkers moeten op hun werkplek, net zo goed als medewerkers in HR –gebouwen, op de hoogte zijn van de risico’s en de beheersingsmogelijkheden daarvan 7. seksuele intimidatie en ander ongewenst gedrag: Behalve niet acceptabel, kan dit leiden tot ernstig langdurig verzuim. 8. Jeugdigen: Met jeugdigen (< 18 jaar) moet op het gebied van V&O extra rekening worden gehouden gezien de aan hun leeftijd inherente beperkte
Volgens Effectief3 2 de Wet ? (-, +-,+) (-, +-, +)
het werk.
6.
Momenteel loopt er een onderzoek naar hoe we met arbo voor gedetacheerden omgaan. Er is geen formele aanpak volgens welke medewerkers worden voorgelicht en of getraind.
Er is een regeling en er zijn vertrouwenspersonen. Deze zijn allemaal makkelijk terug te vinden via Intranet. Er is in de uitstalkast bij de personeelsbalie zonder te vragen een folder hierover te krijgen.
+
+
?
?
+
+
-
+
Zie bouwplaats Volgens een vast systeem worden die medewerkers die dat voor de uitvoering van hun functie nodig hebben, medisch en psychologisch gekeurd alsmede ontvangen zij (her)instructies in verplichte veiligheidsopleidingen (RVW-functies) Er is een vaste structuur binnen Holland Railconsult voor het verspreiden van veiligheidsinformatie vanuit de regelgeving rondom het spoor.
Het komt voor dat er vakantiekrachten en/of stagiaires rondlopen van 17 jaar of jonger. Voorlichting & onderricht op arbogebied komt hooguit van de individuele leidinggevenden. Er is geen beleid of procedure voor gemaakt. Tot op heden zijn geen ongevallen of aan arbeidsomstandigheden verwijtbaar verzuim bekend.
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 16 / 19
Risico + beschrijving
werkervaring en onvoltooide geestelijke ontwikkeling. 9. Zwangeren en werknemers die borstvoeding geven: Voor deze doelgroepen bestaan grotere risico’s (met name voor het ongeboren leven). 10. Bedrijfshulpverleners: BHV-ers hebben extra voorlichting en training nodig om hun taken als zodanig goed uit te kunnen voeren.
Volgens Effectief3 2 de Wet ? (-, +-,+) (-, +-, +)
Wat doen we daar aan in kader van voorlichting, onderricht en toezicht
Er is geen beleid of procedure voor gemaakt. Ondanks dat in alle kantoren ruimten zoals de regelgeving die voorschrijft bestaan, wordt er niet actief over gecommuniceerd vanuit het bedrijf zelf. Informerende werknemers komen vroeger of later bij de arbocoördinator terecht.
Alle BHV-ers krijgen standaard een vijfdaagse training (volledig EHBO en BHV) voorafgaand aan de actieve dienst. Tien keer per jaar ontvangen zij herinstructie voor EHBO en eenmaal een herhalingscursus brandbestrijding. Elke inzet wordt standaard nabesproken met alle BHV-ers (maximalisering leereffect) Standaard ontvangen de ontruimers voor dat zij als zodanig worden aangesteld een instructie. Eens per twee jaar wordt in elk gebouw een ontruimingsoefening gehouden waarbij alle BHV-ers en de ontruimers uit het betreffende gebouw betrokken zijn.
11. Werken met gevaarlijke stoffen, asbeststof, crocidoliet, biologische agentia: Het werken met bovengenoemde stoffen brengt speciale risico’s met zich mee. Als je niet goed weet hoe hier mee om te gaan, liggen zeer schadelijke gevolgen op de loer 12. Handmatig tillen van zware
+-
+
+
+
+-
+
+-
+
Medewerkers van Holland Railconsult komen niet in aanraking met biologische agentia . Als op een bouwlocatie met gevaarlijke stoffen, asbeststof of crocidoliet moet worden gewerkt, dienen de medewerkers van Holland Railconsult zich te gedragen naar de regels die de aannemer ten aanzien van VGW stelt. Of dit ook altijd gebeurd, is de vraag. De kleine groep medewerkers die zich bezighouden met bodemonderzoek zijn getraind in het herkennen van asbest in het wild.
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 17 / 19
Risico + beschrijving
Wat doen we daar aan in kader van voorlichting, onderricht en toezicht
lasten: Als er niet goed wordt getild, bestaat een reële kans op m.n. rugletsel
13. Schadelijk geluid: Verwachtte overschrijding van geluidsniveau 80 dB(A) of geluidsdrukniveau van 200 PA dient gepaard te gaan met V & O over risico’s en beheersmaatregelen 14. Arbeidsmiddelen: Als medewerkers niet op de hoogte zijn van de juiste wijze van gebruik van arbeidsmiddelen, bestaat een reëel risico op ongevallen
15. Overeenkomst arbodienst: Strikt genomen géén arbeidsrisico. Het is wel goed dat alle actoren op de hoogte zijn van de afspraken tussen HR en de arbodienst. 16. Toezicht op de naleving van instructies en voorschriften:
Volgens Effectief3 2 de Wet ? (-, +-,+) (-, +-, +)
In de kantooromgeving waar Holland Railconsult zit, wordt alleen door sommige medewerkers van FM handmatig zware lasten getild. Hun is in het verleden wel eens een tilcursus aangeboden. Die is nooit gevolgd. Er zijn ook (nog?) geen gevallen bekend van klachten door handmatig tillen van zware lasten. -
+-
+-
+
+-
+
-
-
Anders dan op de bouwplaats (waar vanuit de het veiligheidsregime van de aannemer maatregelen worden getroffen) ligt het initiatief voor beheersmaatregelen tegen schadelijk geluid vooral bij de werknemer. Er is geen algemene informatie over de risico’s of de beheersmaatregelen van schadelijk geluid voorhanden (fysiek niet en via Intranet niet). Arbeidsmiddelen die door medewerkers worden gebruikt, beschikken altijd over een gebruiksaanwijzing. Het opleidingsniveau van de medewerker is over het algemeen hoog genoeg te noemen dat zij in staat kunnen worden geacht een gebruiksaanwijzing goed op te volgen. De risico’s van arbeidsmiddelen en de bijbehorende beheersmaatregelen van anderen (aannemers op de bouwplaats, bijv.) dienen te komen vanuit het veiligheidsregime van de aannemer. Zie verder: veiligheid op de bouwplaats. Alle leidinggevenden en personeelsadviseurs worden direct na aanvang van nieuwe overeenkomst op de hoogte gesteld van de afspraken en gedragsregels. De overeenkomst (waarop instemming is verleend) is als afschrift ter beschikking gesteld aan de ondernemingsraad. De overeenkomst is niet inzichtelijk voor alle werknemers. In de Utrechtse kantoren is er voldoende toezicht op de naleving van de instructies en
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 18 / 19
Risico + beschrijving
Er kunnen wel 1.000 instructies en voorschriften worden gegeven. Als er geen toezicht is op de naleving, zullen er vroeg of laat ongevallen plaatsvinden of gezondheidsklachten optreden.
Wat doen we daar aan in kader van voorlichting, onderricht en toezicht
Volgens Effectief3 2 de Wet ? (-, +-,+) (-, +-, +)
voorschriften op het gebied van bedrijfshulpverlening. Daarbuiten is er geen kijk op de mate van toezicht. Toezicht is er in voldoende mate als het gaat om werken op en langs het spoor. Bij deze werkzaamheden is er ook sprake van een strakke controle voor en tijdens. Controle vindt ook plaats door opdrachtgever. Op de bouwplaats staan medewerkers van HR nauwelijks onder fysiek toezicht. Gezien de verhouding opdrachtgever – uitvoerder is toezicht ‘naar boven’ vanuit de uitvoerder niet te verwachten. Toezicht op naleving van instructies en voorschriften ten aanzien van de “kantoorrisico’s” (verstandig beeldschermwerk, voorkomen van mentale (over)belasting) is, voor zover deze instructies en voorschriften al aanwezig zijn, onvoldoende en vooral gebonden aan de persoonlijke belangstelling van leidinggevenden.
Kenmerk CPO-AG-040005050 - vrijgegeven - Versie 2.2 - 8 maart 2004 Personeel & Organisatie
HR 19 / 19