riScoop
Een uitgave van IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
december 2013, nummer 42
IRIS: Naar een gemeenschappelijke visie op ondersteuning In het streven naar een excellent en veilig schoolklimaat richten de IRIS-scholen de leerlingbegeleiding en -ondersteuning in op het signaleren en goed oppakken van leer- en gedragsproblemen. IRIS heeft hierbij als doel om met haar vijf scholen te komen tot een gemeenschappelijke visie en basisondersteuning op het gebied van zorg. Passend onderwijs waarborgt dat leerlingen en ouders zeggenschap hebben. Passend onderwijs is voor iedereen. Er wordt uitgegaan van de vraag wat een leerling nodig heeft. Het woord ‘zorg’ is vervangen door het woord ‘ondersteuning’. “Een gemeenschappelijke visie creëren is noodzakelijk om duidelijkheid te scheppen in de waarom-vraag. ‘Wat zijn onze drijfveren om alle leerlingen zodanig te ondersteunen dat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen op het gebied van studie en sociale vaardigheden?’ Tijdens periodieke bijeenkomsten tussen de zorgcoördinatoren van alle scholen komt dit aan de orde evenals het ‘wat’. ‘Wat behoort tot de basisondersteuning en wat behoort tot de extra ondersteuning per school?’ Op deze manier kunnen scholen zich van elkaar onderscheiden, zodat ouders daadwerkelijk op zoek kunnen gaan naar een passende school voor hun kind. De ondersteuningsbehoefte van een kind kan zo specifiek zijn dat niet iedere school de benodigde expertise in huis heeft. De vraag naar ‘Hoe doen we dat?’ is het vervolg op de waarom- en de wat-vraag. Doordat we met vijf scholen bij elkaar zitten, kunnen we expertise uitwisselen en kan intervisie plaatsvinden. Een boeiend proces waar een ieder dit schooljaar meer over zal horen”. Hannie Stam, directeur van de Haemstede-Barger Mavo en als MTI-lid verantwoordelijk voor de portefeuille ‘Zorg en leerlingbegeleiding’.
Wat is passend onderwijs? Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het kabinet wil dat zoveel mogelijk kinderen naar een gewone school in de buurt kunnen gaan. Want zo hebben ze de beste kansen op een vervolgopleiding en meedoen in de samenleving. Kinderen die het echt nodig
IriScoop_42.indd 1
Wat verandert er? Scholen krijgen een zorgplicht. Dat betekent dat scholen elk kind een passende onderwijsplek moeten bieden. Of op de school waar u uw kind aanmeldt, eventueel met extra ondersteuning, of op een Rugzakje vervalt
IRIS-scholen hebben een traditie in zorg en leerlingbegeleiding. Daar staan onze scholen om bekend. De invoering van passend onderwijs geeft ons de kans dit nog concreter vorm te geven. Vele stappen zijn al gezet om aan deze zorgplicht te kunnen voldoen. Nog niet alles is voor iedereen even zichtbaar en wellicht roept het begrip ‘passend onderwijs’ ook nog de nodige vragen op. In deze IriScoop dan ook volop aandacht voor dit onderwerp.
1
Met ingang van 1 augustus 2014 is passend onderwijs een feit op alle scholen. Als ik zie hoe voortvarend wij bezig zijn, de mooie voorbeelden die in deze IriScoop te lezen zijn, dan kijk ik vol vertrouwen naar de toekomst. Truus Vaes, voorzitter college van bestuur (
[email protected])
andere school in het regulier of speciaal onderwijs. Ouders worden hier nauw bij betrokken en scholen gaan beter samenwerken. Ook hoeven ouders geen ingewikkelde indicatieprocedure te doorlopen en zijn er straks geen rugzakjes meer. De extra ondersteuning die kinderen nodig hebben wordt rechtstreeks door de samenwerkende scholen georganiseerd en betaald. Ondersteuning en maatwerk
Gebruik met dank aan het Ministerie van OCW
Invoering wet passend onderwijs
hebben kunnen, net als nu, naar het speciaal onderwijs. Dat blijft.
Passend onderwijs voor ieder kind
04-12-13 21:59
Het verhaal van Mick Mick kan niet in de klas zijn, omdat hij zich niet aan afspraken kan houden en teveel met onrust meegaat. Hij zou naar het speciaal onderwijs gaan, maar de rugzak is nog niet rond. Omdat hij wel een diagnose heeft, komt hij niet in aanmerking voor een andere opvang zoals Op de rails of Herstart. Op Thamen heeft hij een kans gekregen binnen de trajectvoorziening. Zijn ontwikkeling is nu dermate goed dat er naar een leerwerktraject wordt toegewerkt: 3 of 4 dagen stage en 1 dag school, waarna hij naar het mbo kan. Arjan Fokkens, zorgcoördinator van Thamen vraagt Mick en zijn ouders wat zij van de trajectvoorziening vinden. Mick, hoe vind je het hier? “Tja, het is niet erg gezellig als je in je eentje in de klas hier zit, maar ik kan wel lekker rustig werken. Dat vind ik prettig.”
2
Hoe ziet je dag eruit? “Ik ben op maandag, dinsdag en donderdag in de trajectvoorziening en werk daar dan van 9.00 uur tot 14.00 uur. Eerst start ik de dag rustig op en bespreken we het huiswerk met een kop thee erbij. Dan werk ik aan vakken tot de kleine pauze. In die pauze zie ik mijn oude klasgenoten, dat is wel gezellig, zie ik die ook nog eens!”
Wat is er leuk of juist minder leuk aan de trajectvoorziening? “Leuk is dat ik een rustige werkplek heb en toch op school ben. Soms vind ik het wel eens te rustig hoor, dan mis ik mijn klasgenoten en de gezelligheid van een klas wel! Ik heb altijd veel zin om stage te lopen, dan ben ik lekker bezig en het gaat daar ook goed.” Hoe zie je de rest van het jaar voor je? “Ik hoop dat ik straks wel kan blijven op Thamen en eigenlijk zou ik ook graag de klas weer in willen om over te gaan naar een volgende klas. Ik zou een leerwerktraject ook wel gaaf vinden, dan ben je een deel van de week op school en loop je stage. Als dat op Thamen kan, dan zou ik dat het liefste willen.” Wat is je wens voor de toekomst? “Ik wil later een leuke baan hebben zodat ik mijn eigen inkomen heb. Omdat ik nog wel een tijdje naar school moet zou ik dat het liefste bereiken met een deel stage en een deel naar school gaan.”
Naast Mick worden er zo’n 20 leerlingen in de trajectklas begeleid. Veel leerlingen met een rugzak, maar ook kinderen met bijvoorbeeld een angststoornis of die langdurig schoolverzuim vertonen.
De ouders van Mick zijn blij dat hij niet meer thuis zit. Na de zomervakantie leek het daar even op. Nu zit hij toch op Thamen en heeft hij het naar zijn zin. “Thamen en de trajectvoorziening voelen voor ons prettiger dan een speciaal onderwijs setting in Amsterdam. Daarvoor zou hij ook behoorlijk moeten reizen. Een voordeel van de trajectvoorziening is dat Mick nu weer kansen krijgt om naar iets positiefs toe te werken en daarbij individuele begeleiding krijgt.” Mick werkt erg hard voor zijn schoolwerk als hij in de trajectvoorziening zit. In de klas zou dat niet lukken. “Hij kan bewijzen dat hij het kan en mag daarom ook soms al delen van lessen bijwonen in goed overleg tussen de trajectvoorziening en de leraren.” “Omdat Mick een jongen is die ook goed met zijn handen kan werken, vinden wij het erg mooi dat hij ook twee dagen stage kan lopen. Hij stapt voor die stage zelfs twee keer per week om 5 uur ’s ochtends uit zijn bed.” Eerder was het zonder meer duidelijk dat Mick naar het speciaal onderwijs zou moeten. “Nu zijn er toch kansen om hem op Thamen verder te helpen.”
Uit de praktijk Een leerling kwam niet meer naar school vanwege ziekte. Met haar hebben we, ook in samenspraak met leerplicht, een aangepast lesrooster gemaakt zodat zij geen SE’s heeft gemist. Zij is nu ongeveer een maand aan het opbouwen en zal na haar stageweken waarschijnlijk weer het rooster met haar klas volgen.
IriScoop_42.indd 2
04-12-13 21:59
Lokaal 321: Trajectvoorziening Thamen Thamen doet mee aan de pilot ‘trajectvoorziening’. Deze trajectvoorziening is in september 2013 opgestart met gelden van de cluster III en IV leerlingen en is de nieuwe vorm van ambulante begeleiding. Voor cluster II leerlingen verandert er niets. De trajectvoorziening is gevestigd in één lokaal, lokaal 321 op de derde verdieping van het gebouw op een rustige plek buiten de looproutes en is vooralsnog vierenhalve dag in de week beschikbaar voor leerlingen. Loeki Bonnema en Sandra Gortenmulder begeleiden de leerlingen in de trajectvoorziening. IriScoop sprak met hen over passend onderwijs, de trajectvoorziening en wat dit betekent voor leerlingen, ouders en medewerkers. Hoe zien jullie de trajectvoorziening in het verlengde van passend onderwijs? “Je hebt tijd en ruimte voor onderwijs op maat. Expertise is aanwezig op een vaste en herkenbare plek. Mensen kunnen kennis komen halen. Er zijn contacten buiten de school met diverse disciplines. Samen probeer je met een plan verder te komen. Je kan verder gaan met leerlingen, omdat je ook leerlingen opvangt die momenteel eigenlijk niet binnen de klas kunnen zijn. Leerlingen krijgen bovendien nog een kans waar je eerder al zou moeten doorverwijzen naar het speciaal onderwijs. In de trajectvoorziening zijn meerdere kinderen die ter plekke geholpen kunnen worden.” Welke vraag of verwachting zien jullie vanuit school aan de trajectvoorziening? “Collega’s vragen adviezen en overleggen graag over de voortgang van de leerlingen. Bij de observaties zien we ook veel dingen die we kunnen delen. Een aantal collega’s heeft wellicht het idee dat we de kinderen repareren. Dat is echter niet het geval. Wij bieden overleg, waarbij het er uiteindelijk om gaat dat het in de klas en in de les weer beter gaat. Dat vraagt ook vaardigheden van de docent. Daarin adviseren wij ook. Hierin zal ook aansluiting dienen te worden gerealiseerd bij de docentopleiders.
IriScoop_42.indd 3
In het kader van tips en handelingsrichtlijnen zijn wij bezig met het ontwikkelen van workshops die we willen gaan aanbieden voor groepen collega’s. Zij kunnen daar vrijwillig of op ons aanraden aan deelnemen in een kleinere groep in de voorziening zelf. Dat moet vooral kort, informatief en bruikbaar zijn. Zo zijn wij ook een mini-kenniscentrum in de school.” Welke ervaringen en reacties horen jullie van ouders? “Ouders zijn heel positief. Wij voeren met alle ouders startgesprekken in het trajectlokaal zelf. Dat geeft al een goede indruk van de mogelijkheden. De korte lijntjes worden erg gewaardeerd. En het feit dat er altijd, het grootste deel van de week, een trajectbegeleider is vindt men positief. In sommige gevallen komt het voor dat een ouder voor een kort overleg even binnen stapt.” Hoe start een traject en hoe stel je de behoefte per leerling vast? “Met de LGF’ers voeren wij een startgesprek met de zorgfunctionaris, ouders, trajectbegeleider en mentor. Daar wordt het trajectplan vastgelegd. Voor de leerlingen zonder rugzak geldt, dat een team bij handelingsverlegenheid een vraag kan neerleggen bij de zorgcoördinator en de orthopedagoog die dan beoordelen of er een plek is en dat het gepast is. Soms is er ook sprake van terugverwijzen om nog andere dingen binnen het team zelf te doen. Al doende leer je ook weer nieuwe dingen zoals het opstellen van lokaalregels en goede afspraken, bijvoorbeeld hoe een time-out voor een leerling geregeld moet zijn, zodat zij niet zomaar naar de trajectklas gaan als het ze uitkomt.”
04-12-13 21:59
Leerlingen kunnen er altijd terecht “Tijd en ruimte voor de trajecten, dat hebben we weleens te weinig bij de aanpak van leerlingen met een specifieke leervraag of onderwijsbehoefte. Nu is er nog veel eigen pionierswerk bij de vorming van deze voorziening. Uiteindelijk zou ik willen dat de trajectvoorzienig veel meer onderdeel zal zijn van het dagelijkse proces. In de toekomst zouden dan bijvoorbeeld ook kortere trajecten mogelijk moeten zijn voor leerlingen die vastlopen of dreigen vast te lopen. In de toekomst verwacht ik dat LWOO’ers meer een beroep gaan doen op de voorziening, omdat zij nu toch in grotere klassen zitten dan vroeger. Er zal ook een veel breder spectrum aan leerlingen binnenkomen door het wegvallen van de indicaties. Ook chronisch zieke leerlingen zullen blijven komen. Leerlingen met aangepaste tijden die deels ziek of deels thuiszitter zijn of met angsten kampen zie je nu al binnenkomen, waar ze eerst meer thuis zaten. Nog mooier zou het zijn als er een bruggetje wordt geslagen tussen wat je een leerling aanleert in de trajectvoorziening en de toepassing daarvan in de klas.” Sandra Gortenmulder is twee dagen per week de trajectbegeleider vanuit Thamen. Zij is tevens docent Engels op Thamen en werkt in de leerlingenzorg.
Loeki Bonnema in overleg met Arjan Fokkens
Loeki Bonnema werkt als ambulant begeleider bij Altra. Na een sollicitatieprocedure is zij voor tweeënhalve dag aangesteld als externe begeleider van de trajectvoorziening. “Thamen is een leuke school met een prettige sfeer en een goede zorgstructuur. De school leer ik nu goed kennen, omdat ik er meerdere dagen per week ben. Voor medewerkers ben ik zichtbaar en ze zoeken mij sneller op als er vragen zijn over een leerling of als ze ondersteuning wensen. De samenwerking met Sandra heeft echt een meerwaarde, wij vullen elkaar goed aan. Ook van toegevoegde
waarde is het om leerlingen op te kunnen vangen die geen indicatie hebben. De leerlingen kan ik een veilige plek bieden, in een sfeervolle en compleet ingerichte ruimte, waar het kopje thee klaarstaat en waarvan ze weten dat ze er altijd terecht kunnen. Welke wens ik nog heb om de trajectgroep tot een succes te maken? Veel van mijn begeleidingsidealen zie ik al in vervulling gaan. Het zou goed zijn als er nog meer gebruik gemaakt gaat worden van onze expertfunctie. Het nut is voor mij zonder meer voor langere tijd goed. Een trajectvoorziening is een goede invulling van passend onderwijs waar je echt een traject kunt vormgeven als het niet gaat in de klas. Je voegt echt iets toe.”
4
Balanceren op de rand van passend onderwijs De trajectklas heeft ook enkele leerlingen in begeleiding met angstige klachten die niet zonder meer naar school durven. Om te voorkomen dat zij thuis komen te zitten, zijn zij welkom in de trajectvoorziening waar zij op een veilige plek aan hun schoolwerk kunnen werken. Waar mogelijk volgen zij lessen in hun eigen klas. Soms zie je dat dit uiterste middel niet genoeg is om een leerling weer op school te krijgen. Een van de leerlingen die we zo een tijdje konden begeleiden heeft het helaas niet kunnen redden met deze voorziening. “Over deze leerlingen is uiteraard overleg met de ouders en in samenspraak met de behandelende psychologen en/of andere instanties wordt gezocht naar een passend alternatief. Het regioloket van het samenwerkingsverband, ook wel onderwijsschakelloket genoemd, speelt hierin een belangrijke rol. Dit is echt balanceren op het randje van je mogelijkheden binnen passend onderwijs.” aldus Arjan Fokkens, zorgcoördinator van Thamen.
IriScoop_42.indd 4
04-12-13 21:59
Trajectvoorziening in breder verband
Het werkt echt!
De trajectvoorziening van Thamen maakt onderdeel uit van een pilot waar zes scholen uit de regio ervaring mee opdoen. Thamen en HVC zijn twee van deze scholen. Elke school geeft de voorziening vorm zoals dat bij de eigen school past, maar vanuit het samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden vindt monitoring en evaluatie plaats. Tevens wordt er in het samenwerkingsverband nagedacht over de toeleiding naar de trajectvoorziening. Aandachtspunt is ook het gebruik van uniforme en complete trajectplannen. Deze plannen, inclusief de evaluatie, zijn van belang als een leerling ondanks de trajectvoorziening niet meer binnen de school verder geholpen kan worden. Zij worden dan doorverwezen naar het regioloket van het samenwerkingsverband. Daar wordt gekeken waar deze leerling terecht kan: een andere school, speciaal onderwijs of een traject als Herstart of Op de Rails. Naast ondersteuning door het samenwerkingsverband worden de trajectmedewerkers en zorgcoördinatoren door Altra begeleid in de opzet en uitvoering van de trajectvoorzieningen op de scholen.
MDO versterkt het educatief partnerschap 5
Op de Haemstede-Barger Mavo is de komst van passend onderwijs zichtbaar. Om de hulpvraag en het ondersteuningsaanbod rond de ontwikkeling van een leerling zo integraal mogelijk te benaderen werken zij tegenwoordig met een multidisciplinair overleg (MDO). Het MDO heeft ten doel om de samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen te bevorderen. Naast de school en externe instanties als leerplicht, CJG en een onderwijsconsulent schuiven ook de ouders en de leerling zelf aan bij dit overleg. Vanuit diverse perspectieven kunnen de verschillende partijen samen met de leerling de mogelijkheden, kwaliteiten en kansen ontdekken en behoeftes formuleren. Zorgcoördinator Anita Bloemer organiseert en begeleidt het MDO. “Het voordeel van het MDO is dat je tegelijk met alle betrokkenen aan tafel zit. Hierdoor kan er sneller geschakeld worden en hoeven we niet meer zoals vroeger te wachten op reacties voordat we zaken in gang kunnen gaan zetten. Het is wel een hele uitdaging om al deze verschillende agenda’s passend te krijgen, maar het is de moeite meer dan waard.”
IriScoop_42.indd 5
Gebruik afbeelding met dank aan het Ministerie van OCW
Andere belangrijke ontwikkeling op dit gebied is dat de Haemstede-Barger Mavo een eigen CJG-coach heeft die binnen de school werkt. De samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin Heemstede wordt hier verder mee versterkt.
Drie jaar geleden was het samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland op zoek naar scholen om een pilot te starten. De pilot ‘trajectgroep’ richtte zich op de vraag hoe de ondersteuning aan leerlingen vormgegeven zou moeten worden wanneer er geen ambulante begeleiders meer in de school zouden zijn. Samen met vier andere scholen uit de regio is het ECL aan deze uitdaging begonnen. Zij werden hierbij ondersteund en aangestuurd door het samenwerkingsverband. Patricia Krijgsman, zorgcoördinator van ECL, maakt de balans op na drie jaar. “De pilot is gestoeld op drie pijlers: ondersteuning van de leerling, partnerschap met de ouders en begeleiding van docenten. Terugkijkend kunnen we concluderen dat we op alle drie deze terreinen vooruitgang hebben geboekt. Het contact met ouders is door de korte lijnen intensiever geworden, waardoor ze meer betrokken zijn. Leerlingen voelen zich in de apart gecreëerde ruimte veilig en gehoord, wat hun prestaties ten goede komt. En voor de docenten is het vragen om hulp en adviezen laagdrempeliger geworden. Het werkt dus echt!” De trajectvoorziening, zoals het nu heet, zal dus ook in de toekomst worden behouden. Met passend onderwijs in het vooruitzicht zal er wel kritischer gekeken moeten worden naar wie er in aanmerking komt voor de trajectvoorziening om te voorkomen dat deze dichtslibt. “Ik denk dan bijvoorbeeld aan meer differentiatie. Dus leerlingen die alleen in de pauze gebruik maken van de voorziening tot intensieve trajecten waar ook externe hulpverlening bij betrokken is. Maar er zal ook steeds meer kennis van de trajectvoorziening overgedragen moeten worden aan mentoren en docenten, zodat zij nog beter in staat zijn om de mogelijk aanwezige ondersteuningsbehoefte bij leerlingen te herkennen. Bij alle kinderen, en niet alleen bij diegenen die door negatief gedrag opvallen in de klas.”
04-12-13 21:59
Trajectbegeleiders HVC bieden ondersteuning aan docenten Het Herbert Vissers College heeft net zoals Thamen de keuze gemaakt om een trajectvoorziening te starten binnen de school. Op deze manier is de school beter in staat om leerlingen te begeleiden en wordt voorkomen dat leerlingen met een bepaalde ondersteuningsbehoefte uitstromen. Voorbeelden van ondersteuning door trajectmedewerkers • Advies over het omgaan met leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. • Een sparringpartner vinden als het gaat om het reflecteren op eigen functioneren in de klas. • Observatie in de klas gericht op de leerling, de klas of een groep in de klas of op het functioneren van de docent. • Training of intervisie voor docenten of onderwijsondersteunend personeel, zoals handelingsgericht werken in de klas of oplossingsgerichte gespreksvoering.
Van docenten wordt gevraagd dat zij zich verder bekwamen op het gebied van leerlinggedrag. Daarom biedt de trajectvoorzienig, naast de ondersteuning van de individuele leerling, ouders en de school, ook begeleiding aan docenten en andere schoolmedewerkers. Zij kunnen naar aanleiding van een persoonlijke vraag of op initiatief van de school een beroep doen op de expertise van de trajectmedewerker(s). Zo vinden er bijvoorbeeld coachingsgesprekken plaats. Een docent staat voor een klas vol met leerlingen, waarbij het lastig is om alleen op de specifieke ondersteuningsbehoeften van één bepaalde leerling te letten. De andere leerlingen hebben namelijk ook hun aandacht nodig. Coachingsgesprekken helpen docenten bij deze complexe taak. Samen met de coach kijkt de docent naar de specifieke problematiek en werken zij aan de kennis en vaardigheden die nodig zijn om hiermee om te gaan.
Dat is toch waar je het voor doet! Op het Kaj Munk College kregen ze zo’n zeven jaar geleden al te maken met passend onderwijs door de komst van twee bijzondere leerlingen. Beide leerlingen hadden een autismespectrumstoornis. De begeleiding van deze leerlingen wilden ze zo veel mogelijk binnen de school houden. Dit had tot logisch gevolg dat de docenten extra toegerust zouden moeten worden om deze leerlingen te kunnen begeleiden. De oplossing werd gevonden in auti-mentoren: eigen docenten die door extra begeleiding en opleiding collega’s kunnen helpen in de omgang met leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Iedere auti-mentor begeleidt een aantal leerlingen individueel. Er wordt dan niet alleen gekeken naar wat het kind nodig heeft, maar ook naar wat docenten kunnen betekenen en wat de rol van de ouders is. Docenten weten van hun kant de auti-mentor goed te vinden als er vragen zijn of als er behoefte is aan overleg. Zij zijn dan ook erg tevreden over deze vorm van begeleiding. Zorgcoördinator Marilou van der Have kijkt met enige spanning naar de invoering van passend onderwijs. “Goede informatie en duidelijkheid zijn van belang voor de auti-mentor. Dat we nu nog niet precies weten waar het naar toe gaat, maakt het lastig. We bekijken het positief en blijven voor de leerling werken aan goede resultaten.” De twee genoemde leerlingen zijn inmiddels van school: de een met een havo-, de andere met een vwo-diploma. “Dat is toch waar je het voor doet!”
IriScoop_42.indd 6
Colofon Dit is een uitgave van IRIS, Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs telefoon 023 - 548 38 00 e-mail
[email protected] websites www.iris-cvo.nl www.hvc.nl www.kajmunk.nl www.ecl.nl www.thamen.nl www.haemstede-barger.nl
IriScoop tekst/(eind)redactie: IRIS, I. Snep oplage: 800 exemplaren vormgeving: Bommel tekst & creatie fotografie: medewerkers IRIS druk: drukkerij Groen Met speciale dank aan Mick & zijn ouders en de zorgcoördinatoren van alle IRIS-scholen.
Passend onderwijs en medezeggenschap IRIS heeft wat betreft passend onderwijs te maken met twee samenwerkingsverbanden: Zuid-Kennemerland en Amstelland en de Meerlanden. Jan Los, voorzitter van de GMR: “Als GMR worden we door de samenwerkingsverbanden uitgebreid geïnformeerd over ontwikkelingen rondom passend onderwijs. De GMR wil dat de zorgleerlingen en de beschikbare gelden eerlijk verdeeld worden over de diverse scholen. Verder moeten de zorgprofielen per school op orde zijn, bekend zijn bij en gedragen worden door het personeel. De zorgleerlingen zitten uiteindelijk toch gewoon in een reguliere klas!”
6
Op bijna elke GMR-vergadering staat de voortgang van passend onderwijs op de agenda. Een ouderlid van Thamen heeft zitting in de ondersteuningsplanraad van Amstelland en de Meerlanden, de MR voor passend onderwijs. “IRIS speelt gelukkig een grote rol binnen deze twee samenwerkingsverbanden. We willen onze verantwoordelijkheid nemen, maar we willen voorkomen dat andere besturen dat niet doen. Daar ligt nog een behoorlijke uitdaging”, aldus Jan Los.
04-12-13 21:59