Rijscholen in Cijfers 2011
Verdeling rijscholen naar slagingspercentage (eerste praktijkexamen B), in %, 2011 25% 22%
20%
18%
16%
15% 14%
15%
10%
22%
20%
12% 11%
10%
9%
7%
6%
5%
5% 2%
2%
0-10%
11-20%
2%
4%
3%
2%
0% 21-30%
31-40%
41-50%
percentage alle rijscholen
51-60%
61-70%
71-80%
percentage BOVAG Rijscholen
81-90%
91-100%
2
Rijscholen in Cijfers 2011
Colofon
In opdracht van:
BOVAG Rijscholen
Redactie:
drs. F.P.M. Bastiaansen, manager BOVAG Rijscholen
Uitvoering:
W.J. Terpstra BOVAG Onderzoek
Copyright© 2011 BOVAG Rijscholen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Rijscholen in Cijfers 2011
3
Voorwoord
Geachte lezer, De Nederlandse rijschoolsector staat volop in de belangstelling. Deze belangstelling is enerzijds te wijten aan de snel wijzigende wet- en regelgeving op het gebied van verkeersveiligheid en rijonderricht. Een greep uit de lange lijst: de nieuwe WRM, de Europese vakbekwaamheidsrichtlijn voor beroepschauffeurs, het bromfietspraktijkexamen, het faalangstexamen, 2toDrive (begeleid rijden), et cetera. Anderzijds staat de sector in de belangstelling vanwege innovaties, zowel op het gebied van rij-instructie als op het gebied van geautomatiseerde examenreservering bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Een nieuwe ontwikkeling op dit laatste terrein deed de beruchte examenwachttijden verdwijnen. Al deze maatregelen zijn van belang voor de rijschoolhouder, maar de kernzaak is om de eigen onderneming zo gezond mogelijk te houden. Met het oog daarop heeft BOVAG Rijscholen de afdeling Onderzoek van BOVAG verzocht om een overzicht samen te stellen met gegevens die de rijschoolhouder in zijn bedrijf kan benutten voor een goed en strategisch marketingbeleid. En ook om hem te ondersteunen het hoofd te bieden aan de vele veranderingen die op de rijschoolondernemer afkomen. Wij wensen u veel informatief genoegen met deze nieuwe uitgave van Rijscholen in Cijfers. Frans Bastiaansen, manager BOVAG Rijscholen.
4
Rijscholen in Cijfers 2011
Inhoudsopgave Inleiding
5
Kerncijfers rijschoolbranche WRM: instructeurexamens en bijscholing Relatie rijschool en CBR Theorie- en praktijkexamens per categorie Wagenparkgegevens rijscholen Internet Prijzen en kosten rijopleiding Rijbewijsbezit Marktpotentieel
6 9 14 16 22 30 33 34 36
Rijscholen in Cijfers 2011
5
Inleiding Nieuwe editie In 2008 is voor het laatst een uitgave van Rijscholen in Cijfers verschenen. Nu drie jaar later is de rijschoolbranche wederom in kaart gebracht. Net als in de vorige editie geeft Rijscholen in Cijfers 2011 onder andere inzicht in de ontwikkelingen op het gebied van (instructeurs)examens, slagingspercentages, afgegeven rijvaardigheidsbewijzen, werkgelegenheid, omzet en het wagenpark van rijscholen. Nieuw in deze editie is het gebruik van social media kanalen door rijscholen. Een groot deel van de gegevens in deze editie is verzameld door middel van een online enquête onder 813 (van de ruim 1.000) leden van BOVAG Rijscholen. In totaal hebben 168 rijscholen de vragenlijst volledig ingevuld. Dit komt overeen met een respons van 20,7%. De overige cijfers in deze publicatie zijn afkomstig van verschillende instanties, waaronder het CBR, CBS, Innovam/IBKI en de RDW, welke door BOVAG voor u bewerkt en geordend zijn. Samenvatting resultaten 2010 was een moeilijk jaar voor de rijschoolbranche. Het totaal aantal praktijkexamens nam in 2010 met 9,9% af ten opzichte van 2009. Het aantal theorie-examens is in 2010 wel toegenomen, maar dit is alleen te danken aan een toename van het aantal theorie-examens in categorie B. In de overige categorieën was een afname waar te nemen. De afname van het aantal praktijkexamens is ook terug te zien in het rijbewijsbezit. Voor het eerst sinds jaren is het aandeel 18 en 19 jarigen met een rijbewijs afgenomen. Het gemiddelde slagingspercentage van alle rijscholen in de categorie B was in 2010 49,3%. Rijscholen die niet lid zijn van BOVAG hebben in de categorie B een gemiddeld slagingspercentage van 47,8% . BOVAGrijscholen hebben met een gemiddelde van 53,2% een aanzienlijk hoger slagingspercentage. Naar schatting was de totale omzet in de rijschoolbranche ongeveer 9% lager dan in 2009. De bij BOVAG aangesloten rijscholen zijn goed voor 42,5 procent van de totale omzet in de branche, wat neerkomt op 425 miljoen euro (totale markt 1,0 miljard). Door de nieuwe gewijzigde WRM is het aantal instructeursexamens in categorie B sterk toegenomen. Ook het slagingspercentage in categorie B is in 2010 gestegen ten opzichte van 2009. Net als in 2007 is Volkswagen het populairste merk bij de rijscholen. Bijna een derde van lesauto’s is in 2011 een Volkswagen. Met name de Golf en de Polo zijn populair. Bijna de helft van de rijscholen maakt gebruik van social media kanalen. Met name de grotere rijscholen zijn hiermee actief. Hyves is het populairst, gevolgd door Facebook en Twitter. Wijtze Terpstra Onderzoeker BOVAG
6
Rijscholen in Cijfers 2011
Kerncijfers rijschoolbranche Aantal rijscholen In 2010 waren 6.754 rijscholen ingeschreven bij het CBR, waarvan 5.790 rijscholen daadwerkelijk actief waren. Het totaal aantal rijscholen is ten opzichte van 2009 met 534 rijscholen toegenomen. Zo hebben in 2010 840 nieuwe rijscholen zich ingeschreven en zijn er 306 rijscholen uitgeschreven (figuur 1). Het aantal actieve rijscholen in 2010 is met 341 rijscholen toegenomen ten opzichte van 2009. In 2010 waren er 882 actieve rijscholen bij BOVAG aangesloten, wat overeenkomt met 15,2% van alle rijscholen in Nederland (qua omzet ligt de verhouding anders, zie paragraaf Omzet). Ruim 97% van de bij BOVAG aangesloten rijscholen is een zelfstandige onderneming, ongeveer 2% is aangesloten bij een franchiseorganisatie en ruim 1% behoort tot een ander organisatietype. Figuur 1. Aantal rijscholen, instroom en uitstroom, 1991-2010 2010*
6.754
2009
5.449
2008
5.323
2007
5.264
2006
5.237
2005
5.451
2004
5.193
2003
5.017
2002
4.900
2001
4.946
2000
5.035
1999
5.070
1998
5.111
1997
5.169
1996
5.558
1995
5.576
1994
6.083
1993
6.075
1992
6.279
1991
6.302
-1.000
0
uitstroom
1.000
2.000
instroom
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
totaal aantal rijscholen
* Trendbreuk: vanaf 2010 rapporteert CBR het aantal ingeschreven rijscholen in plaats van het aantal actieve rijscholen. Bron: CBR, jaarverslagen Werkgelegenheid Het aantal fulltime equivalents (fte’s), ofwel voltijdseenheden, bij BOVAG Rijscholen ligt in 2011 op 4,9 fte’s inclusief de eigenaar. De helft van de BOVAG rijscholen bestaat uit minder dan 2 fte’s en 22% van de rijscholen bestaat uit 5 fte’s of meer (figuur 2).
Rijscholen in Cijfers 2011
7
Figuur 2. Verdeling BOVAG rijscholen naar aantal medewerkers in dienst (in fte’s) , inclusief eigenaar, in %, 2011 5 of meer
22%
2 tot 5
28%
minder dan 2
50% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: BOVAG Rijscholen Aantal theorie- en praktijkexamens Sinds het begin van de crisis in 2008 is het aantal praktijkexamens sterk gedaald. In 2008 werden er nog meer dan 515.000 praktijkexamens afgenomen. Dat was het hoogste aantal sinds 2002. Echter, in 2009 is het aantal praktijkexamens teruggelopen met 2,4% ten opzichte van 2008, en in 2010 nam het aantal praktijkexamens zelfs met 9,9% af ten opzichte van 2009. Het enige positieve in 2010 is de toename van het aantal theorieexamens met 2,7% ten opzichte van 2009 (figuur 3). Figuur 3. Aantal afgenomen theorie- en praktijkexamens1, 2001-2010 700.000
2004
2005
2006
557.627 453.094
543.326 448.228
2003
542.869 503.143
521.945 431.336
2002
579.295 515.693
536.709 462.206
2001
300.000
602.445 480.891
542.655 481.581
400.000
546.849 530.143
500.000
569.643 509.756
600.000
2007
2008
2009
2010
200.000 100.000
0
Theorie
Praktijk
Bron: CBR Verreweg het grootste deel van alle rijscholen zijn kleine ondernemingen. Zo verzorgde 77,2% van de rijscholen tussen de 0 en 50 praktijkexamens (incl. bromfiets examens) in 2010 (figuur 4). Het aantal kleine rijscholen is ten opzichte van 2007 sterk gegroeid, toen verzorgde namelijk 58% van alle rijscholen tussen de 0 en 50 examens. Slechts 11,1 % van alle rijscholen verzorgde in 2010 meer dan 100 praktijkexamens. Uit figuur 4 blijkt duidelijk dat er relatief veel grote rijscholen bij BOVAG zijn aangesloten. In 2010 verzorgde 55% van de BOVAG-leden tussen de 0 en 50 praktijkexamens en meer dan 29% verzorgde meer dan 100 praktijkexamens per jaar.
1
Dit betreffen de examens voor: motor (A), personenauto (B), personenauto met aanhanger (BE), vrachtauto (C), bus (D) en vrachtauto/bus met aanhanger (CD/DE).
8
Rijscholen in Cijfers 2011
Figuur 4. Verdeling rijscholen naar aantal praktijkexamens, in %, 2011 1%
Meer dan 600 examens
5%
3%
301-600 examens
9% 2%
201-300 examens
5% 6%
101-200 examens
10%
12%
51-100 examens
16% 24%
26-50 examens
26% 29%
11-25 examens
20% 25%
0-10 examens
9%
0%
5%
10% % Alle rijscholen
15%
20%
25%
30%
35%
% BOVAG-leden*
* Exclusief franchisenemers. Bron: CBR (2011), bewerking BOVAG Rijscholen Omzet In 2010 bedroeg de totale omzet in de rijschoolbranche ongeveer 1,0 miljard euro1. In 2009 was de totale omzet nog zo’n 1,1 miljoen euro. Bij BOVAG aangesloten rijscholen hadden gezamenlijk in 2010 een omzet van circa 425 miljoen euro. BOVAG-leden waren in 2010 dus goed voor zo’n 42,5% van de totale omzet in de rijschoolbranche.
1
Schatting van BOVAG Rijscholen.
Rijscholen in Cijfers 2011
9
WRM: instructeurexamens en bijscholing1 Om rij-instructie te mogen geven moet men een instructeursexamen afleggen. In de Wet Rijonderricht Motorvoertuigen (WRM) zijn de eisen van scholing en bevoegdheid voor het rijonderricht vastgelegd. Per 1 juni 2009 is een nieuwe, gewijzigde WRM ingegaan, met als doel de kwaliteit van de rijlessen in Nederland te verbeteren. Eén van de wijzigingen is het verplicht halen van het B-certificaat voordat er examen gedaan kan worden in de overige categorieën. Deze wijziging verklaart de toename van het aantal instructeursexamens in categorie B in 2010 ten opzichte van 2009 (figuur 4b). De figuren 4a tot en met 4f en figuur 5 zijn gebaseerd op cijfers van het IBKI. Achtereenvolgens zijn te zien van de periode 1999-2010: De examenaantallen instructeurexamens A (motor), B (personenauto) , C (vrachtwagen, > 3.500kg.), D (bus), EB (aanhanger personenauto), ECD (aanhanger vrachtwagen/bus); ( totaal aantal geslaagden na eerste of meerdere examens). De slagingspercentages voor de instructeurexamens van de categorieën A, B, C en D. Het gemiddelde slagingspercentages van categorie B ligt in 2010 (68,6%) bijna 10% hoger dan in 2009 (58,8%) (figuur 5). Een mogelijke verklaring daarvoor is de geschiktheidtest die onderdeel is van de nieuwe WRM en het meer praktijkgerichte instructeursexamen vanaf juni 2009. Iedereen die een rij-instructeurexamen wil doen moet ten minste een schoolopleiding op het niveau MAVO, VMBO, LBO, VBO of individueel beroepsonderwijs hebben afgerond. Iedereen die niet aan deze opleidingseis voldoet moet een geschiktheidtest doen. Daarnaast is het rij-instructeurexamen meer praktijkgericht geworden. Er wordt minder getoetst op feitenkennis en meer gekeken naar de competenties. Toekomstige rij-instructeurs moeten daarvoor stage lopen bij een rijschool. Examenaantallen instructeurexamens Figuur 4a. Aantal instructeurexamens en geslaagden Categorie A (motor),1999-2010 554
2010
791
688
2009
861
610
2007 473
2006
796 636
504
2005
661 704
2004 562
2003 429
2001
394
2000
163
1999 0
895 721
588
2002
728
531
437
194 200
400
600 aantal examens Geslaagd Opgekomen
Bron: Innovam (IBKI), bewerking BOVAG Rijscholen
1
946
637
2008
Bron: IBKI (2011), http://www.ibki.nl
800
1.000
10
Rijscholen in Cijfers 2011
Figuur 4b. Aantallen instructeurexamens en geslaagden Categorie B (personenauto), 1999-2010 8.575
2010
12.501
5.023
2009
8.538
3.233
2008 2007
2.261
2006
2.278
5.529 3.905 4.128
3.139
2005
5.750
4.459
2004
7.702
3.952
2003
6.781
3.416
2002
5.267
2.886
2001
4.193
2.769
2000 1.750
1999 0
4.058
2.718 2.000
4.000
6.000 8.000 10.000 aantal examens Geslaagd Opgekomen
12.000
14.000
Bron: Innovam (IBKI), bewerking BOVAG Rijscholen Figuur 4c. Aantallen instructeurexamens en geslaagden Categorie C (vrachtwagen, > 3.500kg.), 1999-2010 160
2010
208 200
2009
238
209
2008 176
2007 88
2006
207
96 154
2005 112
2004
249
193
125 165
2003
192 198
2002
241
186
2001
214 200
2000
148
1999 0
50
100
150 aantal examens
Geslaagd
Bron: Innovam (IBKI), bewerking BOVAG Rijscholen
234
184 200
Opgekomen
250
300
Rijscholen in Cijfers 2011 Figuur 4d. Aantallen instructeurexamens en geslaagden Categorie D (bus), 1999-2010 68
2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000 1999
76
106 82 85
56 40
88
60
49 61 48
70
55
84
95 100
74 49 0
25
125
96
105
80
54 50
75 aantal examens
Geslaagd
100
125
150
Opgekomen
Bron: Innovam (IBKI), bewerking BOVAG Rijscholen Figuur 4e. Aantallen instructeurexamens en geslaagden Categorie EB (aanhanger personenauto), 1999-2010 170 183 158 162
2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000 1999
114 107
142
183
168
133 50
100
203 207
152 140
146
0
239 229
237
192 200 236
277
156
150 200 250 aantal examens Geslaagd Opgekomen
Bron: Innovam (IBKI), bewerking BOVAG Rijscholen
298
300
350
11
12
Rijscholen in Cijfers 2011
Figuur 4f. Aantallen instructeurexamens en geslaagden Categorie ECD (aanhanger vrachtwagen/bus), 19992010 96
2010
135
94
2009
112
97
2008 58
2007 36
2006
41 47
2005
106
64
56
2004
82
100
2003
82
97 110
2002 96
2001 63
2000 49
1999 0
25
137 106
70
55 50
75 aantal examens Geslaagd
100
125
150
Opgekomen
Bron: Innovam (IBKI), bewerking BOVAG Rijscholen Figuur 5. Slagingspercentages instructeurexamens, 1999-2010 100% 95% 90% 85% 80% 75% 70% 65% 60% 55% 50% 1999
2000
2001
2002
A-categorie
Bron: Innovam (IBKI)
2003
2004
B-categorie
2005
2006
C-categorie
2007
2008
D-categorie
2009
2010
Rijscholen in Cijfers 2011
13
Verplichte bijscholing voor rijinstructeurs Het WRM-certificaat is vijf jaar geldig. Om het certificaat geldig te houden, moet er bijscholing gevolgd worden. Deze bijscholing is in de plaats gekomen van de applicatietoets. De bijscholingsverplichting voor vijf jaar is: 1. 2.
Twee keer een praktische rijles (= praktijkbegeleiding). Hierbij is een begeleider van het IBKI aanwezig, die de rijlessen beoordeelt. De tweede keer moet voldoende zijn. Er is een herkansing mogelijk. Drie dagen (zes dagdelen van 3 uur) theoriecursussen. Hierbij zit geen examen, maar aanwezigheid is wel verplicht. Er mag vrij worden gekozen uit een lijst met cursusonderwerpen die elk jaar wordt aangevuld.
In tabel 1 staat hoeveel bijscholing een rij-instructeur precies moet volgen. Dit hangt af van de verloopdatum van het certificaat. Tabel 1. Overgangsregeling bijscholing voor rijinstructeur 2010-214 Het certificaat verloopt in de periode:
De bijscholing die gevolgd moet worden vóór de verloopdatum is:
Vanaf 1 juni 2010 tot 1 juni 2011
alleen 2 dagdelen theoriecursussen
Vanaf 1 juni 2011 tot 1 juni 2012
1x praktijkbegeleiding en 2 dagdelen theoriecursussen
Vanaf 1 juni 2012 tot 1 juni 2013
1x praktijkbegeleiding en 4 dagdelen theoriecursussen
Vanaf 1 juni 2013 tot 1 juni 2014
2x praktijkbegeleiding en 4 dagdelen theoriecursussen
Vanaf 1 juni 2014
2x praktijkbegeleiding en 6 dagdelen theoriecursussen
Bron: Innovam (IBKI) In figuur 6 is het totaal aantal afgenomen training met betrekking tot de nascholing te zien. Door de nieuwe regelgeving is het aantal trainingen in 2010 ten opzichte van 2009 sterk toegenomen. Figuur 6. Aantallen trainingen verplichte nascholing, 2009-2010 2 .972
Praktijktraining bus
92 6 .948
Praktijktraining vrachtauto
2.786 6 .651
Praktijktraining vrachtwagen en bus
2.706 8 .721
Theorietraining bus
2.853 33.5 56
Theorietraining vrachtauto
17.152 1 6 .438
Theorietraining vrachtauto en bus
5.255
0
10.000
20.000 2010
Bron: CBR
2009
30.000
40.000
14
Rijscholen in Cijfers 2011
Relatie rijschool en CBR Rijscholen en het CBR, dat als enige rijbewijsexamens mag afnemen, hebben veel met elkaar te maken. BOVAG Rijscholen doet hier periodiek onderzoek naar, om zicht te krijgen op de goede en minder goede punten in die relatie. Dit zogenaamde Relatie Onderzoek CBR-Rijscholen (ROCA) heeft voor het laatst in 2009 plaatsgevonden. In het voorjaar van 2011 is de relatie met de nieuwe helpdesk van het CBR nog eens extra tegen het licht gehouden.
ROCA 2009 Gemiddeld gaven BOVAG-rijscholen het CBR in 2009 een 6,3; dit is vier tiende lager dan in 2006 (figuur 7). Met name over de wachttijden voor theorie-examens en de tussentijdse toets waren de BOVAG-rijscholen in 2009 meer tevreden dan in 2006. Echter de wachttijd voor praktijkexamens krijgt met een 5,5 in 2009 een aanzienlijk lagere waardering dan in 2006 (6,3). Het meest tevreden zijn de BOVAG-rijscholen over het TOP reserveringssysteem.
Figuur 7. Waarderingcijfers van BOVAG-leden voor het CBR, 2003, 2006 en 2009 7 ,0
TOP reserveringssysteem
7,3
6,3
Theorie: wachttijden
6,0
6,4
6 ,9
6 ,5
Theorie: service
6,7 6,8
Tussentijdse toets: wachttijden
6 ,8
6,3 6,1
6 ,8
Tussentijdse toets: algemeen
6,6 6,4
5 ,5
Praktijk: wachttijden
6,3 6,3
6 ,6
Praktijk: algemeen ooordeel
6,7 6,6
6 ,3
Algemeen oordeel CBR
6,7 6,6
1
2
3
4 2009
5 2006
6
7
8
9
10
2003
Bron: ROCA, BOVAG Rijscholen
Helpdeskonderzoek 2011 Het algemene waarderingscijfer van de BOVAG-rijscholen voor de medewerkers van de helpdesk van het CBR was slechts een 5,8 in 2011. Dit is maar liefst zeven tiende lager dan in 2009. De BOVAG-rijscholen zijn met name ontevreden over de ‘deskundigheid’ en ‘betrokkenheid’ van de medewerkers en de mate waarin de medewerkers ‘de situatie van de rijschool begrijpt’. Het meest tevreden zijn de BOVAG-rijscholen over de ‘duidelijkheid’ en ‘vriendelijkheid’ van de medewerkers. Zie overzicht figuur 8.
Rijscholen in Cijfers 2011 Figuur 8. Waarderingscijfers van BOVAG-leden voor medewerkers helpdesk CBR, 2003, 2006, 2009 en 2011 6 ,4
6,5 6,6 6,8
Vriendelijkheid 5 ,9
Behulpzaamheid
6,6 6,7 6,9
6 ,8
6,7 6,7
Duidelijkheid 4 ,8
7,2
6,8 6,7 6,9
Deskundigheid
6,7 6,8 7,0
Accuratesse 5 ,0
Begrijpen situatie 5 ,1 Betrokkenheid 5 ,8 Algemene waardering
1
2
3 2011
Bron: ROCA, BOVAG Rijscholen
4
5 2009
6 2006
6,5 6,7
7,2
7 2003
8
9
10
15
16
Rijscholen in Cijfers 2011
Theorie- en praktijkexamens per categorie Aantallen afgenomen en geslaagd In de figuren 9a tot en met 9i zijn van elke categorie de aantallen (afgenomen en geslaagd) examens te zien, respectievelijk theorie- en praktijkexamens. Bijna alle categorieën zagen in 2010 een afname van het aantal geslaagde en opgekomen personen ten opzichte van 2009. Alleen het aantal afgenomen theorie-examens voor personenauto’s is in 2010 ten opzichte van 2009 toegenomen. Met name het aantal examens voor het bus- en vrachtautorijbewijs is sterk afgenomen als gevolg van de crisis. Figuur 9a. Aantal theorie-examens Motor (categorie A), 1997-2010 23.661
2010
32.395
25.967
2009
35.606
26.753
2008
37.004
25.006
2007
34.617
21.756
2006
29.987
19.642
2005
27.413
22.592
2004
32.413 28.052
2003
41.804
31.781
2002
48.556
29.361
2001
44.618
23.665
2000 1999
17.991
1998
18.385
1997
18.709 0
10.000
35.078 26.726 27.782
28.637 20.000
30.000 aantal examens
Aantal voldoende
Bron: CBR, jaarverslagen
40.000
Aantal afgenomen
50.000
60.000
Rijscholen in Cijfers 2011
17
Figuur 9b. Aantal praktijkexamens Motor (categorie A), 1997-2010 25.355
2010
47.773
2009
27.766
2008
28.247
2007
28.132
50.446 49.414 48.663
23.171
2006
42.101
22.072
2005
38.361
21.142
2004
40.675 29.816
2003
57.124 35.416
2002
54.595
36.566
2001
55.337
29.403
2000
45.567
25.219
1999 1998
20.120
1997
20.098 0
10.000
40.029 29.698 28.043
20.000
30.000 40.000 aantal examens
Aantal voldoende
50.000
60.000
70.000
Aantal afgenomen
Bron: CBR, jaarverslagen Figuur 9c. Aantal theorie-examens Personenauto (categorie B), 1997-2010 2010
222.002
2009
223.458
458.663 438.163
235.249
2008
448.046
226.360
2007 2006
206.731
2005
204.245
462.059 429.297
410.496
199.001
2004
421.961
202.701
2003
410.800
234.769
2002
423.201
238.533
2001
441.192
230.644
2000
425.427
240.676
1999
447.037
208.975
1998 166.990
1997 0
100.000
303.861 200.000 300.000 aantal examens
Aantal voldoende
Bron: CBR, jaarverslagen
403.803
Aantal afgenomen
400.000
500.000
18
Rijscholen in Cijfers 2011
Figuur 9d. Aantal praktijkexamens Personenauto (categorie B), 1997-2010 177.894
2010
371.611
190.001
2009
407.773
186.274
2008
405.542
180.732
2007
384.833
173.994
2006
366.783
169.746
2005
354.463
2004
176.835
2003
175.562
375.082 382.712
190.305
2002
427.131
180.267
2001
409.883
190.344
2000
430.466
177.755
1999
398.258
189.469
1998
429.597
194.013
1997 0
100.000
451.590
200.000 300.000 aantal examens Aantal voldoende
400.000
500.000
Aantal afgenomen
Bron: CBR, jaarverslagen Figuur 9e. Aantal praktijkexamens Personenauto met aanhanger (categorie BE), 1997-2010 22.157
2010
30.611
24.218
2009
33.099 28.687
2008
39.629
25.555
2007
34.474
22.244
2006
30.889
20.681
2005
28.414
21.734
2004
29.854
20.117
2003
27.460
18.097
2002
24.775
16.611
2001
23.012
17.532
2000
24.143
16.368
1999
14.127
1998 1997 0
22.711 19.678
12.397
17.516
10.000
20.000 30.000 aantal examens Aantal voldoende
Bron: CBR, jaarverslagen
Aantal afgenomen
40.000
50.000
Rijscholen in Cijfers 2011
Figuur 9f. Aantal theorie-examens Verkeer & logistiek (excl. taxi), 1997-2010 34.395
2010
51.191
38.775
2009
54.260 62.464
2008
81.835
64.516
2007 2006
48.377
2005
48.633
91.723 71.928
73.088 56.838
2004
74.073
54.417
2003
74.731
50.080
2002
69.053
55.587
2001
73.114
2000 1999 1998 1997 0
20000
40000 60000 aantal examens Aantal voldoende
80000
100000
Aantal afgenomen
Bron: CBR, jaarverslagen Figuur 9g. Aantal praktijkexamens Vrachtauto (categorie C), 1997-2010 5.700
2010
9.201 8.454
2009
13.864 10.593
2008
17.882
9.034
2007
14.676
6.886
2006
10.696
7.307
2005
11.336
8.264
2004
12.959 10.783
2003
17.502
10.611
2002
17.121
11.533
2001
18.588
11.340
2000
18.295
10.792
1999
18.156
10.556
1998
17.884
10.090
1997 0
2.500
5.000
7.500
10.000 12.500 aantal examens
Aantal voldoende
Bron: CBR, jaarverslagen
17.663
Aantal afgenomen
15.000
17.500
20.000
19
20
Rijscholen in Cijfers 2011
Figuur 9h. Aantal praktijkexamens Bus (categorie D), 1997-2010 1.027
2010
1.761 1.590
2009
2.879
1.674
2008
3.079
1.561
2007
2.649
1.062
2006
1.669
734
2005
1.068 864
2004
1.316 1.142
2003
1.748
1.056
2002
1.607 1.475
2001
2.345
1.335
2000
2.155
1.203
1999
2.009
1.155
1998
1.863
998
1997 0
500
1.685
1.000
1.500 2.000 aantal examens
Aantal voldoende
2.500
3.000
3.500
Aantal afgenomen
Bron: CBR, jaarverslagen Figuur 9i. Aantal praktijkexamens Vrachtauto/bus met aanhanger (categorie CE/DE), 1997-2010 4.770
2010
7.515 6.287
2009
9.922 7.906
2008
12.557
6.275
2007
9.642
5.569
2006
8.204
5.805
2005
8.642 6.954
2004
10.582
6.774
2003
10.355
7.149
2002
10.953
7.566
2001 2000
7.784
1999
7.742
1998
7.754
11.310 11.693 11.813 12.105
7.371
1997
0
2.500
5.000
7.500 aantal examens
Aantal voldoende
Bron: CBR, jaarverslagen
11.860 10.000
Aantal afgenomen
12.500
15.000
Rijscholen in Cijfers 2011
21
Slagingspercentages Het slagingspercentage van de theorie-examens is, met uitzondering van bromfietsen, licht gedaald in 2010 ten opzichte van 2009 (figuur 10). Het slagingspercentage van de theorie-examens voor bromfietsen steeg van 50,6% in 2009 naar 51,5% in 2010. De ontwikkeling van de slagingspercentages praktijkexamens (figuur 11) laat het tegenovergestelde zien van dat van de theorie-examens (figuur 10). Zo steeg het slagingspercentage van de praktijkexamens bij bijna alle categorieën in 2010 ten opzichte van 2009. Alleen bij de categorie personenauto met aanhanger daalde het slagingspercentage van 73,2% in 2009 naar 72,4% in 2010. Opvallend is de stijging van het slagingspercentage voor het praktijkexamen bus. Tussen 2005 en 2008 is het slagingspercentage voor het praktijkexamen bus namelijk sterk gedaald van 68,7% naar 54,4%, maar sinds 2009 stijgt het slagingspercentage weer naar 58,3% in 2010. Het slagingspercentage van het praktijkexamen bus schommelt meer dan bij andere categorieën doordat er veel minder examens worden afgenomen in deze categorie. Indien er bijvoorbeeld 10 extra personen in 2010 waren geslaagd voor het praktijkexamen bus zou het slagingspercentage met 1% zijn gestegen. Figuur 10. Slagingspercentage theorie-examen (totaal eerste en herexamens) per categorie, 1997-2010 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 1997
1998
Motor (A)
Bron: CBR
1999
2000
2001
Personenauto (B)
2002
2003 2004
2005
2006
2007
Theorie Verkeer & logistiek (excl. taxi)
2008
2009
2010
Bromfiets
22
Rijscholen in Cijfers 2011
Figuur 11. Slagingspercentage praktijkexamen (totaal eerste en herexamens) per categorie, 1997-2010 75% 70% 65% 60% 55% 50% 45% 40% 1997
1998
1999 2000 2001 Motor (AVD) *
2002
2003 2004 2005 2006 Personenauto (B)
2007
2008
Vrachtauto (C)
Bus (D)
Personenauto met aanhanger (BE)
Vrachtwagen met aanhanger (CE)
2009
2010
* Per 1 april 2004 is categorie A veranderd in AVB (voertuigbeheersing) en AVD (verkeersdeelneming). Bron: CBR Om een indruk te krijgen van hoe goed de rijscholen en hun kandidaten presteren voor het eerste praktijkexamen B, geeft figuur 13 de verdeling van rijscholen weer over een aantal slagingspercentagecategorieën. Bijna 60% van de rijscholen heeft in 2011 een slagingspercentage van 50% of lager, in 2004 en 2007 was dit nog bijna 62%. Met name het aandeel rijscholen met een slagingspercentage boven de 60% is gestegen. In 2007 had 22,4% van de rijscholen een slagingspercentage boven de 60% , in 2011 is dit aandeel gestegen naar 24,7%. Figuur 12. Verdeling rijscholen naar slagingspercentage (eerste praktijkexamen B), in %, 2004,2007 en 2011 25%
24%
20% 20%
20%
17%
16%
15%
16%16%
15% 12%
12%12%
10%
10%
9%
9%
7%
6% 7%
11%12%
11%
7% 6% 6%
6%
5% 2% 2%
2%
3% 2%
3%
0% 0-10%
11-20%
21-30%
31-40%
percentage 2004
Bron: CBR
41-50%
51-60%
percentage 2007
61-70%
71-80%
percentage 2011
81-90% 91-100%
Rijscholen in Cijfers 2011
23
Alle rijscholen samen hebben in categorie B een gemiddeld slagingspercentage eerste examens van 49,3%*. De rijscholen die niet bij BOVAG zijn aangesloten hebben gemiddeld een slagingspercentage van 47,8%. Het gemiddelde slagingspercentage van de BOVAG-rijscholen ligt 5,4% hoger (53,2%). Dit is ook terug te zien in de verdeling van de rijscholen naar slagingspercentage (figuur 13b). Meer dan de helft van de BOVAGrijscholen heeft een slagingspercentage van 50% of hoger, terwijl 60% van alle rijscholen een slagingspercentage heeft van 50% of lager in categorie B. Het gemiddelde slagingspercentage voor motorrijbewijzen ligt bij de BOVAG-leden 3% hoger dan dat van alle rijscholen. Voor de overige categorieën is er nagenoeg geen verschil in het gemiddelde slagingspercentage tussen alle rijscholen en BOVAG-rijscholen. Figuur 13a. Verdeling rijscholen naar slagingspercentage (eerste praktijkexamen AVD), in %, 2011 40%
30%
27% 22%
20%
16%
6%
5%
3%
0% 0-10%
7% 6 %
0% 0 %
1% 1 %
11-20%
21-30%
21%
16%
15%
10%
21%
16%
8% 8 %
2% 31-40%
41-50%
percentage alle rijscholen
51-60%
61-70%
71-80%
81-90%
91-100%
percentage BOVAG Rijscholen
Bron: CBR, BOVAG Rijscholen Figuur 13b. Verdeling rijscholen naar slagingspercentage (eerste praktijkexamen B), in %, 2011 25% 22% 20%
20%
18%
16%
15% 14%
15%
10%
22%
12% 11%
10%
9%
7%
6%
5%
5% 2%
2%
0-10%
11-20%
2%
4%
3%
2%
0% 21-30%
31-40%
41-50%
percentage alle rijscholen
51-60%
61-70%
71-80%
81-90%
91-100%
percentage BOVAG Rijscholen
Bron: CBR, BOVAG Rijscholen *Opgemerkt moet worden dat op de site www.rijschoolgegevens .nl alle grote rijscholen ingedeeld worden in de categorie meer dan 250 examens. Hierdoor tellen de grote rijscholen onvoldoende zwaar mee in het gemiddelde. Uit nadere analyse blijkt wel dat het gemiddelde slagingspercentage van de grote BOVAG-rijscholen (>250 examens) hoger is dan het gemiddelde van alle niet BOVAG-rijscholen.
24
Rijscholen in Cijfers 2011
Figuur 13c. Verdeling rijscholen naar slagingspercentage (eerste praktijkexamen C), in %, 2011 40% 33%
31%
30% 22% 2 3%
21%
19%
20% 10%1 0 %
10% 5% 2%
1%
1% 1 %
1% 0 %
0-10%
11-20%
21-30%
0%
3% 3%
3%
31-40%
41-50%
percentage alle rijscholen
51-60%
61-70%
71-80%
81-90%
5% 6 %
91-100%
percentage BOVAG Rijscholen
Bron: CBR, BOVAG Rijscholen Figuur 13d. Verdeling rijscholen naar slagingspercentage (eerste praktijkexamen D), in %, 2011 40%
30%
28%
26%
18%
20%
1 7 % 16% 1 5 % 14% 1 5 %
14%
1 3%
10%
7% 5% 1% 2%
0% 0-10%
0% 0 %
11-20%
3% 2 %
1% 2 %
21-30%
31-40%
41-50%
percentage alle rijscholen
Bron: CBR, BOVAG Rijscholen
51-60%
61-70%
71-80%
percentage BOVAG Rijscholen
81-90%
91-100%
Rijscholen in Cijfers 2011
25
Figuur 13e. Verdeling rijscholen naar slagingspercentage (eerste praktijkexamen BE), in %, 2011 40%
30%
28% 26% 20%2 0 %
20%
20%
18%
11% 9% 8 %
9% 8 %
41-50%
51-60%
10% 4% 4%
0%
0-10%
0% 0 %
1% 1 %
11-20%
21-30%
9%
3% 3%
31-40%
percentage alle rijscholen
61-70%
71-80%
81-90%
91-100%
percentage BOVAG Rijscholen
Bron: CBR, BOVAG Rijscholen Figuur 13f. Verdeling rijscholen naar slagingspercentage (eerste praktijkexamen Bromfiets), in %, 2011 40% 34 % 31%31 %
30%
28%
20%
18%
17% 14%
12% 10% 2% 1%
0-10%
0%
3% 3%
0% 0 %
1% 1 %
1% 0 %
11-20%
21-30%
31-40%
41-50%
percentage alle rijscholen
Bron: CBR, BOVAG Rijscholen
4%
2%
51-60%
61-70%
71-80%
percentage BOVAG Rijscholen
81-90%
91-100%
26
Rijscholen in Cijfers 2011
Wagenparkgegevens rijscholen Ongeveer 43% van de bij BOVAG aangesloten rijscholen heeft één lesvoertuig, 31% heeft 2 tot en met 5 lesvoertuigen en bijna 26% heeft 6 of meer lesvoertuigen. Gemiddeld hebben BOVAG-rijscholen 5 lesvoertuigen. Bijna alle rijscholen geven les in de categorie B. In de categorieën A en E wordt gemiddeld door respectievelijk 31% en 34% van de rijscholen lesgegeven. De categorieën C en D worden vrijwel alleen door de grotere rijscholen met meer dan 6 lesvoertuigen aangeboden (zie figuur 14), mede door de hoge investeringen die het materieel daarvoor vereisen Figuur 14. Percentage rijscholen dat les geeft in een bepaalde categorie naar omvang van de rijschool (in aantal voertuigen), 2011 100%
89% 95%
100%
100%
99%
84%
80% 60% 43%
40%
40%
30%
25%
34%
31%
20%
11%
8%
0% 1 lesvoertuig
2 t/m 5 lesvoertuigen A
B
C
6 of meer lesvoertuigen D
Totaal
E
Bron: BOVAG Rijscholen De verdeling van het wagenpark van rijscholen staat weergegeven in figuur 15. Lesauto’s maken gemiddeld 52% uit van het wagenpark van rijscholen en motorfietsen 20%. Een gemiddelde BOVAG-rijschool heeft ongeveer 1 motorfiets en 3 lesauto’s. Bijna 12% van het wagenpark van rijscholen bestaat tegenwoordig uit bromfietsen. Aanhangwagens zijn gemiddeld goed voor 9% van alle voertuigen binnen een rijschool en vrachtwagens en bussen voor respectievelijk 5 en 2%. Het aandeel dat voertuigen in het wagenpark van een rijschool innemen is natuurlijk sterk afhankelijk van de omvang van de rijschool (zie figuur 15). Zo bestaat het wagenpark van rijscholen met slechts één lesvoertuig voor 100% uit lesauto’s. Het gemiddeld aantal examens per jaar verschilt ook sterk naar omvang van de rijschool (zie figuur 16). Figuur 15. Aandeel van typen lesvoertuigen naar omvang van de rijschool (in aantal voertuigen), in %, 2011 100%
AM; 4%
AM; 12%
AM; 15%
E; 13%
E; 9% D; 2% C; 5%
E; 8% D; 3% C; 6%
80%
60% B; 100%
B; 66%
B; 44%
B; 52%
A; 24%
A; 20%
6 of meer lesvoertuigen
Total
40%
20% A; 17% 0%
1 lesvoertuig
2 t/m 5 lesvoertuigen A
Bron: BOVAG Rijscholen
B
C
D
E
AM
Rijscholen in Cijfers 2011
27
Figuur 16. Gemiddeld aantal examens per jaar per lescategorie naar omvang van de rijschool (in aantal voertuigen), in %, 2010 250 222 200
150
100 65 50
56
44
81
76 70
56
50 30
27 9
7
51
59
30
2
0 1 lesvoertuig
2 t/m 5 lesvoertuigen A
B
6 of meer lesvoertuigen
C
D
E
Total AM
Bron: BOVAG Rijscholen In tabel 2 staat een overzicht van de theoretische 1 en feitelijke leeftijd van lesvoertuigen bij rijscholen. De theoretische leeftijd is voornamelijk hoog bij vrachtwagens een aanhangwagens. Een aanhangwagen wordt gemiddeld na 10 jaar vervangen en vrachtwagens worden bijna 9 jaar gebruikt. Auto’s, bromfietsen en motoren worden sneller vervangen. De gemiddelde feitelijke leeftijd2 van lesvoertuigen ligt altijd lager dan de theoretische leeftijd, omdat rijscholen zowel nieuwere als oudere voertuigen in hun wagenpark hebben. Grote rijscholen hebben gemiddeld vaak nieuwere lesvoertuigen, dan kleinere rijscholen. Het gemiddelde jaarkilometrage per lesvoertuig is in 2011 gedaald ten opzichte van 2007. Voornamelijk de bussen, vrachtwagens en motoren zijn aanzienlijk minder kilometers per jaar gaan rijden. Dit betekent dat de stilstand van deze voertuigen sterk is toegenomen. Lesauto’s maken gemiddeld de meeste kilometers per jaar, namelijk 42.584 kilometer. Met een bromfiets wordt slechts 2.175 kilometer per jaar gereden. Tabel 2. Theoretische en feitelijke leeftijd lesvoertuigen naar omvang van de rijschool (in aantal voertuigen), in maanden, 2011 Motorfietsen
Lesauto's
Vrachtwagens
Bussen
Aanhangwagens
Bromfietsen
Theoretisch
Feitelijk
Theoretisch
Feitelijk
Theoretisch
Feitelijk
Theoretisch
Feitelijk
Theoretisch
Feitelijk
Theoretisch
Feitelijk
1 lesvoertuig
-
-
39
26
-
-
-
-
-
-
-
-
2 t/m 5 lesvoertuigen 6 of meer lesvoertuigen Totaal
54
43
50
30
-
-
-
-
141
45
36
5
52
29
42
20
106
65
76
24
109
69
40
10
53
32
43
26
106
65
76
24
117
60
40
10
Bron: BOVAG Rijscholen
1 2
Theoretische leeftijd: het aantal maanden dat een rijschool gemiddeld een lesvoertuig gebruikt. Feitelijke leeftijd: de gemiddelde leeftijd van alle lesvoertuigen van een bepaald type in aantal maanden.
28
Rijscholen in Cijfers 2011
Figuur 17. Gemiddeld aantal kilometers per jaar per lesvoertuig naar lescategorie, 2007 en 2011 50.000 43.862
42. 584
40.000 31.757
30.000 19. 219
20.000
15.271 10.588
8. 963
7. 773
10.000
10.024 9. 594 2. 175
0 A
B
C 2007
D
E
AM
2011
Bron: BOVAG Rijscholen Populairste merken en typen lesauto’s Volkswagen is verreweg het populairste merk onder de BOVAG-rijschoolhouders. Bijna een derde van de lesauto’s bij de BOVAG-rijschoolhouder is een Volkswagen (figuur 18). Andere populaire merken zijn Opel en Toyota. Opel heeft in 2011 net als Volkswagen veel marktaandeel bij de BOVAG-rijschoolhouders gewonnen ten opzichte van 2007. De grootste verliezer is Peugeot. In 2007 had Peugeot, dankzij de 307, nog 9% van de lesautomarkt in handen, in 2011 is dit nog slechts 2%. Op modelniveau zijn de Volkswagen Golf (Plus) en de Volkswagen Polo het populairst onder de rijschoolhouders (tabel 3). Ten opzichte van 2007 is te zien dat naast de Volkswagen Polo ook de Opel Corsa veel marktaandeel heeft gewonnen. De Peugeot 308 staat niet in de top 5 van 2011 en is daarmee niet zo populair onder de rijschoolhouders als zijn voorganger de 307. Toyota blijft het met hun C-segment auto’s goed doen bij de rijschoolhouders, in 2007 met de Corolla en in 2011 met de Auris.
Rijscholen in Cijfers 2011 Figuur 18. Populairste merken lesauto’s, in %, 2007 en 2011 Volkswagen
32 %
20%
Opel
20%
13% 12% 13%
Toyota 7% 6%
Seat Audi
5%
1%
4% 4%
BMW
3% 3%
Mercedes-Benz
2%
Peugeot
Hyundai
2% 2%
Nissan
2%
Kia
2% 2%
9%
3%
9%
Overige merken
0%
5%
10%
24%
15% 2011
20%
25%
30%
35%
2007
Bron: BOVAG Rijscholen Tabel 3. Top-5 typen lesauto’s, in %, 2011 en 2007 2011 Type % Volkswagen Golf (Plus) 15 Volkswagen Polo 15 Opel Corsa 10 Opel Astra 9 Toyota Auris 6 Overige typen 45 Bron: BOVAG Rijscholen
2007 Type Volkswagen Golf (Plus) Opel Astra Toyota Corolla Opel Corsa Peugeot 307 Overige typen
% 16 6 6 5 4 64
29
30
Rijscholen in Cijfers 2011
Internet Website Bij 72% van de BOVAG-rijschoolhouders kunnen leerlingen zich digitaal inschrijven. Een kwart van de rijscholen heeft wel een internetsite, maar niet de mogelijkheid voor digitaal inschrijven (figuur 19). Bijna de helft van alle leerlingen (46%) meldt zich nog telefonisch aan bij de rijscholen en een derde van de leerlingen schrijft zich in via de website (figuur 20). Figuur 19. Mogelijkheid van digitaal inschrijven via website bij BOVAG-Rijscholen, in %, 2011 Ja
72%
Nee
25%
Geen website
3%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: BOVAG Rijscholen Figuur 20. Wijze van inschrijven van leerlingen bij BOVAG-rijscholen, in %, 2011 Telefonisch
46%
Website
33%
Anders
21%
0%
20%
40%
60%
Bron: BOVAG Rijscholen Social media Meer dan de helft van de BOVAG-rijscholen maakt nog geen gebruik van social media kanalen (figuur 21). Bij de rijscholen die wel gebruik maken van social media kanalen is Hyves verreweg het populairst, gevolgd door Facebook en Twitter. Zo maakt 38% van de rijschoolhouders gebruik van Hyves en respectievelijk 24% en 21% van de rijscholen maakt gebruik van Facebook en Twitter. Voornamelijk de grotere rijscholen zijn actief op het internet met social media (figuur 22). Van de rijscholen met minder dan 6 lesvoertuigen maakt meer dan 60% geen gebruik van social media kanalen, terwijl bij rijscholen van 6 lesvoertuigen of meer slechts 30% geen gebruik maakt van social media. De belangrijkste reden om gebruik te maken van social media kanalen zijn het verbeteren van het imago, het werven van nieuwe leerlingen en het onderhouden van contacten met leerlingen (figuur 23). Meer dan de helft van de rijscholen die gebruik maakt van social media kanalen is tevreden over het gebruik van social media , slechts 6% van de rijscholen is ontevreden (figuur 24). De belangrijkste redenen om geen gebruik te maken van social media kanalen zijn volgens de rijscholen: Irrelevant voor het bedrijf, gebrek aan kennis of ze hebben er nog nooit aan gedacht (figuur 25).
Rijscholen in Cijfers 2011
31
Figuur 21. Gebruik social media kanalen bij BOVAG-rijscholen, in %, 2011 Hyves
38%
Facebook
24%
Twitter
21%
LinkedIn
8%
YouTube
7%
Weblog
4%
Forum
1%
Geen gebruik
54% 0%
20%
40%
60%
Bron: BOVAG Rijscholen Figuur 22. Gebruik social media kanalen naar omvang van de rijschool, in %, 2011 70%
63%
61%
62%
60% 50%
46%
40%
35% 30%
30%
38% 30%
29% 23%
20%
17%
13% 13%
19%
17%
10% 0% 1 lesvoertuig Hyves
Bron: BOVAG Rijscholen
Facebook
2 t/m 5 lesvoertuigen Twitter
Overige Social Media-kanalen
6 of meer lesvoertuigen Geen gebruik Social Media
32
Rijscholen in Cijfers 2011
Figuur 23. Belangrijkste doeleinden voor het gebruik van social media, in %, 2011 Imago verbetering
55%
Nieuwe leerlingen werven
49%
Contact onderhouden met leerlingen
47%
Promotie doeleinden
37%
Verbeteren zoekmachine positie
31%
Nieuwsitems plaatsen
27%
Kostenbesparing
7%
Geen idee
7% 0%
20%
40%
60%
Bron: BOVAG Rijscholen Figuur 24. Mate van tevredenheid over het gebruik van social media, in %, 2011
10% 0%
41% 10%
20%
30%
Zeer tevreden
44% 40% Tevreden
50% Neutraal
60%
70%
Ontevreden
6% 80%
90%
100%
Zeer ontevreden
Bron: BOVAG Rijscholen Figuur 25. Belangrijkste redenen om geen gebruik te maken van social media kanalen, in %, 2011
Niet relevant voor mijn bedrijf
33%
Gebrek aan kennis
29%
Nog niet aan gedacht
29%
Gebrek aan capaciteit
12%
Geen budget
9%
Niet professioneel
5% 0%
Bron: BOVAG Rijscholen
10%
20%
30%
40%
Rijscholen in Cijfers 2011
33
Prijzen en kosten rijopleiding Lesprijsontwikkeling Een mogelijkheid om inzicht te krijgen in de lesprijsontwikkeling is via het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS houdt onder andere de consumenten- en rijlesprijsindex bij (figuur 26). Een rijles was in 2010 8% duurder dan in het basisjaar 2006, terwijl de gemiddelde boodschappen voor de consument (consumentenprijsindex) in dezelfde periode met 7% in prijs stegen. Figuur 26. Rijles- en consumentenprijsindexcijfers, 2000-2006 (2006=100) 120
110 96
97 97
2001 2002 2003 Rijlesprijzenindex (CBS)
2004
100 91 87
90
80
94
94
100 99
100 100
101 102
105 104
107
105
108 107
90
84 77
70 60 2000
2005 2006 2007 2008 2009 Consumentenprijsindex totale bestedingen (CBS)
2010
Bron: CBS
Wat kost een rijopleiding? De kosten van een rijopleiding bestaan uit het benodigde aantal lessen, lesmateriaal, theorie-examen, (eventueel) een tussentijdse toets, pasfoto’s, eigen verklaring, praktijkexamen CBR, extra kosten rijschool en administratie, en aanschaf rijbewijs. In de praktijk treft men grote prijsverschillen aan, die sterk afhankelijk zijn van het soort rijschool, het type opleiding, de samenstelling van geboden lespakketten en de regio waar men woont. De kosten van een Rijopleiding in Stappen (RIS) zijn volgens informatie van het CBR gelijk aan die van een traditionele rijopleiding. Wel zijn er bij de RIS extra kosten in verband met de extra toetsen en de verkeersveiligheidstraining. Daar staat tegenover dat het slagingspercentage bij het examen gemiddeld twintig procent hoger is dan bij de traditionele rijopleiding. Een hoger slagingspercentage betekent minder herexamens en dus ook minder rijlessen voor herexamens. Per saldo blijven de gemiddelde kosten daardoor gelijk aan die van een traditionele rijopleiding.
34
Rijscholen in Cijfers 2011
Rijbewijsbezit Nederland telde in 2010 circa 11,36 miljoen rijbewijsbezitters. Figuur 27 geeft weer hoe de rijbewijsbezitters verdeeld zijn over de verschillende leeftijdsgroepen. Figuur 28 geeft het rijbewijsbezit weer naar leeftijdscategorie. Figuur 27. Rijbewijsbezit (alle categorieën) per leeftijdsgroep, 2007-2010 94.129
16 en 17 jaar
1.149.529
18 t/m 24 jaar
2.886.267
25 t/m 39 jaar
3.577.528
40 t/m 54 jaar
2.655.888
55 t/m 69 jaar
993.807
70 jaar en ouder
0
1.000.000
2.000.000 2010
2009
3.000.000
2008
4.000.000
2007
Bron: RDW Figuur 28. Rijbewijsbezit (categorieën B) per leeftijdsgroep, 1985, 1995 en 2007 100% 94% 9 5 % 91% 88%
80% 58%
87%
82%
81%
74%
76% 63%
60%
88%
85%8 5 %
80% 66%
60%
59%
57%
56%
56% 51%
41%
40% 25%
20%
0% Mannen
Vrouwen
18 tot 25 jarigen
Mannen
25 tot 40 jarigen 1990
Bron: CBS
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
40 tot 60 jarigen 2000
2009
Mannen
Vrouwen
60 jarigen of ouder
Rijscholen in Cijfers 2011
35
Kijkend naar de ontwikkeling van het aantal rijbewijsbezitters, dan blijkt dat het rijbewijsbezit B per 1.000 inwoners van boven de 18 jaar in de afgelopen 25 jaar is toegenomen van 600 naar 812 (tabel 4). Dit betekent dat meer dan 80% van de bevolking boven de 18 jaar in het bezit is van een rijbewijs. Opvallend is dat het aantal rijbewijzen per 1.000 inwoners bij vrouwen in de afgelopen jaren sterk is toegenomen, terwijl het bij mannen zelfs licht is afgenomen in 2009 ten opzichte van 2005. Met name het aantal mannen tussen de 18 en 24 jaar met een rijbewijs neemt af. Tabel 4. Rijbewijsbezit (categorie B) per 1.000 inwoners (18+), 1985 -2009 Geslacht
Perioden
Mannen en vrouwen
1985 1990 1995 2000 2005 2009 1985 1990 1995 2000 2005 2009 1985 1990 1995 2000 2005 2009
Mannen
Vrouwen
18 - 19 jaar 232 232 228 340 369 314 294 273 266 382 367 326 159 184 186 294 371 300
20 - 24 jaar 699 686 639 710 727 750 728 724 630 744 768 759 670 646 648 675 684 741
25 - 29 jaar 740 754 734 838 810 836 736 718 678 863 842 843 744 789 790 813 780 829
30 - 39 jaar 784 794 766 900 893 876 805 785 709 928 922 891 762 803 825 870 864 862
40 - 49 jaar 687 770 804 896 903 925 715 800 796 941 933 946 656 739 812 851 872 904
50 - 59 jaar 558 612 711 858 871 899 672 661 734 940 930 945 448 565 687 775 811 855
60 - 64 jaar 470 524 592 784 843 860 579 605 652 919 938 929 373 443 532 650 747 787
65 - 74 75 jaar jaar en ouder 317 171 420 187 464 272 627 351 702 412 762 491 491 330 620 376 619 482 834 624 884 691 898 751 176 78 261 77 338 151 450 192 538 240 635 322
Totaal 600 638 661 782 796 812 668 689 680 868 871 869 534 588 643 700 723 757
Bron: SWOV In tabel 5 is te zien hoeveel rijbewijsbezitters er jaarlijks bij zijn gekomen in de afgelopen 15 jaar. Voornamelijk in categorie B en C/D is een grote terugval van het aantal afgegeven rijbewijzen te zien in 2010 ten opzichte van 2009. Het aantal afgegeven rijbewijzen in categorie C/D is in 2010 gedaald naar het niveau van voor 1997. Het verschil is alleen dat in 2010 relatief meer vrouwen het C/D rijbewijs gehaald hebben dan in de jaren voor 1997. Tabel 5. Aantal afgegeven rijvaardigheidsbewijzen categorie A, B en C/D, 1995-2010 Categorie A Jaar
Mannen
Vrouwen
Categorie B Totaal
Mannen
Vrouwen
Categorie C en D Totaal
Mannen
Vrouwen
1995 43.500 11.482 54.982 90.042 82.272 172.314 5.337 167 1996 43.000 11.565 54.565 85.062 78.765 163.827 6.200 177 1997 13.698 5.360 19.058 99.278 94.735 194.013 6.799 215 1998 13.709 4.896 18.605 98.398 90.929 189.327 10.924 771 1999 13.200 4.786 17.986 91.486 86.269 177.775 11.840 811 2000 18.466 5.211 23.677 96.486 93.858 190.344 10.559 822 2001 22.510 6.851 29.361 92.870 87.397 180.267 12.163 845 2002 23.914 7.867 31.781 96.028 94.276 190.304 10.776 890 2003 20.906 7.146 28.052 88.150 87.412 175.562 11.003 922 2004 16.625 5.967 22.592* 91.342 89.859 181.201 8.338 794 2005 14.779 4.863 19.642 87.359 84.387 169.746 7.093 948 2006 16.796 4.960 21.756 87.538 86.456 173.994 6.821 1.127 2007 19.535 5.471 25.006 92.895 87.337 180.232 9.890 697 2008 20.952 5.801 26.753 96.748 89.523 186.271 11.344 923 2009 20.143 5.824 25.967 97.603 92.398 190.001 9.291 753 2010 18.472 5.189 23.661 91.201 86.693 177.894 6.261 466 *vanaf 1 april 2004 worden hier de aantallen AVD (verkeersdeelnemingen)geteld. Daarvoor zijn de aantallen A-oude stijl vermeld.
Bron: CBR
Totaal 5.504 6.377 7.014 11.695 11.995 11.381 13.008 11.667 11.925 9.132 8.041 7.948 10.587 12.267 10.044 6.727
36
Rijscholen in Cijfers 2011
Marktpotentieel Nederlandse bevolking en jongeren De Nederlandse bevolking is opgebouwd zoals weergegeven in onderstaande bevolkingspiramide (figuur 29). Uit de opbouw van de Nederlandse bevolking blijkt dat de groep 10- tot 15-jarigen kleiner is dan de groep 15tot 20-jarigen. Voor de rijscholen zal dit betekenen dat het aantal leerlingen de komende jaren zal afnemen. Voor 2011 is al een afname van het aantal 18 jarigen te verwachten (tabel 6). In 2009 waren er namelijk 204.621 17-jarigen en in 2010 202.124, dat is een afname van 1,2%. Figuur 29. Bevolkingsopbouw Nederland, per 1 januari 2010
95 jaar of ouder 90 tot 95 jaar 85 tot 90 jaar 80 tot 85 jaar 75 tot 80 jaar 70 tot 75 jaar 65 tot 70 jaar 60 tot 65 jaar 55 tot 60 jaar 50 tot 55 jaar 45 tot 50 jaar 40 tot 45 jaar 35 tot 40 jaar 30 tot 35 jaar 25 tot 30 jaar 20 tot 25 jaar 15 tot 20 jaar 10 tot 15 jaar 5 tot 10 jaar Jonger dan 5 jaar
3.170 14.796 53.248 16.653 143.882 64.937 133.496 217.812 215.467 280.360 291.874 326.684 383.052 392.897 536.910 533.097 544.323 538.521 591.039 586.328 650.126 638.431 655.752 641.028 591.406 589.543 500.713 498.845 503.012 496.343 511.916 500.994 519.322 496.101 504.126 480.655 512.808 490.441 473.374 451.507
Man
Vrouw
Bron: CBS Tabel 6. Jongerenpotentieel Jaar 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Bron: CBS
per 1 januari, 2000-2010 15 jaar 183.644 188.122 194.216 196.195 195.310 197.164 204.774 204.019 201.154 199.068 199.815
16 jaar 179.766 185.472 189.757 195.673 196.517 195.245 197.082 204.730 204.215 201.494 199.628
17 jaar 182.455 181.570 187.642 191.507 196.136 196.608 195.317 197.088 204.891 204.621 202.124
Rijscholen in Cijfers 2011
37
Potentieel per regio Het marktpotentieel kan ook per regio bekeken worden (figuur 30). In absolute aantallen bevinden de meeste jongeren zich in de twee westelijke regio’s. De regio’s Noord en Oost kennen het hoogste aantal jongeren (1525 jaar) per rijschool. In deze twee regio’s ligt het aantal potentiële klanten gemiddeld 7% tot 15% hoger dan in de overige drie regio’s. Figuur 30. Marktpotentieel per regio, 2011
Bron: CBS, BOVAG Rijscholen