De grafische sector in cijfers 2010 Editie 2011
De grafische sector in cijfers 2010 De grafische nijverheid groepeert alle bedrijven die één of meerdere activiteiten uitvoeren van beeld- en tekstcreatie, drukken op om het even welk materiaal, afwerking van het drukwerk tot alle reproductie- en dupliceringsactiviteiten van audiovisuele communicatie. De NACE-BEL-nomenclatuur deelt de grafische nijverheid in onder de volgende codes (sinds 01.01.2008 zijn nieuwe Nace-Bel-codes van toepassing): Nace 2003
Omschrijving
Nieuwe Nace 2008
Nieuwe omschrijving
22.21
Dagbladdrukkerijen
18.110
Krantendrukkerijen
22.22
Overige drukkerijen
18.120
Overige drukkerijen
22.23
Boekbinderijen
18.140
Boekbinderijen en aanverwante diensten
22.24
Prepress-activiteiten
18.130
Prepress- en premediadiensten
22.25
Hulpactiviteiten ivm drukkerijen
18.130
Prepress- en premediadiensten
Febelgra, de federatie van de Belgische grafische nijverheid, groepeert de bedrijven die ressorteren onder de codes 18.120, 18.130 en 18.140. De krantendrukkerijen maken geen deel uit van de Febelgra-leden, maar van de Belgische Vereniging van Dagbladuitgevers (BVDU). Indien de beschikbare statistieken het toelaten, wordt de grafische nijverheid geanalyseerd exclusief de krantendrukkerijen. Dit statistisch dossier analyseert de grafische nijverheid volgens 6 indicatoren: 1.
Het aantal ondernemingen
blz. 3
De bronnen voor dit verslag zijn:
2.
De gecreëerde tewerkstelling
blz. 5
- RSZ
3.
De verhouding tewerkstelling/werkgevers
blz. 8
- NBB
4.
De omzet
blz. 9
- FOD Economie
5.
De handelsbalans
blz. 12
6.
De investeringen
blz. 16
2 | De grafische sector in cijfers 2010
- Mediaxim
1. Aantal ondernemingen in de grafische nijverheid
Opmerking • Tabel 1 herneemt enkel de werkgevers, niet de zelfstandigen.
Het aantal ondernemingen is gelijk aan het aantal werkgevers, vermeerderd met het aantal zelfstandigen. De statistieken van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (R.S.Z.) zijn opgemaakt voor alle werkgevers, dus exclusief zelfstandigen (zie tabel 1).
• Het totaal van de ondernemingen (werkgevers en zelfstandigen) in de grafische industrie bedroeg 3.334 eenheden eind 2010 (Bron: neergelegde jaarrekeningen NBB).
Tabel 1: aantal werkgevers in de grafische nijverheid (excl. krantendrukkerijen) in België over de laatste 5 jaar (RSZ)
Conclusies
Brussel
2006
2007
2008
2009
2010
230
216
181
170
145
• De werkgelegenheidcijfers voor 2010 dateren van het 2de kwartaal 2010 (beschikbaar NIS).
• De procentuele verdeling van het aantal werkgevers per gewest is als volgt:
Waals Gewest
342
357
295
289
276
- Vlaams gewest: 65,15 %
Vlaams Gewest
907
897
863
826
787
- Waals gewest: 22,85 %
België
1.479
1.470
1.339
1.285
1.208
Jaarlijkse evolutie in %
-2,70
-0,61
-8,91
-4,03
-5,99
- Brussels gewest: 12,00 % • Het aantal werkgevers is in het laatste jaar opnieuw sterk gedaald: -5,99 % en dit na de zeer sterke daling van 2009 (-4,03 %). • Over de laatste 5 jaar stelt men wel een daling vast van -18,32 %. Deze negatieve tendens valt te verklaren door diverse redenen: - Het aantal faillissementen in de sector - Het aantal fusies en overnames - Problemen eigen aan de opvolging van KMO’s die soms leiden tot de stopzetting van de activiteit
2006
2007
2008
2009
2010
België Brussel Waals Gewest Vlaams Gewest
Een verder onderscheid van het aantal werkgevers is mogelijk volgens de hoofdactiviteiten. De statistieken maken het mogelijk om een onderscheid te maken tussen drukken, afwerking en prepress en overige activiteiten. Deel 1 Aantal ondernemingen in de grafische nijverheid | 3
Tabel 2: verdeling aantal werkgevers in de grafische nijverheid (excl. krantendrukkers) in België over de laatste 5 jaar volgens de hoofdactiviteit (RSZ)
• Er dient opgemerkt te worden dat veel bedrijven de volledige dienstverlening van prepress-, druk- en afwerkingactiviteiten uitvoeren. Dit noemt men zogenaamde “geïntegreerde” bedrijven.
Conclusies
2006
2007
2008
2009
2010
Afwerking
61
65
68
64
63
In 2010 gingen er 61 grafische bedrijven failliet (t.o.v. 54 in 2009). Het aantal faillissementen in de sector
Drukken
949
933
921
891
845
Prepress/overige
469
471
350
330
300
1.479
1.469
1.339
1.285
1.208
Partie 1 - Nombre d’entreprises dans l’industrie graphique
Totaal
Tabel 3: aantal faillissementen per gewest (FOD Economie) Gewest
Aantal faillissementen
Vlaanderen
29
Brussel
15
Wallonië
17
Totaal
61
Tabel 4: aantal faillissementen per hoofdactiviteit (FOD Economie) Activiteit
Afwerking Drukken Prepress/overige
2006
2007
2008
2009
2010
Conclusies • Volgens de hoofdactiviteit kunnen de werkgevers als volgt procentueel worden onderverdeeld: - Drukken: 69,85 % - Prepress/overige: 24,83 % - Afwerking: 5,22% 4 | Deel 1 Aantal ondernemingen in de grafische nijverheid
Aantal faillissementen 2010
Afwerking
2
Drukkerij
31
Prepress
28
Totaal
61
Conclusies • Volgens de hoofdactiviteit kunnen de faillissementen als volgt procentueel worden onderverdeeld: - Drukken: 50,82 % - Prepress/overige: 45,90 % - Afwerking: 3,28 % • In 2010 werden vooral de drukkerijen en de prepress-bedrijven zwaar getroffen. In 2010 gingen er 2 afwerkingbedrijven failliet.
2. De tewerkstelling in de grafische nijverheid De tewerkstelling, gecreëerd bij de werkgevers in de grafische nijverheid (d.w.z. excl. de zelfstandigen), wordt weergegeven in de RSZ-statistieken (zie tabel 5). Tabel 5: tewerkstelling in de grafische nijverheid (excl. krantendrukkers) in België over de laatste 5 jaar (RSZ) 2006
2007
2008
2009
2010
Brussel
2.299
2.111
1.711
1.409
1.224
Waals Gewest
2.912
2.966
2.830
2.687
2.513
Vlaams Gewest
10.786 10.677 11.027 10.603
9.958
België
15.997 15.754 15.568 14.699 13.695
Jaarlijkse evolutie %
-3,46
-1,52
-1,18
-5,58
-6,83
Opmerking • De werkgelegenheidcijfers voor 2010 dateren van het 2de kwartaal van 2010 (Bron RSZ: laatste beschikbare cijfers). • De daling van de werkgelegenheid kan als volgt worden verdeeld per gewest: - Waals gewest: - 6,48 % - Brussels gewest: - 13,13 % (!) - Vlaams gewest: -6,08 % Conclusies • De Belgische grafische nijverheid, excl. de krantendrukkers biedt 13.695 arbeidsplaatsen aan. • De tewerkstelling kan als volgt worden verdeeld over de 3 gewesten: - Vlaams gewest: 72,71 %
20.000
- Brussels gewest: 8,54 % - Waals gewest: 18,35 %
15.000
Er zijn 8.648 arbeiders (63,15 %) en 5.047 bedienden (36,85 %). (In 2009 waren er 63,60 % arbeiders en 36,40 % bedienden). Op 1 jaar tijd telt de sector 700 arbeiders en 304 bedienden minder. Dit is een daling van -7,49 % bij de arbeiders en van -5,68 % van de bedienden in de sector.
10.000 5.000 0
• Over de periode 2006-2010 daalde de werkgelegenheid met -14,39 %.
2006 Brussel Waals Gewest
2007
2008
Vlaams Gewest België
2009
2010
Paradoxaal kampt de sector nog steeds met een tekort aan bekwame arbeidskrachten in de zogenaamde “knelpuntberoepen”: vooral drukkers en afwerkers zijn nog steeds zeer gegegeerde profielen. Deel 2 De tewerkstelling in de grafische nijverheid | 5
De tewerkstelling kan opnieuw onderverdeeld worden volgens de hoofdactiviteit van de onderneming (zie tabel 6).
- Prepress/overige: 15,09 %
Tabel 6: verdeling van de tewerkstelling in de grafische nijverheid (excl. krantendrukkerijen) in België over de laatste 5 jaar over de hoofdactiviteit (RSZ)
Tabel 7: leeftijdspiramide in de grafische sector (RSZ) (Inclusief kranten)
Afwerking
2006
2007
2008
2009
2010
741
750
791
768
694
Drukken
12.691 12.420 12.541 11.707 10.935
Prepress/Overige
2.565
België (totaal)
15.997 15.754 15.568 14.699 13.695
2006
2007
2.584
2008
2009
2.236
2.224
2010
2.066
- Afwerking: 5,07 %
Leeftijd
Aantal werknemers 4
Leeftijd 35-39
Aantal werknemers 2.739
18-19
47
40-44
2.905
20-21
218
45-49
2.449
22-24
797
50-54
1.804
25-26
722
55-59
1.102
27-29
1.195
60-64
294
30-34
2.190
65 en +
55
15-17
Afwerking Drukken Prepress/overige België (totaal)
Conclusies • De tewerkstelling kan als volgt worden verdeeld volgens de hoofdactiviteit: - Drukken: 79,84 % 6 | Deel 2 De tewerkstelling in de grafische nijverheid
Aantal werknemers
De cijfers voor de leeftijdspiramide zijn enkel beschikbaar op het niveau van nacebelcode 18.1 (inclusief kranten). De meest recente cijfers dateren van juni 2008. Conclusies De grafische sector is een sector met een relatief oude leeftijdspiramide. • 52,11 % van de werknemers is ouder dan 40 jaar, 34,53 % is ouder dan 45 jaar en 19,70 % is zelfs ouder dan 50 jaar. Dit betekent dat 1 op de 5 werknemers ouder is dan 50 jaar. De piramide veroudert bovendien elk jaar! • Globaal gesproken kan men dus stellen dat de helft van de werknemers ouder is dan 40, meer dan één op drie ouder dan 45 jaar en 1 op 5 zelfs ouder dan 50 jaar.
Deel 2 De tewerkstelling in de grafische nijverheid | 7
3. De verhouding tewerkstelling/werkgevers De RSZ-statistieken gebruiken een code die het aantal tewerkgestelde personen weergeeft. We kunnen dus de werkgevers verdelen over de verschillende klassen van tewerkstelling (zie tabel 8). Tabel 8: het verband tewerkstelling / werkgevers voor de grafische nijverheid in België (excl. krantendrukkers) in 2010 Werknemers
RSZ-code
Van 1 tot 4
1
699
1.391
Van 5 tot 9
2
206
1.344
17,05
9,81
Van 10 tot 19
3
144
1.911
11,92
13,95
Van 20 tot 49
4
104
3.225
8,61
23,55
Van 50 tot 99
5
34
2.383
2,81
17,40
Van 100 tot 199
6
16
2.102
1,32
15,35
Van 200 tot 499
7
5
1.339
0,41
9,78
1.208
13.695
100
100
Totaal
Aantal WG Aantal WN
WG %
WN %
57,86
10,16
7 6 5 4 3 2 1 Aantal wernemers
Opmerking • De werkgelegenheidcijfers voor 2010 dateren van het 2de kwartaal van 2010. Conclusies • De grafische ondernemingen zijn voornamelijk KMO’s: 95,45 % van de ondernemingen heeft minder dan 50 werknemers. • Het gaat bovendien om micro-ondernemingen: 74,92 % van alle ondernemingen stelt minder dan 10 mensen te werk. • De 4,55 % grote ondernemingen stellen wel 42,53 % van de werknemers uit de grafische sector te werk.
Aantal werkgevers 8 | Deel 3 De verhouding tewerkstelling / werkgevers
4. Omzetcijfers in de grafische sector
Conclusies
De statistieken over de evolutie van het omzetcijfer verspreid door het N.I.S op basis van de verwerking van de BTW-aangiften, worden opgesteld op basis van de Nacebelcodes. Deze gegevensinzameling stelt ons in de mogelijkheid over gedetailleerde gegevens te beschikken over de verschillende industriële activiteiten binnen de grafische sector. Tabel 9: het omzetcijfer van de grafische nijverheid in België over de laatste 5 jaar (BTW-aangiften, N.I.S.) in miljoen EUR Kranten Drukkerijen Prepress
2006 2007 2008 2009 2010
4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
548 483 302 281 269
2.754 2.789 2.648 2.392 2.223
Afwerking
516 561 590 537 539
Totaal (excl. Totaal (incl. kranten) kranten)
56 61 60 52 58
3.326 3.411 3.298 2.981 2.820
3.874 3.894 3.600 3.262 3.089
In lopende prijzen realiseerde de grafische sector in 2010 een omzetdaling van -5,39 % t.o.v. 2009. Indien we de omzet van 2010 vergelijken met die van 2008 stellen we zelfs een daling vast van -14,49 % over 2 jaar. De inflatie bedroeg in 2010 gemiddeld 2,2 %. De sector realiseerde dus een omzetdaling van -7,59 % (gezuiverd van inflatie). De omzetevolutie per subsector was als volgt: - Drukkerijen: -7,07 % - Afwerking: +11,56 % - Prepress: +0,37 % De reclame-uitgaven in 2010 De reclame-uitgaven zijn in 2010 met 9,34 % gestegen in vergelijking met crisisjaar 2009: van 3,17 miljard euro in 2009 naar 3,47 miljard euro in 2010. De stijging is echter vooral toe te schrijven aan de toename van internetreclame (+30,24 %), reclame op televisie (+13,44 %) en op de radio (+11,53 %). Tabel 10: de reclame-uitgaven van 2010 per sub-media (in miljoen EUR) Sub-Media
2006 Kranten Drukkerijen
2007 Prepress Afwerking
2008
2009
Totaal (excl. kranten) Totaal (incl. kranten)
2010
Affichage Bioscoop Dagbladen Internet Lokale Televisie en Themazender Magazines
Totaal investeringen 253,99 25,68 767,79 168,33 70,43 296,63
Sub-Media Nationale Televisie Radio Regionale weekbladen Totale reclameuitgaven 2010
Totaal investeringen 1.343,91 398,97 141,11 3.466,84
Deel 4 Omzetcijfer in de grafische nijverheid | 9
1.500
141,11
Regionale weekbladen
398,97
Radio
1.200 1.343,91
Nationale Televisie
Lokale Televisie en Themazender
600
70,43 168,33
Internet
300 767,79
Dagbladen Bioscoop
900
296,63
Magazines
Tabel 11: vergelijking reclame-uitgaven 2009-2010 (in miljoen EUR)
Televisie
2009
2010
Evolutie
n de
D
bla ag
Ra
dio
et en op ern lad iosco t kb In B e we ale n io eg
s
R
Als we echter de analyse verdiepen naar de media die een impact hebben op onze grafische sector, merken we dat de uitgaven voor die submedia ook een stijgende trend vertonen, zij het minder sterk dan die voor de overige submedia.
1.246,76
1.414,34
730,30
767,79
5,13
Radio
357,71
398,97
11,53
- Magazines: +5,29 %
Magazines
281,72
296,63
5,29
- Affichage: +2,36 %
Affichage
248,13
253,99
2,36
Internet
129,25
168,33
30,24
Regionale weekbladen
152,22
141,11
- 7,30
Bioscoop
24,62
25,68
4,30
3.170,71
3.466,84
9,34
10 | Deel 4 Omzetcijfer in de grafische nijverheid
ine
z ga
Ma
Dagbladen
Totale uitgaven voor reclame
13,44
e
isi
lev Te
253,99
Mediumtype
2009 2010
0
25,68
Alleen de regionale weekbladen gaan sterk achteruit: -7,30 %. Productiecijfers PRODCOM
De PRODCOM-enquête werd in 2008 gewijzigd. De PRODCOMstatistieken moeten sinds januari 2008 enkel worden ingevuld door bedrijven van meer dan 20 werknemers of met een jaarlijks omzetcijfer van meer dan 3,5 miljoen EUR.
We opteren er voor om een overzicht van de productie in EUR per maand te geven voor de subsectoren van de drukkerij (18.12) en van de prepress- en premedia (18.13). De prodcom-cijfers voor de afwerking (18.14) zijn vertrouwelijk en worden niet vrij gegeven. Tabel 12: productie in EUR per maand in de drukkerijen (Nacebel 18.12) 150.000.000
Onderstaande tabel illustreert de verschillende producten die in de grafische sector in 2010 werden geproduceerd per Prodcom-code. Tabel 14: productiegegevens Prodcom Nace
Product
MIO EUR Aandeel %
18121230 Handelscatalogi
115,85
6,87
18121250 Reclamedrukwerk (excl., handelscatalogi)
584,2
34,62
18121300 Kranten en tijdschriften < 4x/week
270,01
16,00
18121407 Boeken, brochures e.d. losse vellen
91,9
5,45
111,04
6,58
3,24
0,19 18,87
18121414 Boeken, brochures e.d. (excl. Losse vellen)
120.000.000
18121421 Prentenboeken, teken- en kleurboeken voor kinderen 90.000.000
181219
Kalenders, muziek, decalco en ander drukwerk
318,44
1813
Prepress en premedia
132,34
7,84
60.000.000
18141010 Afwerking boeken e.d.
28,49
1,69
0
2
4
6
8
10
12
Tabel 13: productie in EUR per maand in de prepress en premedia (Nacebel 18.13)
18141030 Afwerking brochures, tijdschriften, e.d.) Totaal
31,77
1,88
1.687,28
100,00
12.000.000 2%
2%
35 %
7%
8%
10.000.000 19 %
16 % 0%
8.000.000
0
2
4
6
8
10
12
6%
5%
Handelscatalogi Reclamedrukwerk (excl. handelscatalogi) Kranten en tijdschriften < 4x/week Boeken, brochures e.d. losse vellen Boeken, brochures e.d. (excl. losse vellen) Prentenboeken, teken- en kleurboeken voor kinderen Kalenders, muziek, decalco en ander drukwerk Prepress en premedia Afwerking boeken e.d. Afwerking brochures, tijdschriften, e.d. Deel 4 Omzetcijfer in de grafische nijverheid | 11
5. De handelsbalans
Conclusies
Sinds 1993 peilt de INTRASTAT-enquête naar de cijfers i.v.m. de buitenlandse handel. De bedrijven moeten zelf hun cijfers voor export en import meedelen. De gegevens vermeld in tabel 15 moeten dus met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Tabel 15: export en import in monetaire grootheden in de Belgische grafische nijverheid, inclusief krantendrukkers over de laatste 5 jaar (INTRASTAT-statistieken) Jaar
Export (MIO €)
Evolutie %
Import (MIO €)
2006
1.218
-3,78
1.134
2007
1.288
5,75
1.106
Evolutie (%)
Balans (Mio €)
Evolutie (%)
3,56
84
-101,19
-2,53
182
116,67
2008
1.330
3,26
1.108
0,18
222
21,98
2009
1.141
-14,21
1.042
-5,96
99
-55,41
2010
1.186
3,94
1.105
6,05
81
-18,18
1.500
• De Belgische grafische nijverheid realiseerde in 2010 nog steeds een overschot op de handelsbalans, maar dat overschot wordt steeds kleiner. In 2010 bedroeg de export 1.186 MIO EUR en de import 1.105 MIO EUR, wat een overschot geeft van 81 MIO EUR. • Het overschot op de handelsbalans evolueerde negatief: -18,18 %. • Sinds 2004 werd het overschot steeds kleiner, maar in 2007 keerde de situatie en de positieve evolutie hield ook in 2008 aan. De zware mondiale economische crisis in 2009 keerde de trend om en de verslechtering zette zich verder in 2010. • In 2010 werd 42,23 % van de omzet gerealiseerd door export. We stelden de laatste 5 jaar vast dat de grafische industrie elk jaar meer exportgericht werd, met uitzondering van 2009 door de economische crisis. De INTRASTAT-statistieken geven tevens de export- en importcijfers weer in fysieke grootheden (zie tabel 16). Tabel 16: export en import in fysieke grootheden in de Belgische grafische nijverheid, inclusief krantendrukkers over de laatste 5 jaar (INTRASTAT-statistieken)
1.200 900
2006
600 300 0
Export Import Handelsbalans 2006
2007
12 | Deel 5 De handelsbalans
2008
2009
2010
Export (T)
Evolutie %
Import (T)
Evolutie %
Balans (T)
Evolutie %
498.993
21,72
254.372
2,11
244.621
52,07
2007
621.014
24,45
244.855
-3,89
376.159
53,77
2008
513.207
-17,36
242.384
-1,01
270.823
-28,00
2009
497.555
-3,05
247.822
2,24
249.733
-7,79
2010
612.918
23,19
258.461
4,29
354.457
41,93
producten te vinden op de buitenlandse markten. Om zijn producten toch te verkopen, doet men de prijzen nog meer dalen. Dit verklaart de gemiddelde daling van de prijs per kilo product.
700.000 600.000 500.000
Tabel 17: de samenstelling van de export
400.000 300.000 200.000 Export Import Balans
100.000 0
2006
2007
2008
2009
2010
Conclusies • De export is in monetaire grootheden (EUR) met 3,94 % gestegen in 2010. In fysieke grootheden (ton) is de export echter nog veel meer gestegen: 23,19 %. Dit betekent dat de grafische sector 23,19 % ton meer heeft uitgevoerd dan vorig jaar, terwijl de waarde van de export slechts met 3,94 % is toegenomen. De mondiale crisis had een duidelijke impact op de exportprijzen die enorm daalden. De gemiddelde prijs per kilo geëxporteerd product daalde van 2,29 EUR per kilo in 2009 naar 1,93 EUR per kilo in 2010. • De import in monetaire grootheden steeg eveneens (6,05 %). De import in ton steeg met 4,29 %. Dit wijst erop dat de prijs die de Belgische grafische ondernemers betalen voor de geïmporteerde goederen licht gestegen is. • In tijden van economische crisis is de binnenlandse markt gesatureerd, ook bij onze belangrijkste exportpartners. Dit heeft tot gevolg dat het nog moeilijker wordt om afzetmarkten voor zijn
Produkttype Boeken Kranten en periodieken Reclamedrukwerk Handelscatalogi Overig drukwerk Etiketten Prentenboeken Prenten, gravures Mappen Agenda's
Export (MIO EUR) 260,11 232,80 204,99 189,49 88,94 79,52 36,24 21,84 15,13 14,93
Export (T) 46.886 202.806 106.796 201.482 18.209 11.227 9.148 2.705 4.503 1.944
Prentkaarten
13,50
1.482
Cartografische werken
5,95
511
Decalcomanieën
4,82
162
Schriften
4,17
1.839
Albums
3,93
925
Kalenders
3,66
757
Boekhoudkundige
1,05
179
Waardepapieren
0,20
5,6
Muziek
0,17
6,1
Conclusies De 5 meest geëxporteerde producten zijn: • Boeken: 260 MIO EUR (Dit is 22,02 % van de totale export) • Kranten en periodieken: 232 MIO EUR (19,71 %) Deel 5 De handelsbalans | 13
• Reclamedrukwerk: 205 MIO EUR (17,35 %) • Handelscatalogi: 189 MIO EUR (16,04 %) • Overig drukwerk: 89 MIO EUR (7,53 %)
• Overige: 86 MIO EUR (7,83 %) • Etiketten: 76 MIO EUR (6,97 %) • Handelscatalogi: 76 MIO EUR (6,92 %)
Tabel 18: de samenstelling van de import
De handelspartners inzake buitenlandse handel
Produkttype Boeken Kranten en periodieken Overige Etiketten Handelscatalogi Reclamedrukwerk Mappen Prentenboeken Prentkaarten Prenten, gravures
Import (MIO EUR) 401,24 257,75 85,93 76,50 75,95 62,00 26,04 25,06 18,94 18,41
Import in Ton 59.477 68.188 15.077 13.346 32.305 37.092 8.996 6.762 2.714 2.787
Cartografie
9,89
487
Agenda's
8,30
1.914
Decalcomanieën
6,39
363
Albums
6,08
1.455
Schriften
5,17
2.235
Kalenders
4,43
1.193
Boekhoudkundige
4,25
664
Waardepapieren
3,89
195
Muziek
0,76
48
Conclusies De top 5 van de import is als volgt: • Boeken: 401 MIO EUR (36,58 % van de totale import) • Kranten en periodieken: 258 MIO EUR (23,50 %) 14 | Deel 5 De handelsbalans
Tabel 19: naar welke landen exporteren de grafische bedrijven? Export Frankrijk Nederland Duitsland UK Luxemburg Andere
MIO EUR 407,61 306,55 59,35 33,08 21,85 357,42
% totale export 34,37 25,85 5,00 2,79 1,84 30,14
34 %
30 %
26 % 2% 3%
5%
Frankrijk Nederland Duitsland UK Luxemburg Andere
Tabel 20: uit welke landen importeren we grafische producten? Import Frankrijk Nederland Duitsland UK China Italië Andere
MIO EUR 306,57 226,75 83,99 54,27 40,54 25,45 367,74
% totale import 27,74 20,51 7,60 4,91 3,67 2,30 33,27
28 %
20 %
33 %
2% 4%
5%
8%
Frankrijk Nederland Duitsland UK China Italië Andere
in 2010 richting Nederland, terwijl “slechts” 20,51 % van onze import van bij onze noorderburen kwam. • Door de sterke Euro bleef de export naar de UK ook in 2010 op een laag peil: de grafische sector exporteerde 33,08 MIO EUR in 2010 (in vergelijking met 57,98 MIO EUR in 2008 en 31,21 MIO EUR in 2009). • Import uit China blijft vrij beperkt en viel zelfs licht terug in 2010 tot onder de 4 %: de sector voerde “slechts” 3,67 % van alle ingevoerde grafische produkten uit China in. Dit percentage dat normaal jaarlijks stijgt, viel sinds 2009 terug door de mondiale economische crisis. We importeerden in 2010 wel, bij voorbeeld, nog steeds meer uit China dan uit Italië. We importeren vooral boeken, prenten- en kleurboeken, prenten en gravures, agenda’s, albums en etiketten uit China.
Conclusies • 70 % van de buitenlandse handel wordt gedreven met Frankrijk, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. • Frankrijk en Nederland blijven onze 2 belangrijkste handelspartners. In het verleden hadden we steeds een vrij evenwichtige handelsbalans met deze partners. Door de crisis is deze situatie sinds 2009 veranderd: we hebben sindsdien een overschot op onze handelsbalans met Frankrijk en Nederland. In 2010 ging 34,37 % van onze export richting Frankrijk, terwijl “slechts” 27,74 % van onze import uit Frankrijk kwam. 25,85 % van onze export vertrok Deel 5 De handelsbalans | 15
6. Investeringen
Conclusies
De statistieken over de evolutie van de investeringen verspreid door het N.I.S op basis van de verwerking van de BTW-aangiften, gebeurt op basis van de Nacebelcodes. Deze gegevensinzameling stelt ons dus in de mogelijkheid om over gedetailleerde gegevens te beschikken over de investeringen in de verschillende subsectoren. Tabel 21: de investeringen in de Belgische grafische nijverheid over de laatste 5 jaar (BTW-aangiften, N.I.S.) in miljoen EUR Kranten Drukkerijen Prepress Afwerking Totaal (excl. kranten) 2006
9
210
37
3
250
2007
14
174
42
9
225
2008
9
174
39
5
218
2009
7
144
43
7
194
2010
7
97
37
4
138
250
De daling van de investeringen gedurende de laatste 3 jaar is volledig te wijten aan het uitbreken van de wereldwijde economische crisis. Bestellingen op DRUPA 2008 werden bij het uitbreken van de crisis in de herfst van 2008 geannuleerd. De daling van 2009 en 2010 is een weerspiegeling van het lage ondernemersvertrouwen in de sector tijdens de voorbije 2 jaren. Volgens de semestriële investeringsenquête van de Nationale bank zouden de grafische bedrijven in 2011 opnieuw fel gaan investeren na de desinvesteringsgolf die we sinds 2008 meemaken. Men verwacht zelf een stijging van 63,40 % in 2011! (Deze cijfers moeten altijd enigszins worden genuanceerd omdat het om prognoses gaat.) De investeringen per subsector: daling treft alle subsectoren!
200
De drukkerijen (18.120) investeerden in 2010 -32,65 % minder dan in 2009.
150
De afwerkingbedrijven (18.140) investeerden -37,34 % minder na de forse investeringen van 2009.
100 50 0
De grafische sector (exclusief krantendrukkerijen) investeerde in totaal 138 miljoen EUR in 2010. Dit is een daling van -28,45 % t.o.v. 2009 (na de daling van -11,01 % in 2009 t.o.v. 2008). Op een periode van 2 jaar daalden de investeringen met -36,70 %!
2006
2007
Kranten Drukkerijen 16 | Deel 6 Investeringen
Prepress Afwerking
2008
2009 Totaal (excl. kranten)
2010
Ook bij de prepress- en premediabedrijven (18.130) investeerde men dit jaar minder: men noteerde een daling van 13,95. De ratio investeringen/omzet daalde fel van 6,51 % in 2009 naar 4,92 % in 2010.
De financiering van de investeringen gebeurde in 2010 door het aanwenden van:
4. Kredietkosten
- Eigen middelen: 63 % - Vreemde middelen: 9 %
De eerste prognoses van de NBB voor 2011 voorspellen een forse toename van de investeringsratio’s voor 2011.
- Leasing: 26 %
Tabel 22: de graad van bezetting van het productieapparaat
- Kapitaalverhoging: 2 % In vergelijking met 2009 stelt men vast dat de bedrijven veel meer eigen middelen (van 37 % in 2009 tot 63 % in 2010) aanwenden. (Impact van de notionele interest-maatregel?) Vreemde middelen als financieringsbron zijn, daarentegen, sterk gedaald: (van 41 % in 2009 naar amper 9 % in 2010!). Is dit het gevolg van de rigiditeit van banken in hun kredietverstrekking aan de grafische sector? Leasing is licht gestegen: (van 22 % in 2009 naar 26 % in 2010). De investeringen kunnen als volgt worden ingedeeld:
5. Overheidssubsidies of belastingsstimuli
Jaar 2006 2007 2008 2009 2010 jan-11 88
- Vervangingsinvesteringen: 33 %
86
- Uitbreidingsinvesteringen: 58 %
84
- Investeringen in milieubescherming: 9 %
82
In 2010 maakte de sector geen rationaliseringsinvesteringen.
80
De NBB peilde bij de grafische bedrijven naar welke factoren hun investeringsbeslissing hebben beïnvloed in 2010. Waarom hebben ondernemers geïnvesteerd in 2010? De antwoorden staan gerangschikt volgens grootte.
Graad 86,5 86,1 83,88 79,5 81,4 83,32
78 76
1. Verlaging van de productiekosten en zoektocht naar nieuwe productietechnieken (ex aequo) 2. Beschikbaarheid van eigen middelen 3. Ontoereikendheid van het bestaande productievermogen en invoering van nieuwe producten (ex aequo) Deel 6 Investeringen | 17
Conclusies In januari 2010 bereikte de bezettingsgraad van het productievermogen 84,9 %, wat een hogere bezetting is dan die welke we medio 2008 kenden vóór de crisis. In april 2010 daalde de bezettingsgraad voor onze sector opnieuw naar 81,9 %. In juli 2010 daalde de bezettingsgraad weer onder de 80 %: 78,2 %. In oktober 2010 steeg de bezettingsgraad opnieuw boven de 80 % en behaalde 80,67 % en in januari 2011 bereikte de bezettingsgraad zelfs 83,32 %. Met uitzondering van januari 2010 was het voor de sector de eerste keer sinds het uitbreken van de crisis dat een dergelijke hoge bezettingsgraad kon worden gerealiseerd. In april 2011 daalde de bezettingsgraad opnieuw naar 80,54 %.
18 | Deel 6 Investeringen
COLOFON Verantwoordelijke uitgever: Armin Van der Linden Auteur: Valérie Vercammen Coverfoto: © nali - Fotolia.com Ook verkrijgbaar in het Frans | © 2011 Febelgra vzw Deel 6 Investeringen | 19
Febelgra is de representatieve beroepsvereniging van de Belgische grafische industrie en vertegenwoordigt alle zelfstandige ondernemingen in de drukkerijsector, de prepress- en de afwerkingbranches. Febelgra telt meer dan 700 aangesloten ondernemingen die samen 65 % van de tewerkstelling realiseren in de sector.
Barastraat 175 1070 Brussel Tel. +32 (2) 512 36 38 Fax +32 (2) 513 56 76 E-mail:
[email protected]
Febelgra behartigt de belangen en is de spreekbuis van de grote, middelgrote en kleine ondernemingen van de sector. Febelgra treedt op als officieel woordvoerder van de sector bij de regionale, federale, Europese en internationale overheden, bij de administratie, de vakbonden, de media, de academische wereld en de niet-gouvernementele organisaties. Haar acties betreffen alle materies die belangrijk zijn voor de grafische nijverheid. Deze zijn vooral toegespitst op de economische, sociale, federale, regionale en internationale reglementeringen, fiscale, juridische en milieuvraagstukken en promotieactiviteiten. Als koepelorganisatie telt Febelgra 3 regionale pijlers, Febelgra Vlaanderen, Febelgra Wallonië en Febelgra Brussel die instaan voor de rechtstreekse contacten en dienstverlening aan de aangesloten bedrijven.