Rijden onder invloed van drugs medicijnen en alcohol – DRUID SAMENVATTING Het DRUIDDRUID-project In de periode 2006-2011 werd een geïntegreerd onderzoeksproject genaamd DRUID (Driving under the Influence of Drugs, Alcohol and Medicines) uitgevoerd. Dit project werd gedeeltelijk gefinancierd door de Europese Commissie DG TREN. 37 partners uit 17 EG-lidstaten namen deel aan het project. De resultaten van de studies die in dit project uitgevoerd werden zijn beschikbaar op de DRUID website. In het geheel zijn meer dan 6.600 pagina's bevindingen in meer dan 40 rapporten (‘deliverables’) beschikbaar. In dit document wordt een zeer korte samenvatting van de studies voorgesteld. De werkzaamheden binnen het DRUID-project werden in 7 zogenaamde werkpakketten (WP's) opgedeeld. Elk werkpakket werd in een aantal taken onderverdeeld. WP 1 Methodologie en Onderzoek Vanuit een politioneel perspectief was de belangrijkste doelstelling van dit werkpaket, om analytische en risico drempelwaarden voor verschillende psychoactieve stoffen te ontwikkelen. Op basis van de resultaten van experimenteel onderzoek zijn indicaties voor analysedrempels geleverd. De betrouwbaarheid van deze drempels is zeer beperkt, omdat deze drempelwaarden niet gesteund zijn op een voldoende aantal tests, waarbij er geen testen werden uitgevoerd onder realistische en operationele omstandigheden. WP 2 Epidemiologie In dit werkpakket is een studie ontwerp ontwikkeld met behulp van eensluidende protocollen, om een vergelijking tussen de verschillende studies mogelijk te maken. Prevalentiestudies evenals studies om het relatieve risico van het rijden onder invloed van psychoactieve stoffen in het lichaam van de bestuurder van het voertuig te bepalen werden uitgevoerd. Deze studies zijn ook in farmaco-epidemiologische en aansprakelijkheidsstudies begrepen. De resultaten van deze studies leveren het bewijs dat rijden onder de invloed van psychoactieve stoffen in het lichaam van de bestuurder een risico betekent. De omvang van het risico is afhankelijk van verschillende parameters. Het gecombineerde gebruik van psychoactieve stoffen veroorzaakt een indrukwekkende verhoging van de odds ratio's (estimatie van relatief risico). Een deel van de taken in dit werkpakket richtte zich tot de validatie van tests in verband met de klinische symptomen van een bijzondere vermindering van de rijvaardigheid (Clinical Signs of impairment - CSI). De geldigheid van deze testen in deze studies was beperkt. Dit kan te wijten zijn aan de onvoldoende opleiding van de waarnemers (politieambtenaren) in vergelijking met de opleiding die de Amerikaanse politie in de Drug Evaluation Recognition training (tot 10 dagen) krijgen.
1
WP 3 Handhaving (Enforcement) Drugs in het verkeer is een ernstig verkeersveiligheidsprobleem. Vóór 2006 hadden slechts enkele EUlidstaten een specifieke wetgeving m.b.t. drugs in het verkeer. Drugstesten waren op urine gebaseerd. Speeksel screening-testers zijn minder ingrijpend en recent drugsgebruik is beter meetbaar in orale vloeistof (speeksel) dan in urine, maar hoe werken deze instrumenten? In dit deel van het DRUID onderzoek werden dertien speeksel screening instrumenten geëvalueerd, zowel vanuit een operationeel perspectief van de politie alsook uit een analytische perspectief. De praktische evaluatie van deze speeksel screening instrumenten werd uitgevoerd door tien verschillende politieteams in zes landen. Deze toestellen werden getest op succesvolle testprestaties, duur van de staalname, duur van de monsteranalyse, hygiënische aspecten, betrouwbaarheid van de indicatoren en gebruiksvriendelijkheid van de test. De resultaten van deze evaluatie leidden tot een selectie van acht veelbelovende toestellen. In de volgende stap werden alle acht veelbelovende instrumenten op hun betrouwbaarheid getest. De prestaties van de instrumenten werden bepaald door hun vermogen om stoffen met cut-off-waarden die werden vastgesteld op de laagste grens van kwantificatie van de deelnemende toxicologische laboratoria in de roadside surveys van het DRUID project op te sporen. De belangrijkste parameters voor de beoordeling waren sensitiviteit, specificiteit en nauwkeurigheid. Parameter waarden van 80% of meer werden ingesteld als een wenselijke streefwaarde. De bevestigingsanalyse van de resultaten was op speeksel gebaseerd. Geen één van de instrumenten bereikte de vooraf ingestelde streefwaarde voor sensitiviteit, specificiteit en nauwkeurigheid voor alle afzonderlijke tests die ze omvatte. Sommige van de instrumenten hebben al een veelbelovend niveau voor één of meerdere stofklassen bereikt. Daar screening van geneesmiddelen relatief duur is in vergelijking met alcohol screening, is een snelle test op klinische tekenen van dronkenschap (Clinical Signs of impairment - CSI) uitgevoerd en geëvalueerd als mogelijke preselectie-instrument. Uit de resultaten van deze evaluatie blijkt echter dat de gevoeligheid van deze test erg laag was. Meer ervaring, een betere opleiding, en de selectie van de controletijdstippen en plaatsen met grotere pakkans kunnen de resultaten van de CSI-test verbeteren. Ten slotte werd een kosten-baten analyse op basis van de resultaten van de toestellen en de prevalentie en het risico van het rijden onder invloed van psychoactieve stoffen uitgevoerd. De voorlopige resultaten van de kosten-baten analyse tonen aan dat een verhoging van de drugscontroles niet ten laste van de alcoholcontroles mag zijn. Bovendien werd vastgesteld dat speeksel screening instrumenten die beter presteren dan gemiddeld een hogere kostenbaten verhouding aantonen dan instrumenten die onder het gemiddelde presteren. En ten slotte wijzen de voorlopige resultaten er op, dat handhaving van rijden onder invloed van drugs potentieel nuttig is, vooral in landen die momenteel een lage handhaving niveau hebben. WP4WP4-classificatiesysteem classificatiesysteem
Bestaande categoriseringsystemen van geneesmiddelen en rijvaardigheid: Binnen het DRUID WP4 werkpakket werden de bestaande classificatie/etiketteringssystemen van geneesmiddelen en rijden bekeken. Diverse systemen werden geïdentificeerd. Deze problematiek is complex, omdat in de meeste gevallen de voorheen bestaande classificatiesystemen slechts enkele geneesmiddelengroepen omvatten, en werden over het algemeen gericht op het voorschrijven en de bedeling van geneesmiddelen aan de (bestuurders) patiënten te verbeteren. In sommige recente gevallen, zoals in Frankrijk en Spanje, zijn alle beschikbare geneesmiddelen op de markt in een categorisatie / etiketteringsysteem opgenomen en de invoering van pictogrammen voor bepaalde medicijnen was juridisch bindend.
Vaststelling van criteria voor een Europees classificatiesysteem voor Geneesmiddelen en rijvaardigheid: Eén van de belangrijkste doelstellingen van het werkpakket DRUID WP4 was, om de basis en de methodologie voor de ontwikkeling van een Europese classificatie/etiketteringsysteem voor de etikettering van medicijnen geven met betrekking tot hun invloed op de rijvaardigheid. DRUID in een vierledige classificatiesysteem: • Categorie 0 (geen of minimaal effect op de rijvaardigheid) • Categorie I (gering effect op de rijvaardigheid) • Categorie II (matig effect op de rijvaardigheid) • Categorie III (acuut effect op de rijvaardigheid).
2
De volgende stappen werden in de indeling beschouwd: 1 2 3 4 5 6
Voorwaarden voor het gebruik van het geneesmiddel; Farmacodynamische en farmacokinetische gegevens; Geneesmiddelenbewaking gegevens, met inbegrip prevalentie van ongewenste effecten; Experimentele en epidemiologische gegevens; Aanvullende gegevens afkomstig van de bijsluiter, de bestaande categorisatie systemen; Synthese en definitieve categorisering.
In de laatste jaren heeft het DRUID consortium de werkgroep Geneesmiddelenbewaking (PhVWP)van het Europees Geneesmiddelen-bureau (EMA) benaderd voor haar bijdrage in relatie tot de ontwikkeling van een categorisering / etikettering van geneesmiddelen voor rijvaardigheid, rijden met de relevante ontwikkelingen op dit gebied. (http ://www.ema.europa.eu/docs/en_GB/document_library/Report/2011/06/WC500108098.pdf).
Classificatie, etikettering en de patiënt-oriënteerde informatie voor relevante therapeutische groepen van geneesmiddelen beschikbaar op de EU-markt: Bovendien was het DRUID WP4 gericht op een classificatie van relevante therapeutische geneesmiddelengroepen die momenteel op de Europese markt zijn. In totaal werden 3054 medicijnen bekeken, terwijl meer dan 1.541 medicijnen ingedeeld werden (de rest waren niet langer op de EUmarkt). De verdeling van de 1.541 gecategoriseerd medicijnen is als volgt: Categorie 0: 50,3% Categorie I: 26,0% Categorie II: 11,2% Categorie III: 5,8% ingevoerd Meerdere categorieën: 4,4% Afhankelijk van gecombineerd gebruik: 2,3%. DRUID WP4 partners hebben patiënt-georiënteerde informatie ontwikkeld voor elk van de ingedeelde geneesmiddelen om artsen en apothekers (en andere zorgverleners) te helpen bij het verstrekken van juiste informatie naar hun patiënten toe.
Toekomstige acties: Het huidige DRUID-classificatiesysteem heeft standaarden en geharmoniseerde criteria gedefinieerd en vastgesteld om nieuwe en oudere medicijnen op basis van hun invloed op de rijvaardigheid te categoriseren.
3
WP5 Rehabilita Rehabilitatie habilitatie van overtreders Autorijden is een aangeleerd gedrag, waardoor het kan worden beïnvloed of veranderd. Boetes en / of intrekking van het rijbewijs zijn niet altijd voldoende om van rijgedrag te veranderen. Specifieke rehabilitatiemaatregelen voor bestuurders werden in een aantal lidstaten ingevoerd om gevaarlijk rijgedrag te veranderen en de rijvaardigheid te herstellen. Dit werkpaket was gericht op de rehabilitatie van bestuurders die stuurden in een toestand van dronkenschap. De algemene doelstelling was om de kennis uit te breiden en Europese normen voor interventie maatregelen uit te werken voor bestuurders onder invloed van alcohol (DUI) of illegale drugs (DUID). Alle resultaten en aanbevelingen ten aanzien van rehabilitatie omvatten alle DUI / DUIDovertreders. De onderzoeksactiviteiten zijn in twee stappen uitgevoerd worden. Eerst werd een uitgebreid overzicht over de State-of-the-Art gegeven en ten tweede, werden beste praktijken op DR (driver rehabilitation) van DUI en DUID overtreders over alle belangrijke onderwerpen uitgewerkt, wat in aanbevelingen voor het uitvoeren van DR in Europa in de toekomst uitmondde. In het algemeen blijkt uit de State-of-the-Art dat rehabilitatie een gevestigde interventie is in ongeveer de helft van de Europese lidstaten, gefocust op niet-afhankelijke DUI overtreders. De analyse van de verschillende bereiken van de huidige DUI/DUID-rehabilitatie procedures in- en buiten Europa toont aan dat er in Europa geen uniformiteit bestaat op het vlak van implementatie en toepassing van DUI/DUID rehabilitatieprogramma’s in nationale contexten. De resultaten van de enquête onder de deelnemers van de bestuurder rehabilitatieprogramma's in negen Europese landen geven aan dat DR-programma’s een krachtige steun voor cognitieve en gedragsmatige verandering processen leveren. Bovendien worden DR-interventies zeer goed geaccepteerd en positief geëvalueerd door onder invloed rijdende en DUID- overtreders. In het algemeen, tonen rehabilitatieprogramma’s, namelijk de "European Standard Group Intervention", 45,5% gemiddelde daling van de kans op recidive en een aantal indicatoren van recidive zouden kunnen worden geïdentificeerd. Om het vertrouwen van de wetgevers, overheden, publieke en individuen in rehabilitatie programma’s op te wekken en versterken is een kwaliteitscontrolesysteem (Quality Management - QM) noodzakelijk. De huidige niveaus van QM-implementatie schommelen van vrijwillig toegepaste QM elementen over QM systemen tot geavanceerde nationale QM normen. Een zogenaamde ‘Driver Rehabilitation Evaluation Tool’ (DRET) werd ontwikkeld. DRET is een instrument dat geïntegreerd alle relevante bevindingen in de DR in een evaluatie-instrument ter beschikking stelt. Niet alleen werden huidige wetenschappelijke of theoretische vraagstukken beschouwd maar ook praktische aspecten als (juridische) kadervoorwaarden, opdrachtprocedure en de werking van DR. DRET kan worden gebruikt om bestaande DR's te evalueren en als een checklist om DR-programma's vast te stellen. Bovendien kan DRET op de langere termijn een startpunt voor een Europees netwerk- en documentatie proces van DR maatregelen worden. WP6 Intrekking (van het rijbewijs) rijbewijs) Doelstelling van dit werkpakket was om informatie over de praktijken betreffende de intrekking van de rijbewijzen in de verschillende Europese landen te verzamelen en te evalueren om het effect van verschillende strategieën m.b.t. rijbewijsintrekking te beoordelen en aanbevelingen te formuleren met een integrale visie op de hele problematiek. Een vragenlijstonderzoek werd in combinatie met een semi-gestructureerd interview uitgevoerd. Experts workshops werden georganiseerd om de resultaten van het vragenlijstonderzoek voor te stellen en te bespreken. De studie resulteerde in een database met betrouwbare gegevens om op internationaal niveau procedures, straffen en verschillende preventieve maatregelen te vergelijken en in een database met met betrouwbare gegevens om bestuurders, politici en onderzoekers te oriënteren en in staat te stellen de praktijk, besluiten en bevindingen met betrekking tot achtergrondprocedures te vergelijken. Daarbij werd een literatuurstudie uitgevoerd om als basis te dienen voor evaluatie en het streven naar een beste praktijk voor de toekomst. Er werden aanbevelingen geformuleerd van methoden om het effect van de regelgeving inzake intrekking van het rijbewijs te evalueren teneinde de "intrekking" op aangepaste en geslaagde manier aan te wenden.
4
WP7 Disseminatie en Richtlijnen
Achtergrond: Om te voldoen aan één van de vereisten van de Europese Commissie moesten de wettelijke verantwoordelijkheid van de professionele zorgverleners definiëren ten opzichte van patiënten waarvan de rijvaardigheid door psychoactieve stoffen aangetast, de rol die zij kunnen spelen met betrekking tot de verkeersveiligheid en de vereiste het publiek te informeren, zowel voor preventief als interveniërend ten opzichte van de doelgroep.
Doelstellingen: 1) de stand van zaken van de bestaande campagnes bekijken; 2) na te denken over verbeteringen van de procedures voor het beoordelen van de rijgevaardigheid; 3) voorschrijven en ontwikkelen van richtlijnen en informatie t.a.v. verschillende doelgroepen; 4) richtlijnen voor de praktijk met behulp van Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) evalueren 5) een strategie ontwikkelen voor de communicatie over risico's aan jonge bestuurders.
Methoden: Vragenlijststudies onder experts in verkeersveiligheid, risico-communicatie en ontwikkeling van campagnes, rijbewijsverleners, professionele zorgverleners, jongeren (naast een workshop in Duitsland met deskundigen social-marketing) en patiënten. Het gebruik van een kader voor risicobeheer voor risicocommunicatie. Een pre-/postevaluatie van de reactie van professionele zorgverleners, gerapporteerd gedrag en kennis in een interventiestudie(6 maanden, interventie in de vorm van training), in vergelijking met een controlegroep, met of zonder ICT ondersteuning uitgevoerd in België, Nederland, en Spanje.
Resultaten: Slechts 10% van de bestaande publieke campagnes werden geëvalueerd, zonder duidelijke antwoorden op effectiviteit. Er werden geen "beste praktijken" op het beoordelen van de rijvaardigheid bekendgemaakt. De belangrijkste DRUID resultaten werden uit alle werkpakketten afgeleid voor verschillende doelgroepen in termen van probleemstelling (alcohol, illegale drugs, geneesmiddelen) en tegenmaatregelen (wettelijke regelgeving, handhaving, categorisering van geneesmiddelen, revalidatie, intrekking van het rijbewijs, richtlijnen voor de zorgverleners, risico-communicatie). De risicocommunicatie gebaseerd op een DRUID ratingmodel pictogram in vergelijking met een bestaande driehoek toont aan dat een overgrote meerderheid van de patiënten (70-80%) deze pictogrammen duidelijk en voor zich zelfsprekend vinden, met een voorkeur naar het DRUID-model. 78,5% van de patiënten geven aan dat ze hun rijgedrag zouden veranderen in aanwezigheid van het pictogram op de verpakking van de medicijnen. In de risico-communicatie naar jonge mensen toe, werden relevante inhoud, noodzakelijke voorwaarden en veelbelovende strategieën afgeleid uit de Duitse aanpak in socialmarketing onderzoek. De interventie studies tonen een gewichtige pre-/post- verandering in gerapporteerd gedrag en kennis bij zorgverleners, terwijl DRUID-materiaal (indien geïntegreerd software gebruikt in de dagelijkse praktijk) goed werd ontvangen.
Conclusies: Er is een nood aan meer nadruk op risico-communicatie naar doelgroepen (burgers, bestuurders als patiënten, jongeren, professionals in de gezondheidszorg en beleidsmakers) en het ontwikkelen van campagnes gebaseerd op DRUID materiaal. De beoordeling van de rijvaardigheid kan worden verbeterd op basis van aanbevelingen van het DRUID-project. Professionele zorgverleners zouden een beter werk verrichten indien goed opgeleid en ondersteund door besluitvorming ondersteunende ICT tools. Patiënten veranderen hun rijgedrag indien zij over een duidelijke en nuttige informatie beschikken die ze helpt te beslissen of ze al dan niet zouden rijden indien zij psychoactieve medicijnen gebruiken. Cor Kuijten 19 januari, 2012 Vertaling: Linda Dewolf Centrex wegverkeer België
5