Dossier: rijden onder invloed van alcohol
1
1. Rijden onder invloed van alcohol bij de jongeren Bij nachtelijke weekendongevallen wordt alcoholgebruik vaak met de vinger gewezen. Er doen heel wat clichés de ronde: de jongeren gaan uit, consumeren veel te veel alcohol en rijden te vaak als ze dronken zijn. Wat is daar van aan?
« De jeugd, dat is de leeftijd om risico’s te nemen. Jongeren hebben dus meer de neiging om achter het stuur te kruipen terwijl ze te veel alcohol gebruikt hebben ». Fout. Integendeel zouden we zelfs kunnen zeggen. Het is net omgekeerd. In werkelijkheid zijn het de bestuurders tussen 40 en 54 jaar die het vaakst onder invloed van alcohol rijden. Het probleem bij jonge bestuurders is dus niet de hoeveelheid alcohol die ze gebruiken. Wel is de negatieve invloed van alcohol op het rijgedrag bij hen groter dan bij oudere bestuurders. Een kleine concentratie alcohol in het bloed van jonge bestuurders verhoogt blijkbaar snel het ongevallenrisico. Wat veel minder het geval is bij een meer ervaren bestuurder. Alcohol heeft dus meer negatieve effecten op de veiligheid bij jonge dan bij oudere bestuurders.
« Iemand die onder invloed rijdt, doet dit op eender welk tijdstip van de week. Rijden onder invloed is niet specifiek voor nachtelijke weekendongevallen » Fout. Als we het totaal aantal bestuurders op de weg vergelijken met het aantal bestuurders onder invloed, blijkt dat het aantal bestuurders onder invloed vrijdagavond begint toe te nemen.
Jongeren worden bewust gemaakt van de problemen rond alcohol achter het stuur. JUIST. Een enquête bij 800 jongeren tussen 18 en 24 jaar in februari 2011, wees uit dat 2/3 van hen vond dat rijden onder invloed van drugs onaanvaardbaar is.
6
Weigeren om in het voertuig te stappen van iemand die gedronken heeft, is niet echt evident, vooral niet als je jong bent Juist en fout. Bij de gedragsmetingen in 2009 heeft het BIVV vastgesteld dat 1 jongere op 3 zei dat hij geweigerd heeft om mee te rijden met een bestuurder die hij ervan verdacht dat hij onder invloed van alcohol of drugs was.
2. Wat is de wettelijke limiet ? Je bent al strafbaar als je achter het stuur kruipt met een alcoholconcentratie van 0,22 mg/l UAL (uitgeademde alveolaire lucht) in de adem, ofwel een concentratie van 0,5 ‰ in het bloed.
7
3. Wat zijn de effecten van alcohol op het rijgedrag?
toename van de reactietijd slaperigheid euforie, meerderwaardigheidsgevoel tunnelzicht, duizeligheid agressiviteit achter het stuur verhoogd zelfvertrouwen
Opgelet: je voelt al deze effecten niet tegelijkertijd, je voelt er telkens maar een paar.
8
4. Enkele heersende opvattingen rond alcohol…
0,5 ‰, komt overeen met 3 glazen. Ik stop ermee na 3 glazen en op die manier ben ik zeker dat ik niet beboet zal worden. FOUT. Het is bijna onmogelijk om de alcoholconcentratie te bepalen door het aantal glazen te tellen dat je gedronken hebt. De alcoholconcentratie hangt namelijk af van een hele reeks factoren: je gewicht, je gevoeligheid op dat tijdstip (zenuwen, stress…), het tempo waaraan je drinkt, het soort drank, de voorafgaandelijke voedselopname. Eenzelfde persoon die dezelfde hoeveelheid alcohol drinkt, kan trouwens van de ene week op de andere een verschillend alcoholgehalte vertonen. Het toegelaten gemiddelde is het volgende: één glas geeft ongeveer een alcoholgehalte van 0,2 ‰ bij een man van 75 kg en van 0,3‰ bij een vrouw van 60 kg.
Als ik bier drink, mag ik nadien rijden. Het is toch niet alsof ik sterke drank gebruikt heb… FOUT. Of ik nu een glas bier, een glas wijn, een glas whisky of een aperitief drink, dat is eender. Al deze dranken bevatten namelijk dezelfde hoeveelheid alcohol als ze op de gebruikelijke manier, dat wil zeggen in het normaal voor elk van die dranken voorziene glas geserveerd worden: 10 gr alcohol. Na één glas heb ik al tussen de 0,2‰ en 0,3‰ in het bloed …
Als ik gedronken heb, dan gebruik ik nadien een energiedrankje en ik ben weer helemaal in vorm! FOUT. Als dat maar waar was natuurlijk… er bestaat geen enkel « recept » om het alcoholgehalte in het bloed te doen dalen…behalve de tijd dan. Ons lichaam heeft minstens 1u nodig om 0,15‰ alcohol in het bloed af te breken.
Als ik gedronken heb, dan gebruik ik nadien een tas sterke koffie en kan ik zonder problemen rijden. FOUT. Geen enkele pil of drank kan de alcoholconcentratie in het bloed of in de uitgeademde lucht op slag doen dalen. In tegendeel, koffie zorgt er zelfs voor dat alcohol langer in het lichaam blijft.
9
Als ik gedronken heb, ga ik nadien even in de frisse lucht en ben ik opnieuw in vorm om te rijden. FOUT. Ook zuurstof (frisse lucht) neutraliseert alcohol niet. De effecten van de alcohol kunnen er zelfs plots door versterkt worden.
Ik ben het gewend om te drinken. Alcohol heeft niet veel invloed meer op mij. Ik kan perfect mijn plan nog trekken op de weg. FOUT. Je kunt de indruk en het gevoel hebben dat je de zaken onder controle hebt, maar uit de feiten blijkt dat de consumptie van alcohol het risico op ongevallen verhoogt. De negatieve effecten van alcohol treden reeds op vanaf relatief lage concentraties. Een bestuurder waarvan het alcoholgehalte 0,5‰ (ofwel de wettelijke limiet) bedraagt, loopt zo 1,4 keer meer risico om bij een ongeval betrokken te raken dan een bestuurder die geen alcohol gebruikte. Bij een bestuurder met een alcoholgehalte van 0,8‰, is het ongevallenrisico 2,7 keer groter. En niet enkel het ongevallenrisico neemt toe met het alcoholgehalte, maar ook het risico op een dodelijk ongeval. Het risico op een dodelijk ongeval is 200 keer groter bij bestuurders met een alcoholgehalte boven 1,5‰.
5. En Bob? Bob gaat minder op restaurant of naar recepties Eind 2010 onderzocht het BIVV de uitgaansgewoonten van een staal personen, zowel jongeren als iets ouderen. Het BIVV vroeg hen onder andere op welke momenten zij al dan niet beroep deden op een Bob. De resultaten tonen aan dat wanneer men op restaurant of naar een receptie gaat, men veel minder geneigd is om een Bob te kiezen. Van de ondervraagde personen zegt inderdaad 33% geen Bob te hebben als ze zich op een receptie bevinden; 22% zegt er geen te hebben als ze op restaurant gaan. Als ze daarentegen bij vrienden langsgaan, heeft slechts 12% van de volwassenen geen Bob. En slechts 8% van hen doet geen beroep op een Bob als ze naar de discotheek gaan. De aan- of afwezigheid van Bob hangt dus af van de plaats waar men uitgaat. Maar waar gaan jongeren meestal uit? Het BIVV voerde in maart laatstleden een enquête uit onder jongeren tussen 18 en 24 jaar. De enquête toont aan dat wanneer jongeren uitgaan, zij vooral cafés, bars en restaurants bezoeken. Andere geliefde uitgaansgelegenheid: bij vrienden. Dit zijn de meest aangehaalde uitgaansgelegenheden. Discotheken en festivals komen daar pas een heel eind achter!
10
6. Allemaal goed en wel, maar als diegene die me naar huis zou brengen, gedronken heeft, wat doe ik dan? Stap in ieder geval niet in het voertuig als die persoon toch rijdt. Bied aan om in zijn plaats te rijden (als je zelf een rijbewijs hebt en niet gedronken hebt uiteraard). Bied aan om iemand te bellen die jullie kan komen halen (een ouder, een vriend, een broer/zus). Eventueel andere personen zoeken die je kunnen helpen om die persoon te overtuigen niet te rijden. Om te vermijden dat de Bob van dienst op het feestje zich gaat vervelen in zijn rol en toch begint te drinken, kan het interessant zijn om een beurtrol in te stellen en elke week een andere Bob te kiezen. Om dit soort problemen te voorkomen, kun je beter op voorhand je terugrit organiseren. Je kunt dit bespreken met je vrienden of je familie (« Stel dat mijn Bob toch gedronken heeft, wat zou ik dan best doen? Zou je me dan eventueel kunnen komen halen? »). Je neemt best nog wat extra geld mee om een taxi te kunnen betalen indien dat nodig mocht zijn.
11
7. Ik drink en ik rijd : welke sanctie kan ik krijgen ?
12
8. Hoe verloopt een alcoholcontrole concreet? Wanneer je gecontroleerd wordt, moet je eerst een eerste keer in een ademtesttoestel blazen. In principe kun je deze test niet weigeren. Je kunt wel 15 minuten uitstel vragen. Het resultaat wordt door het toestel aangegeven via één van de 3 controlecodes: • S (Safe) als je alcoholgehalte lager is dan 0,22 mg/l UAL1 (0,5 ‰) • A (Alarm) als je alcoholgehalte zich tussen 0,22 en 0,35 mg/l UAL (0,5 et 0,8 ‰) situeert • P (Positief) als je alcoholgehalte gelijk is aan of hoger is dan 0,35 mg/l UAL (0,8 ‰) .
Als je positief test (A of P), dan moet je een tweede keer blazen in een ademanalysetoestel om een bevestiging te krijgen van het eerste resultaat. Het resultaat van de ademanalyse wordt berekend en het resultaat ervan geeft het exacte alcoholgehalte aan. Indien je twijfelt aan de betrouwbaarheid van het resultaat, kun je altijd een bloedafname vragen als tegenexpertise, indien het resultaat van de test minstens 0,8 ‰ bedraagt. Als de bloedanalyse de verkeersinbreuk bevestigt, zijn de kosten ervan voor uw rekening.
1
uitgeademde alveolaire lucht
13