Riegshoogtendijk 2 Hollandscheveld. Projectnummer:

Asbestonderzoek ter plaatse van: Riegshoogtendijk 2 Hollandscheveld Projectnummer: 120221

Opdrachtgever: Contactpersoon:

Woonconcept Postbus 154 7940 AD Meppel de heer E.H. van der Molen

Datum onderzoek: Datum rapport: Datum rapport versie 2:

8 maart 2012 4 april 2012 10 mei 2012

Projectleider

R.J.J. Jonker

Paraaf

Gecontroleerd door

ing. R.J.W. Huls

Paraaf

Datum

Status

10-52012

Definitief

Eco Reest BV

Industrieweg 20 7921 JP Zuidwolde Tel.: 0528-373982 Fax.: 0528-373907 KANTOOR APPINGEDAM Opwierderweg 160, Appingedam Postadres: Postbus 141 9930 AC Delfzijl Tel.: 0596 633355 Fax.: 0596-572266 [email protected] www.ecoreest.nl Eco Reest BV is gecertificeerd volgens “NEN-EN-ISO 9001:2008”, voor het uitvoeren van milieukundig (water)bodemonderzoek, asbestonderzoek in bodem en puin, grondonderzoek bouwstoffenbesluit, begeleiding bodemsaneringtrajecten, detachering en milieumanagement en lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB). Als aangesloten adviesbureau zorgen we samen met de andere leden voor een betere borging van kwaliteit in de uitvoering van (water)bodemonderzoek en -saneringen.

DISCLAIMER Dit rapport is het resultaat van een asbestonderzoek, verricht ter plaatse van Riegshoogtendijk 2 te Hollandscheveld, in opdracht van Woonconcept. Ten behoeve van de juiste interpretatie van dit rapport is het noodzakelijk te beschikken over de gehele rapportage, inclusief bijlagen. Het rapport -

is ongeschikt voor toepassing in een juridische context indien: de paginanummering van het rapport onjuist of onvolledig is de bijlagen genoemd in de inhoudsopgave (deels) ontbreken het projectnummer in het rapport en op de bijlage niet overeenkomt

We stellen dit rapport alleen ter beschikking aan derden in geval van schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.

Pagina 3 van 19

INHOUDSOPGAVE 1

INLEIDING

5

1.1 1.2

Algemeen ................................................................................................... 5 Aanleiding en doelstelling .............................................................................. 5

1.3

Kwaliteitsborging ......................................................................................... 5 1.3.1 Onderzoeksstrategie ................................................................................ 5 1.3.2 Veldwerkzaamheden ................................................................................ 5 1.3.3 Laboratorium werkzaamheden ................................................................... 6

1.4

Opbouw rapport........................................................................................... 6

2

VOORONDERZOEK (NEN 5725:2009)

7

2.1

Basisinformatie ............................................................................................ 7 2.1.1 Basisinformatie........................................................................................ 7 2.1.2 Samenvatting vooronderzoek (afkomstig uit chemisch onderzoek, rapportnr 111211) ............................................................................................................ 7 2.1.3 Resultaten verkennend bodemonderzoek (rapportnr 111211) ........................ 8 2.1.4 Volledigheid en betrouwbaarheid vooronderzoek.......................................... 9 2.1.5 Afwijkingen vooronderzoek ....................................................................... 9

3

ONDERZOEKSHYPOTHESE EN -STRATEGIE

10

3.1

Onderzoekshypothese................................................................................. 10

3.2 3.3

Onderzoeksstrategie ................................................................................... 10 Veiligheidsklasse........................................................................................ 10

4

VELDWERKZAAMHEDEN

11

4.1

Werkzaamheden asbestonderzoek ................................................................ 11

4.2

Visuele inspectie maaiveld........................................................................... 11

4.3

Visuele inspectie en monsterneming diepere bodemlaag .................................. 11

5

RESULTATEN VELDWERKZAAMHEDEN

13

5.1

Visuele inspectie maaiveld........................................................................... 13

5.2

Visuele inspectie en monsterneming diepere bodemlaag .................................. 13

5.3

Afwijkingen onderzoeksopzet ...................................................................... 14

6

ANALYSERESULTATEN EN BESPREKING

15

6.1

Analysemonsters ....................................................................................... 15

6.2

Analysemethoden en monsterbehandeling ..................................................... 15 6.2.1 Analyse asbest in de bodem (volgens NEN 5707) ...................................... 15 6.2.2 Analyse van materiaal(verzamel)monsters (volgens NEN 5896) ................... 15

6.3

Toetsingskader asbest ................................................................................ 16

6.4

Analysemonsters en concentraties ............................................................... 16 6.4.1 Sleuf diepere grondlagen ........................................................................ 16

6.5

Methode concentratieberekening.................................................................. 17

7

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

18

7.1

Samenvatting ............................................................................................ 18

7.2

Conclusies en aanbevelingen ....................................................................... 19

Asbestonderzoek Riegshoogtendijk 2 te Hollandscheveld (projectnummer: 120221) 2018

Pagina 4 van 19

BIJLAGEN Bijlage 1.1

Regionale ligging onderzoekslocatie

Bijlage 1.2

Situatieschets onderzoekslocatie met inspectieputten en -sleuven

Bijlage 1.3

Fotoreportage en luchtfoto onderzoekslocatie

Bijlage 2

Boorstaten

Bijlage 3.1

Concentratieberekening

Bijlage 3.2

Analyseresultaten

Bijlage 4

Analysemethoden

Bijlage 5

Literatuur


Pagina 5 van 19

1

INLEIDING

1.1

ALGEMEEN

In opdracht van Woonconcept is door Eco Reest BV een asbestonderzoek uitgevoerd ter plaatse van een locatie aan de Riegshoogtendijk 2 te Hollandscheveld. Er bestaat geen functionele relatie tussen opdrachtgever en Eco Reest BV. 1.2

AANLEIDING EN DOELSTELLING

Aanleiding tot het uitvoeren van het asbestonderzoek zijn de resultaten van het verkennend asbestonderzoek (Eco Reest BV, rapportnr.111212, d.d. 23 december 2011). Uit dit onderzoek blijkt dat er ter plaatse asbest in de bodem is aangetoond. Doel van het asbestonderzoek is aan te tonen of er sprake is van een asbestverontreiniging, en een schatting van het gehalte aan asbest te maken op basis van een visuele inspectie van het maaiveld en de uitgegraven grond in combinatie met een steekproefsgewijze monsterneming. Een chemisch onderzoek conform de NEN 5740 valt buiten de scope van onderhavig onderzoek. 1.3

KWALITEITSBORGING

Het asbestonderzoek is uitgevoerd conform de richtlijnen vastgesteld in het Besluit BodemKwaliteit. Dit betekent dat de veldwerkzaamheden en laboratorium werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens de actuele beoordelingsrichtlijn en accreditatieschema, terwijl de onderzoeksstrategie is opgesteld conform de geldende NEN normen, zoals hierna beschreven. 1.3.1 Onderzoeksstrategie In onderstaande tabel zijn de kwaliteitsnormen opgenomen voor de onderzoeksstrategieën. Tabel 1.1. Toegepaste normen Aspect onderzoek Toegepaste norm Strategie vooronderzoek* NEN 5725:2009 Strategie asbestonderzoek in bodem NEN 5707:2003 * Wij merken op dat tijdens voorgaand asbest- en chemisch onderzoek er reeds een vooronderzoek is uitgevoerd.

Eventuele afwijkingen op de normen, die tijdens de uitvoering naar voren zijn gekomen, zijn weergegeven in respectievelijk § 2.2.3 en § 4.2.2. 1.3.2 Veldwerkzaamheden Het onderzoek heeft plaatsgevonden onder procescertificaat op grond van de BRL SIKB 2000 “Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek”, waarvoor Eco Reest BV Zuidwolde is gecertificeerd en erkend door het ministerie van VROM. Het veldwerk heeft plaats gevonden conform VKB protocol 2018: “Locatie inspectie en monstername van asbest in bodem”, waarbij de werkzaamheden zijn uitgevoerd door gecertificeerde en erkende veldmedewerkers. Asbestonderzoek Riegshoogtendijk 2 te Hollandscheveld (projectnummer: 120221) 2018

Pagina 6 van 19

Hierbij wordt opgemerkt dat het VKB protocol 2018 niet van toepassing is op het onderzoek naar het voorkomen van asbest in puin. Het certificaatnummer is 659231, en de certificerende instelling is LRQA te Rotterdam. In onderstaande tabel zijn de kwaliteitsaspecten opgenomen voor de uitvoering van het veldwerk. Tabel 1.2. Erkende veldwerkers Aspect onderzoek Uitvoering monsterneming asbest

Toegepaste protocol VKB protocol 2018

Erkend veldmedewerker Dhr. W.B. Aasman

Eventuele afwijkingen op de protocollen, die tijdens de uitvoering naar voren zijn gekomen zijn weergegeven in § 4.2.1. De bedrijf- en persoonserkenningen en het certificaatnummer zijn te verifiëren op de website van Bodem+ : http://www.senternovem.nl/Bodemplus/verklaringen/erkenningen/zoekmenu/ 1.3.3 Laboratorium werkzaamheden De analyses zijn uitgevoerd door vezellaboratorium van ACMAA te Almelo, welke is geaccrediteerd en erkend door het ministerie van VROM. ACMAA Almelo is een NEN-EN-ISO/IEC 17025 geaccrediteerd laboratorium, met certificaatnummer L376. Het certificaat is bijgevoegd in bijlage 4. 1.4

OPBOUW RAPPORT

In hoofdstuk 2 is de basisinformatie weergegeven van het onderzoeksgebied en worden de bevindingen uit het vooronderzoek beschreven, met daarin de aspecten voormalig, huidig en toekomstig gebruik, bodemopbouw (geohydrologie) en (financieel-) juridisch. In hoofdstuk 3 zijn de veldwerkzaamheden tijdens het onderzoek beschreven, gevolgd door de resultaten van de veldwerkzaamheden in hoofdstuk 4 en 5. In hoofdstuk 6 worden de analyseresultaten besproken en in hoofdstuk 7 is tenslotte is een samenvatting opgenomen en zijn de conclusies en aanbevelingen weergegeven.


Pagina 7 van 19

2

VOORONDERZOEK (NEN 5725:2009)

2.1

BASISINFORMATIE

Tijdens voorgaand (chemisch) onderzoek (rapportnr 111211) is voldoende informatie verzameld ten aanzien van potentiële verdachte activiteiten. Ten behoeve van onderhavig asbestonderzoek is derhalve geen aanvullend vooronderzoek uitgevoerd. Een overzicht van de voor het asbestonderzoek van belang zijnde informatie is beschreven in hoofdstuk 2.1.2. 2.1.1 Basisinformatie Tabel 2.1 Basisinformatie

Adres Plaats Oppervlakte Kadastrale aanduiding x- en y-coördinaten Toekomstig gebruik Huidig gebruik

Voormalig gebruik Verrichte handelingen met grond, verhardingsmateriaal en/of afval Toepassingen van asbesthoudende materialen Bodemonderzoeken

Riegshoogtendijk 2 Hollandscheveld 1457 m2 Gemeente Hoogeveen, sectie D, nr(s). 5067 x: 232,537, y: 525898 Wonen met tuin Wonen met tuin (leegstaand) Omwonenden hebben aangegeven dat er ter plaatse asbest in de grond zit. Wonen met tuin Onbekend Onbekend Onbekend

2.1.2 Samenvatting vooronderzoek (afkomstig uit chemisch onderzoek, rapportnr 111211) Voormalig bodemgebruik Datum 20-10-1976

Document Bouwvergunning

Kenmerken Aan de heer R. Gatsonides (huurder) is een vergunning verleend voor het verbouwen en uitbreiden van de woning t.p.v. Riegshoogtendijk 2. Opmerking in interne notitie van gemeente d.d. 27-07-1976: “Het verdient aanbeveling om vooraf met aanvrager in contact te treden over afbraak van een deel van de schuren.” In advies van Gemeentewerken d.d. 15-07-1976 inzake de bouwaanvraag wordt aangegeven dat deze aanvraag betrekking heeft op de aanbouw van een keuken en een interne verbouwing (o.m. douche- en toiletruime). Tevens wordt gesteld dat bij de woning reeds zes schuren aanwezig zijn met een gezamenlijke oppervlakte van ca. 167,5 m², waarvan, indien voor het onderhavige bouwplan vergunning wordt verkregen, ca. 7,5 m² zal worden afgebroken.

12-10-1976

Brief

06-09-1977

Bouwvergunning

In de aanvraag wordt door dhr. Gatsonides aangegeven dat vergunning wordt gevraagd voor het vernieuwen van een ... (niet ingevuld); tegenwoordige bestemming: houten berging. De dakbedekking bestaat uit bitumen; de ventilatiekanalen en grondafvoerleidingen zijn van pvc. Gevraagde bouwvergunning wordt verleend als de op het erf staande schuren, uitgezonderd de garage, worden afgebroken. De brief is voor akkoord ondertekend door dhr. Gatsonides. Aan dhr. R. Gatsonides wordt vergunning verleend voor het bouwen van een garage/ berging. In advies Gemeentewerken d.d. 04-08-1977 wordt aangegeven dat dhr. Gatsonides heeft voldaan aan de voorwaarde de schuren af te breken


Pagina 8 van 19

Datum

Document

Kenmerken m.u.v. de garage (oppervlakte 35 m²); alleen de berging, oppervlakte 10 m², is niet afgebroken. Deze aanvraag betreft de vervanging van de in slechte staat verkerende garage door een nieuwe garage (opp. 44 m²). In de aanvraag wordt aangegeven dat de dakbedekking zal bestaan uit asbest golfplaten. Opmerking van aanvrager: ‘Bij het verlenen van een vergunning breek ik ook de garage af, zodat ik ca. 150 m² vrij maak.’

Er zijn bij de gemeente Hoogeveen geen sloopvergunningen bekend aangaande de locatie. Daarnaast ontbreken verdere gegevens omtrent een eventueel garagebedrijf ter plaatse. Uit aanvullende informatie van de voormalige bewoner, de heer Gatsonides, (gesproken gedurende locatie inspectie) komen ook geen gegevens beschikbaar aangaande bedrijfsactiviteiten ter plaatse. De voormalige bewoner heeft jarenlang op de onderzoekslocatie gewoond evenals zijn familie (vader, moeder, broer). De voormalige eigenaar heeft aangegeven dat er ter plaatse nimmer schuurtjes zijn gesloopt, wel opgeknapt. Huidig bodemgebruik (locatie inspectie) De locatie inspectie is voorafgaand aan het daadwerkelijk onderzoek uitgevoerd door een projectleider asbest. Het onderzoeksterrein heeft een oppervlakte van 1457 m2 en bestaat uit een oude woning met schuren en tuin te Hollandscheveld. De locatie is deels verhard met beton en straatwerk. De opstallen zijn grotendeels voorzien van dakpannen. Een klein deel heeft asbest verdachte platen als dakbedekking. Aan de zuidgrens wateren twee schuurtjes met asbest verdachte platen als dakbedekking af op onverhard maaiveld. Op het maaiveld zijn asbesthoudende platen waargenomen. Zie ook bijlage 1.3 voor foto’s. Toekomstig bodemgebruik Men is voornemens de bestaande woning te slopen. Tevens is niet uit te sluiten dat de woning weer geschikt wordt gemaakt voor woongebruik. 2.1.3 Resultaten verkennend bodemonderzoek (rapportnr 111211) Aanleiding tot het uitvoeren van het verkennend bodemonderzoek vormde de voorgenomen transactie van het perceel, de sloop van de bestaande woning en de plaatsing van een containerwoning. Tijdens de boorwerkzaamheden zijn er in de bovengrond van een tweetal handboringen kleine hoeveelheden aan puindeeltjes waargenomen tevens zijn er enkele asbest (verdachte) platen gestald op het terrein. Visueel zijn destijds geen asbestverdachte stukjes waargenomen in de toplaag van de bodem. Ter plaatse zijn een zevental inspectieputjes gegraven. Uit de visuele waarnemingen blijkt dat er ter plaatse van inspectieput 1, nabij de zuidgevel van de meest westelijke schuur, een grote hoeveelheid asbestverdachte plaatjes is waargenomen in de grondlaag van 0.0 tot 0.5 m-mv. In de overige inspectieputjes zijn destijds geen asbestverdachte plaatjes waargenomen. Uit de analyseresultaten blijkt dat er in het toplaagmonster (0.0 tot 0.05 m-mv) asbestvezels zijn aangetroffen. In het monster van inspectieput 1 is een asbestverontreiniging berekend die veroorzaakt is door de aanwezigheid van asbesthoudend plaatmateriaal in de zeeffractie > 16 mm (1434 mg/kg ds). De asbestvezels in de fijne < 16 mm hebben een geringe invloed op het totaalgehalte (31 mg/kg ds).


Pagina 9 van 19

Op basis van het totaal aan onderzoeksgegevens is geadviseerd een ander asbestonderzoek uit te voeren teneinde meer inzicht te krijgen in de omvang van de asbestverontreiniging. 2.1.4 Volledigheid en betrouwbaarheid vooronderzoek Het vooronderzoek wordt als volledig beschouwd daar alle van te voren verwachte gegevens aanwezig bleken te zijn. Gezien alle gegevens verstrekt door de verscheidene bronnen overeenkomen met elkaar en met de aangetroffen situatie ten tijde van de terreininspectie achten wij het vooronderzoek betrouwbaar. 2.1.5 Afwijkingen vooronderzoek Er zijn bij de uitvoering van het vooronderzoek geen afwijkingen ten opzichte van de NEN 5725:2009 naar voren gekomen.


Pagina 10 van 19

3

ONDERZOEKSHYPOTHESE EN -STRATEGIE

3.1

ONDERZOEKSHYPOTHESE

Op basis van het totaal aan gegevens uit het vooronderzoek kan worden gesteld dat de bodem ter plaatse verdacht is aangaande asbestverontreiniging. 3.2

ONDERZOEKSSTRATEGIE

Het asbestonderzoek ter plaatse van de onderzoekslocatie is uitgevoerd op basis van de richtlijnen zoals deze zijn vastgesteld in de NEN 5707 (Bodem – Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond). Binnen het onderzoek zijn een tweetal deellocatie onderscheiden, namelijk: A. Aanvullend onderzoek terreindeel rondom westelijk gelegen schuur (ca. 50 m2); B. Nader onderzoek overig terrein (ca. 1000 m2). Het onderzoek ter plaatse van deellocatie A wordt uitgevoerd conform hoofdstuk 8.2 uit de NEN 5707 “Vaststellen van de omvang”. Het onderzoek ter plaatse van deellocatie B wordt uitgevoerd conform hoofdstuk 8.1.1 uit de NEN 5707 “Verdacht maaiveld en/of actuele contactzone”. In afwijking tot de norm zijn er voor het onderzoek van deellocatie A geen sleuven gegraven maar is volstaan met het graven van aanvullende inspectieputjes, e.e.a in verband met de beperkte toegankelijkheid met een graafmachine. 3.3

VEILIGHEIDSKLASSE

Op basis van het vooronderzoek is er analyse gemaakt met betrekking tot de veiligheidsklasse waarbinnen onderhavig onderzoek dient te worden ingedeeld. Hiervoor is gebruik gemaakt van de CROW P132 “Werken in of met verontreinigde grond en verontreinigd (grond)water”. Omdat de aanwezigheid van asbestverdacht materiaal is aangetoond tijdens het verkennend onderzoek, is onderhavig asbestonderzoek uitgevoerd conform veiligheidsklasse 3T uit de CROW publicatie 132. Deze publicatie wordt door de Arbeidsinspectie beschouwd als “Stand der techniek” aangaande het toepassen van veiligheidsmaatregelen bij werken met (potentieel) verontreinigde grond.


Pagina 11 van 19

4

VELDWERKZAAMHEDEN

4.1

WERKZAAMHEDEN ASBESTONDERZOEK

De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd op basis van de geldende NEN normen, veiligheidsklassen en relevante wet- en regelgeving (zie literatuurlijst bijlage 5). 4.2

VISUELE INSPECTIE MAAIVELD

In overleg met de opdrachtgever is er geen inspectie van het maaiveld uitgevoerd aangezien dit reeds in voldoende mate is uitgevoerd tijdens het voorgaand asbestonderzoek. Tevens is de locatie grotendeels voorzien van vegetatie en bestrating en is het niet wenselijk om deze te verwijderen ten behoeve van het asbestonderzoek. Door de drassige bodem is het niet mogelijk om schade aan het terrein te voorkomen en deze in originele staat te herstellen. 4.3

VISUELE INSPECTIE EN MONSTERNEMING DIEPERE BODEMLAAG

Deellocatie A Met behulp van een schep zijn er, afhankelijk van de oppervlakte en de gehanteerde onderzoeksstrategie, inspectieputjes gegraven met een minimale afmeting van 0.3 meter x 0.3 meter x 0.5 meter. De gehele inhoud van het inspectieputje is vervolgens gezeefd met behulp van een asbestzeef met een maaswijdte van 16 mm x 16 mm (lengte x breedte). Door middel van het zeven van het materiaal is er een scheiding gemaakt in een fractie > 16 mm (grove fractie) en een fractie < 16 mm (fijne fractie). De asbestverdachte materialen in de grove fractie zijn bemonsterd middels handpicking en gewogen met behulp van een digitale weegschaal. Een overzicht van de gegraven inspectieputjes is opgenomen in hoofdstuk 5. Om er zeker van te zijn dat er in de onderliggende bodem geen puin, asbest of andersoortige bodemvreemde materialen meer aanwezig is zijn de inspectieputjes doorgeboord, met een edelmanboor, tot de originele ondergrond (ca. 0.5 meter minus de onderzijde van de verdachte grondlaag). Bij de bemonstering van het uitgegraven materiaal is onderscheid gemaakt in twee fracties, namelijk een fijne grondfractie (deeltjes < 16 mm) en een grove (asbestverdachte) materiaalfractie. Deellocatie B Met behulp van een rupskraan zijn er per deellocatie, op representatieve wijze, 6 sleuven gegraven tot de onderzijde van de verdachte grondlaag (ca. 0.5 m-mv). Met behulp van een mechanische asbestzeef met een maaswijdte van 16 mm x 16 mm (lengte x breedte) is het uit uitgegraven materiaal verdeeld in een tweetal deelstromen, namelijk een fractie > 16 mm (grove fractie) en een fractie < 16 mm (fijne fractie). De bemonstering van de fijne fractie (deeltjes < 16 mm) heeft plaatsgevonden volgens tabel 11, “Minimale greep- en monstergrootte”, uit de NEN 5707. Het grove (asbestverdachte) materiaal is middels handpicking verwijderd van de zeef, en separaat bemonsterd. De bemonstering van de fijne fractie heeft plaatsgevonden volgens de tabellen “Minimale greep- en monstergrootte”, uit de NEN 5707.


Pagina 12 van 19

Van het fijne materiaal onder de zeef kan op basis van de maximale deeltjesgrootte (16 mm) de minimale greepgrootte worden bepaald. Voor onderhavig onderzoek is de greepgrootte bepaald op 0.5 kg en is de minimale monstergrootte vastgesteld op 10 kg.


Pagina 13 van 19

5

RESULTATEN VELDWERKZAAMHEDEN

De uitvoering van het veldwerk heeft plaatsgevonden op 8 maart 2012 en heeft bestaan uit de volgende werkzaamheden: 5.1

VISUELE INSPECTIE MAAIVELD

Er is tijdens onderhavig onderzoek geen aanvullende inspectie uitgevoerd van het maaiveld (zie ook hoofdstuk 4.2). 5.2

VISUELE INSPECTIE EN MONSTERNEMING DIEPERE BODEMLAAG

Deellocatie A en B Ter plaatse van deellocatie A zijn op a selecte wijze, rondom de schuur, 5 inspectieputjes gegraven. Ter plaatse van deellocatie B zijn op a selecte wijze 5 sleuven gegraven, teneinde een beeld te verkrijgen over de aanwezigheid van asbest in de bodem. Direct ten noordwesten van deellocatie is op selecte wijze één sleuf gegraven. Rede dat deze sleuf is gegraven nabij de reeds aangetoonde verontreiniginglocatie (deellocatie B) is het meer inzichtelijk maken van de bodemsamenstelling ter plaatse. Het graven van inspectieputjes namelijk een gering inzicht in de bodemsamenstelling vanwege het kleine volume uitgegraven materiaal. De waarnemingen van de boormeester asbest zijn weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 5.1 Visuele inspectie diepere bodemlaag deellocatie A en B Omschrijving Motivering Conditie materiaal 0.0-0.5 m-mv: Matig fijn zand, matig humeus, plaatselijk zwak veenhoudend 0.5-1.0 m-mv: Matig fijn zand, plaatselijk zwak leemhoudend Bijmengingen Plaatselijk puinhoudend ter plaatse van inspectieput 109, 110 en 111. ter plaatse van sleuf 106 is stortmateriaal waargenomen, bestaande uit o.a. bandenvelgen Asbestverdacht materiaal waargenomen Ja, ter plaatse van inspectieput 109 en sleuf 106


Pagina 14 van 19

De afmetingen van de sleuven en de waarnemingen die zijn gedaan tijdens de zeefwerkzaamheden zijn in onderstaande tabel beschreven: Tabel 5.2 Sleuven en inspectieputjes deellocatie A en B Nr. Afmeting Inspectie Hoeveelheid stukjes Hoedanigheid Gewicht (l x b x d) in m efficiëntie* fractie > 16mm (gram) Deellocatie A Put 107 0.3 x 0.3 x 0,5 70 % n.w. 0.3 x 0.3 x 1.0 n.w. Put 108 0.3 x 0.3 x 0,5 70 % n.w. 0.3 x 0.3 x 1.0 n.w. Put 109 0.3 x 0.3 x 0,5 70% 21 Golfplaat 621,92 0.3 x 0.3 x 1.0 n.w. Put 110 0.3 x 0.3 x 0,5 70 % n.w. 0.3 x 0.3 x 1.0 n.w. Put 111 0.3 x 0.3 x 0,5 70 % 3 Golfplaat 80,69 0.3 x 0.3 x 1.0 n.w. Deellocatie B Sleuf 101 2,0 x 0,5 x 0,5 70 % n.w. 2,0 x 0,5 x 1.0 n.w. Sleuf 102 2,0 x 0,5 x 0,5 70 % n.w. 2,0 x 0,5 x 1.0 n.w. Sleuf 103 2,0 x 0,5 x 0,5 70 % n.w. 2,0 x 0,5 x 1.0 n.w. Sleuf 104 2,0 x 0,5 x 0,5 70 % n.w. 2,0 x 0,5 x 1.0 n.w. Sleuf 105 2,0 x 0,5 x 0,5 70 % n.w. 2,0 x 0,5 x 1.0 n.w. Sleuf 106 2,0 x 0,5 x 0,5 70 % 35 Golfplaat 15647 2,0 x 0,5 x 1.0 n.w. * De inspectie-efficiëntie is afhankelijk van de weersomstandigheden, de conditie van het maaiveld, het type bouwen sloopafval en recyclinggranulaat en bijmengingen. n.w. = geen asbestverdacht materiaal waargenomen tijdens veldwerkzaamheden

5.3

AFWIJKINGEN ONDERZOEKSOPZET

Tijdens de werkzaamheden zijn er geen afwijkingen waargenomen op de gehanteerde onderzoeksopzet en protocollen.


Pagina 15 van 19

6

ANALYSERESULTATEN EN BESPREKING

6.1

ANALYSEMONSTERS

De hieronder vermelde materiaal(verzamel)monsters en grondmonsters zijn ter analyse aangeboden aan het laboratorium voor vezelonderzoek ACMAA te Almelo. Tabel 6.1 Analysemonsters en analyses diepere grondlagen Monster

Diepte (m-mv)

Fractie

Hoeveelheid*

Analyse

monstercode

Deellocatie A Toplaag rondom schuur*

0.0– 0.05

< 16 mm

11,2 kg

NEN 5707

AM01000110

Inspectieput 109

0.0– 0.5

> 16 mm

621,92 gram

NEN 5896

AM033688

Inspectieput 111

0.0– 0.5

> 16 mm

80,69 gram

NEN 5896

AM033689

Deellocatie B Sleuf 101 t/m 105

0.0– 0.5

< 16 mm

10,8 kg

NEN 5707

AM01000604

Sleuf 106

0.0– 0.5

< 16 mm

10,4 kg

NEN 5707

AM01000655

Sleuf 106

0.0– 0.5

> 16 mm

15647 gram

NEN 5896

AM033665

* het betreft grond afkomstig van de bovenste 5 cm van de bodem ter plaatse van de inspectieputjes.

6.2

ANALYSEMETHODEN EN MONSTERBEHANDELING

6.2.1 Analyse asbest in de bodem (volgens NEN 5707) De in het veld samengestelde grondmonsters zijn in emmers verpakt en aan het laboratorium aangeboden. De monsters zijn minimaal 24 uur in een stoof van 105°C gedroogd. Na het drogen is het percentage droge stof berekend en zijn de monsters gezeefd. Het zeven is gebeurt in een speciale zeefkast met afzuiging om geen asbestvezels in de ruimte te krijgen. In de zeefkast staan zeven met de volgende maaswijdtes onder elkaar opgesteld; bovenaan 16 mm, gevolgd door 8 mm, 4 mm, 2 mm, 1 mm, 0,5 mm. Geheel onderop is een opvangbak geplaatst voor het fijne materiaal (<0,5 mm). Na het zeven zijn de zeeffracties (al het materiaal dat op de zeef blijft liggen) > 16 mm, > 8 mm en > 4 mm volledig visueel afgezocht. Asbestverdachte materialen zijn eruit gehaald en ter analyse aangeboden voor microscopie. Van de zeeffractie > 2 mm, > 1 mm en > 0,5 mm zijn verschillende hoeveelheden voor stereomicroscopie aangeboden. Van de zeeffractie > 2 mm wordt 50 % m.b.v. de stereomicroscoop afgezocht, van de zeeffractie > 1 mm 20 % en van de zeeffractie > 0,5 mm wordt 5 % afgezocht. De aangetroffen asbestverdachte materialen uit de verschillende zeeffracties zijn met polarisatiemicroscopie op asbestkenmerken onderzocht. Als een materiaal asbesthoudend is, is het materiaal gewogen, en het gewichtspercentage van de betreffende asbestsoort op het totale gewicht van het materiaal geschat en wordt de hechtgebondenheid van de asbestvezels bepaald. 6.2.2 Analyse van materiaal(verzamel)monsters (volgens NEN 5896) Materiaal(verzamel)monsters worden aangeboden in dubbel verpakte plasticzakken. Na het schoonmaken van de monsters worden de monsters afhankelijk van de vochtigheid voor een bepaalde tijd gedroogd in een stoof bij 105°C. Na het drogen worden de monsters geanalyseerd. Van materialen die eenzelfde asbestsamenstelling hebben wordt het totaalgewicht bepaald.


Pagina 16 van 19

6.3

TOETSINGSKADER ASBEST

De resultaten van de monsters welke zijn genomen t.b.v. het asbestonderzoek zijn getoetst aan het integraal beleid beschreven in de beleidsbrief ‘Asbest in bodem, grond en puin(granulaat)’. De interventiewaarde bodemsanering voor asbest en de restconcentratienorm voor asbesthoudende bulkmaterialen is vastgesteld op 100 mg/kg, gewogen. 6.4

ANALYSEMONSTERS EN CONCENTRATIES

De door het laboratorium gemeten concentraties zijn weergegeven in tabel 6.2. Er moet worden opgemerkt dat de gemeten concentratie serpentijnasbest vermeerderd is met tienmaal de concentratie amfiboolasbest. Tevens zijn de, door het laboratorium gemeten, concentraties rekenkundig door Eco Reest gecorrigeerd op basis van de locatiespecifieke factoren (inspectie efficiëntie, droge stof, inhoud maaiveldinspectie e.d.). De methode voor de concentratieberekening van de totale (gecorrigeerde) concentratie aan asbest is opgenomen in § 6.5. De concentratieberekening is opgenomen in bijlage 2. 6.4.1 Sleuf diepere grondlagen Tabel 6.2 Analyseresultaten en analyses diepere bodemlagen Sleuf Monstersoort Analyse Resultaat grond nr. monster (<16 mm) in mg/kg d.s. Deelgebied A Toplaag rondom grondmonster NEN 5707 28 schuur materiaal NEN 5896 grondmonster NEN 5707 n.g Put 109 materiaal NEN 5896 grondmonster NEN 5707 n.g Put 111 materiaal NEN 5896 Deelgebied B grondmonster NEN 5707 n.a. Sleuf 101 t/m105 materiaal NEN 5896 grondmonster NEN 5707 n.a. Sleuf 106 materiaal NEN 5896

Resultaat mvm (>16 mm) in mg/kg d.s.

n.w. 1318 304,1

n.w. n.a

Totaal grond en materiaal in mg/kg d.s

28 1318 304,1

n.a. n.a

n.a = niet aangetoond n.g = niet geanalyseerd n.w = niet waargenomen

Uit tabel 6.4.2 blijkt het volgende: Deelgebied A In het toplaagmonster is een gehalte aan asbest gemeten ruim beneden de interventiewaarde. Het gehalte komt overeen met de resultaten van het toplaagonderzoek uit 2011 en is in zijn geheel veroorzaakt door de aanwezigheid van asbestvezels in de fijne zeeffractie. De asbesthoudende plaatjes die in 2011 zijn waargenomen op het maaiveld zijn niet meer aangetroffen tijdens onderhavig onderzoek. Vermoedelijk zijn deze tijdens de handpickingactie volledig verwijderd en derhalve niet meer waarneembaar op de locatie. Ter plaatse van inspectieput 109 en inspectieput 111 is een gehalte aan asbest gemeten ruim boven de interventiewaarde. Het gehalte is in zijn geheel veroorzaakt door de aanwezigheid van asbesthoudend plaatmateriaal in de grove fractie. Er is geen analyse uitgevoerd van het materiaal in de fijne zeeffractie aangezien het verkennend asbestonderzoek uit 2011 (rapportnr 111212) hier voldoende inzicht in geeft. Asbestonderzoek Riegshoogtendijk 2 te Hollandscheveld (projectnummer: 120221) 2018

Pagina 17 van 19

Deelgebied B In de grondmonsters van sleuf 101 t/m 105 en sleuf 106 zijn geen gehalten aan asbestvezels gemeten boven de detectiegrens. Tevens is gebleken dat het waargenomen asbestverdachte golfplaatmateriaal uit sleuf 106 na analyse niet asbesthoudend blijkt te zijn. 6.5

METHODE CONCENTRATIEBEREKENING

Voor het berekenen van de concentratie aan asbest is het noodzakelijk om de, door het laboratorium gerapporteerde, concentratie aan de massa van het uitgegraven materiaal en de inspectie-efficiëntie. De concentratie wordt berekend met de volgende formule: Cm,i = ∑ (Mk x %k,I / Mlok) Cm,i

=

De concentratie aan asbest van asbestsoort ‘i’ is afkomstig van de verzamelde asbesthoudende materialen van het type ‘k’, in mg/kg d.s.;

Mk

=

de massa verzamelde asbesthoudende materialen van het type ‘k’, in mg;

%k,i

=

het percentage aan asbest van het asbestsoort ‘i’ in de verzamelde asbesthoudende materialen van het type ‘k’, in %;

Mlok

=

het drooggewicht van het verzamelmonster grond op locatie, in kg.

Als er een grote hoeveelheid is geïnspecteerd op locatie kan deze in principe niet worden gewogen. In dit geval moet het drooggewicht van het monster afgeleid worden volgens de volgende formule: Mlok = (1000 x V x ns) x (%E/100) x Ma/Mva V

=

het volume van de geïnspecteerde deelpartij, in m3;

Ns

=

het stortgewicht van het materiaal, in kg/dm3;

%E

=

een schatting van de inspectie efficiëntie, in %;

Ma

=

de massa van het gedroogde analysemonster grond, in kg;

Mva

=

de massa van het veldvochtige analysemonster grond, in kg.


Pagina 18 van 19

7

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

7.1

SAMENVATTING

In opdracht van Woonconcept is door Eco Reest BV een asbestonderzoek uitgevoerd ter plaatse van een locatie aan de Riegshoogtendijk 2 te Hollandscheveld. Er bestaat geen functionele relatie tussen opdrachtgever en Eco Reest BV. Aanleiding tot het uitvoeren van het asbestonderzoek zijn de resultaten van het verkennend asbestonderzoek (Eco Reest BV, rapportnr.111212, d.d. 23 december 2011). Uit dit onderzoek blijkt dat er ter plaatse een asbest in de bodem is aangetoond. Doel van het asbestonderzoek is aan te tonen of er sprake is van een asbestverontreiniging, en een schatting van het gehalte aan asbest te maken op basis van een visuele inspectie van het maaiveld en de uitgegraven grond in combinatie met een steekproefsgewijze monsterneming. Een chemisch onderzoek conform de NEN 5740 valt buiten de scope van onderhavig onderzoek. Adres Plaats Oppervlakte Kadastrale aanduiding x- en y-coördinaten Toekomstig gebruik Huidig gebruik

Voormalig gebruik Verrichte handelingen met grond, verhardingsmateriaal en/of afval Toepassingen van asbesthoudende materialen Bodemonderzoeken

Riegshoogtendijk 2 Hollandscheveld 1457 m2 Gemeente Hoogeveen, sectie D, nr(s). 5067 x: 232,537, y: 525898 Wonen met tuin Wonen met tuin (leegstaand) Omwonenden hebben aangegeven dat er ter plaatse asbest in de grond zit. Wonen met tuin Onbekend Onbekend Onbekend

De veldwerkzaamheden hebben bestaan uit een visuele inspectie van het maaiveld, het graven van inspectieputten en -sleuven op de locatie en het beoordelen van het uitgegraven en gezeefde materiaal op het voorkomen van asbestverdachte materialen. Uit het asbestonderzoek is het volgende naar voren gekomen; Maaiveld In overleg met de opdrachtgever is er geen inspectie van het maaiveld uitgevoerd aangezien dit reeds in voldoende mate is uitgevoerd tijdens het voorgaand asbestonderzoek. Tevens is de locatie grotendeels voorzien van vegetatie en bestrating en is het niet wenselijk om deze te verwijderen ten behoeve van het asbestonderzoek. Door de drassige bodem is het niet mogelijk om schade aan het terrein te voorkomen en deze in originele staat te herstellen.


Pagina 19 van 19

Diepere bodemlagen Deelgebied A In het toplaagmonster is een gehalte aan asbest gemeten ruim beneden de interventiewaarde. Het gehalte komt overeen met de resultaten van het toplaagonderzoek uit 2011 en is in zijn geheel veroorzaakt door de aanwezigheid van asbestvezels in de fijne zeeffractie. De asbesthoudende plaatjes die in 2011 zijn waargenomen op het maaiveld zijn niet meer aangetroffen tijdens onderhavig onderzoek. Vermoedelijk zijn deze tijdens de handpickingactie volledig verwijderd en derhalve niet meer waarneembaar op de locatie. Ter plaatse van inspectieput 109 en inspectieput 111 zijn gehalte aan asbest gemeten ruim boven de interventiewaarde. De gehalten zijn in zijn geheel veroorzaakt door de aanwezigheid van asbesthoudend plaatmateriaal in de grove fractie. Er is geen analyse uitgevoerd van het materiaal in de fijne zeeffractie aangezien het verkennend asbestonderzoek uit 2011 (rapportnr 111212) hier voldoende inzicht in geeft. Deelgebied B In de grondmonsters van sleuf 101 t/m 105 en sleuf 106 zijn geen gehalten aan asbestvezels gemeten boven de detectiegrens. Tevens is gebleken dat het waargenomen asbestverdachte golfplaatmateriaal uit sleuf 106 na analyse niet asbesthoudend blijkt te zijn. 7.2

CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Op basis van de onderzoeksresultaten van het verkennend asbestonderzoek uit 2011 en onderhavig onderzoek kan worden vastgesteld dat er ter plaatse van de westelijk gelegen schuur een asbestverontreiniging in de bodem is aangetroffen. Wij merken wel op dat het onderzoek niet het gehele perceel omhelst, maar dat het westelijke deel van het perceel geen onderdeel uitmaakt van de onderzoekslocatie. Wij adviseren u derhalve om de toekomstige sanering af te stemmen met de sloopactiviteiten van de aanwezige opstallen en tot die tijd het verontreinigde terreindeel af te schermen van de omgeving. Er bestaat ons inziens geen belemmering voor eventuele tijdelijke bewoning zolang contactmogelijkheden met de verontreiniging maar worden voorkomen. Voorafgaand aan de bodemsanering dient er een BUS melding ingediend te worden bij het bevoegd gezag (Provincie Drenthe). Na een instemmingsprocedure van 5 weken kan worden aangevangen met de sanering waarbij de sterk verontrienigde grond dient te worden verwijderd. Wij merken op dat de sanering dient te worden uitgevoerd door een erkende aannemer en worden begeleid door een erkend milieuadviesbureau. Eco Reest BV R.J.J. Jonker


BIJLAGE 1

Bijlage 1.1

Regionale ligging onderzoekslocatie

Bijlage 1.3

Foto’s onderzoekslocatie

Overzicht

Overzicht sleuf 106

Asbestverdacht materiaal ter plaatse van sleuf 106

Overzicht sleuf 106

Overzicht

BIJLAGE 2

Boring:

ps101

Boring:

ps102

X:

232534,11

X:

232533,12

Y:

525896,75

Y:

525913,49

0

0

gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak veenhoudend, bruinzwart, Graafmachine

-50

50

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak leemhoudend, grijsbruin, Edelmanboor -100

100

0

0

-50

50


100

Boring:

ps103

Boring:

ps104

X:

232517,72

X:

232505,15

Y:

525912,8

Y:

525900,21

0

0


-50

50

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak leemhoudend, geelbruin, Edelmanboor -100

100

0

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbruin, Edelmanboor

-100

100

ps105

Boring:

ps106

X:

232494,68

X:

232495,76

Y:

525911

Y:

525903,46

0

gras Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, donkerzwart, Graafmachine

-50

50

Zand, matig fijn, zwak siltig, geelbruin, Edelmanboor

-100

100

0

0 2 1


100

ip107

Boring:

ip108

X:

232502,48

X:

232502,1

Y:

525896,15

Y:

525894,16

50

100

0

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, bruinzwart, Schep

-50


-100

Projectcode: 120221

0

50

100

gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak huisvuilhoudend, zwartbruin, Graafmachine, bandenenvelgen 14stuks 18kiloasbest

-50

50

Boring:

0

gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerzwart, Graafmachine

-50

50

Boring:

0


0

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, bruinzwart, Schep

-50

Zand, matig fijn, zwak siltig, bruinzwart, Edelmanboor

-100

Boring:

ip109

Boring:

ip110

X:

232500,47

X:

232493,86

Y:

525891,57

Y:

525897,52

0

0 2 1

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak puinhoudend, bruinzwart, Schep, asbest 21stuken 925 gr

-50

50

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwartbruin, Edelmanboor

-100

100

Boring:

ip111

X:

232493,55

Y:

525897,33

0

0

100

50

100

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak puinhoudend, bruinzwart, Schep

2 1 50

0

-50


-100

Projectcode: 120221

0

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak puinhoudend, bruinzwart, Schep

-50


-100

BIJLAGE 3

Concentratieberekening Riegshoogtendijk 2 te Hollandscheveld, projectnummer 120221 Voor de berekening van het totaalgehalte aan asbest in de onderzochte monsters is het noodzakelijk om de monsters te corrigeren aan de locatiespecifieke factoren. In de onderstaande tabel is de berekening weergegeven

1 2 3 4

Volume materiaal uit sleuf in m3 Stortgewicht in kg/dm3 droge stof gehalte grond/puinmonster (%) Totaal gewicht uitgegraven materiaal (kg/ds)

sleuf 106 1,800 1,600 65,800 1895,040

put 109

put 111

0,080 1,600 65,800 84,224

0,045 1,600 65,800 47,376

5 Serpentijn gehalte in materiaal (mg) 6 Amfibool gehalte in materiaal (mg)

0,000 0,000

77740,000 0,000

10086,000 0,000

7 Totaal gewogen gehalte asbest in materiaal (mg)

0,000

77740,000

10086,000

70,000

70,000

70,000

0,000

111057,143

14408,571

10 berekende concentratie asbest in materiaal (mg/kg ds)

0,000

1318,593

304,132

11 Concentratie aan asbest in de fractie puin (mg/kg ds)

0,000

0,000

0,000

12 Totale concentratie asbest (mg/kg ds)

0,000

1318,593

304,132

8 Inspectie-efficiëntie (%) 9 Totaal gewogen asbestgehalte materiaal (mg)

1) lengte x breedte x diepte 2) ingeschat in het veld op basis vvan het soortelijk gewicht van het materiaal 3) op basis van het droge stof gehalte van het grondmonster (zie analysecertificaat fijne puinfractie < 16 mm) 4) totaal drooggewicht van het materiaal afkomstig uit de sleuf 5 en 6) gemeten gehalten in het laboratorium (zie analysecertificaten materiaal > 16 mm) 7) totaalgehalte serpentijen en amfibool (5 + 6) 8) de kans dat alle asbesthoudende materialen van de zeef zijn geraapt. 9) totaal gewogen asbest gehalte in materiaal gecorrigeerd naar inspectie efficientie (mg) 10) berekende concentratie asbest in puin/grond > 16 mm in mg/kg ds (9:4) 11) Concentratie aan asbest in puin/ grond in de fractie < 16 mm (mg/kg ds), zie gehalte analysecertificaat ACMAA 12) Totale concentratie asbest in puin / grond (fractie < 16 mm + fractie > 16 mm) in mg/kg ds (10 + 11)

Analysecertificaat asbest Opdracht Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode en plaats Projectcode Project omschrijving Naam Monstersoort Monstername door Analyse methode

ECO Reest Dhr. R. Jonker Industrieweg 20 7921 JP Zuidwolde 120221 Riegshoogtendijk 2 H'veld

Opdrachtcode Datum opdracht Datum ontvangst Datum rapportage Pagina

V120300757 09-03-2012 09-03-2012 16-03-2012 1 van 1

sleuf 101 t/m 105 (grond) Datum monstername 08-03-2012 Grond Datum analyse 15-03-2012 Opdrachtgever Barcode AM01000604 Asbest in bodem m.b.v. polarisatiemicroscopie - conform AS 3000, SG6 en NEN 5707 (Q)

Deelmonsters Boornr

Boornaam

Begin diepte

Resultaten Parameter

Concentratie

95% betrouwbaarheidsinterval Ondergrens Bovengrens Gemeten Gewogen Gemeten Gewogen

Droge stof Massa monster (veldnat) Chrysotiel (serpentijn) Amosiet (amfibool) Crocidoliet (amfibool) Totaal serpentijn Totaal amfibool Totaal asbest

Gemeten 65,8 10,8 n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. <2

Gewogen

n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.

-

Eind diepte

-

8,9 8,9 8,9

Barcode AM01000604

Eenheid

% kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg

8,9 8,9 8,9

ds ds ds ds ds ds

Aanvullende analyseresultaten volgen hieronder.

Analyse Zeven (g) Afgezochte deel fractie (%)

Fractie > 16 mm 0 100

Fractie 8 - 16 mm 45 100

Fractie 4 - 8 mm 623 100

Fractie 2 - 4 mm 193 50

Fractie 1 - 2 mm 858 20

Fractie 0,5 - 1 mm 1568 5

Fractie < 0,5 mm 3825 **

** = Van de zeeffractie <0,5 mm is maximaal 10 gram kwalitatief beoordeeld en deze bevat geen asbestverdachte vezels. NHG = Niet hechtgebonden. HG = Hechtgebonden.

Conclusie en/of opmerkingen: Het aangeboden monster bevat geen asbest. Eerste analist asbest Dhr. S. Moes

Dit rapport mag niet anders dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van het laboratorium. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Resultaten hebben alleen betrekking op het aangeboden monster.

Fractie Totaal 7112

Analysecertificaat asbest Opdracht Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode en plaats Projectcode Project omschrijving



V120300758 09-03-2012 09-03-2012 16-03-2012 1 van 1

Naam sleuf 106 (materiaal) Datum monstername 08-03-2012 Monstersoort Materiaal Datum analyse 16-03-2012 Monstername door Opdrachtgever Barcode AM033665 Analyse methode Asbest in materiaal verzamelmonster m.b.v. polarisatiemicroscopie - conform NEN 5896 (Q) Q = door RvA geaccrediteerd Deelmonsters Boornr

Boornaam

Begin diepte

Eind diepte

Barcode AM033665

Resultaten

soort materiaal

soort asbest

overig Totaal Asbest Totaal Serpentijn Totaal Amfibool Totaal Gewogen asbest

n.a.

% asbest gemiddeld

% asbest % asbest aantal massa materiaal ondergr. bovengr. stukjes stukjes hecht(g) gebonden 35 15647,

massa massa asbest materiaal asbest ondergrens bovengrens mat. (mg) (mg) (mg) 0 0 0 0

0 0 0 0

n.a. = niet aantoonbaar

Conclusie en/of opmerkingen: Het aangeboden verzamelmonster bevat geen asbest. Eerste analist asbest Dhr. S. Moes


0 0 0 0




V120300759 09-03-2012 09-03-2012 16-03-2012 1 van 1

sleuf 106 (grond) Datum monstername 08-03-2012 Grond Datum analyse 15-03-2012 Opdrachtgever Barcode AM01000655 Asbest in bodem m.b.v. polarisatiemicroscopie - conform AS 3000, SG6 en NEN 5707 (Q)

Deelmonsters Boornr

Boornaam

Begin diepte


Concentratie



Gemeten 65,6 10,4 n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. <2

Gewogen

n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.

-

Eind diepte

-

9,3 9,3 9,3

Barcode AM01000655

Eenheid


9,3 9,3 9,3

ds ds ds ds ds ds


Analyse Zeven (g) Afgezochte deel fractie (%)

Fractie > 16 mm 0 100

Fractie 8 - 16 mm 47 100

Fractie 4 - 8 mm 757 100

Fractie 2 - 4 mm 177 50

Fractie 1 - 2 mm 351 20

Fractie 0,5 - 1 mm 1128 5

Fractie < 0,5 mm 4370 **

** = Van de zeeffractie <0,5 mm is maximaal 10 gram kwalitatief beoordeeld en deze bevat geen asbestverdachte vezels. NHG = Niet hechtgebonden. HG = Hechtgebonden.

Conclusie en/of opmerkingen: Het aangeboden monster bevat geen asbest. Eerste analist asbest Dhr. S. Moes


Fractie Totaal 6830




V120300760 09-03-2012 09-03-2012 16-03-2012 1 van 1


Boornaam

Begin diepte

Eind diepte

Barcode AM033688

Resultaten

soort materiaal

soort asbest

% asbest gemiddeld

golfplaat Totaal Asbest Totaal Serpentijn Totaal Amfibool Totaal Gewogen asbest

chrysotiel

12,5

% asbest % asbest aantal massa materiaal ondergr. bovengr. stukjes stukjes hecht(g) gebonden 10 15 21 621,92 ja

massa asbest mat. (mg) 77740 77740 77740 0 77740

massa asbest materiaal ondergrens bovengrens (mg) (mg) 62192 93288 62192 93288 62192 93288 0 0 62192 93288


Conclusie en/of opmerkingen: Het aangeboden verzamelmonster bevat asbest. Eerste analist asbest Dhr. S. Moes





V120300761 09-03-2012 09-03-2012 16-03-2012 1 van 1


Boornaam

Begin diepte

Eind diepte

Barcode AM033689

Resultaten

soort materiaal

soort asbest

% asbest gemiddeld

golfplaat Totaal Asbest Totaal Serpentijn Totaal Amfibool Totaal Gewogen asbest

chrysotiel

12,5

% asbest % asbest aantal massa materiaal ondergr. bovengr. stukjes stukjes hecht(g) gebonden 10 15 3 80,69 ja

massa asbest mat. (mg) 10086 10086 10086 0 10086

massa asbest materiaal ondergrens bovengrens (mg) (mg) 8069 12104 8069 12104 8069 12104 0 0 8069 12104


Conclusie en/of opmerkingen: Het aangeboden verzamelmonster bevat asbest. Eerste analist asbest Dhr. S. Moes





V120300762 09-03-2012 09-03-2012 16-03-2012 1 van 2

toplaag rondom schuur (grond) Datum monstername 08-03-2012 Grond Datum analyse 15-03-2012 Opdrachtgever Barcode AM01000110 Asbest in bodem m.b.v. polarisatiemicroscopie - conform AS 3000, SG6 en NEN 5707 (Q)

Deelmonsters Boornr

Boornaam

Begin diepte


Concentratie



Gemeten 68,8 11,2 28 n.a. n.a. 28 n.a. 28

Gewogen

28 n.a. n.a. 28 n.a. 28

15 15 15

Eind diepte

15 15 15

49 49 49

Barcode AM01000110

49 49 49


Conclusie en/of opmerkingen: Het aangeboden monster bevat asbest. Eerste analist asbest Dhr. S. Moes


Eenheid


ds ds ds ds ds ds



Analyse Zeven (g) Asbesth.materiaal (g) T1 Percentage chrysotiel (%) Gewicht chrysotiel (mg) Hechtgebonden Aantal deeltjes Aantal deeltjes totaal (stuk) Afgezochte deel fractie (%) Gehalte t.o.v. totaal (mg/kg ds) Gehalte NHG t.o.v. totaal (mg/kg ds)

Fractie > 16 mm 136

100

Fractie 8 - 16 mm 284

100


Fractie 4 - 8 mm 230

100

Fractie 2 - 4 mm 170 0,0788 80 63,0 nee 11 11 50 8,16 8,16

* = Van de zeeffractie <0,5 mm is maximaal 10 gram kwalitatief beoordeeld en deze bevat asbestverdachte vezels. NHG = Niet hechtgebonden. HG = Hechtgebonden. T1 = vezelbundels.

Fractie 1 - 2 mm 424 0,1515 80 121,2 nee 29 29 20 15,70 15,70

V120300762 09-03-2012 09-03-2012 16-03-2012 2 van 2

Fractie 0,5 - 1 mm 1692 0,0380 80 30,4 nee 12 12 5 3,94 3,94

Fractie < 0,5 mm 4785

Fractie Totaal 7721 0,2683 214,6 52 52

* 27,8 27,8

BIJLAGE 4

BIJLAGE 5

Literatuuropgave Wet en regelgeving Waterwet(Wtw), Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 29 januari 2009 Kaderrichtlijn water (Richtlijn 2000/60/EG), Europees Parlement, 20 oktober 2000 Wet milieubeheer (Wm), Ministerie van VROM, 13 juni 1979 Wet bodembescherming (Wbb), Ministerie van VROM, 3 juli 1986 Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen, Ministerie van VROM, 25 september 1993 Besluit overige niet-meldingplichtige gevallen bodemsanering, Ministerie van VROM, 29 november 1994 Besluit aanwijzing bevoegdgezaggemeenten Wet bodembescherming, Ministerie van VROM, 12 december 2000 Besluit financiële bepalingen bodemsanering, Ministerie van VROM, 15 december 2005 Regeling financiële bepalingen bodemsanering, Ministerie van VROM, 16 december 2005 Besluit uniforme saneringen, Ministerie van VROM, 1 februari 2006 Regeling uniforme saneringen, Ministerie van VROM, 1 februari 2006 Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer, Ministerie van VROM, 14 juni 2006 Regeling uitvoeringskwaliteit bodembeheer, Ministerie van VROM, 26 oktober 2006 Besluit bodemkwaliteit, Ministerie van VROM, 22 november 2007 Regeling bodemkwaliteit, Ministerie van VROM, 13 december 2007 Circulaire bodemsanering 2009, Ministerie van VROM, 7 april 2009 Beleidsbrief Asbest in bodem, grond en puin(granulaat) (TK 2003-2004, 28 663 nr. 15), Ministerie van VROM, 3 maart 2004

Normen NEN 5707 Bodem - Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem, Normcommissie 390 009 “Bodemkwaliteit”, mei 2003 NEN 5717 Bodem - Waterbodem - Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, Normcommissie 390 009 “Bodemkwaliteit”, november 2009 NEN 5720 Bodem - Waterbodem - Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek, Normcommissie 390 009 “Bodemkwaliteit”, maart 2000 NEN 5725 Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, Normcommissie 390 009 “Bodemkwaliteit”, januari 2009

NEN 5740 Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, Normcommissie 390 009 “Bodemkwaliteit”, januari 2009 NEN 5897 Monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouwen sloopafval en recyclinggranulaat, Normcommissie 390 017 “Milieuaspecten van bouw-, rest- en afvalstoffen”, december 2005 NTA 5755 Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van nader onderzoek – Onderzoek naar de aard en omvang van bodemverontreiniging, Normcommissie 390 009 “Bodemkwaliteit”, juli 2010

Uitvoeringsrichtlijnen Beoordelingrichtlijn Uitwisselfunctionaliteit procesondersteunende software bodembeheer BRL SIKB 0100 versie 5.1, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 20 april 2010 Beoordelingsrichtlijn Monsterneming voor partijkeuringen BRL SIKB 1000 versie 8.0, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 17 juni 2009 Monsterneming voor partijkeuringen protocol 1001 versie 2.0, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 17 juni 2009 Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB procescertificaat Veldwerkbij Milieuhygiënisch Bodemonderzoek BRL SIKB 2000 versie 3.2a, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 13 maart 2007 Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen VKB-protocol 2001 versie 3.1, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 13 maart 2007 Het nemen van grondwatermonsters VKB-protocol 2002 versie 3.2, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 13 maart 2007 Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek VKB-protocol 2003 versie 1.0, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 13 februari 2008 Locatie-inspectie en monsterneming van asbest in bodem VKB-protocol 2018 versie 3, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 10 mei 2007 Beoordelingsrichtlijn Milieukundige begeleiding van (water)bodemsaneringen en nazorg BRL SIKB 6000 versie 3.0, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 16 april 2009 Milieukundige begeleiding landbodemsanering met conventionele methoden VKB-protocol 6001 versie 3.0, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 16 april 2009 Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met in-situ methoden VKB-protocol 6002 versie 3.0, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 16 april 2009 Milieukundige begeleiding van nazorg VKB-protocol 6004 versie 3.0, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 16 april 2009

Riegshoogtendijk 2 Hollandscheveld. Projectnummer:

Recommend Documents