Richtlijnen jaarverslaggeving Gereformeerde Kerken vrijgemaakt
Een handreiking om te komen tot professionalisering, uniformiteit en transparantie Drs. A.J.T. Poelarends Zwolle, mei 2004
Sta open voor goede raad en luister als je wat wilt leren (Spreuken 23 : 6)
2
Voorwoord De afgelopen decennia heeft het Platform van Commissies van Beheer in samenwerking met het Steunpunt Gemeenteopbouw (voorheen GVI) de financiën van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in beeld gebracht en dit verwoord in ‘€ijfers en ƒeiten’. Het Platform van Commissies van Beheer is voornemens in 2004 een nieuwe versie van de reeks uit te brengen. Werden in voorgaande jaren de financiële gegevens vanuit de jaarrekeningen handmatig ingevoerd en verwerkt, voor de komende versie wil het Platform de benodigde gegevens elektronisch inlezen. Om dit te kunnen realiseren is aan softwareleverancier TopSoft de opdracht gegeven dit technisch mogelijk te maken. Dit kan zij doen omdat een groot aantal GKv-kerken voor het voeren van de financiële- en ledenadministratie gebruik maakt van KLA, het pakket van TopSoft. Voorwaarde voor het automatisch kunnen verwerken van de financiële gegevens is dat deze eenduidig worden aangeleverd. Hiertoe is het noodzakelijk dat kerken gebruik maken van een standaard rekeningschema. Dit rekeningschema is door een werkgroep, bestaande uit G. te Rietstap (Platform), G. van der Veen (Steunpunt Gemeenteopbouw), TopSoft en ondergetekende, opgesteld. Ook heeft het Platform de wens uitgesproken dat de indeling van de komende ‘Cijfers en Feiten’ anders wordt dan in voorgaande jaren. Refererend aan de serie ‘Gemeenteopbouw’ van Prof. Dr. M. te Velde moet de nadruk nog meer komen te liggen op de financiën in relatie tot de activiteiten van waar je je als kerk mee bezig houdt. Dat betekent dat de ‘kosten’ die je als kerk maakt, of beter gezegd de bestedingen die je doet, functioneel moeten worden ingedeeld. Maar dit geldt niet alleen voor de komende ‘Cijfers en feiten’. Ook de jaarrekening, of het jaarverslag, van iedere plaatselijke GKv-kerk zou zo ingericht moeten worden. Meer dan nu het geval moet de nadruk liggen op de bestedingen. Geven we het meeste uit aan ‘huisvesting’ en de ‘interne kerkelijke organisatie’, of toch aan ‘evangelisatie’, ‘diaconaal werk’ of ‘zending’. En wat kost ons de ‘prediking en het pastoraat’, en hoe is het met ‘catechese en toerusting’? Zomaar een opsomming van de voornaamste activiteiten van een kerk. En doen we alleen cijfermatig verslag over het boekjaar, of rapporteren we ook inhoudelijk. We hebben toch doelstellingen? Dan wil je toch ook weten en meten of deze zijn gerealiseerd? Hoe gaan we eigenlijk om met de jaarrekening van een kerk. Deze vraag heb ik mezelf gesteld en op basis van een beperkt aantal interviews en literatuuronderzoek is het resultaat hiervan weergegeven in hetgeen voor u licht. Richtlijnen voor de jaarverslaggeving van een GKv-kerk. Misschien een te zwaar woord, maar zie het dan als een handreiking. De richtlijnen sluiten aan op het standaard rekeningschema zoals dat inmiddels is vastgesteld en verspreid. Dit stuk geeft achtergrond informatie. Op basis van het ene rekeningschema willen we komen tot een nieuw uitgave van ‘Cijfers en feiten’ en tot uniformiteit, professionalisering en transparantie van de jaarverslaggeving. Zwolle, juli 2004
Drs. A.J.T. Poelarends
2
Inhoudsopgave
Voorwoord ...................................................................................................................................... 2 Inhoudsopgave ................................................................................................................................ 3 1
Inleiding .................................................................................................................................. 2
2
Algemeen ................................................................................................................................. 4
3
2.1
Inleiding ........................................................................................................................... 4
2.2
Jaarverslag ....................................................................................................................... 4
Balans ...................................................................................................................................... 6 3.1
Model................................................................................................................................ 6
3.2
Materiële vaste activa ...................................................................................................... 6
3.3
Beleggingen ...................................................................................................................... 7
3.4
Vorderingen en overlopende activa ................................................................................. 8
3.5
Liquide middelen .............................................................................................................. 8
3.6 Eigen vermogen ................................................................................................................ 8 3.6.1 Inleiding ................................................................................................................... 8 3.6.2 Besteedbaar vermogen ............................................................................................. 9 3.6.3 Vastgelegd vermogen ............................................................................................... 9 3.6.4 Verantwoording vermogensmutaties ..................................................................... 10
4
3.7
Voorzieningen ................................................................................................................ 10
3.8
Langlopende schulden .................................................................................................... 11
3.9
Kortlopende schulden..................................................................................................... 12
Staat van baten en lasten ..................................................................................................... 13 4.1
Inleiding ......................................................................................................................... 13
4.2
Grondslagen van resultaatbepaling ............................................................................... 13
4.3
Bestemde giften en bestemmingsfondsen ....................................................................... 13
4.4 Verantwoording van specifieke baten ............................................................................ 14 4.4.1 Vaste vrijwillige bijdragen ..................................................................................... 14 4.4.2 Collecten ................................................................................................................ 14 4.4.3 Nalatenschappen .................................................................................................... 15 4.4.4 Giften / giften in natura .......................................................................................... 15 4.4.5 Steun art. 11 KO ..................................................................................................... 15 4.4.6 Huuropbrengsten .................................................................................................... 15 4.4.7 Overige baten ......................................................................................................... 16 4.4.8 Financiële baten en lasten/ resultaat beleggingen .................................................. 16
3
4.5 Verantwoording van lasten ............................................................................................ 16 4.5.1 Functionele indeling ............................................................................................... 16 4.5.2 Afzonderlijke commissies ...................................................................................... 18 5
Overige gegevens .................................................................................................................. 19 5.1
Bestemming van saldo van baten en lasten .................................................................... 19
5.2
Accountantsverklaring / verslag kascontrolecommissie ................................................ 19
6
Diaconie ................................................................................................................................. 20
7
Begroting komend jaar ........................................................................................................ 21
Trefwoordenregister ...................................................................................................................... 2 Bijlage 1 Balans ........................................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 2 Staat van baten en lasten ......................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
4
1
Inleiding
In november 1994 is door Prof. Dr. M. te Velde het initiatief genomen om de financiële positie van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) te inventariseren en te analyseren. De afgelopen jaren zijn een drietal rapporten verschenen onder de naam ‘Cijfers en feiten’ waarin de resultaten zijn beschreven van het onderzoek dat hiervoor is uitgevoerd aan de hand van de jaarrekeningen van de kerken. De laatste jaren is dit onderzoek uitgevoerd in samenwerking tussen het Platform Commissies van Beheer en het Steunpunt Gemeenteopbouw (voorheen GVI). De onderzoeken waren vooral gericht op het in kaart brengen van de inkomsten en de uitgaven van de plaatselijke kerken. Juist omdat er meer dan voorheen werd nagedacht over goed beleid voor de opbouw van de gemeente, waarbij, zo was de gedachte, de financiële factor niet mag ontbreken. Vragen die speelden zijn: Hoe ziet het uitgavenpatroon van een kerk eruit? Aan welke doelen wordt het meeste geld gegeven? Welke secundaire geldstromen zijn er? Hoe is de verhouding tussen de uitgaven in de diverse sectoren? Is er evenwicht tussen de uitgaven voor interne zaken en voor bijvoorbeeld de armen in de wereld. Deze vragen zijn nog steeds actueel. Het is de verantwoordelijkheid die we als kerken hebben om goed om te gaan met onze middelen. De wijze waarop dat gebeurd is de verantwoordelijkheid van de kerken zelf. Door de scheiding tussen kerk en staat heeft de overheid nauwelijks invloed op haar functioneren en is er geen specifieke wetgeving op kerken van toepassing. Uit de verschenen rapporten ‘Cijfers en feiten’ is gebleken dat iedere kerk zijn eigen manier heeft voor het opstellen van jaarcijfers. Dit bemoeilijkt het inventariseren en analyseren van het cijfermateriaal. Plaatselijke GKv-kerken zijn vrij om hun eigen systematiek te hanteren en kunnen ook tot niets worden verplicht. Iedere boekhouder en/of penningmeester kan en mag op zijn eigen manier een jaarrekening opstellen. Dat is dan ook de praktijk. Toch is het niet onlogisch wanneer de jaarrekeningen aan enige vereisten voldoen. Het doel van jaarverslaggeving is het verstrekken van informatie aan belanghebbenden en het afleggen van verantwoording over de uitkomsten van het gevoerde beleid en de aanwending van middelen daarvoor. De gemeenteleden in het bijzonder hebben daar recht op. Maar ook andere belanghebbenden als andere plaatselijke kerken, Deputaten artikel 11 KO, Vereniging Samenwerking Emeritering, banken, belastingdienst en het UWV kunnen geïnteresseerd zijn in de jaarrekening. Iedere belanghebbenden heeft zijn eigen informatiebehoefte; de achterliggende belangen kunnen zelfs tegengesteld zijn. Daarom is het van belang dat jaarrekeningen volgens maatschappelijke normen worden opgesteld. Hierdoor neemt de vergelijkbaarheid met voorgaande jaren en andere kerken toe. Een door de kerken uniform opgestelde jaarrekening geeft landelijk een betere mogelijkheid om ontwikkelingen te signaleren en daarop in te spelen. Op verzoek van het Platform van Commissies van Beheer zijn hiervoor richtlijnen geschreven. In dit document wordt uiteengezet op welke wijze de jaarrekening van een kerk
2
het beste kan worden opgesteld. Het toepassen van de richtlijn leidt tot een jaarrekening die voldoet aan de normen van het maatschappelijk verkeer en leidt tot professionalisering, uniformiteit en transparantie. De richtlijnen zijn tot stand gekomen op basis van: Beoordeling van circa 25 jaarrekeningen van GKv-kerken over 2001. Interviews en gespreken met zo’n 10 verschillende belanghebbenden en betrokkenen bij de jaarrekening van een GKv-kerk. Toepassing van de ‘normen van het maatschappelijk verkeer’ zoals vastgelegd in Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving. In het bijzonder Richtlijn 650 ‘Fondsenwervende Instellingen’ en Richtlijn 640 ‘Organisaties-zonder-winststreven’. De omvang en de diepgang van de richtlijnen kan kerken afschrikken waardoor ze in zijn geheel niet worden gebruikt. Dat zou jammer zijn en is zeker niet de bedoeling. Daarom volgt hieronder een prioriteitenlijst. De verwachting is dat de onderstaande punten bij de meeste kerken niet, of op een andere manier worden gedaan. Als u wilt beginnen met het toepassen van de richtlijnen, start u dan met: 1 2 3 4
Presentatie van de staat van baten en lasten, ingedeeld naar de activiteiten van de kerk. Samenvoegen van de jaarcijfers van de diverse commissies tot één financiële en inhoudelijke (zie 3) verantwoording. Opnemen van een jaarverslag, waarin inhoudelijk wordt ingegaan op de activiteiten, doelstellingen, beleid en resultaten daarvan. Het maken van een duidelijk onderscheid tussen vermogen en voorzieningen.
3
2
Algemeen
2.1
Inleiding
Door middel van het financiële jaarverslag legt zowel de kerkenraad als de diaconie van een Gereformeerde Kerk vrijgemaakt jaarlijks verantwoording af en informeert zij de gemeente over het gevoerde beleid. Het financiële jaarverslag van een Gereformeerde Kerk vrijgemaakt kan in grote lijnen als volgt worden ingedeeld: 1. Inhoudsopgave 2. Jaarverslag 3. Jaarrekening kerk bestaande uit: a. Balans b. Staat van baten en lasten c. Toelichtingen i. Grondslagen van waardering en van resultaatbepaling ii. Toelichting op de balans iii. Toelichting op de staat van baten en lasten 4. Overige gegevens a. Bestemming van het saldo van baten en lasten b. Accountantsverklaring / kascontrole 5. Jaarrekening diaconie bestaande uit: a. Balans b. Staat van baten en lasten c. Toelichtingen 6. Bijlagen a. Begroting volgend jaar 2.2
Jaarverslag
Hoewel het financiële jaarverslag over het algemeen door de Commissie van Beheer wordt opgesteld, berust de verantwoordelijkheid voor de inhoud van het jaarverslag en de jaarrekening bij de kerkenraad als geheel. De diakenen zijn verantwoordelijk voor het jaarverslag en de jaarrekening van de diaconie. Om de jaarrekening zinvol te kunnen interpreteren dient het jaarverslag algemene informatie te bevatten omtrent de activiteiten die in het afgelopen jaar onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad zijn uitgevoerd. In het jaarverslag wordt verbaal de financiële toestand op balansdatum en de gang van zaken gedurende het boekjaar beschreven. De informatie in het jaarverslag moet in overeenstemming zijn met het beeld van de jaarrekening. In het jaarverslag wordt tenminste ingegaan op: 1. Omschrijving van het beleid en de wijze waarop de uitgevoerde activiteiten met betrekking tot de volgende deelgebieden daar in passen: o prediking, incl. kerkdiensten; o pastoraat, incl. kerkregering; o catechese en toerusting; o evangelisatie; o zending; o diaconaal werk;
4
o verplichtingen kerkverband; o huisvesting; o kerkelijke organisatie. Het opstellen van deze zaken kan worden gedaan door de kerkenraad, diaconie, maar ook door commissies die belast zijn met één of meerdere activiteiten. Te denken valt hierbij aan een catechesecommissie, evangelisatiecommissie, commissie zending & hulpverlening, commissie van beheer etc. 2. Beschrijving van de uitgevoerde activiteiten waarbij duidelijk wordt aangegeven wat het doel daarvan is en welke effecten zijn bereikt. De beschrijving van de activiteiten sluit aan op de indeling zoals deze in de staat van baten en lasten wordt gehanteerd. 3. Het beleid van de kerkenraad met betrekking tot de omvang en de functie van het vrij besteedbaar vermogen. 4. Indien van toepassing wordt ingegaan op het gevoerde beleggingsbeleid. 5. Een verschillenanalyse van het saldo van baten en lasten ten opzichte van de begroting. Het wordt aanbevolen in het jaarverslag een overzicht op te nemen waarin zowel de bestedingen van de kerk als van de diaconie zijn samengevoegd. Dit geeft het totaal van de bestedingen van de gemeente weer en maakt duidelijk hoe de verhouding is tussen de diverse bestedingscategorieën. 6. Informatie over de ontwikkeling van het ledenbestand van de gemeente gedurende het jaar en de verwachtingen terzake voor de toekomst. 7. Informatie over de toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van beleid en activiteiten. In een bijlage bij de jaarrekening wordt een (meerjaren)begroting opgenomen. 8. Beschrijving van beleid en uitgevoerde activiteiten met betrekking tot diaconale zaken.
5
3
Balans
3.1
Model
De balans bevat voor de volgende posten de saldi per balansdatum en de saldi van het voorgaande jaar per balansdatum: Paragraaf Actief
Paragraaf Passief
3.2 3.3 3.4
3.6 3.7 3.8
Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden
3.9
Kortlopende schulden en overlopende passiva
3.5
Materiële vaste activa Beleggingen Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen
In de volgende paragrafen worden de posten van de balans nader toegelicht. 3.2
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa zijn vaste activa die bestemd zijn om de uitoefening van de werkzaamheid van de kerk duurzaam te dienen. Uit doelmatigheidsoverwegingen worden materiële vaste activa van geringe waarde ( bijvoorbeeld € 500) veelal niet als zodanig aangemerkt, maar direct in de periode van aankoop als lasten verantwoord. Het is niet juist de aanschaf van materiële vaste activa ineens ten laste van het saldo van baten en lasten te brengen of ten laste van een speciaal hiervoor gevormde bestemmingsreserve.(Zie hiervoor ook § 3.6.4) De volgende categorieën materiële vaste activa worden onderscheiden: Gebouwen en terreinen, waaronder kerkgebouw(en) en pastorie(ën) Installaties en inventarissen, waaronder orgel Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen actuele waarde of tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Als de materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsof vervaardigingsprijs en de actuele waarde van de gebouwen en terreinen substantieel afwijkt van de boekwaarde brengt het inzichtsvereiste met zich mee dat in de toelichting informatie over de actuele waarde wordt gegeven. Hiervoor kan de verzekerde of de taxatiewaarde voor de Onroerend Zaak Belasting een indicatie geven. Bij waardering tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt op de materiële vaste activa jaarlijks een vast percentage van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs afgeschreven, hierbij dient rekening te worden gehouden met de restwaarde van het actief. Hierop wordt niet afschreven. Het te hanteren percentage is gebaseerd op de economische levensduur van het actief. In de praktijk wordt het afschrijvingsbedrag nog wel eens gebaseerd op de jaarlijkse aflossing van de aan de materiële vaste activa gerelateerde langlopende schulden.
6
Hierdoor wordt gedeeltelijk bewerkstelligd dat de staat van baten en lasten inzicht geeft in de kasstromen. De toegepaste afschrijvingsmethode wordt in de toelichting uiteengezet. Bij waardering tegen actuele waarde wordt de jaarlijkse herwaardering (waardevermeerdering of vermindering) rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. Hiervoor wordt de post ‘Fonds materiële vaste activa’ gebruikt. Het heeft de voorkeur een kerkgebouw te waarderen tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Gemakshalve worden pastorieën ook bij voorkeur gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. In de toelichting wordt de actuele waarde vermeld. Het verdient aanbeveling de hoogte van de afschrijving op gebouwen en terreinen gelijk te laten lopen met de hoogte van de aflossing op langlopende schulden. In de toelichting dient voor elk van de genoemde posten van materiële vaste activa een sluitend overzicht te worden gegeven, waaruit moet blijken: boekwaarde aan het begin van het boekjaar; bedrag van de investeringen; boekwaarde van de desinvesteringen afschrijvingen, overige waarde verminderingen; boekwaarde aan het einde van het boekjaar. 3.3
Beleggingen
Beleggingen of ‘effecten’ is een verzamelterm voor waardepapieren zoals aandelen en obligaties. Deze worden, ongeacht of deze kortlopend of langlopend worden aangehouden, verantwoord onder de post beleggingen. In de jaarrekening wordt aangegeven op welke wijze de verschillende soorten van beleggingen worden gewaardeerd en op welke wijze het resultaat op beleggingen wordt verantwoord. Beleggingen worden gewaardeerd op marktwaarde. Een uitzondering mag daarop worden gemaakt voor obligaties indien het beleid erop gericht is te wachten op uitloting en dit in de praktijk een bestendige gedragslijn is. In dat geval is waardering tegen aflossingswaarde toegestaan. In de toelichting dient informatie over de marktwaarde te worden gegeven. Directe resultaten uit hoofde van beleggingen, als rente en dividend, worden in de staat van baten en lasten verantwoord en niet rechtstreeks ten gunste of ten laste van het vermogen gebracht. Bij waardering tegen actuele waarde wordt de jaarlijkse herwaardering (waardevermeerdering of vermindering) rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. Hiervoor wordt de post ‘Fonds niet gerealiseerde waardeverschillen beleggingen’ gebruikt. In de toelichting wordt een verloopstaat opgenomen waaruit per categorie tenminste blijkt: aflossingwaarde / marktwaarde primo boekjaar
7
3.4
aankopen verkopen herwaardering aflossingswaarde / marktwaarde ultimo boekjaar verkrijgingsprijs Vorderingen en overlopende activa
De ‘vorderingen’ zijn een onderdeel van de vlottende activa. Een actief wordt als vlottend beschouwd als het niet is bestemd om de uitoefening van de werkzaamheid van de kerk duurzaam te dienen. Vooruitbetaalde bedragen hebben betrekking op betalingen die ten laste van het volgende boekjaar worden gebracht. De volgende categorieën van vorderingen kunnen onder andere worden onderscheiden: rentebaten; huuropbrengsten; legaten waarvan de omvang betrouwbaar is vastgesteld; collectegelden; vooruitbetaalde bedragen. De door de gemeenteleden toegezegde vaste vrijwillige bijdragen worden in principe niet als vordering opgenomen als de bijdragen op balansdatum niet zijn voldaan. Tenzij er een duidelijke toezegging is, is hier over het algemeen geen sprake van een juridisch afdwingbare vordering en derhalve is waardering niet juist. Het als vordering verantwoorden van VVB-bedragen die in januari/februari van het volgende jaar zijn ontvangen, maar waarvan duidelijk is dat deze betrekking hebben op het voorgaande boekjaar kunnen worden meegenomen. Bij de vorderingen zal rekening gehouden moeten worden met het risico van mogelijke oninbaarheid. Een voorziening daarvoor wordt op de vorderingen in mindering gebracht en in de toelichting zichtbaar weergegeven. 3.5
Liquide middelen
Onder liquide middelen worden opgenomen de kasmiddelen en de tegoeden op de bank- en girorekeningen. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. 3.6
Eigen vermogen
3.6.1 Inleiding Het eigen vermogen van een kerk heeft een bijzonder karakter. In het algemeen geldt dat het niet is bedoeld om te zijner tijd uit te keren aan de gemeenteleden. Het kan over het algemeen uitsluitend worden aangewend in overeenstemming met de doelstellingen van de kerk.
8
In de balans of in de toelichting daarop wordt het eigen vermogen zodanig gepresenteerd dat daaruit blijkt welk gedeelte vrij besteedbaar is en welk gedeelte op enigerlei wijze is vastgelegd. 3.6.2 Besteedbaar vermogen Onder het besteedbaar vermogen valt het vrij besteedbare deel van het vermogen als mede het deel van het eigen vermogen waaraan door de kerkenraad een specifieke bestemming is gegeven. Dit wordt weergegeven als een bestemmingsreserve en is vrij besteedbaar aangezien de kerkenraad de beperking zelf heeft aangebracht en deze ook zelf kan opheffen. Het vrij besteedbaar vermogen heeft de functie van een ‘buffer’ en functioneert als zodanig als een continuïteitsreserve. In de toelichting wordt voor elk van de gevormde (bestemmings)reserves aangegeven wat het doel is. Voorbeeld van een bestemmingsreserve is een reserve die door de kerkenraad wordt gevormd voor toekomstige investeringen. Het is de kerkenraad zelf die de middelen voor dit doel reserveert. Als later blijkt dat de investeringen niet nodig zijn, kan het geld wordt aangewend voor een ander doel. 3.6.3 Vastgelegd vermogen Onder het vastgelegd vermogen kunnen voorkomen: Deel van het eigen vermogen waaraan door derden een beperktere bestedingsmogelijkheid is toegekend. Dit deel wordt aangeduid als een ‘bestemmingsfonds’. Deel van het eigen vermogen dat is vastgelegd in materiële vaste activa en als zodanig niet op korte termijn kan worden besteed. De ongerealiseerde koersresultaten op beleggingen worden rechtstreeks verwerkt in het Fonds niet gerealiseerde waardeverschillen beleggingen. Als door derden aan een deel van het eigen vermogen een beperkte bestedingsmogelijkheid is gegeven wordt dit aangeduid als een bestemmingsfonds. Soms is de bestemming bepaald door het speciale doel van een gehouden financiële actie. Denk hierbij aan actie kerkbouw, hulpverleningsproject, collectedoel. Het kan voorkomen dat een dergelijke actie meer opbrengt dan was voorzien is meer dan benodigd is. Dit wordt dan in het jaarverslag over het boekjaar vermeld, waarbij het meerdere niet als bestemmingsfonds, maar als vrij besteedbaar vermogen wordt verantwoord. In de toelichting wordt de beperkte bestedingsmogelijkheid van het fonds toegelicht. Voorbeeld van een bestemmingsfonds is de reservering van een ontvangen gift waaraan de gever voor de besteding ervan een specifiek doel heeft aangegeven. Of bijvoorbeeld een
9
gehouden actie voor kerkbouw. De kerkenraad mag in dat geval de bestemming van de reserve niet zomaar wijzigen. Vermogen dat is vastgelegd in materiële vaste activa is weliswaar eigen vermogen, maar kan niet worden besteed omdat daarmee de activa is gefinancierd. Het bedrag wordt bepaald op basis van het verschil tussen de boekwaarde van de materiële vaste activa en de resterende langlopende schuld die hiermee samenhangt. Via de resultaatsbestemming wordt de mutatie verwerkt in het Fonds materiële vaste activa. 3.6.4 Verantwoording vermogensmutaties Alle baten en lasten worden verantwoord in de staat van baten en lasten. Dat betekent ook dat uitgaven die worden gedekt uit het eigen vermogen (fondsen en reserves) in de staat van baten en lasten worden verantwoord. Rechtstreekse vermogensmutaties zijn uitsluiting toegestaan bij onder andere: waardemutaties van materiële vaste activa bij waardering tegen actuele waarde; ongerealiseerde koersresultaten op beleggingen; herstel van fundamentele fouten; effecten van stelselwijzigingen. De dotatie en onttrekking aan en van reserves is uitsluitend toegestaan vanuit de jaarlijkse bestemming van het resultaat. Een voorbeeld hiervan is opgenomen in bijlage .. In de toelichting dient het verloop van iedere post van het eigen vermogen te worden aangegeven in een overzicht. Hieruit moet blijken: bedrag van de reserve, c.q. het fond aan het begin van het boekjaar; de toevoegingen en verminderingen van de reserves / fondsen over het boekjaar, gesplitst naar de aard ervan; het bedrag van de reserve, c.q. het fonds aan het einde van het boekjaar. 3.7
Voorzieningen
Voorzieningen mogen slechts worden gevormd tegen concrete of specifieke risico's en verplichtingen die op de balansdatum werkelijk bestaan. Op de balans worden voorzieningen opgenomen tegen : verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs is te schatten; op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; kosten welke in een volgend boekjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het boekjaar of in een voorafgaand boekjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal boekjaren. Aan het opnemen van een voorziening zijn de volgende voorwaarden verbonden: er is op balansdatum sprake van een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); en
10
het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is;
en er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Bij de post voorzieningen dient duidelijk te worden aangegeven om welke verplichtingen het gaat. In de toelichting dient het verloop van iedere post van de voorzieningen te worden aangegeven in een overzicht, waaruit moet blijken: het bedrag aan het begin van het boekjaar; de toevoegingen en verminderingen over het boekjaar, gesplitst naar de aard er van; het bedrag aan het einden van het jaar. Onderhoudsvoorziening De meest voorkomende voorziening zal zijn de voorziening voor het onderhoud van gebouwen en terreinen. Deze is bedoeld om de lasten die hiermee samenhangen gelijkmatig te verdelen. De omvang van en de jaarlijkse toevoegingen aan deze voorziening dient te worden bepaald op basis van en lange-termijnonderhoudsplan. Het geschatte bedrag van het onderhoud dient jaarlijks op systematische wijze te worden gedoteerd gedurende de periode die telkens tussen de werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt. De onderhoudsvoorziening wordt gevormd voor het onderhouden van reeds aanwezige activa. Het reserveren van middelen voor nieuwe, toekomstige, investeringen dient plaats te vinden via een bestemmingsreserve. Het sparen voor een bepaalde uitgave en het vormen van voorzieningen met het karakter van reserveringen voor toekomstige investeringen of beleid is niet toegestaan. Hiervoor dienen bestemmingsreserves binnen het vrij besteedbare deel van het eigen vermogen te worden gevormd. Uitgaven van voorzieningen worden niet via de staat van baten en lasten verantwoord. Immers, de dotatie aan een voorziening is reeds als last genomen. Concreet betekent dit voor de onderhoudsvoorziening dat de dotatie onder de huisvestingslasten wordt verantwoord. De werkelijke onderhoudskosten worden rechtstreeks op de voorziening in mindering gebracht. 3.8
Langlopende schulden
Schulden zijn per balansdatum bestaande en vaststaande verplichtingen die gewoonlijk door betaling worden afgewikkeld. Is de overeengekomen betalingstermijn meer dan één jaar, dan is sprake van een langlopende schuld. Dit betekent dat het aflossingsdeel op de langlopende schuld met betrekking tot het komende jaar per balansdatum als kortlopend wordt verantwoord. Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
11
In de toelichting dient te worden aangeven voor welke schulden zakelijke zekerheden zijn verstrekt. Tevens wordt de jaarlijkse aflossing, het rentepercentage alsmede de termijn vermeld. 3.9
Kortlopende schulden
Onder de kortlopende schulden worden gepresenteerde de schulden met een resterende looptijd van ten hoogste 1 jaar. Afzonderlijk worden vermeld: schulden aan kredietinstellingen contractuele aflossingsverplichting komend jaar crediteuren belastingen en sociale verzekeringen pensioenen quotumverplichtingen collecten vakantiedagen en vakantiegeld in omloop zijnde collectemunten of –bonnen overige schulden overlopende passiva Contractuele aflossingsverplichtingen komend jaar Voor een beter inzicht in de vermogenspositie van de kerk wordt het deel dat in het komende boekjaar op de langlopende schulden moet worden afgelost onder de kortlopende schulden opgenomen. Quotumverplichtingen Hieronder worden verstaande de bedragen die de kerk verschuldigd is met betrekking tot heffingen aan deputaatschappen, zending, classis. Collecten Hieronder kunnen per balansdatum vallen de collecten die afgedragen moeten worden aan derden en derhalve niet zijn bestemd voor de kerk. Vakantiedagen en vakantiegeld De verplichtingen die voortvloeien uit de per balansdatum niet opgenomen vakantiedagen en vakantiegeldverplichtingen over de per balansdatum verstreken periode dienen te worden aangemerkt als overlopende passiva en in de balans te worden opgenomen. In omloop zijnde collectemunten of- bonnen In veel gemeenten bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van collectemunten of – bonnen. Deze worden vooraf betaald en op het moment dat ze feitelijk via de collecte zijn afgedragen als bate verantwoord. De waarde van de in omloop zijnde collectemunten of – bonnen, waarvoor reeds vooraf is betaald, wordt per balansdatum als schuld opgenomen.
12
4
Staat van baten en lasten
4.1
Inleiding
In de staat van baten en lasten en de toelichting daarop worden naast de cijfers over het boekjaar en het voorgaande boekjaar eveneens de cijfers van de begroting voor het verslagjaar en de begroting voor het komende jaar opgenomen. De indeling van de staat van baten en lasten vindt plaats volgens het functionele model. Dat betekent dat de baten en lasten zijn ingedeeld naar de verschillende doelstellingen/activiteiten van de kerk. In bijlage 2 is een voorbeeld opgenomen van de opstelling van de staat van baten en lasten. In de staat van baten en lasten worden ten minste, indien van toepassing, de volgende posten opgenomen: Paragraaf Baten
Lasten
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7 4.4.8
Prediking, incl. kerkdiensten Pastoraal, incl. kerkregering Catechese en toerusting Evangelisatie Zending Diaconaal werk Verplichtingen Kerkverband Huisvesting
Vaste vrijwillige bijdragen Collecten Nalatenschappen Giften Steun art. 11 KO Huuropbrengsten Overige, bijzondere, baten Financiële baten en lasten/ resultaat beleggingen
Kerkelijke organisatie Bijzondere lasten 4.2
Grondslagen van resultaatbepaling
Ontvangsten en uitgaven worden in de staat van baten en lasten toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Dit houdt in dat in de balans rekening wordt gehouden met de een periode toe te rekenen bedragen die in een andere periode zijn of worden ontvangen, dan wel betaald. Alle baten en lasten worden verantwoord in de staat van baten en lasten. Rechtstreekse vermogensmutaties zijn, behoudens enkele uitzonderingen, niet toegestaan. 4.3
Bestemde giften en bestemmingsfondsen
Baten waarvoor bij de fondsenwerving, waaronder het collectenrooster, een bijzondere bestemming is aangegeven, worden afzonderlijk in de (toelichting op de) staat van baten en lasten opgenomen, onder vermelding van de aard van de bestemming. Indien deze baten in het verslagjaar niet volledig zijn besteed, worden de nog niet bestede gelden verwerkt in het desbetreffende bestemmingsfonds. Indien in een volgend jaar uit de
13
bestemmingsfondsen wordt geput, wordt deze besteding enerzijds in de staat van baten en lasten verantwoord en anderzijds als mutatie in de desbetreffende bestemmingsfondsen weergegeven. Dit gebeurt door onderaan de staat van baten en lasten een specificatie te geven waaruit blijkt op welke wijze het saldo van baten en lasten in de onderscheiden posten van het eigen vermogen is verwerkt. Voorbeelden van baten waarvoor over het algemeen een bestedingsverplichting geldt zijn actie kerkbouw, specifieke actie voor hulpverleningsprojecten. In principe vallen collecten daar ook onder. 4.4
Verantwoording van specifieke baten
4.4.1 Vaste vrijwillige bijdragen Vaste vrijwillige bijdragen worden verantwoord in het jaar waarin zijn worden ontvangen. Op balansdatum wordt rekening gehouden met bijdragen die in het nieuwe boekjaar zijn ontvangen, maar waarvan duidelijk is dat deze betrekking hebben op het oude jaar. Er wordt geen rekening gehouden met door gemeenteleden toegezegde, maar nog niet ontvangen bijdragen. In de toelichting wordt het totaal aan vaste vrijwillige bijdragen nader geclassificeerd en gespecificeerd. Tevens wordt inzicht gegeven in het ledenaantal per 1 oktober van het boekjaar, het aantal betalende en niet betalende leden. Verder kan in de toelichting, indien van toepassing, inzicht worden gegeven in de toegezegde, maar nog niet ontvangen vaste vrijwillige bijdragen. 4.4.2 Collecten Collecten worden verantwoord in het jaar waarin de collecten volgens het collecterooster gehouden zijn. Niet alle tijdens de kerkdiensten gehouden collecten, waaronder ook deurcollecten, zijn bestemd voor de activiteiten van de kerk. Collecten kunnen ook bestemd zijn voor de diaconie, evangelisatiecommissie, commissie zending en hulpverlening, etc. Uitgangspunt is dat alle collecten die in een kerkdienst zijn gehouden in de staat van baten en lasten van de kerk worden verantwoord. In de toelichting wordt aangegeven welk deel van de collecteopbrengsten is afgedragen aan derden en per saldo niet tot de baten van de kerk mag worden gerekend. In de toelichting op de staat van baten en lasten worden de per saldo voor de kerk bestemde collecten gespecificeerd naar soort. Voorkomende collectedoeleinden kunnen onder andere zijn: kerk en eredienst, emeritering, evangelisatie, zending en hulpverlening, kosten kerkverband, theologische universiteit.
14
4.4.3 Nalatenschappen Baten uit nalatenschappen worden opgenomen in het boekjaar waarin de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Voorlopige uitbetalingen in de vorm van voorschotten worden in het boekjaar waarin zij worden ontvangen verantwoord als baten uit nalatenschappen. De omvang van een bate uit nalatenschap kan betrouwbaar worden vastgesteld als op grond van het stadium waarin de afhandeling van nalatenschap zich bevindt, een redelijke schatting van de ontvangst kan worden gemaakt. 4.4.4 Giften / giften in natura Giften worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn ontvangen. Onder de categorie giften worden ook verantwoord de specifiek acties en/of gehouden rondgangen. In de toelichting kunnen deze nader worden toegelicht. Indien baten worden ontvangen in de vorm van zaken of diensten, worden deze gewaardeerd tegen de reële waarde voorzover bepaalbaar. Indien van belangrijke baten de waarde niet bepaalbaar is, wordt daarvan in de toelichting melding gemaakt. Vrijwilligerswerk wordt in het algemeen niet financieel verantwoord. Aangezien vrijwilligerswerk belangrijk is voor het functioneren van de kerk, wordt daarvan in het jaarverslag melding gemaakt. 4.4.5 Steun art. 11 KO Artikel 11 van de kerkorde luidt: de kerkenraad is verplicht namens de gemeente, die hij hierin vertegenwoordigt, haar predikanten naar behoren te onderhouden. Gemeenten die aan deze verplichting niet kunnen voldoen, ontvangen hiervoor een bijdrage van de overige classiskerken uit kerkverband. Hiervoor dienen zij een verzoek in te dienen bij de classiskerken. Deze bijdrage wordt in het jaar waarop zij betrekking heeft verantwoord onder de post ‘steun art. 11 KO’. 4.4.6 Huuropbrengsten Onder huuropbrengsten worden de baten uit hoofde van verhuur van het kerkgebouw, zaalruimte en pastorieën verantwoord. Baten uit hoofde van verhuur worden verantwoord in het jaar waarin de desbetreffende ruimte is verhuurd. Indien predikant(en) ‘vrij wonen’ hebben wordt dit in de jaarrekening aangegeven en wordt het fictieve huurbedrag als huuropbrengst en als traktementslast verantwoord.
15
4.4.7 Overige baten Naast bovengenoemde baten kunnen in iedere zelfstandige kerk specifieke baten voorkomen, waarvan separate vermelding ten behoeve van de belanghebbenden wenselijk is. In zijn algemeenheid geldt dat deze baten worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben. In geval van vrijwillig afgestane bijdragen, zonder tegenprestatie, geldt dat deze worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn ontvangen. Voorkomende overige baten kunnen zijn: exploitatie keuken; actie oud papier; vergoeding en advertenties kerkblad; kerktelefoon; acties nieuw- verbouw kerk en/of pastorie; bijdrage van Vereniging Samenwerking Emeritering Volgens artikel 13 van de KO is een kerk wanneer een predikant door ouderdom, ziekte of andere oorzaken niet meer in staat is zijn ambtswerk te verrichten verplicht hem op gepaste wijze te onderhouden. Deze verplichting geldt ook met betrekking tot weduwen en wezen van predikanten. De plaatselijke kerk krijgt hiervoor jaarlijks een uitkering van de Vereniging Samenwerking Emeritering. 4.4.8 Financiële baten en lasten/ resultaat beleggingen Alle financiële baten en lasten, waaronder rente, worden in de staat van baten en lasten verantwoord. Verantwoording vindt plaats in het jaar waarop de baten en lasten betrekking hebben. De rentelasten die samenhangen met de financiering van het kerkgebouw en of de pastorieën worden onder de ‘huisvestingslasten’ verantwoord. Beleggingsresultaten worden netto verantwoord. In de toelichting op de staat van baten en lasten wordt inzicht gegeven in de kosten van beleggingen. Ongerealiseerde koersresultaten worden rechtstreeks in het eigen vermogen onder de post ‘Fonds niet gerealiseerde waardeverschillen beleggingen’ verwerkt. 4.5
Verantwoording van lasten
4.5.1 Functionele indeling Lasten worden verantwoord in het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Ongeacht het feit of de lasten tot uitgaven hebben geleid of het feit of de lasten voor het boekjaar zijn begroot. De lasten worden in de staat van baten en lasten gespecificeerd naar de belangrijkste te onderscheiden activiteiten van de kerk. Ten minste de volgende posten worden hierbij onderscheiden: prediking, incl. kerkdiensten;
16
pastoraat, incl. kerkregering; catechese en toerusting; evangelisatie; zending; diaconaal werk kerkverband; huisvesting; kerkelijke organisatie; bijzondere lasten.
Alle lasten die op één van de genoemde posten betrekking hebben worden hieraan toegerekend. In de toelichting op de staat van baten en lasten kunnen deze nader worden gespecificeerd. Voorbeelden van kostensoorten die aan de posten toegerekend kunnen worden zijn: Post Prediking, incl. kerkdiensten Pastoraat, incl. kerkregering catechese en toerusting Evangelisatie Zending Diaconaal werk
Verplichtingen kerkverband
Huisvesting bestaande uit kosten ‘kerkgebouw’, ‘pastorieën’, en ‘overige’. Kerkelijke organisatie, bestaande uit ‘beheer en
Kostensoorten Traktementen, emeriteringskosten, Kosten aanpassingen erediensten voor kinderen, kosten kerkdiensten, predikanten van elders, Loonkosten pastoraal werker, kosten kerkenraad Salaris catecheten, kosten van catechesatiemateriaal, toerustingscursussen, kosten belijdenisweekend, Kosten plaatselijke evangelisatie (al dan niet via commissie), kosten landelijke activiteiten, w.o. E&R, Kosten plaatselijke zendingsactiviteiten, quotum zendingsinstantie,. Hulpverlening en ondersteuning aan binnenlandse organisaties als De Driehoek, De Wegwijzer, uitgaven en giften aan hulpverleningsprojecten en activiteiten in het buitenland, giften aan De Verre Naasten Ondersteuning van eigen gemeenteleden. Giften aan instellingen, personen en organisaties. Bijvoorbeeld: Steun MERF, Aix en Provence, Bond tegen vloeken, Nederlands Bijbelgenootschap, steun buitenlandse kerken etc. Classiskosten, kosten hulpbehoevende kerken, centrale quotum Financiën en Beheer voor onder andere: Archief en Documentatie Centrum, Pastorale verzorging Doven en Slechthorenden, theologische universiteit, BBK, studiefinanciering theologiestudenten, hulpbehoevende kerken, BBK, DTEG, Diakonaal Steunpunt (kan ook bij diakonie) Huur (kerk)gebouw, gas, water en electra, verzekeringen, onderhoud tuinen, afschrijvingen (aflossingen) , rente hypothecaire lening, reservering onderhoud (kerk)gebouw, pastorieën, kosten inventaris, onroerend zaakbelasting Salaris koster(s), kosten kerkblad, kosten kerkboekje, kosten keuken, kosten telefoon, fax, kopieerkosten, onkosten
17
Post administratie’ en ‘kosters en organisten’ Bijzondere lasten
Kostensoorten kerkenraad, vergoeding organisten, administratiekosten, bloemen Hierbij moet gedacht worden aan lasten die een bijzonder, vaak éénmalig karakter hebben. Voorbeelden zijn: emeritaatsuitkeringen aan emeritus-predikanten en/of –weduwen,
4.5.2 Afzonderlijke commissies Het is gebruikelijk dat bijvoorbeeld de activiteiten met betrekking tot zending & hulpverlening en evangelisatie door de kerkenraad zijn gedelegeerd aan afzonderlijke commissies. Deze commissies leggen veelal separaat financiële verantwoording af. Voor een beter inzicht in het totaal van de activiteiten van de kerk als geheel wordt aanbevolen de staat van baten en lasten en de balans van dergelijke commissies samen te voegen tot één financiële verantwoording van de kerk. Aangezien het werk van de diaconie niet onder de verantwoordelijkheid valt van de kerkenraad, wordt de staat van baten en lasten en de balans van de diaconie niet samengevoegd met de financiële verantwoording van de kerk, maar afzonderlijk opgenomen. Zie hiervoor hoofdstuk 7.
18
5
Overige gegevens
5.1
Bestemming van saldo van baten en lasten
Bij de overige gegevens wordt aangegeven op welke wijze het saldo van baten en lasten wordt bestemd. Hierbij wordt inzicht gegeven in de wijze waarop het saldo ten gunste of ten laste van de verschillende reserves is gebracht. 5.2
Accountantsverklaring / verslag kascontrolecommissie
De kerken zijn er vrij in hun jaarrekening als dan niet door een registeraccountant of accountant-administratieconsulent te laten controleren. Indien de controle niet wordt uitgevoerd zal een kascontrolecommissie in opdracht van de kerkenraad de controlewerkzaamheden uitvoeren. Een accountant zal zijn oordeel geven door middel van het afgeven van een accountantsverklaring of en beoordelingsverklaring. Deze verklaringen dient onder de ‘Overige gegevens’ in het jaarverslag te worden opgenomen. Indien de controle door een kascontrolecommissie worden uitgevoerd wordt aanbevolen hun ‘verslag’ eveneens onder de ‘Overige gegevens’ op te nemen. Een dergelijk verslag kan de volgende inhoud hebben: Verslag van de kascontrolecommissie Ondergetekenden, ……………………… hebben de financiële administratie van ……………………………… over het jaar 20.., als de aan de hand daar van opgestelde balans per 31 december 20.. (sluitend met een saldo van € ….) en de staat van baten en lasten over 20.. (sluitend met een saldo van € ….) gecontroleerd. Zij hebben vastgesteld dat de administratie correct is gevoerd en dat de balans en de staat van baten en lasten een juist inzicht geven in het gevoerde financiële beheer over 20.. en de financiële positie per 31 december 20.. Zij stellen voor …….. décharge te verlenen. Datering en ondertekening
19
6
Diaconie
Voor het opstellen van de balans en staat van baten en lasten van de diaconie wordt verwezen naar hetgeen hierover in de voorgaande hoofdstukken met betrekking tot de kerk is geschreven. De balans van de diaconie vertoont grote overeenkomsten met de balans van de kerk. Aandacht voor de presentatie van het vrij besteedbaar en vastgelegd vermogen is meer dan bij de kerk van belang, temeer omdat het veelal het beleid is van de diaconie vermogen aan te houden. De staat van baten en lasten van de diaconie is eveneens vergelijkbaar met de staat van baten en lasten van de kerk. De onderkende kostensoorten kunnen op dezelfde wijze worden gehanteerd. Vanwege de vermoedelijke omvang dient de kostensoort ondersteuning apart te worden gespecificeerd. Hieronder wordt verstaan de uitgaven die samenhangen met de ondersteuning van gemeenteleden.
20
7
Begroting komend jaar
Zowel in het jaarverslag als in het financiële verslag wordt aandacht besteed aan de plannen en begroting voor het komende jaar. Het wordt aanbevolen de begroting voor het komende jaar als ‘kolom’ op te nemen bij de staat van baten en lasten en in een bijlage uitvoerig toe te lichten. Doel van de begroting is enerzijds het onderbouwen van de gevraagde bijdrage voor het komende jaar en anderzijds het weergeven van de geplande bestedingen. In het jaarverslag kunnen de geplande bestedingen vanuit het gevoerde beleid worden onderbouwd.
21
Trefwoordenregister
A aandelen · 7 accountant · 22 accountantsverklaring · 22 actie kerkbouw · 10, 16 activiteiten · 4, 5, 15, 17, 19, 20, 21 actuele waarde · 6, 7, 8, 11 administratie · 22 administratiekosten · 20 advertenties · 18 afdwingbare vordering · 9 aflossing · 7, 13 aflossingsdeel · 13 aflossingsverplichting · 13 aflossingswaarde · 8 afschrijvingen · 7, 20 afschrijvingsmethode · 7 Archief en Documentatie Centrum · 20 Artikel 11 · 18 artikel 13 van de KO · 18 B balans · 4, 6, 9, 11, 14, 15, 21, 22, 23 balansdatum · 4, 6, 9, 11, 12, 13, 14 BBK · 20 begroting · 5, 15, 24 belastingen · 13 beleggingen · 7, 8, 10, 11, 15, 19 Beleggingen · 6, 7, 8 beleggingsbeleid · 5 beleid · 2, 4, 5, 8, 12, 23, 24 belijdenisweekend · 20 bestedingen · 5, 24 bestedingscategorieën · 5 besteedbaar vermogen · 9 Besteedbaar vermogen · 9 Bestemming van het saldo · 4 bestemmingsfonds · 10, 16 bestemmingsreserve · 6, 9, 10, 12 bijdragen · 9, 16, 18 bijzondere lasten · 19 Bijzondere lasten · 15, 20
bloemen · 20 boekwaarde · 6, 7, 10 bonnen · 13, 14 buffer · 9 C catechesatiemateriaal · 20 catechese · 5, 19 Catechese · 15, 20 catecheten · 20 classis · 13 classiskerken · 18 classiskosten · 20 collectegelden · 8 collectemunten · 13, 14 collecten · 13, 16, 17 Collecten · 13, 15, 16, 17 collectenrooster · 16 collecteopbrengsten · 17 collecterooster · 16 commissies · 5, 21 continuïteitsreserve · 9 controle · 22 crediteuren · 13 D De Verre Naasten · 20 deputaatschappen · 13 desinvesteringen · 7 deurcollecten · 17 diaconaal werk · 5, 19 Diaconaal werk · 15, 20 diaconie · 4, 5, 17, 21, 23 dividend · 8 doelstellingen · 9, 15 dotatie · 11, 12 E E&R · 20 economische levensduur · 7 éénmalig karakter · 20
2
eigen vermogen · 7, 8, 9, 10, 11, 12, 16, 19 Eigen vermogen · 6, 9 emeritaats-uitkeringen · 20 emeritering · 17 emeriteringskosten · 19 eredienst · 17 evangelisatie · 5, 17, 19, 20, 21 evangelisatiecommissie · 5, 17 F financiële actie · 10 Financiën en Beheer · 20 Fonds niet gerealiseerde waardeverschillen beleggingen · 10 G gas · 20 gebouwen · 6, 12 gemeenteleden · 2, 9, 16, 23 giften · 16, 17, 20 Giften · 15, 17, 20 girorekeningen · 9 Grondslagen · 4, 15 groot onderhoud · 12
J jaarrekening · 2, 3, 4, 5, 8, 18, 22 jaarverslag · 4, 5, 10, 17, 22, 24 K kascontrolecommissie · 22 kasmiddelen · 9 kasstromen · 7 kerkblad · 18, 20 kerkboekje · 20 kerkdienst · 17 kerkdiensten · 17 kerkelijke organisatie · 5, 19 Kerkelijke organisatie · 15, 20 kerkenraad · 4, 5, 9, 10, 18, 20, 21, 22 kerkgebouw · 6, 18 kerkorde · 18 kerktelefoon · 18 kerkverband · 5, 17, 18, 19 keuken · 18, 20 koersresultaten · 10, 11, 19 kopieerkosten · 20 Kortlopende schulden · 6, 13 koster · 20 L
H huisvesting · 5, 19 Huisvesting · 15, 20 huisvestingslasten · 12 hulpbehoevende kerken · 20 hulpverlening · 17, 21 hulpverleningsproject · 10 hulpverleningsprojecten · 16, 20 Huur · 20 huurbedrag · 18 huuropbrengst · 18 huuropbrengsten · 8, 18 Huuropbrengsten · 15, 18 hypothecaire lening · 20
lange-termijnonderhoudsplan · 12 langlopende schuld · 10, 13 langlopende schulden · 7, 13 Langlopende schulden · 6, 12, 13 ledenaantal · 16 ledenbestand · 5 legaten · 8 Liquide middelen · 6, 9 M marktwaarde · 8 materiële vaste activa · 6, 7, 10, 11 Materiële vaste activa · 6
I
N
investeringen · 7, 10, 12
nalatenschap · 17
2
Nalatenschappen · 15, 17 Nederlands Bijbelgenootschap · 20 niet betalende leden · 16
restwaarde · 7 resultaatsbestemming · 10 risico's · 11 rondgangen · 17
O S obligaties · 7, 8 onderhoud · 12, 20 onderhoudskosten · 12 onderhoudsvoorziening · 12 ondersteuning · 23 oninbaarheid · 9 onkosten · 20 Onroerend Zaak Belasting · 7 onroerend zaakbelasting · 20 onttrekking · 11 Ontvangsten · 15 organisten · 20 orgel · 6 oud papier · 18 overige gegevens · 22 overlopende activa · 6, 8 overlopende passiva · 6, 13, 14
sociale verzekeringen · 13 staat van baten en lasten · 4, 5, 7, 8, 11, 12, 15, 16, 17, 19, 21, 22, 23 Staat van baten en lasten · 4, 15, 4 steun art. 11 KO · 18 studiefinanciering theologiestudenten · 20 T telefoon · 20 terreinen · 6, 12 theologische universiteit · 17, 20 toekomstige ontwikkelingen · 5 Toelichting · 4 toerusting · 5, 15, 19, 20 Traktementen · 19
P
U
pastoraal werker · 19 pastoraat · 5, 15, 19 Pastorale verzorging Doven en Slechthorenden · 20 pastorie · 6, 18 pastorieën · 7, 18, 20 pensioenen · 13 predikant · 18 prediking · 5, 19 Prediking · 15, 19
uitgaven · 2, 11, 15, 19, 20, 23
Q quotum · 20 quotumverplichtingen · 13 R rente · 8, 19, 20 rentebaten · 8 reservering onderhoud · 20
V vakantiedagen · 13 vakantiegeldverplichtingen · 13 vaste activa · 6, 10 Vaste vrijwillige bijdragen · 15, 16 vastgelegd vermogen · 10, 23 Vastgelegd vermogen · 10 Vereniging Samenwerking Emeritering · 2, 18 verhuur · 18 vermogensmutaties · 11, 16 vermogenspositie · 13 verplichtingen · 11, 12, 13 verschillenanalyse · 5 verslagjaar · 15, 16 verwachtingen · 5 vlottende activa · 8 voorschotten · 17
3
vooruitbetaalde bedragen · 8 Vooruitbetaalde bedragen · 8 voorziening · 9, 11, 12 voorzieningen · 11, 12 Voorzieningen · 6, 11 vordering · 9 vorderingen · 8, 9 Vorderingen · 6, 8 vrij besteedbaar · 5, 9, 10, 23 vrij wonen · 18 vrijwilligerswerk · 17 W water · 20 Z zekerheden · 13 zending · 5, 13, 17, 19, 21 Zending · 15, 20
4
B a la n s p e r 3 1 d e c e m b e r 2 0 0 3 ( n a v e r w e r k in g v a n s a ld o v a n b a te n e n la s te n ) A c t ie f
P a s s ie f 2003 €
2002 €
€
2003 €
€
M a t e r ië le v a s t e a c t iv a
E ig e n v e r m o g e n
G e b o u w e n e n te r r e in e n ( k e r k , p a s to r ie )
x
x
In v e n ta r is e n a p p a r a tu u r ( o r g e l)
x
x x
B e le g g in g e n
V r ij b e s te e d b a a r v e r m o g e n x
x
x
A lg e m e n e r e s e r v e
x
B e s te m m in g s r e s e r v e A
x
B e s te m m in g s r e s e r v e B
x
B e s te m m in g s r e s e r v e C
x x
V o r d e r in g e n e n o v e r lo p e n d e a c t iv a
V a s tg e le g d v e r m o g e n
C o lle c te g e ld e n
x
x
F o n d s m a te r ië le v a s te a c tiv a
x
V a s te v r ijw illig e b ijd r a g e n
x
x
F o n d s n ie t g e r e a lis e e r d e w a a r d e v e r s c h ille n
x
O v e r ig e
x
x
b e le g g in g e n
x
B e s te m m in g s f o n d s A
x
x
x
x
x
x L iq u id e m id d e le n
V o o r z ie n in g e n L a n g lo p e n d e s c h u ld e n K o r t lo p e n d e s c h u ld e n e n o v e r lo p e n d e p a s s iv a
T o t a a l a c t iv a
x
x
A f lo s s in g s v e r p lic h tin g k o m e n d ja a r
x
B e la s tin g e n e n p r e m ie s s o c ia le v e r z e k e r in g e n
x
Q u o tu m v e r p lic h tin g e n
x
In o m lo o p z ijn d e c o lle c te b o n n e n - m u n te n
x
O v e r ig e
x
T o t a a l p a s s iv a
S t a a t v a n b a t e n e n la s t e n 2003 €
2002 €
€
€
B e g r o tin g 2 0 0 3
B e g r o tin g 2 0 0 4
€
€
€
B a te n V a s te v r ijw illig e b ijd r a g e n
x
x
x
x
C o lle c te n
x
x
x
x
N a la te n s c h a p p e n
x
x
x
x
G if te n
x
x
x
x
S te u n a r t. 1 1 K O
x
x
x
x
H u u r o p b r e n g s te n
x
x
x
x
O v e r ig e , b ijz o n d e r e , b a te n
x
x
x
x
F in a n c ië le b a te n e n la s te n / r e s u lta a t b e le g g in g e n
x
x
x
x
x
x x
L a s te n P r e d ik in g e n k e r k d ie n s te n
x
x
x
x
P a s to r a a t e n k e r k r e g e r in g
x
x
x
x
C a te c h e s e e n to e r u s tin g
x
x
x
x
E v a n g e lis a tie
x
x
x
x
Z e n d in g
x
x
x
x
D ia c o n a a l w e r k
X
K e rk v e rb a n d
x
x
x
x
H u is v e s tin g
x
x
x
x
K e r k e lijk e o r g a n is a tie
x
x
x
x
B ijz o n d e r e la s te n
x
x
x
S a ld o v a n b a t e n e n la s t e n
x
x
x
x
x
x
x
B e s t e m m in g v a n s a ld o v a n b a t e n e n la s t e n B e s te m m in g s r e s e r v e A
x
x
x
x
B e s te m m in g s r e s e r v e B
x
x
x
x
F o n d s m a te r ië le v a s te a c tiv a
x
x
x
x
B e s te m m in g s f o n d s A
x
x
x
x
A lg e m e n e r e s e r v e
x
x
x
x
x
x
x
2