Retour reis Zweden met Zeepaard II. Juni 2005 Woensdag 1 juni We staan om 04.30 op. Dat is geen Christelijke tijd. Het lijkt wel of we het tij moeten halen. Maar deze keer gaat het om een vliegtuig. Jur jr. brengt ons naar Düsseldorf, en zonder problemen staan we om een uur of 11.00 op de steiger in Kiel. Er zijn natuurlijk te weinig victualiën aan boord, en de havenmeester wijst de weg naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Dit blijkt een teloorgegaan buurtwinkeltje, waar wij nog net de laatste schappen leeghalen. Grote keus is er dus niet, maar de vacuüm verpakte, voorgekookte kalkoen bleek later wel verdomd lekker. Rond 15.00 schutten we zonder problemen samen met een zeesleper het Kieler kanaal in. Bij het voldoen van het kanaal geld, is een Nederlands echtpaar vóór mij aan de beurt. Ze betalen 32 Euro, en ik 12. Mevrouw vraagt nog even na of haar bedrag wel klopt: het klopt. Ze hebben een boot van 12,50 meter lang. Ik kan het niet laten te zeggen dat je maar beter niet zo’n grote boot kunt hebben, en probeer er vriendelijk bij te lachen: wel wetend dat wij ook aan de beurt gaan komen. Het is een grijze dag, en dat maakt het kanaal er niet minder eentonig om. We gaan vlak voor Rendsburg het Borgstedter meer op, waar de Marine een soort decontaminatie inrichting heeft; “SPERRGEBIET”. Maar vlak ernaast is een mooi plekje, en brutaal als we zijn gooien we het anker uit, en genieten we een rustige nacht. Donderdag 2 juni. We gaan om half tien ankerop, en besluiten eerst nog wat boodschappen te doen in Rendsburg, vlak om de hoek. Daarna weer verder en onder gestage regenval en grijs weer, doet Hendrik het werk. Hij is voorzien van een afstandsbediening, en hiermee zittend in de kajuitingang, zit de roerganger zeer comfortabel onder de buiskap, met warme benen (kacheltje staat binnen aan), en turend door het heldere windscherm. Lang leve de Zweedse bouwstijl: een ruime buiskap en windscherm van glas! Om 19.00 arriveren we in Brunsbüttel, het eind (begin) van het kanaal. We stellen vast dat dit de derde keer is dat we dit 100 kilometer lange kanaal doorlopen, maar altijd van oost naar west. De enorme zeekastelen die je hier tegenkomt en oplopen, blijven fascineren. Ze zijn groot op het Kanaal
1
Vrijdag 3 juni. Op de Elbe kan 3 tot 6 knopen stroom staan. Dat wil je niet tegen hebben. Het tij is zo, dat we pas rond 13.00 de rivier op kunnen. Dat geeft rust voor een goed ontbijt, een rondje lopen, koffie met koek, diesel bunkeren en dan nog is er tijd over. Om 12.45 zijn we buiten de sluis, weer op open water. Het is mooi weer, met een zuiden windje, en we zetten zeil. Spoedig gaat het hard. Ruim 6 kopen door het water, en de GPS geeft 8,5 over de grond. De “NO SMOKING” komen we vaak tegen
Veel te snel komt Cuxhafen in zicht, maar Rasmus heeft nog een verassing in petto: een windschifting van 90 0 graden, en plotselinge zichtvermindering. De oceaanreuzen die hier van de betrekkelijk smalle vaargeul gebruikmaken, laten de schepen die op het Kieler kanaal varen verbleken tot speelgoed bootjes! Bovendien gaan ze zo rap als Armstrong in de Tour de France. Wel even goed uitkijken bij oversteken dus. Het komt goed, en om 15.40 liggen we al weer vast in de onvolprezen jachthaven van Cuxhafen. (hierna Cux te noemen) We zouden langer op de Elbe blijven dan ons lief is, maar dat is een lied waarvan menig Nederlandse Oostzee vaarder de tekst kent. Zaterdag 4 Juni. Heel veel buien en heel veel wind en uit de hele verkeerde hoek. Geeft niets, we wilden toch gaan fietsen. En gas halen. Bovendien bieden ze bij het restaurant ‘s morgens verse broodjes en ’s avonds een uitstekende viskaart. Dan is blijven geen straf. De eigenaar van de scheepsspullen winkel waar we een nieuwe gasfles willen kopen behandelt ons zeer merkwaardig: ofwel hij heeft een zeer slechte dag, ofwel een niet bij ons aansluitend gevoel voor humor. Waarschijnlijk is het allebei. Bij het ruilen van de fles 2 uurtjes later maakt hij eerst de hele leuke grap dat hij een uurtje geleden nog gas had, maar nu niet meer. Dan mekkert hij over het ontbreken van de plastic kap op de fles; toch heel belangrijk. “Hou dan de kap van de nieuwe” zeg ik, en zuchtend wisselt hij het attribuut, onderwijl mompelend dat gas verkopen toch slechts dienstverlening is. We besluiten deze meneer geen verdere klandizie te gunnen. Zondag 5 juni.
De bakstenen watertoren Van Cuxhafen
Minder wind, maar wel een ongelukkige tij; (kunnen pas om 13.00 weg) Dat gaat nog wel, maar de windverwachting is heel vervelend: ZW 5 tot 6, later draaiend naar NW. Uiteraard precies waar we heen willen.
2
Nu is er een levensgroot dilemma: van Cux je kan eigenlijk maar 2 kanten op: a. Noordwest naar Helgoland b. West dan Zuidwest naar één van de Waddeneilanden. Gezien de windverwachting, krimpend naar NW 6, is optie a. niet zo uitnodigend. Gezien de windverwachting, krimpend naar NW 6, is optie b. nog minder uitnodigend. We hebben genoeg griezelverhalen gelezen van jachtjes die met harde wind een zeegat met drempel binnen willen lopen. We geloven ze zonder meer, en voelen weinig behoefte, zelf de proef op de som te nemen, om te kijken of het allemaal wel echt waar is. Bovendien raad onze buurman, een “Ortskundiger” ons met een goed gevoel voor understatement af, überhaupt te proberen de Elbe monding uit te gaan. “Ich wurde es Ihnen nicht emphelen” zegt ie, gevolgd door vreselijke steile-golf verhalen. “Wind gegen Strom, sie wissen…….” Hij legt ook uit, dat een jacht met 4 sterke mannen aan boord, vannacht ook door de zeegang gedwongen, terug moest keren, en hij wijst het jacht aan. We gaan niet! Toch maar even gaan vragen bij die 4 sterke mannen. Op onze belangstelling reageren ze enigszins beschaamd: en wijzen op een dikke lijn, die ter hoogte van de kuip van buiten boord uit het water omhoog komt. De reden van hun retour: een schoot in de schroef! En niet de zee. Het was wel bokkig geweest, maar als ze die schoot niet in de schroef hadden gekregen, dachten we toch niet dat ze weer terug waren! Bij anderen nagevraagd, blijkt niemand iets te hebben van: niet doen. Er is wel een ander probleem: de verwachting voor dinsdag en woensdag is niet gunstig. We horen dat Glückstad, een stuk terug de Elbe op, zo aardig is. Beter op de Elbe verwaaid liggen, dan op Helgoland; daar kan je echt geen kant op als het slecht wordt. Ik bel nog even met mijn Vader, en vraag om een internet routing voor de komende dagen: hij verzekert dat het vanaf woensdag beter zal worden. Hij zal het weten als dat niet uitkomt. Maandag 6 juni. We zetten koffie nog in de haven, je weet nooit hoe het op de Elbe is, ook niet met wind en stroom in dezelfde richting. Om 10.30 zitten we buiten de haven, en de golfslag overtreft alle verwachtingen. Zelfs bij stroom met wind mee, is het hier soms niet pluis. We gieren met een bloedvaart langs de boeien; terug waar we vandaan komen. Langs Brunsbüttel, en dan richting Glückstadt. Het wordt snel rustiger met de golven, en we lopen alleen op de Genua een vaart van minstens 10 knopen over de grond. Het waait nog steeds uit het Noordwesten met 5 a 6 Bft.
Zeepaard II in Glückstad
Later klokken we de maximum snelheid door het water: 7,9 knoop!!! 3
Aangekomen in Glückstadt blijkt de buitenhaven helemaal bezet. We kunnen nergens fatsoenlijk aanleggen. Met harde wind achterop draaien we rondjes. Ik roep de brugwachter op via de VHF, en gelukkig meldt hij zich meteen, en zegt de brug te zullen openen. Achter de brug is het ook vrij vol, maar we vinden een mooie plek Glückstadt blijkt leuk. Een stadje met een Hollandse sfeer. We struinen er rond, en dineren op aanraden van een “Ortskundiger” in “Der Kleine Heinrich” door ons meteen omgedoopt tot kleine Hendrik. Een heerlijke avond. Dreigend uitzicht vanuit “kleine Hendrik”
Intussen is Pa onze meteo router geworden. Hij meldt goed weer vanaf woensdag. We besluiten dus op dinsdag terug te varen naar Cux, om dan woensdag het rottige gat te verlaten. Dinsdag 7 juni. We kunnen pas de brug door (ook sluis) bij hoog water. Boemelen ’s morgens weer door de stad. Ik ga zelfs naar de kapper. Na de middag, komt een jonge Duitser op ons af: Sprechen Sie Deutsch? Ja, klar. Het blijkt de zoon van de vorige eigenaar van Zeepaard te zijn. Hij doet in rvs constructies voor jachten, en zag ons liggen toen hij met z’n service auto voorbij kwam. Toeval bestaat niet. De oude thuishaven van Zeepaard ligt om de hoek. Om 15.00 gaan we naar buiten. De stroom blijkt nog steeds tegen te staan. Dit blijft zo tot Brunsbüttel. Even daarna komt de stroom mee. Het waait echter nog altijd zijn 5 a 6 bft. uit NW en de daarop volgende golfslag overtreft wederom de stoutste verwachtingen. We hebben zoiets één keer eerder meegemaakt (bij de pieren van Dover) maar nog nooit zo langdurig. Zeepaard bokt als een Rodeo paard, met drie stenen onder het zadel. Zij neemt water over alsof ze onder de Niagara waterval plaats heeft genomen. We zien absoluut geen steek meer door ons onvolprezen windscherm. Zo nu en dan valt het schip in een golfdal, om met een klap neer te komen, die doet denken aan een aanvaring met een stenen dam onder water, bij hoge snelheid. Onderwijl komt de grote zeescheepvaart op korte afstand om je oren, in beide richtingen. Bij Cux aangekomen, schuiven we wel 30 graden krabbend om de 5 knopen stroom op te heffen, de haven binnen. We nemen een borrel! Woensdag 8 juni.
Helgoland; let op de rode rots
Gaan we vroeg, met het ochtend tij, of laat?? Het wordt laat. De wind wordt minder en later hopen we iets minder van die ‘ wind tegen stroom’ golven te hebben. Om 15.00 vertrekken we met bestemming Helgoland: Duitsland’s enige “Hochsee Insel” We zijn wat timide onder de ervaringen van de vorige dag, maar het valt allemaal mee. Het bokt nog wel, maar geen vergelijk met
4
gisteren! Uiteindelijk hebben we nog een mooie motorzeiltocht, en komen om 21.15 op Helgoland aan. Donderdag 9 Juni. Onze meteo dienst (Pa) meldt een mooie dag. Ivm met de aankomst tijd op Nordeney, alwaar een vervelende drempel in de vaargeul ligt, gaan we pas laat weg. We verkennen dus eerst nog het eiland, dat nog een status aparte heeft in de EU; er zijn belasting voordelen. Scheepsladingen Duitsers van toeristisch niveau, worden hier dagelijks over het eiland uitgespuugd, en de middenstand is daar helemaal op ingericht. Wij doen vrolijk mee, en kopen enkele artikelen. Hopelijk goedkoper dan thuis. We vertrekken om 11.45. Buiten de haven steek ik een klein hoekje af en laat een BB boei aan stuurboord. Een binnenlopend politie vaartuig wendt onmiddellijk de steven, en komt toeterend op ons af. Jezus, wat nu?? Het blijkt dat de boei de grens is van een “Naturschutzgebiet”; in de zeekaart staat: Befahren verboten! De politieboot is (tegen berichten die ik had gelezen in) zeer vriendelijk, wijst ons hoe we langs de boei moeten (het afsteken had ons misschien 40 meter langs de verkeerde kant gevoerd) Ik draai bij, en rond de boei aan de goede kant! Pfoei, spot niet met “Behörden”en “Befahrungsverboten” Het wordt steeds mooier weer, en de wind trekt iets aan. Uiteindelijk zeilen we een heel mooi stuk tot vlak bij de uiterton van Nordeney. We zijn zo snel, dat we volkomen op het verkeerde tijdstip aankomen. Met enige spanning, en vooral niet te hard lopen we het gat binnen. De diepte meter loopt gestaag terug: 5 meter, 4, 3, 2, 1 meter. Ik prop 2 grote stukken chocola van spanning achter de kiezen! Christus. 0,90 ; 0,80, dan 0,70! Zeventig centimeter water! Kan dit wel?? Even later loopt de diepte weer op. Christien meldt zelfs 60 centimeter op de meter te hebben gezien. Ik ben blij dat ik dat heb gemist. Spoedig zitten we weer in diep water. Later blijkt dat we door te snel te zijn, exact op laagwater binnen zijn gelopen, en ook nog met springtij! Het was gelukkig heel rustig weer. Bij het aanleggen in de jachthaven, komen we 5 meter voor de box nog vast te zitten in de modder. Een geheel ongevaarlijke situatie en lachend geven we volgas en schuiven zo binnen.
Jachthaven Nordeney
Vrijdag 10 en Zaterdag 11. Ligdagen. Slecht weer, en harde koude wind. Eerst uit het noorden later westen. We fietsen het eiland rond, en zien grote hoeveelheden interessante vogels. O.a. scholeksters, een ontzettend leuke vogel, (zelfs een paartje met een jong), vele ganzen, wadlopers, en een roofvogel, die later de bruine kiekendief blijkt te zijn. Vader is niet alleen goed voor meteo routing, maar vertaalt ook Duitse vogelnamen.
5
Zondag 12 juni. We staan vroeg op. Vandaag zal het lukken. We motoren rond de kop van het eiland. Naarmate we dichter bij de drempel komen, slaat me meer en meer de schrik om het hart. Het heeft gisteren loeihard gewaaid, en de daaruit resulterende deining slaat met veel geweld stuk op de keiharde zandplaten. Het gaatje is smal, zodanig dat je het niet eens ziet. Zo nu en dan spuit het schuim metershoog in de lucht. Nee, hartelijk dank. We keren om, overwegen nog even voor anker te gaan en het bij het 2e hoogwater te proberen, maar we gaan toch maar weer de haven in. Dat blijkt de juiste beslissing. De Duitse weerdienst geeft ineens weer windkracht 6 west, en later zelfs 7. Ook voor morgen. Fijn. Dat wordt hier blijven. We spreken met een zeiler uit Delfzijl, en hij bezweert dat achter Juist (het volgende eiland) langs naar Delfzijl met onze diepgang mogelijk is. Misschien doen we dat morgen. Ik stop nu met schrijven om eieren met spek te bakken; ons zondag ontbijt ritueel. Maandag 13 juni. We gaan achter Juist langs! Waaien doet het nog steeds in overvloed, inmidels uit het westen. We moeten over het Memmert wantij. Een wantij is een droogvallend vaarwater, meestal achter de waddeneilanden gelegen. We moeten er ca 3 uur vóór hoogwater zijn. Misschien loop je vast, maar door het opkomende water is dat geen probleem. Om achter Juist te komen, moet je eerste een stukje om Nordeney westkop heen, naa buiten richting zee,en dan weer terug. Dat was al erg genoeg. Opnieuw de schuim fonteinen richting zee, nog hoger dan de dag ervoor. Heel knobbelig water. Aangekomen bij het wantij werd het toch spannend. Al weet je dat het nooit zo fout kan gaan, wil je met een diepstekend kieljacht toch niet vast komen te zitten. Er komt nog een element bij; er is water zover het oog reikt, Een bakboord prik maar je weet dat je alleen op dat ene stukje, waar de tonnen en de prikken staan kan varen. De ton markering gaat over op prikken. Dit zijn gewoon stokken met wat takken. De dieptemeter blijft staan op ca 1 meter( onder de kiel). Nou dat gaat goed. Net op het moment dat ik me veilig begin te voelen, loopt de dieptemeter langzaam maar zeer zeker terug. In centimeters: 90, 80, 70, 60, 50, 40, ….. Christien wordt enthousiast. Door geen enkele zorg gekweld, grijpt ze het fototoestel, en begint vrolijk lachend foto’s van het dieptemeterdisplay te nemen, onderwijl roepend, kijk nu nog maar 30 centimeter ha ha ha…. Op een bepaald moment is het 20 centimeter, en ik heb nog steeds een vrolijke fotograaf schuin voor me hangend om de catastrofe digitaal vast te leggen. Zie foto als bewijs. Het wordt me even teveel: “sodemieter nu als de donder op, met je foto’s.”
6
Achter ons doemt een grote boot op. Het is de veerpont naar Juist. Nee hè, niet dat ook nog. Die wil er natuurlijk langs, op dat smalle ondiepe geultje. Ja hoor, net in een bocht komt ie langs scheuren. Alles gaat toch goed, we raken de grond niet, en na een tijdje loopt de dieptemeter weer op. Eénmaal op dieper water valt er een last van mijn schouders, en onder Borkum kunnen we zelfs op het zeil prachtig in een zuidelijke richting varen op de Oostereems. Tussen de Oostereems en de Eems zelf is nog een wantij, maar dat is veel dieper, en we komen er zonder kleerscheuren vanaf. Op ons gemakje zeilen we naar Delfzijl, leggen de boot om 19.00 bij Neptunus aan de steiger, en gaan uiterst voldaan (eindelijk uit Nordeney weg) Chinezen. Wat is er Nederlandser dan op Nederlandse bodem te gaan Chinezen? Dinsdag 14 juli. Vanaf nu is het pezen geblazen. Om 05.30 op, 06.30 door de zeesluis, rond koffie tijd midden door de stad Groningen, schitterend. Mooi weer ook eindelijk. Dan het Reitdiep over, een heel mooie, oude zeearm die Groningen via de Laauwerszee met open zee verbond. Langs Dokkum, en om 19.30 uur vast in Birdaard. Vlak bij Leeuwarden. 56,2 mijl gevaren, 13 uur vrijwel non stop in touw. Hendrik met z’n afstand bediening doet wonderen. Door Groningen
Woensdag 15 juli. De brug van Birdaard gaat niet voor 09.00 Maar goed, dan kunnen we ietsje uitslapen. Maar om 09.00 scherp liggen we voor de brug. Leeuwarden door, ook mooi, maar niet zo fraai als Groningen. Om 19.00 liggen we vast in Warns, vlak bij Stavoren. 47,3 mijl. Weer een lange dag. We hebben op vrijdag met Jurriaan jr. afgesproken in Lelystad, Hij zal met een aanhangwagen achter de auto komen, om alle spullen van de boot af te halen. Op zaterdag komen dan Arno en Mirjam, de nieuwe eigenaren van Zeepaard. We hebben donderdag nog om Lelystad te halen dat gaat makkelijk lukken. Donderdag 16 juli. We gunnen ons een late start. Tijd zat. Om 10.15 weg. Een klein uurtje later de sluis door, en het vertrouwde IJsselmeer op. De weergoden hebben nog een laatste onaangename verassing voor ons in petto. Buiten staat er een forse wind, niet de beloofde 4 a 5, maar een ruime 5 tot 6. “Actuele wind in Lelystad 6 bft. Uit zuid west”. Zegt de Marifoon. Iedereen die wel eens bij Stavoren uit het gat ging met ZW 6 weet hoe dat eruit ziet; niet gezellig.
7
We liggen een tijdje te bokken en scheef te hangen, met motor en gereefd zeil bij. Wat kan die IJsselmeer golfslag toch ontzettend onaangenaam zijn. Kort, steil en maar liggen klappen en rollen. Maar na een tijdje tussen de Friese kust en Urk wordt het wat vriendelijker, en uiteindelijk onder beschutting van de dijk Lelystad-Enkhuizen, wordt het toch nog gezellig. Om 16.00 liggen we in de box. Wachten op de dag van morgen; het uitladen van Zeepaard. Vrijdag 17 juli. Jurriaan jr. komt aan met de Clio, met gehuurd bakkie erachter. Eerst koffie met gebak, je moet ten slotte aansterken. Dan alles uit de boot. Maar niet helemaal alles, want we moeten nog wat kommaliewant en eten en drinken hebben voor morgen, en voor Arno en Mirjam. Die varen ook nog zondag, ze komen met de trein, en moeten dus wat spullen hebben. De 2 jachten van Pyxis Mare in Het is een ongelooflijke hoeveelheid uitrusting. De Lelystad; de zeilschool waar Christien later les in krijgt aanhanger is barstensvol, en er ligt ook het één en ander in de auto. Om een uur of 3 vertrekt Jur. Hij is nog niet koud weg of we ontdekken dat wij allebei geen enkele jas meer hebben. Nou wordt er voor morgen wel lekker weer verwacht, maar dat hebben we ook al eens eerder gehoord. Er is een watersportzaak op de haven, en die heeft ook nog uitverkoop. Een prachtige reden om de bootgarderobe uit te breiden. We kopen een jasje voor Ella, (heeft kennelijk hoogste prioriteit !?!) een jas voor Christien en een Fleece trui voor mij. Na dit alles gooien we los, en varen door de sluis naar de zuidelijker gelegen haven Lelystad-haven. Daar is een goed restaurant, en we dineren heerlijk. Ons laatste diner met Zeepaard in zicht. Zaterdag 18 juli. We leuken de boot op met de top van de mast) en een verschijnen Arno en Mirjam. gekocht, maar we hebben ze prima, en we hebben en Amsterdam. Eigenlijk tijdens lekker weer gehad! En wij
pavoiseren (vlaggetjes tot in laatste poetsbeurt. Om 10.00 Ze hebben onze boot dan wel nog nooit ontmoet. Het klikt prima zeiltocht naar deze hele trip nog niet zo’n moeten naar huis!
We leggen de boot in de alles door, en vertrekken dan II.
Sixhaven, nemen nog eens voor het laatst van Zeepaard Arno, Mirjam en Zeepaard II
8
Christien kan een traantje niet onderdrukken. De boot heeft ons ongelooflijk veel plezier gebracht, en ons altijd goed beschermd tegen de elementen. Met de trein naar huis. De zon schijnt, we zweten peentjes in de hete trein; het is eindelijk zomer. Jurriaan Christien
Bootloos: tenminste……. tot april volgend jaar!
9