19 daagse reis naar indrukwekkend China met SRC-Cultuurreizen 6 oktober 2005 tot en met 24 oktober 2005 Donderdag, 6 oktober 2005 Amsterdam naar Hongkong Vandaag is eindelijk de dag aangebroken dat we naar China vertrekken. Vele voorbereidingen zijn daaraan vooraf gegaan. Een bezoek aan de infodag van VNC reizen heeft ertoe geleid dat we China hebben gekozen. Vele reisverslagen heb ik van het internet gedownload en met veel plezier gelezen. De touroperator kan wel heel positief schrijven, het is tenslotte de reiziger die je het best kan informeren. Uiteindelijk hebben we gekozen voor SRC-Cultuurreizen omdat deze organisatie een goede prijs kwaliteit verhouding heeft. We zijn met SRC naar Ecuador geweest en dat is tot op heden onze mooiste reis geweest. Helaas publiceert de OAD-groep, waartoe SRC behoort, geen reisverslagen op hun internet-sites. Persoonlijk vind ik dit een gemiste kans. Ik weet zeker dat een goed reisverslag een positieve bijdrage levert bij de besluitvorming van de potentiële boeker. SRC verzorgt het visum. Drie weken vóór vertrek stuur je het paspoort aangetekend op. Middels het internet kun je volgen wanneer het aangetekende stuk door TPG post wordt uitgereikt. De paspoorten en de reisbescheiden zijn een week voor vertrek door SRC aangetekend opgestuurd naar het reisbureau. Het is altijd prettig dat je de benodigde documenten tijdig ontvangt. Ondanks de spanning, dat heb ik bij elke reis, heb ik goed geslapen. Om 7.00 uur staan we op. Janus, onze zwager in de VUT, staat om 8.30 uur voor de deur en brengt ons naar het station in Roosendaal. We nemen de trein van 9.01 uur en zijn om 10.22 uur op Schiphol, veel te vroeg maar dan hebben we alle tijd. Vorig jaar hebben we met de trein ruim twee uur stilgestaan vanwege een wisselstoring. Met in totaal drie uur vertraging konden we nog op het nippertje onze vlucht halen, dit zal ons geen tweede keer overkomen, vandaar deze vroege start. Het is vanochtend heel mistig en ze hebben in de buurt van een startbaan op Schiphol een bom gevonden die onschadelijk moet worden gemaakt. Wie weet wat dat weer zal opleveren. Ik heb de koffers thuis op de personenweegschaal gewogen, elke koffer weegt ongeveer 19 kilo. Voor alle zekerheid weegt Johan ze toch nog even op de luchthaven. Ook daar geven ze gelukkig hetzelfde gewicht als thuis. De KLM is zeer strikt wat het gewicht van de koffers betreft, 1 kilo overgewicht kost je al snel 15 euro. Als we om 12.30 uur inchecken blijkt dat we niet om 16.25 uur vliegen maar om 17.30 uur. De mist is de oorzaak van de vertraging. Tijdens het inchecken zien we al een echtpaar dat deel uitmaakt van ons gezelschap. Ook zij zijn, zoals wij, zeer vroeg. Nu we onze koffers kwijt zijn kunnen we nog wat op ons gemak rondlopen en mensen kijken. We eten een frietje en hamburger bij Burger King. Wellicht zal friet de komende 19 dagen niet op het menu staan. Daarna gaan we door de douane en als tijdverdrijf drinken we nog wat. De mist heeft plaatsgemaakt voor de zon. Plots horen we omroepen dat onze vlucht moet boarden. We laten de halfvolle glazen staan en spoeden ons naar de gate. Dan blijkt dat we nog een heel eind moeten lopen. Toch nog haasten op het laatste nippertje. Als we het vliegtuig instappen neem ik het AD mee om nog wat te lezen onderweg. We vliegen met de KLM, een Boeing 747/400 met de naam Vancouver. De vlucht duurt 10.50 uur en verloopt rustig, we hebben amper turbulentie. Een half uur voordat we landen krijgen we een entry formulier om in te vullen. Alle relevante gegevens heb ik al op papier gezet, dit voorkomt dat we de paspoorten en vluchtgegevens moeten gaan zoeken. Het blijkt later dat mijn “papiertje” nog vaak dienst doet. Om 10.45 uur landen we op het vliegveld van Hongkong op Chek Lap Kok, een eilandje ten noorden van Lantau. De landing is één uur later dan de planning, dit komt omdat we ook één uur later vertrokken zijn uit Amsterdam. Het is inmiddels vrijdag 7 oktober.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
1
Vrijdag, 7 oktober 2005 Hongkong We lopen met de meute mee. Vervolgens stappen we in een soort metro die ons naar de douane brengt. We schuiven aan bij vele Chinezen die ook staan te wachten. Intussen heb ik al menig rood SRC labeltje aan tassen zien hangen. We reizen dit jaar in een grote groep, maar liefst 35 personen. Als we door de douane zijn, gaan we op zoek naar de koffers. Het duurt niet lang of de twee rode koffers liggen op de band. Johan zet ze op een bagagedrager en daarna kijken we uit naar een “SRC bordje”. Als we dat gevonden hebben, schudden we Rick, de gids van de lokale agent in Hongkong, de hand. Er staan al meer medereizigers te wachten. Dan zie ik Suzanne aankomen, zij is onze reisleidster. We zijn in september ook nog naar de SRC informatiedag geweest en daar hebben we haar reeds ontmoet. Langzaam druppelt iedereen binnen. Als de groep compleet is, (Suzanne telt voor de eerste keer de groep en dat zal ze nog heel vaak doen gedurende de reis) rijden we in drie kwartier naar ons eerste hotel, YMCA International House. Het is droog maar zo te zien heeft het pas geregend. Tijdens de rit geeft Suzanne nuttige informatie en deelt de plattegrond van Hongkong uit die ze vervolgens toelicht. Vandaag staan geen excursies op het programma daarom heeft Suzanne voor ons enkele tips op papier gezet. Rick, de gids, deelt in de bus de sleutels van de kamers uit, zodat we meteen de lift kunnen instappen op zoek naar de kamer. Suzanne heeft daarstraks in de bus gezegd dat je beter niet kunt gaan slapen als je snel over de jetlag heen wilt komen. We gaan toch even plat, al is het maar een uurtje. Om 13.00 uur worden we wakker en nemen een lekkere warme douche. Daarna gaan we de stad verkennen. Eerst moeten we Am. $ wisselen voor Hongkong $. Helaas bij de receptie van het hotel zijn ze blut. De receptioniste verwijst ons naar de hoek van de straat. Inderdaad daar zitten een drietal money-changers. Voor 50 Am. $ krijgen we 375 Hongkong $. Je kunt net zo goed Euro’s meenemen, deze worden ook overal geaccepteerd. Gedurende de reis zal ook blijken dat je op heel veel plaatsen kunt pinnen. Toch heeft het wisselen van contante valuta naar lokale valuta mijn voorkeur. De pinautomaten kunnen ook leeg zijn en dan sta je daar. Uiteraard heb ik altijd travellercheques en een credit card bij me voor calamiteiten. Suzanne heeft ons ook de supermarkt gewezen. We kopen een aantal flesjes water voor de komende dagen en nog iets om vanavond te drinken. Het is niet zo’n grote supermarkt maar ze verkopen vanalles. We zien heel veel bekende merken die je bij ons in de supermarkt ook ziet. Het fruit en de groenten zien er goed uit, ze hebben zelfs aardappelen. Aan de kassa verpakken ze elk artikel afzonderlijk in een plastic tasje. Zo stapt menigeen met een flink aantal plastic tasjes de deur uit. We brengen allereerst onze gekochte spullen naar de hotelkamer. Daarna wandelen we door de Nathan Road, een hele drukke straat met ontzettend veel neonverlichting. Vele dubbeldekkers razen door deze straat, ze maken een oorverdovend lawaai. We zien veel goudwinkels, tassenwinkels, restaurants, stalletjes met boeken en tijdschriften en een Mac. Het personeel van de goudwinkels lokt het winkelend publiek naar binnen door het uitdelen van folders. De drukkende warmte valt wel mee, het oorverdovende lawaai van de vele bussen is veel erger. Na ruim een uur hebben we het wel gezien. We hebben trek gekregen. Voor Johan friet en een big mac voor mij alleen een big mac, nu kan het nog, straks zal het wel rijst, rijst en nog eens rijst zijn. Na een half uurtje gezeten te hebben lopen we terug naar het hotel. In de lobby staan geen zitjes om even neer te ploffen. Een gelegenheid om iets te drinken vinden we ook niet. We besluiten dan maar naar de kamer te gaan. Zetten BBC world op en relaxen wat. Johan drinkt een biertje, het smaakt een beetje wrang. Ik heb van thuis cup a soup meegenomen en een mok. Ik heb in reisverslagen gelezen dat je daar verstandig aan zou doen. Er staat een waterkokertje op de kamer en dan zet ik in no time en heerlijke kop tomatensoep. Het is niet alleen lekker, het houdt ook je zoutgehalte goed op peil. Het is intussen donker geworden en we genieten van het uitzicht vanaf de 18de verdieping. Ontzettend veel neonreclame en heel veel verkeer. In de kamer http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
2
zelf hoor je niets van het verkeer. De avond gaat snel voorbij. We gaan vroeg slapen zodat we morgen uitgerust wakker worden.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
3
Zaterdag, 8 oktober 2005 Hongkong Om 7.30 uur gaat de wekker. We hebben heerlijk geslapen. Een frisse douche en om 8.15 uur gaan we ontbijten. Ook hier weer alleen wit brood, kun je wel lekkere toast van maken, maar dan moet je heel veel geduld hebben. Lange rijen wachtende mensen voor de broodrooster die veel te langzaam werkt. Dit probleem doet zich in de gehele wereld voor. Het is altijd een gevecht met de broodrooster. Deze broodrooster is zo’n lopende band ding en werkt perfect. Alleen moet je het brood er twee keer doorheen laten gaan voordat het een mooi lichtbruin kleurtje heeft. Nog wat jam en scrambled eggs en bacon en we kunnen aanvallen. Een jus doet het ’s morgens altijd goed. Om 9.30 uur vertrekken we met de bus. Ik zie heel veel gezichten. Het zal nog wel even duren voordat iedereen elkaar kent. Het is nog heel druk op de weg ondanks dat de spits al voorbij is. We rijden op een tweebaansweg door de tunnel. Het verkeer uit tegenovergestelde richting rijdt door de andere tunnelbuis. De tunnel loopt onder de haven door en verbindt het schiereiland Kowloon met Hongkong Island. Evenals in Kowloon zien we ook hier heel veel wolkenkrabbers, alles toont hier wat nieuwer en luxueuzer. Allereerst bezoeken we het nationale monument: een vergulde orchidee. Dit monument heeft in 1997 de plaats ingenomen van het standbeeld van de Queen of England want sinds 1-7-1997 is Xianggang (Geurige Haven) zoals Hongkong in het Chinees heet, weer onderdeel van de Volksrepubliek China. De orchidee staat op een groot plein, op een prachtige rode marmeren sokkel, afgebakend door paaltjes met kettingen daartussen. We lopen wat verder en hebben dan een schitterend uitzicht op de haven. De ferryboten varen af en aan. De lucht is strakblauw, het zicht is heiig maar wel heel bijzonder. Als we nog wat verder lopen zien we juffen die met hun kleuters op pad zijn. Ze dragen allen een geel kort broekje met een geel shirtje met daarover een wit mouwloos bloesje. Op het bloesje hangt volgens mij het naamplaatje. En ze hebben allemaal een knal oranje petje op. Ze gaan met z’n allen keurig op een rij op een aantal trappen zitten en krijgen zo te zien tekenles. Nog even wat close-ups van die kleine keurige rakkers, zij komen niets te kort. De foto’s van de skyline laten onvoldoende zien hoe je het echt hebt gezien en beleefd. Suzanne vraagt ons de bus in te stappen want we rijden nu naar Victoria Peak. Dit is de top van de 550 meter hoge heuvel. Hier woonden en wonen de machtigen van Hongkong. Het uitzicht tijdens de rit naar Victoria Peak is heel mooi. Helaas kan de bus niet stoppen. Menigeen maakt foto’s door het raam van de bus. We rijden met de bus de heuvel op en gaan vervolgens in twee groepen met een lift naar boven. Op de Peak zelf is het uitzicht niet zo mooi als de rit ernaar toe. Met het groen (grassen en bamboesoorten) op de voorgrond krijgt de foto een speciaal effect. Je hebt een uitzicht over de haven met heel veel hoge, hogere en nog hogere wolkenkrabbers. Aan de noordkant van Hongkong Island is Kowloon gelegen. We hebben heel veel geluk met het weer, de zon schijnt heerlijk en het is rond de 30 graden. De luchtvochtigheid is zelfs extreem laag voor Hongkong zegt onze gids Rick, dat maakt het weer zo aangenaam. Op het uitkijkpunt zijn vele souvenirstalletjes, ook zie ik de eerste westerse (Nederlandse) toeristen. De gids zwaait met een vlag met De Boer en Wendel erop. Als iedereen is uitgekeken rijden we naar de tempel Kwum Yan die gelegen is aan het water. We worden welkom geheten door 2 stenen leeuwen. Het vrouwtje staat links, heeft een welpje onder haar poot en het mannetje staat rechts, heeft een http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
4
bal onder zijn poot. Dan lopen we op een put met schildpadden, deze zorgen voor geluk. De prachtig grote beelden staan niet overkapt in een tempel maar staan in de buitenlucht en ze zijn nog heel bijzonder ook. Het beeld van de Godin van Genade is werkelijk schitterend. De buik van de lachende Boeddha is inmiddels zwart geworden van het aaien. Als je drie keer over zijn buik aait brengt het je geluk. Iedereen is weer tijdig op de afgesproken plaats zodat we richting Aberdeen kunnen rijden. Aberdeen ligt in het zuiden van Hongkong Island. In dit voormalige vissersplaatsje liggen in de haven nog veel traditionele schepen: sampans en gemoderniseerde jonken. We maken met een sampan (kleine houten boot met een dakje erboven) een tochtje van 20 minuten door de haven. Een oud vrouwtje zit aan het roer (een stok waar ze mee stuurt). We zien niet alleen de traditionele boten liggen maar ook zeer luxe jachten. Vele boten dienen nog steeds als woonhuis voor de vele vluchtelingen. Het zijn hoofdzakelijk oudere mensen die nog op de boten wonen (toch zie ik ook veel kinderen). De nieuwe generatie kiest tegenwoordig voor het wonen aan land. Waar je ook kijkt, aan alle kanten rijzen enorme hoge flats omhoog. Hongkong Island is het zakencentrum dus vandaar dat je hier ook die enorme super de luxe hoge kantorenflats om je heen ziet. Op een enorme ark is het beroemde Jumbo Floating Restaurant gevestigd. In de Amsterdamse haven ligt hiervan een replica. De 20 minuten zijn snel voorbij. We betalen de bootvrouw en verlaten de boot. De excursies voor vandaag zitten erop. We rijden met de bus naar Kowloon, we passeren de paardenrenbaan Happy Valley en zien menig schitterend landhuis. Op dit eiland wonen voornamelijk de rijken. Vanuit Kowloon rijdt ook maar één lijndienst (dubbeldek bus) naar Hongkong Island. Ze willen het eiland en de stranden voor zichzelf houden en niet te toegankelijk voor iedereen (de gewone mens) maken. We zien ook nog de typische Engelse dubbeldek trammetjes rijden. Als we in Kowloon zijn aangekomen gaan we ons snel opfrissen want om 13.30 uur lopen we met zijn allen naar een dum sum restaurant. Suzanne heeft voor de gehele groep tafels gereserveerd. Het restaurant ligt dichtbij het hotel. Met een roltrap gaan we naar boven. Je kunt je amper voorstellen hoe massaal dit is. Ik kan het niet goed inschatten maar er staan honderden tafeltjes en die tafeltjes zijn allemaal bezet door Chinezen die gretig zitten te slurpen. Als we binnen komen zijn wij een bezienswaardigheid. We zitten met negen personen aan een tafel. Suzanne legt ons even uit hoe het gaat. Op de tafel ligt een glazen draaiplateau (lazy daisy). Hierop worden de dumplings (gestoomde en gefrituurde deeghapjes) neergezet. Op de glazen plaat worden ook een aantal potten jasmijnthee neergezet. Als de pot thee leeg is en je wilt dat deze opnieuw gevuld wordt moet je het dekseltje onderste boven op de theepot leggen. De thee wordt geschonken in kleine kommetjes zonder oor. Het is nog wel even wennen die jasmijnsmaak. Dan legt Suzanne uit hoe we de stokjes moeten vasthouden. Johan ziet de stokjes niet zo zitten en vraagt om een vork en mes. Hij is niet de enige in het gezelschap. Ik heb mezelf voorgenomen dat ik de gehele reis met stokjes ga eten. Ik moet wel zeggen dat het een gevecht is. Het ene moment gaat het uitstekend en dan ben ik opeens de pak kwijt en lukt het voor geen meter. De dumplings zijn wel smakelijk, het ene hapje smaakt lekkerder als het andere maar wat we eigenlijk hebben gegeten weet ik niet. Suzanne heeft het wel verteld maar omdat ik zo met mijn stokjes bezig was heb ik het niet gehoord. Na de hapjes komt de nasi, mihoen en mie. Deze moet je in een klein kommetje doen en vervolgens leegslurpen. De mihoen lukt wel, de slierten bereiken vanzelf je mond en je slurpt het naar binnen. Met de rijst gaat het iets moeilijker. Er zit niet veel smaak aan, een beetje flauw. We verlaten op eigen gelegenheid het restaurant en lopen naar het hotel. We gaan vanmiddag nog uitgebreid de omgeving van Nathan Road verkennen. Eerst wissel ik nog 20 Am $, de koers is gedaald, gisteren was deze nog 7,50 nu maar 7,20. We lopen langs vele restaurants. Voor de raam geven ze op afbeeldingen weer wat je kunt eten. Op een gegeven moment komen we uit op een binnenplaats. Oudere mannen spelen een soort damspel. Het moet wel heel spannend zijn want bij elk bord staan een aantal toeschouwers mee te kijken. Menig speler paft er stevig op los. Op het binnenplein heerst een oase van rust terwijl aan de andere kant het verkeer langs raast. Ik kan hier nog wel uren vertoeven maar helaas mijn wederhelft vindt er niks aan en wil nog meer gaan verkennen. We http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
5
lopen langs vele winkels, eetstalletjes, boeken- en tijdschriftenstalletjes. Op deze manier doe je wel een goede indruk op van de stad. De vele torenhoge flats vind ik smerig. Ik denk dat ze smerig worden van de uitlaatgassen. Ramen zemen doen ze volgens mij nooit, ook wel gemakkelijk. Eten doen ze op de hoek van de straat bij de vele eetstalletjes. Het zijn hoofdzakelijk bussen en taxi’s en wat duurdere auto’s die je ziet rijden. Het geluid van het verkeer is vreselijk irritant en doet pijn aan je oren. Ik heb geen fiets op straat gezien. We lopen nog even langs onze buurtsuper zodat we het voor vanavond nog wat gezellig kunnen maken. Jammer dat je geen terrasje kunt pikken. We lopen terug naar het hotel. Ik heb wel trek gekregen in iets hartigs en zet het waterkokertje aan en maak een kop heerlijke tomatenbouillon. Johan pakt zijn mobieltje en ziet dat Ineke, zijn collega, een sms’je heeft gestuurd, wat leuk. Hij heeft voordat we op vakantie gingen het sms’en van Ineke geleerd. Na een aantal uurtjes hebben we het wel gezien op de kamer en willen we de neonverlichting wel eens van dichtbij meemaken. We lopen tussen de mensen massa. Het is intussen 19.30 uur geworden en we hebben wel trek. Ik heb zin in een pizza. Dus op zoek naar een Italiaans restaurant. We zien een spaghetti tent. Voordat je de roltrap opgaat kun je op een tableau de menu’s zien die geserveerd worden. Ziet er goed uit, ze hebben pizza’s. Johan ziet de nodige mensen naar boven struinen en zegt dat hij daar niet op gaat wachten. Toch even kijken of al die menigte het eethuis inlopen. Voor het eethuis staat een bank en daar zit al dat volk te wachten. Zelfs vóór de bank staan een hele meute te wachten. Als één persoon het eethuis verlaat mag de persoon die als eerste op de bank zit naar binnen. Hier is dus geen wachten op. Weer verder op zoek. Heel veel restaurants maar uiteraard allemaal Chinese en dat willen we niet. Dan toch maar naar de Mac. Alle tafeltjes zijn bezet, niet alle stoelen. We vragen netjes of we bij een Chinees meisje aan tafel mogen zitten, ze giechelt wat. We nemen alleen friet, de big mac van gisteren was niet zo lekker en heel veel honger hebben we ook niet. Ook hier in Hongkong kennen ze alleen ketchup en niet die lekkere mayonaise die ze bij ons bij de Mac hebben. Saskia en Tom zitten ook bij de Mac te eten. Als we de friet achter onze kiezen hebben lopen we terug naar het hotel. Ik fatsoeneer nog even de koffers want die moeten morgenochtend om 7.00 uur op de gang staan.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
6
Zondag, 9 oktober 2005 Hongkong naar Guangzhou De wekker gaat om 6.00 uur. Uit bed en douchen want om 7 uur moeten de koffers op de gang staan. Om 7.15 uur gaan we ontbijten. Hetzelfde ritueel als altijd maar ik mis nu de lekkere gebakken bacon. Om 8.00 uur rijden we richting het station Hung Hom op Kowloon. Het is weer schitterend zonnig weer. De drukte onderweg valt reuze mee zodat we tijd zat hebben. We checken de koffers in en hebben dan nog ruim een half uur om wat rond te slenteren. Voordat we de trein instappen moeten we door de douane en de exit-card van Hongkong moet worden ingeleverd. De trein vertrekt om 9.25 uur. Deze is netjes en heel comfortabel. We zitten met z’n vieren aan een tafeltje (Wim en Diana uit Badhoevedorp). Niet iedereen heeft een tafeltje. Onderweg is ook weer heel veel hoogbouw te zien. Ook worden hier en daar de akkers op een primitieve manier bewerkt. Suzanne komt nog langs om het verschil tussen de biljetten inYuan’s uit te leggen. Het is 11.15 uur en we arriveren in Guangzhou. Vreemd, we moeten weer door de douane. Op papier maakt Hongkong sinds 1997 deel uit van China maar in de praktijk zijn het nog twee verschillende landen. De formaliteiten duren een eeuwigheid, al is de ene beambte wat sneller als zijn of haar collega. Daarna is het weer wachten op de bagage. We laten de andere passagiers voorgaan zodat Suzanne onze koffers in één keer kan afhandelen. We lopen een heel eind met de koffers, twee roltrappen af en dan door het stof naar de bus. Onze gids heet Winston en zal ons zijn stad laten zien. Guangzhou is een hele moderne schone stad. Op de weg rijden niet alleen auto’s en bussen, hier kunnen de fietsers en bromfietsen ook fatsoenlijk rijden, dit in tegenstelling met Hongkong. We rijden allereerst naar het lunchadres. We zitten samen met Tom, Saskia, Petra, Frieda, Margriet, Anita en twee personen die ik nog niet ken aan een ronde tafel met een draaiplateau. Op het draaiplateau verschijnen schalen met diverse ingrediënten, groene slierten en een grote vis met kop (de kop laten ze aan de vis zitten om te laten zien dat het verse vis is). Je krijgt bij het eten één glas bier of fris en thee is er volop. Het eten met de stokjes gaat nog niet zo geweldig. Johan eet gemakkelijk met zijn mes en vork. Als toetje watermeloen. Voordat we op pad gaan moet ik nog snel naar de wc. Het zijn hurk wc’s en zeer schoon. Suzanne wil allereerst de fooienpot gevuld hebben. Ze stelt voor om met z’n allen te gaan pinnen. Dit gaat heel snel en gemakkelijk. Per persoon stoppen we 600 Yuan ong. € 60 in de fooienpot, hiervan betaalt ze de fooi voor de gidsen, buschauffeurs en kofferjongens. Voor de kamermeisjes/jongens moet je zelf iets neerleggen. Allereerst brengen we een bezoek aan het Yue Xiu-park. Dichtbij de ingang van het park staat boven op een heuvel het grote standbeeld van de vijf geiten, als teken van de legendarische oorsprong van Guangzhou. Daarna lopen we weer naar de bus. Onderweg naar de eerste Boeddhistische tempel geeft Suzanne uitleg over het Boeddhisme. Ik leer elke keer weer. Ik ga toch eens een boek kopen zodat ik alles beter kan onthouden. Je moet nu zoveel tegelijk in je opnemen en dan ben je toch snel weer een heleboel informatie kwijt. De tempel van de zes Banyanbomen (Liu Rong Si) heeft een prachtige Bloemenpagode (Hua Ta), in 537 gebouwd op een achthoekig voetstuk. De pagode is ongeveer 60 meter hoog en bestaat uit negen verdiepingen. Je kunt de pagode tot bovenaan beklimmen (185 treden). Daarna rijden we naar de Chen Clan-tempel, de vooroudertempel van de familie Chen. In deze tempel is tegenwoordig het provinciale kunstnijverheidsmuseum gevestigd. Dit tempelcomplex (2.340 m²) is gebouwd tussen http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
7
1840 en 1846. Het geeft een goede indruk van de vroegere Zuid Chinese bouwstijl weer. Bijna elke deur, raam, dakbalk en zuil is prachtig uitgesneden en langs de dakranden zijn terracotta beeldhouwwerkjes. De drempel en de dubbele deuren moesten de kwade geesten buiten houden. Deze tempel is ten tijde van de culturele revolutie gespaard gebleven omdat het complex diende als legerplaats. Een bezoek aan dit tempelcomplex is zeer de moeite waard. Daarna rijden we naar het centrum van Guangzhou waar we een uurtje vrije tijd hebben om een beetje rond te struinen. Vandaag is het zondag en veel mensen zijn vrij. Toch is het in China gebruikelijk dat op alle dagen van de week gewerkt wordt. Ik zie voor de eerste keer een klein kind die een broek met een gat (op de bibs) draagt. Dit is typisch Chinees, hoeven ze het kind niet zo vaak te verschonen. Ik wil een foto maken maar Johan vindt dat heel stom, dus dan niet. De jeugd eet allerlei exotisch eten aan stokjes o.a. schorpioen, slang, zeepaardjes en nog veel meer. Een beetje neusophalend kijk ik de meisjes en jongens aan. Ze hebben de grootste lol omdat ik dat eten zo’n bezienswaardigheid vind. De straten zijn versierd met duizenden rode lampionnetjes, heel feestelijk. We genieten van het vrije uurtje en als het leuk is dan gaat de tijd snel. Als iedereen present is stappen we in en rijden we naar een restaurant voor het diner. We nemen weer plaats aan een ronde tafel met draaiplateau. Aan tafel zitten Adrie, Jos, Margriet, Anita, Wim, Godelieve en wij. Hetgeen op tafel verschijnt is niet smaakvol. Daarna rijden we naar het hotel waar de koffers reeds op ons staan te wachten. Het is een zeer chique hotel (Landmark Canton) en ligt aan de oever van de Parelrivier. We zitten op de 25ste verdieping. ’s Avonds lopen we nog langs de boulevard die mooi verlicht is. We worden regelmatig lastig gevallen door fotografen die een foto van ons willen maken. Als je eenmaal nee hebt gezegd zeuren ze ook niet langer. De bedelaars die we tegenkomen blijven maar achter je aanlopen. We willen nog op een terras gaan zitten om iets te drinken maar overal moet je iets eten en dat willen we niet. Misschien was het uiteindelijk wel gelukt om alleen iets te drinken maar daar hebben we niet echt ons best voor gedaan. We lopen de buurtsuper 7-Eleven in, deze winkel is 24 uur open en we kopen nog wat lekkers voor vanavond. Vanuit onze kamer hebben we een prachtig uitzicht over de Pearl River en dat is ook genieten. Het oversteken op de zebra’s gaat niet zoals bij ons. Ook al lopen we op de zebra, de auto’s rijden gewoon door. We wachten totdat een stel Chinezen oversteekt en lopen met hun mee. Zij zijn het oversteken op deze manier gewend. Ik moet wel zeggen dat we met ons leven spelen want het oversteken is levensgevaarlijk. We genieten van het riante uitzicht. We maken het niet te laat want morgen gaat de wekker weer om 6.00 uur.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
8
Maandag, 10 oktober 2005 Guangzhou naar Guilin Om 6.00 uur gaat de wekker. Een warme douche en om 7.00 uur ontbijten we op de 39ste verdieping. Buiten doet de zon een poging om door te breken. We vliegen om 10.05 uur naar Guilin. We checken de koffers in en kijken even hoeveel ze wegen. Als we van Guilin naar Kunming vliegen mag de koffer absoluut niet meer dan 20 kg wegen. Dus als de weegschaal nu meer aangeeft dan 20 kg moeten de meerdere kilo’s worden overgeheveld naar de handbagage. Elke koffer weegt ong. 21,5 kg, dit is 3 kg teveel. Op de luchthaven Schiphol gaf de weegschaal totaal 40,3 kg aan. Wellicht zijn het de twee spijkerbroeken, de fleece vesten en wat blikjes drinken. We hebben een extra tas bij ons dus daar doen we straks de extra kilo’s in. De vlucht duurt drie kwartier. Als de landing wordt ingezet zie ik de eerste pieken van het karstgebergte, wonderlijk schoon. Daarna op zoek naar de koffers. Dan blijkt dat onze tweede koffer en nog enkele koffers van andere reisgenoten met een andere vlucht meekomen. Tijd is tijd zeggen de Chinezen en sluiten gewoon de bagageband ongeacht of alle bagage van de passagiers in het vliegtuig zit. Na een half uur wachten, rollen de ontbrekende koffers binnen. Onze gids voor Guilin, Steven, een mooi ventje, wacht ons op. Het is intussen lunchtijd geworden. We zitten aan tafel met Miep, Victor, Ruud, Ina, Peter, Lidy en de andere twee ken ik nog niet bij naam. De smaak van het eten is totaal anders dan in Guangzhou, zoet en zoetzuur. Persoonlijk vind ik dit heel smakelijk. Dan is het tijd geworden voor ons uitstapje naar de Rietfluitgrot (Lu Di Yan). Het zonnetje schijnt heerlijk. Als we de bus uitstappen, worden we bestormd door de vele verkopers. Ze verkopen prachtige boeken, fluitjes, kaarten en allerlei snuisterijen. Suzanne heeft ons gevraagd meteen door te lopen en niets te kopen want straks hebben we daar nog tijd zat voor. Het valt niet mee om de verkopers af te schudden. Het zijn volhouders, zelfs op de smalle trap blijven ze ons volgen. De Rietfluitgrot ligt bij een voorstad in het noordwestelijke gedeelte van Guilin. Het is de beroemdste van alle grotten in het gebied rond de stad. De grot dankt zijn naam aan het riet dat eens bij de ingang groeide en waarvan de plaatselijke bevolking fluiten maakte. Sinds 1959 is de grot toegankelijk voor toeristen. We maken onder leiding van een gids een wandeltocht van ongeveer 500 meter. De grot is vele stalagmieten en stalactieten rijk. Op zich is dit alles zeer fascinerend ware het niet dat de stalagmieten en stalactieten in vele kleuren verlicht worden. Afschuwelijk vind ik dit. Een natuurlijke kleur kan mooi zijn want zonder licht is de grot donker en zie je al het moois niet. Nee, deze bonte kermis kan me niet bekoren. Je moet ook over een grote fantasie beschikken want de Chinezen zien in de formaties van stalagmieten en stalactieten allerlei voorwerpen en dieren. Bijvoorbeeld: duizendpoot, sneeuwman, kerstboom, mannetjesleeuw etc. De grootste ruimte is het Kristallen Paleis (Shui Jing Gong) waar meer dan duizend mensen kunnen staan. De stalagmieten en stalactieten zijn verlicht door blauwe neonbuizen en het geheel weerkaatst in een soort meertje dat zich daar bevindt. Het geheel doet wat mysterieus aan. De rondleiding is ten einde en zodra we buiten komen zijn de verkopers weer van de partij. Ook al geef je aan dat je geen belangstelling hebt dan blijven ze toch aan je trekken. Een klein manneke van ongeveer drie of vier jaar verkoopt fluitjes. Hij heeft van zijn moeder goed geleerd hoe hij het moet doen. Het is een schatje, ik geef hem wat snoepjes. Op goed geluk maak ik snel wat foto’s. Als het ventje ziet dat ik een foto wil maken doet hij zijn handen voor zijn gezicht. Zijn moeder gebaart dat ze geld wil hebben voor een foto. Geld geven voor een foto is tegen mijn principes, dan maar geen foto van het manneke. Als iedereen present is rijden we naar het “parelmuseum”. Ze noemen het een museum omdat het beter klinkt. Eerst krijgen we uitleg over de oester en de parel. Daarna worden de parelkettingen geshowd door een aantal Chinese dames. Ze paraderen over de bühne. Wat een commercieel en lachwekkend vertoon is dit. Toch maar een paar close ups voor de herinnering. Daarna is er tijd om de parels te kopen. In allerlei varianten en kleuren. Dit spektakel is niet aan mij besteed dus zoek ik snel http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
9
een luie stoel op om het geheel gade te slaan. Ik blijk niet de enige te zijn die niet geïnteresseerd is. We maken er een gezellig onderonsje van onder het genot van een bekertje water. Alles bij elkaar duurt dit alles toch wel een uurtje. In de bus blijkt dat de zaak goed gesponsord is. Menig ketting en oorbel wordt geshowd. Vervolgens staat de Olifantslurf-heuvel (Xiang Bi Shan) op het programma. Deze rots aan de oever van de Li-rivier lijkt op een olifant die met zijn slurf uit het water van de rivier drinkt. De rots is het symbool van de stad Guilin. Ook hier moet je weer over heel veel fantasie beschikken wil je de slurf van de drinkende olifant in het geheel herkennen. Enkele vissers op de rivier zorgen voor mooie plaatjes. Een tweetal aalscholvers zit op een drijvend vlot. Veel Chinezen zijn met vakantie en de enige westerse toeristen, buiten onze groep uiteraard, zijn een paar Duitsers. In de krant BN De Stem stond op zaterdag 24 september j.l. “Chinezen op reis: uittocht 370 miljoen, Chinezen pakken in de eerste week van oktober auto, trein of vliegtuig voor een bezoek aan familie en vrienden”. Dit artikel klopt tot op heden. Ik vind het wel prettig dat we zelden westerse toeristen tegenkomen. Een veer brengt de mensen van de ene oever naar de andere oever van de rivier. We zetten ons neer op de “stoep” en genieten van het reilen en zeilen om ons heen. Chinezen gaan heel graag op de foto. Ze poseren voor alles wat los en vast zit. Staan kaarsrecht, vertonen geen lach, lippen stijf op elkaar, hoofd omhoog, armen strak langs het lichaam. Leuk schouwspel. Als je wilt kun je tegen betaling jezelf laten fotograferen met meisjes in een kostuum van de minderheden van Yunnan. Deze meisjes zijn geen minderheden, allemaal nep. Suzanne zegt, “dat is hetzelfde als een Fransman in een Volendammer kostuum”. Zolang we daar gezeten hebben, hebben ze geen klant gehad. Over de rivier varen een aantal rondvaartboten. Zullen wij hier morgen ook varen? Wie weet. Intussen is het 16.45 uur, hoogste tijd om de bus op te zoeken. We rijden naar het hotel Universal Guilin, dat momenteel wordt gerenoveerd. De koffers staan ook hier weer op ons te wachten. Suzanne deelt de sleutels uit en we gaan op zoek naar onze kamer. We hebben hier weer een geweldig uitzicht. De Li-rivier stroomt aan de overkant van de straat. Als het donker wordt is alles weer schitterend verlicht. Daar zijn de Chinezen heel goed in. Om 18.30 uur is het diner. Vele schalen met diverse ingrediënten. We delen de tafel met Jos, Adrie, An, Frans, Godelieve en Wim. Na het diner wissel ik $100 voor 800,67 Yuans. Als je omrekent naar euro’s is 100 yuan ongeveer 10 euro. Daarna gaan we de stad wat verkennen. Ook in deze stad is de fiets en de scooter populair. De stad is heel westers. De winkels zijn zelfs nog grootser dan we zelf gewend zijn in ons eigen landje. De mensen zijn westers gekleed. Het is dat je overal de Chinese karakters in neonverlichting ziet anders zou je denken dat je in een grote Europese stad loopt. Toch wel een beetje jammer. De temperatuur is nog zeer aangenaam. Op een terras zou het goed vertoeven zijn. Helaas een leuk terras vinden we niet. De winkels zijn zeven dagen per week open en sluiten pas om 21 of 22 uur. Op weg richting hotel lopen we een grote supermarkt binnen. Het assortiment is groter dan bij ons in de supermarkt. We kopen wat lekkers voor vanavond en lopen naar het hotel. Op de kamer vanuit de erker hebben we een geweldig uitzicht op het buitengebeuren. Ik bekijk de foto’s de ik vandaag gemaakt heb. De foto’s van de grot wis ik op een aantal na. Ze zijn helemaal niet mooi. Morgen gaan we varen op de Li-rivier. Daar heb ik héél veel zin in. Steven heeft in de bus gezegd dat de weersverwachting voor morgen goed is, 28 graden en veel zon. We hebben het tot nu toe met het weer erg getroffen. Ik hoop dat het zo blijft.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
10
Dinsdag, 11 oktober 2005 Guilin Vandaag wordt pa 75 jaar. Om 6.30 uur worden we gewekt door het irritante geluid van het reiswekkertje. Opstaan, wassen, tandenpoetsen en om 7.30 uur ontbijten we. Om 8.30 uur vertrekken we met de bus naar de Li-rivier. Vele boten liggen te wachten om de massa toeristen welkom te heten. Vandaag gaan we genieten van het bijzondere mysterieuze karstgebergte. Guilin en omgeving is één van China’s mooiste plekjes met het meest “Chinese” landschap. Uniek in de wereld. Ons eigen regionaal dagblad BN De Stem schrijft op 10 september 2005 op de Reizenpagina “Onbekende pareltjes. Een landschap van karstformaties van hoog oprijzende, begroeide kalksteenkegels. Die als een keten rondom Guilin en voornamelijk langs de oevers van de Li-Rivier (Li Jiang) staan zijn zeer betoverend. Honderden miljoenen jaren geleden was de gehele streek bedekt door een zeebedding van kalksteen. Door aardverschuivingen ontstonden plateaus en valleien en werden honderden kalksteenformaties (karst) gevormd. Eeuwenlange erosie, veroorzaakt door, voor in dit gebied unieke omstandigheden van wind, zeewater en regen, zorgde voor de meest fantastische vormen van de kalksteenbergen. Tevens ontstonden onder de bergkegels onderaardse grotten en rivieren”. Na een tocht van ongeveer drie uur zullen we met de boot aankomen in Yangshuo. Onderweg is het betoverend mooi. Heel veel boten varen achter elkaar en toch is dit niet storend. De zon staat hoog aan de hemel. Ik geniet met volle tuigen boven op het dek van de boot. De Chinezen hebben geen oog voor al het moois onderweg. Ze vinden elkaar en de souvenirs die worden aangeboden veel interessanter. Een man komt langs met een pot met drank waar een slang in zit. Het “sapje” zou potentieverhogend werken. Menig Chinees probeert een glaasje. Onderweg staan ossen in de rivier en sleuren grassen van de bodem en slurpen de lekkernij naar binnen. De rivier is zeer ondiep. Het heeft in het regenseizoen maar amper geregend. Door deze lage waterstand kan de boot niet snel varen. De planning van 3 uur varen zullen we niet redden. Onderweg doet menig souvenirverkoper zijn best om de souvenirs aan de man te brengen. Ze varen op een vlot van een vijftal dikke bamboebomen die aan elkaar zijn vastgemaakt. Daarop hebben ze de mand met souvenirs staan. Ze pikken hun vlot vast aan de boot en roepen hello, hello, hello. Op deze manier trekken ze onze aandacht met de bedoeling om hun waar (souvenirs) aan ons te verkopen. Voordat we naar het bovendek gingen werd ons gevraagd of we extra vis wilden hebben bij de lunch. Hiervoor moest wel extra betaald worden. Nu begrijp ik de vraag. Ik zie namelijk dat de vis tijdens de bootreis wordt gekocht van de vissers die ook op de rivier varen. Mooie taferelen zijn dat. Dit is echt genieten. Betoverend mooi. Er wordt omgeroepen dat we moeten lunchen. Vliegensvlug worden de schalen op tafel gesmeten en ze worden ook weer super snel weggehaald. Dat betekent snel eten. Ze hebben vorken bij de borden gelegd. Ik ga nu voor de vork en niet voor de stokjes want dat duurt te lang. De lange groene slierten lukt niet alleen met de vork. Ik heb ook mijn handen nodig om alles bij mijn mond te krijgen en binnen te slurpen. De Chinezen doen het ook zo. Netjes eten is er deze reis niet bij. Na de lunch ga ik niet meer naar het bovendek. Het is daar te warm. Op het benedendek is de plaats beperkt. Er waait een lekker briesje en er is schaduw. Johan gaat op gegeven moment binnen zitten. Hij is niet de enige. Menigeen heeft zelfs zijn ogen al gesloten. Dit is toch jammer, je bent tenslotte maar één keer in China. Ik klets wat met Diana, Wim en http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
11
Nel. Diana vertelt dat ze schildert, ze heeft hiervoor een opleiding gevolgd. Kinderen zwemmen in de rivier en gillen naar ons. Achteraf begrijpen we dat we geld hadden moeten gooien en dan duiken zij het geld op. Diana gooit nog snel muntgeld. Een Chinese zegt dat het papieren geld moet zijn. Na ruim 5 uur varen komen we aan op de plaats van bestemming. Het is 14.45 uur, we leggen aan in Yangshuo. Meteen bij aankomst staan oude mannetjes met aalscholvers op een stok te wachten totdat je een foto neemt zodat ze geld kunnen vangen. In de brochure schrijft SRC dat we gaan fietsen. Met algemene stemmen is gisteren besloten dat we niet gaan fietsen maar gebruik maken van elektrische “karretjes”. We delen het karretje met Diana en Wim en Nel en Jaap. Zo’n karretje gaat veel sneller dan fietsen zodat we nu veel meer van het platteland kunnen verkennen. Jos, Adrie, Victor en ik hadden eigenlijk liever gefietst. Gezien de enorme hitte en het slechte pad (keien, hobbels en kuilen) is het toch beter om in een karretje te zitten. Eén nadeel is er wel, met de fiets stop je wanneer je zelf wilt, de karretjes stoppen alleen op commando van de gids of Suzanne. De rijpe en geoogste sawa’s met op de achtergrond het karstgebergte is prachtig. Het zijn schitterende plaatjes. Zodra we stoppen worden we bestormd door souvenirverkopers. Waar die ineens vandaan komen is een raadsel. Ook hier willen ze weer geld voor een foto. Met de grote optische zoom maak ik op enige afstand wat leuke foto’s. Ik deel wat snoepjes uit. Eigenlijk zijn ze wel brutaal want een meisje maakt me duidelijk dat ze graag het hele doosje met snoepjes wilt hebben. Ik geef haar het doosje. Wat kan het mij ook schelen, koop ik wel weer andere. Hoe klein de kindjes ook zijn. Ze leren al heel vroeg hoe ze souvenirs aan de man moeten brengen. Zo ook het kleine meisje. Steven geeft uitleg over de rijstbouw. Ik heb niet alles kunnen horen maar het blijkt dat de tweede oogst van het jaar rijp is en dat is ook meteen de laatste oogst. Luisteren en foto’s maken gaat niet gelijk op. De volgende stop is bij een familie waar we binnen een kijkje mogen nemen. Een fleurige entree, met deur. In het voorportaal (nog buiten) hangt tussen het wasgoed het vlees te drogen. Een oud mannetje vlecht van bamboe een hoed. Het keukentje is heel primitief. Twee plateautjes die gestookt kunnen worden met hout. Een grote zwarte pot en een zwarte wok, wat schaaltjes, tandenborstels (4 stuks) en eetstokjes. Als we het huisje buiten komen zit de vrouw des huizes (een rimpelig oud vrouwtje) met een emmer bij de ingang. We rijden weer verder. Onderweg zie ik twee jonge westerse toeristen een biertje drinken bij zo’n lokaal huisje. Op die manier proef je het plattelandsleven pas echt. Ik zou hier best een aantal dagen met de fiets kunnen vertoeven en alles op mijn gemakje observeren en proeven. Helaas dat zit er deze reis niet in. We verlaten het platteland en worden door de karretjes bij de bus afgezet. De tocht over het platteland is echt schitterend en vormt een groot contrast met de grote steden. Steven vertelt dat in zo’n huisje drie generaties wonen. Veelal verlaten de jongens op een bepaalde leeftijd het ouderlijk huis en gaan in het leger. Als de diensttijd voorbij is keren ze niet terug naar huis maar blijven in de stad. Deze beweging brengt de laatste tijd veel criminaliteit met zich mee. Met de opgedane kennis in het leger zijn ze de politie vaak te slim af. Momenteel worden hiervoor nog geen maatregelingen getroffen. Op weg naar het hotel vertelt Steven over het huwelijk in China. Toen zijn ouders in de jaren vijftig trouwden, werden zwart/wit foto’s gemaakt, de trouwkleding was een uniform, en het cadeau was het rode boekje van Mao. In de jaren zeventig bestonden de cadeaus uit een wasmachine, koelkast en auto. Momenteel is een schaarste aan vrouwen en heeft het meisje de jongens voor het uitkiezen. Haar eisen zijn niet gering. Op de dag van het huwelijk draagt ze drie verschillende jurken. Een grootse fotoreportage wordt gemaakt. Een groot banket wordt gegeven. Haar toekomstige man moet in het bezit zijn van een eigen huis en moet een goede carrière in het vooruitzicht hebben. Om 17.30 uur zijn we bij het hotel. Om 19.00 gaan we met zevenen (Miep, Victor, Wim, Diana en Frieda) in het hotel eten. Onze andere reisgenoten gaan naar een voorstelling en eten later. Steven inventariseert of we belangstelling hebben voor de typisch Chinese stempel met onze voornaam in Chinese karakters. Die willen we wel hebben. Het eten is niet zo geweldig. We hebben snel gegeten en lopen de stad in. De straten steek je over middels ondergrondse oversteekplaatsen. Op een gegeven moment is alles zeer onbekend http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
12
wat we zien. Blijkbaar hebben we met het ondergronds oversteken iets niet goed gedaan. We lopen het hele stuk weer terug totdat we weer iets “bekends” zien. We besluiten terug naar het hotel te lopen en genieten van het uitzicht en de rust. Op de kamer heb je altijd de beschikking over kokend water. Er staat een waterkokertje of een waterautomaat waaruit je koud water kunt tappen om te drinken of kokend water om thee te zetten. Kopjes cq glazen en thee staan gratis tot je beschikking. Zo maak ik ook in China weer een beker met een lekkere cup a soep.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
13
Guilin naar Kunming Woensdag, 12 oktober 2005 Om 7.00 worden we wakker en om 7.30 uur de wake-up call. In een rap tempo werken we ons ochtend ritueel af. Een half uur later zitten we al aan het ontbijt. We vertrekken om 9.00 uur naar het Zeven Sterren Park. We hebben vandaag 2 jarigen, Wim en Dirk. Suzanne vertelt dat we gedurende de reis nog meer jarigen hebben. Dat klopt, ik ben over een aantal dagen ook jarig. We zingen lang zullen ze leven en Suzanne overhandigt een cadeautje namens SRC. Bij de ingang van het park zijn alle sterrenbeelden in steen of metaal op de grond uitgebeeld. Ik maak snel een foto van de weegschaal en de ram. Het park stelt niet veel voor. Ik zie het meer als tijdverdrijf. Chinezen doen hun ochtendgymnastiek (tai chi), spelen een soort dominospel en buurten wat met elkaar. Een grote haan als standbeeld. Een echte dikke tijger in een veel te klein kooitje waar je mee op de foto mag. Uiteraard tegen betaling (An gaat op de rug van liggende tijger zitten en Frans maakt een foto, absurd). Soort wasbeertjes die elke keer hetzelfde rondje maken in hun kooi. Aapjes met hoedjes op. Een kameel waar je op kunt gaan zitten voor een foto met als achtergrond de Kameelheuvel (een rotsformatie waar je met heel veel fantasie een kameel in moet herkennen). Hier zou de dierenbescherming eens langs moeten komen. De tocht door het park loopt op een eind. Ik heb het idee dat niemand dit erg vindt. Deze attractie kan beter geschrapt worden uit het programma. Steven heeft samen met Suzanne een voet- nek- en schoudermassage geregeld en daar heb ik ontzettend veel zin in. Niet iedereen uit het gezelschap doet hier aan mee. In de kliniek krijgen we van de professor eerst uitleg over Yin en Yang en de Vijf elementen. In de Chinese filosofie legt men steeds verband tussen de mens en het universum. Men verbindt de lichaamsprocessen met de vijf elementen en de vijf windstreken die corresponderen met de vijf organen: longen, hart, nieren, milt en lever. Bij de gezondheid is ook het yin en yang principe van groot belang. Zijn deze niet in evenwicht, dan is de mens ziek. Yin en Yang zijn de elementen die de wereld (hemel en aarde, de wisseling van de seizoenen en de ritmen van dag en nacht) beheersen. Enerzijds zijn zij aan elkaar gelijk, anderzijds zijn zij tegengesteld aan elkaar. Is er evenwicht tussen Yin en Yang. Dan is er harmonie. Is dat evenwicht verstoord. Dan heerst er wanorde. Yang (mannelijke) bezit alle positieve en actieve elementen, zoals de zon, de hemel en het licht. In Yin (vrouwelijke) zijn alle passieve elementen zoals de maan, de aarde en de duisternis verenigd. De dynamiek van de harmonie komt volgens de Chinese filosofie tot uiting in de vijf elementen: de aarde, het vuur, het water, het hout en de metalen. De vijf windstreken zijn: noord, zuid, oost, west en midden. Gedurende de busritten die nog komen gaan, krijgen we les in de Chinese astrologie. A.d.h.v. het geboortejaar wordt het sterrenbeeld bepaald met één van de vijf elementen en of je Yin of Yang bent. Ik ben het paard (komt overeen met onze boogschutter) en een paard is Yang met het element hout. Johan is de slang (komt overeen met onze schorpioen) en de slang is Yin met het element water. Ik vind dit alles een heel ingewikkelde materie. Ik snap niet alles. De voetreflectie speelt een belangrijke rol in de Chinese medische wetenschap. Elk orgaan van het menselijke lichaam heeft zijn weergave in beide voetzolen. Als de professor klaar is met zijn uitleg, krijgen we een demonstratie tai chi. Daarna volgt onze uitgebreide voetmassage en een korte nek- en schoudermassage. Allereerst worden de voeten gemasseerd in een warm kruidenbadje. Daarna wordt het badje opzij geschoven en komt de echte massage. Af en toe gaat mijn masseur wel erg tekeer, bijna tegen het pijnlijke aan. Hij is heel lang met mijn grote linker teen bezig. Hij voelt dus aan die grote teen dat elders in het lichaam iets niet in orde is. In de linker grote teen zijn o.a. de nek en de hersenen vertegenwoordigd (heb ik pas later gelezen). Ik geloof in deze Chinese wetenschap want mijn nek zit altijd vast en hoofdpijn heb ik ook heel vaak. De nek- en schoudermassage zijn ook voortreffelijk. Voor mij en menig ander gaat het uur veel te snel voorbij. Ik raad iedereen zo’n massage aan. Je bent na een uur een heel ander mens. Johan is iets http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
14
minder enthousiast als ik. Een massage van één uur kost 100 Yuan, ong € 10 en uiteraard een fooitje voor de masseur of masseuse. Daarna bezoeken we een lokale markt. Dit is een markt waar normaal gesproken geen toeristen komen. In Guangzhou stond een markt op het programma maar die markt bestaat niet meer. Daarom bezoeken we deze markt in Guilin. Suzanne vraagt of we wat voorzichtig willen zijn met het fotograferen van mensen. Als je eerst even vraagt of je een foto mag maken is wel zo beleefd. Naast de vele groenten en fruit zijn hier nog heel bijzondere etenswaren. Slangen, padden, kikkers en schildpadden worden in een netje te koop aangeboden. Bij ons koop je een netje mandarijnen, hier koop je een netje padden of kikkers. Wel een beetje bizar. De kippen en hanen zitten in mooie gevlochten manden. De eenden zitten op hun gemakje voor de manden totdat ze worden gekocht voor de lunch of het diner. De groentemarkt is grotendeels overdekt. De vis is heel vers, die zwemt nog in de vele teiltje die voorzien worden van zuurstof. Een bezoek aan een markt is altijd te kort. Ik zou bij wijze van spreken uren op een muurtje kunnen zitten om alles te aanschouwen. Tijd voor de lunch. Het smaakt voortreffelijk. Na de lunch rijden we naar het vliegveld voor de vlucht naar Kunming. We vliegen om 15.30 uur maar als we eenmaal door de douane zijn blijkt dat we één uur vertraging hebben. Tijd genoeg om de “belevenissen” van de afgelopen tijd op te schrijven. Tegenover mij zit een Chinees die al aan zijn tweede pot groene thee begint. Dit is een grote glazen pot met onderin de groene thee. De pot wordt afgesloten met een deksel. Vergelijkbaar met onze grote glazen conservenpot. Zo te zien is ons vliegtuig net geland. Om 16.30 uur stijgen we op. De vlucht duurt 1.30 uur en om 18.10 uur landen we op het vliegveld van Kunming. Catharine, onze gids van Kunming, staat ons al op te wachten. We lopen naar de bus en rijden naar het New Era Hotel. Als we stoppen bij het hotel wijst Suzanne ons het winkelcentrum en de bank waar je kunt pinnen. Een prachtig hotel met een riante kamer. Om 19.30 uur dineren we in het hotel. Evenals vanmiddag worden frietjes op het glazen plateau gezet. Het is zo jammer dat bijna alles koud wordt geserveerd. Warm eten is toch veel smakelijker. Johan is vóór het diner nog even naar de supermarkt geweest voor iets lekkers voor vanavond. Na het diner lopen we naar de kamer. We hebben geen fut meer om nog naar buiten te gaan. Heerlijk even bijkomen is ook wel lekker.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
15
Donderdag, 13 oktober 2005 Kunming, Shilin (Stenen Woud) Om 7.00 uur worden we wakker. We ontbijten om 8.00 uur en om 9.00 uur rijden we naar het Stenen Woud in Shilin en onderweg bezoeken we een dorpje van de Sani-bevolking (één van de 25 minderheden die de provinsie Yunnan kent). Het Stenen Woud ligt 90 km van Kunming. We rijden langs de oude weg omdat we eerst het Sani-dorpje gaan bezoeken. Vandaag is Jos, één van de jongens jarig. Ook voor hem zingen we uit volle borst, lang zal hij leven. Het is vandaag weer een zonnige dag. Het eerste gedeelte van de reis is niet zo fraai. Langzamerhand wordt het bergachtig. We bevinden ons in het grensgebied van Birma, Vietnam en Laos. Vietnam ligt op acht uur rijden hier vandaan. Elke vijf jaar maakt de Chinese regering een plan van aanpak. De komende vijf jaar wordt hard gewerkt aan de infra structuur. Dit is onderweg ook heel goed te zien. Overal worden nieuwe wegen aangelegd of verbreed. Tegen de heuvels in de rode aarde worden diverse groenten gekweekt en wordt heel veel maïs verbouwd. In oktober wordt de maïs geoogst. In de dorpjes die we passeren hangen de maïskolven als gedrapeerde gordijnen over de muren en daken. Gelukkig bezoeken we zo’n dorpje. Om ongeveer 12.00 uur zet de chauffeur de bus aan de kant. We lopen met Catharine en Suzanne naar het “centrum” van het dorpje. Vandaar uit gaat iedereen zijn eigen weg. De Sani’s leven nog zeer primitief. Op vele plaatsen worden maïskolven gepeld. De straten zijn niet geplaveid en zijn hier en daar erg smerig. Ook hier zijn de huisjes “behangen” met maïskolven. Enorme trossen rode pepers hangen en liggen te drogen. Je blijft foto’s maken in dit schilderachtige dorpje. De kindertjes vinden het leuk dat we ze op de foto zetten. Als ze zichzelf terug zien op het lcd-schermpje willen ze weer op de foto. Het ene kind heeft schone kleren aan en een ander kind smerige en kapotte kleren. Er zijn dus in dit kleine dorp ook al grote verschillen. We komen vele kindertjes tegen met een rugzakje. Waarschijnlijk komen ze van school. We lopen die richting op en komen inderdaad uit bij een schooltje. Het ziet er allemaal keurig uit. Sommige kinderen wassen hun haren in grote wasbakken. Bij andere wasbakken wordt de vaat gedaan. Er zitten ook nog veel kinderen in de klaslokalen. Als we een klaslokaal binnen lopen worden de kinderen steeds rumoeriger en brutaler. Eerst gekke bekken trekken en dan snel op het schermpje van de filmcamera kijken hoe gek ze wel niet gedaan hebben. Ze springen Johan bijna op z’n nek om iets te kunnen zien. Er zijn ook kinderen die rustig blijven. Ze schrijven in hun schriftjes en storen zich niet aan de rumoerige klasgenootjes. De tijd die we van Suzanne hebben gekregen is bijna ten einde. Dus terug naar de bus. Een oud vrouwtje maakt me duidelijk dat ze graag heeft dat ik haar kleinkind fotografeer. Ik laat haar het resultaat zien. Ze lacht en zet het petje van het kind recht op zijn hoofdje (ze zag op de foto dat het petje scheef stond). Het boerendorpje heet Qixing, de Nederlandse vertaling is Zevensterrendorp. Hier hebben we het echte boerenleven kunnen aanschouwen, heerlijk. Op naar het Stenen Woud. Onderweg passeren we een prachtig meer, veel eucalyptus bomen en statige coniferen. Plots zien we heel veel grijze pieken in het landschap. Zelfs de huizen zijn tegen de pieken aangebouwd. Een heel bijzonder landschap. Het Stenen Woud is één toeristische attractie die véél te kitsch is aangelegd. Veel te veel pracht en praal. Het natuurlijke element is helemaal weg. Hoe verder we het park inlopen hoe minder Chinezen we tegenkomen en hoe mooier het landschap wordt. Hier laten ze gelukkig de natuur zijn gang gaan en is alles puur natuur. Niet iedereen in ons gezelschap http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
16
is het met mijn stelling eens. Hetzelfde hebben we gezien in de Rietfluit grot. Ook zo’n kitsche vertoning door die gekleurde verlichting. Het is heel druk in het park maar wij zijn als groep de enige westerse toeristen. De rest zijn allemaal Chinezen. Het is lunchtijd. Net vóór ons heeft een groep Chinezen geluncht. Ze hebben er een waar slagveld van gemaakt. Botten, servetten, rijst, alles hebben ze op de grond gesmeten. Het eten is niet veel bijzonders. Alles is weer koud, ook de frietjes. Ik ben het Chinese eten een beetje zat. Na de lunch hebben we nog even tijd voor onszelf. We lopen wat rond en komen uit bij een grote kiosk waar jongelui in minderheden kledij diverse dansen ten uitvoer brengen. Ze spelen daarbij traditionele muziek. Om 14.45 uur is het tijd geworden om het Stenen Woud te verlaten. We rijden langs de nieuwe weg terug naar Kunming. Het is onderweg veel mooier dan op de heenweg. Allemaal kleine akkertjes tegen de heuvels. We rijden nog langs een zijdemuseum. Hoe het proces van mot tot zijde loopt wordt heel duidelijk uitgelegd. Ik schrijf het bewust op zodat ik het altijd nog eens na kan lezen. Een mot legt eitjes en uit die eitjes komen rupsen. Een rups eet het blad van de moerbeiboom. Eén rups, ook wel twee rupsen (man en vrouw) spinnen zich in en vormen een cocon. Eén cocon waar één rups zich heeft ingesponnen levert 1000 meter draad op. Eén cocon waarin meerdere rupsen zich hebben ingesponnen levert ongeveer 3000 meter draad op. De cocon wordt gekookt en wordt open gepeld. De rupsen die uiteraard ook worden meegekookt zijn een delicatesse op bruiloften. De gepelde cocon wordt over een vorm (halve cirkel) gespannen en heeft even tijd nodig om te drogen. Van de kleine cocons (1000 meter draad) wordt o.a. kleding, dekbedovertrekken, sierkussens etc gemaakt. Van de grote cocons (ong. 3000 meter draad) worden dekbedvullingen gemaakt. Achteraf heb ik toch spijt dat ik geen dekbedvulling heb gekocht. Daarna worden we getrakteerd op een modeshow. Als die ten einde is hebben ze nog een enorme winkel waar je van alles kunt kopen. Voor Johan zijn vrouwelijke collega’s kopen we zijden etuis voor de mobiele telefoon. Ik snuffel nog wat tussen de kleding of er iets leuks tussen hangt. Enkele korte jasjes zijn echt niet onaardig maar voor mij net iets teveel Chinees. Enkele van onze medereizigers kopen een blouse, ’n jasje en een sjaal. Zij zijn zeer kooplustig. Ik heb dat niet zo. Op een gegeven moment hebben Johan, ik en ook menig ander het wel gezien. Een aantal dames krijgen er maar geen genoeg van. Eindelijk wordt het vertreksein door Suzanne gegeven. Het is intussen 19.15 uur geworden, tijd voor het diner. Na het diner houden we het rustig. Lekker relaxen in onze luxe kamer. Morgen vertrekken we met de bus uit Kunming en over een aantal dagen komen we hier weer terug. De koffers laten we morgen achter en wat spullen voor de komende dagen heb in een reistas gepropt.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
17
Vrijdag, 14 oktober 2005 Kunming naar Dali Het is 6.00 uur. We werken in een snel tempo onze ochtendrituelen af en om 6.50 uur zitten we aan het ontbijt. We vertrekken om 8.00 uur met de bus naar Dali. De rit zal vier à vijf uur duren. Het is droog maar de zon schijnt niet. Eindelijk gaan we veel zien van het platteland van Zuid China. Kunming ligt op een hoogte van 1890 meter en Dali ligt op ong. 2000 meter hoogte. Als we de bus instappen zien we de kinderen netjes achter elkaar lopen in een lange rij. Ze zwaaien naar ons en als we terugzwaaien hebben ze de grootste pret. Een man op een fiets met op zijn bagagedrager torenhoog opgestapelde rieten manden. Niet alleen de auto’s rijden in file, ook de fietsen. Het is een drukte van jewelste. Het verkeer zit muurvast. Een politieagent probeert, staand op een verhoogd plateau, het verkeer in goede banen te leiden. Je houdt niet voor mogelijk hoeveel fietsen hier rijden. Alles gaat kris kras door elkaar, zonder te botsen. Fietsen met en zonder kar doen dienst als klein vrachtwagentje. We zitten nog steeds in de stad Kunming en ook hier wordt hard gewerkt aan de wegen. Alles zit onder het stof. Desondanks is tussen het drukke verkeer een straatveegster bezig met het schoonvegen van de straat. Op diverse pleinen wordt door vele mensen tai chi beoefend. We komen enkele slaapbussen tegen (de bedden liggen voor het raam). Het is nog steeds nevelig en aan mijn oren voel ik dat we stijgen. Om 8.40 uur komen de eerste zonnestralen door het grijze wolkendek. Het landschap onderweg is heel divers. Eerst kleine akkertjes waarop groenten worden verbouwd. Daarna veel coniferen en eucalyptusbomen. Dan zien we de eerste rijstterrassen tegen de heuvels. De oogst is hier achter de rug en met os en ploeg wordt het land bewerkt. Ook zijn diverse terrassen met maïs beplant. We doen het nog steeds met een mager zonnetje, de nevel heeft nog de overhand. We passeren de eerste tunnel. Suzanne laat ons gedroogde pruimen proeven. Ik vind ze niet zo lekker. De zakken snoep gaan regelmatig door de bus. Om 9.40 uur hebben we de eerste plasstop bij een benzinestation waar ook een klein marktje is voor de lokale bevolking. Ze verkopen vele soorten fruit, o.a. prachtige granaatappels. Ze hebben enkele granaatappels opengebroken om te laten zien hoe prachtig de vrucht er van binnen uitziet. In veel kraampjes ligt ook het hart van grote zonnebloemen (pitten) uitgestald. Om 10.00 uur heeft de zon kracht genoeg om het wolkendek open te breken. We passeren menig dorpje. De huizen zijn gebouwd van een lichtbruine leem of klei. Ik zit even voorin de bus om foto’s te maken. Op de akkers staan grote manden waarin de arbeiders de rijstkorrels uit de rijstaren schudden. Daarna wordt de rijst als “korenschoven” op de akkers gezet. Wat zijn dit mooie taferelen. Dit moet je gezien hebben. We zijn al menig keer in Azië geweest en altijd stonden de sawa’s onder water of waren ze groen. Dat is ook schitterend. Maar het oogstfestijn heeft toch iets extra’s. We passeren tunnel twee. Aan beide kanten nog steeds prachtige rijstterrassen, geoogste, gele en zelfs groene sawa’s. Hele stukken land zijn niet in gebruik als landbouwgrond en hier kan de natuur zijn gang nog gaan. Vele pinussen (dennenbomen) en eucalyptusbomen staan tegen de berghellingen. De aarde is rood gekleurd. Weer een tunnel, dit is nummer drie. In de kleine dorpjes die we passeren hangt de geoogste maïs als gordijnen over de daken en muren. Dit tafereel hebben we al eerder gezien toen we naar het Stenen Woud reden. Een prachtige blauwe lucht met hier en daar een wit schapenwolkje maakt het geheel nog mooier. De chauffeur gaat wat langzamer rijden zodat we vanuit de bus foto’s kunnen maken. Terwijl we genieten van al het moois om ons heen vertelt Suzanne over de één kind politiek in China, de Chinese astrologie en het onderwijs. De kinderen in China moeten van hun 6de tot en met hun 15de jaar verplicht naar school (in Hongkong eveneens). In Hongkong is het onderwijs t/m het 15de jaar gratis. In China moet betaald worden voor het onderwijs. De grond in de omgeving van Dali is zeer vruchtbaar. Vandaar de vele akkers met groenten, maïs en de vele rijstterrassen. Ook zien we vele vijvers waarin vis wordt gekweekt. We hebben onze tweede plasstop zodat we de benen even kunnen strekken. Nu kunnen we op ons gemakje de http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
18
mensen gadeslaan die de akkers met een soort hak bewerken. Na een half uur zetten we de reis voort en passeren we tunnel vier. Om 13.00 uur komen we aan in Dali. Dali ligt op een plateau tussen de 4.100 meter hoge Cang-berg met zijn 19 toppen en het 250 km² grote Erhai-meer. In Dali woont de Bai-minderheid. Bai betekent “wit” en symboliseert geluk. Onze gids is John (’n zij ) in Bai kledij. John vertelt dat een Bai meisje op haar 22ste trouwt in een witte jurk en een Bai jongen trouwt op zijn 24ste. Er wordt een groot feest gegeven met een groot banket en de feestgangers zijn gekleed in het rood. We lunchen in een knus restaurant. Veel gezelliger dan die grote vreetschuren. Op één van de schalen wordt gefrituurde kaas geserveerd. Dat smaakt heel lekker. Even een foto van de tafel en de schalen maken zodat we straks nog kunnen zien hoe we in China gegeten hebben. Voor het restaurant zit een man en een vrouw die ons graag fruit willen verkopen. We rijden naar het Erhaimeer (betekent oor, het meer heeft de vorm van een oor). Onderweg zien we veel ploeterende mensen op hun akkers. Op de kade bij het meer staat een oud omaatje met op haar rug een mooie geborduurde draagzak waarin waarschijnlijk haar kleinkind zit. De tocht over het meer is geweldig. Hoe kan het ook anders met zo’n stralend weer. De boot is eenvoudig. Voor wie behoefte heeft om op een stoel te gaan zitten, kan dat. Ik zit lekker languit op het dek. Dit is echt genieten. We passeren een eiland met daarop een prachtige pagode. Ons doel ligt nog een eindje verder. De boot legt aan. Meteen aan de haven is een mooie lokale markt met vele exotische “lekkernijen”. Daar wilt natuurlijk iedereen een foto van maken. Suzanne wil dat we doorlopen en eerst de tempel bezoeken. Daarna hebben we nog tijd zat om al het moois vast te leggen op de plaat. Suzanne heeft de boel weer snel onder controle en we volgen haar braaf. Het is inderdaad een aardige tempel. Een oud vrouwtje staat voor het offerblok, een houten kist. Ik gooi daar wat geld in en in ruil daarvoor moet ik van haar een foto maken. Dit is niet mijn bedoeling maar als ze het graag wilt doe ik het maar. Daarna maakt ze een gebaar dat ze de foto wilt zien. Met een lach wordt de foto goedgekeurd. We lopen op ons dooie gemakje terug naar de boot. We hebben nu alle tijd om de gebakken vogeltjes, de stokjes met zeepaardjes, schorpioenen, krabbetjes en krekelachtige beesten te fotograferen. De vis zwemt in teiltjes met water. Er is veel gedroogde vis en vele garnalen. Een stalletje met groenten in keurige bakjes. Vrouwen borduren de originele Bai kostuums. Het is een zeer propere markt. Als we op de boot zitten zie ik dat de groenten worden gewassen in het water tussen de boten. Het water is heel helder. Desondanks zorgen de boten toch voor vervuiling. Na de boottocht worden we afgezet bij de Zuidelijke stadspoort. De meest intact gebleven stadspoort. Het zouden hele leuke straatjes zijn als ze niet vol stonden met souvenirstalletjes. Dit vind ik echt jammer. Als we een ander straatje inlopen komen we uit op een plein dat letterlijk bomvol staat met vazen in allelei formaten, beeldjes, noem maar op of het staat er. Alle voorwerpen zijn uitgevoerd in marmer. De straatjes zien ook zwart van de Chinese toeristen. Bij diverse eetkarretjes verkopen ze gefrituurde kaas. Als je wilt kun je een ritje maken met een karretje dat wordt getrokken door een schaap. Het moet niet gekker worden. In een aantal winkeltjes kun je jezelf laten fotograferen in een Bai-kostuum. Het lijkt wel Volendam. Eindelijk zien we een cd-“winkel” waar ze cd’s verkopen met lokale muziek. Ondanks dat de cd aan de prijzige kant is, besluiten we deze toch te kopen. De cd gebruikt Johan als achtergrondmuziek voor de film (als we thuis zijn blijkt dat het geen cd is maar een dvd, dus voortaan beter opletten). In een winkeltje kopen we nog wat lekkers om vanavond onze dorst te lessen. Om 18.15 uur rijden we naar het hotel, Asia Star. Het hotel ligt niet in het oude centrum. Regelmatig rijden gratis shuttlebusjes naar het oude centrum. Koffers hebben we niet. http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
19
Onze bagage bestaat uit een reistas en de handbagage. Om 19.00 uur eten we in het hotel. Het diner is in buffetvorm en ziet er piekfijn uit. Toch beter dan de draaiplateaus met daarop de schalen met diverse ingrediënten. Ikzelf houd het bij droge rijst en wat brood. Mijn darmen zijn wat van streek. Ik hoor van Johan en de rest van het gezelschap dat het eten goed van smaak is. Helaas is alles koud en dat is heel jammer. Het hotel heeft een vide. De kamers liggen aan galerijen. In de lobby is een grote muurschildering te zien van de Maagd van Genade die vanaf de bovenste etage tot in de lobby reikt. Een schitterend hotel. We gaan niet naar het oude centrum en houden ons gemak. Johan stuurt Ineke een sms’je, we zijn nog niet zo bekend met het fenomeen en denken dat het mislukt is totdat we een sms’je van Ineke terug ontvangen. Binnen een paar minuten is een bericht vanuit het verre China (tegen Tibet aan) al in Nederland, de techniek staat voor niets.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
20
Zaterdag, 15 oktober 2005 Dali naar Lijiang Om 6.00 uur gaat de wekker. Ik ben vandaag jarig en word 51. Vorig jaar heb ik mijn 50ste verjaardag in Kenia gevierd. Dit jaar in China en volgend jaar? Om 7.00 uur ontbijten we en om 8 uur zitten we in de bus. Eerst wordt voor mij lang zal ze leven gezongen en daarna krijg ik van Suzanne een presentje. Het cadeautje is een rood doosje met houten Chinese eetstokjes. Heel leuk. Allereerst bezoeken we de Drie Pagodes (San Ta Si tempel) in het noorden van de stad. Er hangen donkere wolken boven de bergen en voor de pagodes. De zon die onder het wolkendek doorkomt verlicht de pagodes. Dit is een heel mooi plaatje. Het gehele tempelcomplex is gelegen in een mooie tuin. We lopen naar de waterpartij (spiegelvijver) van het complex want ik heb in de reisgidsen mooie plaatjes gezien. De drie pagodes spiegelen in het water. Ook mijn plaatjes zijn best aardig. De bergen op de achtergrond, de inmiddels blauw geworden hemel zorgen voor een natuurlijk geheel. De prachtige natuur wordt gecombineerd met het bijzondere culturele uit de Tang dynastie (618-907). De grootste pagode (Qianxumta) telt 19 etages en is 69 meter hoog. De andere twee pagodes zijn kleiner en tellen slechts 8 etages. We lopen via een markt met souvenirstalletjes naar de bus. Nog snel wat oude Bai vrouwtjes in de originele kledij op de foto zetten. De volgende attractie is een ritje met de kabelbaan naar de Cangshanberg. Onder ons groeien vele verschillende soorten pinussen (dennenbomen). Tussen de bomen, dus tegen de berghelling, liggen graven. Als we op 2.500 meter zijn aangekomen hebben we een prachtig uitzicht over Dali. In het gebergte Cang Shan staat de tempel Zhonghe Si. Het is een prachtig bouwwerk met veel houtsnijwerk, prachtige kleuren en veel ornamenten. Je vraagt jezelf af hoe ze die materialen vroeger naar boven hebben gesjouwd. Als we met de kabelbaan teruggaan hebben we een fantastisch uitzicht over de stad en het Erhai meer. Bij de ingang van de kabelbaan staan bijzonder mooie orchideeën en prachtige bougainville. Snel een foto maken. Inmiddels is het weer tijd geworden om te lunchen. Bij het lunchadres staan prachtig gedecoreerde huizen. In de kleine tuin bloeien de aronskelken (calla’s) volop. De daken van de oude huisjes zijn bedekt met grijze ronde dakpannetjes waarop het onkruid weelderig groeit en bloeit. Om 13.00 uur rijden we Dali uit. Eerst nog even olie verversen bij een tankstation. Dan zien we ploeterende mensen op hun kleine akkertjes die pas zijn aangeplant met diverse groenten. Voordat we naar Lijiang rijden doen we eerst een jade winkel aan. Voor een beeldvorming doen we een rondje door de enorme winkel. Daarna wachten we af tot de menigte is uitgekocht. Het zijn altijd dezelfde reisgenoten, die net zoals wij, niet gecharmeerd zijn van het commerciële gebeuren. Ik loop naar de weg om te kijken of ik nog iets van het dagelijkse leven van de Chinees kan opsnuiven. Ik moet goed uitkijken want de bussen rijden met een enorme hoge snelheid vanaf de weg de oprit van de winkel op. Op de weg loopt een stokoud ventje. Hij heeft een overvolle mand op zijn rug en zijn neus raakt bijna de straatstenen. Ondanks zijn zware lading en zijn leeftijd stapt hij stevig door. Het valt niet mee om een goede close-up te maken. Bij het zien van de jade inkoop van onze reisgenoten blijkt dat ook hier weer heel wat Yuans zijn achtergelaten. We maken ons op voor de tocht naar Lijiang. Als ik het goed zie schieten uit de afgebrande rijstvelden weer nieuwe groene rijstsprieten omhoog. Ik heb altijd gedacht dat rijst onder water geplant moet worden om te groeien om vervolgens boven het water uit te komen. Ook signaleer ik een zielige rozenkwekerij. Er staan een aantal plastic tunnels en rozen in de http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
21
open grond die bijna onder het onkruid verdwijnen. Daarna bezoeken we het dorpje Xizhou. Als we de bus uitstappen druppelt het een beetje. Nog voordat we in het proeflokaal zijn gearriveerd spoelt het water. We gaan thee proeven in de variaties bitter, zoet en scherp. Tijdens het theeproeven worden diverse dansen uitgevoerd. De dansen geven verschillende periodes uit het dagelijkse leven van de mens weer. Niet het heden maar uit het verleden. Als we de thee geproefd hebben en de jongelui opgehouden zijn met dansen lopen we nog wat rond in het batikwinkeltje op het binnenplein. We moeten wel zorgen dat we een dak boven ons hoofd houden want het spoelt nog water. Je kunt hier heel duidelijk zien op welke wijze de figuren in de doeken worden gemaakt. Op een wit doek wordt een figuur in blauwe lijnen opgezet. Met behulp van naald en draad wordt de blauwe lijn aangeregen. Als de lijnen op het doek zijn aangeregen ontstaat een gefrutseld geheel. De delen die niet gekleurd mogen worden, zijn op deze manier “ingepakt”. Het gefrutselde doek wordt in een verfbad gedompeld. Als het doek voldoende gekleurd is, wordt het doek uit het verfbad gehaald en de draden worden losgemaakt. Het figuur is wit gebleven. Het doek wordt vervolgens aan een “waslijn” te drogen gehangen.. Het is inmiddels 15.10 uur en het giet nog steeds. Dit is jammer want volgens de brochure van SRC zouden we in dit dorpje gaan wandelen en zouden we kunnen genieten van het kleurrijke leven van de Bai-bevolking. Als we de commerciële “jade” stop niet hadden gemaakt, dan hadden we nog droog door het liefelijke dorpje kunnen wandelen. Dit vind ik persoonlijk zeer jammer. Je gaat naar China om te zien en te voelen hoe de mensen hier leven en niet om te shoppen. Dat kun je thuis ook. Ondanks het kleine stukje dat we naar de bus moeten rennen, zijn we zeiknat. Het is nog ongeveer drie uur rijden naar Lijiang. Inmiddels is het opgehouden met regenen en de zon laat zich weer zien. Het heeft ongeveer een uurtje geregend. We mogen niet klagen. Het landschap onderweg blijft mij fascineren. Ik zet de bezienswaardigheden tot de eerste plasstop even op een rijtje zodat deze bijzondere rit me altijd bij blijft. Akkertjes worden afgebakend door groene grasdijkjes; pittoreske dorpjes op de hellingen van de bergen; tussen de maïs liggen graven; prachtig groen begroeide berghelling die belicht worden door de zon; bermen begroeid met duizenden oranje bloemetjes; visvijvers; steengroeven waar grote blokken rode steen wordt gedolven; machines die de grote brokken vergruizen en van het steengruis worden rode bakstenen gemaakt; mooie hoge grassoorten in de berm; eucalyptusbomen als bermafrastering; ossen trekken de ploegen voort op terrassen die net geoogst zijn; rode akkertjes in terrasvorm tegen de berghellingen; zwarte en bruine (Hollandse) koeien grazen op de akkertjes; stromende bergriviertjes; mest in hoopjes op de akkertjes; groot dorp; coniferen als bermafrastering; pinussen (dennenbomen) tegen de berghellingen; bergriviertjes die droog staan. We stoppen voor een panoramafoto. Weer een fotostop. Heel veel mensen werken met de hak of de os en de ploeg op de akkertjes. De eerste plasstop bij een benzinestation. De wc, een goot met een aantal lage schotjes ertussen. Daar zitten (hurken) we dan. Samen op een lange rij boven een goot. Alles is goed schoon. Dit betekent dat de goot toch regelmatig wordt schoon gespoten. Een aantal vrouwelijke reisgenoten generen zich en wachten tot de volgende plasstop. Ik mag hopen dat het daar ook weer een goot is. Er komt geen water uit de kraan. Dan maar de desinfecterende lotion van het Kruidvat. Altijd handig. Op het land zijn schilderachtige taferelen te zien. Vrouwen werken in de blauwe klederdracht op de akkers en sjouwen met zware stapels maïs. Karren volgeladen met maïs. Mannetjes met grote strohoeden staan achter een houten ploeg die wordt voortgetrokken door twee ossen. En wat denk je, na twee foto’s is de accu van mijn fototoestel leeg. Dit is mijn tweede accu al en dat betekent dat ik vandaag geen foto’s meer kan maken. Ik baal als een stekker. De accu’s zijn veel te snel leeg. Ik moet toch eens navragen hoe dat komt. Ik geniet met volle tuigen van al het moois. De chauffeur wenkt ons en maakt ons duidelijk dat we naar het huisje naast het benzinestation moeten lopen. We komen op een binnenplaats waar heel veel maïskolven liggen. Een aantal vrouwen pellen de kolven. Ook de leuke kinderkopjes ontbreken niet. Ze zijn zo schattig. Ik ren snel naar de bus. Ik heb nog shampootjes en zeepjes meegenomen uit het hotel om uit te delen. Op elke reis sjouw ik altijd van alles met me mee om http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
22
aan de lokale bevolking uit te delen. Dit vinden ze prachtig en op die manier heb je ook meteen contact met de mensen. Helaas kan ik op deze reis nog weinig uitdelen. We zijn te vaak in grote steden en daar leven de mensen toch volgens westerse maatstaven. Op het platteland kun je mensen nog blij maken met zeepjes, kammetjes, tandpasta en shampootjes. De kindertjes en de moeders vinden de “cadeautjes” geweldig. Helaas, de bus vertrekt en we nemen afscheid van deze lieve mensen. Dergelijke bezoeken maken een reis leuk en brengen je dichtbij de bevolking. Gedurende deze reis vliegen we veel. Dit betekent dat we weinig van het land zelf zien en dat vind ik jammer. Ik geniet nu extra van de busritten en de stops. We rijden in één ruk door naar Lijiang. Onderweg proeven we rijstwijn en proosten we op mijn verjaardag. Het is alsof mijn slokdarm in brand staat. Wat is dat spul heet en scherp. Ik geef weer een opsomming van al het moois dat ik tijdens de busrit zie. Schijfcactussen; bergriviertje met water; prachtige gele en groene sawa’s met op de achtergrond de machtig mooie begroeide bergen; een auto is in het rijstveld gereden en de politie staat erbij; het afval wordt langs de weg gedropt; we passeren menig dorpje; lotusvijvers; de rijst wordt met de hand afgesneden; van kolengruis worden kooltjes gemaakt om te stoken; natuursteenwerkplaats; de naaimachine staat op straat; Naxi vrouwen in klederdracht op de akkers; er wordt buiten gebiljart; prachtige vergezichten; Betonplaten als afrastering van de sawa’s i.p.v. groene grasdijkjes. Gelukkig zijn het maar enkele sawa’s. Het beton ontsiert meteen het mooie landschap, Hele smerige overvolle lokale bussen; maïsvelden; koeien op de kale akkertjes. We zijn in Lijiang dat op 2.400 meter hoogte ligt. Het is inmiddels 18.30 uur. Tijd om te eten. Bij het restaurant treffen we onze gids Tina. Een heel leuk tenger meisje die voortreffelijk Engels spreekt. Het diner bestaat uit de lokale gerechten van de Naxi. O.a. een grote koperen pot gevuld met bouillon met daarin groenten. Ik vind het echt niet smakelijk. Om 19.30 uur rijden we naar het hotel. Onze kamer ligt net achter de afzuiginstallatie van de keuken. Het is een enorm gebrom. Uit de kraan komt bruin water dat bruin zand achterlaat in het bad. Over een half uur verzamelen we in de foyer. Suzanne zal ons de weg naar het centrum wijzen. Johan doet zijn beklag over onze kamer. Suzanne schrikt van hem. Johan kan echt boos worden om zoiets. Ik stoor mezelf daar niet zo aan. We zijn immers in China en niet in Nederland. Ze gaat meteen naar de receptie en zorgt ervoor dat we een andere kamer krijgen. We lopen met zijn allen achter Suzanne aan. Het is heel druk en héél gezellig. Het hotel ligt op loopafstand van het centrum. Nog geen vijf minuten lopen en je staat midden in het uitgaansleven. We lopen terug naar het hotel. We moeten de spullen nog overbrengen naar de andere kamer. Gelukkig begrijpt het meisje van de receptie wat ik bedoel. Ze roept een jongen. Hij gaat met ons mee. Hij helpt ons sjouwen. Ik bedank hem en stop hem een fooitje toe. De accu’s zijn helemaal leeg. Eén accu leg ik alvast in de lader zodat ik de andere accu vannacht kan opladen. Daarna lopen we terug naar het centrum. De straatjes zijn verlicht met honderden rode lampionnetjes. Voor de vele cafeetjes loopt een smal kanaaltje waarin het licht van de rode lampionnetjes weerkaatst. In de cafeetjes wordt door mannen en jongens uit volle borst gezongen. De meisjes staan aan de overkant van het kanaaltje en zingen terug. Zo gaat dat in elk cafeetje tekeer. Heel leuk om te horen en te zien. Het lijkt wel een soort liefdesverklaring. In de kanaaltjes worden lotusbloemen (gemaakt van papier) met in het midden een brandend kaarsje te water gelaten. Ze drijven snel af door de sterke stroming. Een jongen koopt zo’n papieren lotusbloem voor een meisje als blijk dat de jongen het meisje lief heeft. Een waterrad is helemaal verlicht. Het is echt schitterend om hier te vertoeven. We krijgen er geen genoeg van. Morgen gaat de wekker om 6.30 uur. We besluiten om toch maar terug naar het hotel te gaan. Snel even langs de buurtsuper, die is nog steeds open. We drinken en knabbelen nog wat en daarna gaan we slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
23
Zondag, 16 oktober 2005 Lijiang naar Kunming Ik ben wakker voordat de wekker begint te piepen. Het is 6.30 uur, ik sta op. Ik neem een warme douche en poets mijn tanden. Vanuit de kamer is het een grote reis om in de ontbijtzaal te komen. Het is ons uiteindelijk gelukt. Ik loop langs het buffet maar daar ligt niet veel soeps. Brood zie ik niet. Ik neem bruine cake en een kop groene thee. Dit is de echte groene thee. De cake smaakt wel. De groene thee is ook om te drinken. Elke keer als ik drink heb ik van die drab in mijn mond. Ik spuug die troep uit, al is dat niet zo fris. Als je de thee maar lang genoeg laat staan zakt het zootje naar beneden. Dan kan je tenminste fatsoenlijk drinken. Om 8.30 uur vertrekken we naar het Zwarte Draken-Vijver Park. Het is vandaag weer een schitterende dag. De zon laat zich van zijn beste kant zien. Vandaag is Diana jarig. Voor haar zingen we weer lang zal ze leven. Zodra we in het park zijn zien we op de achtergrond de prachtige bergen met de eeuwige sneeuw. Dat is betoverend mooi. Suzanne vraagt ons om verder te lopen want vanuit een andere plaats hebben we een nog mooier uitzicht. De paviljoens en de marmeren brug weerspiegelen in het water van de vijver. Op de achtergrond liggen de immens hoge bergtoppen bedekt met sneeuw. Dit zijn de toppen van de Jadeberg. Het zijn de uitlopers van het Himalaya. Wat is Lijiang toch mooi gelegen, een plaatje. We spreken het tijdstip af wanneer we bij de bus moeten zijn. We stuiten op een aantal ouderen en hele oudjes die onder begeleiding van een orkestje een dansje wagen. Ze lopen hand in hand en vormen een grote kring en maken sierlijke bewegingen op de maat van de muziek. Helaas is de voorstelling maar van korte duur. We lopen wat verder het park in en bewonderen de mooie pagodes. Hier is alles weer prachtig gedecoreerd en voorzien van kunstig schilderwerk. Een vak apart. De souvenirstalletjes ontbreken ook hier niet. We moeten nog een aantal cd’s kopen voor de achtergrondmuziek van de film. Johan heeft gezien dat je de cd ’s kunt beluisteren. We kiezen een aantal instrumentale cd’s uit en vragen de man om een stukje van de cd’s te laten horen. Ze klinken aardig dus kopen we ze allemaal. Is dat hoofdstuk ook weer afgerond. Op de marmeren brug wordt een bruidsreportage gemaakt. Zo te zien mag het veel geld kosten. Een fotograaf met een hulpje. Zijn taak is het hoofd van de bruid en de bruidegom in de juiste richting te plaatsen en de sleep van de jurk netjes te leggen. De bruid en de bruidegom zijn beiden in het wit gekleed. Het heeft heel wat voeten in aarde voordat een foto gemaakt kan worden. Een oude Naxi vrouw in originele kledij doet haar ochtendgymnastiek. Snel een foto maken. Is nog aardig gelukt ook. Het is helaas tijd. We moeten naar de bus. Dit park zat volgens de brochure niet in het programma. We zouden eigenlijk het paleis van koning Mu en het Wanggu gebouw gaan bezoeken maar die worden op het moment gerenoveerd. Als we dit park niet bezocht zouden hebben, zouden we een prachtig stukje natuur misgelopen zijn. Gebouwen bezoeken we gedurende de reis al maar zat. Dus SRC, maak plaats voor dit prachtige park met het geweldige uitzicht en schrap het paleis en het Wanggu gebouw. Tijdens de busrit naar de Heilige Tuin Dongba hebben we voortdurend een magnifiek uitzicht op de reusachtige bergtoppen van de Jadeberg. Dongba is de oorspronkelijke godsdienst van de Naxi. De Naxi trokken lang geleden vanuit het noordoosten van Tibet naar Lijiang. Deze godsdienst vertoont overeenkomsten met de natuurverering en andere concepten van het pre-boeddhistische Tibet. In de heilige Tuin Dongba worden we begroet door een kleurrijke sjamaan die met zijn hamer op een schild slaat. Aan beide kanten van het pad (waar we niet overheen mogen lopen) staan uitgehouwen beelden van verweerd grijs en zwart hout en kleurrijke houten schilden. Links van het pad staat een groot wit ei van hout en rechts van het pad staat een groot zwart ei van hout. Vele belletjes hangen in de lage dennen die de tuin rijk is. De belletjes zijn van metaal. Hebben van boven een rieten “hoedje” en aan het belletje zelf hangt een gekleurd houten plaatje met Chinese tekst erop. Zo’n belletje willen we straks kopen. We hangen het belletje bij het tuinhuis naast het tempelbelletje uit Thailand. Als we van de Heilige Tuin Dongba naar het authentieke plaatsje Baisha rijden http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
24
komen we langs akkers waar tabak wordt verbouwd. In Baisha bezoeken we de fresco’s waarvan enkelen nog heel goed bewaard zijn gebleven. Ze zijn bijna ongeschonden uit de culturele revolutie gekomen omdat een soldaat de fresco’s had beplakt met kranten. Je mag geen foto’s maken omdat het flitslicht de fresco’s aantast. Mensen luisteren toch niet, vandaar een algeheel verbod om te fotograferen. Ik koop een foldertje van de fresco’s om wat naslagwerk te hebben. We verlaten het complex aan een andere kant dan we zijn binnengekomen. Aan beide kanten staan zeker honderd souvenirstalletjes. Dit vind ik niet leuk meer. Wat is er nu nog over van het authentieke dorpje. We moeten nog ‘n souvenir voor één van de collega’s van Johan hebben. Dat vinden iets leuks tussen het grote aanbod. Als we de kraampjes eenmaal voorbij zijn wordt het wel leuk. De mensen zitten buiten en spelen een spel of kijken toe. Een oud mannetje, met een grijze puntbaard en op zijn hoofd een bontmuts, trekt gretig aan zijn sigaretje. Hij heeft op zijn wang een ontzettend grote bult. Dat ziet er niet gezond uit. Even verder maakt een man met behulp van bijtel en hamer groeven in dikke planken. In een oud gebouwtje is een kliniek gevestigd. Ik wil ongemerkt op afstand een foto maken maar de vrouw die aan het infuus zit maakt een gebaar dat ze het fotograferen niet op prijs stelt. Een orkestje van zeer oude mannetjes speelt een deuntje op diverse lokale snaarinstrumenten. Eén mannetje is zo’n Chinees die je vaak in de reisbrochures ziet staan. Hij heeft een lange grijze sik en draagt een veel te grote bril. De vrouwen dragen de kinderen achter op hun rug in prachtig geborduurde draagzakken. Vrouwen maken diverse hapjes op eenvoudige houtskoolvuurtjes. Met behulp van een juk worden zware emmers gesjouwd. Mannen met os en houten wagen bewegen zich eveneens door het dorpje. Twee jongetjes (deugnieten) zitten boven op het dak van een oud gebouwtje te snoepen. Als ik ze op de foto zet steken ze gauw twee vingers op. Ze zien er verzorgd uit en komen volgens mij niets te kort. In zo’n dorpje moet je eigenlijk rustig iets kunnen drinken en het dagelijkse gebeuren gadeslaan. Helaas, de tijd zit er weer op. We lopen richting bus en we zien weer de machtig mooie bergtoppen. De lunch is in het restaurant van een hotel. Het is deze keer om te eten. Daarna rijden we met de bus richting het centrum van Lijiang. We lopen met zijn allen naar het dorpsplein en mogen de middag zelf invullen. De zon schijnt fel en het is heel warm. Beter te warm dan regen. Op het plein staan vele bankjes waar je lekker kunt genieten van al het moois dat om je heen gebeurt. Op onze reisgenoten na zie ik amper een westerling. Zo nu en dan komen we een backpacker tegen. De Chinezen zijn wel op vakantie in Lijiang. Het is ontzettend druk. Het is zondag, wellicht zijn daarom ook wat extra Chinezen op de been. We vangen nog net een glimp op van een dansgroep. Helaas stoppen ze al heel snel met hun voorstelling. De oude vrouwtjes en mannetjes in hun blauwe klederdracht gaan op de bankjes zitten en genieten van het prachtige weer. Ze schillen een appeltje en peuzelen het lekker op. Alle tijd om mooie plaatjes te schieten. Ze vinden het warempel nog leuk ook. Een oudje gaat er speciaal voor staan. De Naxi-vrouwen in Lijiang zijn verantwoordelijk voor het werk. Ze hakken, slepen, verkopen, werken op het land en regelen de financiën. De mannen zijn eigenaar van alle bezittingen. Aan de klederdracht van de vrouwen, waartoe een cape met zeven sterren van schapenvacht behoort, zijn hun verantwoordelijkheden af te lezen. De bovenkant van de cape is zwart en de onderkant is wit (wat dag en nacht symboliseert). In het midden zijn zeven cirkels geborduurd die staan voor de sterren van de Grote Beer. De Naxi bevolking heeft een “working mariage”. Een jongen (man) en een meisje (vrouw) beloven elkaar geen eeuwige trouw. Ze wonen ook niet bij elkaar. De man gaat ’s nachts naar het huis van het meisje of de vrouw en keert ’s morgens weer terug naar de woning van http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
25
zijn moeder. Als het meisje zwanger wordt is de jongen niet verantwoordelijk voor het kind. Een maand na de geboorte van het kind wordt een feest gehouden. Daar krijgt de jongen te horen dat hij de vader is van het kind. De jongen is wel verantwoordelijk voor de kinderen van zijn zussen. Wij gaan op een bankje zitten genieten. Op een gegeven moment hebben we het reilen en zeilen op het pleintje wel gezien. Het is ook erg warm in de zon. We lopen door de smalle pittoreske straatjes. Ook hier zijn weer vele souvenirwinkeltjes. We kopen een belletje zoals we in de Dongba Tuin hebben zien hangen. Van al dat slenteren in die warme zon word je ontzettend moe. We zoeken een cafeetje waar we iets kunnen drinken. Dan zien we Diana, Wim, Miep en Victor zitten. We gaan ook naar binnen. Een meisje komt met de menukaart. We maken haar duidelijk dat we alleen iets willen drinken. Ik bestel groene thee. Johan wil bier maar het meisje begrijpt hem niet. Ik zeg tegen Johan dat hij naar de koelkast moet lopen en het bier moet aanwijzen. Zo gezegd zo gedaan. Zo zie je maar, met handen en voeten kom je een heel eind. Het wordt steeds drukker in ons tentje. Chinese mannen leggen een kaartje en drinken daarbij een potje thee. Als de pot leeg is wordt deze weer bijgevuld. Als knabbeltje krijgen ze schaaltjes met zonnebloempitten. Als de mannen uitgekaart zijn en het cafeetje verlaten hebben, zie je pas wat een bende ze ervan gemaakt hebben. De vloer ligt bezaait met schillen van de zonnebloempitten. Als mijn glas met groene thee dreigt leeg te geraken wordt elke keer aangevuld met water. Op een gegeven moment heb ik wel genoeg thee gehad. Door mijn hand op het glas te doen begrijpt het meisje dat ik niet meer hoef. Johan bestelt nog een biertje. Het kost hier bijna niets. Het is hier echt gezellig vertoeven. Diana, Wim, Miep en Victor zijn intussen al verder gegaan. Na verloop van tijd verlaten wij het cafeetje en lopen we richting centrale plein. In een kraampje zie ik Chinese slofjes voor een kleintje van een jaar of anderhalf. Ze zijn van donkerrood fluweel met een geborduurde bloem erop. Zo schattig, die moet ik hebben. Het is intussen 16.00 uur als we bij het pleintje aankomen. Suzanne gaat met een aantal van de groep om 16.30 uur naar een zilverwinkel. Wij hebben daar geen belangstelling voor en genieten liever van al het moois om ons heen. Je kunt jezelf laten fotograferen op een paard met een geweer in de hand en een grote berenmuts op je hoofd. Om 17.00 uur is de groep compleet op Adrie en Jos na. Na ongeveer 10 minuten verschijnen ze in beeld. Adrie moest nog even snel zijn foto’s op een cd laten branden zodat zijn geheugenkaarten weer voldoende ruimte hebben om foto’s te laden. We lopen naar het restaurantje. Een heel gezellig lokaal eettentje en het eten is heel lekker. Beter dan al die grote vreetschuren. Om 18.00 uur rijden we naar het vliegveld. De vlucht is om 19.55 uur en we zijn om ongeveer 21.30 uur in het Era hotel in Kunming. Als de koffers op de kamer zijn, is het tijd om te gaan slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
26
Maandag, 17 oktober 2005 Kunming Ik ben om 6.00 uur wakker. Johan slaapt nog. Om 6.30 uur ga ik douchen en tandenpoetsen. Om 7.00 uur lopen we naar de ontbijtzaal en genieten we van het heerlijke ontbijt. Om 8.30 uur rijden we naar de Bamboe Tempel. Het is bewolkt. Tijdens de busrit vertelt Catharine dat Kunming in het oosten, noorden en westen wordt omringd door bergen. In het zuiden door het Kunming meer, het zesde grootste meer van China. We passeren diverse pleinen waarop vele Chinezen hun dagelijkse ochtendgymnastiek beoefenen. Kunming telt vele smerige flats maar ook vele nieuwe licht gepleisterde flats. Vele oude flats worden afgebroken en maken plaats voor nieuwbouw. Kunming is een echte bloemenstad. Vele perkplantjes verfraaien de vele wegen die wij passeren. De camelia is het symbool van Kunming. We hebben in Kunming al eerder kennis gemaakt met de fietsers, scooters, motorfietsen en auto’s die door elkaar krioelen. Je zou denken dat het onherroepelijk zou moeten botsen. Maar nee, alles “glijdt” rakelings langs elkaar. Geen enkele fiets heeft verlichting. Dit is niet gebruikelijk in China. Motorfietsen hebben een vergunning nodig. Een vergunning voor het centrum is vier keer zo duur als voor de wijken buiten het centrum. De taxi’s in Kunming hebben de nummers 1 t/m 7, de dagen van de week. Elk nummer mag één dag in de week niet in het centrum komen. Deze maatregel heeft met de enorme verkeerschaos van de stad te maken. In het verleden heeft Kunming besloten om geen metro aan te leggen. Dit blijkt achteraf een verkeerde beslissing te zijn geweest. Nu weten ze niet hoe ze het verkeersprobleem moeten oplossen. De scooters rijden op elektriciteit. In de stad zijn diverse oplaadpunten. Om bij de tempel te komen moeten we stevig klimmen met de bus. Langs de kant van de weg staan vele eucalyptusbomen. Catharine vertelt dat de schors van de eucalyptusbomen in etappes van de boom wordt verwijderd. Zou de schors in één keer verwijderd worden dan zou de boom afsterven. De schors wordt tot poeder gemalen. Van het poeder wordt rubber gemaakt. Tegen de berghellingen liggen vele akkertjes in terrasvorm. Her en der zie je wat verdwaalde grafstenen. Bij de ingang van de tempel staan wederom aan iedere kant de bekende leeuwen. Een beetje verder treffen we de lachende Boeddha. Aan weerskanten de wachters Hen en Ha. Daarna aan iedere kant twee hemelse koningen. Weer wat verder in het midden, Witho, de wachter van de hoofdhal. Ik weet niet of ik alles goed heb omschreven maar dit heb ik onthouden van de uitleg van Suzanne. Helaas mogen we de Boeddha’s in de tempel niet fotograferen. Een moeder leert haar zoontje hoe hij de wierookstokjes moet “bewegen”. In de Arhat-zaal (Arhats zijn de discipelen van Boeddha) kun je, je eigen persoonlijkheid leren kennen. Afhankelijk van je leeftijd moet je een aantal beelden langs en dat bepaalde beeld typeert jouw persoonlijkheid. De zon is gaan schijnen. De volgende bezienswaardigheid is het gemeentelijke museum. Ik ben geen museumbezoeker. Ze moeten heel wat te bieden hebben wil ik het interessant vinden. Ze hebben weinig origineels in huis. Bijna overal staat replica bij. Ze hebben een graftombe nagemaakt en uitgebeeld hoe ze die graven hebben aangetroffen. Dat is wel interessant. Je gelooft het niet maar hier is van alles te koop. Antiek en veel namaak. De antieke kleedjes van de minderheden vind ik wel mooi om in te lijsten. Ze zijn veel te duur. Ik hou het voor gezien. Het is lunchtijd. We eten in een grote vreetschuur. Tijdens de lunch krijgen we een dansvoorstelling te zien. De Chinezen hebben geen tijd om te eten. Met de videocamera in de aanslag leggen ze vanaf de http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
27
eerste “rij”, de danspasjes van de dames vast op tape. We krijgen een grote kom met kokend hete bouillon voor ons neus. Daarin gaan noedels, tuinkers en vlees. Het is ontzettend flauw van smaak. Er zit helemaal geen pit. Het is wel één groot slurpfestijn. De andere schalen met “hapjes” kunnen me ook niet bekoren. Na deze verschrikkelijke lunch gaan we naar een massagesalon. We hebben amper iets gegeten. Ik haal de evergreens tevoorschijn. Altijd handig om die bij je te hebben. Ze zijn nog lekker ook. In de massagesalon laten we ons weer verwennen. De massage kost 100 Yuan, ongeveer 10 Euro. Ik begrijp niet dat die tengere meisjes zoveel kracht in hun handen hebben. Deze keer krijgen we een uitgebreide nek- en schoudermassage en een voet- en bovenbeenmassage. De massage is vele keren beter dan in Guilin. En die vond ik ook al heel goed. Mijn linker grote teen krijgt weer een grote beurt. Ze is zeker tien à vijftien minuten bezig met het masseren van die teen. Ook mijn bovenbenen krijgen een goede beurt. Het is alsof ze mijn been eraf wil trekken. Zo sleurt ze ermee. Deze masseurs doen ook aan accupunctuur hetgeen betekent dat ze goed de pijnpunten weten te vinden. Tijdens de massage genieten we van een heerlijk kopje thee en een appel die ze voor ons in partjes hebben gesneden. Suzanne is met de rest van de groep (die geen massage deden) naar de markt gereden. Ze komt ons en Catharine ophalen. Ze krijgt zelf nog een korte massage. Suzanne vindt het ook heerlijk. Om 15.00 uur is de massage ten einde. We betalen de massage en geven de meisjes een goede fooi,. Dat hebben ze wel verdiend. Onderweg naar de markt staan aan de kant van de weg grote vitrines (glazen billboards) waarin ze de krant hebben geëtaleerd. Menig Chinees staat op zijn gemakje de krant te lezen. De meeste reisgenoten stappen bij de markt uit. Wij hebben geen zin om naar de markt te gaan en rijden samen met Miep en Victor met de bus naar het hotel. Ons wekkertje is kapot. We moeten op zoek naar een nieuwe. In het centrum zijn super moderne elektronica winkels. De Media Markt is hier niks bij. We lopen nog even door een enorme grote supermarkt. We zoeken iets lekkers om te knabbelen en te drinken. Daarna lopen we naar de kamer en genieten we van de rust. Ik kijk de foto’s van de afgelopen dagen even door. De minder mooie wis ik alvast. Om 18.15 uur verzamelen we om met de bus naar het dineradres te rijden. We gaan naar een paddestoelen hot-pot restaurant. We passeren heel wat hot-pot restaurants. Straten vol. Het is de lekkernij van deze streek. Midden op tafel wordt een grote koperen pot gezet met daaronder een vuurtje. De pot is gevuld met bouillon. In de bouillon gaan stukken kip (zwart kippenvlees) en hele paddestoelen (allerlei soorten). Naast ons bord hebben we een schaaltje met een heel pittig sausje om te dippen en een bakje met zoete rijstballetjes (zo groot als soepballetjes). Iedere tafel heeft een tafelbediende. Als de paddestoelen en het vlees gaar zijn krijg je deze op je bord. De paddestoelen dip je in het sausje en daarbij eet je de zoete rijstballetjes. Het is best lekker. Johan vindt het niet zo. Hij is niet de enige. Zeker de helft van ons gezelschap heeft vanavond niets gegeten. Bij deze paddestoelen hot-pot hoort uiteraard weer een legende. Ik ben een stuk van het verhaal kwijt maar het belangrijkste weet ik nog. De keizer was op zoek naar iets wat zijn eetlust weer zou opwekken. Al het eten dat hij voorgeschoteld kreeg vond hij niet lekker meer. Hij loofde een veelbelovende prijs uit voor degene die voor hem iets heel speciaals kon klaarmaken. Een eenvoudige keukenhulp deed ook mee voor de prijs. ’s Nachts werd haar ingefluisterd dat ze vele verschillende paddestoelen in de bergen moest gaan plukken. Ze moest de paddestoelen in een bouillon koken. Ze serveerde de paddestoelen hot-pot aan de keizer. En wat denk je, na het eten van de paddestoelen hot-pot kreeg de koning zijn eetlust weer terug. De keukenhulp hoefde haar verdere leven niet meer te werken en kon in grote weelde leven. “Thuisgekomen” maak ik voor de zoveelste keer een lekkere cup a soup (tomaten-creme). Goed dat ik het advies uit een reisverslag heb opgevolgd. Wij zijn niet de enige die soep bij ons hebben. Weer anderen hebben oploskoffie meegenomen om een lekkere bak nescafé te zetten. Heel handig zo’n waterkokertje op de kamer. Ik moet de koffers nog in orde maken. Sinds mijn ontdekking vorig jaar ben ik met pakken heel snel klaar en ligt alles heel overzichtelijk gesorteerd in de koffer. Vorig jaar moesten we, vanwege beperkte ruimte in de safaribusjes, met reistassen reizen. Ik heb toen onze kleren in plastic tassen gepakt. Die van http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
28
mij in Rabobank tassen met een sticker erop wat erin zat en Johan zijn kleren in de gele Bam tassen ook voorzien van stickers. De kleren blijven netjes bij elkaar zitten en kreuken niet. Als je iets nodig hebt, heb je het ook snel gevonden. Gedurende de reis hoef ik alleen de plastic tassen weer netjes op zijn plaats te leggen en klaar is Rina. Intussen is het bedtijd geworden. Morgen gaat de wekker heel vroeg, namelijk om 4.30 uur.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
29
Dinsdag, 18 oktober 2005 Kunming naar Xi’an We worden gewekt door een zacht piepje van ons nieuw reiswekkertje. Veel minder irritant dan onze kapotte wekker. We zijn nog niet uitgeslapen. We moeten toch opstaan want op 5.30 uur moeten de koffers op de gang staan. Om 5.30 uur zijn we klaar voor het ontbijt. Het regent als we om 6.30 uur naar de luchthaven rijden voor de vlucht naar Xi’an. Inmiddels zijn we zeer gedreven geworden met inchecken, vliegen en bagage ophalen. De vlucht is om 8.05 uur en we moeten 1½ uur vliegen. Eenmaal in het vliegtuig is het weer droog. Tijdens de vlucht heb ik voldoende tijd om het reisverslag bij te werken. We landen om 9.30 uur in Xi’an. Als we de aankomsthal uitlopen regent het. De lucht is grauw. Wat een vies weertje, zijn we niet gewend. We maken kennis met Dorry, onze gids. Onze vorige vrouwelijke gidsen waren allen slank. Dorry is klein en zeer mollig. Ze maakt er zelfs grapjes over. We bezoeken allereerst de oude Mingstadsmuren (1368-1644). De muren zijn in een rechthoek gebouwd. De stad is volgens een klassiek geometrisch patroon aangelegd. De omtrek van de stadsmuren is 12 km, de muur is 15-18 meter breed, wel imposant. Jammer dat het zo’n grijze dag is. Je kunt niet ver kijken, het is mistig. Daarna rijden we naar een lunchadres. Een restaurant in een hotel. Het restaurant bevindt zich op een grootte hoogte (welke verdieping weet ik niet meer). We delen het buffet met menig westerling (Amerika, Scandinavië). Westerlingen zijn we tot op heden nog maar amper tegengekomen. Vanaf vandaag zal dat anders zijn. Naar Xi’an en Beijing reizen veel meer toeristen. Het zuiden is nog min of meer onbekend bij de westerling. Niet bij de Chinezen want die zijn we gedurende de reis maar genoeg tegen het lijf gelopen. Het buffet is zeer uitgebreid, zowel Chinees als Westers. Een heerlijke Italiaanse tomatensoep, overheerlijke rauwkost en lekkere broodjes. We hebben met z’n allen heerlijk gegeten. Het is 13.35 uur en we zijn op weg naar het Provinciaal Historisch Museum. Suzanne geeft aan dat we ondanks onze interesses toch zeker de afdeling uit de Tang dynastie moeten bezichtigen. Deze periode is van groot belang geweest voor Xi’an. Wij zijn echt geen museum gangers en lopen in een hoog tempo door het museum. Het enige mooie vind ik de terra-cotta soldaten. Ondanks dat wij in een hoog tempo door het museum zijn gelopen arriveren wij niet als eersten bij het “trefpunt”. Zeker de helft van ons reisgezelschap heeft het snel gezien. Ik vind het spijtig dat voor een museum twee uur wordt uitgetrokken en voor een bezoek aan een oud dorpje krijgen we amper een half uur de tijd. Dit staat in geen enkele verhouding tot elkaar. Ik heb SRC een brief van 1½ A viertje geschreven over hetgeen ik positief en negatief vind van deze reis. Ze hebben mij een brief teruggeschreven en hebben mij bedankt voor mijn positief kritische opmerkingen. In de winkeltjes van het museum verkopen ze mooie terracotta soldaten en gekleurde beeldjes uit de Ming dynastie. Suzanne zegt dat de winkels vrij hoge prijzen hanteren. Afdingen is mogelijk maar dan is het nog duur. Morgen bezoeken we het Terracotta Leger. We rijden vooraf langs een werkplaats waar beelden gemaakt worden. Dus wachten we nog even met kopen. Inmiddels hebben de meeste reisgenoten plaats genomen aan een lange tafel waar thee wordt geschonken. De tafel staat vol met hebbedingetjes die je uiteraard kunt kopen. We pakken van alles vast maar kopen niets. Dit tot groot ongenoegen van de Chinese dames die ons liever zien gaan dan komen. Ik zie dat Hein een mooi foldertje van het museum in zijn hand heeft. Dat wil ik ook wel hebben voor het plakboek. Over een paar http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
30
minuten vertrekken we al. Op aanwijzen van Hein ren ik naar het kantoortje. Ik ben nog net op tijd terug met mijn foldertje. Het is 15.45 uur als we op weg zijn naar de Pagode van de Wilde Gans. Dit is het hoogste gebouw van de stad. Deze pagode is gebouwd in het jaar 652 om daar de heilige boeddhistische geschriften onder te brengen. De monnik Xuan Zang heeft deze geschriften uit India meegebracht. Lopend naar de Pagode zien we heel veel bedelaars. Best eng. We lopen met Suzanne over want ze geeft een perfecte uitleg bij elke bezienswaardigheid. Ze is nog maar 26 lentes jong en doet dit werk nog maar 2 jaar. Ze heeft een enorme bagage kennis bij zich. Ze vertelt alles met zoveel enthousiasme dat je wel moet luisteren. Het gaat automatisch. Ze heeft ook geen enkele moeite om een gezelschap van 35 personen enthousiast te maken en te houden. Ze is een kanjer ook al vind ik de tijdverdeling van de bezienswaardigheden niet altijd correct. Na haar uitleg gaan we onze eigen weg. We filmen wat en maken toch nog aardige foto’s ondanks de grijze lucht. Het lijkt wel of we niets anders doen dan eten. Het is weer tijd voor het diner. Als we het restaurant binnenkomen staat een perfect westers buffet op ons te wachten. Ik ga eerst voor een lekker tomatensoepje. Daarna frietjes, gebakken aardappeltjes, rauwkost, bloemkool en een lekker stukje vlees. Als je wilt kun je zelfs een biefstukje laten bakken. Iedereen smult van het heerlijke eten. Ik ga nog een tweede keer maar dan voor de spaghetti bolognese. Dat smaakt ook voortreffelijk. Na het diner rijden we naar het Sino Pearl Hotel. Niet zo’n geweldig hotel. De gangen doen een beetje duister aan. De kamer is schoon en dat is belangrijk. We gaan op tijd slapen want we zijn al sinds 4.30 uur in de weer.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
31
Woensdag, 19 oktober 2005 Xi’an, Terracotta Leger Om 6.30 uur staan we op. Werken onze ochtendrituelen af en ontbijten om 7.30 uur. Buiten is het grauw en grijs maar wel droog. Om 8.30 uur start de bus en zal ons naar het beroemde Terracotta Leger brengen. Het is ongeveer één uur rijden. Onderweg doen we eerst een werkplaats aan. Het is een wel ‘n héél bijzondere werkplaats. Ze maken daar van alles. Allereerst zien we op welke wijze de ongebakken terracotta beelden van details worden voorzien. Suzanne toont ons het verschil tussen de soldaat, generaal, officier, boogschutter en de wagenmenner. Uit oogpunt van het milieu (luchtvervuiling) wordt het bakproces niet meer in deze werkplaats uitgevoerd. Dit gebeurt elders. De klei wordt in een mal gedaan en krijgt zo zijn vorm. Vervolgens worden met de hand de details aangebracht. Het ongebakken beeld is rood/bruin van kleur. Door het bakproces wordt het beeld grijs met een witte sluier erover heen. Ik ga op zoek naar een beeld van een sergeant. Het is niet eenvoudig om een keus te maken. Een maatje groter vind ik eigenlijk mooier. De kop wordt los van de romp gebakken en het beeld is van betere kwaliteit. Toch ga ik voor de kleinere uitvoering. Het beeld moet in de tas passen en straks thuis in de vitrine (blijkt bij thuiskomst toch te groot voor de vitrine te zijn). In deze werkplaats worden ook schitterende lakmeubels (kastjes, kamerschermen, tafels) gemaakt. Het is allemaal handwerk. Op het hout smeert men klei. In de klei worden verschillende motieven van diverse materialen (o.a. parelmoer) gelegd. Daar gaat weer een kleilaag overheen. De klei schuurt men op zodat de motieven weer zichtbaar worden. Dan gaat er een laklaag overheen. Vervolgens worden de ingelegde motieven weer bloot gekrabd. Meubels worden ook prachtig gedecoreerd met goudverf. Een echt precisiewerk. Het resultaat mag er zijn. Uiteraard is bij deze werkplaats ook een winkel en geen kleintje ook. Johan en ik zien een prachtig zwart gelakt kastje gedecoreerd met rode rozen. Het is een schatje. Jos en Adrie komen voorbij. Jos ziet aan mijn gezicht hoe gefascineerd ik ben. Als je thuis iets wil kopen kun je daar alle tijd voor nemen. Nu moeten we veel te snel beslissen. En goedkoop is het ook niet. Alles wordt gratis verscheept, aldus de verkoper. Met pijn in ons hart besluiten we het kastje toch niet te kopen. Een beetje verder in de winkel zitten een aantal meisjes aan een weefgetouw. De draadjes zijn zo dun dat je ze amper ziet. Desondanks weven de meisjes met het blote oog. Onvoorstelbaar. Deze winkel is zo immens groot. Ik heb het gevoel dat in de werkplaats demonstraties voor de toeristen worden gegeven en dat de werkelijke productie elders wordt uitgevoerd. Dat neemt niet weg dat het vakwerk is wat ze laten zien. Daarna zetten we de tocht voort naar het Terracotta Leger. Het wonderlijke leger van keizer Qin Shi Huangdi. De keizer van de korte Qin-dynastie (221-206 voor Chr.), die China voor het eerst verenigde. We hebben geluk dat we de bus niet op de standaard parkeerplaats moeten parkeren. Anders hadden we eerst een uur langs souvenirkraampje moeten lopen. We parkeren dichtbij de ingang. Wat een massa mensen. Het ziet letterlijk zwart van de toeristen. De opgravingen zijn te zien in drie hallen. In hal 4 is het museum gevestigd. Hal 1 is de mooiste hal. In hal 2 zijn ze nog volop bezig met het blootleggen van de beelden. Hal 3 is klein. De beelden worden vanaf de grond verlicht hetgeen zeer mooi oogt. Eerst krijgen we een informatieve film te zien over het ontstaan, de plundering en de ontdekking van de kuilen. Eén van de boeren die in 1974 tijdens het graven van een waterput op dit leger stuitte signeert hier ter plekke het door hem geschreven boek. Suzanne zegt dat het een chagrijnig mannetje is. Fotograferen stelt hij helemaal niet op prijs. Door al die drukte heb ik hem niet gezien. Ik heb er overigens ook geen extra moeite voor gedaan. Toen Clinton destijds China bezocht wilde hij de boeren spreken die tijdens het graven van de waterput op het leger zijn gestuit. Dankzij Clinton zijn deze boeren bekend geworden. Inmiddels is nog maar één boer in leven en die brengt zijn dagen door bij de opgravingen. Na de filmvoorstelling lopen we naar hal 1. Volgens de reisinformatie die ik gelezen heb zijn hier honderden soldaten in het gelid opgesteld. Ik had me http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
32
de opgravingen toch iets anders voorgesteld. Wij lopen op een verhoogde balustrade en zien beneden in het midden de kuilen met de opgravingen. Belangrijke personen, zoals presidenten etc. mogen tussen de opgravingen doorlopen. Het overige publiek, zoal wij, kijkt vanaf een verhoogde balustrade met afrastering naar beneden. Het dak laat vrij veel licht door, zodat het toch voldoende licht is in de hal. Helaas niet voor mijn fototoestel. Het lukt niet om met mijn toestel een mooie foto te maken. Je mag niet flitsen. Toch zie ik regelmatig een flitslicht. Het achterste gedeelte van de hal is vrijwel leeg. Een groot aantal beelden met paarden staan in rijen bovenop de aarde. Deze zijn niet, zoals in het voorste gedeelte, in de kuilen opgesteld. In hal 2, de generaalskuil, moet nog heel veel gebeuren. De beelden, generaals en paarden, liggen in brokstukken verspreid. Steigerplanken laten zien dat hier nog steeds gewerkt wordt. Om de vindplaatsen van de beelden te markeren worden wereldbolletjes geplaatst. De beelden worden eerst gerestaureerd en dan weer op de vindplaats (kuil) teruggezet. In hal 3 worden boogschutters en bronzen strijdwagens opgegraven. De beelden worden mooi verlicht. De hal is veel kleiner dan de eerste hal. Door de mooie verlichting in hal 3 heb ik nu wel een aantal foto’s die gelukt zijn. In hal 4 is het museum en de wc. Vele mensen bezoeken de wc en verlaten het museum. Dat doen wij ook. We hebben nog een kwartier de tijd. Wij lopen nog één keer naar hal 1 en nemen de beelden van de soldaten goed in ons op. Het is nu ook een stuk rustiger dan daarstraks. Ik word een beetje boos op die Chinezen. Sta ik rustig te genieten en word ik opzij geduwd omdat een Chinees zonodig op de foto moet met op de achtergrond het Terracotta Leger. Chinezen moeten overal op de foto en kennen echt geen fatsoen. Ze duwen, trekken en kruipen overal voor. Ons kwartier is om en we lopen naar de verzamelplaats. Het is tijd om te gaan lunchen. Voordat we in het restaurant gedeelte zijn moeten we een enorme souvenirhal met ontzettend veel kraampjes langs. De vloer van het restaurant is net een glijbaan. Je schuift over de vettigheid. Het eten is niet veel bijzonders. Daarna bezoeken we de Grote Moskee. Die dateert uit de 8ste eeuw. De moskee is in Chinese stijl gebouwd maar heeft ook duidelijke Arabische elementen. Dit getuigt van de tijd dat Xi’an het beginpunt van de Zijderoute was. Onderweg naar de moskee passeren we menig fietser met een enorme lading dozen. Ik probeer vanuit de bus foto’s te maken maar dat valt niet mee. De taxi’s hebben allemaal dezelfde groene kleur, dus duidelijk herkenbaar. We lopen over de Hui markt naar de moskee. Dorry roept dat we onze tassen moeten sluiten en stevig moeten vasthouden. In de gezichten van de mensen uit de Hui-wijk zijn nog altijd Arabische trekken aanwezig. Op de markt wordt volop gekookt en gebraden. Uiteraard ontbreken ook de honderden souvenirkraampjes niet. Toch jammer zo’n massa souvenirkraampjes. Dit doet echt afbreuk aan de omgeving. Hoe zal het over 10 jaar zijn?! De moskee is inderdaad niet te vergelijken met een Arabische moskee. Toch vind je hier en daar het Arabische geschrift. Suzanne doet weer volop haar best om ons de nodige kennis bij te brengen. In de gebedsruimte liggen de kleedjes zij aan zij op de vloer. Een paar schoenen voor de gebedsruimte laat zien dat een moslim zich tot Allah richt. Ondanks de grijze dag heb ik toch nog een aantal mooie plaatjes weten vast te leggen. Als we teruglopen zien we een flink aantal mannen naar de gebedsruimte lopen. Om 16.30 uur moeten we verzamelen bij het meetingpoint. De bedelaars zijn in grote getallen aanwezig. Ze zijn hondsbrutaal. Ze stoppen hun schaaltje letterlijk onder mijn neus. Echt verschrikkelijk. Een gehandicapte krijgt van mij echt wel iets maar niet op deze manier. Op de boottocht over de Li-rivier had Diana mij beloofd om foto’s van haar schilderwerken te laten zien. Ik vraag haar of ze de foto’s bij zich heeft. Het zijn inderdaad prachtige schilderijen, heel http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
33
gedetailleerd. Als iedereen present is stappen we in de bus. Tijdens de busrit van het hotel naar het Terracotta Leger en naar de Grote Moskee en weer terug naar het hotel zie ik dat er veel wordt gesloopt. Op deze plaatsen wordt nieuwe laagbouw neergezet. Langs de kant van de weg staan talrijke kraampjes waar appels te koop worden aangeboden. De bladeren van de bomen krijgen al mooie herfstkleuren. Ondanks de mooie kleuren is het landschap niet fraai. In de dorpen hangt de maïs te drogen en hier en daar zie ik lotusvijvers. De meeste wegen waar we rijden zijn tolwegen. Om 17.00 uur arriveren we bij het hotel. Even relaxen en de foto’s van vandaag bekijken. Om 19.00 uur eten we met Saskia, Tom en Frieda in het restaurant van een theater. De andere reisgenoten gaan naar een dansvoorstelling. Zij eten in een andere zaal. Zo’n voorstelling kan me echt niet boeien dus gaan we daar ook niet heen. Wij hebben ons voorgenomen als we ergens geen zin in hebben dat we dan ook niet meedoen. In het verleden gingen we mee omdat een ander dat ook deed. Die tijd hebben we gehad. Het eten is lekker warm en smaakt bijzonder goed. De schalen zijn snel leeg. Dit wil toch zeggen als het eten warm is, dat het dan wel smakelijk is. Suzanne en Dorry regelen voor ons twee taxi’s die ons vijven terugbrengen naar het hotel. We drinken nog wat en gaan daarna slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
34
Donderdag, 20 oktober 2005 Xi’an naar Beijing Om 6.15 uur word ik wakker. De wekker loopt over een kwartiertje al af en daarom sta ik alvast op. De koffers moeten om 7.30 uur buiten staan omdat de kofferboys onze bagage inchecken. Als we om 7.30 uur naar het ontbijt lopen regent het flink. Ik vind Xi’an een grijze stad. Wellicht zal dit gedeeltelijk aan het weer liggen maar de gebouwen zijn ook triest. Xi’an is volgens Suzanne ook geen veilige stad. Je moet extra alert zijn op je spullen. Zelfs op de luchthaven zijn je spullen niet veilig. Als we om 8.30 uur vertrekken regent het nog steeds. We passeren fietsers met poncho’s in allerlei kleuren. De kinderen achterop zitten ook droog want het kinderstoeltje is voorzien van een overkapping. In de stromende regen worden de straten nog geveegd. Dorry zingt haar liedje weer: “Nederland, oh Nederland jij bent de kampioen etc”. Toen ze ons 18 oktober van het vliegveld ophaalde zong ze dit lied ook. Langs de kant van de weg staan vele grote billboards. Als we op het vliegveld zijn krijgt Dorry een bekeuring van de controledienst. Ze heeft haar legitimatiebewijs niet omhangen. Wij vinden dit zo sneu dat wij spontaan haar boete betalen. Ze wordt hierdoor zeer emotioneel en begint te huilen. We zouden om 10.55 uur vliegen. Al snel blijkt dat we vertraging hebben. Vanwege de vertraging worden in de vertrekhal door het vliegveldpersoneel tuc koekjes en blikjes fris uitgedeeld. De houdbaarheidsdatum is al verstreken. Desondanks smaakt het nog best. Om 12.00 uur gaan we de lucht in. Tijdens de vlucht wordt een lunch geserveerd. Ik eet hier nauwelijks van want we hebben in Xi’an een lunchpakketje meegekregen (flesje water, banaan en een sandwich). Dat peuzelen we straks in de bus wel op. Om 15.00 uur zitten we in de bus op weg naar de Tempel van de Hemel. De fluweelbomen onderweg hebben prachtige herfstkleuren. Beijing is China’s grootste stad qua oppervlakte en derde grootste stad qua inwoners, momenteel 14 miljoen. Onderweg worden ontzettend hoge flats gebouwd. De kinderen spelen, gekleed in uniformen, op de schoolpleinen. Op de grote wegen rijden verschillende kleuren taxi’s. De rode taxi’s zijn het goedkoopst en er is plaats voor drie personen. Dan heb je nog de rode, blauwe, groene en bruine taxi’s met een gele band over de zijkant. Deze taxi’s zijn iets duurder en bieden plaats aan vier personen. Het tarief van de taxi staat op de buitenkant te lezen. Ik zie zeer luxe flats maar ook heel veel smerige flats. We zijn aangekomen bij de Tempel van de Hemel (Tiantan). Als we de bus uitstappen, begint het zachtjes te regenen. Niet genoeg om een paraplu mee te nemen. Onderweg worden de paraplu’s in grote getallen te koop aangeboden. De oppervlakte van het complex is zeer uitgestrekt. Het complex dateert uit de 15de eeuw. Hier kwam de keizer eens per jaar om de hemel eer te bewijzen en om te bidden voor een goede oogst. In het oude China de belangrijkste staatsrite. Momenteel dient de tempel niet meer als een gebedsplaats. De tempel van de Hemel is in 1998 door Unesco opgenomen in de lijst van Cultureel Wereld Erfgoed. Voordat we het complex bereiken lopen we door een hal waar Chinezen kaarten, een muziekinstrument bespelen, een spel spelen of dansen. In het weekend komen vele Chinezen naar deze plek voor de gezelligheid. Ik vind dit alles een mooi schouwspel. Helaas moeten we er als Japanners doorheen lopen. Snel een foto en verder lopen. Hier word ik echt chagrijnig van. Als we eenmaal bij het tempelcomplex zijn aangekomen is daar weer een zee van tijd voor uitleg. Dit staat in geen enkele verhouding tot elkaar en dat laat ik ook duidelijk blijken. Uiteraard heb ik dit SRC ook http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
35
laten weten. Het hoofdgebouw wordt momenteel gerestaureerd en is niet te bezichtigen. Ondanks dat staan we hier toch weer een behoorlijke tijd stil. We lopen verder. Het is opgehouden met regenen maar de lucht is nog behoorlijk grijs. Hoe verder we het complex oplopen hoe indrukwekkender het wordt. Prachtige details en enorme grote zware rode deuren. Dat heeft wel wat. Het is tijd geworden om iets te gaan eten. We rijden richting restaurant. Het heeft heel wat voeten in aarde voordat we daar zijn. Het verkeer zit muurvast. Na het diner gaan we naar een acrobatiek voorstelling. We zitten helemaal bovenaan en daar is het ontzettend warm. Gedurende de gehele voorstelling blijven mensen binnenkomen. Dat stoort ontzettend. De eerste tien minuten vind ik de voorstelling wel leuk. Daarna neemt mijn belangstelling snel af. Alles bij elkaar duurt het ongeveer drie kwartier. De komende vier nachten logeren we in het mooie centraal gelegen Tianlun Songhe Hotel. Zodra we de sleutel van de kamer hebben ga ik plat. Ik barst van de hoofdpijn.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
36
Vrijdag, 21 oktober 2005 Beijing, Verboden Stad, Plein van de Hemelse Vrede, Lama Tempel, Hutong tocht We worden om 6.30 uur gewekt door de zachte zoem van het wekkertje. We ontbijten om 7.30 uur en om 8.30 uur zijn we al op weg naar de Verboden Stad. Ons startpunt ligt op het einde. Dit betekent dat we in omgekeerde richting lopen. Suzanne kiest hier bewust voor zodat we het eerste gedeelte van De Verboden Stad bijna voor ons alleen hebben. We kunnen in alle rust het moois aanschouwen. Zodra we op de helft van de route zijn komt de grote mensen massa ons tegemoet. Onze uitgang, het eigenlijke beginpunt, is de Poort van de Hemelse Vrede. Achter deze poort (drie toegangen) ligt het Plein van de Hemelse Vrede. Het portret van Mao hangt boven de middelste poort. Via ondergrondse oversteekplaatsen komen we uit op het Tiananmen-Plein, oftewel het Plein van de Hemelse Vrede. Midden in Beijing, direct ten zuiden van de Verboden stad. Dit plein, waar zich de nodige dramatische taferelen hebben afgespeeld is vooral het domein van Chinese dagjesmensen uit alle delen van het Chinese rijk. Het is ontzettend druk. Vandaag staan wij tussen al die mensen op dit beroemde plein. Ik heb veel over dit bijzondere plein gelezen en ik heb vele foto’s gezien. Als ik hier zo sta doet het wat met mij. Wat kan ik niet vertellen, het is een gevoel. De vlag op het plein wordt elke dag bij zonsopgang omhoog gehesen en bij zonsondergang wordt hij weer naar beneden gelaten. Dagelijks zijn hiermee in totaal 36 soldaten mee gemoeid. Op het plein maken we een groepsfoto met op de achtergrond de toegangspoort naar de Verboden Stad met in het midden het portret van Mao. Daarna doen we nog de nodige indrukken op en lopen naar de verzamelplaats. De vrije tijd die we krijgen voor het plein is te kort. Op onze vrije dag lopen we terug naar dit immense beroemde plein. Het is lunchtijd, ik verlang naar een lekkere boterham met hagelslag of pindakaas. Daarvoor moet ik nog even geduld hebben. De schalen met de Chinese ingrediënten verschijnen weer op de glazen draaiplateaus. Na de lunch rijden we naar de Lamatempel in het noorden van Beijing. Deze tempel heet eigenlijk het Paleis van de Eeuwigdurende Harmonie, Yonghe Gong. Het is een paleis waarin oorspronkelijk keizer Kangxi gedurende zijn tijd als kroonprins verbleef en werd in 1774 in gebruik genomen als Lamaïstisch (Tibetaans Boeddhistisch) klooster. Dit is een prachtige tempel. Alles zo kleurrijk, jammer dat je binnen geen foto’s mag maken. De hoofdhal, de Hal van Eeuwige Harmonie (Yong He Dian), waar de naam van de tempel vandaan komt, heeft een standbeeld van Zonkapa. De stichter van de Gele Hoeden-sekte van het Tibetaanse lamaïsme. In de achterste hal, het Paviljoen van het Tienduizendvoudige Geluk, bevindt zich een enorm houten verguld beeld van de Maitreya Boeddha (toekomstige boeddha, 26 meter hoog). Het beeld zou zijn gemaakt uit één boom van sandelhout en in de 18de eeuw vanuit Tibet hierheen zijn getransporteerd. Ik koop in het superkleine winkeltje enkele ansichten van deze fascinerende tempel. Daarna rijden we naar onze optionele Hutong tocht. Voor 180 Yuan worden we in een riksja door de smalle straatjes van de Hutong gereden. We bezoeken een familie, een schooltje voor doven en slechthorende kinderen en een grote lokale markt. De straten zijn slecht geplaveid en zitten vol met grote gaten. De huisjes zijn grijs en doen armoedig aan. Als we zo’n huisje bezoeken valt het reuze mee. Een binnenplaats met wat fruitbomen, een huiskamer, slaapkamer met tv en een eenvoudige keuken met bergruimte. In het schooltje krijgen de kinderen in kleine groepjes les. http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
37
Alles ziet er super de luxe uit. Blijkbaar aan geld geen gebrek. De kinderen vinden de shampootjes, kammetjes, zeepjes en flesjes douchecrème heel leuk. De hutongtocht zit erop. We lopen met z’n allen naar de lokale markt en struinen wat rond. De bakkers bakken kleine koekjes, grote platte deegkoeken en nog veel meer lekkere dingen. De slager hakt het vlees, noedels worden vers gemaakt, het ruikt heerlijk en alles ziet er smaakvol uit. Volop groenten en fruit. Hier is werkelijk alles te koop, een lust voor het oog. We treffen elkaar op het verzamelpunt. Margriet en Anita hebben een voorraad rode papieren lampionnetjes ingeslagen. Linda is heel bescheiden geweest en is blij met haar ene lampionnetje. Terwijl we staan te kletsen laat een vader vol trots zijn zoon zien. Hij vraagt of ik een foto van hem en zijn zoon wil maken. Zo gezegd zo gedaan. Vol trots kijkt hij op het lcd-schermpje naar het resultaat. Tevreden loopt hij verder. Als de club compleet is lopen we naar de bus en rijden we naar een restaurant om te gaan eten. Een sfeervol restaurant met mooie gedekte tafels. Een kleurig servies dat een perfecte combinatie vormt met het tafelkleed. Elke tafel heeft zijn eigen tafelbediende, heel vriendelijk en behulpzaam. Je hebt nog amper je kopje thee leeg en het wordt weer gevuld. Het eten is ook prima, wat wil je nog meer. Na het eten gaan de meeste van het reisgezelschap naar een show. Suzanne regelt taxi’s voor degene die niet naar de voorstelling gaan. Wij delen de taxi met Miep en Victor. De rit naar het hotel gaat supersnel. Aangekomen in het hotel wissel ik nog 150 Am. $, het laatste geld voor de komende dagen. Daarna drinken we nog iets en genieten we van onze rust.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
38
Zaterdag, 22 oktober 2005 Beijing, Chinese Muur en Zomerpaleis Om 6.15 uur worden we wakker. Johan kijkt door het raam en de thermometer wijst 5 graden aan. Om 7.00 uur ontbijten we. Ondanks dat de zon al hoog aan de hemel staat is de temperatuur na het ontbijt nog maar met één graad gestegen. Toch wel koud. Om 8.00 uur vertrekken we naar de Chinese Muur. Iedereen zit al ruim voor vertrek in de bus. Anita zit op de eerste bank. Ik vraag haar of wij daar mogen zitten omdat ik weet dat zij met haar moeder al een keertje voorin hebben gezeten. Ze houdt de plaats vrij voor Diana en Wim. Dat vind ik heel vreemd want Diana en Wim hebben al een keer voorin gezeten en ik kan maar amper geloven dat Diana en Wim haar dit gevraagd hebben. Dus wij zoeken elders ons plaatsje. Dan komen Adrie en Jos de bus in. Zij willen ook graag voorin zitten en vragen Anita om op te staan. Ook tegen hen zegt ze dat ze de plaats reserveert voor Diana en Wim. Zodra Suzanne de bus instapt spreekt Jos, Suzanne hierop aan. Suzanne snapt het probleem niet of wil het niet snappen. Jos en Adrie spreken met ons af dat zij op de heenreis voorin zitten en wij op de terugreis. Wat blijkt nu. Anita heeft zelf Diana en Wim aangeboden om voor hen de eerste bank te reserveren. Anita is zelf fout bezig. Eigenlijk wel kinderachtig dit gedoe maar iedereen heeft het recht om één keer vooraan te mogen zitten. Dit is het eerste en laatste “probleempje” dat zich gedurende de reis heeft voorgedaan. Dus dat valt toch reuze mee. Voordat we de stad Beijing uit zijn is het al weer één uur later. Halverwege onze heenreis doen we een cloisonné fabriekje aan. De basis is een koperen voorwerp, ‘n bakje, ‘n schaaltje, ‘n kannetje, ’n bord of een vorm voor een sieraad. Op het voorwerp worden smalle, platte strippen van koper geplakt (de platte strip ligt verticaal, dus niet plat (horizontaal). De strippen worden zodanig geplakt dat zij in bepaalde patronen over het gehele voorwerp lopen Tegelijkertijd wordt het voorwerp in vele, piepkleine vakjes (cloisons) verdeeld. De open vakjes worden opgevuld (geverfd) met verschillend gekleurd email (een mengsel met onder andere heel fijn poeder). Dan wordt het voorwerp in een oven sterk verhit. Daarna ontstaat een glasachtige , ondoorzichtige laag. Nadat dit proces herhaald is, wordt het voorwerp zowel aan de binnen- als de buitenkant gepolijst. Helaas heb ik niet gezien hoe het email mengsel op het voorwerp wordt gebracht. We zijn met 35 personen. Dit betekent dat niet iedereen vooraan kan staan en het proces niet kan zien. Suzanne vertrekt met de medereizigers die het proces gezien hebben. Wij kijken nog met een aantal personen hoe het proces gaat en maken wat foto’s. Als we uitgekeken zijn, zien we de rest van de groep nergens meer. Uiteindelijk vinden we elkaar weer. Nu hebben we weer een gedeelte van het proces gemist en dat vind ik heel spijtig. De groep is gewoon te groot. Uiteraard is bij dit fabriekje cq werkplaats ook een winkel, Dit is een megastore. We kopen een kobaltblauw (de originele kleur uit de Ming-dynastie) schaaltje met deksel. Daarna zetten we koers richting de Muur. Onderweg worden weer volop nieuwe wegen aangelegd. We passeren appelboomgaarden en langs de kant van de weg staan vele fluweelbomen in de prachtige herfsttinten oranje en rood. We passeren een stadion dat gerenoveerd wordt voor de Olympische Spelen 2008. Het fietsstadion. Het landschap gedurende de eerste uren na Beijing stelt niet veel voor. Daarna maakt het vlakke saaie landschap plaats voor mooi begroeide bergen met bomen in schitterende kleuren. Om 10.35 uur vangen we de eerste glimp op van de Muur. We stoppen daarna al heel snel. De Nederlandse vertaling van de plaats waar we de muur bezichtigen is: Fijn Vertoeven. Helaas weet ik de naam niet in het Mandarijn. John, onze gids heeft bewust niet voor de plaats Bandaling gekozen omdat het daar waarschijnlijk “zwart” ziet van de Chinese toeristen. We krijgen tot 12.30 uur de tijd om de muur te beklimmen. We kunnen de muur aan twee kanten beklimmen. Aan de ene kant gaat de muur heel steil omhoog en aan de andere kant gaat het wat geleidelijker omhoog. Ik wil graag de steile kant beklimmen. Johan voelt daar niet veel voor maar besluit toch mee te gaan. Na een vijftal minuten haakt hij echter af. Dit is voor hem te machtig. Ik vind het heel jammer en heb ook geen zin om alleen verder te klimmen. Een http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
39
beetje teleurgesteld beginnen we aan de andere klim. Ook daar haakt Johan al weer snel af. Ik besluit om alleen verder te klimmen. Met het zonnetje op mijn hoofd en een heerlijke temperatuur, niet te warm en niet te koud, klim ik in een rustig tempo. Ik maak heel veel foto’s zodat ik straks de mooiste kan laten afdrukken. Jammer dat we niet samen kunnen genieten van dit moois. Als ik het prachtige berglandschap en alles erom heen goed heb opgeslagen begin ik aan de afdaling. Ik kan ook nog via een zijaftakking van de Muur naar beneden lopen. Dat doe ik toch maar niet. Maar goed dat ik hetzelfde pad terugloop want Johan staat mij beneden op te wachten. De groep heeft afgesproken bij een soort theehuis en als herkenning heeft John de Nederlandse vlag uitgehangen. Om ongeveer 13.00 uur vertrekken we met de bus richting ons lunchadres. Een hele grote winkel met daarachter een restaurant. Na de lunch om 14.20 uur rijden we naar het Zomerpaleis. Aangekomen bij het Zomerpaleis staat daar een stevig briesje. We staan bij het meer en daar is het best koud. Het is ontzettend druk en vele gebouwen (teveel tegelijk) zijn momenteel in restauratie. Dit doet afbreuk aan hetgeen wat nog wel te aanschouwen is. Als je mij vraagt wat vind je van het Zomerpaleis dan zeg ik, niet indrukwekkend. Terwijl je in alle reisgidsen leest dat het zeer de moeite waard is om het complex te bezichtigen. Teruglopend naar de bus worden we overspoeld met mensen die je souvenirs willen verkopen. Als je nog van souvenirs mag spreken Een grote neus met daaronder een snorretje is meer iets voor carnaval. Een aantal van ons gezelschap gaat naar de opera en de rest gaat naar het hotel. Wij houden nu eenmaal niet van shows en voorstellingen dus wij zitten in de bus naar het hotel. Morgen hebben we een vrije dag. De laatste dag in Beijing. Suzanne heeft een aantal bezienswaardigheden voor ons op papier gezet die we zouden kunnen bezoeken. Vanavond na de operavoorstelling zijn Suzanne en onze gids in de foyer om nog meer toelichting te geven indien je daar behoefte aan hebt. Wij willen nog een keer naar het Plein van de Hemelse Vrede en daar kunnen we vanaf het hotel naar toe lopen. We gaan niet naar beneden voor informatie. Ik maak een heerlijk soepie, drinken en knabbelen nog wat en gaan daarna lekker slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
40
Zondag, 23 oktober 2005 Beijing, Plein van de Hemelse Vrede Vandaag gaat de wekker niet en toch word ik al voor achten wakker. Het bed (matras) is voor mij veel te hard. In alle hotels was wel iets met het matras. Of ik voelde de veren of het was veel te hard. Soms ben ik aan het voeteneind gaan liggen zodat ik de veren niet voelde en als het matras te hard was ging ik op de ene helft van het dekbed liggen en de andere helft sloeg ik over me heen. Johan heeft weinig last gehad van de harde matrassen want die heeft “kussentjes” genoeg. Na een half uur draaien in bed ga ik douchen en tandenpoetsen. Johan heeft nog geen zin om op te staan. Hij heeft last van zijn keel, komt waarschijnlijk van de airco. Ik ben al lang klaar en ik ga alvast de koffers in orde te maken. Om 9 uur gaan we ontbijten. We hebben niet zoveel trek. Toch maar een omelet met tomaten laten bakken. Met toast en bacon erbij smaakt het best. Daarna nog een schaaltje yoghurt met verse vruchten. Dat smaakt wel erg lekker. Ondanks dat we niet veel trek hadden hebben we nog veel gegeten. We bestuderen de plattegrond die Suzanne ons gegeven heeft en gaan op pad. We zijn nog amper het hotel uit of we worden aangesproken door twee studenten, een jongen en een meisje. Ze vertellen dat ze volgende week naar Amsterdam vliegen voor een uitwisselingsprogramma met Nederlandse studenten. De reis wordt voor de helft betaald door de universiteit en de andere helft moeten ze zelf betalen. Om geld te verdienen verkopen zij hun schilderwerken. Ze vragen heel beleefd of we interesse hebben om een kijkje te komen nemen. We besluiten mee te gaan. We lopen een restaurant binnen en op de bovenverdieping hebben ze een aantal kamers ingericht. We maken kennis met hun professor. Omdat we de moeite nemen om hun schilderkunsten te bekijken, zet de professor als tegenprestatie in Chinese karakters onze voornamen op rijstpapier (we mogen zelf het papier uitkiezen). Het meisje heeft op zijde geschilderd en de jongen op papier. We hebben nog best wat Yuan’s over en ik vind de schilderwerken met de afbeelding van de draak, (machtig dier, wordt gebruikt om de keizer te symboliseren) en phoenix, (de koning van de vogels, het symbool van de keizerin) heel mooi. Om de jongen niet teleur te stellen koop ik ook een schilderwerk van hem. De professor rolt de kunstwerkjes op en stopt ze in een kartonnen doos. Met 300 yuan (ong. 30 euro) armer en drie schilderwerken en een kalligrafie op rijstpapier rijker, stappen we de deur uit. De studente loopt mee naar buiten en wijst ons de weg naar het Plein van de Hemelse Vrede. We lopen toch nog even terug naar het hotel om onze aankoop op de kamer te leggen. Bij het hotel komen we Jaap en Nel tegen. Ze hebben voor een veel te hoge prijs T shirts gekocht voor de kleinkinderen. Jammer dat we Diana en Wim nu niet treffen. Ik weet zeker dat Diana geïnteresseerd is in deze schilderkunst. Het is intussen aardig warm geworden. Op de kruising moeten we links en daarna rechtdoor en aan het einde van een drukke brede winkelstraat rechtsaf. De winkels zijn supermodern, groot en doen zeer westers aan. Beijing is een echte wereldstad. Het oversteken gaat niet zonder gevaar. Ondanks dat we worden bijgestaan door een geüniformeerde “hulp” die zijn vlag omhoog steekt als teken van oversteken. De hele meute staat al op de zebra en de auto’s razen nog rakelings langs ons heen, levensgevaarlijk. Als we het winkelende publiek voorbij zijn worden we aangesproken door een aardige knul: “where do you come from?” Al lopend praten we over alles en nog wat. Hij vertelt dat hij arts is in de accupunctuur. Ik begrijp hem verkeerd want ik denk dat hij zegt of ik een accupunctuur behandeling wens maar hij vraagt of ik weet wat accupunctuur is. Hij werkt in een hospitaal dat samenwerkt met een hospitaal in Chicago waar hij onlangs is geweest. Hij heeft op de universiteit geen Engels gehad maar heeft de taal geleerd door Engelse films op tv te kijken en veel Engelse boeken te lezen. Hij is in Frankrijk (Parijs) en Duitsland geweest maar nog nooit in Nederland. Als we bij het Plein van de Hemelse Vrede zijn aankomen vraagt de jongen of hij ons moet rondleiden. We bedanken hem hiervoor en nemen afscheid. Via een ondergrondse oversteekplaats bereiken we het plein. Op de vloer van de oversteekplaats tussen de vele voetgangers, steken http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
41
vrouwen, zittend op hun knieën, kauwgom van de tegels. Mensonterend! Het is vandaag zondag en ontzettend druk op het plein. Vele Chinezen zijn met hun kind een dagje uit. Regelmatig krijgen we het verzoek (een duw) om opzij te gaan want er moet zonodig weer een Chinees op de foto met op de achtergrond het portret van Mao. Aan de zijkanten van het plein bevinden zich het parlementsgebouw, het museum en het mausoleum van Mao. Vóór het museum staat een bord waarop wordt aangegeven hoeveel dagen (1020 dagen) het nog duurt voordat de Olympische Spelen beginnen (8-8-2008). We zijn een beetje moe geworden van al dat slenteren en gaan op een soort sokkel zitten. We zitten nog amper of een lief meisje vraagt of ik een enquête wil invullen. Dat doe ik uiteraard. De vragen variëren van ben je een toerist, welke leeftijd, hoe lang blijf je in China, wat bezoek je in China, vind je China mooi etc. Als ik de ingevulde enquête teruggeef krijg ik als dank een gelukshangertje. Het is heerlijk warm en we genieten volop van het weer en het plein met de vele mensen. Kleine Chineesjes hebben van pa en ma een Chinees vlaggetje gekregen. Het plein kleurt dan ook aardig rood. We vinden het welletjes en we lopen op ons gemakje terug naar het hotel. Onderweg gaan we nog lekker op een bankje zitten om de boel gade te slaan. Ik heb nog wat evergreens bij me die we opeten. Een bedelaar ziet ons eten, komt onze richting op en gaat op z’n knieën voor ons zitten. Smekend voor een stukje koek. De koek hebben we net achter onze kiezen en meer heb ik helaas niet bij me. Daarna gaat hij naar het volgende bankje en gaat weer op z’n knieën. Hij heeft niet veel geluk want ook daar vangt hij bot. Mijn geweten zegt dat ik hem iets had moeten toestoppen maar van de andere kant weet ik van Suzanne dat vele bedelaars misbruik maken van de goedheid van menig toerist. Dus, wanneer doe je goed. In de drukke winkelstraat gaan we op zoek naar een papieren lampionnetje. Op de heenweg heb ik in een winkel, lampionnetjes zien hangen. Na goed speurwerk ontdekken we de winkel weer. Het is ontzettend druk in de winkel. Ik maak door middel van het aanwijzen van de lampion de verkoopster duidelijk wat ik wil hebben. Het heeft heel wat voeten in aarde voordat ik de lampion in handen heb. Achteraf blijkt dat ze op zoek waren naar een lange stok om de lampion van het plafond te halen. Zal wel niet in voorraad zijn geweest of ze werken altijd zo. Dan heb je snel een winkel vol met veel publiek. We gaan nog even op een bankje zitten in de drukke winkelstraat. Naast ons zitten een aantal meisjes. Ze kijken ons aan en lachen ons toe. Op een gegeven moment probeert een van de meisjes een gesprek met ons aan te knopen. Ze vraagt waar we vandaan komen en als ik dan Holland zeg weet ze het al niet meer. Ik doe er alles aan om haar iets te vertellen maar haar Engels blijkt zeer beperkt te zijn. We lopen verder en komen langs een prachtige kathedraal waar net een bruidspaar staat te poseren. Even later verschijnt nog een bruidspaar. Van beide paren wordt een uitgebreide fotoreportage gemaakt. Op een gegeven moment tilt de bruid haar prachtige witte jurk een eind omhoog, iets te hoog. Ik zie daaronder hele dikke beige kniekousen, geen gezicht. Dan lopen we in één ruk naar het hotel. Bij het restaurant vóór het hotel worden we aangesproken door een mevrouw die vraagt of we interesse hebben om naar schilderwerken van studenten te komen kijken. We vertellen haar dat we dat vanochtend al gedaan hebben. Voordat ze dat van ons aanneemt moeten we haar toch nog meer uitleg geven. Daarna groet ze ons vriendelijk en lopen we verder. Om 16.00 uur zijn we op de kamer en bekijk ik de foto’s die ik vandaag gemaakt heb. Daarna drinken we nog wat. Dan bedenk ik ineens dat Bart, onze zwager vandaag jarig is. Johan stuurt een sms’je naar Franca, zijn dochter, zodat zij de felicitaties kan overbrengen aan pa. Nog geen vijf minuten later krijgen we al een berichtje van haar terug. Toch wel handig zo’n mobieltje. Om 16.30 uur gaan we naar de Mac. De friet wordt vers gebakken en is http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
42
gloeiend heet en de hamburger is ook goed warm. Dat alles met een ijskoude cola smaakt ons prima. Daarna lopen we nog even langs de buurtsuper voor wat blikjes drinken en een knabbeltje voor vanavond. Elke vakantie als we in een grote stad zijn gaan we naar een Mac, als dat tenminste mogelijk is. Het lijstje kunnen we nu aanvullen met Hongkong en Beijing, weer twee wereldsteden erbij. We gaan vanavond op tijd slapen want morgen vliegen we terug naar ons kikkerlandje.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
43
Maandag, 24 oktober 2005 Beijing-Amsterdam We worden om 5.00 uur wakker. Gisterenavond heb ik de koffers al ver in orde gemaakt. Het is nu nog een kwestie van toiletspullen erin wat vuile kleren en de koffers kunnen dicht. Om 5.45 uur gaat de wake-up call. Deze zijn we de gehele vakantie al voor geweest want als je dan nog moet gaan starten is de tijd heel krap. We zijn ruim op tijd klaar en gaan voor de laatste keer ontbijten in China. Om 7.00 uur vertrekken we met de bus naar Beijing Capitol Airport, 30 kilometer ten noordoosten van de stad. De transfer, buiten de spits, duurt vanaf het centrum ongeveer één uur. Koffers inchecken. Daarna naar de douane en al wachtend vul ik de departure cards van ons beiden in. Om 9.15 uur zitten we in gate 11 te wachten voor de vlucht naar Amsterdam. Het KLM toestel staat al klaar. Ik maak nog wat foto´s van het vliegtuig, een Boeing 747/400 met de naam Seoel. Het wachten duurt niet lang. Om 10.35 uur hangen we al in de lucht richting Amsterdam. Ondanks dat we ongeveer 10 uur moeten vliegen duurt de vlucht niet lang. Tegen landingstijd, 13.47 uur, kijk ik eens naar buiten en zie een grijze massa waar je niet doorheen kunt kijken. Op de monitor staat te lezen dat we nog 36 minuten moeten vliegen en we bevinden ons momenteel boven Kiel. 14.23 Uur landen we op Nederlandse bodem. We nemen de Internationale trein van 15.40 uur naar Roosendaal en arriveren om ongeveer 17.00 uur op het station in Roosendaal. Al snel arriveren twee buurtbussen die richting Schijf, Achtmaal en Zundert rijden. Janus, onze zwager, is één van de chauffeurs en bij hem stappen we in. We zijn de enige passagiers in zijn bus en om 17.25 uur rijden we rechtstreeks vanuit Schijf richting Zundert. We worden thuis voor de deur afgezet.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-china
44