Dubai-retour met de CH-01. (8-18 november 1995)
Om de know-how van Sabena Technics beter bekend te maken in het Midden Oosten, beslist de directie van Sabena om het prototype van de Lockheed C-130 Hercules “Avionics Upgrade” aan de Dubai Air Show van 1995 te laten deelnemen. Om de verplaatsing te optimaliseren wordt besloten om in Caïro, tijdens de heenreis, een technische presentatie voor de Egyptische Luchtmacht, in te lassen. Om zowel in Dubai als Caïro toelichtingen te verstrekken over het Avionics Upgrade programma, en ook om logistieke hulp te verlenen onderweg bij mogelijke pannes van het systeem, dat toen nog zeker niet matuur was, werd ik gevraagd om mee van de partij te zijn.
De cockpit van de oude tante vóór en na haar (avionics-) facelift.
Zeer vroeg in de druilerige ochtend van 8 november 1995 staan wij, en dat zijn resp. de 23 jaar oude CH-01, een crew van de Belgische Luchtmacht (2 piloten, flight engineer en loadmaster) en ikzelf, dan met draaiende motoren aan de drempel van de baan 20 te Zaventem, klaar voor de start van het avontuur. Eventjes wachten tot een Boeing 727 van DHL voor ons Tervuren gaat wekken, en dan is het onze beurt. Boven Luxemburg, en in volle maneschijn, zien we voor ons, en op grote afstand, een brede witte streep aan de donkere horizon. Na enige speculatie besluiten we dat dit niets anders dan de frisbesneeuwde bergtoppen van de Alpen kunnen zijn, zowat 400 kilometer verderop. En inderdaad, een half uurtje later genieten we van een prachtig door de maan verlicht sneeuwlandschap rondom en onder ons. De Zwitserse verkeersleiding in Genève houdt blijkbaar niet zozeer van Belgische militaire toestellen en stuurt ons via de kortste weg naar Aosta: dag Matterhorn (links); en dag Mont Blanc (rechts)! O sole mio! Schitterende zonsopgang en verdiend ontbijt tussen Rome en Napels. Ongelooflijk maar waar: ondanks het spartaans comfort van onze Hercules vergast de loadmaster ons op heerlijke koffie. Eventjes een beetje onrust in de buurt van Kreta: in de verte zien we een Boeing 747 recht op ons toekomen. Zit hij 1000 voet boven ons of evenveel eronder? Toch niet op dezelfde hoogte, zeker? We zullen het snel weten want we naderen mekaar tegen nagenoeg 1500 km/uur... Rakelings, nu ja 300 meter verschil is echt niet veel, scheurt hij vlak over ons heen; voor alle zekerheid toch maar eventjes de kop intrekken... Afrika wenkt; de vuurtoren van Alexandrië hebben we uiteraard niet gezien, maar kort daarop hangen we wel boven Caïro. Van bovenuit ziet de stad er erg stofferig uit, en naar men mij verteld heeft, is het vanop de grond gezien niet veel anders... In een wijde boog draaien we rond de luchthaven en zetten onze vogel na 5 uren en 55 minuten vlucht aan de grond. En dan begint een schier eindeloze taxi tot op onze toegewezen parkeerplaats.
Paul Hopff - T.SE.REI
1
Februari 1996
Nauwelijks zijn de motoren stilgelegd, of ons toestel wordt omsingeld door een reeks wagens met een groot aantal onheilspellend uitziende officials. Gelukkig merken we ook tussen de omstaanders een Belgisch (zomer)legeruniform op: de Belgische Militaire Attaché in Cairo die het bezoek voor ons geregeld heeft. Met die aanwezigheid zullen ze ons toch niet naar de gevangenis brengen zeker? Alhoewel: elk van ons wordt apart in een auto geduwd, maar, na een korte dolle rit over de tarmac, gelukkig dan toch bij het hopeloos overbevolkte luchthavengebouw afgezet. Zonder paspoort- of veiligheidscontrole, nog steeds feilloos geloodst door onze gorilla’s, en onder de verbaasde blikken van honderden passagiers, worden we in ijltempo naar een eresalon van de luchthaven geleid waar de “crème de la crème” van de Egyptische Luchtmacht al op ons zit te wachten. Shake hands – “Nice to meet you Sir!” Na een bondige presentatie over ons product, stellen de heren ons een reeks ernstige vragen en dit is toch wel uiterst ongebruikelijk op dit soort festiviteiten! Ondergetekende heeft het zich evenwel niet beklaagd: per slot van rekening is het gemakkelijker om een serieuze vraag te beantwoorden dan een belachelijke, je hebt daar alleszins heelwat minder diplomatieke gaven en kronkels voor nodig... Uiteraard wensen de heren het vliegtuig zelf ook te bekijken, en bijgevolg zet de hele stoet, inclusief gorilla’s, zich terug in beweging, ditmaal richting tarmac, maar nu met de kolonels en generaals op kop. Aan gillende metaaldetectoren, veiligheids- en paspoortcontroles hebben we helemaal geen boodschap, evenmin aan de (lichtjes?) weggedrukte passagiers in de vertrekhal... Na het bezoek aan het vliegtuig wenst ons hoog gezelschap zich te vereeuwigen op de foto. Ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn fototoestel aan de fotograaf van dienst mee te geven. Het is ondertussen goed warm geworden in Caïro, en bijgevolg hangt mijn colbertje al netjes terug in de cockpit, zodat ik ongewild de witte raaf op onderstaande foto ben.
Egyptische sterren en strepen voor onze Hercules.
Paul Hopff - T.SE.REI
2
Februari 1996
“Thanks for your visit, bye-bye and have a nice flight!” Nadat we de deur achter ons hebben toegetrokken, vinden we eindelijk stilte en rust terug. In een C-130 moet je dit wel figuurlijk opvatten; zeker niet letterlijk, want de constructeur van het vliegtuig wist blijkbaar niet dat er zoiets als geluidsisolatie bestond, en de vier zware turbopropmotoren trekken zich daar lekker niets van aan... Van Caïro zullen we niets gezien hebben, maar alle uithoeken van haar luchthaven kennen we ondertussen zo goed als onze broekzak. Daar zorgen die ijverige Egyptische verkeersleiders wel voor: terug een uitgebreide site-seeing tot de aan ons toegewezen startbaan voor vertrek. Meteen na de start laat een van de centrale boordcomputers het afweten: al goed dat die Egyptenaren niet gevraagd hadden om mee te mogen vliegen! ‘Software bug’ heet dat voortaan, en eindelijk mag ik laten zien dat ik er ook iets van ken: het probleem is vlug geklaard zodat ik nog net naast de Nijl de pyramiden van Gizèh kan bewonderen. Ongelooflijk trouwens hoe die Nijl er vanuit de lucht uitziet: net een reusachtige groene levensslagader temidden van een onmetelijke en dorre zandvlakte! Dit is goed te zien op onderstaande foto. Trouwens, als je goed toekijkt kan je er zelfs pyramides op ontwaren.
De Nijl, de groene long van Egypte. Links onder de vleugeltip kan je enkele pyramides zien.
Koers naar Hurghada, en vervolgens oversteek van de Rode Zee, naar Wejh in SaoediArabië, en daar begint dan de echte "grote zandbak" die ononderbroken doorloopt tot aan de Perzische Golf. De navigatie wordt goed in de gaten gehouden; de luchtvaartkaarten laten immers weinig aan je verbeelding over wat je te wachten staat indien je van je route afwijkt... Om de haverklap vraagt ATC ons hoeveel “POB” we hebben (persons on board). Denken ze nu echt dat een van ons boven deze woestijn op het waanzinnige idee gaat komen om eruit te springen???
Paul Hopff - T.SE.REI
3
Februari 1996
Op FL270 tegen 190 KIAS over de "grote zandbak". In mensentaal heet dat: tegen 520 km/u op 8200 meter hoogte de Saoedische woestijnvlakte overvliegen.
Saoedi-Arabië is een groot land, en we zullen het geweten hebben. Het is dan ook al donker (het wordt hier blijkbaar heel snel donker, alleszins in deze tijd van het jaar) wanneer we boven de door de maan verlichte rimpelloze Perzische Golf komen. Hallucinante beelden: hoewel de Golfoorlog om Koeweit al lang voorbij is, zien we overal rondom en onder ons grote steekvlammen bij de talrijke oliewinningen in dat gebied. Dit is normaal, maar daarom niet minder indrukwekkend. Om er kouwe rillingen van te krijgen, zeker wanneer je je inbeeldt hoe het hier een paar jaar eerder moet geweest zijn, toen de oliewinningen zelf in brand stonden... Vele lichtjes onder ons: dit moet Bahrain zijn. Een uurtje later zetten we de daling in, en landen we vlot in het al even helverlichte Dubai. Ongelooflijk efficiënte, kordate, maar ook kalme en vriendelijke ontvangst- en immigratieformaliteiten: het contrast met Caïro kan moeilijk groter zijn. Transfer en check-in in het hotel verlopen vlekkeloos. Als ik mezelf in de spiegel van mijn hotelkamer zie, krijg ik het gevoel alsof ik op een drijvende boot sta in plaats van in een steviggebouwd hotel. Moest ik nog nooit een aardbeving hebben meegemaakt, dan zou ik wellicht gedacht hebben dat dit er eentje was! Elf uur vliegen in een immer trillende en daverende kist, gekoppeld met een dosis stress en sterke Egyptische emoties, laten duidelijk hun sporen na! In dit geval zijn het mijn evenwichtszintuigen die zodanig vermoeid zijn dat ik manifest duizelig ben. Geen probleem, na een nachtje rust merk je daar niets meer van.
Paul Hopff - T.SE.REI
4
Februari 1996
Dubai Air Show: dit is een ander verhaal, gespekt met doordrapte taxichauffeurs, de ‘Colabattle’, de dochter van de Sheikh, de grabbelpetten, synthetisch gras en dergelijke meer... Genoeg om ettelijke hoofdstukken van mijn dagboek te vullen! Maar het moet gezegd worden: van alle internationale luchtvaartsalons (Le Bourget, Farnborough, Singapore en Dubai) laat Dubai qua organisatie wel de beste indruk achter. Maar ja, niet overal is er een vlieg-gekke en schatrijke sheikh die de zaak erg gul behartigt!
Sfeerbeeldjes vanop het balkon van de Sabena-chalet en van de stand: vol aandacht wordt er naar mijn (min of meer?) deskundige uitleg geluisterd. Tenminste, dat hoop ik toch...
Op 18 november 1995 staan we weer klaar voor de terugreis met onze volgeladen en volgetankte C-130 Hercules. Het oorspronkelijk plan om nonstop tot in Brussel te geraken moeten we helaas laten vallen: er is teveel tegenwind voorspeld, en tot overmaat van ramp heeft de Luchtmacht de diplomatieke clearance om over Zwitserland te mogen vliegen, voor een verkeerde dag aangevraagd. Hierdoor moeten we een ommetje via Frankrijk maken en zal het nonstop helemaal niet meer lukken: in Nice of Lyon zal noodgedwongen moeten bijgetankt worden. Ons hoog startgewicht, gekoppeld aan de hoge woestijntemperatuur (zelfs in november) maakt dat we maar traag aan hoogte winnen, en we dus redelijk lang een goede kijk op de buitenwijken van Dubai hebben. Leuk om te zien hoe elke villa volledig ommuurd is. Er is ook zelfs een muur rond de plaatselijke moskee gebouwd! Nog opvallender: elk huisje heeft trots een donkergroen grasperceeltje, een mini privé-oase als het ware! Nu ja, het zal wel geen wijk van doppers zijn geweest...
Paul Hopff - T.SE.REI
5
Februari 1996
Rakelings over de residentiële buurten van Dubai...
Een reusachtige groene vlek midden in de stad stelt de 18-holes golf van Dubai voor; de kunstmatige skipiste die de lokale sheikh in de duinen heeft laten aanleggen, hebben we niet gevonden. Volgende keer zal ik hem eens persoonlijk bellen om te vragen waar die ligt: het telefoonnummer van de goede man vind je namelijk in... de lokale Gouden Gids!
Hulp in nood: raadpleeg de Gouden Gids en bel de Sheikh op!
Van Bahrain gaat het ditmaal, uiteraard weer via het onmetelijke Saoedi-Arabië, naar Sharm el Sheikh. Van de hallucinante nachtbeelden van de Golf is er overdag geen sprake meer.
Paul Hopff - T.SE.REI
6
Februari 1996
Zichtjes van de behoorlijk gevulde cargoruimte.
Een paar uurtjes monotoon brommen over eindeloze zandvlaktes en daarna eventjes een stukje de Rode Zee overvliegen. Waarom noemen ze die zee eigenlijk de ‘Rode’ Zee? Zelden een blauwer wateroppervlak gezien (grapje!). Spoedig zien we de zuidelijkste punt van de Sinai al voor ons liggen. Sharm el Sheikh ligt zo een beetje zoals een terras aan zee, maar voor verdere poëtische ontboezemingen, laat staan een tussenlanding, hebben we geen tijd.
De kustlijn bij Sharm el Sheikh en de toch wel bijzonder 'blauwe' Rode Zee...
Een plaatje van de kustlijn nemen, en even later doemt het Sinaï-gebergte al op. Impressionant, en het is een doorwinterde bergamateur die het je zegt! Maar ik zou echt niet in die driedimensionale woestijn willen verdwalen... We vliegen pal over de 2285 meter hoge Sinaïberg. Vlak daarop bepalen we met behulp van onze navigatie-apparatuur de juiste richting en afstand tot het wereldberoemde Catharinaklooster dat in de buurt ligt. Hoewel het perfect helder is, slagen we er evenwel niet in om het te zien: we zitten teveel westelijk, en waarschijnlijk ligt het klooster ook achter een bergrug.
Paul Hopff - T.SE.REI
7
Februari 1996
Woestijn in 3 dimensies: we vliegen pal over de Sinaïberg.
Volledig in overeenkomst met de voorspellingen beginnen we nu tegenwind te krijgen, letterlijk dan wel, en dat zou die dag niet meer beteren. Alexandrië bereiken we nog relatief snel, maar vanaf daar boksen we op tegen 95 knopen tegenwind (ca. 170 km/uur!), en de C130 is sowieso al niet snel. We volgen de hele Italiaanse westkust vanaf Napels tot Genua: nooit geweten dat Italië zó een groot land was! Eventjes denken we aan Napoleon terug als we ter hoogte van Elba de zon prachtig zien ondergaan.
Zonsondergang ter hoogte van het eiland Elba.
Paul Hopff - T.SE.REI
8
Februari 1996
Een snelle berekening (allez, dat doen de boordcomputers wel voor ons...) leert ons dat we veilig tot in Lyon kunnen geraken. In de Franse Alpen ligt er blijkbaar nu ook al sneeuw, en dan duiken we, na niet minder dan 12 uur 43 minuten ononderbroken vlucht, volledig in het donker, de nieuwe luchthaven van Lyon binnen. Als we de deur opentrekken realiseren we pas dat het hier echt winter is: guur, vochtig, winderig, koud, donker. De hitte van het Midden Oosten went snel; ons zogezegd gematigd zeeklimaat hopelijk ook... Bijtanken, opstijgen en de sprong tot Brussel (precies 1 uur vlucht); het lijken wel formaliteiten vergeleken met de tocht die we tot dan gemaakt hebben. Michael Binst, een brave ziel van Hangar 8, is laat op post gebleven om ons te ontvangen, en al spoedig staat, dankzij zijn toedoen, onze “good old Herk” weer veilig in de hangar. Het voordeel van zo laat toe te komen is wel dat je geen last meer hebt van de avondspits om terug naar huis te rijden. En de Belgische pint die daar op je wacht,.... die zal smaken! Morgen is het weer een normale werkdag: of die ook zal gesmaakt worden??? Paul Hopff
Hoog boven de Middellandse Zee.
Alle foto's: Paul Hopff
Paul Hopff - T.SE.REI
9
Februari 1996