RESUME
BTE 92008 BTE 92009 BTE 92010
VERVOLGTRAJECT
Auteur: Datum: Notitie: status:
w.
Jansen 24 april 1992 BTE 92014 Definitief
1.
Boe verder
In de notities is de voorkeur oplossingen.
BTE 92008 inrichtingsvarianten, BTE 92009 bouwmethoden tunnelelementen en BTE 92010 locatie bouwdok uitgesproken omtrent de beste score van de verschillende
Na het afronden van deze notitie zullen de volgende worden.
stappen
doorlopen
1.1 Locatie:
Uit de notitie BTE 92010 rolt de beste het bouwen van tunnelelementen.
locatie
voor
1.2 Inrichting:
De notitie BTE 92008 geeft aan welke methode de beste is voor het inrichten van een bouwdok. De volgende stappen zijn: Kan deze methode op de 'beste' locatie ? Zo ja geen probleem. Financieel te onderbouwen; Zo niet, op welke locatie dan wel ? Wat zijn de consequenties ? Financieel te onderbouwen; Welke inrichtingsvariant is er wel op de 'beste' locatie toe te passen: Wat zijn hiervan de consequenties ? Financieel te onderbouwen; Afwegen welke locatie met bijbehorende inrichtingsvariant de meest geschikte is.
1.3 Bouwmethode:
Uit de notitie BTE 92009 blijkt dat er nog veel gestudeerd moet worden op de 'alternatieve' bouwmethoden. Grondonderzoeken, proeven, eventueel uitvoering op schaal geven veel vertraging in de besluitvorming.
omtrent het bouwen in een bouwdok is genoeg ervaring om te kunnen zeggen dat dit een zéér acceptabele methode is voor het bouwen en transporteren van tunnelementen. Naast deze methode
zLJn er nog twee mogelijkheden om een tunnel te bouwen. Op maaiveld en het water (zowel in een bouwdok als op een willekeurige locatie); In het tracé van de tunnel.
Gezien de onbekendheid en geen ervaring met deze methoden, bij zowel de Bouwdienst als het bedrijfsleven, zal er aardig wat studie en eventueel proeven verricht moeten worden, willen we een bouwmethode verder onderzoeken. Tevens moeten we klaar staan om bij de start van een volgende locatie te hebben waar we tunnels kunnen bouwen.
2
tunnel
een
2.
Samenvatting
en conclusie
De volgende rangschikking naar voren gekomen: A: Locatie:
is uit de notities als belangrijkste
1. Barendrecht: 2. Amsterdam:
volgorde
als beste met een 9. Idem een 9 (afh.Piet Hein).
3. Andok: Scoort een 8. B: Inrichting:
1. Cement bentoniet
scherm met w.d. laag.
2. Cement bentoniet
scherm met bemaling.
3. Droog bouwdok C: Bouwmethode:
(Bouwen op maaiveld)
1. Bouwen in een droog bouwdok. 2. Bouwdok nat: TE op een scheepshelling.
Van de oplossing:
3. Bouwplaats:
TE op MV met luchtkussen; Drijvende vloerconstructie; Ferro betonbekisting; Stalen tunnel.
4. In tracé:
Schijven tunnel; Boortunnel.
1. Barendrecht; 1. Cement bentoniet
scherm, w.d.laag;
1. Bouwen in een droog bouwdok zal het voorontwerp afgerond worden en een ONTWERP gemaakt, staan voor een volgende tunnel.
zodat we gereed
Naast het maken van het bovengenoemde ontwerp zal nog een aantal onderzoeken naar verschillende bouwmethoden plaats vinden. De onderzoeken en het maken van een voorontwerp en of ontwerp zullen in het kort in hoofdstuk 3 toegelicht worden.
3
3.
Onderzoeken
en maken voorontwerp
I ontwerp
Er zullen drie stromen bekeken worden. 3.1 Bouwen in een droog bouwdok; 3.2 Onderzoek naar het bouwen op het maaiveld 3.3 Onderzoek naar het bouwen in het tracé. 3.1.
Bouwen
in bouwdok
Barendrecht
of op water;
op ca. NAP -10.00
m
Van deze locatie met inrichting kan een voorontwerp, met daar opvolgend een ontwerp gemaakt worden. Tevens begroten: de constructie van de dokdeur; grondonderzoek laten verrichten plus verdere uitwerking; constructie bepalen van de waterkerende wand (varianten); globale kostenraming voor het inrichten van het bouwdok; aantonen over hoeveel tunnels deze kosten te spreiden zijn, of wat het gebruik en bouw van een volgende 'dokking' kost; alle extra kosten opsommen die benodigd zijn om de elementen in het tracé te krijgen.
3.2
Onderzoek
naar bouwen
op het maaiveld
of op het water
Het onderzoek naar het bouwen als volgt aanhouden: Onderzoek naar het bouwen op maaiveld in een droog dok zal zich eerst toespitsen op een grond-mechanisch onderzoek, dit omdat de methode staat of valt met de "on "doorlatendheid van de grond; Voor het bouwen op een scheepshelling en op het maaiveld met luchtkussen zal onderzoek verricht moeten worden. (b.v. bij een scheepswerf); Omtrent de drijvende vloerconstructie en de ferro betonbekisting is in het geheel geen ervaring; De stalen tunnel mogen we niet vergeten !Voor deze toepassing zal nog onderzoek verricht moeten worden. (intern verdere uitwerking Langzaam Verkeerstunnel Heinenoord) 3.3
Onderzoek
naar bouwen
in tracé
Het bouwen in het tracé van de tunnel kan in twee onderdelen verdeeld worden: Locatie afhankelijk: Twee methoden zijn vaak toegepast. Dit z~Jn tunnelelementen in toeritten en in situ bouw. Behoeft verder geen studie, aangezien er voldoende over bekend is. Bouwen in situ: altijd overwegen TE in toeritten: afhankelijk van de vaarweg c.q. bereikbaarheid voor de TE van het bouwdok naar de locatie. Locatie onafhankelijk: De schijventunnel en de boortunnel behoeven nog een nadere studie. Boortunnel: L.V.T. Heinenoord nader onderzoeken W.O.V. wordt thans als boortunnel ontworpen Schijventunnel: Studie van T.H. nader onderzoeken.
4
4.
VERVOLGTRAJECT
Het vervolgtraject 4.1
Bouwen
zal er concreet
in bouwdok
als volgt uitzien.
Barendrecht
(zie 3.1)
Voorontwerp maken; ontwerp maken. 4.2
Onderzoek
bouwen
op maaiveld
of op water
(zie 3.2)
Het grondmechanisch onderzoek voor het bouwen op maaiveld zal gelijk starten. Na het afronden van dit onderzoek kan er een plan getrokken worden; Aangezien TE op MV met luchtkussen en de stalen tunnel hoog scoren zullen deze methoden gelijk onderzocht worden. De andere methoden zullen naar een tweede plan verschoven worden. De volgorde van werkzaamheden zal dan zijn: Een nader kostenvergelijk opstelllen voor de verschillende bouwmethoden; Afwegen welke methode(n) zo wie zo afvallen; opstellen welke onderzoeken opgestart moeten worden; Planning maken wanneer event. uitvoering kan starten; Voorontwerp maken. 4.3
Onderzoek
naar bouwen
in tracé
(zie 3.3)
De studie omtrent de schijventunnel zal nader uitgewerk worden. (tweede plan); Omtrent de boortunnel moet alle ervaring eerst gebundeld worden. Hierna kan dan een een plan van aanpak gemaakt worden. Scoer is hoog dus gelijk opstarten . ..?-
5
LOCATIE BOUWDOK TUNNELELEMENTEN
Auteur: Datum: Notitie: Status:
K.A. van den Hoek 24 april 1992 BTE 92010
definitief
I
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING
3
2.
PROBLEEMFORMULERING
3
3.
INVENTARISATIE
3
4.
EISEN WAARAAN
5.
CRITERIA/ASPECTEN
4
6.
INVENTARISATIE
4
7.
TOETSING/AFWEGING
5
8.
GEVOELIGHEID
6
9.
CONCLUSIES
TE BOUWEN TUNNELS BOUWOOKLOCATIES
MOETEN VOLDOEN
3
BOUWOOKLOCATIES
• • • •
EN AANBEVELINGEN
6
Bijlage 1
Inventarisatie te bouwen tunnelelementen
8
Bijlage 2
Geschatte transportkosten tunnelelementen
9
Bijlage 3 blad 1: Korte beschrijving potentiële locaties
10
Bijlage 4: Kwalitatieve afweging t.a.v. wensen aan potentieel geschikte bouwdoklocaties van tunnelelementen . • • • • • • • • • • "
13
Bijlage 5: Weging van criteria en volgorde van alternatieven in volgorde van score
2
.
0
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
••
14
1.
INLEIDING
Door de hoofdafdeling Droge Infrastructuur van de Bouwdienst is gevraagd mee te werken aan een studie met o.a. het volgende doel: Inventariseren en vergelijken van alternatieve locaties voor een bemalen bouwdok Barendrecht. Hierbij moet rekening gehouden worden met alle in de komende 10 à 15 jaar in Nederland mogelijk te bouwen tunnels. De "nul-situatie" is die waarbij het bouwdok Barendrecht als locatie gehandhaafd blijft, maar waarbij het bemalen van dit bouwdok niet meer toegestaan wordt en de waterstand in het bouwdok op een andere manier (b.v. folie-constructie + pompen) geregeld wordt. Aangezien deze maatregel kostbaar is (geraamd wordt een bedrag van 25 miljoen gulden), wordt omgezien naar een alternatieve locatie c.q. alternatieve bouwmethoden. De opdracht aan de werkgroep van de hoofdafdeling Waterbouw (WB) was het spoor "alternatieve locatie" nader uit te werken. 2.
PROBLEEMFORMULERING
Bij ongewijzigd beleid zal na de bouw van de Wijkertunnelelementen in bouwdok Barendrecht er i.v.m. waterontrekking door bemaling geen nieuwe vergunning afgegeven worden door het bevoegd gezag. Daarom is het nodig a) of
een andere vinden
locatie
voor de bouw van tunnelelementen
b)
het bouwdok Barendrecht te voorzien zodanig dat er geen waterontrekking met folie).
3.
INVENTARISATIE
TE BOUWEN
te zoeken
om:
en te
van relatief dure voorzieningen, meer plaatsvindt (b.v. bekleding
TUNNELS
Ten behoeve van de bouw van de elementen van bovengenoemde de volgende mogelijkheden: a: thans bekende bouwlocaties; b: nieuwe c.q. alternatieve bouwlocaties.
tunnels,
bestaan
In dit rapport worden de onder a bedoelde locaties en de onder b genoemde locaties beschouwd met uitzondering van de alternatieve bouwlocaties. Deze (b.v. drijvende bouwdokken e.d.) worden door een afzonderlijke werkgroep behandeld. Bij de inventarisatie van de te bouwen tunnels in Nederland is er vanuit gegaan dat in de periode 1992 tlm 2010 de op bijlage 1 vermelde tunnels gebouwd zullen worden. 4.
EISEN WAARAAN
BOUWDOKLOCATIES
MOETEN
VOLDOEN
Uit het in hoofdstuk 1 vermelde en uit tabel 1 blijkt dat de alternatieve locaties aan de volgende eisen c.q. randvoorwaarden moeten voldoen: * Beschikbare oppervlakte op N.A.P. - 10 m moet groter zijn dan 150*350 m2 (huidige oppervlakte van bouwdok Barendrecht); * Gelegen aan een zodanig diepe (dieper dan 10 m) en brede (breder dan 45 m) waterweg dat de gebouwde tunnelelementen zonder problemen getransporteerd kunnen worden naar het gewenste tunneltracé; * De politieke en bestuurlijke randvoorwaarden moeten zodanig zijn dat de bouwdoklocatie gedurende de periode tlm 2010 voor alle tunnelelementen beschikbaar is;.
3
5.
CRITERIA/ASPECTEN
De bouwdokken, die voldoen aan de in hoofdstuk 4 genoemde eisen/randvoorwaarden, zijn vervolgens getoetst op de volgende criteria/aspecten:
* aantasting van milieu en landschap; Hierbij wordt beschouwd in hoeverre heeft voor het milieu en landschap. functie van bouwdok heeft, zal deze natuurontwikkeling centraal staat,
een bepaalde locatiekeuze gevolgen Indien b.v. een locatie reeds de hoog scoren. In gebieden waar de is het tegengestelde het geval.
* flexibiliteit qua oppervlakte; Hieronder wordt verstaan in hoeverre is de beschouwde locatie groter dan c.q. kan eenvoudig groter gemaakt worden dan de locatie Barendrecht in de "nulsituatie" (150*350 m2). Daarbij moet vermeld worden dat ook bij "Barendrecht" meer terreinoppervlakte beschikbaar is dan de oppervlakte van het huidige bouwdok. In het vervolg dit aangeduid als "Barendrecht +".
* risico's bij het transport van de tunnelelementen; Hierbij is de transportafstand een indicator, terwijl tevens keersintensiteit op het af te leggen traject ingeschat is.
de ver-
* kosten; Hierbij is onderscheid gemaakt tussen kosten van aanleg en gebruik van het bouwdok en het transport van de tunnelelementen. Betreffende de transportkosten is een globale kwantitatieve schatting gemaakt is, die vermeld is op bijlage 2. In het kader van de voorbereiding voor de Westerschelde oeververbinding zijn de kosten voor een bouwdok geraamd op 28 miljoen gulden. In deze nota is er van uitgegaan dat de locatie relatief weinig invloed zal hebben op de hoogte van deze investering. De gebruikskosten van een bouwdok zullen bepaald worden door het feit of het "rijk" eigenaar van het gebied of een "derde". In sommige gevallen is het echter denkbaar dat er zodanige economische belangen ontstaan, dat er door die "derde" geen huur van het terrein in rekening gebracht zal worden. Opmerking 1: De crit;eria "bereikbaarheid over weg en water", "werkgelegenheid" en "beschikbaarheid personeel" zijn van ondergeschikt belang geacht. Waarschijnlijk scoort de locatie Eemshaven op de aspecten "werkgelegenheid en beschikbaarheid personeel" hoger dan de overige locaties. Opmerking 2: De invloed van "eigendom terrein" is verwerkt in de kosten voor gebruik. "aanwezigheid van nutsvoorzieningen" behoort tot de aanlegkosten. 6.
INVENTARISATIE
De
BOUWDOKLOCATIES
In het licht van de in hoofdstuk 4 vermelde eisen, blijkt dat slechts een relatief klein aantal locaties geschikt is om als bouwdoklocatie in aanmerking te komen. Bovendien zijn dit in het algemeen locaties vlak bij of aan de kust. Op bijlage 3 blad 1 wordt een korte beschrijving gegeven van de beschouwde locaties. Bijlage 3 blad 2 geeft een beeld van de geografie.
4
7.
TOETSING/AFWEGING
7.1
Toetsing
aan eisen
Tabel 2 geeft een overzicht van de bouwdoklocaties en de eisen waaraan de locaties moeten voldoen. Hieruit blijkt dat de locaties "Antwerpen","Brouwersdam" en "Maastunneldok" niet voldoen aan de gestelde eisen en dus niet meer verder meegenomen worden in de afweging.
gelegen aan waterweg-
beschikbare oppervlakte op NAP- 10 m ~ 150*350 m2 tot 2010
bouwdoklocatie
diepte ~ 10 m
breedte ~ 45 m
opmerkingen
Antwerpen (Waaslandhaven)
niet tot 2010; 180*325 m2 op NAP - 18 m
ja
ja
Dok is gebruikt bij bouw Liefkenshoektunnel
Terneuzen
ja
ja
ja
Terrein is bestemd voor eventuele 2" zeesluis
Sloehaven
ja;80*160 157*543
ja
ja
Plan voor bouw WOV-elementen en caissons; beschikbaarheid op termijn? of als WOV niet doorgaat? of als geboorde tunnel
ja
ja
Verwacht wordt dat enig baggerwerk nodig is, maar dat dit gecombineerd kan worden met zandwinning zonder kosten.
nee; bestemming: natuurfunctie
twijfel
ja
Morfologie wijzigt relatief snel.
ja
ja
ja
nee
ja
ja
Noordland of Neeltje Jans aan zeezijde
Brouwersdam
Barendrecht
+
+
Maastunneldok
nee
Beneluxtunneldok (Madroelhaven)
ja; 180*450 m
ja
ja
Locatie ligt mogelijk in tracé tweede Beneluxtunnel; tevens is op de bodem een laag vervuilde specie aanwezig
Andoc
ja;
ja
ja
Terrein moet opnieuw ingericht worden.
Amsterdam
ja?; pas na 1998 voor derden
ja
ja
Waarschijnlijk geen toestemming van gemeente voor bouw niet-Amsterdamse tunnelelementen.
Den Helder
nee
nee
nee
Gebied ten oosten van Marinehaven te ondiep.
Eemshaven
ja
ja
ja
Tabel
1: TOETSING
2
BOUWDOKLOCATIES
VAN TUNNELELEMENTEN
AAN EISEN
5
7.2
Afweging
locaties
ten opzichte
van criteria/aspecten
Op bijlage 4 zijn de overgebleven locaties afgewogen ten aanzien van de in hoofdstuk 5 genoemde criteria/aspecten door middel van het toepassen van een multi-criteria methode. Daarbij zijn de verschillende aspecten t.o.v. elkaar als volgt gewaardeerd: totaal
criterium
* *
milieu/landschap oppervlakte groter dan "Barendrecht" * risico transport minimaal * kosten minimaal
in %
11
17 39 33
De score van de verschillende locaties t.a.v. de criteria is vermeld bijlage 5. Na enig rekenwerk blijkt dat de rangorde als volgt is: 1. 2. 3• 4. 5. 6.
Barendrecht "nul-plus" d.w.z. dok bekleed met bijvoorbeeld uitgebreid qua oppervlakte Andoc Amsterdam Benelux/Madroel Sloehaven/"Neeltje Jans/Noordland"/Antwerpen/Terneuzen Eemshaven
8.
GEVOELIGHEID
folie
op en
De gevoeligheid van het resultaat op de weging van de criteria is afgeschat door het criterium "milieu/landschap" veel belangrijker te laten zijn dan de overige criteria. De rangorde blijkt dan - bij ongewijzigde score van het alternatief per criterium - als volgt te worden: 1. 2• 3. 4. 5. 6. 7.
Barendrecht Amsterdam Andoc Sloehaven Benelux/Madroel/Antwerpen/Terneuzen Eemshaven Neeltje Jans/Noordland.
Indien het criterium "kosten minimaal" als belangrijkste criterium gehanteerd wordt, blijkt de rangorde - bij ongewijzigde score van het alternatief per criterium - als volgt te worden: 1. 2• 3. 4. 5• 6. 7. 8. 9.
Barendrecht Amsterdam Andoc Benelux/Madroel Antwerpen Sloehaven Terneuzen Neeltje Jans/Noordland Eemshaven
9.
CONCLUSIES
a)
De locaties Barendrecht, Andoc en Amsterdam scoren hoog m.b.t. in hoofdstuk 5 genoemde aspecten. Daarbij moet aangetekend worden dat voor Barendrecht de "nul-plus" variant is beschouwd d.w.z. de variant waarbij het bouwdok is voorzien van b.v. een waterdichte folie zodat niet meer bemalen moet worden. De locatie "Amsterdam" valt af indien mocht blijken dat dit bouwdok - dat in het kader van de bouw voor de tunnelelementen van de Piet Hein-tunnel eventueel voorzien wordt van een waterdichte folie - het bevoegd gezag geen toestemming zal verlenen voor de bouw van NIET-Amsterdamse elementen.
6
EN AANBEVELINGEN
b)
Op de tweede plaats komt de Andoc-locatie. Vermeld moet worden dat het noodzakelijk meer informatie over deze plaats in te winnen. De heer L. Leeuw heeft toegezegd dit te doen en heeft daartoe reeds cpontact opgenomen met de gemeente Rotterdam.
c)
Indien de weging van het criterium "milieu/landschap" minimaal" als belangrijkste aangemerkt wordt, blijft "beste drie" ongewijzigd.
c)
De locatie "Antwerpen" zal waarschijnlijk afvallen, omdat niet te voorzien is tot welke termijn dit dok gebruikt zou kunnen worden. Door de heer W. van der Linde is gesteld, dat dit zeker niet tot 2010 gegarandeerd kan worden, maar dat meer aan een termijn van 5 jaar gedacht moet worden.
of "kosten de positie van de
Aanbevolen wordt om het voor u liggende rapport te beschouwen als een eerste verkenning m.b.t. het in hoofdstuk 1 gestelde doel. Na vaststelling van de 3 a 4 hoogst scorende alternatieven, zou besloten kunnen worden deze alternatieven in een beleidsanalyse nader uit te werken, waarbij zeker het kostenaspect nadere invulling verdient.
7
Werkgroep Bouw Tunnel Elementen datum : 16-03-1992 opsteller: J.Buytendijk/J.van Vliet
INVENTARISATIE
START BOUW TUNNELELEMENTEN (huidig scenario) 1 I WIJKERTUNNEL
1992-1994
2 I PIET HEINTUNNEL
A'DAM
1992-1995
TE BOUWEN
AF TE ZINKEN TOTALE LENGTE
574,02 1260
I
versie :2 docnr.:BTE92012
TUNNEL(ELEMENTEN)
AANTAL ELEMENTEN
I
6
I
6
I
LANGSTE ELEMENT
I
KORTSTE ELEMENT
I
HOOGTE ELEMENT
I
BREEDTE ELEMENT (maximaal)
95,67
n.v.t.
207,50
193,60
5
170,40
149,10
8,15
44,45
I
8,045
31,75
0
31,60
3 I 2e BENELUXTUNNEL (incl. metro, fiets en doelgroepen) 4 IWestersch.OeverVerbinding
1995-1997
830,7
1995-1998
1572,22
10
161,70
138,60
9,35
22,95
5 I 2e COENTUNNEL
1996-1998
638,6
4
185,40
144,20
8,17
31,81
6 I L.V.T.
1997-1998
600
5
120,00
n.v.t.
7,50
HEINENOORD
7 I TRAMTUN.
ONDER
8 I BETUWELIJN 9 I H.S.L.
IJ(A'DAM)
(N.S.)
(N.S.)
NA 1995
GEEN NADERE
1995
DIVERSE
KRUISINGEN
VANAF
1995
DIVERSE
KRUISINGEN
1998-2000
723
11
BLANKEN BURG TUNNEL
2005-2007
780
12
ZOOMTUNNEL
(DIR.Z-H)
NA 2010
13
ORANJETUNNEL
(DIR.Z-H)
NA 2010
14
HEM-AUTOTUNNEL
(DIR.N-H)
NA 2010
11,50
BIJZONDERHEDEN
VANAF
10 I CALANDTUNNEL
.
I
I
I
: NOG GEEN : NOG GEEN 4
5
NADERE
I NADERE
I
BIJZONDERHEDEN
BEKEND
BIJZONDERHEDEN
BEKEND
180,00
160,00
I
I
n.v.t.
140,00
I
I
7,15
7,77
I
32,45
23,85
Bijlage
2 : Geschatte
transportkosten
tunnelelementen
De transportkosten voor de tunnelelementen (sleepsnelheid 6 à 7 km per uur)
zijn als volgt
opgebouwd:
*
Rivierengebied/binnenwateren 5x 30-tons sleepboot à f 14.000 per 24 uur is f 70.000 per dag van 24 uur 1x duwboot van 1800 pk 9.000 9.000 Uitstelfaktor (windkracht < 8 Bf) 1,5 is dus afgerond f 120.000 per dag van 24 uur.
*
Over zee 2x 60 tons sleepboot à f 20.000 per 24 uur is f 40.000 per dag van 24 uur. 1x 30 tons sleepboot 14.000 14.000 Uitstelfaktor (windkracht < 3-4 Bf) 2,0 is dus afgerond f 110.000 per dag van 24 uur. Dit geeft dus nauwelijks verschil. met f 120.000 per dag van 24 uur.
Daarom
is voor beide
situaties
gerekend
In de hiernavolgende tabel zijn de totale sleepkosten weergegeven per locatie. Het aantal tunnelelementen zowel naar Amsterdam als naar Rotterdam is op 20 gesteld. Het criterium voor windkracht waarbij nog gesleept kan worden is op 3 à 4 Bf gesteld. locatie Antwerpen Terneuzen Sloehaven Noordland/Neeltje Barendrecht Andoc Amsterdam Eemshaven
sleepkosten
in milj.
guldens
10,8 9,6 Jans
8,4 7,2
5,4 4,2 4,2?
13,2
9
Bijlage 3 blad 1: Korte beschrijving
potentiële
locaties
De volgende gebieden komen voor een nadere beschouwing
in aanmerking:
Het hiernavolgende moet als een eerste verkenning worden beschouwd van de in aanmerking komende gebieden. De WB-groep, die deze notitie heeft opgesteld, zou in een latere fase kunnen worden gevraagd deze gebieden verder te verkennen. Westerschelde
gebied inclusief
In dit gebied is onderzoek
havengebied
verricht
van Antwerpen
naar een te bouwen bouwdok
voor de WOV.
Lokatie Sloegebied. Een lokatie is gevonden in het Sloegebied op een terrein van BV Kon. Mij."De Schelde". De oppervlakte van dit terrein is ca. 30 ha. Bij het niet doorgaan van de WOV, of bij een gewijzigd ontwerp van de WOV, zou dit terrein misschien als bouwdok kunnen dienen voor andere tunnelelementen. Het terrein ligt buitendijks en is een gedeelte van het industriegebied Sloehaven. Bij wel doorgaan van de WOV kan worden nagegaan of in dit gebied nog andere terreinen voor het zelfde doel beschikbaar zijn. Lokatie Terneuzen Een andere mogelijkheid die ook bij het WOV project is bezien,_ is het bouwen van een bouwdok op een lokatie bij Terneuzen, nl. aan de westzijde van de toegang tot het kanaal Terneuzen -Sas van Gent. In een voorontwerp is met de bouw van een bouwdok met een bodemoppervlak van 10 ha op die plaats rekening gehouden. Het terrein ligt binnendijks, is niet onteigend en is in gebruik als landbouwgrond. Lokatie Antwerpen De elementen van de Liefkenshoektunnel zLJn gebouwd in een bouwdok van 18 m diepte over een oppervlakte van ca 325 * 180 m2 ter plaatse van het in de toekomst te bouwen Verrebroekdok in de Waaslandhaven op de linker Scheldeoever. Deze lokatie bevindt zich ongeveer halverwege tussen Antwerpen en de grens tussen Nederland en België. Indien deze locatie hoog mocht scoren moet worden nagegaan of deze lokatie weer opnieuw als bouwdok is te gebruiken en onder welke voorwaarden. oosterseheldekering
Noordzeezijde
Gedacht wordt aan de lokatie buitenhaven Noordland, grenzend aan de geul Roompot en aan de lokatie buitenhaven Neeltje Jans, grenzend aan de Schaar van Roggenplaat. Laatstgenoemde geul sluit aan op de diepere geul Hammen. De lokatie Roggenplaat heeft als voordeel dat het via de sluis Noordland goed bereikbaar is voor de aanvoer van materiaal.' Een nadeel van beide lokaties is dat zowel in de geul Roompot als in de geul Hammen tussen de Oosterseheldekering en de diepe vaargeul op de Noordzee gedeelten voorkomen met geen grotere diepte dan ca. LWS - 7,00 m, of ca. NAP - 8,50 tot ca. NAP - 9,00 m. om te voldoen aan de randvoorwaarden zou een van deze geulen op de juiste diepte moeten worden gebracht. Overwogen is om ook het Oosterseheldegebied als een mogelijke lokatie te noemen. Het transport van tunnelelementen zou dan moeten plaatsvinden via de pijleropeningen in de Oosterseheldekering. Dit idee is echter losgelaten omdat verwacht kan worden dat zelfs al zou toestemming voor deze passage worden verkregen, de veiligheid van de kering toch altijd een hogere prioriteit zou hebben dan het transport van de tunnelelementen. Brouwersdam
Noordzeezijde
Aan de zuidzijde van de Brouwersdam, juist ten noorden van SchouwenDuiveland kruist de geul Brouwershavensche Gat de Brouwersdam. Deze geul heeft volgens de zeekaart dezelfde beperking in diepte als hierboven voor de lokaties langs de Oosterscheldekering is aangegeven. De verbindingsgeul tussen de Brouwersdam en het gebied met grotere diepten dan NAP - 10 m op de Noordzee is hier korter dan bij de lokaties langs de Oosterscheldekering. Daartegenover staat dat ten gevolge van het relatief geringe spuide10
Bijlage 3: Potentie Ie locaties bouw tunnelelementen blad 2
Den Helder
Amsterdam
...... :. .•....
.
.
".
?
-,
.....
"
...... .
.....
. .......
,
-t .
..........
.••.. ....•••..
.•.•
......... ..r···
····
..
.....
..............
.......
..... ....
~:HH~··· ....
'.
....
"
..
'
' "
....
.... ..... .•......
...... .....
.
.,....
o .»•.r :-; .;,',i ] : r
30 km I.w..."j10..._ 20...••••••••
•...
biet van de sluis in de Brouwersdam het gevaar van sedimentatie in deze geul groter lijkt dan in de geulen die de Oosterscheldekering kruisen. Nieuwe Waterweg
inclusief
Europoort
en Maasvlakte
Maasvlakte Voor de korte termijn is op de Maasvlakte (Europoort) het voormalige open bouwdok Andoc beschikbaar, omdat dit gebied nog niet in optie is uitgegeven en nog geen definitieve bestemming heeft in het havenplan. De locatie is eigendom van de gemeente Rotterdam en kan gehuurd worden. Plannen zijn in ontwikkeling om naast dit "oude" bouwdok een nieuwe haveninsteek te maken. Voor de lange termijn is over deze locatie niets te zeggen. In het plan 2010 van het Gemeentelijk Havenbedrijf is dit gebied heringericht als havenbedrijfsterrein. Bemaling is waarschijnlijk niet toegestaan omdat deze locatie redelijk dicht bij kabels van de electriciteitscentrale en bij op staal gefundeerde tanks ligt. Grote rivierengebied
zuidoostelijk
van Rotterdam
In dit gebied ligt onder anderen het bouwdok Barendrecht. Bekeken is de lokatie "Industrie gebied Moerdijk". Vanaf deze lokatie zouden de tunnelelementen via de Dordtsche Kil naar de plaats van bestemming moeten worden getransporteerd. Volgens de Nota Benedenrivieren geldt voor dit gebied een gewenst rivierprofiel met een diepte van NAP - 8,00 m en een breedte van 150 m op deze diepte. De diepte voldoet niet aan de randvoorwaarden en het lijkt ook onwaarschijnlijk dat de vereiste diepte kan worden gerealiseerd. Deze lokatie valt daarom af. Noordzeekanaal
en het havengebied
van Amsterdam.
Bij een geschikte lokatie in dit gebied kunnen de tunnelelementen die bestemd zijn voor andere gebieden via de Noordersluis bij IJmuiden worden afgevoerd. Bouwdok Amsterdam Het terrein ten noordoosten van de huidige Coentunnel, waarin het bouwdok is gesitueerd, is eigendom van de gemeente Amsterdam (stadsdeelraad noord). In verband met de vertraging van de bouw van de tweede Coentunnel is na overleg tussen de gemeente Amsterdam, projectbureau Piet hein-tunnel en de dir. Noord-Holland besloten om het bouwdok eerst in te richten voor de tunnelelementen van de Piet Hein-tunnel. Uitgangspunten voor gebruik van dit dok: a) Toestemming nodig van stadsdeelraad noord; b) Amsterdam kan huur in rekening brengen; c) Na Piet Hein-tunnel gereserveerd voor tweede Coentunnel; d) Pas na 1998 beschikbaar voor derden. Het gebied rondom Den Helder Gezien de vele Marine faciliteiten in dit gebied is alleen het gebied ten oosten van de Marinehaven beschouwd voor de aanleg van een bouwdok. De toegang over water naar dit gebied is echter te ondiep. Het havengebied
van Delfziil
en Eemshaven
Beide havengebieden voldoen'aan de randvoorwaarden. Van het havengebied Eemshaven is bekend dat ten noorden van de Julianahaven 20 ha industriegebied beschikbaar is. De mogelijkheden om dit gebied te benutten voor de aanleg van een bouwdok met een bodemdiepte van NAP - 11 m zijn in een eerder stadium reeds onderzocht. De daarmee samenhangende problemen, zoals het verkrijgen van een bemalingsvergunning zijn toen reeds besproken met de Provincie en leken oplosbaar. De kosten van het industriegebied à f 60,- tot f 70,- per m2 zouden aanzienlijk kunnen worden verminderd als het vrijkomende zand zou worden benut voor het opspuiten van aanliggende terreinen. 11
Van het havengebied Delfzijl moeten nog gegevens worden ingewonnen. Wel bestaat de indruk dat men bij een eventuele belangstelling voor dit gebied van de zijde van het havenschap zal aandringen om de lokatie Eemshaven te kiezen en niet de lokatie Delfzijl.
12
....•
Bijlage
4: Kwalitatieve
bouwdo!docatie
afweging t.a.v. wensen aan potentieel
aantasting minimaal van
oppcrvlaloc
&roIct clan
risico·s minimaal bij
milieu en lardschap
Bamxlrceht
(150*350)
transport
geschikte
bouwdoklocaties
.,.-- ...•
'.
van tunnelelementen
kosten nûnimaal van:
t.o.v.:
R'dam
A'dam
aanleg
gebrulk
transport
Antwerpen
6
6
1
1
6
2
2
Terneuzen
6
1
2
1
2
6
4
Slochavcn
6
6
2
I
3
6
4
Ncclljc JanslNoordland
2
6
4
2
2
6
4
Bamxlrceb1
6
S
6
4
6
6
6
BencluxllDltlCl
4
I
6
4
4
6
6
Andoc
6
3
6
4
4
2
6
Amstcldam
1
I
4
6
6
I
6
Ecmshavcn
6
6
I
2
2
6
2
Legenda: 7= uitstekend 6= zeer goed 5= goed 4= redelijk 3= matig 2= slecht 1= zeer slecht
13
Bijlage 5: Weging van criteria en volgorde van alternatieven in volgorde van score
naam criterium
aantasting schap
minimaal
oppervlakte risico's kosten
groter
minimaal
van milieu/landdan Barendrecht
bij transport
minimaal
overzicht
14
referentiewaarde
scores
in % per locatie
in %
gewicht criteria indien milieu/landschap zeer belangrijk is
gewicht criteria indien kostenminimalisatie zeer belangrijk is
11
42
31
17
8
8
39
28
19
33
22
42
locatie
score
locatie
score
locatie
score
Barendrecht
79
Barendrecht
81
Barendrecht
80
Andoc
65
Amsterdam
78
Amsterdam
64
Amsterdam
64
Andoc
73
Andoc
63
Benelux/Madroel
60
Sloehaven
61
Benelux
60
Sloehaven/N.J.Noordland/Antw./Tern.
50
Benelux/Antwerpen/Terne
60
Antwerpen
54
Eemshaven
45
Eemshaven
57
Sloehaven
53
N.J./Noordland
42
Terneuzen
52
N.J./Noordland
50
Eemshaven
47
TINRICHT~GSVARIANTEN BOUWDOK
Auteur: Datum: Notitie: Status:
H. Kosterman 24 april 1992 BTE 92008
definitief
Inrichtingsvarianten H. Kosterman 2-3-92 BTE 92008
Betreft Van Datum Doc.nr.
bouwdok t.b.v.
bouw
T.E.
INLEIDING In deze notitie worden de mogelijke locaties bekeken voor het bouwen van tunnelelementen. Allereerst wordt een opsomming gemaakt van alle mogelijkheden, waarna de bouwdokvarianten verder worden uitgewerkt. Hiertoe worden de inrichtingsvarianten getoetst aan een aantal criteria. Uitgangspunt hierbij is een situatie van een gevuld dok met een dijk eromheen met een bodemoppervlak van 150 x 350 m2. Voor alle varianten geldt dat het bouwdok wordt gehuurd. Mogelijke
locaties:
A. B. C. D. E1. E2. F. G.
Bouwdok zonder aanpassingen (uitgangspunt; nul-optie) Bemaling Droog bouwdok (bouwen op maaiveld) Vlies diep Vlies hoog en klein gedeelte diep Vlies hoog en gedeelte diep (groter totaal opp.) Cement-bentonietof damwandschermen met waterdichte laag Cement-bentonietof damwandschermen met bemaling
H.
overige
I.
In tracé tunnel
bouwplaats
De mogelijkheden
A tlm G zullen verder worden
1
uitgewerkt.
BESCHRIJVING
BOUWDOKVARIANTEN
Hieronder wordt een korte beschrijving gegeven van de mogelijke inrichtingsvarianten van een bouwdok. A.
Bouwdok zonder aanpassingen
(uitgangspunt; nul-optie)
Het bouwdok zoals in de inleiding is omschreven behoeft niet te worden aangepast en doet dus alleen dienst als afbouwplaats en/of opslagplaats voor tunnelelementen die m.b.v. één van de drie methodes volgens documentnummer BTE 92009 gebouwd zijn (scheepshelling, bouwen op pontons, schuif tunnel). B.
Bemaling Hiermee wordt de tot nu toe gebruikelijke voor het droogzetten van een bouwdok.
c.
Droog bouwdok
methode
bedoelt
(bouwen op maaiveld)
Het bouwdok bestaat uit een op maaiveld - dus boven grondwater - gelegen bouwplaats en een diep gelegen gedeelte. Om het totale bouwdok wordt een hoge ringdijk aangelegd. De elementen worden zonder bemaling op maaiveld gebouwd, waarna het terrein dat door de ringdijk omsloten is m.b.v. pompen onder water wordt gezet. De elementen worden naar het verdiepte gedeelte gebracht, de waterstand wordt weer verlaagd tot het peil van het buitenwater en de elementen worden via een dokdeur naar buiten gevaren. D.
Vlies diep Het bouwdok ziet er uit als bij variant B, het water wordt echter buiten het dok gehouden d.m.v. een vliesconstructie. De tunnelelementen kunnen dus zonder bemaling worden gebouwd, waarna het dok volgepompt wordt en de elementen via een dokdeur kunnen worden uitgevaren.
El. Vlies hoog en klein gedeelte diep Het bouwdok bestaat uit een enkele meters onder grondwater gelegen bouwplaats en een klein diep gedeelte (groot genoeg voor 1 of 2 elementen). Het water wordt d.m.v. een vliesconstructie buiten het dok gehouden. Om het totale bouwdok wordt een ringdijk aangelegd (echter niet zo hoog als bij C). Bij het uitvaren wordt het dok volgepompt, waarna 1 of 2 elementen naar het verdiepte gedeelte worden gebracht. Daarna wordt de waterstand weer verlaagd en worden de elementen via een dokdeur naar buiten gevaren. Dit gebeurt net zo vaak tot alle elementen zijn uitgevaren. Deze variant staat tussen variant C en Din.
2
E2. Vlies hoog en gedeelte
diep
(groter totaal
opp.)
Als El met het verschil dat het bouwdok groter is dan 150x350 m2 waardoor alle elementen tegelijk naar buiten kunnen worden gevaren. F.
Cement-bentoniet-
of damwandschermen
met waterdichte
laag
Er wordt m.b.v. wanden die reiken tot in een natuurlijke waterdichte laag een waterdichte kuip gemaakt. De tunnelelementen kunnen zonder bemaling gebouwd worden en de gereedgekomen elementen worden via een dokdeur naar buiten gevaren. G.
Cement-bentoniet-
of damwandschermen
met bemaling
Als F met het verschil dat de natuurlijke waterdichte geen 100% waterdichting garandeert waardoor een aanvullende bemaling vereist is.
3
laag
TOELICHTING
MATRIX
Aan de hand van toetsingstabellen is een matrix opgesteld waarin de inrichtingsvarianten zijn uitgezet tegen de toetsingscriteria. Voor de verschillende toetsingscriteria zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Kosten: De kosten van de verschillende inrichtingsvarianten zijn, uitgaande van een gevuld dok met een dijk eromheen en een bodemoppervlak van 150 x 350 m2, als volgt geschat: A. B.
c.
D. El. E2. F. G.
Bouwdok zonder aanpassingen Bemaling Droog bouwdok (bouwen op maaiveld) Vlies diep Vlies hoog en klein ged. diep Vlies hoog en ged. diep (> tot. opp.) Wanden met waterdichte laag Wanden met bemaling
o
5 milj./tun. 8 milj. 25 milj. 15 milj. 25 milj. 15 milj. 15 milj. + 1 milj./tun.
Om de eenmalige investeringskosten te vergelijken met de steeds terugkerende kosten van een bemaling moet ervan uitgegaan worden dat het bouwdok tot het jaar 2000 gebruikt zal worden voor de bouw van 5 tunnels. Er wordt verder nog op gewezen dat t.b.v. variant E2 het dok groter dient te zijn dan l50x350 m2. Hiervoor moeten dus extra huurkosten in rekening worden gebracht. Uitvaarprocedure: Bij de inrichtingsvarianten A, B, C, D, E2, F en G wordt ervan uitgegaan dat alle elementen in één keer worden uitgevaren. Bij de variant El moet dit gefaseerd gebeuren. De extra tijd die gaat zitten in het sluiten van het dok, het opzetten van de waterstand binnen het dok, het verplaatsen van een tunnelelement, het gelijkmaken van de binnen- en buitenwaterstand en het weer openen van het dok wordt geschat op ongeveer 3 weken. Hierbij moet er rekening mee worden gehouden dat verlenging van de bouwtijd met 1 maand ca. 2 milj. gulden extra kost. Deze kosten zijn niet meegenomen in het criterium kosten. Techniek: De kolom techniek is wel meegenomen in de matrix maar is voor een groot deel al verwerkt in de kolommen kosten, milieu en risico. Bij de totale beoordeling moet hiermee rekening worden gehouden. Milieu: Bij het punt milieu is onderscheid gemaakt tussen vervuiling en/of verzilting van water en grond enerzijds en landschaps-vervuiling anderzijds. De eerste factor is van grotere invloed op het punt milieu dan de tweede factor en kan bij de inrichtingsvariant bemaling zelfs een 4
beslissende vallen.
factor zijn om deze variant af te laten
Risico: De factor r~s~co is onderverdeeld in punten die van te voren redelijk zijn te overzien, mits er voldoende aandacht (bv. onderzoek) aan wordt besteed. Daarom is dit criterium in de totaalscore niet zo heel erg belangrijk. Score: Bij het bepalen van de totaalscore van de verschillende inrichtingsvarianten is een bepaalde weging gehanteerd. Aangezien de criteria kosten en uitvaarprocedure het belangrijkst zijn in het geheel is hieraan de hoogste waarde toegekend. uiteraard is deze weging enigszins subjectief maar bij een iets andere waardering van de criteria zullen de totaalscores nauwelijks wijzigen. De criteria kosten en uitvaarprocedures blijven het belangrijkst en de criteria techniek en risico het minst belangrijk. Het criterium milieu heeft bij een hogere waardering nauwelijks invloed op de totaalscore omdat deze bij alle inrichtingsvarianten min of meer gelijk scoort (uitzondering bemaling).
5
Matrix voor inrichtingsvarianten
bouwdok t.b.v. bouw tunnelelementen
versie 4
Kosten
Uitvaarproc.
Techniek
Milieu
Risico
score
+ +
+ +
+ +
+ +
+ +
10
B. Bemel ing
-
+ +
+ +
-
[]
7
c. Droog
[l
[l
n-
+
+ +
D. Vlies diep
--
+ +
-
+
-
6
E1.Vlies hoog
-
--
-
+
[]
5
--
+
-
+
[]
6
-
+ +
[]
+ +
-
8
--
+ +
n
n
n
7
50
30
5
10
5
A. Bouwdok zonder aanpassingen (uitgangspunt)
bouwdok (bouwen op maaiveld)
E2.Vlies hoog (groter dok) F. Cem.bent. of damwandschermen met waterdichte laag G. Cem.bent. of damwandschermen met bemaling
Mate van weging (in %) Legenda goed redelijk [] neutraal matig slecht
+ + +
* Toepasbaarheid van deze methode dient nog onderzocht te worden
6
7*
CONCLUSIE
Wanneer naar de score van de inrichtingsvarianten wordt gekeken is de conclusie dat variant A er het best vanaf komt. Deze variant echter behoort bij een specifieke bouwwijze en wordt daarom voor een goede vergelijking buiten beschouwing gelaten. Variant B scoort weliswaar redelijk maar wordt verder niet meegenomen. (In deze studie wordt immers een altenatief voor een bemalen bouwdok gezocht). Varianten F en G scoren redelijk tot goed maar zijn wel locatie-afhankelijk (aanwezigheid natuurlijke waterdichte laag). Variant C scoort eveneens redelijk maar moet nog op toepasbaarheid worden onderzocht.
7
A. Bouwdok
zonder aanpassingen
(uitgangspunt)
l. Kosten:
Investeringskosten - Bemaling
-
Droogzetten bouwdok Terreinoppervlak Bemalingsschade aan bebouwing
2. Uitvaarprocedure: - Bouwen
uitvaren
elementen
in fasen
3. Techniek:
- Onbekend; behoeft nader onderzoek - Dokdeur vereist veel aandacht Stabiliteit hoge ringdijk vereist veel aandacht - Optreden kwel - Diepe ontgraving t.b.v. aanleg - Vlies op grote diepte afzinken
-
4. Milieu: -
Gevaar van verontreinigde grond Gevaar van verontreinigd grondwater Bemalingsschade aan gewassen Landschapsvervuiling t.g.v. hoge dijken
5. Risico: - Gebruik op langere duur onzeker Schade aan vlies tijdens afzinken - Kwaliteit waterdichte laag onzeker
-
*
Van toepassing
op inrichtingsvariant
8
(negatief aspect)
B. Bemaling 1-
* * *
Kosten:
-
Investeringskosten Bemaling Droogzetten bouwdok Terreinoppervlak Bemalingsschade aan bebouwing
2. Uitvaarprocedure:
- Bouwen
uitvaren
elementen
in fasen
3. Techniek:
- Onbekend; behoeft nader onderzoek - Dokdeur vereist veel aandacht - Stabiliteit hoge ringdijk vereist veel aandacht - Optreden kwel - Diepe ontgraving t.b.v. aanleg - Vlies op grote diepte afzinken 4. Milieu:
* *
- Gevaar van verontreinigde grond - Gevaar van verontreinigd grondwater - Bemalingsschade aan gewassen - Landschapsvervuiling t.g.v. hoge dijken 5. Risico:
* *
- Gebruik op langere duur onzeker - Schade aan vlies tijdens afzinken - Kwaliteit waterdichte laag onzeker Van toepassing
op inrichtingsvariant
9
(negatief
aspect)
c.
Droog bouwdok
1-
Kosten:
--
Investeringskosten Bemaling - Droogzetten bouwdok - Terreinoppervlak - Bemalingsschade aan bebouwing
*
Uitvaarprocedure:
2.
- Bouwen
uitvaren
elementen
in fasen
Techniek:
3.
* * *
(bouwen op maaiveld)
- onbekend; behoeft nader onderzoek - Dokdeur vereist veel aandacht - Stabiliteit hoge ringdijk vereist veel aandacht - Optreden kwel - Diepe ontgraving t.b.v. aanleg - Vlies op grote diepte afzinken 4. Milieu:
*
-
Gevaar van verontreinigde grond Gevaar van verontreinigd grondwater Bemalingsschade aan gewassen Landschapsvervuiling t.g.v. hoge dijken
5. Risico:
- Gebruik op langere duur onzeker Schade aan vlies tijdens afzinken - Kwaliteit waterdichte laag onzeker
*
Van toepassing
op inrichtingsvariant
10
(negatief aspect)
D. Vlies l.
Kosten:
-
*
-
* *
diep
Investeringskosten Bemaling Droogzetten bouwdok Terreinoppervlak Bemalingsschade aan bebouwing
2. Uitvaarprocedure:
- Bouwen
* *
elementen
in fasen
Techniek:
3.
*
uitvaren
-
Onbekend; behoeft nader onderzoek Dokdeur vereist veel aandacht Stabiliteit hoge ringdijk vereist veel aandacht Optreden kwel Diepe ontgraving t.b.v. aanleg Vlies op grote diepte afzinken
4. Milieu:
*
-
Gevaar van verontreinigde grond Gevaar van verontreinigd grondwater Bemalingsschade aan gewassen Landschapsvervuiling t.g.v. hoge dijken
5. Risico:
*
*
- Gebruik op langere duur onzeker Schade aan vlies tijdens afzinken - Kwaliteit waterdichte laag onzeker
-
Van toepassing
op inrichtingsvariant
11
(negatief aspect)
E1. Vlies hoog en klein gedeelte
Kosten:
1-
-
* * *
diep
Investeringskosten Bemaling Droogzetten bouwdok Terreinoppervlak Bemalingsschade aan bebouwing
2. uitvaarprocedure:
- Bouwen
*
in fasen
- Onbekend; behoeft nader onderzoek - Dokdeur vereist veel aandacht Stabiliteit hoge ringdijk vereist veel aandacht - optreden kwel - Diepe ontgraving t.b.v. aanleg - Vlies op grote diepte afzinken
*
-
* * 4.
*
elementen
Techniek:
3.
*
uitvaren
Milieu: -
Gevaar van verontreinigde grond Gevaar van verontreinigd grondwater Bemalingsschade aan gewassen Landschapsvervuiling t.g.v. hoge dijken
5. Risico:
*
*
- Gebruik op langere duur onzeker Schade aan vlies tijdens afzinken Kwaliteit waterdichte laag onzeker
-
Van toepassing
op inrichtingsvariant
12
(negatief aspect)
E2.
Vlies hoog en gedeelte
diep
(groter totaal
opp.)
1. Kosten:
* * *
--
Investeringskosten Bemaling Droogzetten bouwdok Terreinoppervlak Bemalingsschade aan bebouwing
2. Uitvaarprocedure: - Bouwen
uitvaren
elementen
in fasen
3. Techniek:
* * *
- Onbekend; behoeft nader onderzoek Dokdeur vereist veel aandacht Stabiliteit hoge ringdijk vereist optreden kwel Diepe ontgraving t.b.v. aanleg - Vlies op grote diepte afzinken
-
-
veel aandacht
4. Milieu:
* *
-
Gevaar van verontreinigde grond - Gevaar van verontreinigd grondwater - Bemalingsschade aan gewassen - Landschapsvervuiling t.g.v. hoge dijken 5. Risico:
* *
- Gebruik op langere duur onzeker Schade aan vlies tijdens afzinken - Kwaliteit waterdichte laag onzeker
-
Van toepassing
op inrichtingsvariant
13
(negatief
aspect)
Cement-bent.
F.
of damwandschermen
met waterdichte
laag
1- Kosten:
-
*
-
*
Investeringskosten Bemaling Droogzetten bouwdok Terreinoppervlak Bemalingsschade aan bebouwing
2. Uitvaarprocedure: - Bouwen
elementen
in fasen
Techniek:
3.
*
uitvaren
- Onbekend; behoeft nader onderzoek - Dokdeur vereist veel aandacht Stabiliteit hoge ringdijk vereist veel aandacht - Optreden kwel Diepe ontgraving t.b.v. aanleg - Vlies op grote diepte afzinken
-
4. Milieu:
-
Gevaar van verontreinigde grond - Gevaar van verontreinigd grondwater - Bemalingsschade aan gewassen - Landschapsvervuiling t.g.v. hoge dijken 5. Risico:
*
*
-
Gebruik op langere duur onzeker Schade aan vlies tijdens afzinken - Kwaliteit waterdichte laag onzeker Van toepassing
op inrichtingsvariant
14
(negatief aspect)
G. cement-bentoniet1-
met bemaling
Kosten:
-
* * *
of damwandschermen
-
Investeringskosten Bemaling Droogzetten bouwdok Terreinoppervlak Bemalingsschade aan bebouwing
2. uitvaarprocedure:
- Bouwen
elementen
in fasen
Techniek:
3.
*
uitvaren
-
Onbekend; behoeft nader onderzoek Dokdeur vereist veel aandacht Stabiliteit hoge ringdijk vereist veel aandacht Optreden kwel Diepe ontgraving t.b.v. aanleg Vlies op grote diepte afzinken
4. Milieu:
*
-
Gevaar van verontreinigde grond Gevaar van verontreinigd grondwater Bemalingsschade aan gewassen Landschapsvervuiling t.g.v. hoge dijken
5. Risico:
* *
- Gebruik op langere duur onzeker Schade aan vlies tijdens afzinken - Kwaliteit waterdichte laag onzeker
-
Van toepassing
op inrichtingsvariant
15
(negatief
aspect)
BOUWMETHODEN TUNNELELEMENTEN
Auteur: Datum: Notitie: status:
w.
Jansen 24 april 1992
BTE 92009
Definitief
1.
Inleiding
Tijdens de brainstorming zijn er een aantal bouwmethoden voor tunnelelementen aangedragen. Ze zullen in deze notitie beschreven De bouwmethoden vallen in 3 groepen uiteen. 1:
Het bouwen locaties;
met de klassieke
2:
Het op het water bekisting;
3:
Alternatieve
bouwen
tunnelkist
op verschillende
van de elementen
bouwmethoden
worden.
met een
voor de elementen
speciale
en locatie.
Uitgangspunt voor het bouwen van tunnelelementen moet zijn dat er geen locatie van een bouwdok bekend is en de tunnelelementen ook nog geproduceerd worden. Kortom: 2.
Niets
nuloptie.
Bouwmethoden
De volgende 1.
methoden Gebruik A: B:
c:
D: E: F: G: H: 2.
c:
3.
zullen
maken
Bouwen Bouwen Bouwen Bouwen Bouwen Bouwen Bouwen Bouwen
Gebruik A: B:
Speciale Speciale Speciale
c:
D: E:
t.o.v.
elkaar
in een matrix
gezet
worden:
van een tunnelkist:
in in op op op op op op
maken
Alternatieve A: B:
3.
is ter beschikking,
een droog bouwdok met een tunnelkist toeritten met een tunnelkist pontons met een tunnelkist nabij bouwplaats pontons met een tunnelkist in bouwdok een scheepshelling met een tunnelkist maaiveld luchtkussen tunnel met tunnelkist drijvend dok met een tunnelkist bulk carrier met tunnelkist van een speciale bekisting: bekisting: bekisting:
bekisting:
Drijvende bekisting als dok Drijvende vloerconstructie Ferrobeton bekisting (drijvend)
bouwmethoden:
Schuif tunnel Schijventunnel Boortunnel Stalentunnel In situ bouw
Beschrijving
Een korte beschrijving tunnelelementen:
van de hierboven
genoemde
bouwmethoden
1.
Bet bouwen van tunnelelementen verschillende locaties.
A:
De tunnelelementen worden in een droog bouwdok m gebouwd (rev. Noordtunnel)
B:
De TE bouwen in de toeritten Zeeburgertunnel)
c:
De TE worden gebouwd op pontons bij een bouwplaats locatie van de tunnel op het water. Wel dient deze genoeg te zijn, om het TE 'eraf te varen'
2
met de klassieke
van de tunnel.
voor
tunnelkist op ca. NAP
op -10.00
(rev. nabij de locatie diep
D:
De TE worden gebouwd op pontons in een bouwdok op het water. Het bouwdok behoeft dan niet droog gezet te worden. Wel diep genoeg om het TE 'eraf te varen'
E:
Er wordt een scheepshelling gemaakt in een 'nat' bouwdok. Hierop kunnen de TE gebouwd worden. Deze helling is geschikt voor meerdere tunnels.
F:
De TE worden gebouwd op het maaiveld nabij de locatie van de tunnel. Nadat het TE is afgebouwd wordt het als een hovercraft naar en op het water getransporteerd. Hierna in drijvende positie gebracht
G:
In een speciaal gebouwd drijvend dok worden één of twee TE gebouwd. De locatie van dit dok zal bepaald worden door de afmetingen. Indien mogelijk het dok naar het tracé van de tunnel brengen en aldaar bouwen. Andere mogelijkheid: Gebruik maken van bekende dokken.
H:
Als G, maar dan i.p.v. een dok een bulk carrier die voor dit werk is omgebouwd. De TE's zijn dan zeer makkelijk te transporteren.
2.
Het op het water bouwen van de elementen met een speciale bekisting. De bouwplaats voor deze methode kan bij het tracé de tunnel liggen.
A:
Als speciale kist wordt (vloer en buitenwanden).
B:
Een drijvende vloerconstructie gebruiken om de wanden storten en zo het drijfvermogen te creëren.
c:
Een drijvende, verloren het TE te storten.
3.
Alternatieve
A:
De schuif tunnel moet gezien worden als een 'strengpers' methode. Na het storten van één moot wordt het geheel naar buiten geperst. De totale schuiflengte is gelijk aan één TE. Voor de locatie moet gedacht worden aan een bouwdok. Dit om de kosten van de bouwplaats over meerdere tunnels te spreiden.
B:
Bij de schijventunnel worden mootjes van ca. S.oo m in bouwplaats naast de tunnel gemaakt. Deze worden onderling gekoppeld en in het tracé doorgeschoven.
c:
Op de locatie wordt de tunnel diep onder het maaiveld geboord. Er wordt op elke oever een kuip gebouwd. Vanuit één wordt er geboord en de schildelementen ingevoerd, de ander is de ontvangstkuip.
D:
De stalen tunnel wordt bij een fabriek met eventueel een scheepshelling gebouwd. stalen elementen van ca. S.Oo m lang worden tot een tunnelelement van ca.l00.oo m samengevoegd, waarna afgezonken.
E:
In situ (den droge) bouwen van een tunnel, wordt het te kruisen water voor de helft afgesloten, een bouwkuip gecreëerd en daarin de tunnel gebouwd. Hierna aanvullen en de afsluiting opheven, waarna de tweede helft in situ gebouwd kan worden.
bouwmethoden
een drijvende
bekisting
buitenbekisting
van ferrobeton
voor de elementen
3
van
gebruikt op te
gebruiken
om
en locatie.
4.
COMBINATIES IHRICHTINGSVARIANTEN VAN EEN BOUWDOK MET BOUWMETHODEN TUNHELELEMEHTEH
Hetgeen gecombineerd moet worden zijn de inrichtingsvarianten docnr. BTE 92008) en bouwmethoden tunnelelementen. De Combinaties
inrichtings a: Bouwdok
variant nat
Bemalen Droog dok op MV Vlies diep Vlies hoog C.B scherm, waterdicht C.B scherm, ged.bem.
h: Bouwplaats (vrij van locatie)
1.
bouwmethode
In tracé
Bij de overwegingen inrichingsvarianten
5.
tunnel
Tunnel
Elementen
Ld. 1.e.
s .a.
TE op pontons TE op scheepshelling Schuif tunnel
La.
TE in droog
l.c. 1.f. l.g. Lh.
dok
2.b. 2.c. 3.d.
TE op pontons TE op MV met luchtkus. TE op drijvend dok TE op bulk carrier Drijvende bekisting Drijvende vloerconstr. Ferro beton bekisting stalen tunnel
l.b. 3.b. 3.c. 3.e.
TE in toeritten Schijven tunnel Boortunnel In situ bouw
z ,«.
i:
(zie
zijn: Tabel
b: c: d: e: f: g:
bouwdok
van de bouw tunnelelementen zal ook de van het bouwdok meegenomen worden.
VERGELIJK COMBINATIES
om tot een vergelijk van de verschillende combinaties te komen, zullen een aantal critische aspecten vergeleken worden. De aspecten die vergeleken worden zijn: Locatie: Kosten: Bouwtijd: Techniek: Milieu: Risico: De vergelijkingen
Waar worden de elementen gebouwd; Wat zijn de extra kosten; Langer bouwen kost geld; Ervaring speelt een rol; Grond, lucht en water; Uitvoerbaarheid. zijn weergegeven
in de talellen
4
7 tlm 22.
5.
MATRIX
Om tot een vergelijk te komen van de combinaties zijn er een aantal matrixen gemaakt. om tot een score te komen zijn de plussen en minnen vertaalt in een rapport cijfer. De critische aspecten van de tunnelelemeten zijn onderverdeeld in percentages. Totaal 100%. De "gevoeligheid" van de totaalscore is, in tabel 3 tlm S, met verschil in percentages in de diverse aspecten (kolommen) weergegeven. Tabel 2: De matrix
tlm 20
is uitgedrukt
in + en - , uit de vergelijken
van de tabellen
Tabel 3: Hierin is de techniek zwaarder dan de kosten gewogen. Techniek 30 % , kosten 20 % Tabel 4: Hierin is de techniek en de kosten nagenoeg gelijk gewogen. Techniek 20 % , kosten 25 % Tabel 5: Hierin z~Jn de kosten zwaarder dan de techniek gewogen. Techniek 15 % , kosten 35 %
S
7
TABEL 2 Matrix voor bouw tunnelelementen
a: Bouwdok
nat
1.d: TE op pontons 1.e: TE op scheepshelling 3.a: Schuif tunnel
b t/m g: Bouwdok droog
1.a: TE in droog dok
h: Bouwplaats
1.c: 1.f: 1.g: 1.h: 2.a: 2.b: 2.c: 3.d:
TE op pontons TE op MV met luchtkus. TE op drijvend dok TE op bulk carrier Drijvende bekisting Drijvende vloerconstr. Ferro beton bekisting Stalen tunnel
1.b: 3.b: 3.c: 3.e:
TE in toeritten Schijven tunnel Boortunnel In situ bouw
0'1
i: In trace tunnel
+ + + []
zeer goed goed neutraal matig slecht
10 7 5
3 0
Critische Locatie
Kosten
-
-
-
[ ]
-
-
[] []
-
--- []
+ + + + +
[ ]
--
aspecten tunnelelementen Bouwtijd Techniek
[ ]
[] []
n.v.t
+ +
-
+ +
+ +
[]
[] [] [] [] [] []
+ + + +
+
-
--
[ ] - -
[]
+ []
- + +
+ +
-
+
-
[ ] []
btemat.mp
Milieu
Risico
[] [] []
-
n.v.t
[]
[1 []
-
[] [] []
+ + + + +
[] []
[] []
+
-
Score
Advies
[] [] []
+
[1
+ +
[] [] []
+ + + + + + + +
De plussen en minnen zullen vertaald worden in rapport cijfers. De critische aspecten verdeeld worden in percentages Kosten t.o.v. techniek laten varieren
zie BTE 92008
TABEL
3
Matrix
a: Bouwdok
nat
b tlm g: Bouwdok
-.,J
i: In trace
[]
zwaarder
dan geld laten wegen
Locatie 0.1
Kosten 0.2
Bouwtijd 0.2
Techniek 0.3
Milieu 0.1
Risico 0.1
Score 100%
1.d: TE op pontons 1.e: TE op scheepshelling 3.a: Schuif tunnel
3 3 5
3 5 0
5 5 5
0 7 7
5 5 5
5 3 5
2.9 5.2 4.6
UITZOEKEN
1.a: TE in droog
3
n.v.t
10
10
n.v.t
5
,
ZIE BTE 92008
3 5 5 3 0 0 0 5
3 10 3 3 5 7 7 10
5 10 5 5 5 5 5 7
0 7 5 5 3 3 3 3
5 5 5 5 5 5 5 5
7 5 7 7 5 5 5 10
3.1 7.6 4.8 4.6 3.9 4.3 4.3 6.3
7 7 10 7
3 0 5 0
0 5 7 5
7 7 10 7
5 5 7 3
7 10 10 7
4.6 5.3 8.1 4.8
dok
bte.mp
droog
h: Bouwplaats
+ + +
Techniek
voor bouw tunnelelementen
tunnel
zeer goed goed neutraal matig slecht
1.c: 1.f: 1.g: 1.h: 2.a: 2.b: 2.c: 3.d:
TE op pontons TE op MV met luchtkus. TE op drijvend dok TE op bulk carrier Drijvende bekisting Drijvende vloerconstr. Ferro beton bekisting Stalen tunnel
1.b: 3.b: 3.c: 3.e:
TE in toeritten Schijven tunnel Boortunnel In situ bouw
10 7 5 3 0
Advies
UITZOEKEN
UITZOEKEN
UITZOEKEN UITZOEKEN
TABEL
4
Matrix
voor bouw tunnelelementen
Gemiddeld Locatie 0.1
a: Bouwdok
nat
b tlm g: Bouwdok
ex>
i: In trace tunnel
[]
btel.mp
Kosten 0.25
Bouwtijd 0.25
Techniek 0.2
Milieu 0.1
Risico 0.1
Score 100%
5 5 5
0 7 7
5 5 5
5 3 5
3.3 5.0 4.2
n.v.t
5
1.d: TE op pontons 1.e: TE op scheepshelling 3.a: Schuif tunnel
3 3 5
3 5 0
1.a: TE in droog
3
n.v.t
10
10
3 5 5 3 0 0 0 5
3 10 3 3 5 7 7 10
5 10 5 5 5 5 5 7
0 7 5 5 3 3 3 3
5 5 5 5 5 5 5 5
7 5 7 7 5 5 5 10
3.5 7.9 4.7 4.5 4.1 4.6 4.6 6.9
7 7 10 7
3 0 5 0
0 5 7 5
7 7 10 7
5 5 7 3
7 10 10 7
4.1 4.9 7.7 4.4
dok
zeer goed goed neutraal matig slecht
1.c: 1.f: 1.g: 1.h: 2.a: 2.b: 2.c: 3.d:
TE op pontons TE op MV met luchtkus. TE op drijvend dok TE op bulk carrier Drijvende bekisting Drijvende vloerconstr. Ferro beton bekisting stalen tunnel
1.b: 3.b: 3.c: 3.e:
TE in toeritten Schijven tunnel Boortunnel In situ bouw
10 7 5 3 0
Advies
UITZOEKEN
ZIE BTE 92008
droog
h: Bouwplaats
+ + +
vergelijk
UITZOEKEN
UITZOEKEN
UITZOEKEN
TABEL
5
Matrix
Kosten
voor bouw tunnelelementen Locatie 0.05
a: Bouwdok
b tlm g: Bouwdok
nat
\0
+ + + []
dan techniek
bte2.mp
laten wegen
Kosten 0.35
Bouwtijd 0.35
Techniek 0.15
Milieu 0.05
Risico 0.05
Score 100%
5 5 5
0 7 7
5 5 5
5 3 5
3.45 5.1 3.55
n.v.t
5
1.d: TE op pontons l.e: TE op scheepshelling 3.a: Schuif tunnel
3 3 5
3 5 0
1.a: TE in droog
3
n.v.t
10
10
3 5 5 3 0 0 0 5
3 10 3 3 5 7 7 10
5 10 5 5 5 5 5 7
0 7 5 5 3 3 3 3
5 5 5 5 5 5 5 5
7 5 7 7 5 5 5 10
3.55 8.8 4.4 4.3 4.45 5.15 5.15 7.4
7 7 10 7
3 0 5 0
0 5 7 5
7 7 10 7
5 5 7 3
7 10 10 7
3.05 3.9 7.05 3.65
dok
tunnel
zeer goed goed neutraal matig slecht
l.c: 1. f: l.g: 1.h: 2.a: 2.b: 2.c: 3.d:
TE op pontons TE op MV met luchtkus. TE op drijvend dok TE op bulk carrier Drijvende bekisting Drijvende vloerconstr. Ferro beton bekisting Stalen tunnel
1.b: 3.b: 3.c: 3.e:
TE in toeritten Schijven tunnel Boortunnel In situ bouw
10 7 5 3 0
Advies
UITZOEKEN
ZIE BTE 92008
droog
h: Bouwplaats
i: In trace
zwaarder
UITZOEKEN
UITZOEKEN UITZOEKEN UITZOEKEN
UITZOEKEN
6•
CONCLUSIES MATRIX Bouwdok nat en droog scoort één -. Het bouwen op twee locaties wordt niet gezien als een extra probleem. Het transport, afhankelijk van de afstand, krijgt een dubbele (negatieve) waardering. (dit t.o.v. één bouwplaats) Een bouwplaats nabij het tracé scoort minder goed, gezien beperkte ruimte die erbij komt. (wel afhankelijk van de locatie) In het Tracé spreekt voor zich. Een goede locatie. GEEN SPECIVIEKE VOORKEUR PLAATS BOUWDOK
LOCATIE
de
KOSTEN
De grootte van het bedrag dat voor de locatie en/of bouwmethode uitgegeven moet worden kan zeer verschillend zijn. Los van dit bedrag is het moeilijk een conclusie te trekken. VERSCHILLEN FINANCIEEL VERGELIJKEN
BOUWTIJD
Er wordt een splitsing gemaakt in: - elementen één voor één storten [] - elementen in een stroom maken. + + Een verlenging van de bouwtijd zal zuiver in kosten uitgedrukt worden. ( één maand langer, ca. 2 milj. duurder. Rente verlies en latere inkomsten) Het bouwen in een droog dok, op het maaiveld, de boortunnel en in situbouwen tunnel komen er positief uit. LANGERE BOUWTIJD KOST GELD, VERMIJDEN
TECHNIEK
Hierin scoren bouwen in een droog dok en de boortunnel hoog. De iets lager scorenden zullen ook meegewogen worden gezien het feit dat techniek oplosbaar is. INDIEN TOEPASBAAR GEEN PROBLEEM
MILIEU
Voor dit item zijn er geen verschillen Bouwen in situ scoort iets minder. GEEN GROTE VERSCHILLEN
RISICO
Als we er vanuit gaan dat een bouwmethode betrouwbaar is en goed uit te voeren, is het risico te verdedigen. De min bij bouwdok nat is te verbeteren. GEEN NADELIGE VERSCHILLEN
te constateren.
EINDCONCULSIE: Ten opzichte van de inrichtingsvarianten blijven over die verder onderzocht moeten worden.
een aantal bouwmethoden
Tabel 6. inrichtingsvariant:
onderzoeken:
A:
Bouwdok nat:
TE op scheepshelling
B t/m G:
TE in droog bouwdok
Zie BTE
H:
Bouwplaats
TE op MV met luchtkussen
92008
Drijvende
vloerconstructie
Ferro betonbekisting Stalen tunnel I:
In tacé tunnel
Schijven
tunnel
Boortunnel
10
TABEL 7 1 A: Bouwen
in een bouwdok
met een tunnelkist
1. Locatie: bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte I in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte I in situ beperkte ruimte
** * *
2. Kosten inrichting bouwplaats, meerdere tunnels te spreiden tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
* * * *
3. Bouwtijd: -
elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
4. Techniek: -
onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase maattoleranties dienen ruimer te zijn afhankelijk beschikbaarheid pontons
5. Milieu: -
**
behoeft geen extra schade te leveren extra schade
6. Risico: - transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
11
handeling
TABEL
8
1 B: Bouwen
in toeritten
met een tunnelkist
t.p.v.
tracé
1. Locatie: bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte
*
2. Kosten inrichting bouwplaats, meerdere tunnels tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
*
*
te spreiden
3. Bouwtijd: elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
*
* *
4. Techniek: onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase maattoleranties dienen ruimer te zijn afhankelijk beschikbaarheid pontons
* *
5. Milieu: -
*
behoeft geen extra schade extra schade
te leveren
6. Risico: transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
12
handeling
TABEL 9 1
c:
Bouwen
op pontons met een tunnelkist
1. Locatie: bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte
* *
* *
2. Kosten inrichting bouwplaats, meerdere tunnels tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
* *
* *
te spreiden
3. Bouwtijd: elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
* *
4. Techniek: onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase
*
*
* * *
maattoleranties
afhankelijk
*
dienen ruimer
beschikbaarheid
te zijn
pontons
5. Milieu: -
*
behoeft geen extra schade te leveren extra schade
6. Risico: transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
13
handeling
TABEL 10 1 D: Bouwen
op pontons
met een tunnelkist
in dok
1. Locatie: bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte
**
* *
2. Kosten inrichting bouwplaats, meerdere tunnels te spreiden tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
*
* * * *
3. Bouwtijd: elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
* *
4. Techniek: onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase
*
* * *
maattoleranties
*
afhankelijk
*
dienen
ruimer te zijn
beschikbaarheid
pontons
5. Milieu: -
**
behoeft geen extra schade te leveren extra schade
6. Risico: - transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
14
handeling
TABEL
11
1 E: Bouwen
op een scheepshellinq
met een tunnelkist
1. Locatie: bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte
**
* *
2. Kosten inrichting bouwplaats, meerdere tunnels te spreiden tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
*
*
* * *
3. Bouwtijd: elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
* *
4. Techniek: onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase
*
maattoleranties
afhankelijk
dienen ruimer te zijn
beschikbaarheid
pontons
5. Milieu: -
** *
behoeft geen extra schade te leveren extra schade
6. Risico: - transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
15
handeling
TABEL 12 1 F: Bouwen op m.v. luchtkussen
tunnel met een tunnelkist
1. Locatie: bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte
* *
*
2. Kosten inrichting bouwplaats, meerdere tunnels tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
* * *
*
*
te spreiden
3. Bouwtijd: -
elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
4. Techniek:
*
onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase
maattoleranties
afhankelijk
dienen ruimer
beschikbaarheid
te zijn
pontons
5. Milieu: behoeft geen extra schade te leveren extra schade
* *
6. Risico: - transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd - te water lating niet geheel gecontroleerde
16
handeling
TABEL 13 1 G: Bouwen
op een drijvend
dok met een tunnelkist
1. Locatie: bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte
* *
*
2. Kosten inrichting bouwplaats, meerdere tunnels tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
* *
* *
*
te spreiden
3. Bouwtijd: elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
**
*
4. Techniek: onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase
*
*
*
maattoleranties
afhankelijk
dienen ruimer
beschikbaarheid
te zijn
pontons
5. Milieu: -
*
behoeft geen extra schade te leveren extra schade
6. Risico: - transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
17
handeling
TABEL 14 1 H: Bouwen op een bulk carrier
met een tunnelkist
1. Locatie:
* * * *
bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte 2. Kosten
* * * *
inrichting bouwplaats, meerdere tunnels te spreiden tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist 3. Bouwtijd:
** *
elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem 4. Techniek:
*
*
*
onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase maattoleranties dienen ruimer te zijn afhankelijk beschikbaarheid pontons 5. Milieu: behoeft geen extra schade te leveren extra schade
*
6. Risico: - transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
18
handeling
TABEL
15
2 A: Speciale
bekisting:
drijvende
bekisting
als dok
1. Locatie: bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte
*
* * *
2. Kosten
.
inrichting bouwplaats, meerdere tunnels tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
* *
te spreiden
3. Bouwtijd: elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
* *
4. Techniek: onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase maattoleranties dienen ruimer te zijn afhankelijk beschikbaarheid pontons
*
* * * *
5. Milieu: -
* *
behoeft geen extra schade te leveren extra schade
6. Risico: - transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten - Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
19
handeling
TABEL 16 2 B: speciale
bekisting:
drijvende
vloerconstructie
1. Locatie:
* * *
*
bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte 2. Kosten
* *
*
inrichting bouwplaats, meerdere tunnels te spreiden tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist 3. Bouwtijd:
* *
elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem 4. Techniek:
* * *
* *
onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase
maattoleranties
afhankelijk
dienen
ruimer te zijn
beschikbaarheid
pontons
5. Milieu: behoeft geen extra schade te leveren extra schade
* *
6. Risico: - transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten - Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
20
handeling
TABEL 17 2
c:
speciale
bekisting:
ferro beton bekisting
1. Locatie: bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte
* * *
*
2. Kosten
.
inrichting bouwplaats, meerdere tunnels te spreiden tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
* *
*
3. Bouwtijd: elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
* *
4. Techniek: onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase
* * *
*
maattoleranties
*
afhankelijk
dienen
ruimer
beschikbaarheid
te zijn
pontons
5. Milieu: -
* *
behoeft geen extra schade te leveren extra schade
6. Risico: - transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten - Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
21
handeling
TABEL 18 3 A: Schuif tunnel
in bouwdok
1. Locatie:
** * *
bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte 2. Kosten
*
* * * *
inrichting bouwplaats, meerdere tunnels tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
te spreiden
3. Bouwtijd:
* *
elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem 4. Techniek:
*
onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase maattoleranties dienen ruimer te zijn afhankelijk beschikbaarheid pontons 5. Milieu: behoeft geen extra schade te leveren extra schade
** *
6. Risico: - transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten - Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
22
handeling
TABEL
19
3 B: Schijven
tunnel in tracé tunnel
1. Locatie: bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte I in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte I in situ beperkte ruimte
*
2. Kosten inrichting bouwplaats, meerdere tunnels te spreiden tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
* *
* * * *
3. Bouwtijd: elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
*
*
4. Techniek: onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase
*
maattoleranties
afhankelijk
dienen ruimer te zijn
beschikbaarheid
pontons
5. Milieu: -
behoeft geen extra schade te leveren extra schade
6. Risico: transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
23
handeling
TABEL 20
3 c: Boortunnel 1. Locatie: -
bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte
2. Kosten
*
-
-
-
inrichting bouwplaats, meerdere tunnels tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
te spreiden
3. Bouwtijd: elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
*
4. Techniek: -
onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase maattoleranties dienen ruimer te zijn afhankelijk beschikbaarheid pontons
5. Milieu: -
behoeft geen extra schade te leveren extra schade
6. Risico: transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
24
handeling
TABEL 21 3 D: stalentunnel
1. Locatie: bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte
*
* *
2. Kosten inrichting bouwplaats, meerdere tunnels te spreiden tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist
*
3. Bouwtijd: elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem
* *
4. Techniek: onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase
* *
maattoleranties
afhankelijk
dienen
ruimer
beschikbaarheid
te zijn
pontons
5. Milieu: -
behoeft geen extra schade te leveren extra schade
6. Risico: transport van bouwdok naar locatie groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
25
handeling
TABEL 22 3 E: In situ bouw
1. Locatie:
*
bouwdok verplicht bouwplaats nodig verschillende bouwlocaties zinkgedeelte / in situ afstemmingsproblemen zinkgedeelte / in situ beperkte ruimte 2. Kosten
* * *
inrichting bouwplaats, meerdere tunnels te spreiden tunnelkist meerdere malen te gebruiken een goede continuïteit te realiseren transportkosten grote voorinvestering bouwdok droogzetten duurdere toeritten duurdere tunnelkist duurdere tunnelelementen bouwpontons nodig extra kosten verloren kist 3. Bouwtijd:
*
elementen één voor één bouwen, langere bouwtijd toeritten pas maken als elementen gereed zijn langere bouwtijd: - bij financiering probleem - bij zelf betalen geen probleem 4. Techniek:
*
onbekend, behoeft nader onderzoek elementen parkeren: ruimte aanwezig hinder scheepvaart stabiliteit tijdens bouwfase
maattoleranties
afhankelijk
dienen
ruimer te zijn
beschikbaarheid
pontons
5. Milieu:
*
behoeft geen extra schade te leveren extra schade
*
6. Risico: transport van bouwdok naar locatie - groter risico voor toeritten Indien schade aan kist, langere bouwtijd te water lating niet geheel gecontroleerde
26
handeling