Resultaten van een bevraging bij de apothekers afgestudeerd aan de K.U.Leuven in de periode 1970 – 1999 In de periode december 1999 – februari 2000 organiseerde de faculteit Farmaceutische Wetenschappen in samenwerking met de dienst Studieadvies een loopbaanenquête bij de apothekers afgestudeerd aan de K.U.Leuven in de periode 1970 – 1999. Ongeveer twee derden van de aangeschreven alumni stuurden de vragenlijst ingevuld terug. De antwoorden werden verwerkt door Dr. Diane Smedts, onderzoeksverantwoordelijke van Studieadvies K.U.Leuven. De voornaamste resultaten zijn hierna samengevat.
Verdeling van de apothekers naar geslacht
31%
man vrouw 69%
Zowel naar geslacht als naar periode van afstuderen vormt de responsgroep een goede weerspiegeling van de K.U.Leuven-alumni van de faculteit Farmaceutische Wetenschappen. 69% van de respondenten zijn vrouwen, wat overeenstemt met de verdeling van de studenten naar geslacht.
Periode waarin het apothekersdiploma aan de K.U.Leuven behaald werd 19%
20%
16%
17%
1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999
11% 17%
De apothekers die de vragenlijst beantwoordden zijn vrij gelijkmatig verdeeld over de hele periode (16 à 20% per periode van 5 jaar). Uitzondering hierop vormt de periode 1980-1984 met een aandeel van 11%. Ook dit stemt overeen met het feit dat het aantal studenten in de betrokken periode lager was.
Gevolgde differentiatierichting tijdens de apothekersopleiding 10%
Gezondheidszorg
22%
Biofarmacie Productie en ontwikkeling 68%
Sinds 1992 zijn er binnen de opleiding tot apotheker aan de K.U.Leuven 3 afstudeerrichtingen, nl. Gezondheidszorg, Biofarmacie en Productie en Ontwikkeling. Van de respondenten afgestudeerd als apotheker aan de K.U.Leuven sinds 1992 volgden 68% de richting Gezondheidszorg. Ruim één op vijf volgde Biofarmacie en één op 10 opteerde voor Productie en ontwikkeling.
Percentage
Gevolgde aanvullende studies 40 35 30 25 20 15 10 5 0
% man % vrouw
r r t ie ie ie a d g d ke ke a u o u e e r t t iol es es cto ot h ot h b r r o p i p i e a a D i ta ch ita s ies s uis i r r r h t lin ive us i ve en n n K d k u e u n I Zi iet er e n d An er e d An
38% van de respondenten heeft na de apothekersstudies nog een aanvullende universitaire en/of niet-universitaire studie gevolgd. Meer jongens dan meisjes kozen voor de specialisatie Industrieapotheker of het doctoraat. De specialisatie Ziekenhuisapotheker trekt wel heel wat meisjes aan.
Andere niet-universitaire studies
16%
21%
9% 2%
15%
8% 22%
7%
Homeopathie Talen Informatica Management/economie Dermatocosmetica Piloot Verzorging/therapieën Andere
Vooral de laatste jaren volgen heel wat apothekers een aanvullende niet-universitaire studie zoals homeopathie, talen en managementeconomie waardoor zij hun marktwaarde verhogen.
Huidige tewerkstellingssituatie van K.U.Leuven-apothekers 0% 1%
0% Werkend Stage Werkzoekend Combinatie van niet-betaalde activiteiten 99%
De tewerkstellingssituatie van de bevraagde apothekers is zeer gunstig: de werkloosheid kan als nihil bestempeld worden. De minder dan 0,5% werkzoekenden waren allemaal recent afgestudeerden.
Tewerkstellingsgraad 6% 4%
6% 1% Voltijds 76 à 94% 51 à 75% 26 à 50% 25% of minder 83%
83% van de apothekers die de vragenlijst invulden werkt voltijds. Slechts 7% werkt minder dan halftijds. Op enkele uitzonderingen na, zijn alle deeltijds werkenden vrouwen. De proportie vrouwelijke alumni die deeltijds werkt, is het grootst bij de apothekers afgestudeerd tussen 1975 en 1989 en het kleinst bij de recent afgestudeerden.
Aantal maanden werk zoeken
(apothekers afgestudeerd tussen 1970 en 1999) 0% 0% 4%
1%
15% 0 maanden 1-3 maanden 4-6 maanden 7-9 maanden 9-12 maanden > 12 maanden 80%
Van werk zoeken is er nauwelijks sprake. 80% heeft minder dan een maand naar werk gezocht; 15% is tussen 1 maand en 3 maanden werkzoekend geweest. De situatie van recent afgestudeerden is nog gunstiger.
Aantal maanden werk zoeken
(apothekers afgestudeerd tussen 1995 en 1999) 2% 3%
0% 0%
6% 0 maanden 1-3 maanden 4-6 maanden 7-9 maanden 9-12 maanden > 12 maanden 89%
Van diegenen afgestudeerd na 1994 was 89% binnen de maand aan het werk; voor 6% was dat tussen 1 en 3 maanden.
Percentage K.U.Leuven apothekers momenteel werkzaam in een officina (naar periode van afstuderen)
90 80
77
75
72 68
Percentage
70
66
63
60 50 40 30 20 10 0 1970-1974
1975-1979
1980-1984
1985-1989
1990-1994
1995-1999
Er is een geleidelijke verschuiving van de tewerkstelling in een openbare apotheek naar functies in bedrijven en instellingen zoals de farmaceutische industrie, ziekenhuizen enz. Dit heeft er ook toe geleid dat er momenteel een groeiend en reeds nijpend tekort is aan apothekers in openbare officina’s.
Wijze waarop apotheker-eigenaars de apotheek verworven hebben 3% 23%
50% 24%
Toelating tot nieuwe vestiging Overname van een familielid Overname van een andere eigenaar Onbekend
De helft van de respondenten die apotheker-eigenaar zijn van een openbare apotheek heeft de apotheek overgenomen van een andere eigenaar, één op vier heeft de apotheek overgenomen van een familielid en ongeveer even veel apothekers hebben een toelating voor een nieuwe vestiging verkregen. Dit laatste wordt echter steeds moeilijker.
Functie van officina-apothekers 0% 5%
31% 51%
Apothekereigenaar Apothekerprovisor Adjunctapotheker Apothekervervanger Onbekend
13%
Van de respondenten die als apotheker werkzaam zijn in een openbare apotheek is 51% eigenaar, 31% werkt als adjunct-apotheker en 13% als provisor.
Tewerkstelling buiten de officina 0% 1% 18%
15% 2%
4% 16% 3%
41%
KMO Grote nationale onderneming Multinational Onderwijs Universiteit Openbare dienst of parastatale Gezondheidssector (ziekenhuis) Internationale instelling Combinatie
Bijna een derde van de respondenten werkt niet in een openbare apotheek. Belangrijke tewerkstellingsdomeinen buiten de officina zijn multinationale ondernemingen, de universiteit, ziekenhuizen en KMO’s.
Tewerkstelling buiten de officina (naar periode van afstuderen)
45 40 35 30 25 20 15
Diploma voor 1990 Diploma na 1990
10 5 0 O ming onal wijs iteit atale huis) lling atie M r i n s e t e K rn tinat nde iver aras ieken inst ombi e d l O Un p z le C on Mu o f t o r ( i o na e l t s t na ien dssec erna tio d a i t e In n re ba ondh ot e n r e G Op Gez
Er zijn beperkte verschillen tussen recent en reeds langer afgestudeerde apothekers wat betreft tewerkstelling buiten een openbare apotheek. Het groter aantal jonge apothekers werkzaam aan de universiteit houdt verband met het groot aantal doctorandi.
Functies van apothekers binnen de universiteit
8% 34% 32%
Doctorandusbursaal Doctorandusassistent Postdoctoraal onderzoeker Professor Andere
11% 15%
Sinds een aantal jaren is er een duidelijke stijging van het aantal apothekers die een doctoraat maken.
Bruto-maandloon van apothekers in loondienst (voltijds werkend)
25% 21% 20% 17% 15% 15% 12% 10%
8% 4%
5% 1%
2%
7% 3%
4% 2%
1% 1%
0%
1%
0% 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 gd er 00 l di 700 7999 8999 9999 1999 3999 5999 7999 9999 3999 7999 1999 5999 9999 f me o z an be tot 0 tot 0 tot tot 1 tot 1 tot 1 tot 1 tot 1 tot 2 tot 2 tot 3 tot 3 tot 3 00 o 0 On der d 000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 n 400 7 800 900 0000 2000 4000 6000 8000 0000 4000 8000 2000 6000 Mi 1 1 1 1 1 2 2 2 3 3
Enkel aan respondenten in loondienst (ongeveer 43% van de respondenten) werd het bruto-maandloon gevraagd. De lonen blijken hoog tot zeer hoog te zijn. Voor de interpretatie van de grafiek moet er rekening mee gehouden worden dat niet alle loonklassen even breed zijn.
Bruto-maandloon van apothekers in loondienst (voltijds werkend, naar periode van afstuderen)
35% 30% 25% 20% 15%
Tussen 1970 en 1979 Tussen 1980 en 1989
10%
Tussen 1990 en 1999 5%
M
O in nbe de zo l r 70 da dig d 00 n 0 70 80 to 00 00 t 7 0 9 0 90 tot 999 0 10 00 899 00 to 99 t 0 12 0 t 999 00 ot 9 00 11 9 9 14 00 tot 999 1 0 16 0 t 399 9 00 ot 00 15 9 9 18 00 tot 999 1 0 20 0 t 799 9 00 ot 00 19 9 24 9 00 tot 999 2 0 28 0 to 399 9 00 t 00 27 9 9 32 00 tot 999 3 0 36 0 t 199 00 ot 9 00 35 9 to 99 40 t 3 99 00 99 00 99 of 9 m ee r
0%
Verder stellen we vast dat er een duidelijke samenhang is tussen het loon en de periode van afstuderen. Maar zelfs de meest recent afgestudeerden kunnen doorgaans rekenen op een bruto-maandloon van minimum 80 000 fr. Voor de interpretatie van de grafiek moet er rekening mee gehouden worden dat niet alle loonklassen even breed zijn.
Voordelen in natura
47% 53%
Ja Nee
53% van de apothekers die niet in een officina werken geniet bovendien van voordelen in natura.
Aard van voordelen in natura 90%
79%
80%
71%
70% 60% 50%
48%
47% 38%
40% 30%
26%
24%
24%
27%
20% 10%
A nd er e
M aa lti
jd ch eq ue Fi s rm aw ag en G PC ro H ep th os ui s ve pi s ta rz lis ek at er ie in ve g rz Te ek le er fo in on g ve rg oe di A ng an de le n G in SM he tb ed ri jf
0%
De voordelen in natura betreffen voornamelijk groeps- en/of hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques en firmawagen.
Aantal werkuren per week (voltijds werkenden)
2% 9%
2%
1% 29%
10%
22% 25%
40 u of minder 41 à 45 u 46 à 50 u 51 à 55 u 56 à 60 u 61 à 65 u 66 à 70 u meer dan 70 u
Ongeveer 45% van de respondenten werkt meer dan 45 uren per week.
Noodzaak van het apothekersdiploma
3%
1%
6% 18%
72%
Apothekersdiploma noodzakelijk Apothekers en aanvullend diploma noodzakelijk Academisch diploma noodzakelijk Academisch diploma wenselijk Geen academisch diploma nodig
De uitgeoefende functie sluit vaak specifiek op het diploma aan. 90% van de respondenten acht het apothekersdiploma noodzakelijk voor de uitgeoefende functie. 18% van de groep heeft bovendien nog een bijkomend diploma nodig.