Resultaten online enquête Kennisknooppunt Stadslandbouw 7 oktober 2015, Jan Eelco Jansma
Samenvatting Dit document doet verslag van een online enquête (voorjaar-zomer 2015) onder betrokkenen bij stadslandbouw. Het is onderdeel van een verkenning naar hoe groot de behoefte is aan een kennisknooppunt voor alle betrokkenen bij stadlandbouw. Naast deze enquête zijn tegelijkertijd diverse workshops gehouden. Op basis van 54 volledig ingevulde vragenlijsten kan geconcludeerd worden dat er behoefte is aan uitwisseling van kennis zowel op lokaal als op landelijk niveau. Bij lokale samenwerking gaat het om het verbinden van alle sectoren die actief zijn in stadslandbouw. Samenwerking op nationaal niveau zou zich moeten richten op zichtbaarheid en uitwisseling met medestanders uit hetzelfde veld. Er lijkt vooral behoefte te zijn aan een informele (netwerk-) organisatie, met weinig regie, met een eigen website en ook een eigen verdienmodel. De workshops laten een vergelijkbaar beeld zien. Met een aantal betrokken wordt nu nagegaan hoe deze wens om te zetten is naar een goed functionerend knooppunt.
Aanleiding Rond stadslandbouw is nu veel dynamiek. Een brede en diverse groep is enthousiast bezig met stadslandbouw, in wijk of ommeland, met buurtbewoners, bij instelling, op school, vrijwillig of professioneel. Kennis over en ervaring met stadslandbouw is nu verspreid over deze brede groep. De vele lokale en landelijke bijeenkomsten over stadslandbouw laten zien dat er behoefte is om ervaring en kennis te delen. De uitwisseling gebeurt nu veelal op ad hoc basis, een structuur ontbreekt. Dit roept de vraag op, hoe groot de behoefte is om structuur te brengen in deze uitwisseling, bijvoorbeeld in een landelijk netwerk? Onder de noemer “contouren kennisknooppunt stadslandbouw” verkent het programma Duurzaam Door samen met het Stedennetwerk Stadslandbouw hoe een dergelijk kennisknooppunt voor stadslandbouw eruit kan gaan zien. Een knooppunt dat voorziet in de behoeften van de betrokken bij stadslandbouw. Een aanpalende vraag is vervolgens hoe dit kennisknooppunt zelfstandig kan functioneren, onafhankelijk van incidentele geldstromen zoals subsidies. Met andere woorden, is er een passend businessmodel. Eén van de stappen om dit te verkennen is een online enquête onder betrokkenen bij stadslandbouw. Daarnaast zijn er workshops georganiseerd met vertegenwoordigers van de doelgroep. Dit document geeft de resultaten van de online enquête. 1
Enquête De online enquête liep van juni tot augustus 2015 en is door 74 respondenten ingevuld. Van de 74 hebben 54 personen de enquête volledig doorlopen (73% van bezoekers enquête). Onderstaand overzicht geeft een beeld van de (professionele) achtergrond van de respondenten. De verdeling over de diverse sectoren is vrij gelijkmatig, alleen onderzoek is wat ondervertegenwoordigd. De deelnemers aan de enquête konden meerdere sectoren invullen (een aantal heeft hiervan gebruik gemaakt). Tabel 1 : De sectoren waarin de respondenten professioneel actief zijn (N=60). Achtergrond
Onderwijs Overheid Ondernemer Onderzoek Betrokkene bij stadslandbouw in de buurt Adviseur Anders, nl
Respons
%
9 15 12 4
15% 25% 20% 7%
17
28%
17 12
28% 20%
Resultaten De enquête had vier kernvragen (zie onderstaand overzicht). De response op deze vier kernvragen zijn allen (opvallend) eenduidig: Vraag
Ja (%)
Nee (%)
1. Is er meer kennis nodig om stadslandbouw in uw stad of regio te ontwikkelen? (N=60)
85
15
2. Is er meer samenwerking nodig om stadslandbouw in uw stad of regio te ontwikkelen? (N=52)
88
12
3. Zijn er meer best practices nodig om stadslandbouw in uw stad of regio te ontwikkelen? (N=49) 4. Vindt u dat uitwisseling op landelijk niveau tussen alle betrokkenen bij stadslandbouw zinvol is? (N=50)
71
29
92
8
2
Iedere van deze kernvragen werd gevolgd door een aantal verdiepende vragen. Hieronder worden deze nader toegelicht.
Kernvraag 1. Is er meer kennis nodig om stadslandbouw in uw stad of regio te ontwikkelen? Er is vooral behoefte aan meer kennis over: samenwerking (met instanties en in de buurt), goede voorbeelden, contacten en ondernemerschap. Het aanbod van kennis zou bij voorkeur via netwerkbijeenkomsten en digitaal (website) moeten worden aangeboden. Een aantal opmerkingen die dit beeld ondersteunen zijn:
“Kennis zit nu bij enkele personen” “Het gaat denk ik niet zozeer om kennis, wel om faciliteren” “Meer kennis nodig over mogelijke verdienmodellen” “Vooral kennis over verbreding en cross-sectorale samenwerking”
Kernvraag 2. Is er meer samenwerking nodig om stadslandbouw in uw stad of regio te ontwikkelen? De betrokkenen blijken elkaar nog onvoldoende te vinden. Er is vooral behoefte aan meer samenwerking in de stad of regio, met anderen die in hetzelfde veld actief zijn, van overheid tot ondernemer, van onderwijs en onderzoek tot burgers. Daarnaast is ook wel (maar wat minder nadrukkelijk) behoefte aan landelijke samenwerking met anderen die in hetzelfde veld actief zijn. Samenwerking zou georganiseerd moeten worden via zichtbare en toegankelijke samenwerking op lokale en/of regionale niveau en gebruikmakend van bestaande structuren. Een aantal opmerkingen die bij deze vraag geplaatst werden, waren:
“... Het zou fijn zijn als de inspanningen voor het tot stand brengen van deze samenwerking op enige wijze beloond zouden worden door belanghebbenden. Maar ieder is nog te veel met zijn eigen verdien- en bekostigingsmodel bezig.” “Organisaties vinden elkaar nog onvoldoende, het blijft nog klein” “Tussen verschillende sectoren” “Aanbieden digitaal platform waar men input kan leveren en info kan ophalen, elkaar op specialisme kan vinden” “Landelijk netwerk van spindocters” “Bestaande mogelijkheden kunnen veel meer worden benut” 3
Kernvraag 3. Zijn er meer best practices nodig om stadslandbouw in uw stad of regio te ontwikkelen? Er blijkt vooral vraag te zijn naar best practices van stadslandbouwinitiatieven uit andere steden. Ook is er behoefte aan voorbeelden uit vergelijkbare maar andere sectoren. De best practices zouden bij voorkeur op of via een website gepresenteerd moeten worden. Ook is behoefte aan uitwisseling via landelijke bijeenkomsten. Een aantal opmerkingen die bij deze vraag geplaatst werden, waren:
“Goede ideeën zijn nog zo onbekend, alleen lokaal”, “Vooral commerciële initiatieven zijn er nog te weinig” “We hebben een paar goede voorbeelden en dat werkt aanzuigend” “Goed voorbeeld doet volgen”
Kernvraag 4. Vindt u dat uitwisseling op landelijk niveau tussen alle betrokkenen bij stadslandbouw zinvol is? De respondenten geven de voorkeur aan een uitwisseling in de vorm van een informele (netwerk-) organisatie met eigen website en een eigen verdienmodel (niet afhankelijk van subsidies). En zoals een respondent aan geeft: “Wil het een kans van slagen hebben dan zijn eigen middelen en een professionele organisatie essentieel”. Maar er is ook enige behoedzaamheid voor weer een organisatie of structuur. Andere opmerkingen die bij deze vraag geplaatst werden, waren:
“Lastig te organiseren omdat een deel van de betrokkenen dit vrijwillig doet en overdag werkt en een deel van de betrokkenen dit professioneel doet en alleen overdag kan“ “Mits zichtbaar wordt gemaakt wat er in de praktijk functioneert, en hoe: het plaatje (of zelfs, de cijfers) bij het praatje” “Het inspireert om te zien hoe anderen oplossingen hebben gevonden...” “Weer een samenwerkingsverband, weer een hoop geld dat daar in om gaat. Dat is helemaal niet nodig”
Van de 54 respondenten die de enquêtes geheel hebben ingevuld, hebben er 39 hun mail adres achtergelaten met wens om op de hoogte te worden gehouden van de resultaten. Dit laat een grote betrokkenheid bij dit onderwerp zien. 4
Conclusie Op basis van de online enquête kan geconcludeerd worden dat er behoefte is aan uitwisseling van kennis zowel op lokaal als op landelijk niveau. Bij lokale samenwerking gaat het om het verbinden van alle sectoren die actief zijn in stadslandbouw. Op nationaal niveau is behoefte aan zichtbaarheid en uitwisseling met medestanders uit hetzelfde veld. Passend bij de doelgroep, lijkt er vooral behoefte te bestaan aan een informele (netwerk-) organisatie, met weinig regie, met een eigen website en ook een eigen verdienmodel. Het zou vooral moeten gaan om elkaar te kunnen vinden en inspireren en het toegankelijk maken van de kennis over verbreding en (cross-sectorale) samenwerking. Daarbij aansluitend spreken de respondenten de wens uit om vooral gebruik te maken van bestaande mogelijkheden en verbindingen. Vervolg De (voorlopige) resultaten van deze enquêtes zijn als input gebruikt voor een aantal workshops in het kader van “Verkenning Contouren Kennisknooppunt Stadslandbouw”. Het totaal van enquêtes en workshops laat zien dat, de betrokkenen bij stadslandbouw behoefte hebben aan een landelijk kennisknooppunt. Ze geven ook hun wensen bij een dergelijk knooppunt: weinig regie, informeel, zoveel mogelijk op basis van bestaande structuren, het moet inspiratie en contacten bieden en het knooppunt heeft een eigen site en een eigen verdienmodel. Met een aantal betrokken wordt nu nagegaan hoe deze wens verder is vorm te geven in een knooppunt.
5