Resultaten KCE-audit® InHolland School of Social Work MBO 30 juni 2005
Inhoudsopgave
Verklaring ............................................................................................................................ 3 Toelichting beoordeling ....................................................................................................... 5 Inleiding 5 5 Domein 1: Het managen van het examen Domein 2: Samenwerking, inkoop en uitbesteding 5 Domein 3: Examenproces 6 Domein 4: Examenproducten 6 Domein 5: Verantwoording 6 Stimuleringsmodel............................................................................................................... 7 Bijlage 1 Gegevens instelling .............................................................................................. 9 Bijlage 2 Overzicht actieve kwalificaties............................................................................ 10 Bijlage 3 Overzicht onderzochte kwalificaties ................................................................... 11 Bijlage 4 Gegevens KCE................................................................................................... 12 Bijlage 5 Documenten ...................................................................................................... 13 Bijlage 6 Overzicht standaarden en indicatoren ............................................................... 14
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
2/18
Verklaring Het Kwaliteitscentrum Examinering legt zijn oordeel vast in een verklaring conform artikel 7.4.9.h van de WEB KCE verstrekt hierbij de onderstaande verklaring aan InHolland School of Social Work MBO op basis van de gehouden KCE-audit® 2004-2005.
Goedkeurende verklaring Het Kwaliteitscentrum Examinering verstrekt een goedkeurende verklaring indien de examinering bij de beroepsopleiding door de instelling of exameninstelling in overeenstemming is met de standaarden, bedoeld in artikel 7.4.4. Crebocode 10025 10026 10743 10744
Naam Kwalificatie Sociaal Juridisch Medewerker - Sociale Zekerheid Sociaal Juridisch Medewerker-Arbeidsvoorz. en Pers Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW 4) Sociaal Dienstverlener (SD)
30 juni 2005
K. van der Sanden MBA Clusterhoofd
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
3/18
Onderbouwing verklaring Zie ook de toelichting op deze beoordeling op pagina 5. Beoordeling volgens standaarden 2004 = voldoet = voldoet niet Domein 2 Domein 3
Domein 4
Domein 5 Domein
1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.2.1 1.3.1 1.3.2 1.4.1 1.4.2 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.6.1 1.6.2 1.6.3 2.1.1 2.2.1 2.2.2 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.3.1 3.3.2 3.4.1 3.4.2 3.5.1 3.5.2 3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.6.4 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.2.1 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 5.1.1 5.2.1 5.2.2 1 2 3 4 5
Domein 1
Aantal Indicatoren
n = niet van toepassing
(Domein 4 in %)
InHolland School of Social Work MBO Sociaal Juridisch Medewerker - Sociale Zekerheid Sociaal Juridisch Medewerker-Arbeidsvoorz. en Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW 4) Sociaal Dienstverlener (SD)
4/18
n n n n
n n n n
n n n n
n n n n
n n n n
n n n n
De norm voor de domeinen is een positieve score op het volgende aantal indicatoren: Domein 1 11 Domein 2 2 Domein 3 12 Domein 4 70% van het gewogen gemiddelde van de deelkwalificatie Domein 5 2
n n n n
n n n n
n n n n
n n n n
n n n n
n n n n
n n n n
n n n n
n n n n
14
3
13 100 2
14
3
13 100 2
14
3
13 100 2
14
3
13 100 2
Toelichting beoordeling
Inleiding De Schools of Social Work van Hogeschool InHolland verzorgen Mbo-opleidingen in deeltijd op het gebied van sociaal pedagogisch werk, sociale dienstverlening en sociaal juridisch werk, bestemd voor volwassenen die werkzaam zijn in het beroepenveld of die daarin werkzaam willen zijn. Bijzonder voor de Mbo-opleidingen is het doorlopende Mbo-Hbo traject. De opleidingen worden aangeboden in Haarlem, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag Utrecht en Alkmaar. Voor de Mbo-opleidingen is een nieuw programma ontworpen, het major-minor model, aansluitend op de algemene onderwijsvisie van de Hogeschool InHolland. Met ingang van schooljaar 2004-2005 is het eerste cohort van de mbo-studenten met dit programma gestart. De proeve van bekwaamheid zal de belangrijkste vorm van examineren zijn binnen het major-minor model. Examinering binnen het major-minor model heeft ten tijde van de audit nog niet plaatsgevonden. De lopende cohorten worden geëxamineerd op de klassieke wijze. De School of Social Work Mbo heeft een zelfevaluatie (februari 2004) aangeboden ten behoeve van de KCE audit. In deze zelfevaluatie is aangegeven in welke mate de examinering voldoet aan de KCE-standaarden 2003-2004. Hierdoor is het mogelijk een vergelijking te maken tussen de zelfevaluatie van de toenmalige situatie en de uitkomsten van de huidige audit. De instelling valt dit jaar voor het eerst onder het toezicht van het KCE.
Domein 1: Het managen van het examen De instelling voldoet vrijwel geheel aan de standaarden van dit domein en daarmee aan de vastgestelde norm voor 2004-2005. De examenorganisatie is ingericht, er is een examencommissie ingesteld en taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn toebedeeld en bekend bij betrokkenen. Zij werken in overeenstemming met de vastgestelde processen. Het handboek voldoet en dient als leidraad voor zowel de mbo- alsmede de hboopleidingen van de Schools of Social Work. Waar nodig wordt er onderscheid gemaakt voor het Mbo. Hoewel er sprake is van diverse initiatieven om het beroepenveld te betrekken bij de inhoudelijke ontwikkeling en uitvoering van de examinering is er nog geen sprake van verankerd beleid daarvoor. De examenregeling voldoet qua inhoud en publicatiedatum aan de WEB. De exameninformatie staat beschreven in de studiehandleiding, die aan het begin van iedere studieperiode met de docent wordt doorgenomen. Hierbij is voldoende gelegenheid tot het stellen van vragen. In Utrecht was de studiehandleiding niet altijd op tijd beschikbaar. De planning wordt in principe gevolgd, eventuele wijzigingen worden tijdig met de deelnemers afgestemd. Er is een Commissie van beroep voor de examens. Beroepsgevallen hebben zich niet voorgedaan.
Domein 2: Samenwerking, inkoop en uitbesteding De instelling voldoet vrijwel geheel aan de standaarden van dit domein en daarmee aan de vastgestelde norm voor 2004-2005.
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
5/18
De deskundigheid van de medewerkers die betrokken zijn bij de organisatie van de examinering is gewaarborgd en wordt indien noodzakelijk verbeterd. Er is een scholingsplan. In functioneringsgesprekken wordt de scholingsbehoefte geïnventariseerd en vervolgens opgenomen in de Ipop. Medewerkers zijn in het verleden geschoold ten behoeve van de ontwikkeling en vaststelling van de klassieke toetsvormen. Nu is deskundigheidsbevordering gericht op het nieuwe competentiegerichte onderwijs en de daarbij passende vormen van examineren en beoordelen waaronder het ontwikkelen van proeven van bekwaamheid.
Domein 3: Examenproces De instelling voldoet aan de meeste standaarden van dit domein en daarmee aan de vastgestelde norm voor 2004-2005. Medewerkers werken overeenkomstig het proces voor toetsconstructie en -vaststelling. Er wordt gebruik gemaakt van vastgestelde instrumenten voor toetsconstructie waarmee de relatie tussen de inhoud van de toets en de eindtermen kan worden aangegeven. Alle toetsen worden gecontroleerd. Ook als er onderhoud gepleegd wordt aan een bestaande toets voert men het vaststellingstraject volledig uit. De toetsontwikkeling voor de nieuwe structuur van het major-minor onderwijsmodel is in volle gang. Ten tijde van de audit bevonden de nieuwe toetsen (proeven van bekwaamheid) zich in de fase van vaststelling. Zij waren nog niet afgenomen. Afname en beoordeling voldoen aan de standaarden. Daarbij kan opgemerkt worden dat de kwaliteit van de beoordeling positief beïnvloed wordt doordat er in alle gevallen sprake is van ‘meermansbeoordeling’. Dit draagt bij aan de deskundigheidsbevordering van nieuwe medewerkers die al doende leren van collega’s naast de grotere betrouwbaarheid van de beoordeling an sich. Het evalueren van de afzonderlijke deelprocessen voor toetsconstructie, toetsvaststelling en afname met als doel deze processen te verbeteren, vindt niet plaats. Er is gekozen om niet meer te investeren in de oude processen maar zich te richten op de nieuwe processen ten behoeve van de vernieuwde examinering. Analyse van examenresultaten gebeurt nog niet.
Domein 4: Examenproducten Er heeft bij InHolland geen productaudit plaatsgevonden.
Domein 5: Verantwoording De instelling voldoet aan de standaarden en indicatoren van dit domein, wel zijn de volgende aandachtspunten te maken: De tevredenheid over het examen is wel onderzocht bij de deelnemers maar niet bij het beroepenveld. Er is een zelfevaluatie aan de hand van de standaarden 2003-2004. De betrokkenheid van het beroepenveld maakt geen deel uit van deze zelfevaluatie. Resultaten van deze zelfevaluatie zijn openbaar gemaakt en deze worden zeer binnenkort gepubliceerd.
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
6/18
Stimuleringsmodel KCE heeft naast de borgende ook een stimulerende taak. Hiervoor is een stimuleringsmodel ontwikkeld. Het model is gebaseerd op de domeinen van het borgingsmodel. Tijdens de KCE-audit ® is de actuele stand van zaken van de processen van examinering in kaart gebracht. Van ieder procesdomein (domein 1,2, 3 en 5) wordt aangegeven in welke fase een exameneenheid zich bevindt. Het stimuleringmodel richt zich alleen op het verbeteren van processen rond examinering en niet op de examenproducten.
Het stimuleringsmodel kent vier fases: Fase 1: Er is weinig structuur en de kwaliteit van de werkzaamheden is sterk persoonsafhankelijk, waarbij er geen tot weinig relatie is tussen de verscheidene activiteiten. Fase 2: De processen zijn beschreven en vormen de basis voor de beheersing van de examinering. De kwaliteit van het eindproduct wordt daarmee geborgd. Processen worden verbeterd op basis van geconstateerde afwijkingen van het eindproduct. KCE heeft de standaarden en indicatoren van de borging gebruikt voor fase 2 van het stimuleringsmodel. Fase 3: De processen worden systematisch geëvalueerd. De kwaliteitscirkel 'plan-docheck-act' wordt toegepast. De examinering en ondersteunende processen zijn hiermee met elkaar verbonden. De processen worden verbeterd op basis van kwaliteitsdoelstellingen en (preventief) beleid Fase 4: De ontwikkeling, uitvoering en evaluatie vindt plaats na overleg met (ex)deelnemers, het beroepenveld en/of het toeleverende en afnemende onderwijs. Samen met deze partners wordt gewerkt aan de innovatie en verbetering van examinering.
In onderstaande tabel(len) is per standaard aangegeven in welke fase een exameneenheid zich bevindt. De exameneenheid bevindt zich in een bepaalde fase indien aan alle indicatoren van de voorgaande fase en aan één of meer indicatoren van deze fase is voldaan. De resultaten zijn een gemiddelde van de indicatoren per standaard, genomen over alle kwalificaties van de desbetreffende exameneenheid. Een gedetailleerd overzicht treft u aan in de tabel 'onderbouwing verklaring'.
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
7/18
INHOLLAND Overzichtstabel bevindingen stimulering Aspecten fasen Domein 1 Standaard 1.1 De organisatie van de examinering Standaard 1.2 Het beroepenveld Standaard 1.3 Examenregeling Standaard 1.4 Exameninformatie Standaard 1.5 Commissie van beroep voor de examens Standaard 1.6 Sectorspecifieke standaarden en beroepsvereisten Domein 2 Standaard 2.1 Deskundigheid Standaard 2.2 Contractsluiting Domein 3 Standaard 3.1 Toetsconstructie Standaard 3.2 Toetstvaststelling Standaard 3.3 Zorgvuldigheid bij het afnemen van examen Standaard 3.4 Zorgvuldigheid van de beoordeling Standaard 3.5 Examenresultaten Standaard 3.6 Diplomering en certificering Domein 5 Standaard 5.1 Tevredenheidsonderzoek Standaard 5.2 Verantwoording
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
1 2 3 4 Activieit Proces Systeem Keten georienteërd georienteërd georienteërd georienteërd
X X X X X
X
X X X X X X X X
8/18
Bijlage 1 Gegevens instelling
Onderwijsinstelling
School of Social Work Haarlem
Brinnummer
25AJ
Bevoegd gezag
de heer E. Westhoek
Adres bevoegd gezag
Bijdorplaan 15 2015 CD Haarlem
Contactpersoon namens instelling
mevrouw A. Broekman
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
9/18
Bijlage 2 Overzicht actieve kwalificaties
Crebocode
Naam kwalificatie
10025 10026 10743 10744
Sociaal Juridisch Medewerker - Sociale Zekerheid Sociaal Juridisch Medewerker-Arbeidsvoorz. en Pers.werk Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW 4) Sociaal Dienstverlener (SD)
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
10/18
Bijlage 3 Overzicht onderzochte kwalificaties
Crebocode
Naam kwalificatie
10025 10026 10743 10744
Sociaal Juridisch Medewerker - Sociale Zekerheid Sociaal Juridisch Medewerker-Arbeidsvoorz. en Pers.werk Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW 4) Sociaal Dienstverlener (SD)
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
11/18
Bijlage 4 Gegevens KCE
Referenties
afsprakenbrief
04-1748/KvdS/KK
Studiejaar
2004-2005
KCE-audit® uitgevoerd op basis van
Standaarden 2004
Samenstelling auditteam
Auditteam
mevrouw Y. van den Beuken de heer E. de Neve mevrouw M. Hoogendoorn
Data audit
12 januari 2005 en 9 maart 2005
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
12/18
Bijlage 5 Documenten
Omschrijving
Kwaliteitshandboek Examenprocessen 5.1, 5.2 Zelfevaluatie + leeswijzer OER-en Eindtermendocument Info beroepspraktijkvorming Beoordelingsformulier beroepspraktijkvorming
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
13/18
Bijlage 6 Overzicht standaarden en indicatoren
Domein 1: Het managen van het examen 1.1
1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4
1.2
1.2.1
1.3
1.3.1 1.3.2
1.4
1.4.1 1.4.2
De organisatie van de examinering Het bevoegd gezag waarborgt dat de organisatie van de examinering zodanig is ingericht dat de kwaliteitsdoelstellingen van de instelling ten aanzien van de examinering kunnen worden verwezenlijkt. De organisatie van de examinering is ingericht door of namens het bevoegd gezag. Er zijn één of meer (sub)examencommissies benoemd door of namens het bevoegd gezag. De betrokkenen bij de organisatie van de examinering zijn op de hoogte van hun bevoegdheden met de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden en taken. De betrokkenen bij de organisatie van de examinering werken in overeenstemming met vastgestelde processen.
Het beroepenveld Het bevoegd gezag waarborgt dat het beroepenveld betrokken wordt bij de inhoud en uitvoering van de examinering. Het bevoegd gezag waarborgt dat het beroepenveld betrokken wordt bij de inhoud en uitvoering van het examen.
Examenregeling Het bevoegd gezag stelt een Onderwijs- en examenregeling (OER) vast die voor wat de examenregeling betreft in overeenstemming is met artikel 7.4.8. van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Het bevoegd gezag heeft tijdig, vóór de aanvang van het studiejaar, een examenregeling als onderdeel van de OER vastgesteld. Het bevoegd gezag heeft een examenregeling vastgesteld die qua inhoud en publicatiedatum voldoet aan de eisen die de WEB daaraan stelt
Exameninformatie Het bevoegd gezag waarborgt dat de deelnemer zich tijdig een goed beeld kan vormen van de inhoud en inrichting van het examen. Door of namens het bevoegd gezag wordt de informatie verstrekt met betrekking tot de inhoud en inrichting van het examen in overeenstemming met de vastgestelde processen. Door of namens het bevoegd gezag wordt tijdig de informatie verstrekt aan deelnemers over de uitslagen van de toetsen, examenonderdelen en het examen, in overeenstemming met de vastgestelde processen.
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
14/18
1.5
1.5.1
1.5.2 1.5.3
1.6
1.6.1 1.6.2 1.6.3
Commissie van beroep voor de examens Het bevoegd gezag heeft, al dan niet in samenwerking met het bevoegd gezag van één of meer andere instellingen, een Commissie van Beroep voor de examens ingesteld, dan wel zich bij een dergelijke commissie aangesloten. De bevoegdheden met de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden, taken en werkwijze, alsmede de samenstelling van de Commissie van Beroep zijn geregeld in overeenstemming met de artikelen 7.5.1, 7.5.2, 7.5.3 en 7.5.4 van de WEB Het bevoegd gezag waarborgt dat er een beroepsprocedure aanwezig is en bekend kan zijn bij de deelnemers en betrokken medewerkers. De betrokken medewerkers werken overeenkomstig de vastgestelde beroepsprocedure
Sectorspecifieke standaarden en beroepsvereisten De instelling voldoet aan de sectorspecifieke KCE-standaarden en de beroepsvereisten vanuit andere wetgeving. De betrokken medewerkers zijn op de hoogte van de voor hen relevante sectorspecifieke standaarden en handelen in overeenstemming met deze standaarden. Het bevoegd gezag evalueert regelmatig de toepassing van de sectorspecifieke standaarden. Het bevoegd gezag evalueert regelmatig de toepassing van de beroepsvereisten vanuit andere wetgeving, zoals beschreven in artikel 7.2.6 in WEB.
Domein 2: Samenwerking, inkoop en uitbesteding 2.1
2.1.1
2.2
2.2.1 2.2.2
Deskundigheid Het bevoegd gezag waarborgt dat de medewerkers die betrokken zijn bij de organisatie van de examinering over de nodige deskundigheid beschikken om hun taken ten aanzien van het examen naar behoren te kunnen verrichten. Het bevoegd gezag waarborgt de deskundigheid van de medewerkers die betrokken zijn bij de organisatie van de examinering en verbetert deze, indien noodzakelijk.
Contractsluiting Indien er sprake is van samenwerking, uitbesteding en/of inkoop, waarborgt het bevoegd gezag dat de afspraken met derden worden vastgelegd met betrekking tot: - uitbesteding van het examen,- inkoop van examenproducten en –diensten. Door of namens het bevoegd gezag worden de afspraken met derden inzake uitbesteding van het examen of inkoop van examenproducten en -diensten in de vorm van een contract vastgelegd. Door of namens het bevoegd gezag wordt regelmatig gecontroleerd of de overeengekomen prestatie is geleverd.
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
15/18
Domein 3: Examenproces 3.1
3.1.1 3.1.2 3.1.3
3.2
3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4
3.3 3.3.1 3.3.2
3.4
3.4.1 3.4.2
Toetsconstructie Bij de constructie van de examenproducten wordt gebruik gemaakt van door of namens het bevoegd gezag vastgestelde instrumenten, waardoor de relatie tussen de eindtermen en de examenproducten herleidbaar is. De betrokken medewerkers werken overeenkomstig het vastgestelde proces voor toetsconstructie. De betrokken medewerkers maken gebruik van vastgestelde instrumenten voor toetsconstructie waarmee de relatie tussen de inhoud van de toets en de eindtermen kan worden aangegeven. Door of namens het bevoegd gezag worden regelmatig de dekkingsgraad en de moeilijkheidsgraad van de toetsopdrachten geëvalueerd en worden de resultaten, indien nodig, gebruikt voor de verbetering van het proces en de instrumenten voor toetsconstructie.
Toetstvaststelling Het bevoegd gezag waarborgt dat de kwaliteit van de examenproducten wordt beoordeeld en dat deze examenproducten voor gebruik vastgesteld worden. In het proces van toetsvaststelling bestaat een duidelijke scheiding in persoon tussen toetsconstructie en toetsvaststelling. In het proces van toetsvaststelling zijn door of namens het bevoegd gezag toetstechnische eisen opgenomen. De toetsvaststellingscommissie werkt overeenkomstig het vastgestelde proces voor toetsvaststelling. Door of namens het bevoegd gezag wordt regelmatig de toetstechnische kwaliteit van de toetsopdrachten geëvalueerd en worden de resultaten, indien nodig, gebruikt voor verbetering van het proces voor toetsvaststelling en de toetstechnische eisen.
Zorgvuldigheid bij het afnemen van examen De examencommissie waarborgt dat het afnemen van het examen zorgvuldig geschiedt. De betrokken medewerkers werken overeenkomstig de door of namens het bevoegd gezag vastgestelde processen voor het afnemen van het examen. Door of namens het bevoegd gezag wordt regelmatig het afnemen van de examens geëvalueerd en worden, indien nodig, de hieruit resulterende gegevens gebruikt voor verbetering van de processen.
Zorgvuldigheid van de beoordeling Het bevoegd gezag waarborgt dat de beoordeling van het afgelegde examen zorgvuldig wordt uitgevoerd. De betrokken medewerkers werken overeenkomstig de door of namens het bevoegd gezag vastgestelde processen voor beoordeling. Door of namens het bevoegd gezag wordt regelmatig de beoordeling van de examens geëvalueerd en worden deze gegevens, indien nodig, gebruikt voor verbetering van de processen.
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
16/18
3.5
3.5.1
3.5.2
3.6
3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.6.4
Examenresultaten Het bevoegd gezag waarborgt dat vastgestelde werkwijze voor het verwerken en publiceren van de examenresultaten gehanteerd worden. De betrokken medewerkers werken overeenkomstig de door of namens het bevoegd gezag vastgestelde werkwijze voor het analyseren van de examenresultaten en gebruiken de resultaten, indien nodig, voor verbetering van de examens. De betrokken medewerkers werken overeenkomstig de vastgestelde werkwijze voor het verwerken en publiceren van de examenresultaten
Diplomering en certificering De examencommissie waarborgt dat de uitreiking en de registratie van certificaten en diploma’s zorgvuldig en deugdelijk verloopt. De betrokken medewerkers werken overeenkomstig de door de examencommissie vastgestelde werkwijze voor de uitreiking en de registratie van certificaten en diploma’s De betrokken medewerkers werken overeenkomstig de door de examencommissie vastgestelde werkwijze voor de verstrekking van certificaten en diploma’s op basis van vrijstellingen. De examencommissie evalueert regelmatig of de uitreiking van certificaten en diploma’s in overeenstemming is met de OER. De examencommissie gebruikt, indien nodig, de resultaten van de evaluatie voor verbetering van de werkwijze voor de uitreiking van certificaten en diploma’s.
Domein 4: Examenproducten 4.1
4.1.1 4.1.2 4.1.3
Dekkingsgraad Het bevoegd gezag waarborgt dat ieder examenonderdeel inhoudeljk representatief is voor de eindtermen die behoren tot de betreffende deelkwalificatie. 100 % van de eindtermen van de deelkwalificatie is beschreven in een overzicht. 75% van de eindtermen is uitgewerkt in de examentoetsen. De inhoud van de examentoets(en) komt overeen met de verdeling in het overzicht.
4.1.4
De aangegeven relatie tussen vraag/opdracht van de examentoetsen en de eindterm(en) is correct.
4.2
Moeilijkheidsgraad Het bevoegd gezag waarborgt dat het niveau van het examen overeenkomt met het beheersingsniveau zoals aangegeven in de eindtermen. De toetsvorm past bij het beheersingsniveau zoals omschreven in de eindtermen en het niveau van de deelkwalificatie.
4.2.1
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
17/18
4.3
4.3.1
Toetstechnische kwaliteit Het bevoegd gezag waarborgt dat de examenonderdelen voldoen aan de vastgestelde eisen met betrekking tot de toetstechnische kwaliteiten en de volledigheid. De examenonderdelen voldoen aan de toetstechnische kwaliteiten die een eenduidig en correct afnemen waarborgen(indicator 4.3.1).
4.3.2
De examenonderdelen voldoen aan de toetstechnische kwaliteiten die een eenduidig en correct beoordelen waarborgen.
4.3.3
De examenonderdelen bevatten informatie die een eenduidig, correct en aan de eindtermen verwant afnemen waarborgt
4.3.4
De examenonderdelen bevatten informatie die een eenduidig, correct en aan de eindtermen verwant beoordelen waarborgt.
Domein 5: Verantwoording 5.1
5.1.1
5.2
5.2.1 5.2.2
Tevredenheidsonderzoek Het bevoegd gezag waarborgt dat regelmatig de tevredenheid over het examen bij de deelnemers en het beroepenveld onderzocht wordt. Door of namens het bevoegd gezag worden regelmatig tevredenheidsonderzoeken bij de deelnemers en het beroepenveld uitgevoerd.
Verantwoording Het bevoegd gezag maakt jaarlijks in een openbaar verslag de uitkomsten bekend van de evaluatie en het voorgenomen beleid betreffende de examinering. Het bevoegd gezag voert jaarlijks een zelfevaluatie uit en publiceert hiervan de resultaten. De betrokkenheid van het beroepenveld bij het examen maakt deel uit van de zelfevaluatie.
KCE-audit ® 2004-2005 / InHolland / 30 juni 2005
18/18