17/11/2005
PERSBERICHT
Activiteit en resultaten op 30 september 2005 •
Sterke activiteit in alle metiers
•
De resultaten blijven stijgen, na het recordjaar 2004
•
De Return on Equity stijgt sterk, ondanks groei van kapitaalbasis
DERDE KWARTAAL 2005 Nettoresultaat - groepsaandeel
502 miljoen EUR
Verschil tegenover Q3 2004 - gerapporteerd:
+ 28,6 %
- onderliggend***:
+ 10,9 %
Winst per aandeel*:
0,47 EUR
+ 34,3 % tegenover Q3 2004
Return on Equity**:
19,3 %
14,4 % in Q3 2004
NEGEN MAANDEN 2005 Nettoresultaat - groepsaandeel
1.485 miljoen EUR
Verschil over 9 maanden 2004 - gerapporteerd: - onderliggend***:
+ 6,4 % + 8,1 %
Winst per aandeel*:
1,36 EUR
+ 9,3 %
Return on Equity**:
19,3 %
17,5 % in dezelfde periode 2004
Tier 1 ratio
9,9 %
9,4 % op 30 juni 2005
*Niet verwaterd ** Op jaarbasis ***Zonder niet recurrente elementen en marked-to-market-verschillen op CDSportefeuille van FSA
I. I. GECONSOLIDEERDE JAARREKENING OP 30 SEPTEMBER 2005 1/17
Voorwoord 1. De resultaten van de eerste negen maanden en het derde kwartaal 2005 worden voorgesteld volgens de EU GAAP (d.i. IFRS zoals goedgekeurd door de Europese Commissie), waarbij de IAS 32, IAS 39 en IFRS 4 normen inbegrepen zijn. Vergelijkingen met de overeenkomstige periodes van 2004 zijn niet echt relevant, vermits de drie bovengenoemde normen in 2004 niet van kracht waren. 2.Onderstaande geconsolideerde rekeningen bevatten de bijdrage van FSA, ondanks de beslissing van deze dochteronderneming om haar resultaten van het derde kwartaal 2005 pas later mee te delen vanwege het verzoek van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission om haar vorige resultaten te herformuleren (zie perscommuniqué van 8 november 2005). Deze herformuleringen zullen geen gevolgen hebben voor de geconsolideerde rekeningen van Dexia tot in 2004 en zullen geen impact van betekenis hebben op de rekeningen van 2005.
De Raad van Bestuur van Dexia kwam op 17 november 2005 bijeen en keurde de rekeningen van de Groep van 30 september 2005 goed. Geconsolideerde resultatenrekening Q3 04
Q3 05
verschil
9M 2004
9M 2005
verschil
Opbrengsten
1.319
1.510
+ 14,5%
4.185
4.406
+ 5,3%
Kosten
-766
-821
+ 7,3%
-2.265
-2.387
+ 5,4%
Brutobedrijfsresultaat
554
689
+ 24,4%
1.920
2.019
+ 5,1%
Kosten van risico
-1
23
n.s.
-23
-26
+ 15,9%
Waardevermindering op (im)materiële vaste activa
-1
0
n.s;
-17
1
n.s.
Belastinglasten
-151
-194
+ 28,8%
-431
-467
+ 8,2%
Nettoresultaat
401
518
+ 29,1%
1.449
1.527
+ 5,4%
Aandeel van derden
10
16
+ 48,8%
53
42
- 19,6%
Nettoresultaat - groepsaandeel
391
502
+ 28,6%
1.396
1.485
+ 6,4%
Exploitatiecoëfficiënt
58,0%
54,4%
-
54,1%
54,2%
-
ROE (op jaarbasis)
14,4%
19,3%
-
17,5%
19,3%
-
in miljoenen EUR
Het nettoresultaat – groepsaandeel beliep in de eerste negen maanden van 2005 1.485 miljoen EUR, een stijging van 89 miljoen EUR (+ 6,4 %) tegenover dezelfde periode van 2004. In de consolidatiekring werden enkele minder belangrijke wijzigingen doorgevoerd, die tot een klein verschil leidden (-2 miljoen EUR), en de bijdrage van de niet-operationele elementen was iets kleiner in 2005 (148 miljoen EUR, tegenover 158 miljoen EUR in dezelfde periode van 2004). Het onderliggende1 resultaat steeg derhalve in totaal met +100 miljoen EUR of 8,1% (+8,7% bij 1
De “onderliggende” resultaten bevatten geen niet-operationele elementen, d.w.z. noch de niet recurrente elementen van de periode, apart beschreven en gekwantificeerd, noch de verschillen in marked-to-market-waarde van de CDS-portefeuille van FSA. Daar deze laatste instrumenten als afgeleide producten worden beschouwd, wordt de evolutie van hun marktwaarde tijdens de verslagperiode als een bedrijfsresultaat gezien; deze behandeling volgens IAS 39 maakt echter een goed begrip van de economische resultaten onmogelijk, daar deze portefeuille bestaat uit instrumenten met een AAA-rating die door FSA worden verzekerd tot hun vervaldatum. De positieve of negatieve marked-to-market-verschillen in gelijk welke periode zijn dus geen onderliggende resultaten, daar ze samen uiteindelijk op nul zullen uitkomen.
2/17
gelijkblijvende wisselkoers) en was goed voor alle metiers, in het bijzonder voor Public Finance (+15,0%) en Personal Financial Services (+13,1%). Tijdens het derde kwartaal 2005 beliep het nettoresultaat – groepsaandeel 502 miljoen EUR, een groei van 28,6% tegenover het derde kwartaal 2004. Dit grote verschil is grotendeels te danken aan de bijdrage van de niet-operationele elementen (78 miljoen EUR tijdens het kwartaal, tegenover 8 miljoen EUR in hetzelfde kwartaal 2004). Zoals hieronder zal worden uiteengezet, was de onderliggende trend in de metiers echter ook erg positief, in het bijzonder in Financiële Dienstverlening aan de Publieke Sector (+23% tegenover Q3 2004), Financiële Dienstverlening aan Particulieren (+9,8%), Financieel Beheer en Verzekeringen ( 29,7%), en Thesaurie en Financiële Markten (+56,0%). De totale opbrengsten voor de eerste negen maanden van 2005 beliepen 4.406 miljoen EUR, een toename van 221 miljoen EUR. Bij gelijkblijvende consolidatiekring bedroeg de stijging 235 miljoen EUR (+ 5,6%) tegenover dezelfde periode van 2004. De opbrengsten uit Central Assets en niet-operationele elementen lagen 52 miljoen EUR lager dan in de overeenkomstige periode van 2004 – zoals we hieronder zullen zien – terwijl de onderliggende opbrengsten in alle metiers sterk zijn gegroeid, respectievelijk +166 miljoen EUR voor Public Finance (+11,1%, of +12,0% bij gelijke wisselkoers); +66 miljoen EUR voor Financiële Dienstverlening aan Particulieren (+4,1%), +33 miljoen EUR voor Financieel Beheer en Verzekeringen (+7,2%) en +23 miljoen EUR voor Thesaurie en Financiële Markten (+6,7%). In het derde kwartaal 2005 beliepen de totale opbrengsten 1.510 miljoen EUR, een stijging van 191 miljoen EUR in vergelijking met het derde kwartaal 2004 (+14,5%). De niet-operationele elementen en Central Assets verklaren 35 miljoen EUR van dit verschil – zoals we hieronder zullen zien – en de rest vloeit voort uit de sterke onderliggende prestatie van alle metiers. De kosten beliepen in de eerste negen maanden van 2005 2.387 miljoen EUR, een toename van 5,4% (en +5,6% bij gelijke wisselkoers en zonder niet-operationele elementen). Deze evolutie is grotendeels het gevolg van de uitgaven voor de diverse ontwikkelingsprojecten die begin dit jaar van start gingen. De Financiële Dienstverlening aan Particulieren is er in deze context echter in geslaagd om haar kostenbasis onder controle te houden, met een stijging van slechts 1,2% tegenover dezelfde periode vorig jaar. In het derde kwartaal 2005 beliepen de kosten 821 miljoen EUR. Dit bedrag omvat nietweerkerende lasten van 11 miljoen EUR i.v.m. de sluiting Rekord, een verzekeringsdochter in Duitsland. Daarnaast werden de lasten onder IFRS voor het stockoptieplan in 2005 ongelijkmatig verdeeld gedurende de eerste drie kwartalen (respectievelijk 1 miljoen EUR in het eerste en het tweede kwartaal en 13 miljoen EUR in het derde kwartaal). De exploitatiecoëfficiënt bedroeg in de eerste negen maanden van 2005 54,2% en bleef daarmee nagenoeg onveranderd t.o.v. dezelfde periode in 2004. De onderliggende exploitatiecoëfficiënt beliep 55,5% (tegenover 55,4% in de eerste negen maanden van 2004), een miniem verschil in het licht van de uitgaven voor de ontwikkeling van de activiteit van Dexia wereldwijd sinds het begin van het jaar. Het brutobedrijfsresultaat beliep 2.019 miljoen EUR voor de eerste negen maanden van 2005, een stijging van 5,1% tegenover de eerste negen maanden van 2004. Op onderliggende basis was de groei +5,2% (+5,7% bij gelijke wisselkoers). Als we geen rekening houden met het effect van de niet-operationele elementen, zien we dat de metiers erg bevredigende onderliggende prestaties leveren, vooral Public Finance, dat een groei op jaarbasis van +12,1% vertoonde (+ 13,2% bij gelijke wisselkoers), en Financiële Dienstverlening aan Particulieren, dat eveneens een vooruitgang van +12,1% liet optekenen, na twee jaar van een sterke groei met twee cijfers – zie gedetailleerde analyse hieronder. In het derde kwartaal 2005 beliep het brutobedrijfsresultaat 689 miljoen EUR, een stijging van 135 miljoen EUR (+24,4%) tegenover het derde kwartaal 2004, waarbij de niet-operationele elementen
3/17
in belangrijke mate aan dit verschil hebben bijgedragen (respectievelijk 69 miljoen EUR in Q3 2005 en 8 miljoen EUR in Q3 2004). Op onderliggende basis was de groei zeer sterk, nl. +13.6%. De kosten van risico (waardeverliezen op leningen en voorzieningen voor kredietrisico’s) beliepen 26 miljoen EUR in de eerste negen maanden van 2005, tegenover 23 miljoen EUR in dezelfde periode van 2004. Als we geen rekening houden met de wijzigingen in de voorzieningen bij Dexia Bank Nederland (zie hieronder), was er een lichte stijging van de onderliggende kosten van risico tijdens de periode (EUR 36 miljoen, tegenover 28 miljoen EUR in dezelfde periode van 2004), maar ze bleven nog steeds erg laag. De belastingen (zowel de lopende als de uitgestelde) bedroegen 467 miljoen EUR in de eerste negen maanden van 2005, een stijging van 8,2% tegenover dezelfde periode van 2004. Deze bedragen bevatten niet-operationele elementen (belastingskrediet van respectievelijk 25 miljoen EUR in 2005 en 63 miljoen EUR in 2004). Als we die elementen uitsluiten, blijven de onderliggende belastingen vrij stabiel, op 491 miljoen EUR. De Return on Equity (ROE – op jaarbasis) beliep 19,3% (tegenover 17,5% in de eerste negen maanden van 2004). De winst per aandeel (WPA) beliep voor de eerste negen maanden van 2005 1,36 EUR (niet verwaterd), een stijging van 9,3% tegenover de eerste negen maanden van 2004. Belangrijk is dat het programma voor de inkoop van aandelen in het derde kwartaal werd voortgezet, met 4.160.000 ingekochte aandelen tijdens de periode, wat het totale aantal sinds het begin van het jaar verworven aandelen op 23.478.400 brengt, wat overeenkomt met 427 miljoen EUR. De Tier 1 ratio van de Groep2 bleef stijgen in het derde kwartaal en stond op 30 juni 2005 op 9,9 % (9,4% op 30 juni 2005).
II.
ACTIVITEIT EN ONDERLIGGENDE RESULTATEN VAN DE METIERS
1. Public/Project Finance en Credit Enhancement In dit metier zijn zowel de volumes als de winst globaal gezien verder toegenomen, ondanks de aanhoudende concurrentiedruk. Activiteit De verbintenissen op lange termijn3 stegen tijdens de voorbije twaalf maanden met 18,9% tot 221,2 miljard EUR. Daarvan waren 203,5 miljard EUR verbintenissen van de lokale publieke sector, een stijging van 19,8% in een jaar, terwijl de corporate- en project finance-verbintenissen met 9,4% toenamen tegenover de eerste maanden van 2004 en 17,6 miljard EUR beliepen. Vermeldenswaard is dat in de eerste helft van het jaar bepaalde activa (2,8 miljard EUR) van Thesaurie en Financiële Markten naar dit metier werden overgeheveld. De langetermijnproductie4 nam in de eerste negen maanden van 2005 gevoelig toe tot 33,8 miljard EUR, een stijging van 59,4% tegenover dezelfde periode van 2004, met een zeer hoge productie in het derde kwartaal. Maar zelfs zonder de interne overdracht van bepaalde portefeuilles van Thesaurie en Financiële Markten naar het eerste metier tijdens het tweede kwartaal 2005, zou de stijging +44,0% 2
Voor de berekening van deze ratio wordt de winst van de periode min het dividend (geraamd voor de eerste negen maanden 2005) meegerekend in het eigen vermogen 3 Volledig geconsolideerde dochterondernemingen. 4 Volledig geconsolideerde dochterondernemingen, zonder Duitsland 4/17
hebben bedragen. Dit hoge cijfer is te danken aan de meeste landen waar Dexia actief is, maar vooral aan Amerika, Centraal- en Oost-Europa, Spanje, Italië, België en Luxemburg. Wat de regio’s betreft, zagen de commerciële prestaties er als volgt uit :
5
•
In België beliepen de nieuwe kredieten 3,2 miljard EUR, een stijging van 21,3% tegenover de eerste negen maanden van 2004. Deze gestage activiteit was vooral te danken aan de lokale besturen (meer dan 40% in een jaar). Op 30 september 2005 bedroegen de uitstaande langetermijnfinancieringen 27,4 miljard EUR, een stijging van 4,9% tegenover het jaar voordien.
•
In Frankrijk daalde de langetermijnproductie met 5,2% tot 5,1 miljard EUR, vooral door de scherpe concurrentie en vertraging in het afronden van enkele grote transacties die op stapel stonden. Desondanks vertoonden de totale uitstaande langetermijnfinancieringen in Frankrijk nog een stevige groei van +5,2% tot 55,1 miljard EUR. Daarnaast sleepte Dexia nog verscheidene adviesmandaten voor projectfinanciering in de wacht, meer bepaald een financiële consultancyopdracht voor het infrastructuurproject van de hogesnelheidstrein Lyon-Turijn.
•
In Italië bedroegen de nieuwe kredieten in de eerste negen maanden 4,5 miljard EUR, een stijging van 31,3% tegenover dezelfde periode vorig jaar. Op 30 september 2005 beliepen de langetermijnfinancieringen 30,5 miljard EUR (+11,8% tegenover 30 september 2004). Bijzonder vermeldenswaard voor het derde kwartaal 2005, was het mandaat dat Dexia Crediop in de wacht sleepte als co-arranger, joint book runner en joint lead manager voor een ABSuitgifte van 336 miljoen EUR van de regio Abruzzen.
•
In Spanje steeg de langetermijnproductie tot 1,4 miljard EUR, d.i. +44,9% in de context van een intense activiteit met de grote cliënten. De langetermijnverbintenissen stegen over de voorbije twaalf maanden met 33,9%. Wat project finance betreft, slaagde Dexia erin om, na de ondertekening van het mandaat voor de organisatie van een van de grootste schuldpakketten (2,5 miljard EUR) voor de renovatie en uitbreiding van de ringweg rond Madrid, voor diezelfde transactie een overbruggingsfinanciering op te zetten ten belope van 400 miljoen EUR.
•
In het Verenigd Koninkrijk beliepen de langetermijnverbintenissen 1,6 miljard EUR (+15,5% in een jaar) door een sterk groeiende activiteit in de sector van de sociale huisvesting. De activiteit in de lokale publieke sector vertraagde globaal genomen, maar enkel lokale besturen gingen belangrijke transacties op lange termijn aan. De activiteit corporate en project finance groeide sterk, nl. met 69,8 % tegenover dezelfde periode vorig jaar, en Dexia organiseerde verscheidene Private Finance Initiatives, onder meer in de onderwijssector. De totale langetermijnverbintenissen stegen met 30,4% (tot het equivalent van 6,2 miljard euro).
•
In Centraal- en Oost-Europa bleven de langetermijnverbintenissen van Dexia in een hoog tempo stijgen, nl. tot 2,8 miljard EUR aan het einde van de eerste negen maanden van 2005 (van 510 miljoen EUR op 30 september 2004). De activiteit was bijzonder groot op het vlak van soevereine schulden. Vermeldenswaard is de deelname van Dexia Capital Market als co-leadmanager aan een uitgifte van soevereine obligaties voor 500 miljoen EUR in Polen.
•
In Amerika steeg de totale nieuwe productie5 tot 8,2 miljard EUR (equivalent), d.i. +86,8% tegenover het bedrag van dezelfde periode vorig jaar en zelfs boven het recordpeil van de eerste negen maanden van 2003. Deze toename was het resultaat van de grote activiteit in sector van de liquiditeitsgarantie en van nieuwe opportuniteiten op de Amerikaanse markt van de gemeenteobligaties, met name op het gebied van belastingvrije uitgiften. De nieuwe productie op het vlak van corporate en project finance vervijfvoudigde bijna, meer bepaald dankzij twee grote transacties in de windmolensector. Op 30 september 2005 waren de totale verbintenissen met 43,1% gestegen tot 39,6 miljard EUR (equivalent).
FSA wordt hieronder besproken 5/17
Uitstaande langetermijnverbintenissen – Public/Project Finance in miljarden EUR België Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zweden Italië Spanje Duitsland Centraal & Oost-Europa 6 Amerika Andere 6 Totaal
30 sept. 2004 26,1 52,4 1,3 0,7 4,7 3,2 27,3 4,6 31,0 0,5 27,7 6,6 186,1
30 sept. 2005 27,4 55,1 2,0 0,8 6,2 3,6 30,5 6,2 33,5 2,8 39,6 13,5 221,2
Verschil + 4,9% + 5,2% + 56,4% + 15,2% + 30,4% + 13,0% + 11,8% + 33,9% + 8,2% x 5,5 + 43,1% x 2,0 + 18,9%
Het schuldbeheer bleef in het derde kwartaal 2005 groeien, en had betrekking op 6,9 miljard EUR aan transacties in Frankrijk (+50% tegenover vorig jaar) en 3,7 miljard EUR in België (+2,0 miljard EUR). Er waren ook enkele grote transacties in Italië, Spanje en Groot-Brittannië. De kredietverbintenissen op korte termijn beliepen op 30 september 2005 20,1 miljard EUR, een lichte daling t.o.v. vorig jaar (20,4 miljard EUR). Deze beperktere activiteit inzake kortetermijnkredieten heeft te maken met de lage langetermijnrente, waardoor de cliënten de voorkeur geven aan langetermijnfinanciering. De deposito’s en activa in beheer voor de cliënteel van het metier bleven stijgen, nl. tot 28,7 miljard EUR eind september 2005, een toename van 20,4% in een jaar. Deze groei werd hoofdzakelijk bereikt in België, met een zeer goede vooruitgang van 4 miljard EUR tegenover de overeenkomstige periode van vorig jaar in het segment van corporate en project finance. Verzekeringsactiviteit (zonder FSA): Dexia Sofaxis inde in de eerste negen maanden van 2005 premies ten belope van 350 miljoen EUR, d.i. 4,0% meer dan in de eerste negen maanden van 2004. Dexia Insurance inde 465 miljoen EUR aan premies in negen maanden, een stijging van 63,9 % tegenover dezelfde periode vorig jaar. Dexia Pensioensparen, ten slotte, had dit jaar eveneens een stevige commerciële activiteit, met uitstaande bedragen die stegen van 63 miljoen EUR op het einde van 2004 tot 139 miljoen EUR eind september 2005.
6
Omvat de interne overdracht van bepaalde activa in de 1ste helft 2005 van TFM naar dit metier. 6/17
Wat FSA betreft, beliep de bruto geactualiseerde waarde (GW) van de premies 720,9 miljoen USD voor de eerste 9 maanden van 2005, een stijging van 1,5% tegenover het recordpeil van de nieuwe productie in 2004. Wat de Amerikaanse gemeenteactiviteit betreft, bedroeg de GW van de premies in een sterk competitieve omgeving 344,8 miljoen USD, d.i. +6,8% tegenover dezelfde periode vorig jaar. De FSA activiteit was zeer goed gespreid over de sector van de gemeentelijke overheden. Vooral vermeldenswaard was een grote PPS-transactie die in het derde kwartaal 2005 werd afgesloten voor de Chicago Skyway, ten belope van 1,4 miljard USD. Op het vlak van Asset-Backed Securities (ABS) in de VS, daalde de bruto geactualiseerde waarde van de premies in de eerste negen maanden met 7,7% tot 171,2 miljoen USD. Wat de internationale activiteit betreft, is de GW van de premies in het derde kwartaal 2005 toegenomen tot 48,4 miljoen USD, tegenover 34,7 miljoen USD voor dezelfde periode van 2004, wat het bedrag van de premies GW voor de eerste negen maanden van 2005 op 132,4 miljoen USD brengt. Op 30 september 2005 beliepen de netto uitstaande verzekerde bedragen 351,6 miljard USD (+4,8% tegenover het jaar voordien). We noteren dat FSA tot nu toe nog geen eisen tot schadevergoeding heeft gekregen i.v.m. de orkanen Katrina en Rita. Onderliggende resultaten Q3 2004
Q3 2005
Versch.
Evol. bij gelijke wisselk oers
Opbrengsten
499
571
+ 14,4%
+17,2%
1.497
1.663
+ 11,1%
+ 12,0%
Kosten
-175
-188
+ 7,4%
+9,3%
-509
-555
+ 9,0%
+ 9,6%
Brutobedrijfsresultaat
323
382
+21,6%
988
1.108
+ 12,1%
+ 13,2%
Nettoresultaat groepsaandeel
217
267
+26,6 %
648
745
+ 15,0%
+ 16,2%
Exploitatiecoëfficiënt
35,2%
33,0%
-
-
34,0%
33,3%
-
-
ROEE**
22,4%
24,8%
-
-
22,3%
23,1%
-
-
in miljoenen EUR
+ 18,2% + 23,0%
9 mdn 2004
9 mdn 2005
Versch.
Evol. bij gelijke wisselk oers
Onderliggende* resultaten - Public/Project Finance en Credit Enhancement * d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voor Q3 2004 en 9 maanden 2004 ** Return op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis. Het nettoresultaat - groepsaandeel voor de eerste negen maanden van 2005 bedraagt 745 miljoen EUR (+15,0% tegenover de eerste negen maanden van 2004 en +16,2% bij gelijke wisselkoers). In het derde kwartaal 2005 beliep het 267 miljoen EUR (+23,0 %, en +26,6 % bij gelijke wisselkoers). De totale opbrengsten van het metier vertoonden in de eerste negen maanden van 2005 een stevige groei van +11,1% (+12,0% bij gelijke wisselkoers). Dit werd positief beïnvloed door de lagere kosten voor langetermijnfinanciering en ook door enkele meerwaarden (26,2 miljoen EUR) op afgewikkelde transacties waarin Dexia een participatie had. Voor het derde kwartaal bedroegen de opbrengsten 571 miljoen EUR, een stijging van 14,4% (+17,2 % bij gelijke wisselkoers) tegenover hetzelfde kwartaal in 2004. De kosten voor het metier beliepen in totaal 555 miljoen EUR, d.i. +9,0% (+9,6% bij gelijke wisselkoers). Zoals eerder gezegd, is deze stijging het resultaat van de aanzienlijke kosten voor het ontwikkelen van de activiteiten van Dexia wereldwijd, en de belangrijkste entiteiten waarvoor de kosten het meeste stijgen zijn die waar de ontwikkeling van de activiteit het grootst is. Voor het derde kwartaal bedroegen de onderliggende kosten 188 miljoen EUR, een toename van 7,4% tegenover het derde kwartaal 2004.
7/17
Bijgevolg beliep het brutobedrijfsresultaat voor de eerste negen maanden van 2005 1.108 miljoen EUR, een stijging van 12,1% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar en van 13,2% bij gelijke wisselkoers. In de eerste negen maanden van 2005 bleef de exploitatiecoëfficiënt van het metier stabiel op slechts 33,3%. De kosten van risico voor de eerste negen maanden van 2005 beliepen 20 miljoen EUR, wat iets meer is dan in dezelfde periode van 2004 (17 miljoen EUR). Daardoor blijven de kosten van risico in de buurt van hun historisch dieptepunt. De return on economic equity (ROEE) van het metier stond tijdens de eerste negen maanden op 23,1% (op jaarbasis). Dit blijft een stevige prestatie, omdat er enerzijds een sterke ontwikkeling van het metier aan de gang is, die tot bijkomende kosten leidt, en er anderzijds druk blijft op de marges, in een sterk competitieve omgeving. 2. FINANCIËLE DIENSTVERLENING AAN PARTICULIEREN De prestatie van het metier Financiële Dienstverlening aan Particulieren verbeterde in het derde kwartaal 2005 opnieuw, waardoor de reeds sterke trend van groeiende volumes en winsten werd voortgezet. Zowel de opbrengstenstijgingen als de degelijke kostenbeheersing bleven het eindresultaat positief beïnvloeden. Activiteit Op 30 september 2005 beliepen de cliëntentegoeden 124,9 miljard EUR (een aangroei van 1,5% over het voorbije kwartaal en van 8,4% over de voorbije twaalf maanden). De marketingcampagnes op de Belgische markt in de eerste helft van het jaar resulteerden in een behoorlijke groei van de verkoop van buitenbalansproducten en van de verzekeringsactiviteit, terwijl de marktpositie voor balansproducten vrij stabiel kon worden gehouden. De combinatie van verkoopincentives en een goede prestatie van de aandelenmarkten droeg bij aan de stevige toename van de verkoop van beleggingsproducten en verzekeringen in het derde kwartaal. Deze resultaten bewijzen het succes van de productmixstrategie van het metier die verscheidene maanden geleden werd ingevoerd. Globaal genomen bedroegen de balanstegoeden van de cliënten voor het metier (met inbegrip van de segmenten Retail en Private Banking) op 30 september 2005 55,0 miljard EUR, een daling van 2,1% tegenover een jaar eerder. De buitenbalanstegoeden beliepen op 30 september 2005 61,0 miljard EUR, d.i. +3,7% tegenover het vorige kwartaal en +18,5% tegenover een jaar voordien. De levensverzekeringstegoeden beliepen op 30 september 2005 8,9 miljard EUR, d.i. 4,1% tegenover het vorige kwartaal en 18,4% tegenover een jaar voordien. Wat Retail Banking betreft, bedroegen de totale cliëntentegoeden op 30 september 2005 83,5 miljard EUR, een stijging van 0,4% tegenover het vorige kwartaal en van 7,0% tegenover het jaar voordien. De product mix bestond in het derde kwartaal voor 52% uit balansproducten, voor 40% uit buitenbalansproducten en rechtstreekse effecten, en voor 8% uit verzekeringsproducten. Dit in vergelijking met een mix van respectievelijk 58%, 35% en 7% een jaar geleden. Deze veranderende samenstelling van de portefeuillemix voor retailbankieren is een bewijs van de succesvolle verschuiving naar buitenbalans- en verzekeringsproducten, terwijl de volumes van de balansproducten vrij stabiel bleven. De relatieve daling van de kasbons en termijndeposito’s werd ruimschoots gecompenseerd door de vooruitgang van de gegarandeerde verzekeringsproducten (tak 21) en aan de aandelenmarkt gekoppelde producten (tak 23 en sicavs), dankzij succesvolle marketingcampagnes. De cliëntentegoeden op het gebied van Private Banking beliepen op 30 september 2005 41,3 miljard EUR, d.i. +3,7% tegenover het vorige kwartaal en +11,5% tegenover een jaar voordien. 0,9 miljard EUR van de groei van de voorbije drie maanden kan echter worden verklaard door een hersegmentatie
8/17
waarbij tegoeden van retailbanking naar private banking werden overgeheveld. De productmix van de tegoeden inzake private banking bestond op 30 september 2005 voor 28% uit balansproducten, voor 67% uit buitenbalansproducten en voor 5% uit verzekeringsproducten. Een jaar voordien was de vergelijkbare mix respectievelijk 31%, 64% en 5%. In België en Luxemburg, die samen goed zijn voor meer dan 80% van de totale private-bankingtegoeden van de Groep, profiteerde de privatebankingactiviteit ook van de succesvolle marketingcampagnes voor het retailsegment. Tegoeden van de cliënteel (einde v/h kwartaal)
in miljarden EUR
Sept. 04
Balansproducten . (Deposito’s, kasbons) Buitenbalansproducten (ICBE’s, aandelen, …) Verzekering (Levensverzekering technische reserve) Totale cliëntentegoeden waarvan retailbanking waarvan private banking
Dec. 04 Maart 05 Juni 05
Versch. Versch. Sept. 05 Sept 05 / Sept 05 / Juni 05 Sept 04
56,2
55,7
55,8
55,7
55,0
- 1,2%
- 2,1%
51,4
53,1
55,6
58,8
61,0
+ 3,7%
+ 18,5%
7,5
8,0
8,0
8,5
8,9
+ 4,1%
+ 18,4%
115,1 78,1 37,1
116,7 78,9 37,8
119,4 81,2 38,2
123,1 83,2 39,9
124,9 83,5 41,3
+ 1,5% + 0,4% + 3,7%
+ 8,4% + 7,0% + 11,5%
De uitstaande kredieten aan retail- en particuliere cliënten beliepen op 30 september 2005 28,2 miljard EUR, een stijging van 3,0% in drie maanden en van 8,6% tegenover twaalf maanden eerder. De hypotheekleningen in het bijzonder, gingen in het derde kwartaal met 4,1% omhoog, gestimuleerd door de aanhoudend lage rentevoeten, die voor een vrij groot aantal herfinancieringen zorgden. Door de grote concurrentie op de markt bleven de marges onder druk, maar de opbrengsten stegen toch dankzij de commissielonen en kosten die op de terugbetalingen werden ontvangen. De productie van nieuwe consumptiekredieten aan de retailcliënten gedurende de eerste drie kwartalen van 2005 was aanzienlijk hoger dan gedurende de overeenkomstige periode in 2004. Nochtans, de run off van bestaande leningen was ook hoog, wat leidde tot een lichte daling van de uitstaande omloop aan consumentenkredieten (1,1%). Kredieten aan de cliënteel (einde v/h kwartaal)
in miljarden EUR •
Hypotheekleningen aan retailcliënten • Consumptiekredieten aan retailcliënten • Kredieten aan KMO’s en zelfstandigen • Kredieten aan privatebankingcliënten Totale cliëntenkredieten
Sept. Maart Sept. Dec. 04 Juni 05 04 05 05
Versch. Sept 05 / Juni 05
Versch. Sept 05 / Sept 04
15,2
15,5
15,8
16,3
17,0
+ 4,1%
+ 11,8%
2,3
2,4
2,3
2,3
2,3
- 1,8%
- 1,1%
6,0
6,0
6,1
6,3
6,3
-
+ 4,6%
2,5
2,5
2,5
2,5
2,7
+ 8,1%
+ 8,0%
26,0
26,4
26,7
27,4
28,2
+ 3,0%
+ 8,6%
9/17
Onderliggende resultaten Onderliggende resultaten* – Financiële Dienstverlening aan Particulieren Q3 2004
Q3 2005
Versch.
9 mdn 2004
9 mdn 2005
Versch.
Opbrengsten
545
572
+ 5,0%
1.611
1.676
+ 4,1%
Kosten
-394
-406
+ 3,1%
-1.182
-1.195
+ 1,2%
Brutobedrijfsresultaat
152
167
+ 9,9%
429
481
+ 12,1%
Nettoresultaat – groepsaandeel
102
112
+9,8%
283
320
+ 13,1%
Exploitatiecoëfficiënt
72,2%
70,8%
-
73,4%
71,3%
-
ROEE**
23,7%
25,5%
-
21,9%
24,3%
-
in miljoenen EUR
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voor Q3 2004 en 9 maanden 2004 ** Return op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis. Het nettoresultaat - groepsaandeel van het metier beliep in de eerste negen maanden 2005 320 miljoen EUR, een groei van 13,1% tegenover dezelfde periode van 2004. In het derde kwartaal 2005 beliep het 112 miljoen EUR, een stijging van 9,8% tegenover hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Deze nieuwe belangrijke verbetering van de onderliggende rentabiliteit – na twee recordjaren op het vlak van groei – werd bereikt dankzij een verdere opbrengstenstijging, terwijl de kosten lichtjes omhoog gingen (+1,2%). De opbrengsten voor de eerste negen maanden van 2005 bedroegen 1.676 miljoen EUR, een stijging van 4,1%, grotendeels dank zij de toename van de nettocommissielonen (+11,6%), die stegen door de sterke productie van buitenbalansproducten en verzekeringen, zoals blijkt uit de bovenstaande paragraaf over de activiteit. Zoals vermeld in de bekendmaking van de opbrengsten van het tweede kwartaal, zou de opbrengstengroei nog groter geweest zijn als de boekhoudkundige verwerking van gestructureerde producten niet veranderd was met IFRS. Met dezelfde boekhoudmethodes zouden de opbrengsten 5,5% gestegen zijn. Zoals in de andere metiers, is het management van Dexia erg tevreden over de vooruitgang van de opbrengsten en vooral over de sterke opbouw van de nieuwe activiteiten, die toekomstige opbrengsten zullen genereren. De totale opbrengsten voor het derde kwartaal bedroegen 572 miljoen EUR, een toename van 5,0% tegenover het derde kwartaal 2004. De trends zijn in ruime mate dezelfde als in het eerste halfjaar. Op het vlak van deposito’s ging de bijdrage van de spaarrekeningen echter omhoog na als gevolg van een nieuwe tarifering in augustus, en wat de buitenbalansproducten betreft, ondervinden de opbrengsten nu de volle impact van de nieuwe productie van de eerste twee kwartalen. De kosten voor de eerste negen maanden van 2005 beliepen 1.195 miljoen EUR, een stijging van 1,2% tegenover dezelfde periode 2004, die in de lijn ligt van het streefdoel van het metier. De kosten voor het derde kwartaal beliepen 406 miljoen EUR, d.i. +3,1% tegenover het derde kwartaal 2004. Vermeldenswaard is dat het aantal agentschappen eind september 2005 1.083 bedroeg. Het in 2001 vastgelegde streefdoel is overschreden. Het brutobedrijfsresultaat van de eerste negen maanden van 2005 steeg aldus met 12,1% tot 481 miljoen EUR. Onderstaande tabel toont de aanhoudend positieve trend van het brutobedrijfsresultaat van het metier, die te danken is aan een gevoelige stijging van de opbrengsten in combinatie met een goede kostenbeheersing. De exploitatiecoëfficiënt blijft verbeteren en daalt tot 71,3% (73,4% tijdens de eerste negen maanden van 2004).
10/17
Kwartaalevolutie van de onderliggende resultaten in miljoenen EUR Opbrengsten Kosten Brutobedrijfsresulta at * Pro forma.
Q3 04 545 -394
Q4 04 540 -386
Q1 05 547 -393
Q2 05 557 -397
Q3 05 572 -406
152
154
154
160
167
De kosten van risico bleven erg beperkt, met 2 miljoen EUR voor het derde kwartaal en 16 miljoen EUR voor de eerste negen maanden (-28,3% tegenover dezelfde periode vorig jaar). De return on economic equity (ROEE) beliep aldus 24,3% (op jaarbasis) voor de eerste negen maanden van 2005, tegenover 21,9% voor dezelfde periode van 2004.
3. FINANCIEEL BEHEER EN VERZEKERINGEN Activiteit Dit metier omvat drie segmenten : vermogensbeheer, administratief fondsenbeheer en verzekeringen. Vermogensbeheer en administratief fondsenbeheer bleven in het derde kwartaal 2005 sterk groeien, maar de verzekeringspremies daalden in vergelijking met vroegere periodes, die profiteerden van specifieke promotiecampagnes voor levensverzekeringen. De uitstaande activa beliepen op 30 september 2005 87,9 miljard EUR, een stijging van 8,0% tegenover 30 juni 2005 en van 30,0% in vergelijking met het einde van het derde kwartaal 2004. De businessmix van de uitstaande activa was op 30 september 2005 als volgt samengesteld : 71% beleggingsfondsen (met inbegrip van zowel retail als institutioneel), 24% institutionele mandaten en 5% discretionaire privé-mandaten. De vergelijkbare mix voor het derde kwartaal 2004 was respectievelijk 69%, 25% en 6%. 65% van de stijging van de uitstaande activa tussen het tweede en het derde kwartaal kan worden verklaard door interne groei en 35% door het markteffect. In vergelijking met twaalf maanden geleden, wordt 63% van de stijging in uitstaande activa door interne groei verklaard en 37% door het markteffect. Interne groei blijft dus de belangrijkste reden van de stijging in uitstaande activa. De productiviteit bleef in het derde kwartaal 2005 erg hoog, waarbij de kosten maar twaalf basispunten van de uitstaande activa vertegenwoordigden en dus op hetzelfde lage peil als in het vorige kwartaal stonden. Op het gebied van administratief fondsenbeheer : • De activa in bewaring beliepen op 30 september 2005 402,4 miljard EUR, waarvan 239,5 miljard EUR onder de vorm van mandaten aan Dexia Fund Services d.i. +8,2% tegenover het vorige kwartaal en +32,5% tegenover een jaar geleden. • De uitstaande activa op het vlak van centrale administratie stegen met 7,6% tot 227,7 miljard EUR tegenover vorig kwartaal en met 20,9% tegenover een jaar geleden. • Het aantal transacties (inschrijvingen/wederinkoop) voor de activiteit van transferagent nam toe met 12,0% tegenover vorig kwartaal en met 16,4% tegenover een jaar geleden. Zoals eerder bekendgemaakt, hebben Dexia en Royal Bank of Canada besloten hun diensten voor institutionele beleggers samen te brengen in een joint venture waarin beide een even grote participatie bezitten.
11/17
De nieuwe onderneming, die de naam RBC Dexia Investor Services krijgt, zal tot de 10 grootste global custodians wereldwijd behoren en een volledige waaier van beleggingsdiensten aanbieden aan instellingen overal ter wereld. Deze aankondiging werd door de cliënteel zeer positief onthaald. De nieuwe entiteit zal zijn activiteiten starten begin 2006. Wat verzekeringen aangaat, bedroegen de premies in het derde kwartaal 2005 700 miljoen EUR, tegenover 845 miljoen EUR in het tweede kwartaal en 686 miljoen EUR het derde kwartaal 2004. Het is echter zo, dat de groei van de verzekeringspremies in het laatste kwartaal 2004 en de eerste twee kwartalen 2005 aanzienlijk was gestimuleerd door grote marketingcampagnes, zodat de terugloop van het derde kwartaal verwacht was. 86% van de verzekeringspremies in het derde kwartaal was afkomstig van levensverzekeringen en 14% van niet-levensverzekeringen.
Onderliggende resultaten Onderliggende* resultaten - Financieel Beheer en Verzekeringen Q3 2004
Q3 2005
Versch.
9 mdn 2004
9 mdn 2005
Versch.
Opbrengsten
143
154
+ 7,3%
460
493
+ 7,2%
Kosten
-97
-109
+ 12,5%
-277
-309
+ 11,3%
Brutobedrijfsresultaat
46
45
- 3,5%
183
184
+ 0,9%
Nettoresultaat groepsaandeel
34
44
+ 29,7%
135
156
+ 15,9%
Exploitatiecoëfficiënt
67,6%
70,9%
-
60,3%
62,6%
-
ROEE**
18,9%
22,6%
-
24,8%
26,5%
-
in miljoenen EUR
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voor Q3 2004 en 9 maanden 2004 ** Return op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis.
Het nettoresultaat - groepsaandeel van het metier voor de eerste negen maanden 2005 bedraagt 156 miljoen EUR (+15,9% tegenover de eerste negen maanden 2004 en +16,4% bij gelijke wisselkoers). In het derde kwartaal was de bijdrage 44 miljoen EUR, tegenover 34 miljoen EUR in hetzelfde kwartaal 2004. Hieronder vindt u de prestatie van de verschillende segmenten. •
Vermogensbeheer bleef goed presteren na een zeer goed eerste halfjaar 2005, met toegenomen opbrengsten (+7,6%, of 10 miljoen EUR). Dergelijke stijging vloeit voort uit de wijziging die doorgevoerd werd in het commissiestructuur aangezien er geen prestatiecommissies meer zijn in 2005 (–19 miljoen EUR) en een reeks factoren zoals : i) grotere volumes in beheer; ii) ii) hogere beheerscommissies omwille van de hoger vermelde wijziging die doorgevoerd werd in het commissiestructuur (+9 miljoen EUR), en iii) een verschillende verdeling van commissies tussen distributeurs en vermogensbeheerders (+9 miljoen EUR). Wat de kosten betreft, is de stijging van 10 miljoen EUR gedeeltelijk het gevolg van de grote ontwikkeling van Dexia Asset Management bij zijn institutionele cliënten in een ruimer geografisch gebied.
•
De opbrengsten van het administratief fondsenbeheer groeiden met 12,3% (of +23 miljoen EUR) tot 209 miljoen EUR in de eerste negen maanden van 2005, waarbij de meeste winstfactoren het goed bleven doen. De opbrengsten stegen door de grotere volumes aan beleggingsfondsen en wisselwinsten, en daalden door de afsluiting van de operaties in Nederland en lagere provisies. De onderliggende kosten stegen met 10,4% of 13 miljoen EUR.
12/17
Deze stijging werd grotendeels veroorzaakt door de IT-migratie naar de nieuwe gemeenschappelijke entiteit met RBC, en ook door de Spaanse en de Italiaanse entiteiten. •
De verzekeringsactiviteiten leverden in de eerste negen maanden van 2005 148 miljoen EUR aan opbrengsten op. De kosten stegen in dezelfde periode met 8 miljoen EUR tot 93 miljoen EUR, deels door hogere IT-uitgaven, deels door de overschakeling naar IFRS, en tot slot ook door IAS 19-pensioenlasten. Het brutobedrijfsresultaat van het segment ging daardoor met 8 miljoen EUR naar beneden, maar dit werd ruimschoots gecompenseerd door een positieve evolutie van de belastingen (+21 miljoen EUR verschil van jaar tot jaar), waardoor de uiteindelijke bijdrage 15 miljoen EUR hoger lag dan vorig jaar. Producten die met beleggingsfondsen te maken hebben (Tak 23), worden krachtens IFRS echter op een andere manier geboekt dan vroeger krachtens Dexia GAAP, zodat de vergelijking met 2004 niet echt relevant is.
Onderliggende bijdrage van de segmenten Financieel Beheer en Verzekeringen
Vermogensbeheer in miljoenen EUR
Administratief fondsenbeheer
Verzekeringen
9M 04*
9M 05
9M 04*
9M 05
9M 04*
9M 05
Opbrengsten
126
136
186
209
148
148
Kosten
-66
-76
-127
-140
-85
-93
61
60
59
69
63
55
Brutobedrijfsresulta at * Pro forma.
Focus op de bijdrage van de verzekeringsactiviteit in alle metiers* De verzekeringsactiviteit is in alle metiers van de Groep terug te vinden. Public/Project Finance (PPF) en Financiële Dienstverlening aan Particulieren (FDP) zorgen beide voor de distributie van producten die provisie opbrengen, terwijl Financieel Beheer en Verzekeringen (FBV) de “productiefuncties” waarborgt en dus instaat voor de technische en fiscale opbrengsten. De respectieve bijdragen van de metiers in termen van premies waren 18% van PPF, 70% van FDP en 12% van FBV. De bijdrage van de metiers aan de opbrengsten beliep in de eerste negen maanden 309 miljoen EUR (+ 5,4% tegenover dezelfde periode vorig jaar). De respectieve bijdragen van de metiers aan de opbrengsten beliepen in de eerste negen maanden van 2005 5% voor PPF, 47% voo FDP en 48% voor FBV. * Zonder FSA en Dexia Sofaxis
4. THESAURIE EN FINANCIËLE MARKTEN Het derde kwartaal werd gekenmerkt door een sterke activiteit, met uitstekende financiële resultaten en zeer efficiënte lange- en kortetermijnfinanciering. De nieuwe uitgiften voor langetermijnfinanciering beliepen in de eerste negen maanden van 2005 nagenoeg 25 miljard EUR (4,5 miljard EUR meer dan in dezelfde periode van 2004). De uitgiften van Dexia waren bij de beheerders van obligatieportefeuilles erg in trek, en Dexia slaagde erin om zijn kosten voor langetermijnfinanciering tegenover vorig jaar met ongeveer één basispunt te doen dalen. De activiteit inzake kortetermijnfinanciering was eveneens groot, met hogere volumes en lagere kosten. 13/17
In de Credit Spread Portfolio waren er nieuwe transacties met aantrekkelijke voorwaarden, waardoor de uitstekende kwaliteit van de portefeuille nog verbeterde. Op 30 september 2005 beliep de portefeuille 51,1 miljard EUR. Onderliggende* resultaten – Thesaurie en Financiële Markten
Versch.
Evol. bij gelijke wisselko ers
9 mdn 2004
9 mdn 2005
Versch.
Evol. bij gelijke wisselko ers
133
+ 50,5%
+ 54,7%
343
366
+ 6,7%
+ 7,7%
-42
-43
+ 1,1%
+ 2,2%
-123
-128
+ 3,8%
+ 4,2%
Brutobedrijfsresultaat
46
90
+ 95,7%
x 2,0
220
238
+ 8,2%
+9,7%
Nettoresultaat groepsaandeel
47
73
+ 56,0%
+ 61,8%
186
208
+ 11,4%
+ 12,9%
Exploitatiecoëfficiënt
47,8%
32,1%
35,9%
35,0%
ROEE**
20,9%
30,8%
27,8%
29,3%
Q3 2004
Q3 2005
Opbrengsten
88
Kosten
in miljoenen EUR
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voor Q3 2004 en 9 maanden 2004 ** Return op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis.
Het nettoresultaat – groepsaandeel bedroeg in het derde kwartaal 2005 73 miljoen EUR, wat overeenkomt met het gemiddelde van de eerste twee kwartalen van 2005. Er is van kwartaal tot kwartaal echter enige volatiliteit : de bijdrage van de tradinginkomsten gedurende het derde kwartaal was dit keer groot, daar de mark-to-marketwaardering van kwaliteitsvolle CDS in de Credit Spread Portfolio erg positief was, in een omgeving van afnemende spreads. Voor de eerste negen maanden van 2005 beliep het nettoresultaat – groepsaandeel 208 miljoen EUR, een stijging van 11,4% tegenover dezelfde periode van 2004. Deze sterke algemene prestatie was van alle segmenten afkomstig, maar meer in het bijzonder van de “andere desks” – zoals hieronder aangegeven. De desk Financiële Engineering en Afgeleide Producten en de effectiseringsentiteiten in de VS en België waren ver voorop en de aandelendesks herstelden zich enigermate. Onderliggende bijdrage van de belangrijkste TFM-segmenten
in miljoenen EUR
Opbrengsten Kosten Kosten van risico Belastingen Nettoresultaat groepsaandeel * pro forma
Credit Spread Portfolio
Money Market
Andere desks
9M 04* 161 -22 +15 -29
178 -20 +1 -33
9M 04* 95 -30 0 -21
99 -36 0 -20
9M 04* 87 -71 0 +4
125
42
42
20
124
9M 05
9M 05
Totaal
89 -72 0 +24
9M 04* 343 -123 +15 -46
41
186
9M 05
9M 05 366 -128 +1 -29 208
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de totale opbrengsten in de eerste negen maanden van 2005 23 miljoen EUR meer beliepen dan in de eerste negen maanden van 2004 (+6,7%), terwijl de kosten met 3,8 % toenamen. Opmerkelijk is dat de belastinguitgaven in 2005 lager liggen, ondanks het hogere brutobedrijfsresultaat. Zoals eerder gezegd wordt dit verklaard door enkele aan aandelen gekoppelde producten, die enige volatiliteit creëren voor zowel opbrengsten als belastingen, zonder echter het eindresultaat te beïnvloeden.
14/17
III. CENTRAL ASSETS en NIET-OPERATIONELE ELEMENTEN Het segment Central Assets, een van de vijf activiteitssegmenten van de organisatie, boekt voornamelijk de opbrengsten uit overtollig kapitaal, participaties in bedrijven (dividenden, meerwaarden en minderwaarden) en deviezendekkingscontracten. ‘Central Assets’ kent ook economisch kapitaal toe aan de metiers die daarop notionele interest ontvangen, die wordt aangerekend op de kostenzijde van de Central Assets, het segment boekt de niet-toewijsbare kosten op een specifiek metier. Sinds 1 januari 2005 boekt Central Assets ook alle resultaten van de aandelenleasingactiviteiten bij Dexia Bank Nederland. Daarnaast heeft het management ervoor gekozen om die items apart te zetten die een invloed hebben op de gepubliceerde rekeningen, maar door hun aard de interpretatie van de echte onderliggende trends bemoeilijken. Daarom worden ‘niet-weerkerende elementen’, zoals eenmalige meerwaarden of minderwaarden, geïsoleerd en in detail beschreven. En sinds de invoering van IAS 32 en 39 op 1 januari van dit jaar, worden de opbrengstverschillen die veroorzaakt zijn door de marking-to-market van de CDS-portefeuille van FSA, ook als ‘niet-operationeel’ beschouwd (zie voetnoot 1 op p. 2). Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de samengevoegde bijdrage van Central Assets en de niet-weerkerende elementen aan de resultaten van Dexia. Resultaten van Central Assets en de niet-weerkerende elementen
in miljoenen EUR
Q3 2004*
Opbrengsten +45 Kosten -59 Brutobedrijfsresultaat -14 Kosten van risico +4 Waardevermindering op -1 (im)materiële vaste activa Belastinglasten +5 Aandeel van derden -4 Nettoresultaat groepsaandeel -9 * Pro forma voor Q3 2004 en 9 maanden 2004.
Q3 2005 +80 -76 +5 +37 0 -33 -3 +6
9 maanden 2004* +260 -162 +98 +2 -18
9 maanden 2005 +208 -201 +7 +9 1
+74 -15 +142
+47 -9 +56
Tijdens de eerste negen maanden van 2005 beloopt de bijdrage van alle bovengenoemde componenten +56 miljoen EUR, tegenover +142 miljoen EUR in dezelfde periode van 2004. Dit is te wijten aan diverse factoren, die een impact hebben op de belangrijkste rubrieken uit de resultatenrekening: Wat de totale opbrengsten betreft, kan de daling van 260 miljoen EUR naar 208 miljoen EUR (–52 miljoen EUR) als volgt worden verklaard: - Een cumulatieve + 21 miljoen EUR mark-to-market van de CDS-portefeuille van FSA, waarvoor er in 2004 geen equivalent bestond. -
Een onderliggende bijdrage van Central Assets die 71 miljoen EUR lager ligt (82 miljoen EUR tijdens de eerste negen maanden van 2005 tegen 153 miljoen EUR tijdens de vergelijkbare periode in 2004), die voornamelijk afkomstig zijn van: i) een daling met 34 miljoen EUR van de opbrengsten uit indekkingen van vreemde munten; ii) een daling met 22 miljoen EUR in netto-interesten, aangezien er meer economisch eigen vermogen werd toegewezen aan de metiers; en iii) inefficiënt deel van de hedgerelatie op achtergestelde lening uitgegeven door Dexia Bank België (-10 miljoen EUR), zonder equivalent in 2004.
-
De niet-weerkerende opbrengsten in heel de Groep (voornamelijk meerwaarden), lagen dit jaar (105 miljoen year to date) 2 miljoen lager dan vorig jaar (107 miljoen EUR tijdens de eerste negen maanden). Meer details hierover vindt u in het Activity Report op pagina 20. 15/17
Aangaande de kosten is de stijging met 39 miljoen EUR te wijten aan enkele niet-weerkerende elementen (11 miljoen EUR i.v.m. de sluiting van Rekord in Duitsland) en aan Central Assets als gevolg van diverse rubrieken, met als belangrijkste: i) een toename met 9 miljoen EUR bij de holdingmaatschappij als gevolg van diverse groepsontwikkelingsprojecten; ii) 2 miljoen EUR voor het oprichten van de hoofdzetel voor Centraal-en Oost Europa ; iii) voor 7 miljoen EUR meer toewijzingen voor IAS 19 bij Dexia Bank Belgium; iv) 4 miljoen EUR voor sociale plannen en pensioenpremies; v) 2 miljoen EUR voor IT-projecten. De kosten van risico bedragen 9 miljoen EUR year to date in 2005, tegenover 2 miljoen EUR in dezelfde periode in 2004. Dit houdt verband met Dexia Bank Nederland. Zoals reeds werd gemeld werden er in Q1 05 extra kosten van 97 miljoen EUR gedaan in het kader van de bemiddeling door de heer Duisenberg, en beliepen de nettolasten tijdens het kwartaal 83 miljoen EUR (na het terugnemen van 14 miljoen EUR aan vroegere voorzieningen). Tijdens het tweede kwartaal van 2005 leidden een aantal factoren, waaronder het niveau van de AEX, tot een terugneming van 56 miljoen EUR (in het kader van IAS 39), en ten slotte was er tijdens het derde kwartaal van 2005 een verdere terugneming van 36 miljoen EUR die leidde tot een nettobedrag van + 9 miljoen EUR voor de eerste negen maanden van 2005. Wat de belastingen aangaat, zien we dit jaar opnieuw belastingkredieten verschijnen, zij het voor kleinere bedragen dan vorig jaar en niet gelijk verdeeld over de drie kwartalen. Ze vloeien vooral voort uit de fiscale weerslag van de niet-operationele elementen voor de betrokken periodes, uit de positieve afwikkeling van een belastinggeschil (10 miljoen EUR in Q1 2004; 6 miljoen EUR in Q2 2004 en 15 miljoen EUR in Q1 2005, 5 miljoen EUR in Q3 2005), en ten slotte uit de positieve fiscale weerslag van waardeverliezen op participaties (17 miljoen EUR in Q1 04; 41 miljoen EUR in Q2 04; 17 miljoen EUR in Q1 05 en 3 miljoen EUR in Q2 05) en het effect van uitgestelde belastingen als gevolg van een wijziging van de belastingsvoet in Luxemburg ( - 7 miljoen EUR Q3 05). In een toelichting bij de resultaten zei Pierre RICHARD, CEO en voorzitter van het directiecomité van Dexia : “ Ook dit kwartaal leveren onze resultaten het bewijs van de robuustheid van Dexia. Voor Public Finance is het bijzonder aangenaam een groei vast te stellen van het nettoresultaat van meer dan 15% op jaarbasis in een metier waarin wij wereldleider zijn en waarin de concurrentie er niet op verminderd.. Voor de Financiële Dienstverlening aan Particulieren worden kwartaal na kwartaal nieuwe successen geboekt, met stijgende opbrengsten en kosten die onder controle blijven. Ten slotte hebben onze metiers Financieel Beheer & Verzekeringen en Thesaurie & Financiële Markten een opmerkelijke bijdrage geleverd aan de stijging van de groepswinst. We zijn er tevens in geslaagd onze activiteit te vergroten zonder onze twee centrale doelstellingen in gevaar te brengen: nl. een hoog rendement op eigen vermogen en onze totale exploitatiecoëfficiënt op het gewenste peil houden, en dit ondanks de gemaakte investeringen voor de ontwikkeling van onze activiteiten wereldwijd. We zijn ervan overtuigd dat de resultaten voor het hele jaar 2005 in de lijn zullen liggen van onze doelstellingen op middellange termijn, , wat efficiëntie en onderliggende groei betreft, en hoger wat het rendement op het eigen vermogen aangaat,en dit ondanks de recordprestatie van 2004.”
____________________________________________________________________________ Contacten Pers Parijs: +33 1 43 92 80 20 Brussel: +32 2 222 44 01 Investor Relations Parijs: +33 1 43 92 83 93/82 54 Brussel: +32 2 213 57 46/49
16/17
Bijlage
Balans En miljarden EUR Totale activa waarvan Kredieten en voorschotten aan cliënten
Kredieten en effecten Totale passiva waarvan Schulden aan cliënten In schuldbewijzen belichaamde schulden Totaal eigen vermogen waarvan Eigen kernvermogen Totaal eigen vermogen
30 Sept. 2004 (1) 369,4
1 Januari 2005 (2) 405,9
30 Sept. 2005 (2) 498,5
30 Sept. 2005 1 Jan. 2005
167,1 141,0
170,6 146,1
183,8 184,0
+7,7% +26,0%
357,3
392,9
484,2
+23,3%
82,3
93,1
111,6
+19,9%
141,2
146,1
171,2
+17,2%
12,2
13,1
14,3
+9,5%
11,7 11,7
10,7 12,4
11,1 13,3
+4,0% +7,8%
Evolutie
+22,8%
(1) Zonder IAS 32 & 39 en IFRS 4 zoals goedgekeurd door de Europese Commissie. (2) Met IAS 32 & 39 en IFRS 4 zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
17/17