JAARVERSLAG op 30 september 2014
ING (B) INVEST Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal naar Belgisch recht met meerdere compartimenten. Categorie: Beleggingen die voldoen aan de voorwaarden voorzien door de richtlijn 2009/65/EG
Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig als ze worden uitgevoerd na kosteloze overlegging van het prospectus of het document met essentiële beleggersinformatie.
KORTE INHOUDSTAFEL 1.
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BEVEK ...................................................................................................... 4
2.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST BELGIAN HIGH DIVIDEND ............................... 23
3.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST GERMANY ......................................................... 36
4.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST BELGIUM ........................................................... 48
5.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST SOLIDARITY MIXED EURO 1 ........................... 60
—2—
INHOUD 1.
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BEVEK ...................................................................................................... 4
1.1.
ORGANISATIE VAN DE BEVEK ........................................................................................................................... 4
1.2.
BEHEERVERSLAG ................................................................................................................................................ 7
1.3.
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS ..................................................................................................................... 14
1.4.
GEGLOBALISEERDE BALANS ............................................................................................................................. 18
1.5.
GEGLOBALISEERDE RESULTATENREKENING ................................................................................................ 19
1.6.
SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS .............................................................. 21
2.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST Belgian High Dividend........................................ 23
2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
BEHEERVERSLAG ................................................................................................................................................ 23 BALANS.................................................................................................................................................................. 25 RESULTATENREKENING ..................................................................................................................................... 26 SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS ..................................................................................... 28
3.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST Germany ............................................................ 36
3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
BEHEERVERSLAG ................................................................................................................................................ 36 BALANS.................................................................................................................................................................. 38 RESULTATENREKENING ..................................................................................................................................... 39 SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS ..................................................................................... 41
4.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST Belgium .............................................................. 48
4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
BEHEERVERSLAG ................................................................................................................................................ 48 BALANS.................................................................................................................................................................. 50 RESULTATENREKENING ..................................................................................................................................... 51 SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS ..................................................................................... 53
5.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST SOLIDARITY MIXED EURO 1 ........................... 60
5.1. 5.2. 5.3.
BEHEERVERSLAG ................................................................................................................................................ 60 BALANS.................................................................................................................................................................. 61 RESULTATENREKENING ..................................................................................................................................... 62
—3—
ING (B) INVEST
1.
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BEVEK
1.1.
ORGANISATIE VAN DE BEVEK
Zetel van de vennootschap
ING (B) INVEST N.V. RPR Brussel 0466.252.472 Marnixlaan 23 - 1000 Brussel
Oprichtingsdatum van de vennootschap
10 juni 1999
Raad van bestuur van de beleggingsvennootschap
Voorzitter
Odilon De Groote, Vennootschapsbestuurder
p/a Zetel van de Vennootschap Marnixlaan 23 - 1000 Brussel
Bestuurders
Wim Roelant,
Chief Executive Officer ING Investment Management Belgium N.V. Marnixlaan 23 - 1000 Brussel
ING Investment Management Belgium N.V. vertegenwoordigd door Patrick Vanderwinden, Head of Belgian Funds Administration
Effectieve leiding
Wim Roelant Patrick Vanderwinden
Type van beheer
Beleggingsvennootschap die, overeenkomstig artikel 44, § 1 van de wet van 3 augustus 2012, een beheervennootschap heeft aangesteld.
Beheervennootschap
ING Investment Management Belgium N.V. Marnixlaan 23 - 1000 Brussel
Raad van bestuur van de beheervennootschap
Voorzitter
Adrianus (André) van den Heuvel
Chief Marketing and Sales Officer ING Investment Management Europe B.V. Haagse Poort - Schenkkade 65 - 2595 AS Den Haag, Nederland
(tot en met 28 februari 2014) Marten Nijkamp,
Director ING Investment Management Holdings N.V. Haagse Poort - Schenkkade 65 - 2595 AS Den Haag, Nederland
(vanaf 1 september 2014) Bestuurders
Wim Roelant,
Chief Executive Officer ING Investment Management Belgium N.V.
Bruno Springael,
Portfolio Management ING Investment Management Advisors Brussels Branch B.V. Marnixlaan 23 - 1000 Brussel
—4—
ING (B) INVEST Benoît De Belder,
Head of Risk Management ING Investment Management Belgium N.V.
Patrick Vanderwinden,
Head of Belgian Funds Administration ING Investment Management Belgium N.V.
Johannes (Jelle) van der Giessen,
Chief Investment Officer ING Investment Management Europe B.V.
(tot en met 30 november 2013) Gilbert De Graef,
Chief Financial Officer Insurance Central Europe Bijlmerdreef 24 - 1102 CT Amsterdam, Nederland
(tot en met 9 april 2014) Ivar Roeleven,
Head of Mutual Funds Europe ING Investment Management Europe B.V.
Pierre Nicolas, Chief Investment Officer ING Investment Management Belgium N.V.
Marc Vink,
Head Legal & Compliance ING Investment Management Holdings N.V.
(vanaf 1 september 2014) Effectieve leiding
Wim Roelant Benoît De Belder Patrick Vanderwinden Pierre Nicolas
Commissaris, Revisor
Ernst & Young, Bedrijfsrevisoren, BV CVBA vertegenwoordigd door Jean-François Hubin, De Kleetlaan 2 - 1831 Diegem
Commissaris, Revisor
Ernst & Young, Bedrijfsrevisoren, BV CVBA vertegenwoordigd door Christel Weymeersch, De Kleetlaan 2 - 1831 Diegem
Financiële groep die de beleggingsvennootschap promoot
ING België N.V. Marnixlaan 24 - 1000 Brussel
Bewaarder
Belfius Bank N.V. Pachecolaan 44 - 1000 Brussel
Financieel portefeuillebeheer
ING Investment Management Belgium N.V. Marnixlaan 23 - 1000 Brussel
Administratief en boekhoudkundig beheer
ING Investment Management Belgium N.V. Marnixlaan 23 - 1000 Brussel
Administratief agent via delegatie
RBC Investor Services Belgium N.V. Rogierplein 11 – 1210 Brussel —5—
ING (B) INVEST Financiële dienst
RBC Investor Services Belgium N.V. Rogierplein 11 – 1210 Brussel
Distributeurs
ING België N.V. Marnixlaan 24 - 1000 Brussel Record Bank N.V. Henri Matisselaan 16 - 1140 Evere Deutsche Bank N.V. Marnixlaan 13/15 - 1000 Brussel Bank Delen N.V. Jan Van Rijswijcklaan 184 - 2020 Antwerpen Dierickx, Leys & Cie Kasteelpleinstraat 44/46 - 2000 Antwerpen
Erkend rekeninghouder
RBC Investor Services Belgium N.V. Rogierplein 11 - 1210 Brussel
Lijst van de compartimenten en aandelenklassen van ING (B) INVEST
Belgian High Dividend Belgium Germany
(kapitalisatie- en distributieaandelen), (kapitalisatie- en distributieaandelen), (kapitalisatie- en distributieaandelen).
Terugbetaald compartiment: laatste evaluatiedatum 10/12/2013, terugbetaald valuta 20/12/2013
Solidarity Mixed Euro 1
(distributieaandelen).
—6—
ING (B) INVEST
1.2.
BEHEERVERSLAG
1.2.1. Informatie aan de aandeelhouders ING (B) Invest is een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal (BEVEK) naar Belgisch recht met meerdere compartimenten, die is opgericht in de vorm van een Naamloze Vennootschap, in overeenstemming met de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Deze Bevek is een instelling voor collectieve belegging in effecten (ICBE) met inachtneming van artikel 7, alinea 1.2 van genoemde wet en onder de koninklijke uitvoeringsbesluiten ervan. 1.2.2. Algemeen overzicht van de markten Economische context Het wereldwijde herstel zette in het laatste kwartaal van 2013 door, hoewel het bescheiden en uiteenlopend op geografisch vlak bleef. In de VS, Japan en het Verenigd Koninkrijk was het herstel het duidelijkst. Het herstel in de eurozone en de opkomende wereld was bescheidener. In de VS zette het economisch herstel zich gestaag voort, gedreven door een behoorlijke banengroei, de loongroei, gestegen huizenprijzen en betere financiële voorwaarden. Vooral de consumentenuitgaven droegen dan ook bij aan de stijging van de economische activiteit. De inflatie bleef onder controle en bedroeg in november 1,2% ten opzichte van dezelfde maand van 2012. In oktober streden Republikeinen en het Witte Huis over een begrotingscompromis. Uiteindelijk werd overeengekomen dat de beslissing tot begin 2014 uitgesteld zou worden. Medio december werd in het Amerikaanse Congres een akkoord bereikt over de federale begroting voor 2014 en 2015, wat de kans op een nieuwe shutdown van de overheid verminderde. In de eurozone zette het economische herstel door, zij het traag. Positief was dat bedrijven iets gemakkelijker aan krediet leken te kunnen komen. Verder werd het herstel gesteund door minder overheidsbezuinigingen en door exportgroei, gedreven door het herstel van de wereldeconomie. In oktober daalde de inflatie naar 0,7% vergeleken met een jaar eerder. Gezien de grote overcapaciteit en de druk op de lonen bleef ze immers onder druk staan. In Japan bleef de onderliggende activiteit stevig dankzij het inschikkelijke monetaire en begrotingsbeleid. De Japanse inflatie versnelde in november tot 1,5 jaar-op-jaar, het hoogste peil sinds 2008. Het groeiherstel in de VS en Europa hielp de groei in enkele landen in de opkomende wereld. Voor andere landen was dit positieve effect te verwaarlozen omdat zij een te kleine exportsector hebben of teveel op China gericht zijn. In het eerste kwartaal van 2014 steeg de wereldwijde economische activiteit matig als gevolg van de gewijzigde dynamieken in de verschillende regio’s. Terwijl de groei in de meeste ontwikkelde landen herstelde, was er een vertraging in grote opkomende economieën. Verbeteringen in de balansen van de privésector en een inschikkelijk beleid bleven met name de economische activiteit van de ontwikkelde landen ondersteunen, terwijl structurele problemen en strakkere financiële voorwaarden voor een vertraging in de opkomende economieën zorgden. De wereldwijde inflatie bleef beperkt door de aanzienlijke overcapaciteiten en de lagere energiekosten. In de VS bleken de economische indicatoren in januari en februari door het slechte weer en voorraadcorrecties zwakker dan verwacht. De consumptie van de gezinnen toonde echter veerkracht. In de eurozone zette het trage herstel door. De indicatoren van de industriële activiteit wezen op een groei van 0,3-0,4% in het kwartaal. De vrees voor deflatie bleef boven de markt hangen omdat de inflatie in maart naar 0,5% daalde. De Japanse cijfers werden eveneens verstoord door koud winterweer. Niettemin was het momentum in de binnenlandse economie en op de arbeidsmarkt positief vóór de BTW-verhoging. De vooruitzichten voor de opkomende markten verslechterden, onder meer door het gebrek aan structurele hervormingen en de toename van de politieke instabiliteit in verschillende landen, waaronder Venezuela, Thailand, Oekraïne en Turkije. Kapitaal bleef de regio uitstromen, met depreciatie van valuta’s tot gevolg. Verschillende centrale banken verhoogden naar aanleiding hiervan de rente. De recente economische cijfers in China wezen tenslotte op een geleidelijke verzwakking van het groeimomentum. De verschuiving van een economisch model gedreven door investeringen en de uitvoer naar een model gedreven door de consumptie van de gezinnen woog op de activiteit, net als de inspanningen van de overheid om de afhankelijkheid van de economie t.o.v. de kredietgroei te verminderen. In het tweede kwartaal van 2014 herstelde de wereldwijde economische activiteit van de dip van het eerste kwartaal als gevolg van tijdelijke factoren zoals de uitzonderlijk koude winter in de VS en de sluiting van industriële fabrieken in China om de luchtvervuiling te beperken. Het economische momentum zat in een opgaande trend in de ontwikkelde economieën dankzij een toenemend vertrouwen, betere balansen in de privésector en een inschikkelijk monetair beleid. In de VS werd de activiteit vooral door de consumptie van de gezinnen gedragen, die van de minder strenge bezuinigingsmaatregelen, de dalende grondstoffenprijzen, een traag herstel op de arbeidsmarkt en een rijkdomseffect als gevolg van sterke aandelenmarkten profiteerden. Ook het aanvullen van de
—7—
ING (B) INVEST voorraden droeg aan de verbetering bij. In de eurozone bleef het economische herstel kwetsbaar en uiteenlopend. Terwijl de activiteit door de afname van de bezuinigingen van de regeringen en de verbetering van het ondernemers- en consumentenvertrouwen ondersteund werd, bleef ze door de hoge werkloosheid en de lage inflatie (0,5% in mei en juni) afgeremd. In het VK versterkte de economische activiteit dankzij een stevige binnenlandse vraag en een bloeiende vastgoedmarkt. De Japanse cijfers toonden dat de economie dankzij een stevige banengroei de btw-verhoging van 1 april heeft verteerd. In de opkomende wereld waren er tekenen van stabilisatie van de groei dankzij een sterkere uitvoer naar de ontwikkelde economieën en betere financiële voorwaarden. In China werd de verbetering door doelgerichte stimuleringsmaatregelen van de regering ten voordele van infrastructuurprojecten gesteund. De vastgoedsector bleef echter krimpen, wat een groot deel van het positieve effect van regeringsmaatregelen tenietdeed. De geopolitieke spanningen tussen Rusland en Oekraïne enerzijds en de sektarische spanningen in Irak anderzijds zorgden voor angst voor de gevolgen op de wereldeconomie in geval van escalatie. De wereldinflatie bleef laag ten opzichte van het historische gemiddelde, als gevolg van lage grondstoffenprijzen en overvloedige capaciteiten op wereldvlak. In het derde kwartaal van 2014 versterkte de wereldeconomie. De index van de inkoopmanagers, die de wereldwijde activiteit meet, steeg in augustus tot 55,1, een historisch hoog peil, dankzij een toename van de bestellingen, die een verdere stijging van de activiteit in de eerstkomende maanden suggereert. Deze positieve vooruitzichten werden de voorbije maanden bevestigd door historisch lage voorraden, stijgende bedrijfsinvesteringen en het gunstige effect van lagere energie- en voedingsprijzen op de gezinnen. De verbetering was vooral te danken aan de VS, de eerste economie ter wereld, waar de factoren die begin dit jaar op de groei hadden gewogen, snel verdwenen. In het Verenigd Koninkrijk bleef de activiteit sterk groeien dankzij het toenemende consumentenvertrouwen en de stijgende vastgoedprijzen. In Japan herstelde de economie in de zomer van haar inkrimping van het vorige kwartaal als gevolg van de BTW-verhoging op 1 april. De eurozone bleef de zwakke schakel van de wereldeconomie. De hoge werkloosheidsgraad, de begrotingsbezuinigingen en een rechtstreekse blootstelling aan de politieke spanningen in Oekraïne wogen op de Europese groei. Tijdens de zomer vertraagde de groei tenslotte opnieuw in de opkomende wereld. Dit was te wijten aan de teleurstellende groei van de wereldhandel, de dalende vraag uit China en strakkere financiële voorwaarden. In China ondermijnden de hoge kredietgroei van de voorbije jaren en de overcapaciteiten in de vastgoedsector de binnenlandse vraag. Een stijging van de uitvoer kon wel deze impact temperen. Monetair beleid Het monetaire beleid van de grote centrale banken bleef heel inschikkelijk in het laatste kwartaal van 2013. De beslissing van de Federal Reserve in september om de tapering uit te stellen had een stabiliserend effect op de markten. In de laatste maanden van 2013 begonnen de beleggers geleidelijk te beseffen dat de Fed een onderscheid maakt tussen tapering en het rentebeleid. In december 2013 zei de Amerikaanse centrale bank dat ze haar maandelijkse aankopen van financiële activa in januari 2014 met 10 miljard USD (naar 75 miljard USD) zou verminderen en dat ze die aankopen in de loop van 2014 verder zou verlagen als het economische herstel aanhield. De Fed voegde eraan toe dat de basisrente nog lange tijd dicht bij nul zal blijven. In Europa onderstreepte de ECB andermaal de focus van de centrale bank om het herstel nog lang te ondersteunen. Als gevolg van het zwakke economische herstel en het deflatierisico verlaagde de ECB in november de refirente van 0,5% naar 0,25%, terwijl ze nog steeds van plan was om de rente nog lange tijd laag te houden. In het vierde kwartaal handhaafde de Bank of England haar basisrente op het bodempeil van 0,5%, alsook haar programma van activa-aankopen, hoewel ze meende dat de economie het beter deed. In Japan liet de BoJ haar extreem soepele beleid onveranderd. Ze wou nog steeds de geldhoeveelheid ieder jaar met 60 tot 70 triljoen yen verhogen. In de gehele opkomende wereld bleven de financiële voorwaarden eerder strak als gevolg van kapitaaluitstromen en de noodzaak om de inflatie te bestrijden. De meest aangetaste landen zijn de landen die afhankelijk zijn van buitenlands kapitaal om de tekorten op hun lopende rekening te financieren (Brazilië, Turkije, Zuid-Afrika en India). In verschillende landen moest de centrale bank de rente verhogen om kapitaalvlucht te vermijden en de inflatiespanningen tegen te gaan. In het eerste kwartaal van 2014 bleven de centrale banken van de ontwikkelde economieën een inschikkelijk monetair beleid voeren. Tegelijk werden de financiële voorwaarden in verschillende opkomende landen verstrakt. De Amerikaanse Federal Reserve hield de rente dicht bij nul om het economisch herstel verder te ondersteunen. In het kielzog van de verbetering van de economie en de daling van de werkloosheidsgraad, verminderde de Amerikaanse centrale bank haar maandelijkse aankopen van activa met 10 miljard USD in januari, februari en maart. Tegelijk beloofde de Federal Reserve om de rente lange tijd laag te houden. De Europese Centrale Bank (ECB) hield de refirente onveranderd op 0,25% in het eerste kwartaal van 2014, daar ze zich tevreden toonde met het trage, doch langzame herstel van de economie van de eurozone. De deflatierisico’s werden gebagatelliseerd en de ECB zei dat ze instrumenten heeft om zo nodig dergelijke ontwikkelingen tegen te werken. De Bank van Japan zette haar extreem soepele beleid voort. Door de vrees over de gevolgen van de verhoging van de
—8—
ING (B) INVEST consumptiebelasting op het economische herstel handhaafde de centrale bank haar programma van activa-aankopen om de economie te ondersteunen. De opkomende economieën bleven kwetsbaar voor uitstroom van kapitaal als gevolg van het gebrek aan hervormingen in de regio en politieke spanningen. Landen die afhankelijk zijn van buitenlands kapitaal om hun tekorten op de lopende rekening te financieren (Brazilië, Indonesië, Turkije, Zuid-Afrika en India) moesten hun officiële rente verhogen om het wegvloeien van kapitaal tegen te gaan. De Chinese centrale bank had het moeilijk om het aantal kredieten van de niet-bancaire instellingen te verminderen zonder de kwetsbare economische groei in gevaar te brengen. In het tweede kwartaal van 2014 bleef het monetaire beleid door de zwakke nominale wereldgroei en de matige inflatiespanningen inschikkelijk in de ontwikkelde economieën. In de VS verminderde de Federal Reserve na elke beleidsvergadering haar maandelijkse aankopen van staatsleningen met 10 miljard USD. De voorzitter van de Federal Reserve, Janet Yellen, bevestigde dat het programma, dat in juli tot 35 miljard USD werd gereduceerd, in principe tegen het einde van het jaar ten einde zal lopen. De Europese Centrale Bank verlaagde haar inflatieverwachting voor dit jaar naar 0,7%, wat ruim onder de doelstelling van zowat 2% ligt. Op 5 juin kondigde de ECB belangrijke maatregelen aan om de deflatie tegen te gaan. Ze verlaagde de refirente met 10 basispunten naar 0,15% en de depositorente naar-0,1% (tegen 0% vroeger). Om de kredieten aan de privésector te ondersteunen, bood ze ook een kredietfaciliteit van 400 miljard euro aan de banken. En tenslotte beloofde ze om aan een programma van activa-aankopen te werken. Ondanks het sterke economische herstel en de stijging van de woningprijzen handhaafde de Bank of England haar basisrente op het bodempeil van 0,5%. Verantwoordelijken van de centrale bank zeiden dat de kans op een renteverhoging dit jaar nog groter is dan wat de beleggers verwachten. De Japanse consumentenprijzen stegen in mei met 3,4% ten opzichte van 12 maanden eerder. Deze grootste stijging sinds 32 jaar was te wijten aan hogere prijzen in de nutssector en een verhoging van de consumptietaks. De Bank of Japan liet haar monetaire beleid in het tweede kwartaal onveranderd omdat ze geloofde dat de inflatie in 2015 2% zal bereiken. De daling van de lantermijnrente in de ontwikkelde economieën zette de beleggers ertoe aan om naar de opportuniteiten in de opkomende wereld te kijken. De toestand bleef echter kwetsbaar in deze regio. De centrale banken van verschillende landen verhoogden de rente tijdens het kwartaal om de uitstromen van kapitalen in te perken. In het derde kwartaal van 2014 kon het monetaire beleid in de ontwikkelde economieën uiterst inschikkelijk blijven door de lage inflatie en de ruime output gaps. Er waren wel duidelijke verschillen tussen de VS en het VK enerzijds en de eurozone en Japan anderzijds. In een context van aanhoudende economische groei, dalende werkgelegenheid en matige inflatie liet de Amerikaanse Federal Reserve de basisrente tijdens de zomer onveranderd tussen 0% en 0,25%. Voorts verminderde ze haar obligatieaankopen met 10 miljard dollar na elke vergadering van het Federal Open Market Committee. De Fed zei dat dit programma tegen eind oktober ten einde zal komen. De Fed herhaalde dat ze de rente nog lange tijd op het huidige peil zal handhaven en verwacht een rente tussen 1,25% en 1,5% tegen eind 2015. In de eurozone verlaagde de Europese Centrale Bank in september de basisrente met 10 basispunten naar 0,05% en de depositorente naar-0,2% omdat het economische herstel verzwakte en de inflatie laag bleef. De ECB kende ook leningen aan commerciële banken toe om de privésector te financieren. Vanaf oktober zal ze bovendien financiële activa zoals covered bonds en asset backed securities kopen. In Japan geloofde de Bank of Japan nog steeds dat de inflatie de doelstelling van 2% tegen eind 2015 zal bereiken. Hiervoor bleef ze haar monetaire basis met 60.000 tot 70.000 miljard yen per jaar uitbreiden via aankopen van financiële activa. In de opkomende wereld voerden de centrale banken van bepaalde landen een strak monetair beleid, misschien te strak op grond van de zwakke groei en de lager dan verwachte inflatie. In deze landen rechtvaardigde de kwetsbaarheid ten opzichte van kapitaaluitstromen een strak monetair beleid terwijl de speculatie over een eerste renteverhoging door de Amerikaanse Federal Reserve aan het stijgen was. Obligatiemarkten Tijdens de laatste drie maanden van 2013 kenden de veiligste staatobligaties eerder een zijdelings verloop. De rente op tienjarige Amerikaanse staatsleningen bewoog binnen een bandbreedte van circa 50 basispunten tussen 2,5 en 3%, terwijl de rente op Duitse staatsobligaties tussen 1,65 en 2% schommelde. De rente eindigde het kwartaal aan de hoge kant van de bandbreedte, maar vergeleken met het verleden is het renteniveau nog steeds laag. De rente daalde oorspronkelijk naar 2,5% (VS) en 1,65% (Duitsland) in oktober vanwege de beslissing van de Federal Reserve om de tapering in september niet te starten. In Europa werd het opwaartse potentieel van de rente van de staatsobligaties door het zwakke economische herstel, de zeer lage inflatiecijfers en een renteverlaging beperkt. In december steeg de Amerikaanse en de Duitse rente echter als gevolg van de sterke economische gegevens in de VS en Duitsland en van de aankondiging van het begin van de tapering door de Federal Reserve in januari 2014. Hoewel de vraag naar Duitse staatsleningen in december begon af te zwakken, bleef de vraag naar staatspapier van landen zoals Spanje, Italië, Portugal en Ierland stevig. Tijdens het kwartaal deden investment grade bedrijfsobligaties het beter dan Duitse staatsleningen, met een inkrimping van de spreads van 134 naar 115 basispunten. Vooral investment grade obligaties uitgegeven door ondernemingen uit de
—9—
ING (B) INVEST periferielanden van de eurozone presteerden goed. De context bleef ook gunstig voor hoogrentende bedrijfsobligaties omdat het marktsentiment door de toenemende signalen van een uitbreiding van het wereldwijde economische herstel ondersteund werd. Voor obligaties van opkomende landen in harde munten en in plaatselijke munten bleven de marktvoorwaarden ten slotte volatiel en moeizaam gelet op kapitaaluitstromen, de zwakkere economische groei, de depreciatie van de plaatselijke munten en het strakke monetaire beleid in verschillende opkomende landen. De rente op tienjarige Amerikaanse en Duitse staatsleningen liep in het eerste kwartaal van 2014 terug. De rente op Amerikaanse tienjarige staatsobligaties daalde van 3% naar 2,7% door de toegenomen risicoaversie bij beleggers als gevolg van de verslechterde vooruitzichten voor opkomende markten en China en de escalatie van de spanningen in Oekraïne. Ook een aantal tegenvallende economische cijfers in de VS droeg bij aan de daling van de rente. In de eurozone daalde de rente op tienjarige Duitse staatsleningen licht (van 1,9% naar 1,6%). Duitse staatsobligaties waren in trek door hun status van veilige haven. Ook de lager dan verwachte inflatie droeg bij aan de neerwaartse druk op de rente. De staatsobligaties van periferielanden van de eurozone zoals Spanje en Italië behoorden tot de best presterende activaclasses omdat betere economische cijfers in de periferie, evenals de relatief goede marktliquiditeit (ten opzichte van andere risicovolle obligatiesegmenten) vanaf eind januari bijdroegen aan het aantrekken van de beleggingsstromen richting deze categorie. Andere obligatiesegmenten deden het ook relatief goed. Bedrijfsobligaties profiteerden van het positieve economische momentum en van de gunstige kapitaalstromen. Hoogrentende bedrijfsleningen kenden een sterk eerste kwartaal. Zowel in de VS als in Europa joegen beleggers op nieuwe uitgiften, die slechts in beperkte mate aanwezig waren. Staatsobligaties van de opkomende markten kenden een zwak begin van het jaar, aangezien het sentiment rond opkomende markten in januari verslechterde als gevolg van een behoorlijke stroom aan negatief nieuws. Later werd het sentiment beter daar beleggers positiever over de wereldeconomie werden en het risico van een harde landing in China op de achtergrond raakte. Staatsobligaties van de opkomende markten in harde valuta sloten het kwartaal met een licht positief rendement af, hoewel de activaklasse nog te kampen had met uitstroom, die voornamelijk op het conto kwam van particuliere beleggers. Obligaties van de opkomende markten in plaatselijke munt herstelden fors van hun zwak begin van het jaar. Zowel de obligaties als de munten droegen tot de resultaten bij. Tegen de meeste verwachtingen in daalde de rente van de veilige staatsobligaties in 2014, waarbij de daling in het tweede kwartaal zelfs versnelde. De rente op Amerikaanse tienjarige staatsobligaties stond onder neerwaartse druk. Het laagste renteniveau werd op 28 mei bereikt (2,44%). De Amerikaanse macro-economische cijfers ontwikkelden zich gunstig, maar zij waren niet sterk genoeg om de angst voor een eerdere verkrapping door de Federal Reserve te doen verdwijnen. De rente op Duitse tienjarige staatsobligaties zakte tegelijk naar 1,25%, het laagste peil sinds bijna 12 maanden en dicht bij de historische bodem van 1,2% die in 2012 werd bereikt. Zoals ook in het eerste kwartaal het geval was, reageerden beleggers sterker op de dalende inflatie en de perceptie over het toekomstige beleid van de ECB dan op de indicatoren die wijzen op een aanhoudend matig economisch herstel in de eurozone. Het gevolg van deze focus, die nog werd versterkt door de acties en communicatie van de centrale bank op 5 juni, was dat de rente op Duitse staatsleningen verder daalde. Aan de neerwaartse rentedruk zullen de geopolitieke onzekerheden (Oekraïne) hebben bijgedragen. De dalende trend in de rentes op staatsleningen van landen als Spanje, Italië, Portugal en Ierland hield in het tweede kwartaal aan. De verbetering van de economische cijfers in de periferie alsmede de relatief goede marktliquiditeit (ten opzichte van andere spreadcategorieën) droegen ook in het tweede kwartaal bij aan het aantrekken van de beleggingsstromen richting deze categorie. De spread van de investment grade bedrijfsobligaties van de eurozone daalde in het tweede kwartaal van 110 basispunten naar 101 basispunten. Ook hoogrentende bedrijfsleningen kenden opnieuw een sterk kwartaal. De gunstige omgeving voor risicovollere beleggingscategorieën leidde ertoe dat de risicopremie op hoogrentende bedrijfsleningen verkrapte van 361 basispunten aan het begin van het tweede kwartaal naar 343 basispunten aan het einde van het kwartaal. Obligaties van de opkomende markten profiteerden van de zoektocht van internationale beleggers naar een behoorlijk rendement en van macro-economische indicatoren die minder ongunstig waren dan verwacht. In Europa bleef het verloop van de risicobereidheid mede afhankelijk van de mate waarin de spanningen tussen Oekraïne en Rusland toenamen of afnamen. Argentinië kreeg te maken met een rechterlijke uitspraak in de VS die in het voordeel uitviel van een aantal hedge funds. De crisis in Irak en de toegenomen spanningen in het Midden-Oosten in het algemeen in juni leidden ertoe dat de risicopremies in de betreffende landen sterk opliepen. Besmetting naar andere landen bleef echter uit. In het derde kwartaal van 2014 schommelde de Amerikaanse 10-jaarsrente rond 2,50%. Ondanks gunstige macro-economische cijfers stond de Amerikaanse rente in juli en augustus onder neerwaartse druk door de matige inflatie en de inschikkelijke ’forward guidance’ van de Federal Reserve. De aanvankelijke druk keerde in september snel om toen de sterke Amerikaanse economische cijfers de beleggers ertoe aanzetten om een renteverhoging te vrezen. In de eurozone daalde de Duitse 10-jaarsrente tijdens het kwartaal verder van 1,25% naar 0,95%. Het beleid van de ECB, de afzwakkende economische trend in Europa, de dalende inflatieverwachtingen en de geopolitieke spanningen (Oekraïne, Midden-Oosten) droegen tot de neerwaartse druk bij. De maatregelen van de ECB en betere economische cijfers zorgden ook voor een daling van de rente op staatsobligaties van landen zoals
—10—
ING (B) INVEST Spanje, Italië, Portugal en Ierland. De Japanse staatsobligatiemarkt bewoog tijdens de zomer binnen een zeer beperkte bandbreedte: de 10-jaarsrente schommelde tussen 0,49% (28/8) en 0,58% (16/9). Investment grade bedrijfsobligaties bleven aantrekkelijk dankzij de matige economische groei, de lage inflatie en het soepele beleid van de ECB. Hoogrentende bedrijfsobligaties werden daarentegen aangetast door de vrees dat de Federal Reserve de rente vroeger dan verwacht zou verhogen evenals door een negatieve opmerking over de activaklasse van de voorzitter van de Federal Reserve, Janet Yellen. Zo steeg de rente op de wereldwijde hoogrentende bedrijfsleningen van 4,7% eind juni tot 5,7% eind september. Staatsobligaties van de opkomende markten profiteerden aanvankelijk van de zoektocht van internationale beleggers naar rendement. Maar vanaf eind augustus kreeg de activaklasse last van zwakkere economische indicatoren in China en het vooruitzicht van een rentestijging in de VS. Al bij al steeg de risicopremie op staatsobligaties van opkomende markten in harde valuta van 269 basispunten aan het begin van het kwartaal tot 299 basispunten eind september. Obligaties van opkomende markten in lokale munten verloren ook een beetje terrein tijdens het kwartaal, met een stijging van de benchmarkrente van 6,54% eind juni tot 6,74% eind september. De stijging van de Amerikaanse obligatierendementen in september, de aanhoudende appreciatie van de dollar en de toenemende vrees voor renteverhogingen door de Federal Reserve wogen verder op de munten van de regio. De Turkse lira, maar ook de munten van andere landen die voor hun financiering afhankelijk zijn van buitenlands kapitaal (zoals Brazilië, Indonesië en Zuid-Afrika) gingen fors achteruit. Aandelenmarkten De aandelenmarkten hebben het jaar 2013 in stijl afgesloten. Wereldwijde aandelen hebben een fraai aandelenjaar op passende wijze afgesloten: zij stegen in het vierde kwartaal met 6,1%. Het monetaire en begrotingsbeleid in de VS speelde een belangrijke rol in het vierde kwartaal. De sluiting van de overheid voor ruim twee weken in oktober is er niet in geslaagd om het vertrouwen van consumenten en ondernemers in de Amerikaanse economie te ondermijnen daar de banengroeicijfers in oktober en november een sterke verbetering lieten zien. Ook andere economische indicatoren duidden op een aantrekkend economisch herstel. Dit gaf de Federal Reserve het vertrouwen om in december het begin van de afbouw van haar obligatie-opkoopprogramma aan te kondigen. Bovendien werd in het Amerikaanse Congres een akkoord bereikt over de federale begroting voor 2014 en 2015. Het was dan ook niet verrassend dat de Amerikaanse aandelenmarkt de grootste stijging van alle regionale beurzen liet zien (+8,4% in euro). Europese aandelen konden 6% omhoog. Economische cijfers wezen op een langzaam doch geleidelijk verder herstel van de economie van de Eurozone. Ook kwam de eurocrisis verder op de achtergrond. In december werden immers belangrijke stappen gezet in de richting van een bankenunie. Japanse aandelen stegen sterk in lokale valuta (+9,6%), maar hiervan resteerde 0,5% in euro als gevolg van de forse verzwakking van de yen. De aanhoudende verbetering van de economische cijfers duidde erop dat het beleid van premier Abe aansloeg. Opkomende markten bleven nagenoeg ter plaatse trappelen (+0,1% in euro). Economische cijfers toonden over het algemeen verbetering maar sommige opkomende landen kampten met toenemende macro-economische onevenwichten, zoals grote tekorten op de lopende rekening. Alle sectoren lieten in het vierde kwartaal een stijging optekenen. Cyclische sectoren, die het meest profiteren van het economisch herstel, deden het over het algemeen net iets beter dan defensieve sectoren. De cyclische sector basismaterialen, in het derde kwartaal nog de grootste stijger, presteerde echter onder het gemiddelde (+2,6%). Ondanks de verbetering van de economische cijfers in China, ’s werelds grootste grondstoffenconsument, leed de sector onder het ruime aanbod van industriële metalen, waardoor prijzen onder druk stonden. De technologiesector was met een stijging van 10% de best presterende sector. Opvallend was dat ook de, als defensief bekend staande, sectoren telecomdiensten (+8%) en gezondheidszorg (+7,1%) goed presteerden. 2014 startte met hooggespannen verwachtingen voor wereldwijde aandelen, maar die verwachtingen werden in het eerste kwartaal niet ingelost. Wereldwijde aandelen wonnen slechts 1,4% in euro, terwijl de volatiliteit groot was. Koplopers waren de aandelenmarkten van de volwassen economieën van Azië (ex-Japan) met een stijging van 3%, gevolgd door Europese (+2,2%) en Amerikaanse aandelen (+1,8%). Japan was de grootste daler (-5,5%), terwijl de opkomende markten 0,4% moesten inleveren. In Europa vielen de sterke prestaties van de landen uit de periferie van de eurozone op. Zo boekten Portugese aandelen een winst van 16%, konden Griekse aandelen 15% omhoog, terwijl Italiaanse aandelen 14% hoger noteerden. Spanje bleef achter met een stijging van ’slechts’ 4%. De gemengde prestaties van de wereldwijde aandelen in het eerste kwartaal waren vooral te verklaren door de toenemende onzekerheid tijdens die periode. Tekenen van stijgende systeemrisico’s in China, geopolitieke spanningen over de Krim en een afnemende zichtbaarheid op het toekomstige beleid van de centrale banken zorgden voor verwarring. Bovendien temperden heel wat marktspelers hun korte-termijnverwachtingen over de wereldwijde conjunctuur, omwille van de publicatie van licht tegenvallende macrocijfers en de naderende BTW-verhoging in Japan. Deze toenemende onzekerheden beperkten de winsten op de Amerikaanse en Europese aandelenmarkten. Ze wogen in nog grotere mate op de Japanse en opkomende aandelenmarkten. Een belangrijke oorzaak van de zwakke prestaties van Japan was de onzekerheid over de gevolgen van de BTW -verhoging
—11—
ING (B) INVEST (van 5% naar 8%) per 1 april. Ook rezen er twijfels over de doeltreffendheid van het beleid van premier Abe (“Abenomics”). Opkomende markten verloren ’slechts’ 0,4%, doordat zij aan het einde van het kwartaal sterk herstelden daar de lage waarderingen koopjesjagers aantrokken. Als we naar de sectoren keken, zagen we op het eerste gezicht signalen dat beleggers meer risico-avers waren geworden. De defensieve sectoren nutsbedrijven (+8,6%) en gezondheidszorg (+6%) waren namelijk de grootste stijgers van het kwartaal, terwijl de cyclische sector duurzame consumentengoederen met een min van 2,1% de grootste daler was. Wereldwijde aandelen hebben een sterk tweede kwartaal gekend. Eind juni stond er een plus van 5,6% (in euro) voor de MSCI World op de koersenborden. Na een per saldo vrij vlak eerste kwartaal, hervatten de aandelenmarkten in de loop van het tweede kwartaal de opwaartse trend die kenmerkend was voor 2013. Economische cijfers duidden er in toenemende mate op dat de dip in de economische groei in het eerste kwartaal van tijdelijke aard was geweest. Ook wat de opkomende markten betreft, leek de bodem in de economische cyclus in de buurt of mogelijk al gepasseerd. In China leken op korte termijn de neerwaartse risico’s voor de groei te zijn afgenomen. Bovendien werd het duidelijk dat aandelenmarkten op de steun van de grote centrale banken konden blijven rekenen. De ECB-maatregelen werden als positief gezien voor de landen in de periferie van de eurozone. Zij waren, in tegenstelling tot het eerste kwartaal, echter niet de grootste stijgers op de aandelenmarkten. Die rol was weggelegd voor de markten die in het eerste kwartaal achtergebleven waren. Japan stond met een stijging van 7,4% bij de lijstaanvoerders wat betreft de regio’s. Ook opkomende markten herstelden van een zwak eerste kwartaal; zij stegen eveneens met 7,4%. De VS (+5,9%) en Europa (+4,4%) bleven achter bij bovengenoemde regio’s. Net als in het eerste kwartaal lagen de rendementen wat betreft sectoren vrij dicht bij elkaar. Er waren ook geen noemenswaardige verschillen tussen defensieve en cyclische sectoren. Er stak echter één sector met kop en schouders boven de rest uit: terwijl overige sectoren tussen +4% en +8% omhoog konden, noteerde de energiesector op 30 juni maar liefst 13% hoger. De stijging van de olieprijs, voor een groot deel als gevolg van de toename van het geweld in Irak, was een belangrijke factor achter de performance van de energiesector. In het derde kwartaal van 2014 boekten wereldwijde aandelen opnieuw een sterk resultaat ondanks toenemende onzekerheden zoals de geopolitieke spanningen in Oekraïne en het Midden-Oosten, de haperingen van het economische herstel in de eurozone, de correctie op de vastgoedmarkt in China, het vooruitzicht van een hogere rente in de VS en het referendum over de Schotse onafhankelijkheid. Ondanks deze tegenwind bleef het sentiment al bij al positief voor aandelen over het gehele kwartaal. Economische cijfers wezen op een aanhoudend herstel van de wereldeconomie, dat duidelijk door de VS gedreven wordt. En ondanks de toenemende onrust in verschillende gebieden kenden de olieprijzen vanaf half juni een scherpe daling. Daarnaast droegen de tegenvallende economische cijfers en de afnemende inflatie in de eurozone bij aan de verwachting dat de ECB met nieuwe maatregelen zou komen. De depreciatie van de euro tegenover de dollar speelde een belangrijke rol in de regionale prestaties. Amerikaanse aandelen wonnen 9,4% in euro, maar ’amper’ 1% in dollar. Aandelen uit de opkomende markten verloren 3,4% in dollar, maar gingen in euro met 4,7% omhoog. Europese aandelen bleven duidelijk achter, al lieten zij nog altijd een stijging zien van 0,8%. Energie was van verre de slechtst presterende sector in het derde kwartaal. Door de forse daling van de olieprijzen verloor de sector een deel van de winsten van de vorige drie maanden. De energiesector leverde 1,7% (in euro) in. Defensieve sectoren deden het meestal iets beter dan cyclische sectoren. Technologie was niettemin de koploper met een winst van 12,5%, dankzij sterke kwartaalcijfers voor namen zoals Facebook en Twitter. Gezondheidszorg volgde op de voet met een stijging van 12,2%. Vooruitzichten Recente indicatoren geven ons geen reden om ons groeiscenario voor de wereldeconomie aan te passen. Voor de komende kwartalen verwachten we nog steeds een wereldwijde economische groei die iets boven het gemiddelde zal liggen. De groei zal door de Amerikaanse economie geleid worden, met enkele neerwaartse risico’s in Japan en iets grotere neerwaartse risico’s in de eurozone en China. Positief is dat er eindelijk opnieuw sprake is van stijgende bedrijfswinsten (al verschilt het tempo per regio). Tevens zijn de inflatie en de loongroei nog altijd laag. Dat biedt centrale banken de gelegenheid om een aanhoudend soepel beleid te voeren. De werkgelegenheidsgroei houdt goed stand in de VS, het VK en Japan, verbetert ietwat in de eurozone en verslechtert niet gevoelig in de opkomende landen. Samen met de stabilisatie van de financiële voorwaarden in de opkomende markten, met een verdere versoepeling in de ontwikkelde landen en dalende energie- en voedingsprijzen, betekent dit dat de groei van de wereldwijde consumentenuitgaven behoorlijk zou moeten blijven. Ondertussen zullen de bedrijfsinvesteringen profiteren van de lage financieringskosten, de dalende onzekerheid, de stijgende vraag, de winstgroei en een aanzienlijke inhaalvraag (door de hoge gemiddelde levensduur van bestaande kapitaalgoederen). Al bij al zou de wereldeconomie dus van een positieve spiraal moeten profiteren tussen het verlangen van de gezinnen en de bedrijven om hun sparen te verminderen. De verdere versoepeling van de wereldwijde liquiditeitsvoorwaarden en de afname van de begrotingsbezuinigingen ondersteunen deze spiraal.
—12—
ING (B) INVEST In de eurozone en Japan verwachten we een verdere monetaire versoepeling. In de VS zou de eerste renteverhoging volgens ons in het derde kwartaal van 2015 moeten gebeuren, hoewel er een kans is op een vroegere verhoging (tweede kwartaal). Na de eerste renteverhoging verwachten we dat de rente in het kielzog van de economische cijfers geleidelijk zal stijgen. Voor de financiële markten suggereren deze vooruitzichten dat risicovolle activa het in de eerstkomende maanden verder beter zullen doen. We blijven dus aandelen boven andere activaklassen verkiezen. Toch worden we iets voorzichtiger door de toenemende onzekerheden (geopolitiek, naderend einde van het opkoopprogramma van obligaties in de VS, teleurstellende cijfers in China). Bedrijven hebben zeer gezonde balansen en in combinatie met positieve winstvooruitzichten en gunstige kredietvoorwaarden heeft dit een positief effect op de bedrijfsactiviteit. Het fundamentele plaatje voor de activaklasse blijft gunstig. Bedrijven kopen veel eigen aandelen in, verhogen hun dividend en doen overnames. Op geografisch vlak hebben we een voorkeur voor Japanse en Europese aandelen. De winstgroei van Japanse aandelen is immers heel sterk, maar de waarderingen, die nog onder het wereldwijde gemiddelde liggen, weerspiegelen die rendabiliteitswinsten niet. Amerikaanse aandelen overwegen we vooral door de beter dan verwachte winsten en de positieve verrassingen in de economische cijfers. Voor de obligatierente verwachten we een stijging ten opzichte van de huidige niveaus als de economie verder opleeft. Tijdens de komende 6 tot 12 maanden zou de stijging wel matig moeten blijven, omdat structurele veranderingen, zoals demografische trends en nieuwe reglementen, voor een grotere vraag naar obligaties hebben gezorgd. In de eurozone verwachten we dat de rente op staatsobligaties (Duitsland) 2014 op een hoger peil zal afsluiten door de betere economische indicatoren in de eurozone en de hogere rente in de VS. We denken bijgevolg dat het – al grotere – renteverschil tussen de Amerikaanse en de Duitse staatsobligaties nog iets zal toenemen, vooral door het uiteenlopende monetaire beleid. Het bescheiden herstel en de schuldafbouw in Europa blijven de investment grade bedrijfsobligaties ondersteunen. Gezien het inschikkelijke beleid van de ECB, geldt dit vooral voor de financiële sector. De vooruitzichten op middellange termijn voor hoogrentende bedrijfsobligaties en obligaties van opkomende markten in harde valuta blijven positief omdat beleggers nog steeds op zoek zijn naar aantrekkelijke rendementen. Voorstel tot dividend De Raad van Bestuur stelt op de Algemene Vergadering van de aandeelhouders voor om de volgende dividenden uit te keren : (1) voor coupon nr. 19 - ING (B) Invest BELGIUM : 55,00 EUR bruto (41,25 netto) (1) voor coupon nr. 19 - ING (B) Invest BELGIAN HIGH DIVIDEND : 85,00 EUR bruto (63,75 netto) (1) voor coupon nr. 19 - ING (B) Invest GERMANY : 45,00 EUR bruto (33,75 netto) betaalbaar op 18 december 2014. De bepaling van het dividend houdt rekening met de marktvoorwaarden van het afgelopen boekjaar en is onderworpen aan art. 228 van het KB van 12/11/2012 ( voorheen art. 27 van het KB van 10/11/2006), bepalend : (1) - in §1 2° b), dat het dividend de tijdens het boekjaar daadwerkelijk ontvangen interesten, dividenden en verwezenlijkte meerwaarden niet mag overschrijden.
—13—
ING (B) INVEST
1.3.
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS
Conform artikel 134, § 2 en 4 van het wetboek der vennootschappen, melden we u dat de commissaris en de personen met wie hij professioneel samenwerkt, honoraria hebben aangerekend zoals vermeld in onderstaande tabel: Bezoldiging van de commissaris(sen) Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris(sen)
16.967,94(1)
Andere controleopdrachten Belastingadviesopdrachten Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris(sen) verbonden is (zijn) Andere controleopdrachten Belastingadviesopdrachten Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten
-
(1) Ontvangen bezoldiging door de commissaris in het kader van zijn mandaat (EUR, BTW inclusief)
—14—
-
ING (B) INVEST
—15—
ING (B) INVEST
—16—
ING (B) INVEST
—17—
ING (B) INVEST
1.4.
GEGLOBALISEERDE BALANS
II. A. a. C. a. b. E. F. m. III. A. IV. A. a. b. B. a. d. e. V. A. VI. B. C. A. B. C. D.
TOTAAL NETTO ACTIEF Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten Obligaties en andere schuldinstrumenten Obligaties a.1. Obligaties Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren Aandelen a.1. Aandelen ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming ICB’s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Financiële derivaten Op financiële indexen ii. Termijncontracten (+/-) Vorderingen en schulden op méér dan één jaar Vorderingen Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar Vorderingen Te ontvangen bedragen Fiscale tegoeden Schulden Te betalen bedragen (-) Collateral (-) Andere (-) Deposito’s en liquide middelen Banktegoeden op zicht Overlopende rekeningen Verkregen opbrengsten Toe te rekenen kosten (-) TOTAAL EIGEN VERMOGEN Kapitaal Deelneming in het resultaat Overgedragen resultaat Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
30/09/2014 EUR 220 863 611,80 210 393 497,60
30/09/2013 EUR 220 800 550,46 211 236 740,92
210 393 497,60
1 805 423,50 1 805 423,50 1 805 423,50 208 899 637,14
201 251 967,60 201 251 967,60 9 141 530,00 124 707,93 124 707,93 671 731,56 842 354,28 749 389,00 92 965,28 -170 622,72 -154 500,89 -16 121,83 10 067 350,88 10 067 350,88 -393 676,17 -393 676,17 220 863 611,80 190 535 020,72 -2 288 832,55 1 200 000,00 31 417 423,63
201 326 777,14 201 326 777,14 7 572 860,00 531 496,50 183,78 183,78 183,78 144 747,44 144 747,44 3 677 419,70 4 255 789,88 2 655 566,10 1 600 223,78 -578 370,18 -559 440,16 -183,78 -18 746,24 6 119 966,96 6 119 966,96 -378 324,56 16 891,32 -395 215,88 220 800 550,46 187 522 900,96 -2 135 643,04 1 400 000,00 34 013 292,54
30/09/2014 EUR -
30/09/2013 EUR 15 120,00 15 120,00 15 120,00 201 346,22 201 346,22
Posten buiten-balanstelling
I. A. b. III. A.
Zakelijke zekerheden (+/-) Collateral (+/-) Liquide middelen/deposito’s Notionele bedragen van de termijncontracten (+) Gekochte termijncontracten
—18—
ING (B) INVEST
1.5.
GEGLOBALISEERDE RESULTATENREKENING
I. A. a. C. a. b. D. E. F. l. ii. H. b. II. A. B. a. b. C. E. a. b. III. A.
B. IV. A. B. C. D. a. b. E. F. H. J. K.
V. VI. VII.
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden Obligaties en andere schuldinstrumenten Obligaties Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren Aandelen ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming Andere effecten ICB’s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Financiële derivaten Op financiële indexen Termijncontracten Wisselposities en - verrichtingen Andere wisselposities en –verrichtingen Opbrengsten en kosten van de beleggingen Dividenden Interesten (+/-) Effecten en geldmarktinstrumenten Deposito’s en liquide middelen Interesten in gevolge ontleningen (-) Roerende voorheffingen (-) Van Belgische oorsprong Van buitenlandse oorsprong Andere opbrengsten Vergoeding tot dekking van de kosten van verwerving en realisatie van de activa, tot ontmoediging van uittredingen en tot dekking van leveringskosten Andere Exploitatiekosten Verhandelingsen leveringskosten betreffende beleggingen (-) Financiële kosten (-) Vergoeding van de bewaarder (-) Vergoeding van de beheerder (-) Financieel beheer Administratief- en boekhoudkundig beheer Administratiekosten (-) Oprichtings- en organisatiekosten (-) Diensten en diverse goederen (-) Taksen Andere kosten (-) Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) Subtotaal II + III + IV Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het resultaat Belastingen op het resultaat Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
—19—
30/09/2014 EUR 28 153 293,19
30/09/2013 EUR 29 037 871,62
28 093 311,45
-22 459,06 -22 459,06 28 943 504,82
27 244 001,96 849 309,49 59 981,75 -0,01 -0,01 6 536 084,49 7 935 756,50 -1 399 672,01 -1 156 365,39 -243 306,62 0,02 -
28 570 237,41 373 267,41 35,96 80 958,60 35 831,27 35 831,27 35 831,27 0,03 0,03 8 175 514,98 8 608 501,81 56 895,07 57 389,67 -494,60 -1 544,71 -488 337,19 -39 250,00 -449 087,19 5,69 5,69
0,02 -3 271 913,89 -186 797,44
-3 200 069,50 -209 911,20
-12 421,27 -84 328,19 -2 679 507,01 -2 456 214,84 -223 292,17 -2 153,64 -19 101,82 -68 467,90 -198 927,41 -20 209,21 3 264 170,62
-6 710,09 -82 509,01 -2 590 897,62 -2 375 419,52 -215 478,10 21 685,13 -98 181,19 -219 214,04 -14 331,48 4 975 451,17
31 417 463,81
34 013 322,79
-40,18 31 417 423,63
-30,25 34 013 292,54
ING (B) INVEST
RESULTAATVERWERKING
I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) a. b. c.
II. III. IV.
Overgedragen winst (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) (Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal (Over te dragen winst) over te dragen verlies (Dividendenuitkering)
—20—
30/09/2014
30/09/2013
EUR
EUR
30.328.591,08
33 277 649,50
1.200.000,00 31.417.423,63
1 400 000,00 34 013 292,54 -2 135 643,04
-2.288.832,55 -28.669.585,01 -1.200.000,00 -459.006,07
-31 472 162,28 -1 200 000,00 -605 487,22
ING (B) INVEST
1.6.
SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS
1.6.1. Samenvatting van de regels Algemeen Elke dag dat er een inschrijving of een terugkoop van deelbewijzen plaatsvindt, wordt de waarde van de activa berekend en een permanente inventaris van het geheel van activa, rechten, lopende transacties, obligaties en schulden opgesteld. Oprichtingskosten De oprichtingskosten worden lineair afgeschreven in jaarlijkse schijven van minstens vijfentwintig procent van de reëel uitgegeven bedragen. Effecten, verhandelbare effecten en andere financiële instrumenten Waardering van de effectenportefeuille De waarden die zijn opgenomen op een officiële koerslijst of op een andere gereglementeerde markt worden gewaardeerd tegen de slotkoers van de laatste handelsdag van de betrokken markt. Als deze waarden op diverse markten verhandeld worden, geschiedt de waardering op basis van de slotkoers op de belangrijkste markt van deze waarden. Voor vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat die functioneert door toedoen van derde financiële instellingen die een doorlopende notering waarborgen van bied- en laatkoersen, wordt de op die markt gevormde actuele biedkoers in aanmerking genomen voor de waardering van de activa en de actuele laatkoers voor de waardering van de passiva. De waarden die niet genoteerd of niet verhandeld worden op een beurs of op een andere gereglementeerde markt en de waarden die genoteerd of verhandeld worden op een dergelijke markt, maar waarvan de laatste koers niet representatief is, worden gewaardeerd op basis van een “fair value”-methode waarbij gebruikt wordt gemaakt van alle beschikbare marktgegevens. Vastrentende effecten De vastrentende effecten worden in de boekhouding opgenomen volgens de FIFO-methode (First In First Out) en worden onderworpen aan een waardering die rekening houdt met de problematiek van het actuarieel rendement. De niet-gerealiseerde meer- of minderwaarde wordt dus opgesplitst in een “rentecomponent” en een “marktcomponent”. Opties De optiecontracten worden gewaardeerd tegen hun marktwaarde. De waarborgdeponeringen zijn opgenomen in de rubriek “V. Deponeringen en liquiditeiten - A. Banktegoeden op zicht” (balans) alsook de post “I. Zakelijke zekerheden (+/-)” (buiten balans). De interesten verkregen op deze waarborgdeponeringen zijn opgenomen in de rubriek “II. Beleggingsopbrengsten en -kosten - B. Interesten (+/-) - b. Deponeringen en liquiditeiten” (resultatenrekening). De door de opties gegenereerde resultaten zijn opgenomen in de rubrieken “I. Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden - F. Afgeleide financiële instrumenten”. Futures De futures worden in de boekhouding opgenomen volgens de FIFO-methode (First In First Out) en worden gewaardeerd tegen hun marktwaarde. De waarborgdeponeringen zijn opgenomen in de rubriek “V. Deponeringen en liquiditeiten - A. Banktegoeden op zicht” (balans) alsook de post “I. Zakelijke zekerheden (+/-)” (buiten balans). De interesten verkregen op deze waarborgdeponeringen zijn opgenomen in de rubriek “II. Beleggingsopbrengsten en -kosten - B. Interesten (+/-) - b. Deponeringen en liquiditeiten” (resultatenrekening). De door de futures gerealiseerde resultaten zijn opgenomen in de rubrieken “I. Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden - F. Afgeleide financiële instrumenten”. Geldmarktinstrumenten Geldmarktinstrumenten op (zeer) korte termijn (schatkistcertificaten) worden in de boekhouding opgenomen tegen hun aankoopwaarde. Aankopen en verkopen van effecten Aankopen en verkopen van effecten worden in de boekhouding opgenomen tegen hun aankoopwaarde. Bijkomende kosten worden rechtstreeks in de resultatenrekening opgenomen. Liquiditeiten en schatkistbeleggingen De banktegoeden op zicht worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde. Schatkistbeleggingen op termijn worden gewaardeerd tegen hun marktwaarde als ze een belangrijk onderdeel vormen van het beleggingsbeleid. Is dat niet het geval, dan worden ze gewaardeerd tegen hun nominale waarde. De overlopende, nog niet vervallen rente wordt apart opgenomen in de rubriek “VI. Overlopende rekeningen - B. Verworven opbrengsten” (balans).
—21—
ING (B) INVEST
Overlopende rekeningen Hiermee worden bedoeld de opbrengsten en de lasten of delen daarvan die bestemd zijn voor het lopende boekjaar of het volgende boekjaar. De gelopen interesten en de kosten worden berekend tot op de datum van het order, de handelsdag voorafgaand aan de berekeningsdatum van de waarde van de activa. Omzetting van buitenlandse deviezen De financiële staten worden opgemaakt in de referentiemunt van elk compartiment. De banktegoeden, de overige netto-activa alsmede de waarderingswaarde van de effecten in portefeuille, uitgedrukt in andere deviezen dan de referentiemunt van het compartiment, worden in deze munt omgezet tegen het gemiddelde van de representatieve bied- en laatkoersen op de contantmarkt en zowel de negatieve als de positieve verschillen die volgen uit de omzetting worden in de resultatenrekening opgenomen. 1.6.2. Wisselkoersen Er zijn geen andere deviezen dan EURO.
—22—
ING (B) INVEST Belgian High Dividend
2.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST BELGIAN HIGH DIVIDEND
2.1.
BEHEERVERSLAG
2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Het compartiment werd oorspronkelijk opgestart op 28 februari 1991 binnen de vroegere bevek naar Belgisch recht “BBL Invest” onder de naam “BBL Invest High Yield”. Ingevolge de vereffening ervan binnen “BBL Invest” was het voorwerp van een inbreng van zijn activa en passiva in de vorm van een inbreng in natura in het nieuwe compartiment van ING (B) Invest, onder de naam “ING (B) Invest Belgian High Dividend” op 30 april 2003 (op basis van de situaties per 24 april 2003 om middernacht waarbij de op die datum gegenereerde resultaten gekapitaliseerd waren). Initiële inschrijvingsprijs voor de kapitalisatieaandelen in euro: 247,89 Initiële inschrijvingsprijs voor de uitkeringsaandelen in euro: 1 517,78
2.1.2. Beursnotering Niet van toepassing.
2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Streeft hoofdzakelijk naar kapitaalgroei van de Belgische aandelen met een hoog dividendrendement.
2.1.4. Index en benchmark BEL20 Private (Net) Return
2.1.5. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid Net als de andere beurzen in de eurozone werd de Belgische beurs het voorbije boekjaar vooral beïnvloed door macro-economische factoren. Vooral één element maakte de beleggers almaar nerveuzer: de aanhoudende daling van de inflatie in de eurozone. Dat trok ook de aandacht van de Europese Centrale Bank, die almaar sterker van zich liet horen voordat ze allerlei belangrijke maatregelen met een tweeledig einddoel aankondigde: een deflatiescenario vermijden en de kredietverlening aan bedrijven opnieuw op gang brengen. De vastberadenheid van de ECB om hoe dan ook een Japans deflatiescenario te vermijden, speelde in het voordeel van de Belgische beurs, die tot eind juni 2014 gelijke tred hield met de andere beurzen in de eurozone. Bovendien liet de Belgische beurs in het derde kwartaal 2014 zelfs een betere prestatie optekenen, dankzij waarden die gevoelig zijn voor een opwaardering van de Amerikaanse dollar (Delhaize) en vrije defensieve waarden (Belgacom en UCB). Over het hele boekjaar is de Bel20 Private Net Return-index met 18,1% gestegen, tegenover 12,6% voor de MSCI EMU Net Return-index. In de portefeuille gaven we eerst de voorkeur aan binnenlandse waarden of waarden die gevoeliger zijn voor een herstel van de eurozone en met een behoorlijke korting worden verhandeld in vergelijking met waarden die sterker aan de groeimarkten zijn blootgesteld en meestal een aantrekkelijker dividendrendement boden. Daarna bouwden wij die overweging af naarmate de korting kleiner werd. Analyse Compliance van het compartiment ING (B) INVEST Belgian High Dividend
Overtreding limieten (wettelijke of prospectus) Definities: zie Toelichting bij de financiële staten - Informatie 3 Details: 1 passieve overtreding
—23—
ING (B) INVEST Belgian High Dividend 2.1.6. Toekomstig beleid Net als in het verleden zetten wij ons beleggingsbeleid op lange termijn voort, dat gebaseerd is op solide vennootschappen met een recurrente cashflow, die worden verhandeld tegen redelijke waarderingen en gemiddeld een hoger dividendrendement bieden dan de markt.
2.1.7. Risicoklasse De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van Verordening 583/2010 op basis van de volatiliteit (stijging en daling van de waarde) op een voorafgaande periode van 5 jaar. De meest recente versie is terug te vinden in de essentiële beleggersinformatie. De synthetische risicoen opbrengstindicator rangschikt het compartiment op een schaal van 1 tot 7. Hoe hoger het compartiment gerangschikt is op de schaal, hoe hoger de potentiële opbrengst is, maar bijkomend is het verliesrisico eveneens hoog. Het laagste cijfer betekent niet dat het fonds risicoloos is, maar dat in vergelijking met hogere cijfers het product in principe een lagere opbrengst zal bieden met een hogere voorspelbaarheid. De voornaamste beperkingen van de synthetische risico- en opbrengstindicator zijn dat de historische gegevens die worden gebruikt voor de berekening van deze indicator, niet altijd een betrouwbare indicatie vormen van de toekomstige evolutie. Aldus kan de risicocategorie in de tijd variëren. Zelfs indien het compartiment gerangschikt in de laagste categorie is, kan de belegger nog steeds verliezen incasseren want geen enkele categorie is totaal risicoloos.
Dit compartiment behoort tot klasse 6
—24—
ING (B) INVEST Belgian High Dividend
2.2.
BALANS
II. C. a.
30/09/2014
30/09/2013
EUR
EUR
TOTAAL NETTO ACTIEF
84 985 161,58
84 365 063,84
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren Aandelen
80 888 290,00
80 922 931,17
80 888 290,00
80 922 931,17
76 495 410,00
77 307 871,17
a.1. Aandelen b. III. A. IV. A.
A. VI. C.
77 307 871,17
4 392 880,00
3 615 060,00
Vorderingen en schulden op méér dan één jaar
16 669,50
18 768,75
Vorderingen
16 669,50
18 768,75
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
310 433,40
1 584 076,08
Vorderingen
369 799,62
1 869 303,59
a.
Te ontvangen bedragen
327 579,62
1 117 464,56
b.
Fiscale tegoeden
42 220,00
751 839,03
Schulden
-59 366,22
-285 227,51
a.
Te betalen bedragen (-)
-58 526,17
-284 678,81
e.
Andere (-)
B.
V.
76 495 410,00
ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming
-840,05
-548,70
Deposito’s en liquide middelen
3 920 850,23
1 990 385,04
Banktegoeden op zicht
3 920 850,23
1 990 385,04
Overlopende rekeningen
-151 081,55
-151 097,20
Toe te rekenen kosten (-)
-151 081,55
-151 097,20
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
84 985 161,58
84 365 063,84
A.
Kapitaal
72 407 115,66
71 302 174,69
B.
Deelneming in het resultaat
-965 074,08
-1 004 891,12
C.
Overgedragen resultaat
700 000,00
800 000,00
D.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
12 843 120,00
13 267 780,27
—25—
ING (B) INVEST Belgian High Dividend
2.3.
RESULTATENREKENING
30/09/2014
30/09/2013
EUR
EUR
11 479 452,93
11 238 432,49
-
396,17
-
396,17
11 479 452,93
11 238 036,30
11 069 192,29
11 074 296,30
410 260,64
163 740,00
Wisselposities en - verrichtingen
-
0,02
Andere wisselposities en –verrichtingen
-
0,02
2 624 970,86 3 218 307,60
3 284 253,53 3 480 697,81
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden Obligaties en andere schuldinstrumenten
I. A. a.
Obligaties
a.
Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren Aandelen
b.
ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming
C.
H. b. II. A.
Opbrengsten en kosten van de beleggingen Dividenden
B.
Interesten (+/-)
-
692,03
a.
Effecten en geldmarktinstrumenten
-
102,80
b.
Deposito’s en liquide middelen
-
589,23
C.
Interesten in gevolge ontleningen (-)
-
-1 414,81
E.
Roerende voorheffingen (-)
-593 336,74
-195 721,50
a.
Van Belgische oorsprong
-522 761,91
-18 000,00
b.
Van buitenlandse oorsprong
-70 574,83
-177 721,50
0,01 0,01
-
-1 261 288,27 -82 686,77
-1 254 893,81 -89 718,51
-2 995,09
-19,08
III.
Andere opbrengsten Andere
B. IV.
B.
Exploitatiekosten Verhandelingsen beleggingen (-) Financiële kosten (-)
C.
Vergoeding van de bewaarder (-)
-30 063,69
-29 426,29
Vergoeding van de beheerder (-)
-1 028 179,16
-1 013 222,23
-942 497,60
-928 787,04
-85 681,56
-84 435,19
A.
D.
leveringskosten
a.
Financieel beheer
b.
Administratief- en boekhoudkundig beheer
betreffende
E.
Administratiekosten (-)
-1 123,58
1 492,69
F.
Oprichtings- en organisatiekosten (-)
-6 969,65
-
H.
Diensten en diverse goederen (-)
-24 631,50
-33 060,25
J.
Taksen
-76 868,02
-85 737,67
K.
Andere kosten (-)
-7 770,81
-5 202,47
1 363 682,60
2 029 359,72
12 843 135,53
13 267 792,21
VI.
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) Subtotaal II + III + IV Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het resultaat Belastingen op het resultaat
-15,53
-11,94
VII.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
12 843 120,00
13 267 780,27
V.
—26—
ING (B) INVEST Belgian High Dividend
RESULTAATVERWERKING
I. a. b. c. II. III. IV.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) Overgedragen winst (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) (Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal (Over te dragen winst) over te dragen verlies (Dividendenuitkering)
—27—
30/09/2014
30/09/2013
EUR
EUR
12.578.045,92
13 062 889,15
700.000,00 12.843.120,00
800 000,00 13 267 780,27 -1 004 891,12
-965.074,08 -11.603.639,57 -700.000,00 -274.406,35
-12 030 989,67 -700 000,00 -331 899,48
ING (B) INVEST Belgian High Dividend
2.4.
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1. Samenstelling van de activa op 30/09/2014 Benaming
Hoeveelheid of Nominale Valuta waarde op 30/09/2014
Evaluatie % (in de valuta in het % Koers in van bezit Portevaluta het van het feuille compartiment) ICB
I.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten
C.
Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren
a.
Aandelen
% Netto actief
aan een officiële beurs genoteerde effecten België ACKERMANS & VAN HAAREN SA AGEAS NV ANHEUSER-BUSH INBEV SA BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE BEKAERT BELGACOM SA BPOST DELHAIZE GROUP ELIA SYSTEM OPERATOR SA ETAB COLRUYT EVS BROADCASTING EQUIPMENT FINANCIERE DE TUBIZE SA GBL GIMV SA ION BEAM APPLICATIONS SA IBA KBC ANCORA CVA KBC GROUPE SA ONTEX GROUP N.V. SOLVAY SA TESSENDERLO CHEMIE UCB UMICORE SA
30 000,00 220 000,00 89 000,00 200,00
EUR EUR EUR EUR
97,85 26,28 88,12 3 420,00
2 935 500,00 5 782 700,00 7 842 680,00 684 000,00
3,63% 7,15% 9,70% 0,85%
3,45% 6,80% 9,23% 0,81%
40 000,00 140 000,00 85 000,00 90 000,00 55 000,00 70 000,00 20 000,00 25 000,00 52 000,00 10 000,00 40 000,00 40 000,00 155 000,00 30 000,00 32 000,00 50 000,00 55 000,00 104 000,00
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
26,40 27,56 18,90 55,08 38,04 34,88 27,62 59,32 72,56 37,44 13,90 23,78 42,16 19,70 121,90 21,84 71,88 34,64
1 056 200,00 3 858 400,00 1 606 500,00 4 957 200,00 2 091 925,00 2 441 950,00 552 400,00 1 483 000,00 3 773 120,00 374 400,00 556 000,00 951 000,00 6 535 575,00 590 850,00 3 900 800,00 1 092 000,00 3 953 400,00 3 602 040,00
1,31% 4,77% 1,99% 6,13% 2,59% 3,02% 0,68% 1,83% 4,67% 0,46% 0,69% 1,18% 8,08% 0,73% 4,82% 1,35% 4,89% 4,45%
1,24% 4,54% 1,89% 5,83% 2,46% 2,87% 0,65% 1,75% 4,44% 0,44% 0,65% 1,12% 7,69% 0,70% 4,59% 1,29% 4,65% 4,24%
60 621 640,00
74,95%
71,33%
1 666 925,00
2,06%
1,96%
1 666 925,00
2,06%
1,96%
8 222 040,00 1 029 000,00
10,17% 1,27%
9,68% 1,21%
9 251 040,00
11,44%
10,89%
566 100,00
0,70%
0,67%
566 100,00
0,70%
0,67%
475 230,00
0,59%
0,56%
475 230,00
0,59%
0,56%
3 914 475,00
4,84%
4,61%
Totaal België Duitsland E.ON SE
115 000,00
EUR
14,50
Totaal Duitsland Frankrijk GDF SUEZ TOTAL SA
414 000,00 20 000,00
EUR EUR
19,86 51,45
Totaal Frankrijk Italië ENI SPA ROMA
30 000,00
EUR
18,87
Totaal Italië Luxemburg RTL GROUP SA
7 000,00
EUR
67,89
Totaal Luxemburg Nederland DELTA LLOYD
205 000,00
EUR
—28—
19,10
ING (B) INVEST Belgian High Dividend
Benaming
Hoeveelheid of Nominale Valuta waarde op 30/09/2014
Evaluatie % (in de valuta in het % Koers in van bezit Portevaluta het van het feuille compartiment) ICB
Totaal Nederland Totaal aan een officiële beurs genoteerde effecten
Totaal Aandelen b.
% Netto actief
3 914 475,00
4,84%
4,61%
76 495 410,00
94,57%
90,01%
76 495 410,00
94,57%
90,01%
1 881 280,00 2 511 600,00
2,33% 3,10%
2,21% 2,96%
4 392 880,00
5,43%
5,17%
4 392 880,00
5,43%
5,17%
4 392 880,00
5,43%
5,17%
4 392 880,00
5,43%
5,17%
ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming aan een officiële beurs genoteerde effecten RICHLIJN 2009/65/EG – FSMA Vastgoed BEFIMMO SCA SICAFI COFINIMMO SICAFI
32 000,00 28 000,00
EUR EUR
Totaal Vastgoed Totaal RICHTLIJN 2009/65/EG – FSMA Totaal aan een officiële beurs genoteerde effecten
Totaal ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming Totaal Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten II.
58,79 89,70
80 888 290,00
100,00% 95,18%
3 920 850,23
4,61%
3 920 850,23
4,61%
3 920 850,23
4,61%
327 102,90
0,38%
-151 081,55
-0,18%
84 985 161,58
100,00%
Deposito’s en liquide middelen Banktegoeden op zicht BELFIUS BANQUE
EUR
Totaal Banktegoeden op zicht
Totaal Deposito’s en liquide middelen III.
Overige vorderingen en schulden
IV.
Andere
V.
Totaal van het netto-actief
—29—
ING (B) INVEST Belgian High Dividend Verdeling van de activa (in % van de effectenportefeuille) Economische verdeling Banken en kredietinstellingen op 30 september 2014 Energie- en watervoorziening Financiële vennootschappen, beleggings- en diverse andere venn. Tabak en alcoholische dranken Kleinhandel en warenhuizen Chemische producten Non-ferrometalen Geneesmiddelen, cosmetica & medische producten Telecommunicatie Verzekeringsmaatschappijen Vastgoed Beleggingsfondsen en leveranciers Openbare non-profitinstellingen Olie en aardgas Textiel, kleding en lederwaren Elektronica en halfgeleiders Totaal portefeuille:
16,06% 14,81% 10,66% 9,70% 9,15% 6,17% 5,76% 5,58% 5,36% 4,84% 3,11% 2,33% 1,99% 1,97% 1,83% 0,68% 100,00%
2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa van het compartiment (in EUR)
Semester 1 13 824 231,13 20 641 481,44 34 465 712,57
Semester 2 10 371 399,66 14 823 243,45 25 194 643,11
Totaal 24 195 630,79 35 464 724,89 59 660 355,68
Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2
1 961 348,68 8 870 671,69 10 832 020,37
1 314 969,80 6 302 151,21 7 617 121,01
3 276 318,48 15 172 822,90 18 449 141,38
Maandelijks gemiddelde van de totale activa
85 111 356,45
86 027 981,26
85 567 675,49
27,77%
20,43%
48,16%
Aankopen Verkopen Totaal 1
Omloopsnelheid
Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis worden geraadpleegd bij ING Investment Management Belgium S.A. – Beheervennootschap – met zetel Avenue Marnix 23 TE 1000 Bruxelles.
—30—
ING (B) INVEST Belgian High Dividend 2.4.3. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde Evolutie van het aantal aandelen in omloop op 30/09/2014 Periode
30/09/2012 30/09/2013 30/09/2014
Inschrijvingen Kapitalisatie 1 768,856 1 256,379 1 070,383
Terugbetalingen
Uitkering Kapitalisatie 110,940 9 395,552 93,000 7 981,777 273,204 5 821,169
Einde periode
Uitkering Kapitalisatie 893,120 42 966,278 896,980 36 240,880 732,666 31 490,094
Uitkering 4 491,752 3 687,772 3 228,310
Totaal 47 458,030 39 928,652 34 718,404
Bedragen betaald en ontvangen door de ICB (in de valuta van het compartiment) 30/09/2012 30/09/2013 30/09/2014
Inschrijvingen Kapitalisatie Uitkering 2 728 465,10 339 824,55 2 232 922,16 330 777,32 2 242 633,19 1 033 685,29
Terugbetalingen Kapitalisatie Uitkering 14 361 237,37 2 800 195,29 14 180 045,93 3 172 674,11 12 169 396,63 3 003 426,27
Netto-inventariswaarde einde periode (in de valuta van het compartiment) Periode
van de ICB
per aandeel Kapitalisatie
30/09/2012 30/09/2013 30/09/2014
86 233 884,29 84 365 063,84 84 985 161,58
—31—
Uitkering 1 656,06 1 937,56 2 252,32
3 357,08 3 835,94 4 355,01
ING (B) INVEST Belgian High Dividend
2.4.4. Rendementen Actuariële rendementen: 1 jaar
3 jaar
5 jaar
10 jaar
16,25% (in % )
15,02% (in % )
6,59% (in % )
4,57% (in % )
Sinds het einde van de période de souscription initiale 9,81% (in % )
Jaarlijkse rendementen over de laatste 10 jaren per 30 september 2014 Belgian High Dividend : kapitalisatieaandeel (EUR)
Het gaat om de evolutie van de netto-inventariswaarde op jaarbasis en exclusief kosten (instapkosten en uitstapkosten) rekening houdend met de herbelegging van de bruto-coupons. De returns uit het verrleden vormen geen enkele garantie voor de toekomstige returns en houden geen rekening met eventuele fusies. Dit compartiment is gecreëerd in feb 1991.
2.4.5. Kosten Het totaal van de lopende kosten bedraagt op jaarlijkse basis 1,38% op 30/09/2014. De lopende kosten, berekend overeenkomstig de bepalingen van Verordening Nr. 583/2010 van de Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europee Parlement en de Raad wat betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager dan via papier of via een website wordt verstrekt (hierna “Verordening 583/2010”), zijn opgenomen in de essentiële beleggersinformatie. De lopende kosten bevatten alle betalingen uit de activa van de bevek die worden vereist of toegestaan door reglementering, de statuten of het prospectus. Ze bevatten echter geen prestatievergoedingen, instap- en uitstapvergoedingen rechtstreeks door de belegger betaald, de transactiekosten, behalve diegene die gefactureerd worden door de depothoudende bank, de beheermaatschappij, de administratief agent, de bestuurders van de —32—
ING (B) INVEST Belgian High Dividend bevek of om het even welke beleggingsadviseur. Instap- en uitstapvergoedingen betaald door de ICB voor het kopen en verkopen van stukken van een andere ICB maken ook deel uit van de lopende kosten. Bovendien omvatten ze niet de rente op leningen en kosten die betrekking hebben op het houden van derivaten (bv. margin calls). Ze zijn vastgesteld op basis van de kosten van het vorige boekjaar en worden uitgedrukt in percentage van de gemiddelde netto activa van de betreffende periode. In bepaalde gevallen kunnen zij tevens worden uitgedrukt in de vorm van een maximumbedrag of gebaseerd zijn op een andere periode van één jaar in het verleden. Zij kunnen tevens het voorwerp uitmaken van een schatting.
—33—
ING (B) INVEST Belgian High Dividend
2.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens Toelichting 1 : De balanspost "II. C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren - b. ICB's met een vast aantal rechten van deelneming" : vertegenwoordigt de posities aangehouden in Befimmo en/of Cofinimmo. Toelichting 2 : De balansposten "III. Vorderingen en schulden op méér dan één jaar – A. Vorderingen" en "IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar - A. Vorderingen – b. Fiscale tegoeden" vertegenwoordigen de buitenlandse belastingen van het voorgaande en/of lopende boekjaar te recupereren. De fiscale tegoeden op ten hoogste één jaar van het voorgaande boekjaar tonen het bedrag van de Belgische roerende voorheffingen te recuperen. Deze mogelijkheid werd afgeschaft door de overheid en trad in werking op 1 september 2013. Toelichting 3 : De balansposten "IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar - A. Vorderingen – a. Te ontvangen bedragen” en “B. Schulden – a. Te betalen bedragen” vertegenwoordigen transacties geplaatst op de markt en / of inschrijvingen en terugbetalingen, en in fase van vereffening. Toelichting 4 : De balanspost "IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar - B. Schulden – e. Andere” vertegenwoordigt hoofdzakelijk de provisie voor de kosten van de dematerialisatie van fysische effekten. Toelichting 5 : De post van de resultatenrekening "II. Opbrengsten en kosten van beleggingen – A. Dividenden” is verminderd met min of meer 5% als gevolg van de afschaffing van de vrijstelling van de Belgische roerende voorheffing, welke gedeeltelijk is gecompenseerd door de vrijstelling van de bronheffingen door de Franse administratie. Toelichting 6 : De post van de resultatenrekening "II. Opbrengsten en kosten van beleggingen - E. Roerende voorheffingen (-) - a. Van Belgische oorsprong" : sinds 1/10/2013 genieten de betaalbaar gestelde dividenden van Belgische oorsprong niet meer van de vrijstelling van roerende voorheffing en dit als gevolg van de overheidsmaatregelen genomen in juli en augustus 2013. Deze maatregel neemt zijn volle effekt sinds 01/10/2013. Toelichting 7 : De post van de resultatenrekening "II. Opbrengsten en kosten van beleggingen - E. Roerende voorheffingen (-) - b. Van buitenlandse oorsprong" is gevoelig lager tegenover 2013 als gevolg van de vrijstelling van de bronheffingen beslist door de Franse administratie en die van toepassing zijn sinds 01/07/2013. Toelichting 8 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - E. Administratiekosten" is gedeeltelijk beïnvloed door de kosten voor de vernietiging van fysische effekten conform de wetgeving omtrent de dematerialisatie, in voege sinds 01/01/2008 ; in ‘2013, had de herziening van deze provisie naar beneden een positief resultaat opgeleverd. Toelichting 9 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - F. Oprichtings- en organisatiekosten" is samengesteld uit de publicatiekosten in de pers die vorig jaar waren geklasseerd onder de rubriek IV. Exploitatiekosten – H. Diensten en diverse goederen”.
—34—
ING (B) INVEST Belgian High Dividend Toelichting 10 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - J. Taksen" is lichtjes lager in vergelijking met 2013, als gevolg van de budgettaire maatregelen beslist door de overheid in 07/2013, en die een supplementaire en retroactieve kost hebben geïmpliceerd in vergelijking met het tarief van 0,08% in voege op dat moment. Het tarief dat geldt sinds 01/01/2013 bedraagt 0,0925% (+0,0125%). Toelichting 11 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - K. Andere kosten" vertegenwoordigt hoofdzakelijk de bijdragen in de werkingskosten van het FSMA.
Informatie 1 - Statuten en beheersreglement Artikel 49, derde lid van de wet van 03/08/2012 : Beveks : de officiële tekst van de statuten is neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel. GBF's : de officiële tekst van het beheersreglement is neergelegd bij de FSMA. Informatie 2 - Defence Policy Artikel 88, § 1 van de wet van 03/08/2012 : De Vennootschap past de "Defence Policy" van ING Groep toe en zal niet investeren in ondernemingen die rechtstreeks betrokken zijn bij de productie, het onderhoud en/of de handel in controversiële wapens (antipersoonslandmijnen, clusterbommen, munitie met verarmd uranium, biologische, chemische of nucleaire wapens, ...). De "Defence Policy" kan worden geraadpleegd op www.ing.com. Informatie 3 : De Beheervennootschap heeft een beperkt aantal deelnemingsrechten van het fonds in portefeuille teneinde een rechtsgeldige algemene vergadering van aandeelhouders te kunnen houden in geval geen enkele aandeelhouder zijn deelnemingsrechten heeft geblokkeerd binnen de vooropgestelde termijn van het oproepingsbericht. In dergelijk geval oefent de Beheervennootschap haar stemrechten verbonden aan de deelnemingsrechten uit over de agendapunten tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders. Hierbij wordt nagestreefd om de belangen van het fonds en de aandeelhouders te behartigen. Tot op heden werden de agendapunten van de betrokken algemene vergaderingen in dergelijk geval door de Beheervennootschap goedgekeurd.
—35—
ING (B) INVEST Germany
3.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST GERMANY
3.1.
BEHEERVERSLAG
3.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Het compartiment werd oorspronkelijk opgestart op 30 april 1995 binnen de vroegere bevek naar Belgisch recht “BBL Invest” onder de naam “BBL Invest Germany”. Ingevolge de vereffening ervan binnen “BBL Invest” was het voorwerp van een inbreng van zijn activa en passiva in de vorm van een inbreng in natura in het nieuwe compartiment van ING (B) Invest, onder de naam “ING (B) Invest Germany” op 30 april 2003 (op basis van de situaties per 24 april 2003 om middernacht waarbij de op die datum gegenereerde resultaten gekapitaliseerd waren). Initiële inschrijvingsprijs voor de kapitalisatieaandelen in euro: 255,65 Initiële inschrijvingsprijs voor de uitkeringsaandelen in euro: 1 570,83
3.1.2. Beursnotering Niet van toepassing.
3.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Streeft hoofdzakelijk naar kapitaalgroei van de Duitse beurs via een beheer geïnspireerd of de referentie-index van deze beurs.
3.1.4. Index en benchmark DAX
3.1.5. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid Net zoals haar tegenhangers in de eurozone is de evolutie van de Duitse beurs vooral gestuurd door macro-economische factoren en meer bepaald door de inflatiecijfers. Deze zijn in de loop van het boekjaar immers blijven dalen, wat een groeiende ongerustheid binnen de Europese Centrale Bank heeft veroorzaakt. Daarop heeft de ECB geleidelijk een reeks maatregelen getroffen, enerzijds om deflatie te vermijden en anderzijds om de kredietverlening aan bedrijven te stimuleren. Een andere belangrijke factor was de vertraging van de Duitse economie tijdens de laatste maanden, een vertraging die voor een groot deel aan de export te wijten is. De veroorzaakte spanningen door de crisis in Oekraïne, de economische sancties tegen Rusland en diens vergeldingsmaatregelen zijn uiteraard niet vreemd aan deze ommezwaai. De Duitse beurs is hoe dan ook heel gevoelig geweest voor de vertraging van de groei in verschillende groeilanden, handelspartners van Duitsland, door haar sterke vertegenwoordiging in cyclische exportwaarden. Over het hele boekjaar is de DAX-index met 10.2% gestegen, een cijfer dat lager ligt dan in de rest van de eurozone en waardoor de MSCI EMU Net Return-index een groei van 12.6% optekende. Ons beleid binnen het fonds gaf de voorkeur aan binnenlandse waarden die doorgaans tegen een redelijkere waardering worden verhandeld. Voor de cyclische waarden hebben we financiële aandelen bevoorrecht die volgens ons meer bij machte zijn om bij te dragen aan de stijging dan hun industriële tegenhangers. Analyse Compliance van het compartiment ING (B) INVEST Germany
Overtreding limieten (wettelijke of prospectus) Definities: zie Toelichting bij de financiële staten - Informatie 3 Details: 1 passieve overtreding
—36—
ING (B) INVEST Germany 3.1.6. Toekomstig beleid De vertraging van de Duitse economie was een verrassing voor de financiële markten die hadden verwacht dat Duitsland zijn rol als zekere en stabiele factor binnen de eurozone zou verder spelen. De crisis in Oekraïne, de spanningen met Rusland maar ook de vertraging van de Chinese economie en de sterke devaluatie van de JPY tegenover de EUR in de laatste twee jaar zijn eveneens factoren die in de nabije toekomst op de Duitse export zouden moeten blijven wegen. Anderzijds zal de ECB de economieën in de eurozone in de mate van het mogelijke met een zeer gunstig rentebeleid blijven stimuleren, wat een belangrijke steunfactor voor de Europese beurzen is in de komende maanden. Wij volgen de evolutie van deze verschillende elementen op de voet en handhaven onze discipline in de aandelenselectie (kwaliteitsvolle aandelen die tegen een redelijke waardering worden verhandeld).
3.1.7. Risicoklasse De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van Verordening 583/2010 op basis van de volatiliteit (stijging en daling van de waarde) op een voorafgaande periode van 5 jaar. De meest recente versie is terug te vinden in de essentiële beleggersinformatie. De synthetische risicoen opbrengstindicator rangschikt het compartiment op een schaal van 1 tot 7. Hoe hoger het compartiment gerangschikt is op de schaal, hoe hoger de potentiële opbrengst is, maar bijkomend is het verliesrisico eveneens hoog. Het laagste cijfer betekent niet dat het fonds risicoloos is, maar dat in vergelijking met hogere cijfers het product in principe een lagere opbrengst zal bieden met een hogere voorspelbaarheid. De voornaamste beperkingen van de synthetische risico- en opbrengstindicator zijn dat de historische gegevens die worden gebruikt voor de berekening van deze indicator, niet altijd een betrouwbare indicatie vormen van de toekomstige evolutie. Aldus kan de risicocategorie in de tijd variëren. Zelfs indien het compartiment gerangschikt in de laagste categorie is, kan de belegger nog steeds verliezen incasseren want geen enkele categorie is totaal risicoloos.
Dit compartiment behoort tot klasse 6.
—37—
ING (B) INVEST Germany
3.2.
BALANS
II. C. a.
30/09/2014
30/09/2013
EUR
EUR
TOTAAL NETTO ACTIEF
30 926 274,20
33 651 041,35
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren Aandelen
29 610 947,60
32 006 489,80
29 610 947,60
32 006 489,80
29 610 947,60
32 006 489,80
a.1. Aandelen III. A. IV.
29 610 947,60
32 006 489,80
Vorderingen en schulden op méér dan één jaar
90 945,93
107 209,94
Vorderingen
90 945,93
107 209,94
-15 839,09
-26 831,38
2 433,58
12 443,55
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar A.
Vorderingen a.
Te ontvangen bedragen
b.
Fiscale tegoeden
309,30
5 825,55
2 124,28
6 618,00
Schulden
-18 272,67
-39 274,93
a.
Te betalen bedragen (-)
-17 295,10
-38 461,40
e.
Andere (-)
-977,57
-813,53
Deposito’s en liquide middelen
1 296 998,66
1 625 956,74
Banktegoeden op zicht
1 296 998,66
1 625 956,74
Overlopende rekeningen
-56 778,90
-61 783,75
Toe te rekenen kosten (-)
-56 778,90
-61 783,75
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
30 926 274,20
33 651 041,35
A.
Kapitaal
28 515 733,94
28 690 824,49
B.
Deelneming in het resultaat
-434 318,10
-284 283,65
C.
Overgedragen resultaat
200 000,00
300 000,00
D.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
2 644 858,36
4 944 500,51
B.
V. A. VI. C.
—38—
ING (B) INVEST Germany
3.3.
RESULTATENREKENING
30/09/2014
30/09/2013
EUR
EUR
2 369 911,42
4 416 681,09
2 309 929,67
4 416 645,13
2 309 929,67
4 416 645,13
59 981,75
35,96
771 718,22 898 265,00
1 023 089,80 1 092 105,00
Interesten (+/-)
-
-341,51
Deposito’s en liquide middelen
-
-341,51
Roerende voorheffingen (-)
-126 546,78
-68 673,69
Van buitenlandse oorsprong
-126 546,78
-68 673,69
-496 765,08 -11 879,94
-495 265,84 -16 552,13
B.
Exploitatiekosten Verhandelingsen beleggingen (-) Financiële kosten (-)
-6 223,84
-6 402,91
C.
Vergoeding van de bewaarder (-)
-19 987,72
-19 851,11
D.
Vergoeding van de beheerder (-)
-406 558,86
-398 883,53
a.
Financieel beheer
-372 679,03
-365 643,24
b.
Administratief- en boekhoudkundig beheer
-33 879,83
-33 240,29
-445,97
1 173,69
I. C. a.
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren Aandelen
D.
Andere effecten
A.
Opbrengsten en kosten van de beleggingen Dividenden
II. B. b. E. b. IV. A.
leveringskosten
betreffende
E.
Administratiekosten (-)
F.
Oprichtings- en organisatiekosten (-)
-4 231,55
-
H.
Diensten en diverse goederen (-)
-16 618,49
-20 711,42
J.
Taksen
-27 305,95
-31 228,31
K.
Andere kosten (-)
-3 512,76
-2 810,12
274 953,14
527 823,96
2 644 864,56
4 944 505,05
VI.
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) Subtotaal II + III + IV Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het resultaat Belastingen op het resultaat
-6,20
-4,54
VII.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
2 644 858,36
4 944 500,51
V.
—39—
ING (B) INVEST Germany
RESULTAATVERWERKING
I. a. b. c. II. III. IV.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) Overgedragen winst (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) (Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal (Over te dragen winst) over te dragen verlies (Dividendenuitkering)
—40—
30/09/2014
30/09/2013
EUR
EUR
2.410.540,26
4 960 216,86
200.000,00 2.644.858,36
300 000,00 4 944 500,51 -284 283,65
-434.318,10 -2.142.342,76 -200.000,00 -68.197,50
-4 664 541,86 -200 000,00 -95 675,00
ING (B) INVEST Germany
3.4.
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
3.4.1. Samenstelling van de activa op 30/09/2014 Benaming
Hoeveelheid of Nominale Valuta waarde op 30/09/2014
Evaluatie % (in de valuta in het % Koers in van bezit Portevaluta het van het feuille compartiment) ICB
I.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten
C.
Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren
a.
Aandelen
% Netto actief
aan een officiële beurs genoteerde effecten Duitsland ADIDAS AG ALLIANZ SE/NAM.VINKULIERT BASF NAMEN-AKT. BAYER BEIERSDORF A.G. BMW-BAYER.MOTORENWERKE COMMERZBANK AKT NACH KAP DAIMLER AG / NAMEN-AKT. DEUTSCHE BANK AG /NAM. DEUTSCHE BOERSE AG /NAM. DEUTSCHE LUFTHANSA/NAM. DEUTSCHE POST AG. BONN DEUTSCHE TELEKOM /NAM. E.ON SE FRESENIUS MEDICAL CARE AG FRESENIUS SE & CO KGAA HEIDELBERGCEMENT AG HENKEL / VORZUG INFINEON TECHNOLOGIES /NAM. K+S AKTIENGESELLSCHAFT KONTRON AG LANXESS AG LINDE A.G. MERCK KGAA METRO AG MUENCHENER RUECKVERS/NAMENSA KT RWE SAP SE SIEMENS AG /NAM. THYSSENKRUPP AG DUESSELDORF VOLKSWAGEN AG /VORZUG.
11 000,00 18 000,00 36 800,00 25 989,00 6 000,00 10 000,00 50 000,00 22 700,00 47 000,00 12 000,00 15 000,00 37 000,00 118 000,00 90 000,00 8 000,00 15 900,00 7 000,00 5 000,00 75 000,00 7 000,00 35 000,00 3 000,00 8 500,00 6 000,00 10 000,00 6 500,00
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
59,25 128,35 72,63 110,90 66,14 85,02 11,84 60,73 27,78 53,33 12,50 25,39 12,00 14,50 55,30 39,20 52,32 79,06 8,19 22,46 4,96 43,70 152,15 73,03 26,08 156,55
651 750,00 2 310 300,00 2 672 784,00 2 882 180,10 396 840,00 850 200,00 592 000,00 1 378 571,00 1 305 425,00 639 960,00 187 575,00 939 430,00 1 416 000,00 1 304 550,00 442 400,00 623 200,50 366 240,00 395 300,00 614 475,00 157 185,00 173 495,00 131 115,00 1 293 275,00 438 180,00 260 800,00 1 017 575,00
2,20% 7,80% 9,03% 9,73% 1,34% 2,87% 2,00% 4,66% 4,41% 2,16% 0,63% 3,17% 4,78% 4,41% 1,49% 2,11% 1,24% 1,34% 2,08% 0,53% 0,59% 0,44% 4,37% 1,48% 0,88% 3,44%
2,11% 7,47% 8,64% 9,32% 1,28% 2,75% 1,91% 4,46% 4,22% 2,07% 0,61% 3,04% 4,58% 4,22% 1,43% 2,02% 1,18% 1,28% 1,99% 0,51% 0,56% 0,42% 4,18% 1,42% 0,84% 3,29%
18 000,00 24 200,00 31 100,00 15 000,00
EUR EUR EUR EUR
30,86 57,10 94,37 20,78
555 390,00 1 381 820,00 2 934 907,00 311 625,00
1,88% 4,67% 9,91% 1,05%
1,80% 4,47% 9,49% 1,01%
6 000,00
EUR
164,40
986 400,00
3,33%
3,19%
29 610 947,60
100,00%
95,75%
29 610 947,60
100,00%
95,75%
29 610 947,60
100,00%
95,75%
Totaal Duitsland Totaal aan een officiële beurs genoteerde effecten
Totaal Aandelen
—41—
ING (B) INVEST Germany Hoeveelheid of Nominale Valuta waarde op 30/09/2014
Benaming
Evaluatie % (in de valuta in het % Koers in van bezit Portevaluta het van het feuille compartiment) ICB
Totaal Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten II.
% Netto actief
29 610 947,60
100,00% 95,75%
1 296 998,66
4,19%
1 296 998,66
4,19%
1 296 998,66
4,19%
75 106,84
0,24%
-56 778,90
-0,18%
30 926 274,20
100,00%
Deposito’s en liquide middelen Banktegoeden op zicht BELFIUS BANQUE
EUR
Totaal Banktegoeden op zicht
Totaal Deposito’s en liquide middelen III.
Overige vorderingen en schulden
IV.
Andere
V.
Totaal van het netto-actief
Verdeling van de activa (in % van de effectenportefeuille) Economische verdeling Chemische producten op 30 september 2014 Verzekeringsmaatschappijen Voertuigen Diverse kapitaalgoederen Geneesmiddelen, cosmetica & medische producten Banken en kredietinstellingen Energie- en watervoorziening Telecommunicatie Internet, software en IT-diensten Verkeer en vervoer Textiel, kleding en lederwaren Financiële vennootschappen, beleggings- en diverse andere venn. Elektronica en halfgeleiders Diverse verbruiksartikelen Bouwmaterialen en bouwindustrie Mijnbouw, kolen- en staalindustrie Kleinhandel en warenhuizen Computerhardware en networking Totaal portefeuille:
—42—
24,08% 11,24% 10,86% 9,91% 6,42% 6,41% 6,28% 4,78% 4,67% 3,81% 2,20% 2,16% 2,08% 1,34% 1,24% 1,05% 0,88% 0,59% 100,00%
ING (B) INVEST Germany
3.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa van het compartiment (in EUR)
Aankopen Verkopen Totaal 1
Semester 1 2 585 458,89 4 850 195,71 7 435 654,60
Semester 2 878 410,48 3 319 145,53 4 197 556,01
Totaal 3 463 869,37 8 169 341,24 11 633 210,61
1 954 723,85 3 961 521,81 5 916 245,66
533 070,00 3 801 872,55 4 334 942,55
2 487 793,85 7 763 394,36 10 251 188,21
34 701 673,15
32 992 868,44
33 842 848,36
4,38%
-0,42%
4,08%
Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Maandelijks gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis worden geraadpleegd bij ING Investment Management Belgium S.A. – Beheervennootschap – met zetel Avenue Marnix 23 TE 1000 Bruxelles.
3.4.3. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde Evolutie van het aantal aandelen in omloop op 30/09/2014 Periode
30/09/2012 30/09/2013 30/09/2014
Inschrijvingen Kapitalisatie 1 902,680 2 523,615 1 963,306
Terugbetalingen
Uitkering Kapitalisatie 64,000 4 053,372 163,000 5 764,912 116,000 5 499,213
Einde periode
Uitkering Kapitalisatie 380,500 31 003,790 482,000 27 762,493 514,000 24 226,586
Uitkering 2 232,500 1 913,500 1 515,500
Totaal 33 236,290 29 675,993 25 742,086
Bedragen betaald en ontvangen door de ICB (in de valuta van het compartiment) 30/09/2012 30/09/2013 30/09/2014
Inschrijvingen Kapitalisatie Uitkering 1 140 883,11 188 350,02 2 269 302,44 550 487,50 2 029 078,36 458 715,49
Terugbetalingen Kapitalisatie Uitkering 3 148 355,38 1 143 589,02 5 114 623,87 1 678 966,11 5 705 280,40 2 058 113,96
Netto-inventariswaarde einde periode (in de valuta van het compartiment) Periode
van de ICB
per aandeel Kapitalisatie
30/09/2012 30/09/2013 30/09/2014
32 770 920,88 33 651 041,35 30 926 274,20
—43—
Uitkering 823,57 955,86 1 029,33
3 241,76 3 717,84 3 951,96
ING (B) INVEST Germany
3.4.4. Rendementen Actuariële rendementen: 1 jaar
3 jaar
5 jaar
10 jaar
7,69% (in % )
16,74% (in % )
9,09% (in % )
8,23% (in % )
Sinds het einde van de période de souscription initiale 7,44% (in % )
Jaarlijkse rendementen over de laatste 10 jaren per 30 september 2014 Germany: kapitalisatieaandeel (EUR)
Het gaat om de evolutie van de netto-inventariswaarde op jaarbasis en exclusief kosten (instapkosten en uitstapkosten) rekening houdend met de herbelegging van de bruto-coupons. De returns uit het verrleden vormen geen enkele garantie voor de toekomstige returns en houden geen rekening met eventuele fusies. Dit compartiment is gecreëerd in apr 2055.
3.4.5. Kosten Het totaal van de lopende kosten bedraagt op jaarlijkse basis 1,43% op 30/09/2014. De lopende kosten, berekend overeenkomstig de bepalingen van Verordening Nr. 583/2010 van de Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europee Parlement en de Raad wat betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager dan via papier of via een website wordt verstrekt (hierna “Verordening 583/2010”), zijn opgenomen in de essentiële beleggersinformatie.
—44—
ING (B) INVEST Germany De lopende kosten bevatten alle betalingen uit de activa van de bevek die worden vereist of toegestaan door reglementering, de statuten of het prospectus. Ze bevatten echter geen prestatievergoedingen, instap- en uitstapvergoedingen rechtstreeks door de belegger betaald, de transactiekosten, behalve diegene die gefactureerd worden door de depothoudende bank, de beheermaatschappij, de administratief agent, de bestuurders van de bevek of om het even welke beleggingsadviseur. Instap- en uitstapvergoedingen betaald door de ICB voor het kopen en verkopen van stukken van een andere ICB maken ook deel uit van de lopende kosten. Bovendien omvatten ze niet de rente op leningen en kosten die betrekking hebben op het houden van derivaten (bv. margin calls). Ze zijn vastgesteld op basis van de kosten van het vorige boekjaar en worden uitgedrukt in percentage van de gemiddelde netto activa van de betreffende periode. In bepaalde gevallen kunnen zij tevens worden uitgedrukt in de vorm van een maximumbedrag of gebaseerd zijn op een andere periode van één jaar in het verleden. Zij kunnen tevens het voorwerp uitmaken van een schatting.
—45—
ING (B) INVEST Germany
3.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens Toelichting 1 : De balansposten "III. Vorderingen en schulden op méér dan één jaar – A. Vorderingen" en "IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar - A. Vorderingen – b. Fiscale tegoeden" vertegenwoordigen de buitenlandse belastingen van het voorgaande en/of lopende boekjaar te recupereren. Toelichting 2 : De balanspost "IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar - B. Schulden – e. Andere” vertegenwoordigt hoofdzakelijk de provisie voor de kosten van de dematerialisatie van fysische effekten. Toelichting 3 : De post van de resultatenrekening "II. Opbrengsten en kosten van beleggingen - E. Roerende voorheffingen (-) - b. Van buitenlandse oorsprong" toont een gevoelige verhoging te wijten aan de terugname van afschrijvingen, in 2013, van oude Duitse belastingen die betaalbaar zijn gesteld. Toelichting 4 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - E. Administratiekosten" is gedeeltelijk beïnvloed door de kosten voor de vernietiging van fysische effekten conform de wetgeving omtrent de dematerialisatie, in voege sinds 01/01/2008 ; in ‘2013, had de herziening van deze provisie naar beneden een positief resultaat opgeleverd. Toelichting 5 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - F. Oprichtings- en organisatiekosten" is samengesteld uit de publicatiekosten in de pers die vorig jaar waren geklasseerd onder de rubriek IV. Exploitatiekosten – H. Diensten en diverse goederen”. Toelichting 6 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - J. Taksen" is lichtjes lager in vergelijking met 2013, als gevolg van de budgettaire maatregelen beslist door de overheid in 07/2013, en die een supplementaire en retroactieve kost hebben geïmpliceerd in vergelijking met het tarief van 0,08% in voege op dat moment. Het tarief dat geldt sinds 01/01/2013 bedraagt 0,0925% (+0,0125%). Toelichting 7 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - K. Andere kosten" vertegenwoordigt hoofdzakelijk de bijdragen in de werkingskosten van het FSMA.
Informatie 1 - Statuten en beheersreglement Artikel 49, derde lid van de wet van 03/08/2012 : Beveks : de officiële tekst van de statuten is neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel. GBF's : de officiële tekst van het beheersreglement is neergelegd bij de FSMA. Informatie 2 - Defence Policy Artikel 88, § 1 van de wet van 03/08/2012 : De Vennootschap past de "Defence Policy" van ING Groep toe en zal niet investeren in ondernemingen die rechtstreeks betrokken zijn bij de productie, het onderhoud en/of de handel in controversiële wapens (antipersoonslandmijnen, clusterbommen, munitie met verarmd uranium, biologische, chemische of nucleaire wapens, ...). De "Defence Policy" kan worden geraadpleegd op www.ing.com. —46—
ING (B) INVEST Germany
Informatie 3 : De Beheervennootschap heeft een beperkt aantal deelnemingsrechten van het fonds in portefeuille teneinde een rechtsgeldige algemene vergadering van aandeelhouders te kunnen houden in geval geen enkele aandeelhouder zijn deelnemingsrechten heeft geblokkeerd binnen de vooropgestelde termijn van het oproepingsbericht. In dergelijk geval oefent de Beheervennootschap haar stemrechten verbonden aan de deelnemingsrechten uit over de agendapunten tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders. Hierbij wordt nagestreefd om de belangen van het fonds en de aandeelhouders te behartigen. Tot op heden werden de agendapunten van de betrokken algemene vergaderingen in dergelijk geval door de Beheervennootschap goedgekeurd.
—47—
ING (B) INVEST Belgium
4.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST BELGIUM
4.1.
BEHEERVERSLAG
4.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Het compartiment werd oorspronkelijk opgestart op 28 februari 1991 binnen de vroegere bevek naar Belgisch recht “BBL Invest” onder de naam “BBL Invest Belgium”. Ingevolge de vereffening ervan binnen “BBL Invest” was het voorwerp van een inbreng van zijn activa en passiva in de vorm van een inbreng in natura in het nieuwe compartiment van ING (B) Invest, onder de naam “ING (B) Invest Belgium” op 30 april 2003 (op basis van de situaties per 24 april 2003 om middernacht waarbij de op die datum gegenereerde resultaten gekapitaliseerd waren). Initiële inschrijvingsprijs voor de kapitalisatieaandelen in euro: 228,73 Initiële inschrijvingsprijs voor de uitkeringsaandelen in euro: 1 280,10
4.1.2. Beursnotering Niet van toepassing.
4.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Streeft hoofdzakelijk naar kapitaalgroei van de Belgische beurs via een beheer, geïnspireerd op een representatieve beursindex, de BEL20 Private (Net) Return.
4.1.4. Index en benchmark BEL20 Private (Net) Return
4.1.5. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid Tijdens het voorbije boekjaar werden de aandelenmarkten in de landen van de eurozone vooral beïnvloed door macro-economische factoren. En dan vooral de onophoudelijk dalende inflatie, wat voor de Europese Centrale Bank een almaar grotere zorg werd. Daarom voerde de ECB in de loop der maanden een reeks maatregelen in om de deflatie tegen te gaan en de kredietverlening aan bedrijven uit de zone aan te moedigen. De Belgische beurs had baat bij al die initiatieven van de ECB en hield tot eind juni 2014 gelijke tred met de andere beurzen uit de zone. Maar daarna deed de Belgische markt het beter dan de andere markten, dankzij waarden die gevoelig zijn voor een opwaardering van de Amerikaanse dollar, zoals Delhaize, of defensieve waarden als Belgacom en UCB. De Bel20 Private Net Return-index sluit het boekjaar dan ook af met een stijging van 18,1%, tegenover 12,6% voor de MSCI EMU Net Return-index. Aanvankelijk bestond ons beleid in het fonds erin zo veel mogelijk de voorkeur te geven aan waarden die gevoeliger zijn voor een herstel van de eurozone, ten koste van waarden die sterker aan de groeimarkten zijn blootgesteld of als echte groeiaandelen worden beschouwd. In de loop der maanden hebben we die overweging echter afgebouwd, gezien de opwaardering van sommige van die waarden. Analyse Compliance van het compartiment ING (B) INVEST Belgium
Overtreding limieten (wettelijke of prospectus) Definities: zie Toelichting bij de financiële staten - Informatie 3 Details: 1 passieve overtreding
4.1.6. Toekomstig beleid We zetten ons beleggingsbeleid op lange termijn voort, dat gebaseerd is op solide ondernemingen met een recurrente cashflow die tegen redelijke waarderingen worden verhandeld.
4.1.7. Risicoklasse
—48—
ING (B) INVEST Belgium De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van Verordening 583/2010 op basis van de volatiliteit (stijging en daling van de waarde) op een voorafgaande periode van 5 jaar. De meest recente versie is terug te vinden in de essentiële beleggersinformatie. De synthetische risicoen opbrengstindicator rangschikt het compartiment op een schaal van 1 tot 7. Hoe hoger het compartiment gerangschikt is op de schaal, hoe hoger de potentiële opbrengst is, maar bijkomend is het verliesrisico eveneens hoog. Het laagste cijfer betekent niet dat het fonds risicoloos is, maar dat in vergelijking met hogere cijfers het product in principe een lagere opbrengst zal bieden met een hogere voorspelbaarheid. De voornaamste beperkingen van de synthetische risico- en opbrengstindicator zijn dat de historische gegevens die worden gebruikt voor de berekening van deze indicator, niet altijd een betrouwbare indicatie vormen van de toekomstige evolutie. Aldus kan de risicocategorie in de tijd variëren. Zelfs indien het compartiment gerangschikt in de laagste categorie is, kan de belegger nog steeds verliezen incasseren want geen enkele categorie is totaal risicoloos.
Dit compartiment behoort tot klasse 6.
—49—
ING (B) INVEST Belgium
4.2.
BALANS
TOTAAL NETTO ACTIEF II. C. a.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren Aandelen a.1. Aandelen
b. III. A. IV. A.
A. VI. C.
30/09/2013
EUR
EUR
104 952 176,02
100 217 104,66
99 894 260,00
95 970 216,17
99 894 260,00
95 970 216,17
95 145 610,00
92 012 416,17
95 145 610,00
92 012 416,17
ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming
4 748 650,00
3 957 800,00
Vorderingen en schulden op méér dan één jaar
17 092,50
18 768,75
Vorderingen
17 092,50
18 768,75
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
377 137,25
2 120 358,78
Vorderingen
470 121,08
2 374 042,74
a.
Te ontvangen bedragen
421 500,08
1 532 275,99
b.
Fiscale tegoeden
48 621,00
841 766,75
Schulden
-92 983,83
-253 683,96
a.
Te betalen bedragen (-)
-78 679,62
-236 299,95
e.
Andere (-)
B.
V.
30/09/2014
-14 304,21
-17 384,01
Deposito’s en liquide middelen
4 849 501,99
2 286 391,95
Banktegoeden op zicht
4 849 501,99
2 286 391,95
Overlopende rekeningen
-185 815,72
-178 630,99
Toe te rekenen kosten (-)
-185 815,72
-178 630,99
104 952 176,02
100 217 104,66
89 612 171,12
85 093 596,41
-889 440,37
-845 380,88
300 000,00
300 000,00
15 929 445,27
15 668 889,13
TOTAAL EIGEN VERMOGEN A.
Kapitaal
B.
Deelneming in het resultaat
C.
Overgedragen resultaat
D.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
—50—
ING (B) INVEST Belgium
4.3.
RESULTATENREKENING
30/09/2014
30/09/2013
EUR
EUR
14 303 928,84
13 288 823,40
14 303 928,85
13 288 823,39
13 864 880,00
13 079 295,98
439 048,85
209 527,41
Wisselposities en - verrichtingen
-0,01
0,01
Andere wisselposities en –verrichtingen
-0,01
0,01
3 139 395,41 3 819 183,90
3 811 014,68 4 035 699,00
a.
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren Aandelen
b.
ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming
I. C.
H. b. II. A.
Opbrengsten en kosten van de beleggingen Dividenden
B.
Interesten (+/-)
-
-742,32
Deposito’s en liquide middelen
-
-742,32
Roerende voorheffingen (-)
-679 788,49
-223 942,00
a.
Van Belgische oorsprong
-633 603,48
-21 250,00
b.
Van buitenlandse oorsprong
-46 185,01
-202 692,00
0,01 0,01
-
-1 513 860,54 -92 230,73
-1 430 935,53 -103 467,36
-3 202,34
-259,94
b. E.
III.
Andere opbrengsten Andere
B. IV.
B.
Exploitatiekosten Verhandelingsen beleggingen (-) Financiële kosten (-)
C.
Vergoeding van de bewaarder (-)
-34 276,78
-31 689,38
D.
Vergoeding van de beheerder (-)
-1 244 768,99
-1 173 631,93
a.
Financieel beheer
-1 141 038,21
-1 075 829,31
b.
Administratief- en boekhoudkundig beheer
-103 730,78
-97 802,62
-584,09
19 018,75
A.
leveringskosten
betreffende
E.
Administratiekosten (-)
F.
Oprichtings- en organisatiekosten (-)
-7 900,62
-
H.
Diensten en diverse goederen (-)
-27 217,91
-34 949,07
J.
Taksen
-94 753,44
-99 796,42
K.
Andere kosten (-)
-8 925,64
-6 160,18
1 625 534,88
2 380 079,15
15 929 463,72
15 668 902,55
VI.
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) Subtotaal II + III + IV Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het resultaat Belastingen op het resultaat
-18,45
-13,42
VII.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
15 929 445,27
15 668 889,13
V.
—51—
ING (B) INVEST Belgium
RESULTAATVERWERKING
I. a. b. c. II. III. IV.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) Overgedragen winst (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) (Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal (Over te dragen winst) over te dragen verlies (Dividendenuitkering)
—52—
30/09/2014
30/09/2013
EUR
EUR
15.340.004,90
15 123 508,25
300.000,00 15.929.445,27
300 000,00 15 668 889,13
-889.440,37 -14.923.602,68 -300.000,00 -116.402,22
-845 380,88 -14 683 414,01 -300 000,00 -140 094,24
ING (B) INVEST Belgium
4.4.
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
4.4.1. Samenstelling van de activa op 30/09/2014 Benaming
Hoeveelheid of Nominale Valuta waarde op 30/09/2014
Evaluatie % (in de valuta in het % Koers in van bezit Portevaluta het van het feuille compartiment) ICB
I.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten
C.
Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren
a.
Aandelen
% Netto actief
aan een officiële beurs genoteerde effecten België ACKERMANS & VAN HAAREN SA AGEAS NV ANHEUSER-BUSH INBEV SA BEKAERT BELGACOM SA BPOST DECEUNINCK SA DELHAIZE GROUP ELIA SYSTEM OPERATOR SA ETAB COLRUYT EVS BROADCASTING EQUIPMENT FINANCIERE DE TUBIZE SA GBL GIMV SA ION BEAM APPLICATIONS SA IBA KBC ANCORA CVA KBC GROUPE SA ONTEX GROUP N.V. SIOEN INDUSTRIES SOLVAY SA TESSENDERLO CHEMIE UCB UMICORE SA VAN DE VELDE NV
35 000,00 270 000,00 108 000,00 50 000,00 174 000,00 110 000,00 250 000,00 115 000,00 60 000,00 90 000,00 25 000,00 40 000,00 64 000,00 15 000,00 50 000,00 50 000,00 190 000,00 70 000,00 65 000,00 39 500,00 65 000,00 67 000,00 125 000,00 10 000,00
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
97,85 26,28 88,12 26,40 27,56 18,90 2,28 55,08 38,04 34,88 27,62 59,32 72,56 37,44 13,90 23,78 42,16 19,70 11,72 121,90 21,84 71,88 34,64 38,46
Totaal België Duitsland E.ON SE
135 000,00
EUR
14,50
Totaal Duitsland Frankrijk GDF SUEZ TOTAL SA
511 000,00 30 000,00
EUR EUR
19,86 51,45
Totaal Frankrijk Nederland DELTA LLOYD
255 000,00
EUR
Totaal Nederland Totaal aan een officiële beurs genoteerde effecten
Totaal Aandelen
—53—
19,10
3 424 750,00 7 096 950,00 9 516 960,00 1 320 250,00 4 795 440,00 2 079 000,00 569 750,00 6 334 200,00 2 282 100,00 3 139 650,00 690 500,00 2 372 800,00 4 643 840,00 561 600,00 695 000,00 1 188 750,00 8 011 350,00 1 378 650,00 761 475,00 4 815 050,00 1 419 600,00 4 815 960,00 4 329 375,00 384 600,00
3,43% 7,11% 9,53% 1,32% 4,80% 2,08% 0,57% 6,34% 2,29% 3,14% 0,69% 2,38% 4,65% 0,56% 0,70% 1,19% 8,02% 1,38% 0,76% 4,82% 1,42% 4,82% 4,33% 0,39%
3,26% 6,76% 9,07% 1,26% 4,57% 1,98% 0,54% 6,04% 2,17% 2,99% 0,66% 2,26% 4,43% 0,54% 0,66% 1,13% 7,63% 1,31% 0,73% 4,59% 1,35% 4,59% 4,13% 0,37%
76 627 600,00
76,71%
73,01%
1 956 825,00
1,96%
1,87%
1 956 825,00
1,96%
1,87%
10 148 460,00 1 543 500,00
10,16% 1,55%
9,67% 1,47%
11 691 960,00
11,70%
11,14%
4 869 225,00
4,87%
4,64%
4 869 225,00
4,87%
4,64%
95 145 610,00
95,25%
90,66%
95 145 610,00
95,25%
90,66%
ING (B) INVEST Belgium Hoeveelheid of Nominale Valuta waarde op 30/09/2014
Benaming
b.
Evaluatie % (in de valuta in het % Koers in van bezit Portevaluta het van het feuille compartiment) ICB
% Netto actief
ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming aan een officiële beurs genoteerde effecten RICHLIJN 2009/65/EG – FSMA Vastgoed BEFIMMO SCA SICAFI COFINIMMO SICAFI
35 000,00 30 000,00
EUR EUR
Totaal Vastgoed Totaal RICHTLIJN 2009/65/EG – FSMA Totaal aan een officiële beurs genoteerde effecten
Totaal ICB’s met een vast aantal rechten van deelneming Totaal Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB’s en financiële derivaten II.
58,79 89,70
2 057 650,00 2 691 000,00
2,06% 2,69%
1,96% 2,57%
4 748 650,00
4,75%
4,53%
4 748 650,00
4,75%
4,53%
4 748 650,00
4,75%
4,53%
4 748 650,00
4,75%
4,53%
99 894 260,00
100,00% 95,18%
4 835 901,52 13 600,47
4,61% 0,01%
4 849 501,99
4,62%
4 849 501,99
4,62%
394 229,75
0,38%
-185 815,72
-0,18%
104 952 176,02
100,00%
Deposito’s en liquide middelen Banktegoeden op zicht BELFIUS BANQUE Current accounts budget
EUR EUR
Totaal Banktegoeden op zicht
Totaal Deposito’s en liquide middelen III.
Overige vorderingen en schulden
IV.
Andere
V.
Totaal van het netto-actief
Verdeling van de activa (in % van de effectenportefeuille) Economische verdeling Banken en kredietinstellingen op 30 september 2014 Energie- en watervoorziening Financiële vennootschappen, beleggings- en diverse andere venn. Tabak en alcoholische dranken Kleinhandel en warenhuizen Chemische producten Non-ferrometalen Geneesmiddelen, cosmetica & medische producten Verzekeringsmaatschappijen Telecommunicatie Textiel, kleding en lederwaren Vastgoed Openbare non-profitinstellingen Beleggingsfondsen en leveranciers Olie en aardgas Elektronica en halfgeleiders Bouwmaterialen en bouwindustrie Totaal portefeuille:
—54—
15,13% 14,40% 11,21% 9,53% 9,48% 6,24% 5,66% 5,52% 4,87% 4,80% 3,52% 2,69% 2,08% 2,06% 1,55% 0,69% 0,57% 100,00%
ING (B) INVEST Belgium
4.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa van het compartiment (in EUR)
Aankopen Verkopen Totaal 1
Semester 1 16 676 918,48 22 339 814,92 39 016 733,40
Semester 2 11 590 707,59 16 025 696,17 27 616 403,76
Totaal 28 267 626,07 38 365 511,09 66 633 137,16
1 611 771,92 7 815 779,35 9 427 551,27
862 526,62 5 714 958,86 6 577 485,48
2 474 298,54 13 530 738,21 16 005 036,75
102 168 757,89
104 995 947,25
103 580 195,08
28,96%
20,04%
48,88%
Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Maandelijks gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis worden geraadpleegd bij ING Investment Management Belgium S.A. – Beheervennootschap – met zetel Avenue Marnix 23 TE 1000 Bruxelles.
4.4.3. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde Evolutie van het aantal aandelen in omloop op 30/09/2014 Periode
30/09/2012 30/09/2013 30/09/2014
Inschrijvingen Kapitalisatie 1 092,576 1 230,146 1 455,149
Terugbetalingen
Uitkering Kapitalisatie 474,316 9 615,471 75,000 10 395,440 105,000 8 487,914
Einde periode
Uitkering Kapitalisatie 418,000 78 017,880 432,591 68 852,586 323,500 61 819,821
Uitkering 2 692,495 2 334,904 2 116,404
Totaal 80 710,375 71 187,490 63 936,225
Bedragen betaald en ontvangen door de ICB (in de valuta van het compartiment) 30/09/2012 30/09/2013 30/09/2014
Inschrijvingen Kapitalisatie Uitkering 1 174 761,38 1 129 502,62 1 532 384,92 202 073,82 2 152 298,02 322 000,52
Terugbetalingen Kapitalisatie Uitkering 10 319 816,25 983 089,68 12 917 256,84 1 150 721,39 12 511 499,91 1 019 238,30
Netto-inventariswaarde einde periode (in de valuta van het compartiment) Periode
van de ICB
per aandeel Kapitalisatie
30/09/2012 30/09/2013 30/09/2014
97 011 809,77 100 217 104,66 104 952 176,02
—55—
Uitkering 1 155,82 1 356,42 1 583,31
2 539,32 2 922,50 3 341,67
ING (B) INVEST Belgium
4.4.4. Rendementen Actuariële rendementen: 1 jaar
3 jaar
5 jaar
10 jaar
16,73% (in % )
15,07% (in % )
6,51% (in % )
4,19% (in % )
Sinds het einde van de période de souscription initiale 8,55% (in % )
Jaarlijkse rendementen over de laatste 10 jaren per 30 september 2014 Belgium: kapitalisatieaandeel (EUR)
Het gaat om de evolutie van de netto-inventariswaarde op jaarbasis en exclusief kosten (instapkosten en uitstapkosten) rekening houdend met de herbelegging van de bruto-coupons. De returns uit het verrleden vormen geen enkele garantie voor de toekomstige returns en houden geen rekening met eventuele fusies. Dit compartiment is gecreëerd in feb 1991.
4.4.5. Kosten Het totaal van de lopende kosten bedraagt op jaarlijkse basis 1,37% op 30/09/2014. De lopende kosten, berekend overeenkomstig de bepalingen van Verordening Nr. 583/2010 van de Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europee Parlement en de Raad wat betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager dan via papier of via een website wordt verstrekt (hierna “Verordening 583/2010”), zijn opgenomen in de essentiële beleggersinformatie. De lopende kosten bevatten alle betalingen uit de activa van de bevek die worden vereist of toegestaan door reglementering, de statuten of het prospectus. Ze bevatten echter geen prestatievergoedingen, instap- en uitstapvergoedingen rechtstreeks door de belegger betaald, de transactiekosten, behalve diegene die gefactureerd worden door de depothoudende bank, de beheermaatschappij, de administratief agent, de bestuurders van de bevek of om het even welke beleggingsadviseur. Instap- en uitstapvergoedingen betaald door de ICB voor het
—56—
ING (B) INVEST Belgium kopen en verkopen van stukken van een andere ICB maken ook deel uit van de lopende kosten. Bovendien omvatten ze niet de rente op leningen en kosten die betrekking hebben op het houden van derivaten (bv. margin calls). Ze zijn vastgesteld op basis van de kosten van het vorige boekjaar en worden uitgedrukt in percentage van de gemiddelde netto activa van de betreffende periode. In bepaalde gevallen kunnen zij tevens worden uitgedrukt in de vorm van een maximumbedrag of gebaseerd zijn op een andere periode van één jaar in het verleden. Zij kunnen tevens het voorwerp uitmaken van een schatting.
—57—
ING (B) INVEST Belgium
4.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens Toelichting 1 : De balanspost "II. C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren - b. ICB's met een vast aantal rechten van deelneming" : vertegenwoordigt de posities aangehouden in Befimmo en/of Cofinimmo. Toelichting 2 : De balansposten "III. Vorderingen en schulden op méér dan één jaar – A. Vorderingen" en "IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar - A. Vorderingen – b. Fiscale tegoeden" vertegenwoordigen de buitenlandse belastingen van het voorgaande en/of lopende boekjaar te recupereren. De fiscale tegoeden op ten hoogste één jaar van het voorgaande boekjaar tonen het bedrag van de Belgische roerende voorheffingen te recuperen. Deze mogelijkheid werd afgeschaft door de overheid en trad in werking op 1 september 2013. Toelichting 3 : De balansposten "IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar - A. Vorderingen – a. Te ontvangen bedragen” en “B. Schulden – a. Te betalen bedragen” vertegenwoordigen transacties geplaatst op de markt en / of inschrijvingen en terugbetalingen, en in fase van vereffening. Toelichting 4 : De balanspost "IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar - B. Schulden – e. Andere” vertegenwoordigt hoofdzakelijk de provisie voor de kosten van de dematerialisatie van fysische effekten. Toelichting 5 : De post van de resultatenrekening "II. Opbrengsten en kosten van beleggingen – A. Dividenden” is verminderd met min of meer 5% als gevolg van de afschaffing van de vrijstelling van de Belgische roerende voorheffing, welke gedeeltelijk is gecompenseerd door de vrijstelling van de bronheffingen door de Franse administratie. Toelichting 6 : De post van de resultatenrekening "II. Opbrengsten en kosten van beleggingen - E. Roerende voorheffingen (-) - a. Van Belgische oorsprong" : sinds 1/10/2013 genieten de betaalbaar gestelde dividenden van Belgische oorsprong niet meer van de vrijstelling van roerende voorheffing en dit als gevolg van de overheidsmaatregelen genomen in juli en augustus 2013. Deze maatregel neemt zijn volle effekt sinds 01/10/2013. Toelichting 7 : De post van de resultatenrekening "II. Opbrengsten en kosten van beleggingen - E. Roerende voorheffingen (-) - b. Van buitenlandse oorsprong" is gevoelig lager tegenover 2013 als gevolg van de vrijstelling van de bronheffingen beslist door de Franse administratie en die van toepassing zijn sinds 01/07/2013. Toelichting 8 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - E. Administratiekosten" is gedeeltelijk beïnvloed door de kosten voor de vernietiging van fysische effekten conform de wetgeving omtrent de dematerialisatie, in voege sinds 01/01/2008 ; in ‘2013, had de herziening van deze provisie naar beneden een positief resultaat opgeleverd. Toelichting 9 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - F. Oprichtings- en organisatiekosten" is samengesteld uit de publicatiekosten in de pers die vorig jaar waren geklasseerd onder de rubriek IV. Exploitatiekosten – H. Diensten en diverse goederen”.
—58—
ING (B) INVEST Belgium Toelichting 10 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - J. Taksen" is lichtjes lager in vergelijking met 2013, als gevolg van de budgettaire maatregelen beslist door de overheid in 07/2013, en die een supplementaire en retroactieve kost hebben geïmpliceerd in vergelijking met het tarief van 0,08% in voege op dat moment. Het tarief dat geldt sinds 01/01/2013 bedraagt 0,0925% (+0,0125%). Toelichting 11 : De post van de resultatenrekening "IV. Exploitatiekosten - K. Andere kosten" vertegenwoordigt hoofdzakelijk de bijdragen in de werkingskosten van het FSMA.
Informatie 1 - Statuten en beheersreglement Artikel 49, derde lid van de wet van 03/08/2012 : Beveks : de officiële tekst van de statuten is neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel. GBF's : de officiële tekst van het beheersreglement is neergelegd bij de FSMA. Informatie 2 - Defence Policy Artikel 88, § 1 van de wet van 03/08/2012 : De Vennootschap past de "Defence Policy" van ING Groep toe en zal niet investeren in ondernemingen die rechtstreeks betrokken zijn bij de productie, het onderhoud en/of de handel in controversiële wapens (antipersoonslandmijnen, clusterbommen, munitie met verarmd uranium, biologische, chemische of nucleaire wapens, ...). De "Defence Policy" kan worden geraadpleegd op www.ing.com. Informatie 3 : De Beheervennootschap heeft een beperkt aantal deelnemingsrechten van het fonds in portefeuille teneinde een rechtsgeldige algemene vergadering van aandeelhouders te kunnen houden in geval geen enkele aandeelhouder zijn deelnemingsrechten heeft geblokkeerd binnen de vooropgestelde termijn van het oproepingsbericht. In dergelijk geval oefent de Beheervennootschap haar stemrechten verbonden aan de deelnemingsrechten uit over de agendapunten tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders. Hierbij wordt nagestreefd om de belangen van het fonds en de aandeelhouders te behartigen. Tot op heden werden de agendapunten van de betrokken algemene vergaderingen in dergelijk geval door de Beheervennootschap goedgekeurd.
—59—
ING (B) INVEST Solidarity Mixed Euro 1
5.
INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT ING (B) INVEST SOLIDARITY MIXED EURO 1
5.1.
BEHEERVERSLAG
5.1.1. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid Als gevolg van belangrijke aanvragen tot terugbetaling van de houders van deelbewijzen en de vaststelling dat de activa onder beheer onvoldoende werden voor het garanderen van een optimaal beheer van het fonds, is er voorgesteld over te gaan tot de liquidatie van dit fonds, wat door de Buitengewone Algemene Vergadering van 4 december 2013 is aanvaard. De liquidatiewaarde bedroeg 292,48 EUR zoals berekend op basis van de boekhoudkundige staten van 10 december 2013. Het compartiment werd op 20 december 2013 volledig terugbetaald.
—60—
ING (B) INVEST Solidarity Mixed Euro 1 5.2.
BALANS
23/12/2013 EUR TOTAAL NETTO ACTIEF
0,00
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
0,00
A.
Kapitaal
0,00
B.
Deelneming in het resultaat
C.
Overgedragen resultaat
D.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
-42 905,34 0,00
—61—
42 905,34
ING (B) INVEST Solidarity Mixed Euro 1
5.3.
RESULTATENREKENING
23/12/2013 EUR I. A. a.
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
35 684,16
Obligaties en andere schuldinstrumenten
21 871,26
Obligaties
21 871,26
E.
ICB’s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
6 252,90
F.
Financiële derivaten
7 560,00
Op financiële indexen
7 560,00
Termijncontracten
7 560,00
l. ii. II. B. a. C.
Opbrengsten en kosten van de beleggingen Interesten (+/-)
11 211,96
Effecten en geldmarktinstrumenten
11 244,35
Interesten in gevolge ontleningen (-) Exploitatiekosten
IV.
-32,39 -3 990,43
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-)
C.
Vergoeding van de bewaarder (-)
-552,65
D.
Vergoeding van de beheerder (-)
-1 039,11
Financieel beheer
-1 039,11
H.
Diensten en diverse goederen (-)
-4 287,40
J.
Taksen
K.
Andere kosten (-)
a.
-36,65
1 777,90 147,48
VI.
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) Subtotaal II + III + IV Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het resultaat Belastingen op het resultaat
VII.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
V.
11 244,35
—62—
7 221,53 42 905,69 -0,35 42 905,34
Verantwoordelijke uitgever Wim Roelant Marnixlaan 23 - 1000 Brussel
[email protected]