Liquidatieverslag 30 september 2014
Inhoud 2
Voorwoord
3
Profiel van het fonds
4 4 4 4 5 5 6 6 6 6 7
Verslag van het College van liquidateuren 1. Algemeen 2. Communicatie over de transitie 3. Overdracht beleggingsportefeuille 4. Vaststelling koopsom door PME 5. Afwikkeling van de liquidatie en waardeoverdracht 6. Afwikkeling afspraken met werkgevers en vaststellingsovereenkomst 7. Overdracht pensioenadministratie 8. Overleg met DNB over de transitie 9. Verantwoordingsorgaan en Deelnemersraad 10. Accountant en Actuaris
8 9 10 11 12 15 18
Rekening en verantwoording vereffening Liquidatiebalans Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Toelichting algemeen Toelichting op de liquidatiebalans Toelichting op de staat van baten en lasten
21 21 22
Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring van de onafhankelijk accountant
1
Voorwoord Stichting Pensioenfonds Océ is in januari 2014 in liquidatie gegaan. Het bestuur is vanaf dat moment overgegaan in het College van liquidateuren en het College heeft de taken van het Bestuur overgenomen. De doelstelling van het College is de liquidatie op een efficiënte en snelle wijze af te ronden en daarbij een zo hoog mogelijke structurele verhoging van alle pensioenrechten en pensioenaanspraken per 1 januari 2014 te realiseren. In dit liquidatierapport legt het College van liquidateuren rekening en verantwoording af over het gevoerde beleid, de realisatie van de liquidatie en de bijbehorende financiële afwikkeling. .
2
Profiel van het Fonds Stichting Pensioenfonds Océ in liquidatie [verder ook te noemen “het Fonds”] is het ondernemingspensioenfonds van Océ-Technologies B.V. en Canon Nederland N.V. Het Fonds is opgericht in 1966. De vestigingsplaats is Venlo. Het Fonds is als stichting ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41062419. Organisatie College van liquidateuren D. Moerkens, voorzitter S. Jeuken L. Streng W. de Schrijver A. Verhoeven P. Büthker, vicevoorzitter M. Kusters G. van der Loop J. van Mackelenbergh H. Wetzels Pensioenbureau H. Boer M. van Kroonenburg T. Obbing W. Schapendonk A. Jonkers I. van den Berg R. Bohn K. Fluks L. Jacobs H. Kuijs E. Peters
directeur hoofd bestuursondersteuning en ambtelijk secretaris van het bestuur hoofd pensioenbeheer hoofd vermogensbeheer secretaresse medewerkster pensioenbeheer medewerkster pensioenbeheer medewerkster pensioenbeheer medewerkster pensioenbeheer administrateur medewerkster pensioenbeheer
Verantwoordingsorgaan De heer W. Dings, voorgedragen door de werkgevers; De heer F. Jaspers, voorgedragen door de ondernemingsraden; De heer T. van Gassen, voorgedragen door de Vereniging Gepensioneerden Océ; De heer A. de Bekker is benoemd als onafhankelijk voorzitter. Deelnemersraad De heer H. van de Beek, gekozen door de actieve deelnemers Océ-Technologies B.V., De heer L. Westland, gekozen door de actieve deelnemers Océ-Technologies B.V., De heer G. Vaessen (secretaris), gekozen door de actieve deelnemers Océ-Technologies B.V., De heer J. de Cock, gekozen door de actieve deelnemers Canon Nederland N.V., De heer H. Hanneman (voorzitter), gekozen door de gepensioneerden Océ-Technologies B.V., De heer W. Vos, gekozen door de gepensioneerden Canon Nederland N.V., De heer A. Kiffen (vice-voorzitter), gekozen door de gewezen deelnemers Océ-Technologies B.V., De heer A. Tempelman, gekozen door de gewezen deelnemers Canon Nederland N.V.
3
Verslag van het College van liquidateuren 1. Algemeen Dit verslag is het laatste verslag waarin rekening en verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde beleid van Stichting Pensioenfonds Océ in liquidatie. Dit verslag staat in het teken van de overdracht van de opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenrechten en de bijbehorende beleggingen aan het Pensioenfonds van de Metalektro (PME) per 1 januari 2014 en aansluitend de liquidatie van Stichting Pensioenfonds Océ. De overdracht heeft plaatsgevonden met instemming van De Nederlandsche Bank (DNB). Op 21 januari 2014 is het besluit tot liquidatie van het Fonds genomen. Het Bestuur is vanaf dat moment overgegaan in het College van liquidateuren. Het Fonds verkeert vanaf dat moment formeel in staat van liquidatie. De belangrijkste taak van het College van liquidateuren is de financiële afwikkeling van het Fonds. Het Bestuur/het College heeft in de verslagperiode acht keer vergaderd. Daarnaast is het dagelijks bestuur c.q. de stuurgroep die in de transitieperiode is geformeerd, op een nog frequentere basis actief geweest met de voorbereiding en de uitwerking van de tijdens de vergaderingen behandelde onderwerpen. In dit verslag wordt behalve over de beëindiging van het Fonds ook rekening en verantwoording afgelegd over het gevoerde (financiële) beleid. Het College van liquidateuren is alle betrokkenen, de medewerkers van het pensioenbureau, het Verantwoordingsorgaan, de Deelnemersraad, de adviseurs, PME en MN, buitengewoon erkentelijk voor hun inzet en betrokkenheid. 2. Communicatie over de transitie In februari van dit jaar zijn zes infosessies gehouden voor 700 deelnemers, gepensioneerden en gewezen deelnemers bij de vestigingen van Océ en Canon in Den Bosch en in Venlo. Tijdens deze sessies is een toelichting gegeven op de omzetting van pensioenaanspraken. Dit bleek nodig omdat enkele pensioensoorten van het Fonds en van PME niet overeen kwamen. Deze omzetting van pensioenaanspraken heeft op 31 december 2013 plaatsgevonden. Tijdens de infosessies over de omzetting is ook een presentatie verzorgd door PME. De deelnemers hebben daarbij ook een uitleg gekregen over de pensioenregeling van PME. In de zomer van 2014 hebben alle deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers een brief ontvangen met daarin de verhoogde pensioenrechten en –aanspraken die uiteindelijk zijn overgedragen naar PME. In deze brief is tevens vermeld dat alle vragen over de opgebouwde en ingegane pensioenen vanaf 1 augustus 2014 aan MN kunnen worden gesteld. MN is de pensioenuitvoerder van PME. 3. Overdracht beleggingsportefeuille Nadat in december van 2013 alle voorbereidingen waren getroffen, zijn - met als overdrachtsdatum 1 januari 2014 - in de eerste weken van januari 2014 de stukken van de beleggingsportefeuille overgedragen naar PME. Het gedeelte van de portefeuille dat eind 2013 door het Fonds liquide is gemaakt, is in contanten overgedragen naar PME. De beleggingsadministrateur van het Fonds (ITS) heeft als onafhankelijke partij vastgesteld dat de eindposities van de beleggingsportefeuille volledig en juist waren en in overeenstemming met de posities die PME heeft ontvangen. In de eerste maanden van 2014 is een volledigheidsverslag opgesteld dat ten behoeve van het College van liquidateuren door de accountant van het Fonds is voorzien van een rapportage van feitelijke bevindingen. Omdat het Fonds als gedaagde is betrokken in een Class Action met betrekking tot de failliete Tribune Company, is met PME afgesproken dat zij de claim, waarvan nog niet duidelijk is dat deze aan de eisers zal worden toegekend, zal overnemen. Het Fonds betaalde hiervoor een bedrag van € 137.473,- aan PME.
4
4. Vaststelling koopsom door PME Nadat alle pensioenaanspraken op 31 december 2013 in overeenstemming waren gebracht met het pensioenreglement van PME, heeft in de eerste helft van 2014 veelvuldig overleg plaatsgevonden met PME over de aanlevering van de juiste bestanden en de interpretatie van de opgebouwde pensioenen. De actuarissen van het Océ Pensioenfonds en van PME hebben eind juni de laatste verschillen afgestemd. Op dat moment is de voorlopige koopsom vastgesteld. In februari 2014 heeft PME besloten tot een aanpassing van de eigen grondslagen voor de berekening van het wezenpensioen. Dit heeft geleid tot de vaststelling van een lagere voorziening en daarmee een hogere dekkingsgraad bij PME. Voor het Fonds is dit aanleiding geweest om de discussie te starten over de koopsom die het Fonds moet betalen aan PME voor de overdracht van rechten en aanspraken. De gewijzigde grondslagen van PME weken namelijk af van hetgeen eerder in de driepartijenovereenkomst tussen het Fonds, Océ en Canon en PME is afgesproken. Na onderhandeling is PME het Fonds hierin gedeeltelijk tegemoet gekomen, omdat een deel van het voordeel al was ingerekend in de berekening van het actuarieel nadeel. Tevens zijn afspraken gemaakt over de overname door PME van de in het vorige hoofdstuk genoemde Tribune-claim. Nadat eind juni de voorlopige koopsom door PME is vastgesteld en de laatste discussies zijn gevoerd, kon ook het verwachte liquidatiesaldo worden berekend alsmede de daaruit voortvloeiende toekenning van de extra rechten en aanspraken. Op 1 juli 2014 werd door PME de definitieve koopsom vastgesteld inclusief het bedrag voor de extra rechten en aanspraken. 5.
Afwikkeling van de liquidatie en waardeoverdracht
Op basis van de voorlopige koopsom heeft het College van liquidateuren het liquidatiesaldo vastgesteld. Koopsom PME De aan PME verschuldigde koopsom bestaat uit een aantal componenten (bedragen x € 1 mio): Voorziening Pensioenverplichtingen Actuarieel nadeel Solvabiliteitsopslag (4,3%) Voorziening voor onbekende aanspraken Totaal benodigde koopsom
1.067,4 9,5 46,3 0,5 1.123,7
Liquidatiesaldo Beschikbaar vermogen Stichting Pensioenfonds Océ in liquidatie Benodigde koopsom Saldo
1.160,4 1.123,7 36,7
Het liquidatiesaldo is zoveel mogelijk aangewend voor de verhoging van de aan PME over te dragen pensioenrechten en -aanspraken. Van het bedrag is € 36 mio aangewend voor de verhoging van aanspraken en rechten. Het resterend saldo diende als buffer voor nog te maken kosten en voldoening van schulden. De verhoging is door het College van liquidateuren vastgesteld op 3,2%. PME heeft vervolgens de definitieve koopsom inclusief de verhoging van rechten en aanspraken berekend: Voorziening Pensioenverplichtingen inclusief verhoging 3,2% Actuarieel nadeel Solvabiliteitsopslag (4,3%) Voorziening voor onbekende aanspraken Totaal benodigde koopsom
5
1.101.7! 9,7 47,8 0,5 1.159,7
6. Afwikkeling afspraken met werkgevers en vaststellingsovereenkomst Zoals in het jaarverslag 2013 uitvoerig is beschreven, zijn door de werkgevers in het kader van een intentieovereenkomst en een overgangsovereenkomst eind 2013 voorlopige stortingen gedaan als beëindigingsvergoeding enerzijds en als inkoop van voorwaardelijke aanspraken anderzijds. Per 1 juli 2014 heeft de definitieve afrekening met de werkgevers plaatsgevonden. Dit heeft per saldo geresulteerd in een terugbetaling aan de ondernemingen. Nadat de definitieve koopsom door PME was bepaald, inclusief de verhoging van 3,2% van de pensioenrechten en -aanspraken, heeft Océ gesteld dat bij de berekening van de dekkingsgraadafhankelijke storting eind 2013 door beide werkgevers aan het Fonds ten onrechte sprake was van een dubbeltelling van de al in 2013 gemaakte transitiekosten van circa € 625.000,-. Océ stelde terecht dat beide werkgevers uit hoofde van de afspraken uit de intentieovereenkomst daarom nog een vordering hebben op het Fonds van 2/3 van dit bedrag, zijnde circa € 417.000,-. Met beide werkgevers is overeengekomen dat de werkgevers tegen finale kwijting van deze vordering recht hebben op het restsaldo nadat het Fonds aan al haar overige vorderingen en verplichtingen heeft voldaan. Hiertoe werd een vaststellingsovereenkomst opgesteld die door Océ-Technologies B.V., Canon Nederland N.V. en het Fonds is getekend. Verder zijn in deze overeenkomst afspraken vastgelegd over het beheer van de archieven van het Fonds. De gemaakte afspraken hebben ertoe geleid dat het resterend saldo van € 745.000,- als schuld aan de ondernemingen is verantwoord. 7. Overdracht pensioenadministratie PME heeft op 1 augustus 2014 de pensioenadministratie overgenomen van het pensioenbureau van het Fonds. Tot dat moment werden alle pensioenuitkeringen verzorgd door het pensioenbureau van het Fonds onder de verantwoordelijkheid van PME. In de maand juli zijn alle pensioenrechten en -aanspraken met terugwerkende kracht verhoogd met 3,2%. Deze verhoging is verwerkt in de databestanden die aan PME zijn overgedragen. De laatste pensioenbetaling door het pensioenbureau van het Fonds heeft plaatsgevonden eind juli, inclusief de verhoging over de periode vanaf 1 januari 2014. Omdat PME vanaf 1 augustus de betaling heeft overgenomen van het Fonds, is door het pensioenbureau van het Fonds een fiscale jaaropgave verzonden naar alle pensioengerechtigden. Voorts is een brief gestuurd aan alle deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers waarin de verhoogde rechten en aanspraken staan vermeld. Deze laatste brief geeft tevens de beginstand aan van de opgebouwde rechten en aanspraken die vanaf dat moment bij PME geadministreerd worden. Eind juli werden ook alle pensioendossiers overgedragen aan PME. De bestuursstukken worden bewaard in de archieven van Océ in Venlo. Het pensioenbureau van het Fonds is vanaf 1 augustus 2014 opgeheven. De verdere financiële afronding van het liquidatieproces is uitgevoerd door de heer Kuijs. 8. Overleg met DNB over de transitie DNB is voortdurend op de hoogte gehouden van de voortgang van de liquidatie en de communicatie aan alle belanghebbenden door middel van periodieke rapportages en informele contacten via telefoon en email. Nadat het College van liquidateuren het liquidatieverslag heeft vastgesteld, wordt het verslag inclusief de controleverklaring van de accountant in het bezit gesteld van DNB. Indien DNB hierover geen vragen of opmerkingen meer heeft, zal het toezicht worden beëindigd. 9. Verantwoordingsorgaan en Deelnemersraad Het Verantwoordingsorgaan en de Deelnemersraad zijn gedurende de periode van liquidatie een aantal keer geïnformeerd over de stand van zaken. In de maart-vergadering van het College werd aan het 6
Verantwoordingsorgaan en de Deelnemersraad een toelichting gegeven op de stand van zaken met betrekking tot de transitie. In de mei-vergadering van het College werd, in het bijzijn van het Verantwoordingsorgaan, het jaarverslag over 2013 vastgesteld. In de juli-vergadering is door een delegatie van het College een toelichting gegeven op de berekening van het liquidatiesaldo en de toekenning van extra rechten en aanspraken. Het Verantwoordingsorgaan heeft kennis genomen van het liquidatieverslag en hierover het volgende oordeel uitgesproken: “Tijdens het liquidatieproces is het Verantwoordingsorgaan door het College van liquidateuren voortdurend van actuele ontwikkelingen op de hoogte gehouden. Het Verantwoordingsorgaan beschikte daardoor continu over een goed beeld van de financiële stand van zaken. Het Verantwoordingsorgaan stelt vast dat in dit liquidatieverslag op uitgebreide wijze verslag is gedaan van het liquidatieproces en dat daarmede een belangrijke bijdrage is geleverd aan de transparantie van het overdrachtstraject van de pensioenaanspraken van het Pensioenfonds Océ naar het Pensioenfonds van de Metalektro (PME). De omstandigheid dat het aan het slot van het liquidatieproces uiteindelijk mogelijk bleek alle pensioenen met 3,2% te verhogen, stemt daarbij tot bijzondere tevredenheid. Het Verantwoordingsorgaan is van mening dat de rekening en verantwoording over de vereffening met de toelichtingen een juist en volledig beeld geven en concludeert dat het College van liquidateuren de belangen van de betrokken werknemers, de gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgevers op ruim voldoende evenwichtige wijze heeft behartigd. Het Verantwoordingsorgaan hecht er aan uit te spreken veel waardering te hebben voor het vele werk dat door het Bestuur / College van liquidateuren, de Deelnemersraad en het bestuursbureau in de laatste enerverende jaren is verzet.” 10. Accountant en Actuaris Het liquidatierapport is gecontroleerd door PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Gedurende de verslagperiode zijn de actuariële berekeningen verzorgd door Aon Consulting Nederland C.V.
Het College van liquidateuren heeft het liquidatieverslag op 21 oktober 2014 vastgesteld. Het verslag is namens alle leden van het College van liquidateuren getekend door:
D. Moerkens, voorzitter
7
Rekening en verantwoording vereffening
8
Liquidatiebalans [na bestemming saldo van baten en lasten] 30-09-2014
Activa 1 2 3 4 5
Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoedfondsen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
-
Vorderingen en overlopende activa 6 Vorderingen en overlopende activa Overige activa 7 Liquide middelen Totaal Activa
31-12-2013 54 324.740 569.362 6.752 900.908
60
185.243
2.144
98.288
2.204
1.184.439
Passiva 8 Reserves Algemene reserve Egalisatie reserve 9 Technische voorzieningen Basisregeling Arbeidsongeschiktheidsregeling Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Overige schulden en overlopende passiva 10 Overige schulden en overlopende passiva Totaal Passiva
9
-
67.737 67.737
-
1.088.635 6.066 1.094.701
2.204
22.001
2.204
1.184.439
Bedragen x € 1.000
Staat van baten en lasten 2014
2013
Baten Beleggingsopbrengsten voor risico fonds 11 Directe beleggingsopbrengsten 12 Indirecte beleggingsopbrengsten 13 Kosten vermogensbeheer
-
14 Bijdrage van werkgevers en werknemers 15 Overige baten
-
-
1
Lasten Betaalde Waardeoverdrachten Pensioenuitkeringen Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds Overige lasten
-
1
-
11
223.147
1.160.285 1.094.701 2.142
1.541 30.155 5.358 2.195
-
Totale lasten
28.533 194.614
-
67.737
Bestemming van het saldo van baten en lasten Mutatie algemene reserve Mutatie egalisatie reserve
-
67.737 67.737
-
-
67.726
Saldo van baten en lasten
10
25.305 33.113 3.411 55.007 168.052 88 168.140
-
Totale baten 16 17 18 19
90 72 152 10
-
195.572 958 194.614
Bedragen x € 1.000
Kasstroomoverzicht Kasstroomoverzicht
2014
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Aankopen en verstrekkingen beleggingen Verkopen en aflossingen beleggingen Directe beleggingsopbrengsten Indirect gerealiseerde beleggingsopbrengsten Kosten vermogensbeheer
-
Kasstromen uit pensioenactiviteiten Bijdrage van werkgevers en werknemers Overige baten Pensioenuitkeringen Overige lasten Betaalde waardeoverdrachten Inkoop indexaties Mutatie vorderingen Mutatie schulden
11
-
984.857 1.010.580 25.305 55.221 3.411 102.838
-
1 2.142 1.160.285 185.183 19.797
168.052 88 30.155 2.195 1.541 171.200 16.257
-
997.042
-
96.144 98.288
82.144 16.144
2.144
98.288
-
Saldo liquide middelen einde verslagperiode
-
900.898 -
Mutatie liquide middelen Saldo liquide middelen 1 januari
62 858.736 90 42.162 152
2013
-
-
20.694
Bedragen x € 1.000
Toelichting algemeen Algemeen Stichting Pensioenfonds Océ in liquidatie heeft bij de samenstelling van dit liquidatieverslag de uitgangspunten van BW 2 Titel 9 toegepast. Het college van liquidateuren heeft op 21 oktober 2014 de rekening en verantwoording vereffening vastgesteld.
Toelichting en grondslagen voor de waardering van activa en passiva In 2013 heeft het bestuur besloten tot een collectieve waardeoverdracht per 1 januari 2014 van de opgebouwde aanspraken en pensioenrechten van (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden van Stichting Pensioenfonds Océ naar PME. Op basis van deze overeenkomst is besloten tot liquidatie van het pensioenfonds. De jaarrekening 2013 en rekening van verantwoording en vereffening 2014 zijn daarom opgesteld op basis van liquidatiewaarde.
Toelichting en grondslagen voor waardering van activa en passiva en resultaatbepaling De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in BW 2 Titel 9 en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. In de balans en de staat van baten en lasten zijn referenties opgenomen waarmee wordt verwezen naar de toelichting. Een actief wordt in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen indien een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt indien een vermindering van het economische potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Schatting en veronderstelling Bij de toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het college van liquidateuren van het pensioenfonds zich verscheidene oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichtingen op de betreffende jaarrekeningposten.
12
Toelichting algemeen Beleggingen voor risico van het fonds
Reserves (8) Egalisatie reserve De egalisatiereserve is een premiereserve die is opgenomen om schommelingen in de te betalen premie overgangsregeling ex artikel 30 van het pensioenreglement op te vangen. De omvang van de toekomstige premie overgangsregeling is onbekend, aangezien deze afhankelijk is van de door de deelnemers te kiezen pensioenleeftijd. In verband met de inkoop van alle onvoorwaardelijke aanspraken op 31 december 2013 is deze reserve vrijgevallen.
Vastgoedfondsen (1) Vastgoedbeleggingen betreffen beursgenoteerd vastgoed. Bij de eerste waardering worden deze gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De marktwaarde is gebaseerd op de per balansdatum geldende beurskoers. Aandelen (2) Aandelen en participaties in beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op actuele waarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum. De niet-beursgenoteerde aandelen worden gewaardeerd tegen de zichtbare intrinsieke waarde op balansdatum.
Technische voorziening (9) De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico van het fonds wordt gewaardeerd op actuele waarde. De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen van de rechten en aanspraken per balansdatum. De contante waarde wordt bepaald op basis van de rentetermijnstructuur die door DNB wordt gepubliceerd.
Vastrentende waarden (3) Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op actuele waarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum. De niet-beursgenoteerde vastrentende waarden worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met toepassing van de effectieve rentemethode. De lopende intrest op vastrentende waarden wordt verantwoord onder vorderingen.
Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op balansdatum geldende pensioenreglement inclusief het overgangsreglement. Daarnaast is uitgegaan van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of over de opgebouwde pensioenrechten en -aanspraken toeslagen worden verleend. Alle per balansdatum bestaande toeslagbesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige pensioenopbouw met uitzondering van de premievrije pensioenopbouw in geval van arbeidsongeschiktheid. Ook wordt er geen rekening gehouden met salarisontwikkeling.
Derivaten (4) Derivaten worden in de jaarrekening opgenomen tegen marktwaarde. De marktwaarde voor deze instrumenten wordt bepaald op basis van beurswaarde voor beursgenoteerde futures en voor andere derivaten op basis van het Discounted cash flow model met input van marktinterest. Overige beleggingen (5) Overige beleggingen worden gewaardeerd op actuele waarde. In deze categorie zijn de geldmarktinstrumenten opgenomen.
De voorziening pensioenverplichting is gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: * De gehanteerde marktrente die gebaseerd is op de rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB; * De regeling is gebaseerd op een onbepaald man/vrouw systeem; * Het leeftijdsverschil tussen mannen en vrouwen is op drie jaar gesteld; * Overlevingstafels, te weten de prognosetafel AG2012-2062, inclusief een sterfteopslag volgens het postcodemodel, voor zowel mannen als vrouwen, zowel voor als na de ingangsdatum van het pensioen; * Er is een opslag voor excassokosten ter grootte van 2% van de voorziening pensioenverplichtingen; * Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid; * Het bestuur heeft in december 2013 besloten de opgebouwde aanspraken van actieven en inactieven niet te verhogen.
Vorderingen en overlopende activa (6) Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van de verwachte oninbaarheid. Overige activa (7) Onder liquide middelen zijn opgenomen die kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn. Liquide middelen worden opgenomen tegen nominale waarde.
Overige schulden en overlopende passiva (10) De kortlopende schulden en overlopende passiva worden gewaardeerd op liquidatiewaarde. De liquidatiewaarde benadert de boekwaarde.
13
Toelichting algemeen Toelichting en grondslagen voor de bepaling van het resultaat Algemeen De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor de beleggingen en voor de voorziening pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben.
Overige baten (15) Overige baten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Betaalde waardeoverdrachten (16) De post betaalde waardeoverdrachten geeft het totaalbedrag weer van overgedragen pensioenverplichtingen.
Directe beleggingsopbrengsten (11) Onder de directe beleggingsopbrengsten worden verstaan rentebaten, rentelasten en dividenden.
Pensioenuitkeringen (17) De pensioenuitkeringen betreffen de aan de deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen in het verslagjaar. De afkopen zijn gebaseerd op actuariële grondslagen.
Indirecte beleggingsopbrengsten (12) Onder indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en de ongerealiseerde waardewijzigingen en valutaresultaten. Indirecte beleggingsresultaten zijn toegekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Toelichting en grondslagen voor de bepaling van de kasstromen Kasstromen zijn vastgesteld volgens de indirecte methode. Ontvangsten en uitgaven zijn herleid op basis van posities in balans en resultatenrekening. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit beleggingsactiviteiten en kasstromen uit pensioenactiviteiten
Kosten vermogensbeheer (13) Onder kosten vermogensbeheer worden verstaan de kosten van de externe vermogensbeheerders, de fiduciair beheerder, de bewaarneming en de ingehuurde deskundigen. Verrekening van kosten Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten en provisies verrekend. Bijdrage van werkgevers en werknemers (14) Onder bijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen. Bijdragen zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben (voornamelijk pensioenpremies).
14
Toelichting op de liquidatiebalans Activa Algemeen Beleggingen
2014
2013
Er werd in 2013 en 2014 niet belegd in premiebijdragende ondernemingen. 1 Vastgoedfondsen Stand begin boekjaar Aankopen
54 62 116
Verkopen Mutatie ongerealiseerde beleggingsopbrengsten Stand einde verslagperiode
-
309 193 -
71.877 60.525 132.402 -
123.436 8.912 54
De aankopen bestaan uit stockdividenden die betrekking hebben op 2013 en in 2014 zijn uitgeleverd. 2 Aandelen Stand begin boekjaar Aankopen
324.740 324.740
Verkopen Mutatie ongerealiseerde beleggingsopbrengsten Stand einde verslagperiode
-
3 Vastrentende waarden Stand begin boekjaar Correctie op de beginstand Gecorrigeerde beginstand Aankopen
259.183 65.557 -
301.960 45.756 347.716 -
569.362 569.362 569.362
Verkopen Mutatie ongerealiseerde beleggingsopbrengsten Stand einde verslagperiode
-
4 Derivaten Stand begin boekjaar Aankopen
599.244 29.882 -
564.234 4.678 568.912 868.708 1.437.620 -
6.752 6.752
Verkopen Mutatie ongerealiseerde beleggingsopbrengsten Stand einde verslagperiode
-
15
6.752 -
53.739 30.763 324.740
823.536 44.722 569.362
5.990 9.846 15.836 -
9.847 763 6.752
Bedragen x € 1.000
Toelichting op de liquidatiebalans 2014 5 Overige beleggingen Stand begin boekjaar Correctie op de beginstand Gecorrigeerde beginstand Aankopen
2013 -
Verkopen Stand einde verslagperiode
-
Vorderingen en overlopende activa
-
Bedragen x € 1.000
4.678 4.678 22 22
-
22 -
30-09-2014
31-12-2013
22 38 60
13.122 172.120 1 185.243
6 Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van beleggingen Lopende transacties Vorderingen aangesloten ondernemingen Overige vorderingen en overlopende activa
Vorderingen uit hoofde van beleggingen betreft terug te ontvangen dividendbelasting. Het bedrag onder overige vorderingen en overlopende activa betreft het totale saldo van nog terug te vorderen omzetbelasting. Dit bestaat uit twee bedragen: een correctie over 2013 van € 48.000, minus de aangifte over het 3e kwartaal van € 10.000. Alle vorderingen zullen als onderdeel van de liquidatie tijdig worden afgewikkeld. 7 Liquide middelen Het bedrag van € 2,1 mio. per 30 september 2014 is volledig ter vrije beschikking van het pensioenfonds. Als onderdeel van de liquidatie worden de resterende liquide middelen na afrekening van vorderingen en schulden overgedragen aan de werkgever.
Passiva 8 Reserves Algemene reserve
Egalisatie reserve
Eigen vermogen
Bedragen x € 1.000
Eigen vermogen vorig boekjaar Stand begin boekjaar Mutatie uit bestemming saldo boekjaar
-
Stand einde verslagperiode
127.835 195.572 -
958 958
67.737
-
67.737
-
-
-
-
126.877 194.614 67.737
Eigen vermogen huidig boekjaar Mutatie uit bestemming saldo boekjaar Stand einde verslagperiode
-
16
-
67.737 -
Toelichting op de liquidatiebalans 10 Overige schulden en overlopende passiva Schulden aangesloten ondernemingen Vooruitontvangen bedragen Schulden uit hoofde van loonheffing en sociale verzekeringen Schulden uit hoofde van omzetbelasting Overige schulden
30-09-2014
31-12-2013
745 1.459 2.204
18.319 200 873 99 2.510 22.001
Schulden aangesloten ondernemingen: Nadat de definitieve koopsom door PME was bepaald, inclusief de verhoging van 3,2% van de pensioenrechten en -aanspraken, heeft Océ gesteld dat bij de berekening van de dekkingsgraadafhankelijke storting eind 2013 door beide werkgevers aan het Fonds ten onrechte sprake was van een dubbeltelling van de al in 2013 gemaakte transitiekosten van circa € 625.000. Océ stelde dat beide werkgevers uit hoofde van de afspraken uit de intentieovereenkomst daarom nog een vordering hebben op het Fonds van 2/3 van dit bedrag, zijnde circa € 417.000. Met beide werkgevers is daarom overeengekomen dat de werkgevers tegen finale kwijting van deze vordering recht hebben op het restsaldo, nadat het Fonds aan al haar overige vorderingen en verplichtingen heeft voldaan. Hiertoe werd een vaststellingsovereenkomst opgesteld die door Océ-Technologies B.V., Canon Nederland N.V. en het Fonds is getekend. Verder zijn in deze overeenkomst afspraken vastgelegd over het beheer van de archieven van het Fonds. De gemaakte afspraken hebben ertoe geleid dat het resterend saldo van € 745.000 als schuld aan de ondernemingen is verantwoord. De overige schulden bestaan uit: - Saldo terug te betalen bedragen aan PME € 1.363.000, deze bestaat voornamelijk uit teveel ontvangen voorschotten voor uitkeringen - Crediteuren, in totaal € 96.000 Alle schulden zullen als onderdeel van de liquidatie tijdig worden afgewikkeld
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Alle rechten en verplichtingen zijn in de balans opgenomen.
17
Toelichting op de staat van baten en lasten 2014
11 Directe beleggingsopbrengsten Vastgoedfondsen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
26 27 4 7 56 2 144 90
-
Koersverschillen Interest
2013
-
-
Bedragen x € 1.000
2.529 2.673 17.895 1.287 98 24.286 1.019 25.305
De post interest bevat een bedrag van € 181.000 aan verrekeningsrente, betaald aan PME. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door de in juli betaalde indexatie, die met terugwerkende kracht per 1 januari werd doorgevoerd.
2014
12 Indirecte beleggingsopbrengsten Vastgoedfondsen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
2013 2
-
-
2 59 131
-
72
-
2.800 58.854 35.237 11.547 749 33.113
Omdat het Fonds als gedaagde is betrokken in een Class Action met betrekking tot de failliete Tribune Company, is met PME afgesproken dat zij de claim, waarvan nog niet duidelijk is dat deze aan de eisers zal worden toegekend, zal overnemen. Het Fonds betaalt hiervoor een bedrag van € 137.000 aan PME.
2014
Totaal beleggingsopbrengsten Vastgoedfondsen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overig
-
Koersverschillen en interest Kosten vermogensbeheer
-
2013 28 27 6 59 124 16 146 152 10
-
-
Bedragen x € 1.000
271 61.527 17.342 12.834 651 57.399 1.019 3.411 55.007
De kosten vermogensbeheer zijn in 2014 positief, omdat de omzetbelastingaangiftes over de jaren 2008 tot en met 2012 werden herzien. In totaal werd € 299.000 door de belastingdienst teruggestort. Kosten vermogensbeheer uitgesplitst naar beleggingscategorie Vastgoed aandelen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten (afdekking valutarisico) Totaal
Bedragen x € 1.000
-
23 36 89
-
4 152
De baten zijn uitgesplitst op basis van de belegde waarden per 31 december 2013. De post kosten vermogensbeheer bevat ook kosten die gemaakt worden door het pensioenbureau.
18
519 813 1.979 100 3.411
Toelichting op de staat van baten en lasten Bedragen x € 1.000
14 Bijdrage van werkgevers en werknemers
Totaal 2014
Extra bijdragen i.v.m. herstelplan Beëindigingsvergoedingen Overgangsregelingen Bijdrage Basisregeling en incidentele inkopen Bijdrage Vrijwillig Pensioensparen Bijdrage werkgever uitvoeringskosten
-
-
Werkgever 2013 91.368 29.409 6.680 39.284 132 1.179 168.052
77 278 200 1
2014
2013 91.368 29.409 6.680 26.529 1.179 155.165
77 278 200 1
-
-
Werknemer 2014 2013 12.755 132 12.887
15 Overige bijdragen FVP bijdrage Feitelijke premie
-
88 1
168.140
2014
16 Betaalde Waardeoverdrachten Betaalde waardeoverdrachten
-
2013
1.160.285 1.160.285
-
Bedragen x € 1.000
1.541 1.541
De betaalde waardeoverdrachten geeft de totale koopsom, betaald aan PME, weer. Deze bestaat uit drie elementen. De totale benodigde koopsom van € 1.159,7 mio. wordt gevormd door twee bedragen: - De totaal benodigde koopsom voor de overname van het deelnemersbestand: € 1.123,7 mio; - de indexatie van de pensioenaanspraken met 3,2%: € 36,0 mio. Het derde element wordt gevormd door de afslag van € 0,6 mio. Die is overeengekomen om het verschil in gehanteerde waarderingsmethodieken bij PME en het pensioenfonds te overbruggen. Tezamen met de koopsom vormt dit het totale bedrag van € 1.160,3 mio.
17 Pensioenuitkeringen Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Vroegpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen-I Arbeidsongeschiktheidspensioen-II WIA-toppensioen WIA-excedentpensioen Overig pensioenuitkeringen
2014
18 Mutatie voorziening pensioenveroplichtingen voor risico fonds
2014
2013 -
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds
-
1.094.701
Bedragen x € 1.000
21.271 4.351 84 3.420 191 78 45 63 652 30.155
2013 -
Bedragen x € 1.000
5.358
De op 31 december 2013 aanwezige voorziening pensioenverplichtingen [9] is in 2014 vrijgevallen en ten laste gebracht van de mutatie voorziening pensioenverplichtingen.
2014
19 Overige lasten Uitvoeringskosten Administratiekosten (herverzekeraar) Afwikkeling betalingsverplichtingen aan werkgever
De uitvoeringskosten bestaan uit: Personeelskosten Kantoorkosten Bestuurskosten Controle- en adviseurskosten Rapportage
2013
1.397 745 2.142
2.172 23 2.195
657 124 165 435 16 1.397
898 197 171 844 62 2.172
Bedragen x € 1.000
Onder controle- en adviseurskosten is een bedrag van € 301.000 opgenomen voor betaalde advieskosten inzake de transitie van het pensioenfonds. Het fonds ontvangt van de werkgevers een bijdrage in de uitvoeringskosten van € 200.000 (zie ook punt [14]) De post afwikkeling betalingsverplichtingen aan werkgever wordt nader toegelicht onder punt [10].
19
Toelichting op de staat van baten en lasten Controle en advieskosten accountants
2014 Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Advisering collectieve waardeoverdracht
2013 Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Advisering collectieve waardeoverdracht
PwC Overig PwCAccountants netwerk 29 55 193 84 193
Totaal PwCnetwerk 29 55 193 277
Bedragen x € 1.000
PwC Overig PwCAccountants netwerk 58 8 54 382 66 436
Totaal PwCnetwerk 58 8 54 382 502
Bedragen x € 1.000
Overige De leden van het college van liquidateuren van Stichting Pensioenfonds Océ in liquidatie kunnen in aanmerking komen voor een faciliteitenregeling. De totale vergoeding in 2014 bedraagt € 52.658. Deze kosten zijn opgenomen onder uitvoeringskosten. De uitvoering van de pensioenregeling vindt plaats door het pensioenbureau dat tot eind juli 2014 een bezetting van 11 personen had.
20
Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum In oktober werd het totaalbedrag van € 22.000 aan dividendbelasting terugbetaald. Het Fonds betaalde in oktober de aangifte omzetbelasting over het 3e kwartaal. De Belastingdienst heeft schriftelijk toegezegd de correctie over 2013, ter hoogte van € 48.000 op korte termijn terug te storten. Het College van liquidateuren heeft het liquidatieverslag op 21 oktober 2014 vastgesteld.
21
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van liquidateuren van Stichting Pensioenfonds Océ in liquidatie
Verklaring betreffende de rekening en verantwoording vereffening Wij hebben de in het liquidatieverslag opgenomen rekening en verantwoording vereffening voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 september 2014 van Stichting Pensioenfonds Océ in liquidatie te Venlo gecontroleerd. Deze rekening en verantwoording vereffening bestaat uit de liquidatiebalans per 30 september 2014 en de staat van baten en lasten voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 september 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het College van liquidateuren Het College van liquidateuren van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de rekening en verantwoording vereffening die de reserves en het saldo van baten en lasten getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van het College van liquidateuren, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het College van liquidateuren is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het College van liquidateuren noodzakelijk acht om het opmaken van de rekening en verantwoording vereffening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de rekening en verantwoording vereffening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de rekening en verantwoording vereffening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de rekening en verantwoording vereffening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de rekening en verantwoording vereffening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de rekening en verantwoording vereffening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het College van liquidateuren van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de rekening en verantwoording vereffening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de rekening en verantwoording vereffening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van de reserves van Stichting Pensioenfonds Océ in liquidatie per 30 september 2014 en van het saldo van baten en lasten voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 september 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW).
22
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van het College van liquidateuren, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van het College van liquidateuren, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de rekening en verantwoording vereffening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 21 oktober 2014 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door: drs. M. van Zeelst RA
23
Uitgegeven door Stichting Pensioenfonds Océ in liquidatie St. Urbanusweg 96, Venlo Correspondentie-adres Postbus 101, 5900 MA Venlo Website: www.ocepensioenfonds.nl
24