School of Social Work Rotterdam
Koersend
op
Kwaliteit
Businessplan Hogeschool
INHOLLAND School of Social Work Rotterdam 2006-2010
Inhoudsopgave
1.
Voorwoord
3
Leeswijzer
4
Trends en de behoeften van het werkveld
5
o o o o o o o o o
2.
Hogeschool INHOLLAND o o o o o o o
3.
Gemiddelde studieduur Diplomarendement
Instroom studenten o o
7.
Studentenaantallen door de jaren heen Vooropleiding: MBO Marktaandeel
Uitstroom Studenten o o
6.
Onze missie De School in de toekomst Een School, twee locaties Organisatiestructuur
Wat doet de Markt? o o o
5.
De missie De kernwaarden Hogeschool INHOLLAND naar buiten gericht…….. …….Intern verankerd Onderwijsconcept Kenniscreatie Grenzeloos Onderwijs
De School of Social Work Rotterdam o o o o
4.
Trends basis van actie Samenwerking en organisatie Internationalisering versus schaalverkleining Jeugd….volgen en voorkomen Zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid als maatschappelijke eis Integratie en participatie Leefbaarheid en veiligheid Onderwijs en kennis Economische ontwikkelingen en werkgelegenheid
Aansluitonderzoek Marktaandeel vergroten
De School of Social Work Rotterdam in regionale context o o o
Bachelors Sociaal Domein Post HBO en contractactiviteiten Bijzonderheid gewaardeerd
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
10
12
14
17
18
20
-1-
8.
Kenniscirculatie o o o
9.
Internationalisering o o o o o
10.
Competentiegericht opleiden Beroepsmatig handelen in de sector voor sociaal-agogisch werk
Bachelor / Master…..Major / Minor o o o
22
24
Kennis centraal Ontwikkelingen Wat internationalisering voor de School of Social Work Rotterdam betekent De School of Social Work Rotterdam geeft vorm aan internationalisering Waar partners voor buitenlandse samenwerking aan moeten voldoen
Onderwijsontwikkeling o o
11.
Lectoraten Kenniskringen Kennisateliers
Positionering door differentiatieminors Rust Accreditatie en studenttevredenheid
26
28
12.
Personeel
30
13.
Interne processen
31
o o o
14.
Informatievoorziening Kwaliteitszorg Interne en externe verantwoording
Communicatie o o
Communicatie: kwalitatief en effectief Knelpunten
34
15.
Administratieve processen en beleid
35
16.
Contractactiviteiten
36
o o o
17.
Studenten in het middelpunt o o o
18.
Klachtenprocedure Ombudspersoon Verbeterbarometer
Studentenondersteuning o o o o
19.
Doelstelling Maatwerk Concurrentie
Studentendecaan Studieloopbaanbegeleider Studentenpastor Vertrouwenspersoon
Van ambitie naar actie o o o o
Ambities t.a.v. markt en klant Ambities t.a.v. de financiële middelen Ambities t.a.v. medewerkers en interne processen Ambities t.a.v. Innovatie en ontwikkeling
37
38
39
Financiële uitwerking
41
Bijlagen
43
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
-2-
Voorwoord De wereld en de maatschappij om ons heen veranderen snel. Het onderwijs, deel uitmakend van die maatschappij, verandert dus ook. Hogeschool INHOLLAND en de School of Social Work Rotterdam zullen niet alleen een adequaat antwoord op de huidige ontwikkelingen moeten geven maar zullen ook moeten anticiperen op toekomstige veranderingen. De uitdaging waarvoor wij ons gesteld zien is het snel inspelen op veranderingen in het werkveld en het Voortgezet Onderwijs en borgen van de kwaliteit van ons onderwijs. Dit houdt voor de School in te kunnen blijven voldoen aan de actuele vragen van werkveld en overheid. Deze hebben behoefte aan flexibele hoogopgeleide professionals. We hebben de verantwoordelijkheid onderwijs aan te bieden dat leidt tot een gunstig arbeidsperspectief voor onze studenten. Hierbij hoort een ondernemende en innovatieve houding. We richten ons daarom niet alleen op kennisoverdracht, maar ook op kennisgeneratie, onderzoek en ontwikkeling. De rol, de sociaal-maatschappelijke opdracht, van Hogeschool INHOLLAND en van Social Work kan alleen goed gespeeld worden als de opleiding het volle vertrouwen geniet van werkveld, beleidsmakers, financiers, studenten en docenten. Dat vertrouwen zal blijvend en steeds weer opnieuw verdiend moeten worden. Toetsing, evaluatie en verantwoording van het eigen handelen staan daarin centraal. Zo is ook dit plan tot stand gekomen door de inbreng van docenten en studenten en door steeds weer de relatie te leggen met de praktijk. Door de vele organisatorische en onderwijsinhoudelijke veranderingen is het werken en studeren de afgelopen jaren bij Hogeschool INHOLLAND een turbulente en hectische aangelegenheid geweest. De weerslag daarvan zagen we terug in de frequente tevredenheidsonderzoeken onder studenten en medewerkers. Het doet ons genoegen te constateren dat die tevredenheid langzaam maar zeker weer groeit. Om die stijgende lijn vast te houden en te versterken heeft het management drie speerpunten aangewezen: de werkdruk, collega’s en teamgevoel en de ontwikkelmogelijkheden. Daarnaast is, in het verlengde van de eerste drie, een vierde speerpunt benoemd: de sfeer en de cultuur van de School of Social Work Rotterdam. Er moet weer binding komen met de School. Medewerkers en studenten moeten weer het gevoel hebben dat ze erbij horen. De komende jaren gaan we de vruchten plukken van alle inspanningen die het gevolg zijn van het innemen van een koppositie. We houden als voortrekker weliswaar de vinger aan de pols van sociale, politieke en maatschappelijke veranderingen, maar richten ons ook op het creëren van rust om alle verbeteringen in te voeren en te stroomlijnen. Medewerkers en studenten zullen weer trots zijn op hun School en dat als ware Social Work-ambassadeurs uitdragen.
Karin Grootemaat Directeur School of Social Work
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
-3-
Leeswijzer Hieronder geven we in vogelvlucht aan wat u als lezer in dit plan kunt verwachten. Veel onderdelen worden afgesloten met een globale en omkaderde opsomming van een aantal activiteiten onder het kopje INactie. Deze activiteiten zijn, gedetailleerd en uitgewerkt in een planning, terug te vinden in de Balanced Scorecards die de School per jaar opstelt. In het eerste deel van dit plan schetsen we een sfeerbeeld van het krachtenveld dat van invloed is op ons onderwijs. Het is opgebouwd uit sociaal-maatschappelijke trends en ontwikkelingen en de vertalingen daar van. Bijvoorbeeld in wensen en eisen uit het werkveld. We constateren een sterke neiging om over de eigen grenzen heen te kijken. Innovatie en ontwikkeling en de toepassing van nieuwe methodes en technieken worden daarbij steeds belangrijker. Om dat goed te kunnen doen is het noodzakelijk om op allerlei niveaus integrale en interdisciplinaire samenwerkingsverbanden aan te gaan. Naast de globalisering en internationalisering zien we ook een groeiende waardering voor de kleinere schaal. De drijvende kracht daarbij is de behoefte aan beheersbaarheid en veiligheid. Voor de realisatie wordt steeds meer gebruik gemaakt van dwingende en de keuzevrijheid beperkende procedures. In het tweede deel van dit plan wordt ingegaan op de consequenties die de geschetste ontwikkelingen hebben voor de uitgangspunten van Hogeschool INHOLLAND en de School of Social Work Rotterdam. We gaan in op de missie en de kernwaarden: - ondernemend en innovatief - maatschappelijk betrokken - betrokken op ontplooiing – flexibel. Vervolgens bezien we de markt en constateren een terugloop in de aantallen studenten en nemen ook een lichte neiging tot verbetering waar. Kwalitatief scoren we als School, ook in een krimpend marktaandeel, nog steeds uitstekend. Dit beeld wordt in het aansluitonderzoek en de onderzoeken naar de studententevredenheid bevestigd. Om ons marktaandeel te heroveren en uit te breiden moeten we goed kijken naar wat onze directe concurrenten doen en wat ons van hen onderscheidt. Die bijzonderheden zijn de pijlen op de promotieboog. In het dan volgende deel gaan we dieper in op de betekenis van kennisontwikkeling, kennisoverdracht en kennistoepassing. We benadrukken het belang van lectoraten, kenniskringen en introduceren het instrument Kennisatelier. Internationalisering is voor Hogeschool INHOLLAND een belangrijk thema. We gaan wat uitgebreider in op de bijzondere positie die Social Work daarbij inneemt. In het daarop volgende onderdeel staan we stil bij het belang van competentiegericht onderwijs in het innemen van een positie ten aanzien van en het formuleren van een antwoord op de veranderende sociaal-maatschappelijke omstandigheden. We vervolgen met een beschrijving van hoe we het onderwijs hebben ingericht om (inter)nationaal te kunnen blijven aansluiten. In de laatste onderdelen beschrijven we welke gevolgen alle geschetste zaken hebben voor onze medewerkers, qua formatieomvang en qua kennis- en vaardigheidniveau, en voor de communicatie en de administratieve processen. We besteden speciale aandacht aan de contractactiviteiten. Studenten zijn de kern van onze School. We zijn er dan ook op gebrand dat zij hun studietijd bij onze School op een zo plezierig mogelijke wijze doorbrengen. Daarvoor hebben we tal van diensten opgenomen in onze organisatie. We besluiten dit plan met een globale beschrijving van onze ambities en doelstellingen en lichten een tipje van de sluier op als het gaat om concrete maatregelen. Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
-4-
1.
Trends en de behoeften van het werkveld
Trends….basis van actie Met het onderzoek naar trends en uitgangspunten waarop we ons toekomstig functioneren willen baseren zijn we bij onszelf begonnen. Onze docenten hebben veel contact met de praktijk van alle dag. Hun waarnemingen en die van hun relaties zagen we bevestigd in de ontwikkelingen die we in het vervolg van onze verkenning bij andere partijen zagen. Zo hebben we gekeken naar de uitgangspunten van de gemeente Rotterdam, de gemeente Den Haag, de provincie Zuid-Holland en hebben ons laten inspireren door de bevindingen van het Sociaal Cultureel Planbureau. Hieronder volgt een sfeerbeschrijving, verdeeld in hoofdpunten, die wij zien als basis voor toekomstig handelen. Samenwerking en organisatie Op allerlei terreinen, binnen en tussen verschillende beroepsgroepen, beleidsmakers, onderwijsinstellingen en bedrijven wordt de meerwaarde van het uitwisselen van informatie, gezamenlijke dossiervormingen en het leren van elkaars ervaring en kennis gezien. Dit uit zich in een samenwerking op lokaal en regionaal niveau. Daarnaast tekent zich steeds duidelijker een niveau van internationale samenwerking af, bijvoorbeeld van de grote steden in Europa in Eurocities. Met veel onderwijsinstellingen in deze steden heeft Hogeschool INHOLLAND contacten en samenwerkingsafspraken. De voordelen van samenwerking zijn voor de hand liggend: - efficiënter verrichten van onderzoek; - een productievere en kwalitatief betere kennisgeneratie; - ontwikkeling van op de actuele markt en -vraag gerichte producten; - innovatie, actualisering en verbetering van (eigen) processen en producten; - gezamenlijke monitoring van risicogroepen maakt preventief ingrijpen eenvoudiger. De intensieve, integrale en interdisciplinaire samenwerking is een antwoord op de roep om maatwerk vanuit werkveld en van klanten. Buiten de door de eigen ervaring gestuurde drang tot samenwerken constateren we ook een zekere dwang vanuit de overheid om effectieve en efficiënte bondgenootschappen aan te gaan. Samenwerking veronderstelt een probleemloze communicatie. Dit appelleert aan algemenere kwaliteiten zoals taalgebruik in woord en geschrift, presentatietechnieken en helder en zakelijk kunnen rapporteren. Het curriculum van de ideale beroepskracht kent overigens steeds meer niet vakspecifieke vaardigheden. Professionals moeten, in analogie met recente sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen interactief, klant- en vraaggericht, proactief, innovatief, ondernemend, flexibel en politiek/strategisch goed onderlegd zijn. Internationalisering versus schaalverkleining Hierboven is de trend beschreven om over de grenzen van de eigen discipline, mogelijkheden en beperkingen heen te willen en moeten kijken. Ook regionaal en (inter)nationaal. Ook hier gaat de drijfveer van de potentiële mogelijkheden hand in hand met de bedreigingen die men meent te zien. Onder de kop internationalisering klinkt er een luide waarschuwing van politiek, beleidsmakers, trendwatchers en bedrijfsleven om toch maar vooral rekening te houden met negatieve aspecten als beperking van de nationale beleidsvrijheid, arbeids- en sociale zekerheidstoerisme, grotere concurrentie en verlies van werkgelegenheid. Recente rapporten van o.a. het Sociaal Cultureel Planbureau nuanceren dit beeld. De internationalisering doet wel een groeiend beroep op het aanpassingsvermogen van werkenden en werkgevers.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
-5-
Opvallend, en wellicht een bewijs voor de levensvatbaarheid van een tegenbeweging, zijn ontwikkelingen en daarop gebaseerde maatregelen als deconcentratie, schaalverkleining, kennen en gekend zijn, lokale verankering, gebiedsgerichte aanpak, de behoefte aan maatwerk en de groeiende waardering voor kleinere sociale verbanden. Hiermee lijkt de vrees van sommige sociologen dat de internationalisering en digitalisering en de daaruit volgende uitbreiding van het sociale domein een bedreiging vormen voor de traditionele verbanden minder acuut te worden. Jeugd….volgen en voorkomen Het groeiende besef dat de eigen specialistische en specifieke kennis niet altijd toereikend is voor het succesvol tackelen van de problemen waarvoor men zich gesteld ziet, heeft ook gevolgen voor de wijze waarop we de jeugd beschouwen en waarderen. Kinderen worden in toenemende mate bekeken en benaderd vanuit één bredere context. Lag er de laatste jaren veel nadruk op repressie en curatief handelen, in de toekomst wordt preventie (zeker in het kader van kostenbeheersing) belangrijk. Een versterking van de beschermende factoren en het inperken van de risicofactoren is daarvoor nodig. Het doel lijkt een sluitend volgsysteem voor iedereen van geboorte tot graf te zijn. Het belang van de ontwikkeling van sociale competenties staat voorop. De controlebehoefte leidt wel tot vermindering van de persoonlijke vrijheid en tot minder variatie in ontplooiingskeuzes. De ontgrijzing/vergroening van de Randstad – geconstateerd door zowel het Sociaal Cultureel Planbureau als het Centraal bureau voor de Statistiek - in tegenstelling tot de rest van Nederland, heeft het voordeel dat het reservoir aan menselijk kapitaal hier groter is. Maar deze trend heeft als bijverschijnsel de verplichting, ja zelfs een noodzaak om beleid en maatregelen, tegen de nationale trend in, blijvend op jeugd en de daarbij horende leefdomeinen te richten. Als “leverancier” van jong talent en nieuwe beroepsbeoefenaren voor de rest van het land krijgt de Randstad er een extra verantwoordelijkheid bij. De regionale concurrentieslag om de gunsten van de student tussen opleidingsinstituten zal groeien. In die slag zullen zich ook buiten de regio gelegen onderwijsinstellingen mengen. Het is zaak om daarop te anticiperen en te werken aan de binding van de toekomstige studenten aan lokale instituten als Hogeschool INHOLLAND. Zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid als maatschappelijke eis Overheden willen burgers die een actieve en zelfverantwoordelijke invulling geven aan hun burgerschap. Ter wille van de controle en de beheersbaarheid, denk ook aan veiligheid, staan er voor burgers wel steeds minder, en minder vrijblijvende, keuzemogelijkheden open. Aanbod, betaalbaarheid en bereikbaarheid zijn belangrijke thema’s. Men wil meer grip en zicht op het (toekomstig) gebruik van voorzieningen. De zorgvraag van cliënten wordt dan wel richtinggevend voor zorgaanbieders, de relatie hulpvrager – hulpaanbieder wordt minder anoniem en formeler. Zo klinkt de roep van gemeentes, o.a. in Rotterdam, voor een meldplicht van problemen en een vroegtijdige signalering en monitoring van risicoklanten steeds luider. Risicogroepen en probleemgevallen worden meer en meer geconfronteerd met drang- en dwangmaatregelen. Verplichte deelname aan hulpprogramma’s en preventieve interventies gaan hand in hand met strengere eisen aan het gebruik van voorzieningen. Gemeentes willen de regie voeren in een sluitende ketenaanpak. Zij stellen daartoe steeds meer eisen aan het gebruik van voorzieningen. De gevolgen zijn complexe, minimumgerichte regelingen die het risico van stigmatisering met zich meebrengen. Voorbeelden uit het verleden (bijvoorbeeld de WVG en minima-voordeelregelingen) laten zien dat dit voor rechthebbenden juist een reden kan zijn om af te zien van dat recht. Het hierdoor groeiende niet-gebruik leidt tot een stijging van de armoede(val) en de schuldenproblematiek. De risicogroepen worden vooral gevormd door oudere alleenstaanden, eenoudergezinnen en allochtone huishoudens. De uitkeringsafhankelijkheid etniseert, maatschappelijke en sociale tegenstellingen verscherpen.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
-6-
Integratie en participatie Een van de oorzaken voor de toegenomen aandacht voor internationalisering is het groeien van de (eigen) multiculturele samenleving, i.c. het van origine niet Nederlandse deel van de bevolking. De oriëntatie, cultuur en identiteit, van steeds meer mensen is dan ook niet meer uitsluitend gericht op het land van verblijf. Naast die internationale oriëntatie zien we ook een groeiende lokale worteling en verankering. Deels wordt deze afgedwongen door de eisen die de samenleving stelt aan burgers voor een ongedeelde, volwaardige en solidaire deelname, deels door de belangen van die samenleving. Bijvoorbeeld het scheppen van voldoende werkgelegenheid, goede voorzieningen, welvaart en welzijn. Het is daarbij een groeiende trend, zoals gezegd, om de positie en rol van de burger daarbij - integratie, participatie en inburgering - met hardere middelen af te dwingen. Leefbaarheid en veiligheid Veiligheid is een belangrijk thema. Mensen willen zich veilig voelen en veilig zijn. Overheden voelen zich dan ook verantwoordelijk voor de veiligheid van hun burgers. Voor het waarborgen van die veiligheid moeten, zo vindt men, offers worden gebracht. De kostenkant van preventie en risicobeheersing, van veiligheid, bestaat uit het inleveren van vrijheid en privacy. De keuzevrijheid wordt ingeperkt. Meer drang en dwang in het tackelen van problemen en het verhogen van de drempel naar het gebruik van voorzieningen zijn een paar van de al genoemde symptomen. Ook op het gebied van bijdragen aan de veiligheid en leefbaarheid wordt in toenemende mate een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Dit past in de trend van individualisering en de gerichtheid op het eigen welzijn. Het beroep op de individuele verantwoordelijkheid wordt ook steeds vaker uitgebreid tot de groep(en) waar men toe behoort, of waarbij men “ingedeeld” wordt. Het risico is dat dit zal leiden tot een verdere sociale en etnisch/culturele tweedeling in de samenleving. Door de afbouw van ons stelsel van sociale zekerheid verdwijnen en/of versoberen bekende zekerheden uit de samenleving. De behoefte aan veiligheid en geborgenheid blijft aanwezig en wordt zelfs versterkt. De sociale en maatschappelijke gevolgen daarvan vergroten de onderlinge afhankelijkheid en, in het verlengde daarvan, de onderlinge (vooral op de eigen groep gerichte) solidariteit. Daar staat tegenover dat de solidariteit tussen afzonderlijke groepen in de samenleving steeds verder afkalft. Onderwijs en kennis Praktijkgerichte mbo-ers en hbo-ers gevraagd Er is een groeiende behoefte aan hoger opgeleide professionals - op vooral mbo- en hboniveau - die snel en adequaat kunnen inspelen op actuele vragen uit de praktijk. Het kwalificatieniveau van de beroepsbevolking moet omhoog. Met name de globalisering en de internationalisering fungeren als aanjager van die behoefte. De competenties die behoren bij de kenmerken van de professionals van de toekomst worden zichtbaar in een vernieuwde beroepenstructuur. Dit leidt tot een kwalificatiestructuur in de opleidingen. De opleidingen richten zich daarbij op de competenties die een beginnende beroepsbeoefenaar nodig heeft. De specifieke competenties worden daarna deels op de werkvloer, deels via vervolgopleidingen ontwikkeld. Er is vraag naar nieuwe methodieken, specifiek gericht op kortdurende hulp- en dienstverlening en hbo-ers komen in toenemende mate te werken in coördinatieve en leidinggevende functies, als begeleider van het uitvoerende werk. Hierbij wordt vooral een beroep gedaan op managementcompetenties. De basis van de opleiding wordt weliswaar voldoende gewaardeerd, maar men constateert in het werkveld een tekort aan professionele specialisten. Daarbij merkt men op dat vooral in de specialisaties, de innovatie besloten zit.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
-7-
Denken en Doen…..digitaal verbonden De ontwikkelingen in de techniek en de digitalisering/informatisering zorgen samen met de globalisering van de marktoriëntatie en de informatieverwerving voor een groeiende behoefte aan nieuwe E-toepassingen, ook in het leren. Uit die wens volgt de noodzaak tot interdisciplinaire samenwerking. Het leggen van contacten hiervoor met cultuurvreemde sectoren van het bedrijfsleven en werkveld biedt een extra uitdaging. Het slaan van de communicatiebruggen en het uitvoeren van de intermediaire taken om die contacten te onderhouden bieden de sociale opleidingen, die daarvoor beter zijn toegerust, nieuwe professiekansen. In de zoektocht naar nieuwe middelen en wegen wordt door de overheid flink geïnvesteerd in de audio-visuele industrie en de nieuwe creatieve media. Dat biedt de scholingsinstituten een stevigere basis voor vernieuwing. De digitalisering en informatisering hebben ook een minder rooskleurige kant. Digibeten raken versneld achterop, de contouren van een nieuwe tweedeling van de maatschappij tekenen zich af. Overheid en bedrijfsleven nemen maatregelen om in de veranderende behoeften te kunnen voorzien. Universiteiten en hogescholen krijgen daar logischerwijs een belangrijke rol in toegedeeld. Onderwijsinstellingen voor Social Work geven die rol op een aantal manieren vorm: - het aanbieden van praktijk- en vraaggericht onderwijs met een goede aansluiting op de arbeidsmarkt; - onderwijs wordt meertalig en internationaal / globaal georiënteerd aangeboden; - stijging van aantal, kwaliteit en praktische inzetbaarheid van afgestudeerden; - het ontwikkelen van duale arrangementen met een hoog leereffect; - de ontwikkeling van E-learning, virtuele leeromgevingen; - de ontwikkeling van nieuwe vormen van onderwijs(instrumenten); - de ontwikkeling van nieuwe (creatieve) media en de creatie van meer variatie; - nieuwe samenwerkingsverbanden en –partners; - het benadrukken van onderzoek en kenniscreatie; - zoeken naar nieuwe dimensies en methoden in het overdragen van kennis; - het ontwikkelen en stimuleren van de (maatschappelijk inzetbare) talenten van mensen en de overdracht van gangbare normen en waarden (participatie- en integratietaak); - preventie-activiteiten om problemen als voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Economische ontwikkelingen en werkgelegenheid Wat geldt voor de samenwerking tussen de verschillende sectoren, geldt natuurlijk ook voor de samenwerking tussen organisaties en bedrijven die op het gebied van Social Work actief zijn. Concurrentiemiddelen als het geheimhouden van de eigen kernprocessen en het afbakenen van eigen markten zullen daarmee in een nieuwe dimensie terechtkomen. Concurrenten zullen zich geplaatst zien voor een keuze uit twee kwaden. Of het meer op elkaar afstemmen van werkprocessen en het delen van informatie of het zoeken naar nieuwe partners die de eigen activiteiten naar een hoger plan kunnen tillen zullen beide leiden tot het inleveren van eigenheid. Van samenwerkingspartners zal een ondernemersmentaliteit verlangd worden. Dat dit ook effecten zal hebben voor de positie en de werkgelegenheid binnen het domein Social Work is evident. Die positie zal vooral worden vormgegeven door een veranderende taakinhoud en de daarvoor benodigde competenties. De werkgelegenheid voor beroepskrachten en hun werkorganisaties in het sociale domein zal verbeteren. De eerste signalen voor een stijging van de vraag dienen zich al aan. De komende jaren zullen maatschappelijke- en beleidsontwikkelingen van grote invloed zijn op het werk van de beroepskrachten in de sector Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang. De Wet op de Jeugdzorg, de Wet Kinderopvang en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning leiden tot veranderingen in de dienstverlening en daardoor in de competenties die voor de uitvoering nodig zijn. Ook is een meer gedifferentieerde vraag naar arbeid te verwachten. Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
-8-
Enerzijds is er behoefte aan brede professionals die de zorg- en hulpverleningsprocessen coördineren, anderzijds groeit de behoefte aan specialisten die specifieke kennis en competenties inzetten ten behoeve van bepaalde groepen, vragen en problemen. Marktwerking en klantgerichtheid leiden tot een andere wijze van werken met soms grote gevolgen voor organisaties en hun medewerkers. De aandacht die dit vraagt kan ten koste gaan van de inspanningen om nieuwe medewerkers aan te trekken. Het kan deze inspanningen ook extra belasten als het imago van de sector op de arbeidsmarkt hierdoor zou verslechteren. Op dit moment is de positie van de agogische- en zorgsector op de arbeidsmarkt nog vrij gunstig. Omdat het aantal banen harder zal stijgen dan de omvang van de beroepsbevolking, zal de sector in de komende jaren naar verwachting meer moeite hebben voldoende mensen aan te trekken. Een extra complicatie is dat er juist nu grote veranderingen plaatsvinden binnen de sector. Instellingen maken meer dan voorheen strategische keuzes voor doelgroepen en diensten. Marktwerking en klantgerichtheid vergen meer aandacht voor sturing door het management en meer tijd voor afstemming tussen personeel en organisatie. De School of Social Work Rotterdam streeft naar een tevreden werkveld. Een werkveld dat tevreden is over: - de aansluiting van de competenties van afgestudeerden op haar praktijk; - het programma, de stages en hoe zij betrokken wordt bij de opleiding; - de kwaliteit van de afgestudeerden en; - de kwantitatieve instroom op de arbeidsmarkt. De school zal o.a. door een stagebureau en vacaturebank de aansluiting op de arbeidsmarkt optimaliseren en dus de tevredenheid van het werkveld vergroten. Als meetinstrumenten hanteren wij de inzet van een beroepenveldcommissie en het werkveldonderzoek.
IN -
- onderzoek naar mogelijkheden voor opleidingen in de en op het gebied van sport; - intensiveren van de externe samenwerkingsverbanden; benadrukken van management- en ondernemersvaardigheden in de opleidingen; fine-tuning van de gezamenlijke interschoolse communicatie en werkprocessen; meer aandacht voor de instroom van lager opgeleiden in MBO- en HBO-SW; maatregelen om (vroegtijdige) uitstroom van studenten te voorkomen; starten van het stagebureau; ten aanzien van de nieuwe WMO en onze positiebepaling en –vergroting vervolgen we het project Expertisecentrum Ketenregie WMO; de ontwikkeling van een VIP-vacaturebank, een voorkeursbehandeling van onze studenten op de arbeidsmarkt.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
-9-
2.
Hogeschool INHOLLAND
Hogeschool INHOLLAND leidt studenten op tot innovatieve professionals. Ondernemend, vakkundig en maatschappelijk betrokken zijn kernwoorden in het onderwijs van Hogeschool INHOLLAND. De missie van Hogeschool INHOLLAND luidt: Hogeschool INHOLLAND staat dicht bij student, markt en maatschappij en speelt gericht in op de vraag naar grenzeloos hoger onderwijs en toegepaste kennis.
Kernwaarden in die missie zijn: - Ondernemend en innovatief: o we zijn alert op ontwikkelingen binnen economie en arbeidsmarkt om snel en passend een bijdrage te kunnen leveren aan vernieuwing, bij voorkeur door zelf het initiatief te nemen. - Maatschappelijk betrokken: o we spelen actief in op de ontwikkelingen in de samenleving en zijn in staat daar snel en passend op te anticiperen, en waar mogelijk zelf het initiatief te nemen. - Betrokken op ontplooiing: o we kennen onze studenten en cursisten, en hun individuele leer- en ontwikkelingsvragen. Door onze schaalgrootte kunnen we hen een breed spectrum van majors en specialisatie- en differentiatieminors aanbieden en daardoor maatwerk leveren. - Flexibel: o we zijn in staat om snel kennis, mensen, budgetten en relaties te vinden en in te zetten om initiatieven tot vernieuwing vorm te kunnen geven en waar te maken. Hogeschool INHOLLAND naar buiten gericht…….. Kennis wordt in onze samenleving steeds belangrijker. Er tekent zich meer en meer een scheiding af tussen mensen die actief deelnemen aan de (kennis)economie en mensen die dat niet doen. Hogeschool INHOLLAND ziet het als haar taak meer mensen te betrekken in het hoger onderwijs. Wij willen hun talenten helpen ontwikkelen en voor hen op die manier een goede entree tot de arbeidsmarkt mogelijk maken. Internationalisering is een sleutelbegrip in zowel de bedreigingen, als de kansen en mogelijkheden die zich presenteren op de onderwijsmarkt. De ambities van zowel de Europese Unie als het Nederlandse kabinet benadrukken het belang van kennis en opleidingsniveau. Het realiseren van hun wens om (inter)nationaal een leidende economische factor te vormen stelt hoge eisen aan de samenwerking tussen bedrijven, onderzoek- en onderwijsinstellingen en overheid. Het combineren van onderzoek en onderwijs zal een essentiële bijdrage, ook kwalitatief, gaan leveren aan een verdere professionalisering van toekomstige beroepsuitvoerders.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 10 -
…….Intern verankerd Wij willen onze eigen pluriforme identiteit uitdragen en daarbij in de dagelijkse gang van zaken persoonlijk, maar ook professioneel en zakelijk stil staan bij vraagstukken als zingeving, integriteit, ethisch handelen, diversiteit en duurzaamheid. Onderwijsconcept Hogeschool INHOLLAND werkt met een major/minor-model in combinatie met competentiegericht onderwijs. Hierbij staan kennis, vaardigheden, gedrag en houding centraal. De major verzorgt de algemene beroepsoriëntatie binnen een bepaalde discipline. Specialiseren kan door middel van een specialisatieminor, verbreden en verdiepen door het kiezen voor een differentiatieminor. Dit maakt het mogelijk om bij het ontwikkelen van specifieke competenties van studenten snel te reageren op vragen uit de arbeidsmarkt. Kenniscreatie Het aanstellen van twintig lectoren heeft geleid tot het realiseren en uitbouwen van kenniskringen en netwerken. Deze bieden een extra garantie voor een goede interactie tussen bedrijfsleven, beroepsorganisaties en het onderwijs. Uit deze contacten komen ook opdrachten voor Hogeschool INHOLLAND voort. De verbinding tussen en samenwerking met de kenniskringen en disciplines van andere hogescholen en universiteiten zorgt voor meer variatie, innovatie en kwaliteit van ons onderwijs. Grenzeloos Onderwijs Hogeschool INHOLLAND heeft één uitgebalanceerde ICT-infrastructuur. Vooral de administratieve processen en het digitale leerplatform Blackboard maken hier intensief gebruik van. Ten behoeve van onderzoek- en onderwijsproces worden steeds weer nieuwe applicaties ontwikkeld. De mogelijkheden zijn onbegrensd. Internationalisering leidt ook tot een intensivering van de contacten met hogescholen en universiteiten buiten onze landsgrenzen. Het studenten- en docentenverkeer dat hier o.a. het gevolg van is zal de komende jaren alleen maar toenemen.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 11 -
3.
De School of Social Work Rotterdam
De INHOLLAND-missie en –uitgangspunten worden uiteraard weerspiegeld in de persoonlijke missie van de School: Het bieden van een kwalitatief hoogstaande, uitdagende, op de praktijk afgestemde en ontwikkelingsgerichte leeromgeving. Wij leiden studenten op tot competente sociaalwerkers. Werkers die betrokken, kritisch en analytisch een bijdrage leveren aan het nationale en internationale werkveld. Professionals die ondernemend, innovatief en daardoor gewild zijn. In verbondenheid met de regio en in synergie met het werkveld verzorgen wij praktijk- en competentiegericht onderwijs. Wij doen dit met de modernste middelen en methodes. De School in de toekomst ‘Klein aan de voorkant, groot aan de achterkant’. De hogeschool is partner van werkgevers, overheden, maatschappelijke- en onderwijsinstellingen. Hogeschool INHOLLAND is en blijft een hogeschool die regionaal sterk is verankerd. Zij staat dicht bij de student, de markt en de samenleving. Wij zien docenten, studenten en onderwijsondersteunend personeel als ambassadeurs van de School of Social Work Rotterdam. Zij zijn het die onze ambitie uitdragen en garant staan voor de kwaliteit van ons onderwijs. Wij willen dat zij er trots op zijn hier te werken en te studeren. Wij willen dat ze trots zijn op Hogeschool INHOLLAND. Ondernemend en innovatief De School bestaat uit drie leeromgevingen: de school, de praktijk en een virtuele omgeving. Het is een echte leerwerkplaats waarin we o.a. een praktijkbureau en een centrum voor de ontwikkeling van assessment aantreffen. Een platform waar vanuit voor het werkveld relevante en innovatieve projecten worden uitgevoerd. We onderhouden onze externe relaties op een dienstbare en alerte wijze. De School is op de hoogte van actuele economische ontwikkelingen en leidt gewilde professionals op. Wij willen ons ondernemerschap, onze vakkennis en durf inzetten om kennis maatschappelijk om te zetten in groei en werkgelegenheid. Maatschappelijk betrokken Wij staan bekend als een school die midden in de samenleving staat en kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan. Onze school kenmerkt zich door persoonlijke aandacht, praktijkgerichtheid, zelfstandigheid en betrokkenheid van medewerkers en studenten. Wij zijn trots op onze voortrekkersrol in competentiegericht onderwijs en dragen dit enthousiast uit. Ieder kent en neemt zijn eigen verantwoordelijkheid en weet waar hij of zij voor staat. De diversiteit van onze omgeving wordt in alle opzichten weerspiegeld in onze School. De specifieke persoonlijke en culturele kenmerken van zowel studenten, medewerkers als klanten kleuren de opleiding en ontwikkeling van veelzijdige en geïnspireerde beroepsbeoefenaars. Betrokken op ontplooiing Medewerkers en studenten werken op een respectvolle manier, in een open en transparante sfeer, met elkaar samen. De doelen zijn helder en de gewenste resultaten concreet en haalbaar. Kennen en gekend worden zijn sleutelwoorden in de omgang met elkaar en in het vormgeven van de individuele leer- en ontwikkelingsvragen. Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 12 -
De communicatie en informatievoorziening verlopen open en effectief. Ieder heeft toegang tot alle informatie die nodig is om de volgende stap te kunnen zetten. Medewerkers doen de dingen waar ze goed in zijn en worden uitgedaagd en gefaciliteerd zich permanent verder te ontwikkelen. Flexibel We staan open voor vernieuwing en spelen een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van nieuwe methoden en instrumenten voor de welzijnsprofessional en het werkveld. De organisatie van de School houdt rekening met een weerbarstige en tegelijkertijd veranderlijke werkelijkheid. Onze mensen, middelen en netwerken verkeren in een permanente staat van alertheid om initiatieven tot vernieuwing en werkveldvragen adequaat vorm te geven. We gaan hierbij uit van een volwaardige participatie van studenten en medewerkers. We zetten hun talenten en competenties op flexibele wijze in om innovaties en verbeteringen naar de actuele eisen vorm te geven. In dat kader past ook extra aandacht voor de waarde die eerder verworven competenties (EVC) van studenten kunnen hebben. Niet alleen voor die studenten zelf, maar ook voor de ontwikkeling van ons onderwijs. Een School, twee locaties De School of Social Work Rotterdam geeft onderwijs op twee locaties. In Rotterdam en in Den Haag. Ondanks de organisatorische en inhoudelijke eenheid verschillen zij van elkaar. Elke locatie vormt qua sfeer en cultuur een afspiegeling van de stad waarin zij gevestigd is. Die onderlinge verschillen vormen geen belemmering maar dragen juist bij aan de keuzemogelijkheden van studenten, versterken de lokale verankering en verrijken het maatwerk dat wij als school willen bieden.
Organisatiestructuur School of Social Work Rotterdam
Directeur School
Informatiepunt
Programmadirecteur Den Haag + MBO
Team HBO
Team MBO
Bedrijfsbureau
Opleidingsmanager Rotterdam Voltijd
Team Propedeuse
Team Hoofdfase
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
Opleidingsmanager Rotterdam Deeltijd + MBO
Team Deeltijd
- 13 -
Team MBO
4.
Wat doet de Markt?
Studentenaantallen door de jaren heen De instroom van nieuwe studenten laat vanaf 2003 een daling zien. Dit geldt voor alle vormen van onderwijs. Voor Social Work geldt dat vooral de deeltijdopleiding MWD in Rotterdam vanaf dan een terugloop laat zien (-33%). De opleiding CMV vormt een uitzondering en laat in tegenstelling tot MWD en SPH die terugloop al vanaf 2001 zien. Dat het een algemeen probleem van CMV is wordt bevestigd door een soortgelijke trend in de landelijke instroom en inschrijving. De laatste jaren laten die landelijke cijfers weer een stijging zien van de inschrijvingen voor de agogische opleidingen. Dit geldt niet voor de opleiding CMV.
Inschrijvingen agogische opleidingen landelijk 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 2001
2002
2003
CMV
2004
MWD
2005
2006
SPH
De landelijke trend van een stijging van de instroom van nieuwe studenten voor de opleidingen MWD en vooral SPH is bij Hogeschool INHOLLAND niet waar te nemen. Wij zullen ons de komende jaren dan ook moeten richten op het verhogen van de instroom. Dit willen wij doen door kwalitatief goed onderwijs aan te bieden en ervoor te zorgen dat studenten en medewerkers als ambassadeurs voor onze School naar buiten treden.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 14 -
Instroom studenten SW - HBO 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 1995
1996
1997
1998
1999
CMV Den Haag MWD Rotterdam
2000
2001
2002
CMV Rotterdam SPH Den Haag
2003
2004
2005
MWD Den Haag SPH Rotterdam
Instroom studenten SW - MBO 400 350 300 250 200 150 100 50 0 1995
1996
1997
1998
1999
2000
MBO Den Haag
2001
2002
2003
2004
2005
MBO Rotterdam
Vooropleiding MBO Kijken we naar de vooropleiding van studenten dan zien we dat Hogeschool INHOLLAND in 2001 een forse toename van studenten uit het MBO kende. Vanaf 2002 gevolgd door een langzame daling die tot in het heden reikt. Dit in tegenstelling tot een gemiddelde stijging in de landelijke instroom van mbo-studenten in het Hoger Agogisch Onderwijs. Ook de lokale concurrentie kent een geleidelijke stijging.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 15 -
Instroom vanuit MBO naar HBO SW Lokaal 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2000
2001
2002
Haagse
2003
2004
Inholland
2005
Rotterdam
Gezien het feit dat Hogeschool INHOLLAND zelf mbo-opleidingen verzorgt is dit opmerkelijk te noemen. Het is dan ook interessant om te kijken naar de doorstroom van die “eigen” mboers naar het “eigen” HBO om te zien of dit daar ook geldt. Helaas zijn hier weinig gegevens over voorhanden. Om steekhoudende conclusies te kunnen trekken is een doorlopende en sluitende registratie nodig. In de komende jaren gaan we daarvoor zorgen. Dit is des te belangrijker omdat juist het feit dat Hogeschool INHOLLAND beschikt over een eigen mboafdeling ons voorziet van een unique sellingpoint. Het onderscheidt ons van de concurrentie. Wij hebben goede contacten met de mbo-opleidingen in de regio. Deze contacten zullen wij verder uitbouwen en intensiveren. Die extra inzet is dan met name gericht op een betere aansluiting van het MBO op het HBO. Het verwachte gevolg zal dan zijn dat er meer doorstroom van MBO naar HBO zal plaatsvinden. Marktaandeel Recente cijfers van de studentenaantallen vormen de basis voor een voorzichtig optimisme met betrekking tot de ontwikkeling van ons marktaandeel. Op basis van een middeling en terugrekening van beschikbare gegevens van de weken 23 en 40 kan een uitspraak worden gedaan over de verwachtingen voor het komende studiejaar. Per opleidingsrichting is een stijgende lijn waarneembaar: MWD
CMV
SPH
Wk 23
Wk 40
+/-
%
Wk 23
Wk 40
+/-
%
Wk 23
+/-
%
2002
5,41
6,49
1,08
14,67
10,48
11,57
1,19
11,35
7,36
9,17
1,81
24,59
2003
6,40
8,59
2,19
29,76
5,39
8,08
2,69
49,90
4,65
7,70
3,05
41,44
2004
4,04
9,33
5,29
71,88
4,48
9,17
4,69
104,69
3,99
8,08
4,09
55,57
2005
3,01
3,62
0,61
8,29
2,34
3,56
1,22
52,14
2,26
2,98
0,72
9,78
2006
1,98
4,27
2,29
31,15
3,23
5,68
2,45
75,85
1,30
3,72
2,42
32,85
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
Wk 40
- 16 -
5.
Uitstroom Studenten
Gemiddelde studieduur De gemiddelde landelijke studieduur van studenten CMV beweegt zich al jaren rond de 50 maanden, met een licht stijgende tendens. De School volgt dat gemiddelde redelijk trouw. Met wat periodieke verschillen geldt dat ook voor de lokale concurrentie. De mwd-opleiding van de School kent al jaren een lagere studieduur dan het landelijke gemiddelde, terwijl studenten er bij de lokale concurrentie juist langer over doen. Datzelfde beeld zien we ook bij de opleiding SPH. Diplomarendement De School volgt het landelijke gemiddelde voor het diplomarendement voor Social Work opleidingen na vijf jaar op de voet en scoort daarbij vergelijkbaar met de lokale concurrentie. Binnen de diverse opleidingen zien we dat Hogeschool INHOLLAND een dalende rendementstrend laat zien. CMV scoort daarbij in vergelijking met SPH en MWD minder. Een verschijnsel dat we bij de locale collega’s niet zien. Daar stijgt de laatste jaren juist het rendement van CMV. Over een periode van acht jaar ligt het rendement van Hogeschool INHOLLAND hoger dan dat van de lokale concurrentie en hoger dan het landelijke gemiddelde. We willen het afstudeerrendement de komende jaren vergroten met 5%.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 17 -
6.
Instroom studenten
De actuele aanmeldcijfers voor de gehele sector HSAO laten in vergelijking met de afgelopen jaren een iets optimistischer beeld zien. Voor CMV zit er, onder voorbehoud, een bescheiden groei in van ongeveer 12%. MWD scoort nog beter met een groei van rond de 15% en SPH voert de groeistuip aan met een ruime 19% meer vooraanmeldingen. Uitgesplitst naar de vooraanmeldingen voor Hogeschool INHOLLAND en de lokale concurrentie valt op te merken dat de dalende studentenaantallen zich echter voortzetten voor onze hogeschool. In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar zien we een afname van de instroom van nieuwe studenten van ongeveer 15%. Het aantal uitvallers naar inschrijfjaar is jarenlang redelijk gelijk gebleven maar kende in 2004 een toename tot ruim 40%. De plaatselijke concurrentie deed het beter met uitvalpercentages van rond de 30%. Voor het komende jaar houden we rekening met een uitval van 25% in het eerste jaar. In 2006-2007 verwachten we, weliswaar op basis van eerste prognoses, een stabilisatie van het totale aantal hbo- en mbo-studenten op de locatie Den Haag. Met eenzelfde voorbehoud verwachten we dat in Rotterdam de mbo-opleiding met meer dan 10% zal groeien. De hboonderwijsvormen op beide locaties wacht daar helaas nog een daling. De jaren daarna zullen we alles inzetten om die trend te breken. Aansluitonderzoek In 2005/2006 heeft een aansluitonderzoek plaatsgevonden. Het doel was om na te gaan wat de motivatie van studenten was om bij Hogeschool INHOLLAND te komen studeren. Dit onderzoek bracht in kaart: - hoe de verdeling naar vooropleiding was van de studenten per locatie; - welke keuzemotieven er voor de verschillende locaties Den Haag en Rotterdam een rol speelden; - hoe de aansluiting per onderwijssector qua niveau en qua inhoud scoorde; - hoe de verschillende aspecten van de aansluiting per vooropleiding scoorden en; - in welke mate de verwachtingen die men had zijn uitgekomen. Opvallend was dat studenten vooral kozen voor de locaties Den Haag en Rotterdam van Hogeschool INHOLLAND omdat men de opleiding inhoudelijk interessant vond en een goede baanverwachting voor na het afstuderen heeft. Een opvatting die overigens door de groeiende belangstelling voor Social Work en een langzaam aantrekkende arbeidsmarkt in ons werkveld wordt ondersteund. Zie hiervoor ook de opmerkingen over de behoeften van dat werkveld. De inhoud van de opleiding werd zoals gezegd vooraf als interessant ingeschat. Na de feitelijke kennismaking met die inhoud nuanceerde men dat wel enigszins. Voor de School of Social Work Rotterdam valt op dat de invloed van familie en vrienden een grote invloed heeft op de studiekeuze. Onze promotie-activiteiten zullen zich dan ook in toenemende mate richten op die directe sociale omgeving van studenten. Daarom is het ook belangrijk dat zij als ambassadeurs van onze School naar buiten treden. Marktaandeel vergroten Er is al opgemerkt dat er een voorzichtige groei zit in de vraag naar goed opgeleide professionals in de sociale sectoren van de maatschappij. Die trend zal voor de School of Social Work Rotterdam van Hogeschool INHOLLAND een extra stimulans vormen om de geconstateerde tegenbeweging, de daling in haar studentenaantallen, te doen stoppen en om te zetten in een stijgende lijn. Actieve promotie, positieve publiciteit, innovatief samenwerken en gewoon laten zien dat we goed en bijzonder zijn in het opleiden van capabele professionals, moeten vanzelfsprekende activiteiten worden. We streven er naar om de instroom van nieuwe studenten de komende vier jaar ieder jaar met vier procent te laten groeien. Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 18 -
Het potentieel van de gezamenlijke opleidingen van Hogeschool INHOLLAND wordt al ingezet voor de afzonderlijke Schools, dit zullen we nog versterken. De interdisciplinaire samenwerking tussen de Schools is iets waar we de komende jaren flink in willen investeren. Aan de organisatie van de eerste activiteiten wordt inmiddels al hard gewerkt. Zo willen we in nauwe samenwerking met praktijkinstellingen, liefst vastgelegd in contracten waarin de wederzijdse verplichtingen worden beschreven, deze instellingen “adopteren”. Concreet kan dit inhouden dat onze studenten, begeleid door docenten en beroepskrachten uit de praktijk, buurtcentra volledig exploiteren. Zowel financieel, organisatorisch als inhoudelijkprogrammatisch. Een andere mogelijkheid wordt gevormd door het op contractbasis door studenten uitvoeren van deeltaken in het kader van hun beroepspraktijkvorming in een verzorgingstehuis. Met deze en andere activiteiten, zie voor bijzonderheden de gedetailleerde Balanced Scorecards per schooljaar, willen we ons marktaandeel in de landelijke en lokale Social Work Studies vergroten. De essentie van die extra inspanning ligt op het vlak van voorlichting, publiciteit en promotie, van directe communicatie met potentiëleen oud-studenten en hun omgeving.
IN -
- versterkte inzet op publiciteit en promotie, lokaal en regionaal; - stabilisering van de leeromgeving; investeren in de doorstroom (ook intern) van MBO naar HBO, o.a. door samenwerkingsprojecten met ROC’s; versterken van onze eigen mbo-opleidingen Social Work; ontwikkelen van meer interdisciplinaire samenwerking tussen de Schools; ontwikkeling van innovatieve methodes, projecten en samenwerkingsverbanden; adopties van (delen van) instellingen op het gebied van welzijn en zorg; het ontwikkelen van Projectbureaus in Dordrecht en Den Haag; samenwerkingstrajecten starten met VO-scholen; uitbrengen van een Social Work krant voor relaties en potentials.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 19 -
7. De School of Social Work Rotterdam in regionale context Op dit moment vindt binnen de sector de overgang plaats van afzonderlijke sociaal agogische opleidingen naar een meer geïntegreerd onderwijsaanbod binnen het domein Social Work. De uitwerking hiervan varieert per hogeschool, maar de sector heeft in 2004 gezamenlijk het project sociaal-agogische domeincompetenties ‘Profilering Agogisch Domein’ afgerond. In het PAD worden de domeincompetenties beschreven die gelden voor alle afgestudeerde bachelors of Social Work. Het project kent nauwe relaties met het inmiddels afgeronde project ‘beroepenstructuur 2005’ dat werd uitgevoerd door het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW). Dit project leidt tot de herziening van de beroepsprofielen Zorg en Welzijn. Op dit moment worden de domeincompetenties Social Work op basis van de nieuwe beroepenstructuur bijgesteld. Belangrijk aandachtspunt dat in dit verband hoog op de sectoragenda staat, is de herkenbaarheid van het sociaal agogische opleidingenaanbod. De School of Social Work Rotterdam van Hogeschool INHOLLAND houdt in haar directe omgeving rekening met een tweetal concurrenten. Het is aan ons om aan onze klanten en relaties te tonen dat die verschillen kwalitatief gesproken in het voordeel van Hogeschool INHOLLAND uitvallen. Daarvoor zal de School haar eigen bijzonderheden moeten gaan uitbouwen en het beste leren van die van de concurrentie. Die directe concurrentie levert naast het reguliere onderwijsaanbod ook, op contractbasis, maatwerkactiviteiten. De thema’s van het aanbod zijn vergelijkbaar. Een onderlinge vergelijking laat enkele opvallende nuanceverschillen zien. Bijvoorbeeld in hun presentatie naar buiten. De een zet nadrukkelijk in op management- en VO-niveau. Onze School (en ook een van de locale concurrenten) presenteert zich met een praktische gerichtheid die volgens ons veel meer aansluit op de werkelijkheid van de uitvoerende professional. Dat is vanwege de directe binding met en de korte lijnen naar het reguliere onderwijs logisch. Dit is een van de sterke kanten van onze School. Qua benaming en beschrijving moeten we er goed op blijven letten dat we op de toon van de tijd blijven afgestemd. Bachelors Sociaal Domein Hogeschool INHOLLAND biedt als enige hogeschool opleidingen op mbo-niveau. We hebben daarnaast de grootste keuze in mbo- en hbo-studievarianten. De doorstroommogelijkheden die dit studenten biedt is een van onze bijzonderheden en zal in de promotie meer naar voren worden gehaald. Post HBO en contractactiviteiten De nadrukkelijke inrichting van een aparte poot voor post-hbo-opleidingen en contractactiviteiten lijkt een sterk organisatorisch punt van een van de collega’s in de regio te zijn. Of dit ook tot een inhoudelijk en kwalitatief beter aanbod leidt is minder duidelijk. De relatievorming en onderhouden van werkveldcontacten, zeker via binding met het voltijdonderwijs, is voor iedereen van cruciaal belang. Het komende jaar starten wij met veel nieuwe contractactiviteiten. Deze zullen in de periode daarna sterk worden uitgebouwd. Bijzonderheid gewaardeerd Het starten met bijzondere (en van de concurrentie afwijkende) opleidingen, biedt een uitgelezen kans om je als onderwijsinstituut te profileren en een nieuw deel van de studiemarkt te veroveren. Dit geldt vooral voor de masteropleidingen. De minors blijven een uitgelezen instrument om snel in te kunnen spelen op specifieke vragen van het werkveld en tegelijkertijd tegemoet te komen aan de behoefte aan keuzevrijheid van studenten.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 20 -
Er is politiek en maatschappelijk veel aandacht voor innovatie. Samen met de School of Law en de School of Economics zal onderzocht worden of het starten van een masteropleiding op het gebied van veiligheid haalbaar is.
IN -
het expliciet benoemen en promoten van de eigen bijzonderheden; het opstellen van een uitgebreide marktanalyse t.b.v. de realisatie van nieuw aanbod; realiseren en uitbouwen contractactiviteiten in samenwerking met het werkveld; verder uitbouwen van ons Alumnibeleid. -
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 21 -
8.
Kenniscirculatie
Lectoraten Hogeschool INHOLLAND richt zich op kennisontwikkeling, kennisoverdracht en kennistoepassing door het opzetten van lectoraten. Hogescholen in Nederland hebben een belangrijke taak op het gebied van kennisverspreiding naar markt en samenleving. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stimuleert de uitoefening van deze taak door het instellen van lectoraten op hogescholen. De lectoraten betekenen voor Hogeschool INHOLLAND een kwaliteitsimpuls, een verbreding van de activiteiten van de hogeschool en een verrijking van het onderwijs. Lectoren binnen Hogeschool INHOLLAND zijn professionals, meestal gepromoveerd, die hun sporen hebben verdiend binnen een bepaald vakgebied. Veel van de lectoren van Hogeschool INHOLLAND combineren hun werk voor het lectoraat met een aanstelling elders, zodat ze een voet in de (beroeps)praktijk houden. Zij zetten hun kennis en ervaring in om innovatie in de beroepspraktijk te stimuleren en te faciliteren. Hogeschool INHOLLAND werkt op dit moment aan een nieuw onderzoeksprofiel. Er zijn vijf thema’s geformuleerd. Deze worden ingebed in de bestaande en nieuwe lectoraten. Het is de bedoeling dat er op deze manier een strakkere onderzoeksprogrammering ontstaat. De vijf thema’s zijn: Veiligheid, Ondernemerschap, Educatie/Leren, Grote Steden en Quality of Life. Om dit profiel tot stand te brengen moeten tenminste alle nieuwe lectoraten bij één van de thema’s uit dit profiel aanhaken. De lectoraten zijn flexibel als het gaat om de aard, de omvang, de complexiteit en de kosten van het onderzoek. Een onderzoek dat wordt uitgevoerd door een lectoraat is maatwerk en dit gebeurt in nauw overleg met de opdrachtgever. In alle gevallen garanderen lectoren kwalitatief hoogwaardig onderzoek, waarbij docenten, externe deskundigen en studenten ingezet kunnen worden. De School of Social Work Rotterdam werkt met alle lectoraten samen. Die gezamenlijke acties uiten zich in bijvoorbeeld: gezamenlijke conferenties, contractactiviteiten, inhoudelijke bijdragen aan elkaars onderwijs, kennisgeneratie door eigen onderzoek en ontwikkeling. Voor Social Work zijn specifiek de volgende lectoraten actief: - Leefwerelden van Jeugd - De Dynamiek van de Stad - Grootstedelijk Onderwijs en Jeugdbeleid - Veiligheid en Vrijetijdsbeleving Kenniskringen Lectoren geven inhoudelijk leiding aan een kenniskring. Binnen deze kenniskringen wordt beroepsgerelateerd onderzoek uitgevoerd. Het doel van het onderzoek is tweeledig. Enerzijds worden vragen uit de markt beantwoord en anderzijds worden de resultaten van onderzoek terugvertaald naar het onderwijs. Dat is een voedingsbodem voor de bachelor- en masteropleidingen die worden aangeboden bij Hogeschool INHOLLAND. Op deze manier dragen lectoraten bij aan de competentieontwikkeling van toekomstige professionals. De lectoraten hebben een functie als kennisbrug: zij brengen up-to-date informatie van buiten de hogeschool naar binnen, en informatie van binnen, namelijk de producten van het onderzoek, naar buiten. Zij versterken de wisselwerking met de markt. Het Midden en Klein Bedrijf (MKB) is, naast de publieke sector en grotere bedrijven, een belangrijk onderdeel van de markt waarop de lectoraten zich richten. Buiten de externe binding kennen onze lectoraten ook een sterke internationale oriëntatie. Binnen Hogeschool INHOLLAND zijn meer dan twintig lectoraten actief, verdeeld over zes locaties.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 22 -
Kennisateliers Een nieuwe aanpak vormt de introductie van Kennisateliers. De term Kennisatelier verwijst naar verschillende manieren waarop ervaringen en inzichten tussen betrokkenen rond een bepaald onderwerp gedeeld kunnen worden. Organisatie en opzet zijn afhankelijk van het doel, de schaalgrootte, het structurele of incidentele karakter ervan. Vanuit de lectoraten organiseren we Kennisateliers rond specifieke onderwerpen, op verschillende locaties, voor internen en/of externen.
IN -
- versterken van de organisatorische inbedding van de Lectoraten; - nauwere samenwerking lectoraten met werkveld; uitbreiding van de contractactiviteiten via lectoraten en kenniskringen; starten met Kennisateliers; meer aandacht voor het vermarkten van ontwikkelde kennis en methoden; meer docenten participeren in kenniskringen; het promoveren van docenten en het onderzoek m.b.v. lectoraten inbedden in het onderwijs.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 23 -
9.
Internationalisering
In dit kader gaat het te ver om uitgebreid alle aspecten van internationalisering te behandelen. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de afzonderlijke nota “Internationalisering en de School of Social Work Rotterdam”. Kennis centraal Kennis is de kritische factor in de ontwikkelingen op economisch en sociaal-maatschappelijk gebied voor de komende decennia. Landen en regio’s zullen steeds meer het onderscheidende vermogen van hun samenleving en hun ontwikkeling in het gebruik van kennis gaan onderkennen. Met een terugtredende overheid als belangrijkste financier ligt eigen vermarkting van dat kenniskapitaal voor de hand. De logistieke (ICT) infrastructuur ontwikkelt zich in razend tempo en biedt dan ook een uitstekend medium voor een versnelling van het kennistransport. Afstanden vormen geen bezwaar en vorm en toepassingen worden hooguit beperkt door de fantasie en inventiviteit van de gebruiker. Deze digitalisering en informatisering vormen dan ook een belangrijke basis voor het globaliseringproces. Deze ontwikkeling heeft bijna alle aspecten van de samenleving veranderd. De implicaties van dit proces zijn nog steeds niet volledig inzichtelijk. De grenzen aan de mogelijkheden lijken bij lange na nog niet in zicht. Globalisering is ook een complex proces met verregaande consequenties voor het hoger onderwijs. Internationalisering speelt daarin een belangrijke rol. Hogeschool INHOLLAND voert internationalisering dan ook hoog in het vaandel. De School of Social Work Rotterdam zal, hoewel haar eigen activiteiten in het buitenland nog beperkt zijn, wel rekening moeten houden met een internationaal georiënteerde en extralokaal geïnspireerde student en dito maatschappij bij de vormgeving van haar onderwijs. Ontwikkelingen Een aantal ontwikkelingen speelt een rol bij de internationale koersbepaling van de School of Social Work Rotterdam. Grofweg samengevat in: - verbreding en uitbreiding van de multiculturele samenleving; - groeiende internationale concurrentie en samenwerking; - een terugtredende overheid; - veranderende wetgeving, ingegeven door veiligheidsaspecten en protectionisme; - de noodzaak om eigen methoden en technieken te “vermarkten” vraagt om nieuwe coalities en vaardigheden; - verschuiving van het brandpunt van de wereldeconomie naar Azië. Wat internationalisering voor de School of Social Work Rotterdam betekent Deze ontwikkelingen bieden vele kansen en uitdagingen voor de hogeschool. Door de consequenties van globalisering moeten studenten ook voorbereid zijn om optimaal te kunnen functioneren op een internationale en heterogene arbeidsmarkt. Zij moeten ook de verschillende aspecten van internationalisering kennen. Het is daarom voor alle studenten belangrijk om tijdens hun studie in aanraking te komen met cultuurverschillen. Zij moeten deze leren begrijpen om er vervolgens op adequate wijze mee om te gaan in hun toekomstige baan. De invoering van het bachelor-masterstelsel en de omzetting naar European Credits (ECTS) vereenvoudigt de internationale erkenning van diploma’s en vergroot daarmee onze concurrentiepositie, en de concurrentie. Al deze ontwikkelingen betekenen een kwaliteitsimpuls voor het onderwijs en in het bijzonder voor het hboonderwijs.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 24 -
De School of Social Work Rotterdam geeft vorm aan internationalisering De School geeft vorm aan internationalisering door: 1. internationalisering van het curriculum; 2. docentenuitwisseling: werkbezoeken van docenten aan onderwijsinstellingen in het buitenland en tegenbezoeken van docenten van huidige en potentiële samenwerkingspartners; 3. studentenuitwisseling: studenten gaan voor langere of kortere tijd naar het buitenland om daar een deel van de studie te volgen of stage te lopen en buitenlandse studenten komen hiervoor naar de School of Social Work Rotterdam; 4. onderzoek via de lectoraten. Waar partners voor buitenlandse samenwerking aan moeten voldoen Hogeschool INHOLLAND heeft veel samenwerkingscontacten, meestal in Europa. Zij haakt daarbij aan bij het Eurocity-programma van de grote Europese steden. Het doel is de uitwisseling van studenten in het kader van de beurzenprogramma’s van de Europese Unie. De vorming van een consistent en strategisch netwerk met een uitgebreid pallet aan activiteiten is de belangrijkste mogelijkheid om onze internationale doelstellingen te kunnen waarmaken.
IN -
- verdieping van het aantal internationale contacten en samenwerkingsverbanden; - verdere verdieping van het internationaal karakter van het curriculum SW; meer aandacht voor het omgaan met diversiteit; docentenuitwisselingen en werkbezoeken; studentenuitwisselingen; het in samenwerkingsverbanden ontsluiten van promotie- en onderzoeksmogelijkheden; onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe masters.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 25 -
10. Onderwijsontwikkeling Competentiegericht opleiden Mensen zijn constant bezig de wereld om hen heen te interpreteren en hiervan een eigen beeld te maken. Kennis kan dan ook niet enkel eenvoudig overgebracht worden door de docent. De docent is medelerende. Hij is niet alleen coach, maar biedt ook zijn deskundigheid aan als mogelijkheid voor de student tot betekenisgeving. Bovendien vertaalt de docent de eisen die vanuit het beroepsprofiel worden gesteld. Kennis is gekoppeld aan de context waarin geleerd wordt. Dit betekent dat leren plaats moet hebben in een relevante, authentieke omgeving. Binnen Hogeschool INHOLLAND is een onderwijsconcept ontwikkeld dat voortbouwt op deze sociaalconstructivistische visie. Dit onderwijsconcept staat bekend onder de naam Backbone. Centraal staat de keuze voor Competentiegericht Onderwijs (CGO). CGO is gericht op het ontwikkelen van competenties van studenten. Kenmerkend voor competentiegericht onderwijs is dat het beroepsgerelateerd onderwijs is: het is gericht op het adequaat handelen in kritische beroepssituaties. Voor het ontwikkelen van competenties is het oefenen in een reële beroepscontext essentieel. De student leert actief en is zelf verantwoordelijk voor zijn leerproces. De student wordt passend begeleid in de ontwikkeling naar zijn zelfstandigheid. Het onderwijs van de bachelor of Social Work stelt de competentieontwikkeling van de student centraal. Competentiegericht onderwijs is een goed antwoord op de eisen die op dit moment gesteld worden aan het opleiden van hbo-ers. Zoals in het voorgaande al is vermeld, worden beroepsbeoefenaren in de sector sociaal werk geconfronteerd met steeds veranderende omstandigheden. Beroepen veranderen en de taken worden complexer. Beroepsbeoefenaren worden in toenemende mate geconfronteerd met zowel verbreding als specialisatie. Juist wie in staat is deze beide dimensies op het juiste moment te verenigen of te wisselen en daaraan inhoud en zin weet te geven, functioneert competent. De opleiding wordt samengesteld op basis van het samenbrengen van informatie uit verschillende belangengroepen. De vraag van studenten speelt daarbij een belangrijke rol maar is wel ondergeschikt aan de invloed die wetenschappelijk- of ervaringsonderzoek, het werkveld en de cliënten, vertegenwoordigd door belangenorganisaties, op de opleiding uitoefenen. Ook dat is vraaggericht onderwijs dat tevens een stevige band met deskundigheid heeft.
Onderzoek Cliënten Curriculum (toetsing)
Student Beroepsgro ep en werkveld
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 26 -
Bij dit alles vormt de praktijkgerichtheid van de leertrajecten binnen de bachelor of Social Work een in het oog springend kenmerk. Competentieontwikkeling heeft zoveel mogelijk plaats in authentieke beroepssituaties. Zowel bij het binnenschoolse curriculum als het buitenschoolse curriculum heeft de praktijkgerichtheid een centrale plaats in de opleiding. Mede door het verder uitbouwen van E-learning wil de School een krachtige leeromgeving creëren, die een evenwichtige combinatie mogelijk maakt van leren op school, leren in de beroepspraktijk en plaats- en tijdonafhankelijk leren. Beroepsmatig handelen in de sector voor sociaal-agogisch werk De beschreven ontwikkelingen en trends in de sector voor sociaal werk hebben invloed op de taakuitoefening van professionals in deze sector. Voor beroepsbeoefenaren in de sector betekent dit een heroriëntatie op de kern van het beroepsmatig handelen. De tijd is voorbij dat de aandacht exclusief gericht kan zijn op het eigen specialisme of de eigen discipline. Nadrukkelijk wordt aan professionals op hbo-niveau de eis gesteld dat zij hun beroepsmatig handelen kunnen verantwoorden binnen de context van de klantgerichte zorg als geheel en binnen de vraag naar efficiency en doelmatigheid van de organisatie in het bijzonder. De Social Work-professional is zich bewust van de complexiteit van het dynamische krachtenveld waarbinnen de zorg voor sociaal werk zich afspeelt. De beroepsbeoefenaar is een netwerker. Hij gaat samenwerkingsverbanden aan en kan vanuit een multidisciplinaire achtergrond over vakspecialismen heenkijken en vraagstukken vanuit een breed perspectief analyseren. Daarnaast is de Social Work-beroepsbeoefenaar gericht op de professionalisering van zichzelf en van het beroep. Met andere woorden: het hbo-karakter van de werker in de sector van gezondheid en welzijn komt tot uitdrukking door verbreding van zijn professionalisering op drie domeinen: zorg, hulp en dienstverlening; bedrijfsvoering/werken vanuit instelling/organisatie; beroepsontwikkeling en professionalisering. Vanuit die ontwikkelingen zijn de negen Social Work competenties afgeleid. We hebben nu het onderwijs voor vier jaren ontwikkeld. De komende periode zal vooral de implementatie hiervan centraal staan. Frequent zal die implementatie worden geëvalueerd. De opbrengst van deze evaluaties wordt meteen verwerkt in het onderwijs. Bij de ontwikkelingen en veranderingen waarop de School zal moeten anticiperen en de activiteiten die dit met zich meebrengt is het van belang dat de samenhang tussen de drie opleidingsprofielen geborgd blijft.
IN -
verder verfijnen van de Bachelor-masterstructuur; consolidering van het Competentiegericht Onderwijs; verdere ontwikkeling van het tijd- en plaatsonafhankelijk (E)-leren; de bijgestelde domeincompetenties Social Work en de vernieuwde beroepsprofielen verwerken in het curriculum; intensivering van het praktijkgericht leren; onderzoek naar de kansen voor het aanbieden van de opleidingen pedagogiek, psychologie, Sport&Bewegen en opleidingen op het gebied van zorg; bezinning op de implicaties van het Internet(gebruik) op moreel en ethisch vlak, op sociaalmaatschappelijk verkeer en de kennisverwerving van jeugdigen. -
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 27 -
11. Bachelor / Master…..Major / Minor Zoals gezegd biedt de School of Social Work Rotterdam haar onderwijs in een Bachelormasterstructuur aan. De kerntaak voor de School of Social Work Rotterdam is het opleiden van sociaal werkers die door hun professionele kwaliteiten een bijdrage kunnen leveren aan de organisatie waar zij werken en aan het welzijn van hun cliënten. Dit doet de School door het aanbieden van een aantal opleidingen, te weten: Niveau
Opleiding
Vorm
MBO
Sociaal Dienstverlener (SD)
(Deeltijd) DT
MBO
Sociaal Pedagogische Werker (SPW)
DT
MBO
Sociaal Juridisch Medewerker (SJM)
DT
HBO
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD)
VT/DU/DT
HBO
Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)
VT/DU/DT
HBO
Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV)
VT/DU/DT
De School streeft ernaar studenten af te leveren: - die ondernemend zijn; - die breed en flexibel inzetbaar zijn; - die een complexe hulpvraag kunnen vertalen naar oplosbare vraagstukken; - met gedegen kennis van sociale wetgeving en juridische kaders. Positionering door differentiatieminors Een belangrijk middel om de School te kunnen positioneren zijn de differentiatieminors. Met de verdiepende minors positioneert de School zich extern. Belangrijk in dit opzicht is de focus: hoe wil de School door het werkveld worden gezien? Met verbredende minors kan de School zich intern positioneren. Hiermee worden studenten van Hogeschool INHOLLAND van andere Schools aangetrokken. Men kan ook gebruik maken van de mogelijkheid een doorstroomminor te volgen. Dit is een verdiepende minor waarmee men de mogelijkheid krijgt de studieloopbaan voort te zetten aan de universiteit. Voor een actueel overzicht verwijzen wij naar het “Overzicht Differentiatieminors”. Een paar voorbeelden voor de komende jaren van verdiepende minors zijn: ambulantisering van de hulpverlening; multiculturele samenleving; bemoeizorg: over grenzen en sociale cohesie; rehabilitatie en dagbesteding in internationaal perspectief. Voorbeelden van verbredende minors zijn: jeugd, opgroeiend in de grote stad; schuldhulpverlening; juridische kaders van de gezondheidszorg; effectief communiceren in complexe situaties. De ontwikkeling van de minors wordt in de planning van de onderwijsontwikkeling voor jaar 2 en 4 meegenomen. Naar aanleiding van de evaluatie van de differentiatieminors in een gegeven jaar wordt bepaald welke minors nog een keer worden aangeboden. Het managementteam zal, in samenspraak met het team differentiatieminors, besluiten welke minors op welk moment zullen worden ontwikkeld en aangeboden.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 28 -
Rust Na een aantal jaren van ingrijpende veranderingen op onderwijskundig en organisatorisch terrein, wil de School of Social Work Rotterdam zich de komende jaren concentreren op het geven van goed onderwijs. Daarvoor is rust in de onderwijskundige omgeving nodig. De plannen en voornemens willen we eerst verder uitwerken en perfectioneren. Het sleutelwoord is implementatie en consolidatie. Na het uitstromen van het huidige vierde jaar is de vernieuwde onderwijscyclus voor de eerste keer vol gemaakt. Met de instelling van een toetscommissie en met een extra inspanning t.a.v. de evaluaties en bijstelling van wat verbetering behoeft, sluiten we ook de PDCA-cyclus op een verantwoorde wijze. Accreditatie en studenttevredenheid De accreditatie van CMV zal dit voorjaar aangevraagd worden. Die voor SPH staat voor het najaar gepland en die van het MWD staat op de agenda voor mei 2007. Naast de externe kwaliteitsbewaking (visitaties en accreditaties) gebruikt Hogeschool INHOLLAND een kwaliteitszorgsysteem op basis van het EFQM-model en meet zij met regelmaat de medewerkers- en studenttevredenheid. De daarop gebaseerde verbeterplannen worden in een PDCA-cyclus vormgegeven. Uit onderzoeken blijkt waardering voor de kwaliteit van het onderwijs, met name op het gebied van inhoud en werkvormen. De sfeer wordt door studenten als zeer goed ervaren. Het internationale aspect is een zorgpunt. Voor de locaties Rotterdam en Den Haag is de informatievoorziening matig en de tijdigheid van informatie laat nog te wensen over. De roosters en roosterwijzigingen worden als zwak beoordeeld. Evenals de cijfers (beschikbaarheid en duidelijkheid) en inzage mogelijkheden. Buiten extra aandacht voor de Studieloopbaanbegeleiding is het verbeteren van de kwaliteit, met name de “kleine kwaliteit”, een belangrijke doelstelling voor het komende jaar. Het doel van de School of Social Work Rotterdam is dat studenten tevreden zijn over het binnenschoolse programma, het buitenschoolse programma, de docenten en de begeleiding, de toetsing, het studiemateriaal, de studeerbaarheid, de informatievoorziening, de voorzieningen en de betrokkenheid bij kwaliteitszorg. Instrumenten hiervoor zijn het studententevredenheidsonderzoek en de periode-evaluaties. Ook de mening van oudleerlingen is van belang bij het hoog houden van de kwaliteit. Wij willen dat de Alumni tevreden zijn over het studieprogramma, de docenten, aansluiting van opleiding op hun huidige functie en de betrokkenheid bij kwaliteitszorg. Meting vindt plaats via de hbo-monitor en ons eigen alumnionderzoek.
IN -
aanbieden van op de actualiteit georiënteerde en met het werkveld besproken en gewenste minors; aanbieden van verbredende minors (bijvoorbeeld: “Jeugd, opgroeiend in de grote stad”) waarbij het accent ligt op de specifieke praktijkgerichte expertise van onze School; in samenwerking met universiteiten aanbieden van op universitaire vervolgstudies gerichte doorstroomminors; evalueren van het onderwijsaanbod en de onderwijsorganisatie en bijstelling hiervan volgens de PDCA-cyclus; het verder implementeren van de interne toetscommissie; het verkrijgen van de accreditaties voor CMV, MWD en SPH; het verder implementeren van het EFQM-model in de kwaliteitszorg. -
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 29 -
12. Personeel Zoals al eerder aangehaald zien wij docenten, studenten en onderwijsondersteunend personeel als ambassadeurs van de School of Social Work Rotterdam. Zij zijn het die onze ambitie uitdragen en garant staan voor de kwaliteit van ons onderwijs. Wij willen dat zij er trots op zijn om bij Hogeschool INHOLLAND te werken en te studeren. Een belangrijk project wordt daarom ook “Cultuur en Binding” waarin juist dit doel centraal staat. De eerder beschreven ontwikkelingen en trends hebben uiteraard ook consequenties voor de kwaliteiten en deskundigheden, maar ook voor de samenstelling en de formatieomvang van het onderwijskundig en het onderwijsondersteunend personeel. Als ideaal zien wij op dit moment een verdeling van de formatie over 80% vaste aanstellingen met een flexibele schil van 20% daar om heen. De huidige verdeling van 100% vast en 0% flexibel maakt dat de verwerkelijking van deze wens nog de nodige problemen zal moet overwinnen alvorens realiteit te worden. De gewenste verdeling biedt de School de ruimte voor het inhuren van specifieke deskundigheid om de opleidingen nog beter te laten aansluiten op de praktijk. We kunnen hierdoor ook nog sneller inspelen op veranderingen in maatschappij en werkveld. Ons beleid t.a.v. gastdocenten vraagt hiertoe wel om een lichte koerswijziging. Immers: de rol van gastdocenten in ons onderwijs wordt prominenter en hun inzet intensiever. Om de kennis en vaardigheden van onze docenten up-to-date te houden, kiezen we voor een aanpak van permanent leren. Buiten de regelmatige individuele contacten met het werkveld van elke werknemer, richten we ons op het ontwikkelen van een werk- en leeromgeving die permanent de vinger aan de pols van actuele veranderingen houdt. Daarin passen instrumenten als docentstages, gastdocentschappen (ook in het buitenland), conferentiebezoek en conferentieorganisatie en de deelname aan Kennisateliers. Een uitgebreide beschrijving van het toekomstige personeelsbestand treft u aan in het Personeelsplan School of Social Work Rotterdam 2006-2010. De kennis- en scholingsaspecten worden beschreven in het bijbehorende Scholingsplan School of Social Work Rotterdam. De per 1 januari 2006 ingevoerde nieuwe functiewaarderingssystematiek, waarin de taakzwaarte en -verdeling van docenten volgens rollen zijn beschreven in functieprofielen, is daarvoor bepalend. De verdere implementatie hiervan zal ook de komende tijd nog de nodige aandacht vragen. Met name het scholingsplan is gericht op de competenties die voor die verschillende docentrollen nodig zijn. Daarnaast besteden we in de genoemde plannen ook aandacht aan het gegeven dat de gemiddelde leeftijd van ons personeel en dan met name het onderwijzende deel van de formatie, stijgt. De School of Social Work Rotterdam wil dat medewerkers tevreden zijn over de functie, de arbeidsomstandigheden, de werkdruk, de collega’s, de leidinggevenden, de ontwikkelingsmogelijkheden, de beloning en de betrokkenheid bij kwaliteitszorg en beleid. Als meetinstrument gebruiken we hiervoor het medewerkerstevredenheidsonderzoek. Met het medewerkerspanel is afgesproken dat we ons de komende periode vooral richten op de werkdruk, collega’s & teamgevoel en de ontwikkelmogelijkheden.
IN -
-
het opstellen van een nieuw personeels- en scholingsplan gericht op het omgaan met diversiteit en het benutten en ontwikkelen van talenten; nadruk leggen op het ambassadeursschap, trots zijn op de eigen organisatie, van medewerkers en dit naar binnen en buiten uitdragen; meer gerichte en selectieve verspreiding van informatie; de formatie wordt ingericht volgens een 80% vaste en een 20% flexibele aanstelling; het vaker en gerichter inhuren van externe deskundigheid; het verder verfijnen van het beleid t.a.v. gastdocenten; verjonging van de formatie. -
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 30 -
13. Interne processen Informatievoorziening De School of Social Work Rotterdam maakt ter ondersteuning van het primaire proces gebruik van het intranet van de hogeschool. Hier kunnen studenten en medewerkers onder andere studiegidsen, roosters, handleidingen, informatie en handige links vinden. Daarnaast krijgt het digitale leerplatform ‘Blackboard’ een steeds prominentere plaats in de leeromgeving van de opleidingen. Blackboard speelt een belangrijke rol in het competentiegerichte onderwijssysteem binnen de School. Studenten en docenten gaan hiermee binnen de School steeds intensiever werken. Bijna alle medewerkers gebruiken de ICT-toepassingen ook thuis. Het gaat dan vooral om webmail. De problemen die de ICT, qua omgeving en gebruik, nog kent zijn: • het aanbod is nog te versnipperd en te weinig vraaggericht; • het gebruik van e-mail is niet efficiënt genoeg; • informatie wordt te breed verspreid; • er bestaan teveel verschillende E-manieren om informatie te verspreiden; • het intranet is niet voor iedereen even overzichtelijk en toegankelijk; • nieuwe toepassingen worden zonder overleg en instructie geïntroduceerd; • het aanbod en de structuur zijn niet optimaal op de studenten toegesneden. De School streeft naar een eenduidige routing die helder en logisch de weg wijst naar de gezochte informatie. Via de startpagina van INsite INHOLLAND kan er direct worden doorgeklikt naar de Schoolsite Social Work Zuid en van daaruit naar alle informatie en links. De Schoolsite is dus de poort naar alle informatie van en over de School. Voor studenten moet duidelijk zijn wat, bij wie, wanneer te halen is. Informatie moet dan ook op de logische en afgesproken plaats en tijdstip voorhanden zijn. De vormgeving en de gebruikersinterface dienen sober, helder, gestructureerd en smaakvol te zijn. Allerlei toeters en bellen leiden teveel af van de inhoud en gaan ten koste van de toegankelijkheid en leesbaarheid. De opbouw en indeling van de Schoolsite vindt plaats vanuit een archiveringsoptiek. Er wordt een helder logisch en inzichtelijk registratuurplan ontwikkeld. Gedacht kan worden aan de decimaal gecodeerde boomstructuur zoals die in de bibliotheken en grote archieven wordt gebruikt.
IN -
het ontwikkelen en invoeren van een nieuwe manier van data- en informatiearchivering en –toegang; een sobere en gefocuste vormgeving; de ICT-omgeving wordt vraaggerichter ingericht; efficiëntere communicatie en informatievoorziening voor studenten en medewerkers; een efficiënter gebruik van e-mail; eenvoudigere en gerichte toegang tot de aanwezige informatie voor studenten en docenten. -
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 31 -
Kwaliteitszorg De kwaliteit van het onderwijs zelf vormt het hart van kwaliteitszorg. Kwaliteit wordt immers vooral geleverd als het onderwijs voldoet aan de verwachtingen van -en de gestelde eisen door - degenen die belang hebben bij dat onderwijs, met name studenten, werkveld, maatschappij en overheid. Het zijn de medewerkers van Hogeschool INHOLLAND die samen met studenten en werkveld dagelijks vorm en inhoud geven aan dat onderwijs. Hun betrokkenheid bij kwaliteitszorg is dus zeer wezenlijk en moet op allerhande manieren worden gestimuleerd. Hogeschool INHOLLAND kiest voor EFQM als model voor kwaliteitszorg. Dat model wordt gecombineerd met de eisen waar Hogeschool INHOLLAND vanwege accreditatie mee te maken krijgt. Bovendien zou de handelwijze die past bij een kwaliteitsbewuste organisatie, voor zowel medewerkers als studenten, een tweede natuur moeten worden. De School of Social Work Rotterdam neemt de 9 aandachtsgebieden van het EFQM-model als basisstructuur voor de inrichting van haar kwaliteitszorgsystematiek. Deze aandachtspunten zijn: • • • • • • • • •
leiderschap strategie en beleid management van medewerkers management van middelen management van processen medewerkers klanten en leveranciers maatschappij bestuur en financiers
Binnen deze structuur zijn de accreditatie-eisen meegenomen onder de aandachtsgebieden management van processen (beoogde eindkwalificaties en studieprogramma), management van medewerkers, management van middelen, financiële resultaten en operationele resultaten. De waarderingsgebieden van het INK-model zijn samengenomen onder de noemer kwaliteitszorg. De structuur wordt als basis genomen voor de borging van belangrijke documenten. In het Instellingsplan is de ambitie geformuleerd om INHOLLAND-breed in ontwikkelingsfase 3 van het EFQM-model te verkeren. In fase 3 zijn systematisch werken aan verbetering, het toepassen van de plan-do-check-act cyclus en klantenfocus sleutelbegrippen. De verwachtingen van de stakeholders (klanten, maatschappij, medewerkers, bestuur) zijn leidend voor te leveren kwaliteit. Daarom moeten deze sturende partijen worden betrokken in het kwaliteitszorgsysteem. Aan hen dient op gezette tijden verantwoording te worden afgelegd. De verantwoording wordt uitgewerkt in twee vormen: - externe verantwoording: via accreditatie; - interne verantwoording: via planning & control. Interne en externe verantwoording Elk jaar wordt een meta-evaluatie gemaakt. In deze meta-evaluatie zijn alle (afzonderlijke) kwaliteitsmetingen uit een jaar opgenomen. Hierin wordt beschreven in hoeverre de doelstellingen in het kader van kwaliteit zijn behaald. De gegevens uit de verschillende evaluatieonderzoeken worden verzameld om op deze wijze de scores op de prestatieindicatoren te kunnen bepalen. Op basis van de meta-evaluatie worden verbeterpunten benoemd. Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 32 -
Nadat prioriteiten zijn bepaald kunnen de verbeterpunten worden meegenomen in het businessplan en managementcontract waardoor de PDCA-cyclus op Schoolniveau wordt rondgemaakt. De afzonderlijke kwaliteitsmetingen zijn besproken met de afzonderlijke doelgroepen van kwaliteitszorg. Dit betekent dat medewerkers dit onderwerp bespreken binnen het teamoverleg, studenten binnen de opleidingscommissie, werkveld en alumni binnen de beroepenveldcommissie. De verbeterpunten die voortvloeien uit de meta-evaluatie leiden tot aanpassing van de doelstellingen en prestatie-indicatoren. De activiteiten in het kader van deze interne verantwoording zijn opgenomen in een beleidscyclus voor de School of Social Work Rotterdam. Er is al een forse impuls gegeven aan deze kwaliteitscyclus. Om de cyclus helemaal rond te maken zullen we die ingezette beweging moeten vasthouden. In het kader van de externe verantwoording wordt elke twee jaar een INK-analyse uitgevoerd en elke 6 jaar een zelfevaluatierapportage geschreven om geaccrediteerd te kunnen worden. Door de kwaliteitszorgsystematiek uit te voeren zoals is beschreven zijn gegevens betreffende de 9 aandachtsgebieden van INK en de aandachtsgebieden van de accreditatie gedocumenteerd. Hiermee wordt het in de toekomst makkelijker een zelfevaluatierapportage te schrijven.
IN -
behalen van fase 3 van dit model (systematisch werken aan verbetering, toepassing PDCA-cyclus, klantenfocus); verder vormgeven en implementeren van de interne toetsingscommissie en het uitwerken van hun rol t.a.v. visitatie en accreditatie; het verbeteren van de beschikbaarheid van voor visitatie en accreditatie benodigde informatie; verbeteren van de uitvoering en terugkoppeling van evaluaties; het verbeteren van de interne planning & controll-cyclus. -
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 33 -
14. Communicatie De communicatie speelt zich af op drie verschillende niveaus: - Schoolniveau (organisatie) - Teamniveau (opleiding) - Individueel niveau De communicatie kent als primaire doelgroepen: • Medewerkers (management, coördinatoren, docenten, ondersteunend personeel) • Studenten (voltijd, deeltijd, duaal, alumni, aspirant) • Externen Communicatie: kwalitatief en effectief De manier van communiceren over plannen, maatregelen en activiteiten heeft niet altijd het gewenste effect. Hoewel er veel gecommuniceerd wordt, wordt dit niet altijd als efficiënt ervaren. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat er een structurele informatie-uitwisseling noodzakelijk is tussen het management, teamcoördinatoren, docenten en studenten en de medewerkers van het bedrijfsbureau en het informatiepunt. Vanuit het hogeschoolbrede beleid vindt veel communicatie plaats via e-mail en INsite. Belangrijk is echter dat er gestreefd wordt naar een mix van middelen, waarin ook andere media worden ingezet. Met name het persoonlijke contact tussen collega’s is iets dat binnen de huidige “flexwerkcultuur” nadrukkelijker gestimuleerd dient te worden. Tot slot is er een duidelijke behoefte aan communicatie over beleid. Om tot een structurele verbetering van de interne communicatie te komen, is inzicht nodig in de knelpunten, die genoemd zijn in bovenstaande onderzoeken. Er zijn veel raakvlakken met de informatievoorziening. Knelpunten In het algemeen is er sprake van een communicatie-overload. Medewerkers ervaren te weinig interactie over en inspraak bij de voorgestelde maatregelen, plannen en activiteiten. Studenten vinden dat de communicatie te beperkt en te onduidelijk is. De studentenpanels worden niet zo goed bezocht als we zouden willen. Inmiddels is een Plan van Aanpak Studentbetrokkenheid gemaakt en de uitvoering daarvan gestart. Specifieke knelpunten met betrekking tot de interne communicatie van de School of Social Work Rotterdam hebben betrekking op het tijdig bezorgen van informatie en overleg daarover. In de communicatiestructuur is inzichtelijk gemaakt wie met wie communiceert, wanneer en op welke wijze. De komende jaren is het uitvoeren en consolideren van de structuur van belang.
IN -
- gerichter en selectiever verspreiden van informatie; - opstellen en invoeren van een e-mail etiquette; inhoud van de informatie aan laten sluiten op de ervaringen, vragen en behoeften van medewerkers en studenten; duidelijke communicatie over voortgang van onderwijsontwikkelingen, de wijziging in taken en roosters en de fasering van maatregelen en procedures; medewerkers en studenten worden actief betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van verbeteracties; verdere uitvoering Plan van Aanpak Studentbetrokkenheid; de School stelt voor die verbetering van de communicatie extra medewerkersuren beschikbaar.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 34 -
15. Administratieve processen en beleid Ter ondersteuning van het primaire proces bestaan er een Frontoffice-Backoffice (Fobo) en een bedrijfsbureau. De School streeft naar een service aan het primaire proces die volgens korte, efficiënte lijnen verloopt. De Fobo levert administratieve diensten aan docenten en studenten en biedt service volgens het één-loket principe aan de opleidingen van de School en ondersteunt daarmee het onderwijs. De frontoffice wordt ondersteund door de backoffice en door de overige ondersteunende diensten van de hogeschool. De front- en de backoffice worden aangestuurd door de Manager Informatiepunt. Het bedrijfsbureau biedt ondersteuning aan directie en management en vervult een spilfunctie tussen enerzijds onderwijs (primair proces) en anderzijds Diensten en OKR. Binnen het informatiepunt staat aandacht voor kwaliteitsverbetering centraal. Een instrument hiervoor is de Service Level Agreement (SLA). Het doel van de SLA is heldere afspraken te maken op het gebied van de dienstverlening van het informatiepunt en het niveau van de geboden service. Ten aanzien van de cijferadministratie, de tentamenorganisatie en het totstandkomen van het collegerooster zijn deze procesbeschrijvingen toegespitst op de situatie van School. Ten aanzien van de studenttevredenheid is flink wat vooruitgang geboekt. Toch wil de School de administratieve processen nog verder verbeteren. Zoals gezegd biedt het bedrijfsbureau ondersteuning aan directie en management en vervult een spilfunctie tussen enerzijds onderwijs (primair proces) en anderzijds Diensten en OKR. Dit betreft: • Beleidsmatige- en secretariële ondersteuning. • Adequate ondersteuning van directie en management, zowel beleidsadviserend als uitvoerend ontwikkelen van werkprocessen. • Implementeren en in samenspel met derden verder verfijnen van de PDCA-cyclus. • Ondersteuning voor onderwijsontwikkeling en kwaliteit: o ontwikkeling en implementatie van CGO; o opbouwen van een ontwikkelcyclus; o rendementscijfers; o verwerken van onderwijsevaluaties en van studenttevredenheidsonderzoeken en adviseren aan het MT over verbeteracties. • ICT-ondersteuning: o opbouw en onderhoud van website; o opzetten en implementeren van ICT-beleid, in het kader van CGO; o gebruik van Blackboard. • Project- en innovatie-ondersteuning. • Externe contacten. • Internationalisering. • Externe subsidiëring. • Diversiteit.
IN -
de verdere verbetering van de tentamenorganisatie, collegeroostering, ondersteuning stagebegeleiding en de cijferinvoer; de informatieoverdracht soepel laten verlopen en de koppeling met beleid- en managementvragen kort en direct maken. -
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 35 -
16. Contractactiviteiten Doelstelling De School of Social Work Rotterdam stelt zich ten doel: het aanbieden van kwalitatief hoogstaande contractactiviteiten op sociaal agogisch gebied. Cursussen en opleidingen worden op diverse niveaus aangeboden: MBO, HBO, Post-HBO en masteropleidingen. Onderwijs en dienstverlening worden volgens een doordacht kwaliteitssysteem aangepakt, wat in mei 2005 heeft geresulteerd in een CEDEO-certificering voor de maatwerkactiviteiten. Maatwerk Leren en opleiden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het leren is effectiever en doelmatiger, dus succesvoller, als onze opleiders de leerbehoeften precies kennen en de opleiding of training ernaar inrichten. Opleiden is een vak en de mensen die opleidingen en trainingen ontwikkelen en uitvoeren zijn vaklieden. Dat klinkt ambachtelijk en dat is het ook. Zelfs met behulp van alle nieuwe technologie blijft opleiden werk van en voor mensen. Wij hebben de pretentie goede opleiders te zijn en de ambitie het te blijven, want ook voor opleiders geldt: je bent nooit te oud om te leren. Op verzoek stelt Hogeschool INHOLLAND Academy maatwerktrainingen samen. Heeft een bedrijf of instelling behoefte aan een dergelijke training, dan stellen onze consultants een op de vraag toegesneden trainingsplan op. De trainingen worden naar keuze op één van onze locaties of incompany gegeven. Deelnemers worden uitgenodigd actief te participeren. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor hun leerproces via helder beschreven leerdoelen en afgebakende modules. Wat men geleerd en getraind heeft kan aanleiding zijn tot vragen om individuele begeleiding bij de toepassing of bij het in gang zetten van een veranderingsproces in hun organisatie. Ons vak beperkt zich niet tot training en opleiding, maar strekt zich ook uit tot coaching, supervisie en begeleiding op de werkplek. Concurrentie Ook de directe concurrentie levert op contractbasis maatwerkactiviteiten. De thema’s van het reguliere zowel als het van actuele aanbod zijn vergelijkbaar. In een onderlinge vergelijking valt vooral op dat de hogescholen verschillen in hun presentatie naar buiten. De een zet nadrukkelijk in op management- en VO-niveau. Onze School (en een van de locale concurrenten) presenteert zich met een praktische gerichtheid die volgens ons veel meer aansluit op de werkelijkheid van de uitvoerende professional. Qua benaming en beschrijving moeten we er goed op letten dat we op de toon van de tijd blijven afgestemd. Dit zegt natuurlijk weinig tot niets over de inhoud en de kwaliteit van het gebodene. Wel zegt het iets over de benadering van de markt en van potentiële studenten. Met in het achterhoofd ons teruggelopen marktaandeel zal die benadering in de toekomst een veel nadrukkelijkere rol moeten gaan spelen. Om de beste marktbenadering te vinden zal meer onderzoek moeten worden gedaan naar de effecten van die benadering: het aantal klanten en de feitelijke omzet en winst, ook bij de concurrentie. In de komende jaren gaan wij ons aanbod fors uitbreiden. Aangejaagd door de Lectoraten en kenniskringen, waarin het werkveld een belangrijke rol speelt wordt nieuw aanbod ontwikkeld. Per jaar wordt een geactualiseerd programma-aanbod ontwikkeld. Voor een recent overzicht verwijzen we naar de betreffende brochure.
IN -
het aanbieden van kwalitatief hoogstaande contractactiviteiten op sociaal agogisch gebied op drie niveaus; verdere verfijning van het vraag- en praktijkgericht ontwikkelen van maatwerkactiviteiten; markt- en concurrentie-onderzoek gericht op verbijzondering van het eigen aanbod; uitbreiding van dat aanbod. -
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 36 -
17. Studenten in het middelpunt De studenten zijn voor Hogeschool INHOLLAND niet alleen afnemers van ons onderwijs, maar spelen ook een belangrijke rol in het ontwikkelen en vormgeven van dat onderwijs. Direct en indirect, doordat zij het zijn aan wie wij onze kennis van de wereld om ons heen in eerste instantie toetsen. Hun tevredenheid vinden wij belangrijk. Die proberen wij te meten door regelmatig studententevredenheidsonderzoeken en onderwijsevaluaties te houden. De gegevens uit de STO worden verwerkt in de verbeterbarometer. Klachtenprocedure Bij de School of Social Work Rotterdam gaan we ervan uit dat elke klacht een verbetermogelijkheid is. Tevredenheid van studenten is bij de School of Social Work Rotterdam een van de hoogste prioriteiten. Toen in het voorjaar van 2005 uit een onderzoek bleek dat studenten over enkele aspecten van het onderwijs niet tevreden waren, is de School onmiddellijk aan de slag gegaan met een verbeterprogramma. De verbeterbarometer en klachtencoördinator zijn daar voorbeelden van. Daarnaast willen we dat studenten de klachtenprocedure kennen en daar gebruik van maken als dat nodig is. Op deze manier kunnen we problemen sneller signaleren en oplossen en bovendien krijgen we een goed inzicht in trends. Het afgelopen jaar functioneerden de klachten- en examencommissie goed. Desondanks zijn studenten minder tevreden hierover dan we zouden verwachten. Verder onderzoek hiernaar is noodzakelijk. Ombudspersoon Als een klacht over het handelen van een medewerker of een student die valt onder de algemene klachtenregeling niet naar tevredenheid is afgehandeld, dan kun je je als student wenden tot de ombudspersoon. Verbeterbarometer De verbeterbarometer geeft de verbeteringen weer van zes onderwerpen die volgens onderzoek veel klachten van Hogeschool INHOLLAND-studenten opleveren. Deze onderwerpen zijn: - cijfers - mutaties roosters na vaststelling - roosters - klachtenbehandeling - college-uitval - contactmomenten De verbeterbarometer wordt regelmatig geactualiseerd met de laatste gegevens. Op dit moment staat op de schoolbarometer de totaalscore per school. Er wordt gewerkt aan een systeem waarbij het mogelijk is om per opleiding aan te geven hoe het staat met de collegeuitval, roosterwijzigingen en dergelijke, waardoor de betrouwbaarheid van de weergave toeneemt.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 37 -
18. Studentenondersteuning Op de verschillende locaties van Hogeschool INHOLLAND zijn studentendecanen, pastores en vertrouwenspersonen aanwezig. Studentendecaan Bij de decaan kan men terecht voor informatie, advies en hulp, over en bij de studie. Als zich problemen voordoen die samenhangen met die studie en met de omstandigheden waaronder je studeert kunnen studenten altijd langskomen op het spreekuur van de studentendecaan. De decanen zijn ook telefonisch en per e-mail bereikbaar. Studieloopbaanbegeleider Voor de primaire studiebegeleiding kunnen studenten terecht bij de studieloopbaanbegeleider van de eigen opleiding. Bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld ziekte of andere privé-zaken, kunnen worden meegewogen bij het Bindend Studie Advies (BSA) dat men krijgt aan het einde van het eerste of tweede studiejaar zolang men de propedeuse nog niet heeft behaald. Vaak is het in dergelijke gevallen ook mogelijk om extra studiefinanciering aan te vragen of een beroep te doen op de regeling Financiële Ondersteuning Studenten. Studentenpastor Bij het pastoraat kunnen studenten terecht voor een persoonlijk gesprek. Bijvoorbeeld over relatieproblemen, verdriet, onzekerheden, idealen die in duigen dreigen te vallen, de ( misschien wel moeizame) band met ouders, ingrijpende gebeurtenissen in het leven, (on)geloof of (on)geluksgevoelens. Iedere student, gelovig of niet, is welkom. Regelmatig organiseert het pastoraat activiteiten op school en in de stad. Vertrouwenspersoon Studenten hebben recht op een veilige leeromgeving. Hogeschool INHOLLAND acht het van groot belang dat ongewenst gedrag voorkomen en bestreden wordt. Studenten die lastig gevallen worden door medestudenten, medewerkers of door mensen op de stageplek kunnen terecht bij vertrouwenspersonen. De School wil de komende jaren veel aandacht schenken aan de cultuur en de sfeer binnen de opleidingen. Daarbij ligt de nadruk op onderwerpen als het Social Work- en diversiteitsambassadeurschap van medewerkers en studenten, de beroepshouding van de toekomstige professionals en het afspreken van en handelen naar eenduidige gedragsregels.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 38 -
19. Van ambitie naar actie In het voorgaande is per tekstdeel omkadert een korte opsomming gegeven van de activiteiten die de School of Social Work Rotterdam in de komende jaren wil gaan uitvoeren. Die opsomming is niet compleet en is niet voorzien van een chronologie. Voor een actueel overzicht en prioritering verwijs ik naar de managementcontracten per studiejaar. De activiteiten vormen de operationalisatie van onze ambities. Per jaar worden gedetailleerde Balanced Scorecards voor de School opgesteld. Om de ambities van de School te kunnen verwerkelijken moeten deze eerst worden gevat in meetbare doelstellingen. Ook deze doelstellingen zijn opgenomen in de Balanced Scorecards van de School. Die ambities/doelstellingen voor de komende jaren worden hieronder globaal beschreven: Ambities t.a.v. markt en klant Goede waardering door de markt en klant voor de producten en diensten van de School of Social Work Rotterdam staat voorop. Concreet betekent dit dat bedrijven, instellingen en organisaties die een relatie hebben met de School tevreden zijn over de kwaliteit van de programma’s en de dienstverlening door de School. Het houdt ook in dat studenten tevreden zijn over de inhoud en de organisatie van het onderwijs dat zij volgen. Concrete doelstellingen zijn: • meer gezamenlijk naar buiten treden van de School en de Holding ten einde de omzet in de toekomst te verhogen met 15% t.o.v. de omzet van 2005; • het verbeteren van de regionale contacten door uitbreiding van het curatorium met twee leden, het organiseren van een werkveld conferentie met als thema’s “competentie in werkveld en opleiding” en “huiselijk geweld en sociale uitsluiting”, implementatie plan “Externe Relaties”, uitvoering projectplan WMO; • een tijdige publicatie van cijfers volgens de normen in het OER; • stimuleren van studie en stage in het buitenland met jaarlijks 5 docenten voor uitwisselingen en 5 studenten voor studie als streefgetallen; • het optimaliseren van de klachtenafhandeling. 95% van de klachten wordt binnen de proceduretermijnen afgehandeld; • verbeteren van de inhoudelijke terugkoppeling van toetsen o.a. door extra aandacht te besteden aan de verantwoording en de communicatie hierover; • er wordt gewerkt met een jaarrooster; • het realiseren van vermindering wijzigingen en lesuitval met 25% per jaar; • het jaarlijks organiseren van activiteiten voor Alumni. Ambities t.a.v. de financiële middelen De School streeft ernaar haar financiële positie te verstevigen door: • de instroom van deeltijdstudenten met 10% te verhogen; • de instroom van studenten met MBO diploma te verhogen met 10%; • het marktaandeel SW verhogen door het heroveren van de oude marktpositie; • een omzetstijging van de contractactiviteiten van (gemiddeld) 35% per jaar; • de ontwikkeling van een lesprogramma voor VO en MBO scholen; • dat de samenwerking met het consortium MBO is gerealiseerd; • dat impulsprojecten worden uitgevoerd; • dat er intensieve samenwerking met VO-scholen is. Ons streven is gericht op minimaal twee nieuwe samenwerkingsverbanden per studiejaar.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 39 -
Ambities t.a.v. medewerkers en interne processen Doelstellingen op het gebied van personeelsmanagement zijn: • alle gesprekken van de PCM-cyclus zijn gevoerd en er worden voortgangsrapportages gemaakt door HRM; • de cultuur en de sfeer binnen de School is, o.a. aantoonbaar via MTO en STO, verbeterd; • opstellen van een personeelsplan ter realisatie van de gewenste formatieverdeling in 80% vast en 20% flexibel personeel; • het ziekteverzuim terugdringen met 20%; • verdere implementatie van de gevolgen voor de functieverdeling door HAY. Voor details over de realisatie hier van verwijzen we naar het personeelsplan; • opstellen van algemene en persoonlijke scholingsplannen; • de mto-score is verbeterd op het gebied van werkdruk, collega’s & teamgevoel en de ontwikkelingsmogelijkheden. We streven naar een jaarlijkse verbetering van 5%; • verbetering van de communicatie door het communiceren via de richtlijnen van het communicatieplan; • samenwerking MBO en HBO versterken door gezamenlijke teams te maken; • het organiseren van drie Kennisateliers en minimaal 1 congres per jaar; • de onderwijsprocessen, het kwaliteitszorgbeleid en de onderlinge samenhang tussen Den Haag en Rotterdam in gezamenlijk verbeteren. E.e.a. aantoonbaar via het MTO en het Zelfevaluatierapport. Wat betreft de interne processen is al eerder aangegeven dat in de School aandacht voor de bedrijfsprocessen voorop staat. Ambities t.a.v. Innovatie en ontwikkeling Op het gebied van onderwijsontwikkeling staan de volgende doelstellingen centraal: • implementatie en evaluatie van het Major-Minormodel: o verbetering van de studieloopbaanbegeleiding, aantoonbaar via STO. Het streven is gericht op een verbetering van de score met 5% per jaar; o het intake-assessment gebruikt wordt, o onderwijsevaluaties volgens het kwaliteitszorgschema worden uitgevoerd; o de toetscommissie werkt volgens vastgestelde procedures; • verhoging van de (internationale) studentmobiliteit; • versterken van de interne beroepskolom MBO/HBO. Onze ambitie richt zich op een stijging van de instroom met 10%; • starten van de Projectbureaus Den Haag en Dordrecht met minimaal twee projecten per jaar; • gezamenlijke projecten in het kader van Maatschappelijk Ondernemen met de Maaskringgroep, Stichting MOOI en Mondriaan Onderwijsgroep en met De StromenOpmaatgroep en Woonbron; • in samenwerking met de lectoraten het doen van (praktijk)onderzoek binnen het reguliere onderwijs concreter vormgeven; • het onderzoeken van de mogelijkheden voor een (gedeeltelijke) digitale Social Workopleiding.
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 40 -
Financiële uitwerking De begroting voor het komende studiejaar en de jaren die daar op volgen kent een aantal belangrijke uitgangspunten: -
het begrote aantal studenten per opleiding zal komend jaar nog dalen en daarna weer stijgen. De nieuwe instroom stijgt weliswaar eerder, maar het totaalresultaat valt de komende periode negatief uit door een grotere uitstroom; de verdeling van de budgetten is gebaseerd op de notitie “Taaktoedeling School of Social Work 2006-2007”; onze verwachting is dat er net zoveel studenten buiten de School hun differentiatie zullen gaan doen als dat we zelf zullen binnenhalen; we willen extra investeren in wervings- en promotieactiviteiten, vooral gericht op de deeltijdopleidingen HBO en MBO; in de versleutelingssytematiek drukken de indirecte kosten van de onderwijsondersteuning onevenredig zwaar op het MBO. Om meer geld vrij te maken voor het primaire proces vragen we structureel een extra strategische toewijzing aan; de School kent een overformatie die we middels een bijzondere aanvraag voor frictiegelden willen compenseren; de projectgelden worden onderverdeeld in 4 tranches: Schooleigen projecten, Onderwijskwaliteit, Impulsgelden en Excellente initiatieven.
De financiële kaders zijn gebaseerd op de Kaderbrief 2006-2007 van Hogeschool INHOLLAND. De hierin benoemde profielvergoeding voor het g-profiel is als volgt verdeeld:
HBO
Personeel Huisvesting Materieel Totaal
2.354 100 174 2.628
MBO
Personeel Huisvesting Materieel Totaal
1.318 100 85 1.503
Voor het HBO geldt dat het personele deel van de profielvergoeding uitgaat van en een ratio van 1 : 28. Voor het MBO geldt dan een ratio van 1 : 50. .
65.912
De procentuele verdeling van het budget is als volgt: Professionalisering Innovatie Ondersteuning Onderwijs Opleiding Totaal
5% 5% 20% 70% 100%
In het personeelsplan School of Social Work Rotterdam 2006-2010 wordt beschreven in welke onderdelen/thema’s deze onderverdeling verder uitgesplitst kan worden. Voor de details van de begroting verwijzen we naar de bijlagen van het managementcontract van de directeur van de School. Hieronder schetsen we de globale financiële positie en dito prognoses voor de komende jaren. De inkomsten zijn exclusief
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 41 -
bonussystematiek. De bedragen dienen te worden vermenigvuldigd met duizend en zijn tevens afgerond op duizendtallen. Inkomsten Vergoedingen Strategisch Frictie Projecten Inkomsten
4.182 188 150 647 285
Totaal
5.452
Uitgaven Loonkosten CASO Pers.gerelateerd Inleen Uitleen Inhuur externen Instellingslasten
4.543 179 927 -752 241 314 5.452
Ontwikkelingsprognoses van de inkomsten en uitgaven tot 2012 op basis van de begroting voor het komende jaar (prijspeil 2006/2007) in beeld gebracht:
inkomstenposten
Inkomsten 2006 - 2012
studiejaren vergoedingen
strategisch
frictie
projecten
inkomsten
uitgavenposten
Uitgaven 2006 - 2012
studiejaren Loonkosten CASO
Pers.gerelateerd
Inleen
Uitleen
Inhuur externen
Instellingslasten
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 42 -
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 43 -
Bijlagen:
Businessplan School of Social Work Rotterdam 2006 - 2010 27 juni 2006
- 44 -