Creatieve Therapie School Social Work and Arts Therapies
Studiegids 2011 -2012
Stenden hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden
Telefoon : (058) 244 14 41 E-mail :
[email protected]
Algemeen Opleiding Telefoon : (058) 244 16 08 Telefax : (058) 244 14 80
Voorwoord Wat wil je worden. Wie wil je zijn. Wat wil je bereiken. Wat is jouw doel. Wat is jouw uitdaging. Wat wil je leren. Dit zijn kernvragen die als een rode draad door ons leven lopen. Jij hebt na een oriëntatie op deze vragen, de keuze gemaakt voor de opleiding Creatieve Therapie (CT). Na het Voortgezet Onderwijs (VO) of Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO) wil je een bachelor diploma voor de zorgen hulpverleningssector behalen om therapeut te worden. Tezamen met het docententeam van CT heb je hiermee de verantwoordelijkheid op je genomen op zoek te gaan naar nieuwe uitdagingen. Je eigen handelen kritisch te bekijken en te werken aan jouw toekomstige rol als professional in de zorg- en hulpverlening. Een grote verantwoordelijkheid voor de opleiding, docent en student. Immers, aan het einde van de opleiding wachten mensen in een kwetsbare positie op jouw professionele interventies. Deze cliënten verwachten geen “zesje”, maar minimaal een “acht”. Bij CT is leren “een zoektocht” en tijdens deze reis verwacht Stenden hogeschool een positieve en onderzoekende houding van haar medewerkers en studenten. Wij vinden het belangrijk dat je deze verantwoordelijkheid beseft en zin hebt in nieuwe uitdagingen, dat je veel leert en dat je veel plezier hebt tijdens de opleiding. Belangrijk is dat je bereid bent daar offers voor te brengen die vereist zijn om te komen tot een volwaardige CT professional. Colleges kunnen soms samenvallen met de werktijden van jouw bijbaan. In het belang van jouw toekomstige cliënt verwachten wij dat je bij de colleges aanwezig bent! Wij bieden je een opleiding die aansluit bij de huidige eisen van de zorg- en hulpverlening met een vakbekwaam docententeam, een veilige leeromgeving en goede leermethoden. De studiegids kun je als een routebeschrijving voor de zoektocht zien. Een nieuwe opleiding, een nieuwe leeromgeving, nieuwe docenten en nieuwe studenten. Best spannend ……toch? Zijn het vriendelijke mensen. De locatie; kan ik er eten? Is dat duur? Zijn de docenten; streng? Jong? Saai? Met humor? Is het een flexibele structuur? Sluit het openbaar vervoer goed aan? Op bovenstaande vragen zul je de antwoorden voornamelijk zelf moeten ontdekken. Het doel van de studiegids is het studeren gemakkelijker te maken. Daarnaast je duidelijkheid te geven in wat de rechten en plichten van de opleiding en van de student zijn. Lees het goed door zodat je weet hoe je moet handelen in bepaalde situaties en wat de wederzijdse verwachtingen zijn. Immers, je volgt nu het Hoger Beroeps Onderwijs en daar hoort een portie eigen verantwoordelijkheid bij.
2
STUDIEGIDS - DEEL
2
2011/ 2012
CT hecht er veel waarde aan dat studenten gedurende hun opleiding in aanraking komen met internationale en multiculturele aspecten. We zijn er trots op dat de opleiding CT deel uitmaakt van een internationale hogeschool met vestigingen in Zuid-Afrika, Qatar, Thailand en Bali. Binnen de opleiding CT kom je voornamelijk Nederlandse en Duitse studenten tegen. Binnen de hogeschool een verscheidenheid van nationaliteiten. Anticiperend op jouw rol als CT professional, vinden wij het belangrijk rekening te houden met de verschillende achtergronden. Samenwerken, aanpassen, respect en geduld zijn veel gehanteerde kernwoorden in onze opleiding. Wij achten het van belang dat docenten en studenten oprechte belangstelling voor elkaar hebben. Communiceren met elkaar draagt er mede toe bij dat we voor een ieder, ondanks verschillende achtergronden, het onderwijs meer toegankelijk kunnen maken. Binnen CT ben je verantwoordelijk voor je eigen leerproces. Dat betekent niet dat je deze verantwoordelijkheid alleen draagt. Er staat een deskundige docentenstaf achter je die je graag een hand toereikt. Vraag hierom. Vanzelfsprekend volgen wij jouw leerontwikkelingen op de voet. Wij zijn een opleiding die grote waarde hecht aan preventie. Studentenparticipatie is van groot belang. Wij staan open voor feedback. De studenten in de Studentenraad (Stura) en opleidingscommissie (OC) volgen de onderwijsprocessen op de voet en hebben regelmatig overleg met het managementteam (MT) Communiceren, elkaar van feedback voorzien. Je zult zien dat het voortijdige studie uitval kan voorkomen. Studeren aan een hogeschool in een nieuwe omgeving is spannend. Daar zijn we ons van bewust en daarom zijn we er voor jullie! Voel je welkom en weet ons te vinden. Heel veel succes met deze mooie studie toegewenst. Namens het docententeam, Alie Schokker Head of School Social Work and Arts Therapies
Inhoudsopgave Voorwoord
2
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE
3
Inhoudsopgave
3
1 Inleiding 7 1.1 De opleiding Creatieve Therapie 7 1.1.1 Visie op onderwijs binnen de Stenden hogeschool 11 1.1.2 Voltijdse 4-jarige opleiding en de Verkorte opleiding 12 (Verkorte Route) 12 1.1.3 Onderwijsinhoud 12 1.1.4 Onderwijsvormgeving 13 1.1.5 Praktijk 13 1.1.6 Leerprocesbegeleiding 14 1.2 Organisatiestructuur en onderwijsorganisatie 15 1.2.1 Deelmedezeggenschap 16 1.2.2 Opleidingscommissies 16 1.2.3 Teamvergaderingen 16 1.2.4 Studentenraad (Stura) 16 1.2.5 Examencommissie 17 1.2.6 Toetscommissie (SPH/CT) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1.2.7 De curriculumcommissie Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1.2.8 Adviesraad 19 1.3 Kwaliteitszorg 19 1.4 Internationalisering 20 1.5 Contractactiviteiten 21 1.6 Dienstverlening 21 2 Onderwijs- en examenregeling van de opleiding Creatieve Therapie 2A Onderwijsbeleid 25 2A.1 Omschrijving van het beroep waartoe opgeleid wordt 25 2A.2 Opvattingen over leren en onderwijzen 27 2A.3 Groeperingsbeleid 32 2A.4 Jaarplanning 34 2A.5 Toetsrooster 34 2A.6 Lestijden 34 2A.7 Studeerbaarheid 35 2A.8 Studieadvies (BSA) 36 2A.9 Veranderen van opleiding Stenden hogeschool 36 2A.10 Kosten36 2B Curriculum van de opleiding 37
4
STUDIEGIDS - DEEL
2
2011/ 2012
25
2B.1 Inleiding 38 2B.2 Algemene en vrije studiepunten 49 2B.3 Overzicht modulen 50 2C Studievorderingsbeleid 67 2C.1 Toelatingsbeleid 67 2C.2 Toelatingseisen voor de hoofdfase 68 2C.3 Vrijstellingen 71 2C.4 Creatieve Therapie, de verkorte studieroute (VR) 2C.5 Jaartoetsrooster 73 2C.6 Toekenning en verwerking van studiepunten 73 2D De Moduultentamenregeling opleiding CT 2009/2010
73
76
3 Voorzieningen voor Studenten 87 3.1 Informatievoorzieningen Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.2 i study Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.3 International Office Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.4 Het decanaat Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.5 Handicap & studie Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.6 Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.7 Het roosterbureau Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.8 Centrale Studenten Administratie Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.9 Registratie Studieresultaten Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.10 Toetsen Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.11 ICT & Media Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.12 Intranet Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.13 Blackboard (ELO) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.14 Het Studielandschap Leeuwarden Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.15 Stenden shop Leeuwarden Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.16 Het Alumni Netwerk Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.17 EHBO Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.18 Bedrijfsrestaurant: La Salle à Manger Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.19 Randstad, uitzendbureau Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.20 Expect Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.21 Leeuwarden Studiestad Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.22 Sport Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4 Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE
5
4.1 Regeling van de opleiding in geval van ziekte of andere bijzondere omstandigheden Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1.1 Wat moet je zelf doen bij ziekte of andere bijzondere omstandigheden Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1.2 Algemeen (kortdurend ziekte) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1.3 Algemeen (langdurende ziekte) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1.4 Practica Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1.5 PGO Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1.6 Moduultoetsen Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1.7 Stage Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1.8 Moduulopdrachten Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1.9 Studieloopbaanbegeleider Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1.10 Maatregelen om vertraging te voorkomen Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.2 Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.3 Studievertraging Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.4 Bijzondere omstandigheden Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5 Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.6 Regeling medische verklaring in geval van ziekte Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.6.1 Doel van de verklaring Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.6.2 Verkrijgen van de verklaring Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.6.3 Beperking gebruik ArboNed-zorg Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.7 Studeren en RSI (CANS) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5 Adressenlijst
113
Index 114
6
STUDIEGIDS - DEEL
2
2011/ 2012
Hoofdstuk 1
De studiegids wordt zo nauwkeurig mogelijk samengesteld, doch wijzigingen kunnen zich voordoen na vaststelling door de examencommissie. Deze wijzigingen worden gepubliceerd op Blackboard (ELO). 1 Inleiding De studiegids bevat informatie over de opleiding CT aan de Stenden hogeschool en geeft een beschrijving van de opbouw van de studie en van de ondersteunende faciliteiten. Je kunt hier o.a. informatie vinden over de studiebegeleiding en de onderwijs- en examenregeling. De studiegids heet formeel: het studentenstatuut deel 2. In het studentenstatuut deel 1 vind je informatie die niet alleen voor jouw opleiding geldt, maar voor de hele hogeschool. Je vindt daarin allerlei regelingen waarin de rechten en plichten van de studenten zijn vastgelegd, zoals: het Inschrijfreglement, de Regeling studieadvies, het Centrale Examenreglement, de Medezeggenschapsreglementen, de Huisregels, de Klachtenregeling, het Reglement van het College van beroep enz. Deel 1 kun je vinden op intranet onder “studiegids”. 1.1 De opleiding Creatieve Therapie De opleiding Creatieve Therapie is een opleiding die valt binnen het Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs (HSAO), maar heeft ook raakvlakken met de gezondheidszorg en kunstonderwijs. De opleiding Creatieve Therapie, heeft de afstudeerrichtingen Beeldend Vormen en Drama zowel voltijd als in verkorte vorm en Muziek alleen in verkorte vorm. De opleiding Sociaal Pedagogisch Hulpverlening behoort eveneens tot het Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs (HSAO), SPH is een brede opleiding zowel onderwijsinhoudelijk als ten aanzien van de doelgroepen. De opleidingen CT en SPH maken beiden deel uit van de School Social Work and Arts Therapies. Binnen het opleidingsprogramma vindt er samenwerking plaats met SPH. Af en toe wordt een moduul en een minorprogramma voor beide groepen studenten samen aangeboden. Het team Creatieve Therapie heeft de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het onderwijs. Op landelijk niveau participeert de opleiding in verschillende overlegvormen tussen andere vergelijkbare opleidingen en de beroepsvereniging voor vaktherapie
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE
7
Hoofdstuk 1
(FVB: Federatie voor vaktherapeutische beroepen). Derhalve sluit de opleiding nauw aan bij ontwikkelingen die ook landelijk in gang gezet worden. Het beroep waar we voor opleiden heet tegenwoordig beeldend therapeut, drama therapeut, muziek therapeut. Deze vallen gezamenlijk onder de naam vaktherapeutische beroepen. De opleidingen houden echter de naam Creatieve Therapie aan. Lectoraten School Social Work and Arts Therapies De lectoraten Social Work and Arts Therapies, Mens en Organisatie, Change management en Leadership vormen vanaf dit jaar een onderdeel van de School Social Work and Arts Therapies. Doel van de lectoraten is om onderzoek te verrichten vanuit een relevante missie, die nauw aansluit bij de missie van de opleidingen SPH en CT en gericht is op het bereiken van maatschappelijke effecten. De lectoraten willen met onderzoek een bijdrage leveren aan de missie van de opleidingen SPH en CT: Een bijdrage leveren aan het realiseren van innovaties ter verbetering van de positie van de kwetsbare mens in de samenleving. De lectoraten helpen de onderzoeksvaardigheden van docenten en studenten vergroten en leveren daarmee een bijdrage aan de wetenschappelijke fundering van de beroepsopleidingen. Stenden hogeschool wil als internationale hogeschool met een lector verdere professionalisering van beide studierichtingen een krachtige stimulans geven. De inhoudelijke onderzoekslijn van de School richt zich op het ontwikkelen van innovaties c.q. verbeteringen in de behandeling van cliënten en in de organisatie van hulpverleningsprocessen, door onderzoek te verrichten naar: - de relatie tussen netwerk, behandeling en welbevinden van het individu; - de netwerkbenadering in de behandeling; - de aantoonbaarheid en effectiviteit van behandelingen; - de netwerkbenadering met betrekking tot de (hulpverlening)organisaties, de wijze van organiseren, leiderschap. Uitgangspunt daarbij is dat ieder mens in staat is om zijn eigen leven en toekomst te beïnvloeden door ontwikkeling en keuzen (persoonlijk leiderschap) en dat elk mens onderdeel uitmaakt van een sociaal netwerk. Lectoraat Social Work and Arts Therapies
8
STUDIEGIDS - DEEL
2
2011/ 2012
Hoofdstuk 1
De Lector Social Work and Arts Therapies, Marinus Spreen, is al een aantal jaren nauw verbonden aan de opleidingen SPH en CT. Hij begeleidt een kennisinnovatie kring Social Work and Arts Therapies bestaande uit docenten SPH en CT en deskundigen uit het werkveld. Deze legt zich daarbij vooral toe op de vergroting van de kennis over organisatie en beleid van de (gezondheids)zorg, het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek en de begeleiding van studenten en docenten. Het lectoraat draagt ertoe bij dat de Stenden hogeschool hooggekwalificeerde beroepsbeoefenaren in de zorgverlening aflevert. Wat kan het lectoraat voor jou als student betekenen? In het SPH en CT lesprogramma 2010-2011 zijn modules opgenomen gericht op het vergroten van je onderzoeksvaardigheden. Naast dit reguliere programma heb je in het schooljaar 2010-2011 de mogelijkheid om als student mee te werken aan interessante onderzoeksprojecten in het werkveld. Als je op zoek bent naar een uitdagende (afstudeer)opdracht en gemotiveerd bent om naast je hulpverleningsvaardigheden ook je onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen, is het zeker aan te raden om contact op te nemen met de lector of de leden van de kennisinnovatie kring, zij hebben namelijk op meerdere gebieden expertise in huis. Daarnaast vormt het lectoraat ook een schakel naar het werkveld. De meeste kenniskringleden zijn één of meerdere dagen per week verbonden aan een hulpverleningsorganisatie. Onderzoeksdomeinen van het schooljaar 2010-2011: - De ontwikkeling van praktische N=1 analyse technieken - Systeemgericht werken, voorbeelden van aandachtsgebieden: De invloed van het netwerk bij voorkoming schooluitval De invloed van het netwerk bij de hulp aan jonge ouders De invloed van het netwerk op gezondheidsleefstijlen Sociale netwerk benaderingen in de Forensische Psychiatrie Loyaliteit van kinderen naar hun ouders Herhaling van geweldspatronen door generaties - Ouderenhulpverlening - Verstandelijke beperkingen - Internationalisering binnen CT - ICT in de buurten Indien jouw onderzoeksresultaten geschikt zijn voor publicatie kan het lectoraat jou ook helpen bij het leren schrijven van een (wetenschappelijk) artikel voor een SPH gerelateerd tijdschrift. Dit is zeer leerzaam als je bijvoorbeeld het voornemen
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE
9
Hoofdstuk 1
hebt om als SPH’er of CT er op termijn een beleidsfunctie te bekleden of als je van plan bent om verder te studeren. Lectoraat Leadership and Changemanagement Het Lectoraat Leadership and Changemanagement richt zich op de rol van functie van leiderschap bij veranderingen in organisaties. Het Lectoraat is in 2008 ingesteld als een Stenden breed Lectoraat. De kenniskring (research group) bestaat dan ook uit een brede vertegenwoordiging binnen Stenden. Alle leden van de kenniskring volgen een individueel promotie traject. Zij doceren, doen onderzoek, verzorgen lezingen op nationale en internationale congressen en publiceren. Naast de vijf vaste leden van de kenniskring worden een aantal Masters studenten en Phd studenten, allen docenten aan Stenden door leden van de kenniskring begeleid bij het doen van onderzoek. Hiermee ondersteunt het Lectoraat de academisering van Stenden. Leiderschap is een breed thema dat op verschillende manieren kan worden bestudeerd en beschreven. De onderzoeks- en leeropdracht van dit Lectoraat richt zich vooral op ‘waarden gedreven leiderschap’. Hierbij staat niet de economische of productieve organisatie, maar de mens als medewerker en leidinggevende in de organisatie centraal. Naast de brede belangstelling voor allerlei soorten organisaties, zoals onderwijs, zorg en de hotelwereld van de leden van de kenniskring, richt het lectoraat een belangrijk deel van haar aandacht op de opleiding SPH/CT. De lector, Gabriël Anthonio is part time verbonden aan Stenden. Hij studeerde o.a. agogisch- en maatschappelijk werk en pedagogiek en heeft een functie bestuurder in de jeugdzorg. Hierdoor liggen er natuurlijke verbanden tussen het Lectoraat en de opleiding SPH/CT. De lector verzorgt een aantal gastcolleges en is betrokken bij de minor jeugdzorg. Lectoraat Mens en Organisatie Dit lectoraat Mens en Organisatie richt zich op mens en organisatieontwikkeling met daarbij speciaal aandacht voor leiderschap- en gemeenschapsontwikkeling. Het gaat daarbij om vraagstukken van leiderschap en zingeving, het zoeken en onderzoeken van veranderprocessen, van mens en organisatieontwikkeling. De community speelt daarin een grote rol evenals de innerlijke zieletaal die daarbij gesproken wordt in organisatiecontexten. Het lectoraat werkt met de methodologie
10 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 1
van de evidentie. Deze staat in relatie tot constructivisme, ontwikkelingstheorien, appreciative inquiry en 4th generation evaluation. Het lectoraat is breed opgesteld en beoogt alle opleidingen te voeden met methodologische gezichtspunten omtrent persoonlijke leiderschapsontwikkeling. Daartoe organiseert het lectoraat masterclasses en een minor. In het kader van de minor en stages kun je als student deelnemen aan onderzoeken in het kader van dit lectoraat. De kenniskring Mens en Organisatie doet onderzoek in eigen praktijk naar het vraagstuk van leiderschap, gemeenschap en zingeving. Daarover publiceert de lector regelmatig artikelen en boeken. Dit lectoraat draagt bij aan de vernieuwing van de methodologie voor onderzoek in het sociale. 1.1.1 Visie op onderwijs binnen Stenden hogeschool Binnen Stenden staat de student centraal. Van de student wordt verwacht dat hij in hoge mate zelf verantwoordelijkheid draagt voor zijn leerproces. Hij geeft in het licht van zijn beroepsperspectief op zelfstandige wijze vorm aan zijn studie. Het is de verantwoordelijkheid van de opleiding de condities te realiseren, waarbinnen de student de gewenste beroeps- en studievaardigheden kan ontwikkelen, zoals: reflecteren, leervragen formuleren, probleemoplossend handelen, informatie verwerven en verwerken, plannen, evalueren, samenwerken, communiceren en effectief studeren. Het is de bedoeling dat de student vooral betekenis- en toepassingsgericht kennis en inzicht verwerft. Van de docent wordt verwacht dat hij de student op effectieve wijze stuurt en ondersteunt in zijn ontwikkelingsproces naar beroepsbeoefenaar. Dat betekent dat de docent meer een begeleider van leerprocessen is, dan iemand die kennis overdraagt. De opleiding CT heeft het onderwijsprogramma opgebouwd vanuit de landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofielen. In hoofdstuk 2 wordt hier inhoudelijk op in gegaan. Stenden hogeschool kent één onderwijsmodel voor de gehele hogeschool, namelijk thematisch geïntegreerd onderwijs met probleemgestuurd onderwijs (PGO) als grondvorm. Het studieprogramma wordt zo beschreven dat het duidelijk is welke competenties de student moet bereiken en welke studiebelasting daarmee gepaard gaat. Zoveel mogelijk worden theorie en praktijk gekoppeld. Deze visie op onderwijs is vastgelegd in het beleidsplan “Wereldwijs Onderijs” (Stenden). In het visiedocument “Divers en Dragend” (2010) heeft de opleiding haar visie op het beroep verwoord. In het Course Document zijn de competenties,
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 11
Hoofdstuk 1
didactiek, toetsing en beoordeling verantwoord. Sommige onderdelen van met name het eerste en tweede jaars programma zijn Stenden breed ontwikkeld. In elk moduul zitten wel een paar van dergelijke “Bouwstenen”. Deze zijn gekoppeld en ondersteunend aan de opleidingsspecifieke onderdelen. 1.1.2 Voltijdse 4-jarige opleiding en de Verkorte opleiding (Verkorte Route) De opleiding CT wordt naast de voltijdse 4-jarige variant, ook als een verkorte route aangeboden voor studenten die aan bepaalde instroomeisen voldoen. Daartoe wordt binnen het Instituut het systeem van Eerder Verworven Competenties (EVC, zie index) gehanteerd. Hiervoor zijn twee procedures: uitgebreid of versneld. Een commissie bepaalt of je voldoet aan de criteria om toegelaten te kunnen worden tot de Verkorte Route. (Zie verder hoofdstuk 2.C.4.) Het programma van de voltijd opleiding kent naast het verplichte programma (dit noemen we de “major”)- ook een keuzeprogramma (dit noemen we de “minors”). Die minors kom je tegen in de hoofdfase van de opleiding. Ze bieden je de mogelijkheid om je te verbreden of verder te specialiseren in een door jou gekozen richting. Die minors kom je tegen in de hoofdfase van de opleiding. Ze bieden je de mogelijkheid om je te verbreden of verder te specialiseren in een door jou gekozen richting. Voor de minor kun je kiezen uit het programma dat door Stenden wordt aangeboden maar je kunt ook naar een andere Hoge School in Nederland of in het buitenland gaan studeren. In het kader van de Bachelor-Master structuur, zul je, als je de opleiding met goed gevolg hebt afgerond, een bachelor diploma krijgen. De titel voor Creatieve Therapie is "Bachelor of Arts Therapies". Na een bacheloropleiding kun je doorstromen in een masteropleiding. 1.1.3 Onderwijsinhoud Het curriculum gaat uit van een landelijk vastgesteld beroepsprofiel, waarvan het opleidingsprofiel is afgeleid. Het opleidingsprofiel is geformuleerd in termen van competenties. Het begrip “beroepscompetentie” wordt als volgt gedefinieerd: “het gestructureerd en geïntegreerd vermogen tot het adequaat verrichten van arbeidshandelingen en het oplossen van arbeidsproblemen.” (Onstenk, 1997). Op basis van landelijk onderzoek binnen het Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs heeft Stenden, SPH en CT acht danwel negen basiscompetenties vastgesteld waar gedurende de studietijd aan gewerkt wordt. Deze competenties zijn: Anticiperen, Communiceren, Samenwerken, Methodisch handelen, Innoveren, Conceptioneel en
12 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 1
normatief handelen, leiding geven, zelfhantering en voor CT handelen in het medium. Deze competenties worden naar de beroepscontext vertaald aangeleverd. De opleiding heeft veel contact met andere CT opleidingen in het land omtrent de invulling van het curriculum. Via het HSAO (H)erkend project hebben beide opleidingen zich gecommitteerd aan de voorwaarde dat 70 % van het eigen CT curriculum, dezelfde opleidingscompetenties zullen bevatten als de andere opleidingen in het land. 30% van het curriculum mag naar eigen wens ingevuld worden en is bedoeld voor het onderscheiden van andere opleidingen. Bij CT in Leeuwarden is dit ondermeer ingevuld door persoonlijk leiderschap en ondernemerschap. 1.1.4 Onderwijsvormgeving Stenden hogeschool werkt met tienweekse modulen (inclusief 1 studieweek). Bij de inrichting van het onderwijs gelden de uitgangspunten: modulaire structuur; studenten kunnen zich op een bepaald onderwerp concentreren en worden regelmatig getentamineerd. thematisch interdisciplinaire aanpak; de inhoud van het onderwijs sluit aan bij de situatie in het werkveld; studentgecentreerd onderwijs met PGO of aan PGO verwante vormen als grondvorm; gericht op het “leren leren” van studenten; integratie van theorie en praktijk; de nadruk van het beroep ligt op praktische en bruikbare kennis; internationale oriëntatie als voorbereiding op een multiculturele samenleving en een Verenigd Europa; studeerbaar programma; zodat studenten geen onnodige belemmeringen ondervinden bij het volgen van het onderwijsprogramma; deels gezamenlijk met SPH of Stenden breed ontwikkelde “Bouwstenen” binnen een module. 1.1.5 Praktijk Beroepsgerichtheid is een onderwijskenmerk dat belangrijk wordt gevonden door HBO instellingen. De opleiding geeft daar op eigen wijze vorm aan. Door de keuze voor Probleem Gestuurd Onderwijs stelt de opleiding vanaf het begin van het eerste jaar, de praktijk centraal. De taken waaraan je als student in het PGO onderwijs moet werken, zijn zoveel mogelijk geschreven vanuit directe praktijksituaties waarmee de beroepskracht te maken krijgt. De stages (of praktijkopdrachten), al vanaf het eerste leerjaar van de opleiding, confronteren je heel direct met de beroepspraktijk. In de loop van je opleiding zullen er steeds meer vaardigheden van je gevraagd worden in deze praktijkleerperiodes, totdat je
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 13
Hoofdstuk 1
aan het einde van de hoofdstage de vaardigheden hebt van de beginnend beroepsbeoefenaar. Stages kunnen in Nederland en in het buitenland uitgevoerd worden. Naast de stage worden ook andere praktijkleervormen onderzocht op hun waarde voor de opleiding zoals praktijkonderwijs leeromgeving (POLO). Een andere vorm van werken met en in de praktijk zijn de ContractWerkstukken (CWS) en onderzoeksprojecten. Regelmatig vinden er binnen de opleiding gastcolleges plaats door mensen vanuit de beroepspraktijk. 1.1.6 Studieloopbaanbegeleiding Bij de opleiding gaan we ervan uit dat jij als student, de eerst verantwoordelijke bent voor je eigen studie en loopbaan, maar dat je daarin ondersteund wordt door een studieloopbaanbegeleider. De studieloopbaanbegeleiding kent de volgende doelen: eerstelijns opvang bij persoonlijke problemen en/of verwijzing naar het decanaat, de student ondersteunen bij persoonlijke ontwikkeling, de student stimuleren om de voortgang van het eigen leerproces af te zetten tegen de ontwikkelingslijnen en eindtermen, de student stimuleren om zich een steeds duidelijker beeld van de toekomstige functie en de (leer)route hiertoe te vormen. Vanaf de start van de opleiding krijgt iedere student een individuele opleidingsdocent toegewezen als studieloopbaanbegeleider. In het eerste jaar is de studieloopbaanbegeleider ook vaste mediumdocent of tutor van de student. In het tweede en vierde jaar kan de student een nieuwe studieloopbaanbegeleider krijgen. In het derde studiejaar is de supervisor tevens studiebegeleider/studieloopbaanbegeleider. Naast groepsbijeenkomsten, waar ondermeer gewerkt wordt aan persoonlijke ontwikkelplannen, heb je als student het eerste studiejaar gesprekken met je studieloopbaanbegeleider op basis van, van tevoren door jou verzameld, materiaal waarin de voor jou essentiële ervaringen verwerkt zijn. Deze zgn. portfolio’s zullen gebruikt worden om je ontwikkeling in kaart te brengen. In het kader van het BSA (zie hoofdstuk 2C2) bespreekt de SLB-er de studievoortgang met jou. De studieloopbaanbegeleider speelt hierbij een belangrijke rol in de zin van bespreken van de actuele opleidingssituatie met de student en deze van gerichte adviezen voorzien en overlegt regelmatig daarover met de vaste tutor. De studieloopbaanbegeleider speelt in deze ook een belangrijke rol als adviseur van de examencommissie over het uit te brengen studieadvies aan de student.
14 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 1
Ten behoeve van de studieloopbaanbegeleiding zijn er voor de verschillende jaren programma’s op Blackboard (ELO) gepubliceerd. De studieloopbaanbegeleiding is een verplicht onderdeel van de opleiding. Aan de start van een studiejaar wordt het programma voor het komende jaar doorgesproken. Propedeuse De belangrijke hoofdfuncties van de propedeuse zijn: Oriëntatie, selectie en verwijzing. Oriëntatie betekent dat de student de gelegenheid krijgt zich goed te oriënteren op Beroep en werkveld Het geheel van de opleiding (wat moet ik kennen, kunnen en weten) Het eigen studiegedrag en studievaardigheden. Selectie van studenten vindt plaats via zelfselectie (bijv. door het actief bewust worden van de eigen studie en het realistisch inschatten van de eigen capaciteiten) en via de opleiding door daartoe ingerichte toetsingen: niveau op het gebied van cognitieve kwaliteiten, op het gebied van het mediumonderwijs en methodiekonderwijs alsmede op het gebied van de communicatieve-, reflectieveen handelingsvaardigheden. Aan het eind van het eerste jaar moeten 42 van de 60 EC’s zijn behaald (zie BSA). Verwijzen betekent dat de opleiding gericht advies geeft en begeleidt bij verwijzen (al of niet via het bureau studentzaken/ decanaat) naar eventuele andere opleiding(en). 1.2 Organisatiestructuur en onderwijsorganisatie De opleiding CT maakt samen met de opleiding SPH deel uit van de School Social Work and Arts Therapies. Naast een Head of School zijn er binnen de School een teamleider Creatieve Therapie, een teamleider voor SPH-voltijd en teamleider SPH-deeltijd en een. De Academic Dean is verantwoordelijk voor onderwijsvernieuwing van beide opleidingen binnen de School. De Head of School is eindverantwoordelijk, de Dean is verantwoordelijk voor de onderwijsinhoud en de teamleiders hebben gedelegeerde bevoegdheden. Het management krijgt ondersteuning van een gecentraliseerde staf. Overlegvormen Overleg Management Team (MT)
Deelnemers Head of School, Acadamic Dean en
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 15
Hoofdstuk 1
teamleiders Teamleden team CT en teamleider
Teamvergadering CT Directie Head of School Acadamic Dean a.i. Teamleider CT voltijd en verkort Teamleider SPH deeltijd Teamleider SPH voltijd
Mw. Drs. A. Schokker Dhr. R.J. Kuipers Dhr. R.J. Kuipers, tijdelijke waarneming Mw. I. Smit Dhr. C. van Heerewaarden.
1.2.1 Deelmedezeggenschap De opleiding heeft samen met SPH een deelraad. In de deelraad hebben zowel medewerkers als studenten zitting uit, in principe, beide opleidingen. De Head of School is ervoor verantwoordelijk dat de leden van de medezeggenschapsraad tijdig worden geïnformeerd over het beleid binnen de opleidingen CT en SPH. De deelraad kan de Head of School uitnodigen een vergadering van de deelraad bij te wonen om bepaalde punten van de agenda toe te lichten. In het reglement van de deelraad (DMR) is vastgesteld over welke zaken de deelraad instemmingsrecht heeft en over welke zaken adviesrecht (zie Studentenstatuut deel I). 1.2.2 Opleidingscommissie Deze commissie heeft tot taak advies uit te brengen over de onderwijs- en examenregeling, het beoordelen van de wijze van uitvoeren van deze regeling en het desgevraagd of uit eigen beweging advies uitbrengen aan de directie en DMR over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs in de opleidingen CT en SPH. Wat betreft de samenstelling van de Opleidingscommissies bestaat de ene helft uit studenten en de andere helft uit docenten van betreffende opleidingen. De Opleidingscommissies CT en SPH vergaderen in een gemengde samenstelling.
1.2.3 Teamvergaderingen De teamvergadering heeft een platformfunctie. Naast actuele onderwijszaken worden eveneens veranderingen op het gebied van onderwijsinhoud en organisatie voorgelegd ter advisering. 1.2.4 Studentenraad (Stura) School SW&AT
16 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 1
De studentenraad behartigt de belangen van studenten. Deze belangen kunnen zowel de onderwijsinhoud, de onderwijsorganisatie als de randvoorwaarden betreffen. De Hogeschoolraad en de Opleidingscommissie zijn wettelijk voorgeschreven in de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek; het instellen van een Studentenraad (een Stura) is een serviceverlening aan de studenten door de opleidingen zelf (zie voor nadere informatie hieromtrent ook het Studentenstatuut deel 1). De Stura organiseert ook de SSW, klachtenspreekuur en feesten. De Stura voert één keer per kwartaal overleg met de Head of School en/of teamleider van SPH en CT. De opleiding stimuleert studenten te participeren in hun opleiding voor verhoging van de kwaliteit. Studenten kunnen hiermee studiepunten verkrijgen. 1.2.5 Examencommissie De Examencommissie van de School Social Work and Art Therapies is verantwoordelijk voor alle zaken die het opleidngsexamenreglement betreffen (zie deel 1 studentenstatuut). De Examencommissie stelt de examenresultaten vast, brengt het studieadvies uit (zie ook BSA) en stelt vast welke studenten geslaagd zijn voor respectievelijk het propedeusegetuigschrift en het CT-diploma. In geval van vrijstellingen (zie ook EVC) dient de Examencommissie toestemming te geven voor de vrijstellingen en een eventuele aangepaste studieroute. De examencommissie ziet toe op de kwaliteit van de toetsing en het niveau. Op ELO, onder ‘Examencommissie’ staan de vergaderdata en belangrijke mededelingen van de Examencommissie. Ook staat hier de informatie voor correspondentie met de examencommissie. De Examencommissie is bereikbaar onder:
[email protected] Per 1 juli 2011 kennen we een Examencommissie voor de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd en deeltijd) en Creatieve Therapie (voltijd en verkort) gezamenlijk. Deze gezamenlijke commissie voert de werkzaamheden uit zoals vastgelegd in het Studentenstatuut deel 1 en deel 2 van de School Social Work and Arts Therapies. De Examencommissie is als volgt samengesteld: Voorzitter, onafhankelijke rol Rommy Schaap Deskundige opleiding SPH Pieter van Bentum Deskundige opleiding CT Ton Turkenburg
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 17
Hoofdstuk 1
Lid met juridische expertise Secretaris/ambtelijke ondersteuning Adviseurs
Saskia Polak vacature Pieter Looze Hannie van der Gijp
1.2.6 Toetscommissie De toetscommissie is een onderdeel van de examencommissie en verantwoordelijk voor de samenstelling, uitvoering en controle van alle toetsen binnen de opleiding CT. Klachten over toetsen worden door de examencommissie voorgelegd aan de toetscommissie voor advies. Ook stelt deze commissie de toetsrooster samen. Legitimatie Iedere student dient zich op verzoek te allen tijde door middel van een geldige collegekaart te legitimeren. In beginsel is deelname aan een toets uitgesloten, indien de student de voor het betreffende studiejaar geldige collegekaart niet bij zich heeft. Tenzij anders wordt aangegeven op het uitgereikte toetsformulier, mag je niets anders op je tafel hebben tijdens de toets dan de toets zelf, de collegekaart, de schrapkaart, (zie MTR 16a.1). Voor alle toetsen geldt dat je je minimaal twee weken van tevoren via Progress moet aanmelden. Maak zelf een print van je intekening. Eerstejaars toetsen worden weliswaar drie keer aangeboden, maar je mag er per studiejaar twee van benutten. Voor verzoeken, uitzonderingen, etc. dien je je schriftelijk te wenden tot de Examencommissie (zie 2A.15 in dit Studentenstatuut deel 1). Zie voor de voorwaarden het onderwerp “examencommissie”. 1.2.7 Curriculumcommissie De CuCo is verantwoordelijk voor de inhoud, bijstelling en vernieuwing van het curriculum, de blauwdrukken, de moduulevaluaties en de toetsing, met als doel dat het curriculum voldoet aan de accreditatie-eisen. Per 1 juli 2011 kennen we een curriculumcommissie voor de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd en deeltijd) en Creatieve Therapie (voltijd en verkort) gezamenlijk. Deze gezamenlijke commissie doet voorstellen aan het MT
18 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 1
School Social Work and Arts Therapies over de curricula van beide opleidingen. De curriculumcommissie is als volgt samengesteld: Academic Dean (voorzitter): Roland Kuipers Twee leden vanuit SPH: Henk Boonstra Margot Stelpstra (vervanging Ina Smit) Twee leden vanuit CT: Sjaak Sophie Hanneke Beers Onderwijskundige vanuit ESO vacature 1.2.8 Adviesraad De opleiding hecht grote waarde aan actualisering van het opleidingsprofiel. De Adviesraad speelt daarbij o.a. een rol. De Adviesraad is een orgaan dat samengesteld is uit vertegenwoordigers van verschillende, voor de opleiding SPH en CT relevante, werkvelden en maatschappelijke organisaties. Een belangrijke doelstelling van de Adviesraad is de wisselwerking tussen opleiding en werkveld te intensiveren en het management gevraagd en ongevraagd te adviseren voor wat betreft beleid, organisatie en uitvoering van het onderwijs. Periodiek wordt overleg met de Adviesraad gevoerd omtrent zaken als onderwijsvernieuwing, aansluiting van de opleiding op het werkveld, beroepsgerichtheid van de opleiding, etc. 1.3 Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg binnen het de opleiding (conform hogeschoolbeleid) richt zich o.a. op het evalueren van het primaire proces: het onderwijs. Dit met het doel om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en te verbeteren. Evalueren moet hierbij gezien worden als een onderdeel van het totale proces van kwaliteitszorg, waaronder ook aspecten als personeel en organisatie vallen. Tijdens het evalueren worden door middel van schriftelijke enquêtes gegevens over het onderwijs verzameld, verwerkt en gerapporteerd. Aanvullende informatie wordt verkregen door panelgesprekken, waarin studenten op diverse onderdelen mondeling hun mening kunnen toelichten en suggesties ter verbetering kunnen aandragen. De uitkomsten van de verschillende evaluatieonderdelen worden meegenomen in revisies van het onderwijsprogramma en de ontwikkelingen rondom de onderwijsvernieuwing. Studenten worden gestimuleerd betrokken te zijn bij dit proces van kwaliteitsbewaking en -verbetering van hun opleiding. Bij de evaluatie van het primaire proces wordt rekening gehouden met opleidingsspecifieke kenmerken. Op hogeschoolbreed niveau heeft de opleiding
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 19
Hoofdstuk 1
deelgenomen aan een interne positiebepaling volgens het EFQM-model (European Foundation for Quality Management). Doel van het EFQM-traject is met vertegenwoordigers uit diverse geledingen van een opleiding vast te stellen in welke fase de het instituut zich bevindt op weg naar totale zorg voor kwaliteit. Hierbij wordt gekeken naar negen aandachtsgebieden voor een onderwijsorganisatie, waaronder beleid en strategie, waardering door personeel, waardering door klanten (studenten) en eindresultaten. De rapportage van deze positiebepaling geeft verbeterpunten aan die de opleiding meeneemt in haar plannen voor verbetering. 1.4 Internationalisering Een van de uitgangspunten van Stenden waar Creatieve Therapie zoveel mogelijk bij wil aansluiten, is dat we internationaal georiënteerd zijn. Redenen daarvoor zijn: de multiculturele context van onze samenleving, een toenemende internationale arbeidsmarkt (binnen Europa), toenemende migratie en toenemende internationale communicatiemogelijkheden via bijvoorbeeld internet, waarvoor een Engelstalig begrippenkader van het vakgebied een eerste vereiste is. Het hogeschoolbrede streven naar internationalisering wordt in het onderwijsconcept van de Hogeschool verwoord en in het ondernemingsplan van de Hogeschool. Een aantal voorbeelden van wat dit voor Creatieve Therapie en SPH betekent: Er is een medewerker internationalisering die het internationaliseringbeleid verder uitwerkt, implementeert en coördineert Studenten in het tweede en het derde jaar kunnen in het buitenland stage lopen Daartoe heeft de opleiding contacten met internationale stageorganisaties in Zuid Afrika, India, België, Engeland, Schotland en Duitsland. Daarnaast kunnen studenten zelf met ideeën voor een stageplek komen. In overleg met de stagecoördinator wordt gekeken of deze plek voldoet aan de HBO-eisen van onze opleiding In het vierde jaar kan een student in het kader van exchange gedurende 20 weken in het buitenland studeren. Zowel binnen als buiten Europa. Binnen Europa krijgt kan een student daarvoor bovendien Erasmus subsidie krijgen.De opleiding heeft buitenlandse contacten en sluit samenwerkingscontracten in het kader van student- en docentuitwisseling met opleidingen in het buitenland. Docentenuitwisselingen met meerdere Europese landen. CT neemt deel aan een Europese vereniging van Creatieve Therapie opleidingen (ECARTE). Ecarte organiseert onder meer congressen en conferenties (1 keer per 2 jaar), ook voor studenten. Studenten worden gestimuleerd om dit congres te bezoeken.
20 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 1
We bieden een Engelstalige minor Humanitarian Management in samenwerking met IHM met internationale stageplaatsen. Deze minor wordt bezocht door veel buitenlands studenten. Voor studenten een unieke mogelijkheid om in een internationale klas met studenten van heel verschillende achtergrond samen te werken We bieden een Engelstalige minor “Network Analysis” waarin je twee weken theorie krijgt over N=1 onderzoek, het werken met genogrammen en het in kaart brengen en analyseren van het bredere netwerk van de cliënt en het cliëntsysteem. Daarna werk je zes weken in de praktijk met het toepassen van dat wat je in de theorie hebt geleerd. 1.5 Contractactiviteiten Het Instituut Service Management (ISM) verzorgt samen met de opleidingen van Stenden de dienstverlening aan het beroepenveld. Bij de opzet van het Instituut Service Management staat een wisselwerking tussen onderwijs en werkveld voorop. Deze keus is gebaseerd op de overtuiging dat er binnen het hoger beroepsonderwijs sprake moet zijn van een koppeling tussen theorie en praktijk. Het uitvoeren van contractactiviteiten door docenten en de begeleiding van studenten bij het uitvoeren van deze activiteiten ten behoeve van het werkveld worden gezien als normale onderwijsactiviteiten. Voor SPH en CT gaat het wat betreft de instellingen, die gebruik maken van de diensten van het Instituut Service Management, bijv. om zorg- en hulpverleningsinstellingen, gemeentes, politie, cliëntenbelangen en GGZ. Via deze projecten wordt vorm gegeven aan de wisselwerking tussen opleiding en werkveld, terwijl het voor jou als student een mogelijkheid biedt om ervaring op te doen in het deelnemen aan een vorm van toegepast onderzoek. Naast deze vorm van onderzoek is er nog de mogelijkheid om via een zgn. Contractwerkstuk (CWS), onderzoek te verrichten naar specifieke vragen uit het werkveld, vaak gekoppeld aan de stageplaats. 1.6 Dienstverlening De opleiding werkt nauw samen met het Roosterbureau (zie 3.7). In een onderwijssysteem waarin per tien weken een ander moduul aangeboden wordt en dus nieuwe roosters gemaakt worden, is een roosterbureau een belangrijke ondersteuning voor het primaire proces. In de regel wordt in week 8 van een voorafgaand moduul via intranet het rooster aangeboden van de nieuwe moduulperiode. Roosterwijzigingen worden ook vermeld op intranet.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 21
Hoofdstuk 1
Een andere vorm van ondersteuning wordt geboden door de medewerkers van Progress. In Progress kun je de resultaten lezen die jij behaald hebt in het afgelopen jaar. (zie 3.9) Via het netwerk kun je inloggen op Progress en daarmee regelmatig je studieresultaten controleren. Er zijn afspraken gemaakt binnen de opleiding: a. In de regel worden de studieresultaten van een moduul bekend gemaakt, uiterlijk drie weken na afloop van de moduul; b. docenten leveren hun uitslagen aan bij de moduulcoördinator van de moduul; hij/ zij draagt er zorg voor dat de gegevens tijdig bij Progress komen; c. staan er onjuistheden in de uitslaglijsten dan moet je als student als eerste naar de moduulcoördinator toe voor vragen (binnen 4 weken na publicatie); d. Progress heeft dinsdag en donderdag een spreekuur tussen 11.00-12.00 uur bij i study voor vragen en eventuele problemen. NB: Al je studieresultaten kun je via het netwerk lezen. Controleer als student regelmatig je studieresultaten. (Zie ook hoofdstuk 2D, OER Art. 12.1.) 1.7 Het secretariaat van CT en SPH Naast de verschillende taken die het secretariaat heeft op het gebied van ondersteuning van teamleiders, stagebureau en stafmedewerkers e.d. staan deze medewerkers ook voor jullie klaar. Het secretariaat is tussen 11.00 en 12.00 uur en tussen 14.00 en 15.00 uur geopend voor vragen van studenten, bv. voor zaken als aanmelding, adreswijziging, e.d. of het maken van een afspraak met de teamleider van CT. Buiten de openingstijden kun je altijd je vragen in de postvakjes deponeren. Het secretariaat wordt bemenst door: Mw. H. Moerkerk (CT) Mw. R. Pool (SPH) Mw. M. Moonen (directiesecretaresse SPH/CT) Stagiaire die de balie bemenst. 1.8 Frontdesk In het grote trappenhuis op de eerste etage is de gezamenlijke frontdesk van de opleiding tot leraar basisonderwijs, de opleidingen SPH en CT gehuisvest. De frontdesk heeft als doel de communicatie en informatievoorziening naar medewerkers, studenten en gasten van de Stenden hogeschool te optimaliseren. (Onder voorbehoud van wijziginen.) Je kunt bij de frontdesk terecht voor allerlei algemene vragen over het academisch jaar, de faciliteiten van de Stenden hogeschool, vragen omtrent roosters, roosterwijzigingen, herkansing en de aan- of
22 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 1
afwezigheid van docenten en het aannemen en distribueren van werkstukken. (Alleen mits dit vooraf op Blackboard (ELO) is aangegeven.) Ziekte meld je vóór 08.30 uur bij de frontdesk (tel.nr. 058-2441335). (Zie verder H 4.) 1.9 Interne communicatie/Blackboard (ELO) Binnen de opleidingen CT en SPH worden verschillende middelen gebruikt voor de communicatie tussen docenten en studenten, zoals Blackboard (ELO), Intranet en de Stenden|Times. Blackboard (ELO) wordt gebruikt voor onderwijsgerelateerde zaken per moduul. Daarbinnen hebben de opleidingen SPH en CT hun eigen pagina waarop ook informatie te vinden is voor studenten en medewerkers. In de Stenden|Times worden diverse opleidingsoverschrijdende zaken beschreven. Roosters, roosterwijzigingen en groepsindelingen vind je op intranet. We gaan ervan uit dat je als student regelmatig Blackboard (ELO) en intranet bekijkt voor actuele informatie. Informatie over toetsing vind je ook op intranet. Op het Intranet staat naast informatie over roosters en groepsindelingen ook nieuws en algemene informatie over hogeschoolbrede aangelegenheden. De aan- en afwezigheidslijsten van docenten en andere medewerkers staan vermeld op Blackboard (ELO). Ziekmelding (zie ook H. 4): Voor veel onderwijsactiviteiten geldt een verplichte aanwezigheid; ben je ziek dan dien je dit te melden bij het Frontdesk. Hiervan wordt een notitie gemaakt. Het Frontdesk geeft geen ziekmeldingen door, maar docenten, tutoren, supervisoren, coördinatoren, e.d. kunnen de notities van ziekmelding inzien bij het Frontdesk. Bij ziekte moet je je elke dag opnieuw ziek melden. 1.10 Bureau Externe Contacten (BEC) Het Bureau Externe Contacten (BEC) coördineert de stages en werkveldcontacten. Stages worden aangeboden in het tweede jaar voltijd (10 weken) en in het 3e jaar van de opleiding (40 weken). 1.11
Klachten en verbeterpunten
De opleiding streeft er naar de organisatie en uitvoering van het onderwijs zo goed als mogelijk te doen. Soms blijkt theorie en praktijk niet helemaal overeen te komen. Dan kan er een klacht ontstaan of een verbeterpunt. Op Elo staat onder het
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 23
Hoofdstuk 1
onderwerp “klachten”, de klachtenregeling en procedure beschreven met ook een klachtenformulier.
24 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
2 Onderwijs- en examenregeling van de opleiding Creatieve Therapie 2A
Onderwijsbeleid
2A.1 Omschrijving van het beroep waartoe opgeleid wordt Creatieve Therapie is een specialistische vorm van hulpverlening voor cliënten met psychische stoornissen en handicaps. Bij de behandeling wordt gebruik gemaakt van kunstzinnige werkvormen en materialen. Het gaat daarbij om beeldend vormen, drama, muziek en dans & beweging. De creatief therapeut helpt de cliënt zijn gedrags-, sociale- en emotionele problemen onder ogen te zien, leefbaar te maken of op te lossen. Creatieve Therapie kent een groot bereik van verschillende werkplekken, doelgroepen en leeftijdscategorieën dat loopt van kinderen tot senioren. De activiteiten die de creatief therapeut methodisch hanteert zijn ontleend aan het artistieke domein; zonder daarmee het doel te hebben om acteur (drama), beeldend kunstenaar (beeldend) of uitvoerend musicus (muziek) te worden. Deze uitgangspunten zijn voor de gehele beroepsgroep hetzelfde, maar Creatief Therapeuten zijn wel gespecialiseerd in een specifiek kunstzinnig middel. Dit wordt in de context van het beroep en de opleiding het “medium” genoemd. Stenden hogeschool biedt de student de keuze tussen de afstudeerrichtingen Beeldend Vormen, Drama en Muziek (alleen de Verkorte Route). Het vak van Creatief Therapeut maakt de laatste jaren een ingrijpende verandering door. In de geestelijke gezondheidszorg komt de nadruk sterker te liggen op het verminderen van de stoornis en de acceptatie en veel minder op ontplooiing en groei van de persoon. Die ontwikkeling weerspiegelt zich ook in de behandelingsstrategieën. In plaats van langdurige therapieën worden daarom kortdurende processen belangrijker. Dat houdt een meer structurerende, directieve en gedragstherapeutische aanpak in. Creatief therapeuten werken meer en meer in teamverband. In het speciaal onderwijs, vluchtelingenzorg en bij verstandelijk gehandicapten werken CT'-ers bijvoorbeeld samen met leerkrachten, artsen en andere hulp- en zorgverleners. Ook wordt creatieve therapie ingezet in nieuwe werkvelden zoals bij re-integratietrajecten (rebound), coaching en managementtrainingen. In het onderwijsprogramma van de opleiding CT aan de Stenden hogeschool hebben die andere therapievormen en het samenwerken van de CT-er een duidelijke plaats en vorm gekregen. 2A.2 Verantwoording van het onderwijs
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 25
Hoofdstuk 2
De opleiding Creatieve Therapie (Voltijd) is een vierjarige HBO- opleiding die studenten voorbereidt op het zelfstandig uitoefenen van het beroep Creatief Therapeut. Het behoort tot de uitgangspunten van de opleiding dat het curriculum wordt afgestemd op eisen vanuit de beroepspraktijk. Een regelmatig overleg met het beroepenveld garandeert een steeds terugkerende feedback vanuit het werkveld. Bij het formuleren van eindtermen voor de opleiding zijn de door de FVB opgestelde beroepskwalificaties (nieuwe versie 2007) als uitgangspunt genomen. Daarnaast werkt de opleiding samen met de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH). Hiervoor is gekozen vanwege het feit dat beide beroepsgroepen uitgaan van een gemeenschappelijke visie op Hulpverlening en in de praktijk regelmatig samenwerken o.a. in multidisciplinaire teams. Er ontstaat zo een meerwaarde door reeds tijdens de opleiding gemeenschappelijke modulen te creëren waarin multidisciplinair samengewerkt kan worden. De opleiding heeft in 2010 haar visie geactualiseerd en vastgelegd in “Divers en Dragend”, meer dan een denkend hoofd. Mede op basis daarvan is in 2009/2010 het onderwijsprogramma voor het 1e jaar aangepast. Aan de opleiding Creatieve Therapie is een aantal Creatief Therapeuten als docent verbonden, die deels nog in de praktijk werken. Dat levert allerlei practica op, die direct aan de praktijk ontleend/ gerelateerd zijn. Daarnaast maakt de student middels praktijkoriëntatie en stages kennis met de beroepsuitoefening in het werkveld zelf. Daarbij wordt het werkveld in de visie van de opleiding ruimer gezien dan Nederland. Dit komt ondermeer tot uitdrukking in de buitenlandstages. Creatieve Therapie wordt uitgevoerd door daartoe op HBO niveau opgeleide therapeuten, die het beroep uitoefenen in hiertoe specifiek georganiseerde therapiesituaties, op verwijzing van een behandelend arts of een behandelteam. Een op HBO niveau opgeleide Creatief Therapeut kenmerkt zich door het volgende: kennis en beheersing van de mogelijkheden en grenzen van het kunstzinnig middel; het methodisch hanteren van het kunstzinnig middel teneinde bij cliënten veranderingsprocessen op gang te brengen en te ontwikkelen in daartoe ingerichte therapiesituaties; kennis en inzicht in voor de Creatieve Therapie relevante mens- en maatschappijvakken en integratie daarvan in het creatief-therapeutisch handelen; een professionele attitude om als Creatief Therapeut te werken en de vakbekwaamheid te blijven ontwikkelen. Deze profielkenmerken zijn te vertalen in een aantal eindtermen voor de opleiding.
26 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Het beroep van Creatief Therapeut wordt doorgaans beoefend in instellingsverband. Het gaat daarbij om zeer uiteenlopende instellingen voor hulpverlening en instellingen voor speciaal onderwijs. De Federatie van Vaktherapeutische Beroepen (FVB) heeft de volgende indeling van het werkveld gemaakt: -
GGZ volwassenen/ouderen/jeugdpsychiatrie, ambulant of klinisch Speciaal onderwijs Verslavingszorg (Psychogeriatrische) Verpleegtehuizen Instelling voor verstandelijk gehandicapten Jeugdhulpverlening T.B.R instelling Revalidatie Eigen praktijk
Het beroep Creatief Therapeut is in Nederland nog sterk in ontwikkeling. Tegelijkertijd maakt de schaalvergroting in Europees verband het noodzakelijk de beroepskwalificaties in een breder verband te bekijken. De opleiding werkt daartoe in een internationaal kader samen met buitenlandse opleidingen, enerzijds gericht op het verstevigen van het initiële opleidingsprogramma, anderzijds gericht op het creëren van een post-HBO aanbod.
2A.3 Opvattingen over leren en onderwijzen Studentgecentreerd onderwijs De opleiding gaat er bij het onderwijs vanuit, dat het leerproces van de student centraal staat. De docent functioneert daarbij als begeleider van dit leerproces. Vanwege de eigen aard van de Creatieve Therapie wordt groot belang gehecht aan het methodisch kunnen hanteren van het kunstzinnige middel, het medium, dit vormt de kern van de opleiding. De student wordt intensief begeleid bij het verwerven van kennis, inzichten en vaardigheden die vereist zijn voor de therapeutische toepassingen. Daarnaast is het ontwikkelen van een professionele attitude een belangrijk opleidingsdoel. Veel persoongerichte begeleiding van de student leidt ertoe, dat deze inzicht krijgt in de eigen mogelijkheden én grenzen en dat deze de eigen persoon kan hanteren als middel in de therapeutische relatie.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 27
Hoofdstuk 2
In de loop van de opleiding wordt in toenemende mate van de student verwacht dat hij kennis en vaardigheden in het medium kan vertalen naar toepasbaarheid in de creatieve therapie situatie. De studieloopbaanbegeleider ondersteunt de student hierbij (zie verder 1.1.6). Puntentoekenning in ECTS studiepunten Stenden hogeschool gebruikt een internationaal erkend studiepuntensysteem: het European Credit Transfer System (ECTS). De invoering van ECTS is een gevolg van de invoering van het bachelor-master stelsel (BaMa). Alle hogescholen en universiteiten in Nederland gebruiken per 1 september 2004 dit systeem. Doel hiervan is een uniform systeem in heel Europa, zodat uitwisseling van studieresultaten tussen internationale hogescholen en universiteiten eenvoudiger wordt. Een studiejaar telt 60 EC (European Credits) studiepunten. Een EC studiepunt is gelijk aan 28 studiebelastingsuren. Een vierjarige bacheloropleiding in het HBO heeft dus een omvang van in totaal 240 EC. Voortgangstoetsing Voortgangstoetsing is een toetsvorm waarbij de kennisontwikkeling gedurende de eerste drie jaren van de studie gemeten wordt. De toets is een afspiegeling van het eindniveau van de opleiding. De voortgangstoets heeft als doel om het lange termijn leren te bevorderen en de student inzicht te geven in de ontwikkeling van het eigen kennisniveau. Op dit moment wordt de introductie van de voortgangystoets in de opleiding voorbereid, m.n. voor jaar 1. Nadere berichtgeving hierover volgt in de loop van het jaar. Practica Ten behoeve van ontwikkeling van vaardigheden worden er in het curriculum veel practica aangeboden. De student moet grondige kennis en ervaring opdoen van het eigen kunstzinnige middel, waarvan de Creatief Therapeut zich bedient. Daarom zijn er practica op het gebied van het mediumonderwijs, de praktische methodiek en communicatieve vaardigheden. Voor het aangaan van een therapeutisch relatie is het voor de student van belang dat deze kan komen tot een eigen vormgeving en een eigen creatief proces met behulp van het kunstzinnige medium. In het mediumonderwijs wordt de student gestimuleerd zich diverse kunstzinnige technieken en vaardigheden eigen te maken, te reflecteren op de eigen ervaringen in het medium en in de praktische methodiek wordt de student gestimuleerd tot methodisch handelen met inzet van het medium t.b.v. de cliënt.
28 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
In het tweede jaar wordt het practicum Interdisciplinaire Samenwerking en onderzoeksvaardigheden aangeboden samen met SPH. Uitgangspunten voor de inrichting en opbouw van het onderwijs Bij het inrichten van het onderwijs is gekozen voor een thematische modulaire indeling van de leerstof, met daarbij in de eerste studiejaren Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) als grondvorm. In de modulen staat daarbij de integratie van PGO met de practica, literatuurstudie, moduulopdrachten, e.d. centraal. Integratie betekent dat de student in staat wordt gesteld om het denken, voelen en handelen gelijk te ontwikkelen en aan elkaar te verbinden. Het is van belang dat de student kennis, inzicht, vaardigheden op het gebied van medium en methodisch handelen, samen met de therapeutische attitude ontwikkelt. PGO In de PGO-groep werkt de student aan verschillende soorten taken (o.a. verklaringsproblemen, dilemmataken en toepassingstaken,) en leert daarbij vaardigheden als: samenvatten, analysetechnieken toepassen, leerdoelen formuleren, hoofd- en bijzaken scheiden, de eigen mening verwoorden. De student vervult in de PGO-groep ook verschillende soorten rollen. Zo functioneert de student als voorzitter, notulist, bordschrijver. Van iedere student wordt een actieve participatie verwacht tijdens de bijeenkomsten. Dit alles is gericht op het perspectief van de toekomstige beroepsuitoefening. Dit betekent dat het onderwijs praktijkgericht is en dat het de student stimuleert eigen oplossingstrategieën te ontwikkelen voor situaties, zoals ze zich in de praktijk kunnen voordoen. Voor een deel wordt PGO begeleid door een tutor, voor een deel wordt PGO door de studenten zelfstandig toegepast in studiegroepbijeenkomsten. Extra ondersteuning Duitse studenten. De laatste jaren kent de opleiding CT een toename van instroom van buitenlandse studenten (anderstalig) met name afkomstig uit Duitsland. De opleiding CT heeft specifieke aanpassingen ontwikkeld ter voorkoming van ongewenste schooluitval. Vanaf de studiestartweek worden 1e jaars studenten gekoppeld aan een Buddy, een Duitse student van het 2e jaar. De Buddy ontvangt hiervoor vrije studiepunten. Vanaf een week vóór de studiestartweek volgt de buitenlandse student een Nederlandse taalcursus, gedurende 30 weken. Aanpassingen in, uitsluitend het 1e jaar van de opleiding, van de toetsing (hoofdstuk 2).
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 29
Hoofdstuk 2
Taalondersteuning door een Nederlandstalige medestudent gericht op: controle taal voor het inleveren van groeps werkstukken. Speciale bijeenkomsten voor buitenlandse studenten met de coördinator 1e jaar. Bij specifieke problemen kan een student via het secretariaat een gesprek aanvragen met de teamleider CT. In overleg met de opdrachtgever en interne begeleider kan een CWS in het Duits of Engels worden geschreven.
30 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
De praktijk in het CT-onderwijs In de opleiding Creatieve Therapie zijn bij de reguliere variant 3 soorten stages opgenomen: 1. Mediumpraktijkonderzoek in het eerste jaar Doel en functie van dit mediumpraktijkonderzoek is de student te laten werken met, in principe gezonde kinderen (of volwassenen) en het eigen medium. De student leert in moduul 2 een passend mediumaanbod voor te bereiden, aanbieden en begeleiden. In moduul 3 moet de student de doelen voor de mediumactiviteiten expliciteren en afstemmen op de vraag en het ontwikkelingsniveau van een groepje kinderen. Nadere informatie is vermeld in het moduulboek van periode 1.2 en 1.3. 2. Een parttime stage in het tweede jaar Tijdens het tweede jaar loopt de student gedurende 10 weken drie dagen per week stage in een werkveldinstelling, waar Creatieve Therapie aanwezig is of zou kunnen zijn. Doel van de stage is het verkennen van organisatiestructuren, beleid met betrekking tot cliënten, (de problematiek van) de doelgroep en de plaats die Creatieve Therapie hierin inneemt of zou kunnen innemen. Daarnaast leert de student een supportieve werkwijze toe te passen bij de betreffende doelgroep. Gezien de korte duur van deze stage kan worden gesproken van een oriënterende stage. Zelfstandige therapeutische interventies zijn binnen deze termijn vrijwel uitgesloten. Nadere informatie is vermeld in de stagegids 2e jaar. 3. Een parttime gesuperviseerde stage van 42 weken in het derde jaar Het derde jaar is een praktijkleerperiode, die als doel heeft de student voor te bereiden op de uitoefening van het toekomstige beroep als beeldend therapeut of dramatherapeut. Hierbij wordt voortgebouwd op de praktische en theoretische ervaringen en ontwikkelde competenties uit de basisjaren. Een student is 3 dagen per week in de stage-instelling aanwezig, en volgt daarnaast op de opleiding een terugkomdag met een medium/methodiekprogramma. De praktijkstage wordt in de instelling begeleid door een praktijkbegeleider en op de opleiding door supervisie en intervisie. Eén dag per week wordt door de student besteed aan stageopdrachten en aan het Contractwerkstuk, dat afgerond wordt in het vierde jaar.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 31
Hoofdstuk 2
Nadere informatie is vermeld in de stagegids 3e jaar. Projectonderwijs In het vierde studiejaar kijkt de student enerzijds terug op opgedane ervaringen uit de voorgaande studiejaren en werkt, vooruitkijkend naar de toekomstige beroepsuitoefening anderzijds aan verdere professionalisering en integratie van theorie en praktijk (o.a. methodiek, medium, CWS). Minoren In het curriculum CT heeft de student naast de verplichte modulen (de major genaamd) en het werken aan het Contractwerkstuk (CWS) de mogelijkheid om minors te volgen. Met deze modulen kan de student een verdere specifieke richting geven aan het profileren van het eigen programma. Zo kan de student kiezen voor een verbreding of voor een verdieping in het programma. Daarnaast kun je in deze periode als student ervoor kiezen om gedurende 20 weken aan een buitenlandse Hogeschool te studeren. Als je buiten Nederland maar binnen Europa gaat studeren dan kun je daarvoor een Erasmus subsidie aanvragen. Voor meer informatie: zie intranet: minors. De rol en verantwoordelijkheid van de docent Vanuit de gedachte dat niet de onderwijzende docent, maar de lerende student centraal staat in het onderwijs, kan de algemene houding van de docent omschreven worden als stimulerend en uitnodigend tot onderzoek en oplossing van problemen. De docent faciliteert door het ontwerpen van onderwijs het leren van de student en geeft de student gerichte feedback, die de student kan verwerken in nieuwe kerndoelen. De rol en verantwoordelijkheid van de student In de visie op onderwijs waarin de student centraal staat, is de contacttijd tussen docenten en studenten bedoeld om de kern van de leerstof te behandelen, om studenten instructies te geven voor en feedback te geven op zelfstandige studie- en werktaken. Dat betekent dat er een groot beroep op de zelfstandigheid en dus ook op de planningsvaardigheid van de student gedaan wordt. In de uren van zelfwerkzaamheid, worden de leer- en oefentaken verricht, die het eigenlijke leren bewerkstelligen. Dit is ook een onderwerp in de bijeenkomsten met de studieloopbaanbegeleider. (zie 1.1.6) 2A.3 Groeperingsbeleid
32 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Persoonlijk karakter van de opleiding Het werken van studenten in groepen is een belangrijke basis voor het leren van de student in het curriculum van CT. Vooral door het persoonlijke karakter van de opleiding moet een groep een vertrouwensbasis gaan vormen voor het leren van de student wanneer hij/ zij bezig is met het ontwikkelen van attitude aspecten, gespreksvaardigheidstechnieken, het medium- en methodiek onderwijs. Aan het einde van het tweede jaar worden studenten ingedeeld in gemengde groepen CT/SPH als voorbereiding op het interdisciplinaire samenwerken tijdens de stage in het derde jaar. Uitgangspunten Ten aanzien van de groepsindeling heeft de opleiding een aantal uitgangspunten geformuleerd. Hier kun je als student geen rechten aan ontlenen maar als opleiding trachten we zoveel mogelijk de uitgangspunten na te leven. De groepsindeling en eventueel ontstane wijzigingen zullen tijdig worden gepubliceerd via intranet. Groepsgrootte 1. Een PGO-groep bestaat uit maximaal 12 studenten. 2. Naast PGO worden ook trainingen en practica in het gekozen mediumgebied (beeldend vormen/ drama) in deze groepssamenstelling aangeboden. 3. Werkcolleges bestaan vaak uit twee PGO-groepen, terwijl hoorcolleges zoveel mogelijk voor de gehele jaargroep worden gegeven, soms samen met SPH (periode 2.4) en minoren. Bestaansduur 1. In de propedeuse worden creatieve therapie groepen mediumspecifiek ingedeeld. In het tweede jaar worden groepen opnieuw samengesteld. 2. In de CT- specifieke modulen (propedeuse en tweede studiejaar) zullen die groepen gedurende het schooljaar zoveel mogelijk gelijk blijven. 3. Indien, door uitval van studenten er onevenredige groepsgroottes ontstaan dan zal dat aanleiding zijn voor herindeling, daarbij weer vasthoudend aan het mediumspecifieke. 4. In de gemeenschappelijke moduul (CT en SPH) van het tweede studiejaar, zullen de PGO-groepen zoveel mogelijk bestaan uit een mix van CT en SPH studenten. 5. Groepen hebben altijd een ‘open karakter’, dat wil zeggen dat om uiteenlopende redenen studenten toegevoegd kunnen worden aan een groep of van groep kunnen wisselen.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 33
Hoofdstuk 2
Jaarstage/supervisie Studenten die starten met hun Jaarstage worden in de regel ingedeeld in Supervisiegroepen van 3 studenten. 2A.4 Jaarplanning De Jaarplanning staat elders vermeld in deze studiegids. Data diplomeringen, propedeuse-uitreiking en examencommissievergaderingen worden vermeld op Blackboard (ELO). Tentamenroosters zijn te vinden op intranet. 2A.5 Toetsrooster Op intranet staat het jaartoetsrooster voor zowel CT voltijd als CT verkort. Het is altijd mogelijk dat er onverhoopt wijzigingen zijn! Toetsingen van de modulen vinden overwegend plaats in de laatste week van de moduul. Theorietoetsen worden aangeboden in de voortgangstoets. De centraal door de hogeschool geplande toetslocaties en de exacte tijden worden gepubliceerd via intranet. Voor elk tentamen adviseren wij nogmaals intranet te raadplegen voor de meest actuele informatie. Per module staan twee data vermeld. Vóór deelname aan één of meer van deze toetsen is het raadzaam goede nota te nemen van het opleidingsexamenreglement van het instituut (zie 2D in dit Studentenstatuut deel 1). Voor alle schriftelijke toetsen geldt dat je je minimaal twee weken van tevoren via Progress moet aanmelden. Ook afmelden kan op deze wijze. Per studiejaar mag je twee mogelijkheden benutten van alle moduulonderdelen. Voor verzoeken, uitzonderingen, klachten, etc. dien je je schriftelijk te wenden tot de examencommissie (Zie ook H 1.2.5) Merk op dat alle 2e en 3e kanstoetsen in de studieweken aangeboden worden en dat dat soms ‘vakantieweken’ of zaterdagen kan betreffen. Ook kan een herkansing plaatsvinden op een avond of een zaterdag. Legitimatie Iedere student dient zich op verzoek te allen tijde door middel van de geldige collegekaart te legitimeren. Deelname aan een toets is uitgesloten indien de student de voor het betreffende studiejaar geldige collegekaart niet bij zich heeft. 2A.6 Lestijden (onder voorbehoud)
34 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Lestijden: 1. 08.00 uur – 08.45 uur 2. 08.45 uur – 09.30 uur 3. 09.30 uur – 10.15 uur pauze 4. 10.30 uur – 11.15 uur 5. 11.15 uur – 12.00 uur 6. 12.00 uur – 12.45 uur 7. 12.45 uur – 13.30 uur 8. 13.30 uur – 14.15 uur 9. 14.15 uur – 15.00 uur pauze 10. 15.15 uur – 16.00 uur 11. 16.00 uur – 16.45 uur 12. 16.45 uur – 17.30 uur 13. 17.30 uur – 18.15 uur 14. 18.15 uur – 19.00 uur 15. 19.00 uur – 19.45 uur 16. 19.45 uur – 20.30 uur 17. 20.30 uur – 21.15 uur 2A.7 Studeerbaarheid De opleiding streeft er naar om studievertraging tot een minimum te beperken. a. Behalve voor de jaarstage en de specifieke CT modulen in het vierde studiejaar zijn er daarom voor de andere modulen geen instapeisen. b. Voor alle theorieonderdelen heeft de student twee toetskansen. c. Een belangrijk instrument ter voorkoming van studievertraging is de leerprocesbegeleiding, waar de student terecht kan voor gerichte advisering of doorverwijzing naar het decanaat. d. Een student kan zich in het individuele geval ook richten tot de examencommissie om beargumenteerd een extra toetskans aan te vragen. e. In geval van ziekte, persoonlijke (bijzondere) omstandigheden ed., moet je als student dit melden bij de studieloopbaanbegeleider en direct contact opnemen met de examencommissie om de ontstane situatie in de studie door te spreken, zie verder hoofdstuk 4. f. Het decanaat biedt cursussen aan ter ondersteuning van de studie (vaardigheden) van de student.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 35
Hoofdstuk 2
2A.8 Studieadvies (BSA) Evenals de andere Stenden opleidingen hanteert de opleiding CT het Bindend Studieadvies (BSA). Het BSA heeft met name consequenties voor het vervolg van je studie als je niet aan de voorwaarden voldoet voor een (voorwaardelijk) positief studieadvies. In dat geval krijg je namelijk een negatief advies mét afwijzing. Dat wil zeggen dat je de opleiding niet aan onze hogeschool kunt vervolgen. Zie voor de exacte voorwaarden Regeling Studieadvies in Studentenstatuut deel 1 2D art. 9A en 2C2. 2A.9 Veranderen van opleiding binnen Stenden SPH Indien de student is ingeschreven bij de opleiding Creatieve Therapie en besluit om binnen Stenden de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening te gaan volgen dan geldt: Vrijstelling voor de behaalde module 1.2. De examencommissie SPH beoordeelt verder indien er aanvullende eisen aan de student gesteld worden. Indien een student, ingeschreven bij de opleiding SPH, besluit zich aan te melden voor de opleiding Creatieve Therapie, dan geldt voor die student wel dat eerst voldaan moet worden aan de selectie tot de opleiding. De behaalde module 1.2 wordt deels vrijgesteld. Voor moduul 1.1 en de gemiste mediumlessen in 1.2 wordt door de moduulcoördinator een vervangende opdracht vastgesteld. Overige opleidingen Indien de student, ingeschreven bij de opleiding Creatieve Therapie, besluit een andere opleiding binnen de hogeschool te gaan volgen dan gelden voor die student de toelatingsregels van de betreffende opleiding. De student dient zich daarvan zelf op de hoogte te stellen en kan gebruik maken van het bureau studentzaken (i study). 2A.10 Kosten Aan het volgen van de opleiding Creatieve Therapie zijn (bij benadering) de volgende jaarlijkse kosten verbonden: Kosten: Collegegeld (bij benadering) Moduulboeken (deze zijn incl. de literatuur readers per moduul) Boeken (eenmalig) Introductie + “start pakket”
36 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
€ 1.713,= € 150,= € 800,= € 50,=
Hoofdstuk 2
Materiaalkosten (afh. van het medium Beeldend Vormen/Drama) € Kosten werkweek tweede jaar drama circa € Kosten werkweek tweede jaar beeldend vormen circa €
325,= 250,= 400,=
Studenten die instromen met een HBO-diploma betalen het instellingscollegegeld. Voor de verkorte route is dat vast gesteld op € 5950,=. Studenten die een of meerdere jaren aan een HBO of Universiteit hebben gestudeerd, betalen in hun laatste jaar (jaren) het instellingscollegegeld, vastgesteld op € 5950,=.
* Op de boekenlijst wordt aangegeven in welke periode de boekenhoofdzakelijk worden gebruikt, zodat gespreide aanschaf mogelijk is.2B Curriculum van de opleiding
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 37
Hoofdstuk 2
2B.1 Inleiding De opleiding dient studenten in staat te stellen voldoende kwalificaties te verwerven voor een zelfstandige beroepsuitoefening in uiteenlopende instellingen voor hulpverlening, speciaal onderwijs of eigen praktijk. Het zwaartepunt ligt daarbij op kwalificaties voor het directe cliëntgerichte werk. Omdat de creatief therapeut echter doorgaans in instellingsverband werkzaam is dient hij ook gekwalificeerd te zijn voor het uitvoeren van voorwaarden scheppende taken. Vanwege de aard van de Creatieve Therapie wordt groot belang gehecht aan een grondige kennis van en ervaring met het kunstzinnig medium, waarvan de therapeut zich bedient. Het methodisch kunnen hanteren van dit kunstzinnig medium ten behoeve van therapeutische doelstellingen vormt de kern van de opleiding. 2B.1.1 Beroepskwalificaties Sinds september ’99 beschikken de vier opleidingen voor creatieve therapie in Nederland over een opleidingsprofiel waarop zij hun curricula baseren. Het opleidingsprofiel (vernieuwd in 2009) is gebaseerd op het beroepsprofiel van de creatief therapeut. Het is daarvan een vertaling naar opleidingstermen en doelstellingen. Het opleidingsprofiel is ingedeeld in vier segmenten waarin alle taken behorende tot het kwalificatieniveau van de beginnend creatief therapeut zijn opgenomen. Tussen de segmenten wordt kwalitatieve gelijkwaardigheid verondersteld. 1. Het eerste segment beschrijft de kwalificaties die liggen op het terrein van de behandeling van cliënten en cliëntsystemen, 2. Het tweede segment ligt op het terrein van het werken in een arbeidsorganisatie en in een team terwijl het 3. Het derde segment het gebied van het werken aan professionaliteit en professionalisering beslaat. Daarbij gaat het om het ontwikkelen van het beroep. 4. Het vierde segment gaat over onderwijs en onderzoek. De vier creatieve therapie opleidingen in Nederland hebben afgesproken dat minstens 70% van hun curricula zal bestaan uit de opleidingskwalificaties die staan genoemd in het opleidingsprofiel. Zij willen daarmee de herkenbaarheid van het beroep waarvoor zij opleiden vergroten. Werkgevers weten dan dat een creatief therapeut minimaal over de in het profiel genoemde kwalificaties beschikt en dat het daarbij niet uitmaakt waar deze creatief therapeut opgeleid is. Elke opleiding heeft nog 30% vrije ruimte om specifieke onderdelen of onderwijsinhouden in te
38 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
voeren in het curriculum waarmee zij zich wil onderscheiden van de andere opleidingen. 2B.1.2 Competenties en opleidingskwalificaties Inleiding Vanuit de landelijke samenwerking en ontwikkelingen zijn de 'oude' eindtermen/ doelstellingen voor het beroep vervangen door een nieuwe beschrijving. De beschrijving van de benodigde competenties die een student moet kunnen behalen. De competenties, welke de opleiding hanteert zijn die welke vastgesteld in het Landelijk Opleidingsprofiel, september 1999 (herzien in 2009). De opleiding CT heeft er in 2005 voor gekozen om de inhoudelijke landelijke ontwikkeling te volgen en om daarmee de opleidingskwalificaties te formuleren in termen van kerncompetenties waarmee we bedoelen: het gestructureerd en geïntegreerd vermogen tot het adequaat verrichten van eigen arbeidshandelingen en het oplossen van arbeidsproblemen. Competentieleren De competenties worden afgeleid uit een drietal profielen: a. het beroepsprofiel = het actuele beroepsprofiel, vaktherapie (concept december 2005) b. het opleidingsprofiel = de actuele beroepskwalificaties (concept 2009). c. voor het nieuwe programma. Ad a. Onder beroepsprofiel kunnen we verstaan: "Een gestructureerde verzameling uitspraken over taken, die als regel in de uitoefening van een beroep voorkomen" (HBO-raad 1992). Het beroepsprofiel voor de Creatieve Therapie is opgesteld door vertegenwoordigers van opleidingen, NVCT en de werkgeversorganisaties. Ad b. Accenten in het beroep / kwalificaties die CT Leeuwarden legt ten aanzien van opleiding van de studenten. Ad c. Per 2005 is er aansluiting gecreëerd met 9 kerncompetenties en de HBOcompetenties. “Tot voor kort was het niet ongewoon de kwalificaties onder te verdelen in kennis, houding en vaardigheden. Al deze aspecten zijn immers essentieel voor het beroepshandelen. Echter het opsplitsen van het handelen in deze aspecten bracht in het onderwijs met zich mee dat deze in de afzonderlijke onderwijsprogramma's te veel verzelfstandigd werden. Daarmee ontwikkelden de studenten onvoldoende het
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 39
Hoofdstuk 2
vermogen om later in de beroepspraktijk te handelen op basis van de bekwaamheid om deze aspecten in hun samenhang toe te passen. Houdingsaspecten en technieken werden doorgaans onvoldoende onderbouwd met kennis. Kennisaspecten werden moeizaam vertaald in houding en vaardigheden” (citaat landelijk opleidingsprofiel). Voor het beschrijven van het opleidingsprofiel is derhalve gekozen voor het zogenaamde 'competentieleren', waarin deze onderlinge samenhang wèl wordt gerealiseerd. Een doelstelling die de opleiding CT, Stenden hogeschool, Leeuwarden al jaren voorstaat in haar onderwijsvernieuwing. Competentieleren is: a. leren waarin de student stelselmatig werkt aan zijn competentie om -met integratie van kennis, houding en vaardigheden- adequaat beroepsmatig te handelen in diverse situaties; b. leren waarbij deze competentie in gedrag zichtbaar gemaakt dient te worden; c. leren waarbij realistische praktijksituaties zoveel mogelijk uitgangspunt zijn. Met het leren van competenties staat het integratieve van het leren centraal. Dat de verschillende onderwijsonderdelen met elkaar samenhangen en in gedrag zichtbaar moeten worden. Dat ook de houdingsaspecten van een beginnend creatief therapeut zichtbaar worden en elementen als visie, waarden en normen (houdingsaspecten) in het handelen doorwerken. De competenties kunnen vervolgens op verschillende beheersingsniveaus worden geformuleerd. Voor het kennisgebied kan gedacht worden aan: weten, inzien, toepassen, probleemoplossen en integreren. Voor het vaardigheidsniveau zijn de volgende beheersingsniveaus denkbaar: oriënterend : theoretische kennis van een vaardigheid aankomend : uitvoerend, maar met hulp en toezicht bekwaamheid : uitvoerend, zonder hulp of toezicht routine : uitvoering is kwalitatief goed en verloopt snel probleemniveau : vaardigheid kan worden toegepast in andere situaties leidinggevend : anderen aanspreken en aansturen op vaardigheden De afgestudeerde zal, gezien zijn geringe praktijkervaring, veelal functioneren op bekwaamheidsniveau. Om vanuit de competenties het HBO-niveau uit te werken worden vier samenhangende componenten onderscheiden waarin het HBO-niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar zich manifesteert in:
40 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
a. b. c. d.
verantwoording kunnen afleggen; complexiteit; transfer; toegepaste wetenschap en beroepsontwikkeling.
Gebruik van doelstellingen in het curriculum van de opleiding Creatieve Therapie De competenties en kwalificaties worden ten behoeve van de verschillende onderwijseenheden = de verschillende modulen wel omgezet naar (moduul) doelstellingen / leerdoelen. Leerdoelen maken het leren voor de student concreet en in de verzameling van leerdoelen wordt beschreven over welke kennis, vaardigheden en attitude de student aan het einde van een periode dient te beschikken en hoe daarbij de samenhang daartussen tot uitdrukking moet komen. De Opleidingskwalificaties Een kwalificatie is een uitspraak waarin een competentie, van een beginnend beroepsbeoefenaar creatieve therapie zichtbaar wordt gemaakt in een cluster van beroepstaken. Kwalificaties drukken het beroepsmatige handelen uit en geven een omschrijving van de taken of de taakgebieden waarop dat handelen betrekking heeft. De opleidingskwalificaties omvatten dus gezamenlijk al de competenties welke een beginnende therapeut dient te bezitten. Hieronder is er een overzicht (geordend naar de al eerder genoemde segmenten) geplaatst van de kwalificaties. NB: In het Landelijk Opleidingsprofiel (zie Blackboard (ELO)) is er een memorie van toelichting aanwezig. Beroepskwalificaties 1. TAAKGEBIED BEHANDELEN Kerntaak 1.1 Een vaktherapeut verzorgt de aanmelding voor de behandeling, de intake en voert vaktherapeutisch onderzoek uit Deeltaken: 1.
2.
Een beginnend vaktherapeut vraagt de verwijzer/cliënt (of diens wettelijke vertegenwoordigers') naar de reden van aanmelding en stelt vast of de aanmelding kan worden vervolgd met een intake; Een beginnend vaktherapeut verzorgt informatie over de intakeprocedure en de mogelijkheden voor behandeling;
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 41
Hoofdstuk 2
3. 4. 5.
6.
Een beginnend vaktherapeut vraagt zo nodig informatie op bij eerdere of andere behandelaars, na toestemming van de cliënt; Een beginnend vaktherapeut neemt een anamnese af bij de cliënt om gegevens te verzamelen ten behoeve van de in te stellen behandeling; Een beginnend vaktherapeut informeert naar de visie van de cliënt op de problematiek, verwachtingen ten aanzien van de behandeling en naar factoren die belemmerend kunnen zijn voor de therapie; Een beginnend vaktherapeut verzamelt indien nodig aanvullende gegevens voor diagnostiek en behandeling met behulp van onderzoeksmethoden zoals vragenlijsten en observatiemethoden; In sommige situaties is er sprake van een onderzoeksperiode in een observatiegroep.
Kerntaak 1.2 Een vaktherapeut formuleert een vaktherapeutische diagnose en stelt de indicatie voor vaktherapie. Deeltaken: 1. 2. 3.
Een beginnend vaktherapeut plaatst de verkregen gegevens binnen relevante diagnostische kaders en formuleert de vaktherapeutische diagnose; Een beginnend vaktherapeut rapporteert de diagnostische bevindingen aan de cliënt / verwijzer / (eventueel) behandelteam; Een beginnend vaktherapeut stelt een (contra) indicatie vast voor behandeling met vaktherapie.
Kerntaak 1.3 Een vaktherapeut stelt het behandelplan op en bespreekt dit met de cliënt. Deeltaken: 1. 2. 3.
4.
Een beginnend vaktherapeut overweegt mogelijke doelstellingen, methoden en de haalbaarheid van behandeling en stelt een behandelplan op; Een beginnend vaktherapeut bespreekt het behandelplan met de cliënt en helpt bij het maken van een keuze voor de best mogelijke behandeling; Een beginnend vaktherapeut maakt met de cliënt werkafspraken met betrekking tot behandelfrequentie, tijd, aanwezigheid, verantwoordelijkheid, evaluatie, veiligheid, investering en financiën en legt deze zonodig vast in een contract; Een beginnend vaktherapeut rapporteert aan de cliënt, verwijzer, en (eventueel) het behandelteam over het vaktherapeutische behandelplan.
42 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Kerntaak 1.4 Een vaktherapeut voert het behandelplan uit en stelt dit bij. Deeltaken: 1.
Een beginnend vaktherapeut past de gekozen werkwijze, methoden, werkvormen en technieken toe om de behandeldoelen te bereiken, waarbij inzichtgevend-plus behandelingen in een behandelteam uitgevoerd worden; 2. Een beginnend vaktherapeut onderscheidt verschillende fasen in de therapie en stemt zijn interventies daarop af; 3. Een beginnend vaktherapeut bevordert met de cliënt een optimale inpassing van de vaktherapeutische behandeling in het dagelijks leven van de cliënt en in eventuele andere behandelonderdelen; 4. Een beginnend vaktherapeut heeft tijdens de vaktherapie voortdurend aandacht voor draagkracht/draaglast en veiligheid van de cliënt, de relatie van het behandelproces met de behandelafspraken en de relatie tussen duur en vorderingen in het behandelproces; 5. Een beginnend vaktherapeut bewaakt de opbouw van het behandelprogramma; 6. Een beginnend vaktherapeut legt het verloop van de vaktherapie schriftelijk vast, stelt dit ter inzage van de cliënt en bespreekt dit indien de cliënt dat wenst; 7. Een beginnend vaktherapeut stelt zonodig de behandeling tussentijds bij; 8. Een beginnend vaktherapeut betrekt zonodig met toestemming van de cliënt derden bij de vaktherapie en bevordert een optimaal verloop van de manier waarop hulpvrager en zijn omgeving eventuele instructies opvolgen; 9. Een beginnend vaktherapeut onderhoudt met toestemming van de cliënt contact met eventuele andere hulpverleners over afstemming en verloop van de behandeling; 10. Een beginnend vaktherapeut reflecteert op het eigen handelen tijdens het behandelproces, bespreekt dit zonodig met collega’s, vraagt advies en ondersteuning om evenwicht te bewaren tussen betrokkenheid en professionele distantie. Kerntaak 1.5 Een vaktherapeut sluit de behandeling af en evalueert met de cliënt het verloop van de behandeling. Deeltaken: 1.
Een beginnend vaktherapeut ondersteunt de cliënt in de afrondingsfase van de behandeling;
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 43
Hoofdstuk 2
2. 3.
4. 5.
Een beginnend vaktherapeut evalueert de vaktherapie met de cliënt volgens de behandelafspraken; Een beginnend vaktherapeut besteedt aandacht aan de nabije toekomst van de cliënt in relatie tot de behandeldoelen en bespreekt met de cliënt eventuele vervolgbehandeling en verwijzing; Een beginnend vaktherapeut verzorgt de eindrapportage ten behoeve van de verwijzer en (eventueel) het behandelteam; Een beginnend vaktherapeut draagt zorg voor passende dossiervorming.
Neventaak 1.1 Een vaktherapeut biedt begeleiding in het kader van diverse doelen Deeltaken: 1.
2.
3.
Een beginnend vaktherapeut kiest een vorm van begeleiding afhankelijk van de hulpvraag van de cliënt en diens mogelijkheden en de fase van de therapie. Hierbij gaat de vaktherapeut volgens dezelfde systematiek te werk als bij de behandeling van cliënten, aangepast aan de begeleidingsdoelen; Een beginnend vaktherapeut voert het begeleidingsplan uit en past daarbij vaktherapeutische methoden en technieken toe om bij de cliënt diverse doelen te bereiken, zoals activering en ontspanning; Een beginnend vaktherapeut evalueert met en rapporteert aan betrokkenen volgens vaktherapeutische systematiek.
Neventaak 1.2 Een vaktherapeut geeft voorlichting, trainingen en advies Deeltaken: 1.
2.
Een beginnend vaktherapeut biedt voorlichting en training aan en past daarbij vaktherapeutische methoden en technieken toe om bij cliënten(groepen) diverse doelen te bereiken, zoals stimulering in het functioneren (bijv. coaching of teambuilding); Een beginnend vaktherapeut geeft voorlichting en advies aan de cliënt / omgeving /(eventueel) behandelteam over het (zelf) kunnen toepassen van vaktherapeutische methoden en technieken.
Neventaak 1.3 Een vaktherapeut biedt preventie aan in het kader van het voorkomen van problemen. Deeltaken:
44 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
1. 2.
Een beginnend vaktherapeut stelt een primair of secundair preventieplan op; Een beginnend vaktherapeut voert het preventieplan uit en past daarbij vaktherapeutische methoden en technieken toe, om bij gezonde doelgroepen de kans op het optreden van stoornissen en/of beperkingen in het functioneren te verminderen, om bij risicogroepen stoornissen vroegtijdig op te sporen, of om bij de cliënt achteruitgang in het functioneren te voorkomen.
2. TAAKGEBIED ORGANISATIE Kerntaak 2.1 Een vaktherapeut werkt samen met andere disciplines in een behandelteam, afdeling, dienst of praktijk in het kader van een zorg/behandelplan. Deeltaken: 1. 2.
3.
4.
Een beginnend vaktherapeut verzorgt informatie omtrent het behandelaanbod aan cliënten, mantelzorgers en het behandelteam; Een beginnend vaktherapeut neemt deel aan inter-/multidisciplinaire overlegvormen ten behoeve van de cliënt; doet voorstellen omtrent bestaande vaktherapeutisch behandelvormen waarmee de beginnend vaktherapeut ervaring heeft als onderdeel van de totale behandeling; Een beginnend vaktherapeut rapporteert de vaktherapeutische bevindingen uit de diagnostische fase, het verloop van de vaktherapie en de evaluatie van de behandeling; Een beginnend vaktherapeut neemt deel aan werkoverleg om de vaktherapie af te stemmen met andere disciplines en met collega vaktherapeuten die actief zijn in de behandeling.
Kerntaak 2.2 Een vaktherapeut werkt samen met collega vaktherapeuten in een behandelteam, afdeling, dienst of praktijk Deeltaken: 1.
Een beginnend vaktherapeut levert bijdragen aan de onderlinge samenwerking door het bijwonen van intervisie en onderlinge consultatie.
Kerntaak 2.3 Een vaktherapeut beheert vaktherapeutische randvoorwaarden. Deeltaken
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 45
Hoofdstuk 2
1. 2.
Een beginnend vaktherapeut beheert met collega vaktherapeuten en/of in overleg met andere collega’s de therapieaccommodatie en materialen; Een beginnend vaktherapeut voert een administratie voor de eigen cliënten.
3. TAAKGEBIED PROFESSIONELE ONTWIKKELING Kerntaak 3 Een vaktherapeut ontwikkelt en onderhoudt de eigen beroepscompetenties Deeltaken: Een beginnend vaktherapeut: 1.
2. 3. 4.
5.
Een beginnend vaktherapeut bespreekt zijn beroepsmatig handelen ten aanzien van eigen kennis, kunde en attitude, plaats en functioneren als vaktherapeut door deel te nemen aan overlegvormen; Een beginnend vaktherapeut bespreekt zijn persoonlijke functioneren binnen de beroepsuitoefening door deel te nemen aan intervisie en supervisie; Een beginnend vaktherapeut verdiept zijn kennis door deel te nemen aan bijen nascholing, aansluitend op de eigen beroepspraktijk; Een beginnend vaktherapeut stelt zich op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen door deel te nemen aan studiedagen, symposia, congressen, cursussen e.d. welke in relatie staan tot het eigen vakgebied; Een beginnend vaktherapeut houdt vakliteratuur bij en integreert nieuwe ontwikkelingen in de eigen werkzaamheden;
4. TAAKGEBIED ONDERWIJS EN ONDERZOEK Kerntaak 4.1 Een vaktherapeut brengt kennis en ervaring over aan anderen. Deeltaken 1. 2. 3.
Een beginnend vaktherapeut geeft lezingen, presentaties of workshops over het eigen vakgebied binnen de eigen instelling; Een beginnend vaktherapeut begeleidt stagiaires van opleidingen in de vaktherapeutische beroepen tijdens het uitvoerende werk; Een beginnend vaktherapeut verzorgt op studiedagen, symposia en congressen lezingen, presentaties of workshops;
Kerntaak 4.2 Een vaktherapeut draagt bij aan onderzoek en ontwerpen van behandelingen. Deeltaken:
46 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
1.
2.
3.
Een beginnend vaktherapeut systematiseert gegevens ten behoeve van het verbeteren en ontwikkelen van behandelmethoden en behandeltheorieën die hij zelf toepast; Een beginnend vaktherapeut zet een kleinschalig praktijkgericht onderzoek op, participeert in praktijkgericht onderzoek of verstrekt gegevens voor onderzoek van anderen; Een beginnend vaktherapeut presenteert onderzoeksresultaten waarvoor hij verantwoordelijk is en werkt mee aan publicaties hierover in de vakliteratuur;
Kerntaak 4.3 Een vaktherapeut profileert de vaktherapeutische beroepen. Deeltaken: 1.
2. 3. 4.
5.
Een beginnend vaktherapeut ondersteunt de vertegenwoordigers en belangenbehartigers van de vaktherapeutische beroepen buiten de eigen organisatie; Een beginnend vaktherapeut verleent medewerking aan publicaties in vakbladen en andere gedrukte media of via internet; Een beginnend vaktherapeut levert bijdragen aan activiteiten van de eigen beroepsvereniging van vaktherapeuten; Een beginnend vaktherapeut werkt mee aan het ontwerpen van programma’s, producten of modules m.b.t. vaktherapie, die aansluiten bij de actuele vragen in de werkterreinen van de vaktherapeut; Een beginnend vaktherapeut werkt mee aan het ontwikkelen van methoden, werkvormen, technieken en richtlijnen m.b.t. vaktherapie om de kwaliteit van de therapeutische zorg te optimaliseren.
De 9 door de opleiding gehanteerde (wat breder geformuleerde) kerncompetenties zijn: Anticiperen Communiceren Samenwerken Methodisch handelen Handelen in het medium Innoveren Conceptueel en normatief handelen
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 47
Hoofdstuk 2
Leiding geven Zelfhantering Verdere informatie over de kerncompetenties staat op Blackboard (ELO) 2B.1.3 Structuur van het onderwijsprogramma CT Studiebelasting onderwijsprogramma De opleiding Creatieve Therapie Leeuwarden kent twee parallel lopende afstudeerrichtingen: Beeldend Vormen en Drama en voor de Verkorte Route ook Muziek. De afstudeerrichting wordt door de student voorafgaand aan de studie gekozen en wordt gedurende de gehele opleiding gevolgd. Tussentijds wijzigen van afstudeerrichting is in principe niet mogelijk zonder extra studieduur. De studiebelasting voor beide afstudeerrichtingen is gelijk, evenzo als grote delen van het curriculumaanbod. In ieder moduul krijgt zowel het mediumonderwijs, de methodiek, de vertaling van toepassingstaken in PGO en de Moduulopdracht per medium een specifieke plaats. Propedeuse De opleiding kent een eenjarige propedeuse (= het eerste studiejaar van de opleiding). Het propedeutische examen is de optelsom van alle onderdelen van het eerste studiejaar gezamenlijk. Is de gehele propedeuse behaald dan is de student geslaagd voor de propedeutische fase en ontvangt hij / zij het propedeutische getuigschrift. Over het geheel van de propedeutische fase kan de student maximaal twee studiejaren doen. Uitzonderingen hierop zijn mogelijk. (zie regeling Bindend Studieadvies) De studiebelasting van de propedeuse bedraagt 1680 uur en beslaat daarmee = 60 EC (1 EC = een studiebelasting van 28 uur). De functie van de propedeuse is oriëntatie, selectie en verwijzing. Zie daarvoor het onderdeel studie-/ leerprocesbegeleiding. Verkorte Route studenten kunnen geen propedeuse. Postpropedeuse De postpropedeuse (of ook wel hoofdfase genoemd) beslaat een normatieve studieduur van 3 jaar en omvat het tweede, derde en vierde studiejaar. In deze fase vindt de verdieping en specialisatie in het beroepsmatig handelen plaats. Het derde studiejaar is hierbij een stagejaar, waarin een gesuperviseerde stage gelopen wordt. De studiebelasting van de postpropedeuse bedraagt 5040 uur en beslaat daarmee = 180 EC. (Inclusief 30 EC’s voor de minors.)
48 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
De totale studiebelasting van de opleiding is 6720 uur = 240 studiepunten; bijgaand het overzicht per moduul en studiejaar. Het (afsluitend) examen is behaald indien alle onderdelen van de hoofdfase zijn behaald. Afstuderen Om in aanmerking te komen voor een getuigschrift moet de student, uiterlijk vier weken voorafgaand aan de Examencommissie vergadering waarin hij besproken wil worden, schriftelijk een aanvraag indienen. De student stuurt dan aan de Examencommissie een formulier (zie Blackboard (ELO)), waarin hij aangeeft dat het vereiste aantal studiepunten bijna is gehaald, met als bewijs de meest recente uitdraai van Progress. De student kan op dit formulier aangeven wanneer hij vóór de Examencommissie vergadering nog punten verwacht te behalen, met naam onderdeel, docent en datum verwachte uitslag. De Examencommissie controleert het studiepuntenoverzicht en fiatteert dit bij gebleken juistheid. Op die manier kan de student in die Examencommissie vergadering ‘passeren’ en vanaf dat moment is de student officieel geslaagd. Ieder jaar worden de studenten die zich in de afstudeerfase bevinden, van deze procedure schriftelijk op de hoogte gesteld (zie OER art. 13.2). 2B.2 Algemene en vrije studiepunten De algemene studiepunten (ASP) en de vrije studiepunten (VSP) worden toegekend aan studenten voor bepaalde activiteiten die naast de door de opleiding ingeplande activiteiten plaatsvinden en die bijdragen aan de ontwikkeling van de kerncompetenties. Sommige activiteiten worden vooraf door de opleiding bepaald (ASP), andere zijn geheel door de student zelf in te vullen (VSP). Deze punten vormen samen met de leerprocesbegeleiding de leerlijn zelfmanagement. Binnen de propedeuse heeft de regeling een duidelijke functie met betrekking tot het oriënterende, selecterende en verwijzende karakter van de propedeuse. In het tweede jaar zit er een duidelijke praktijkcomponent in deze activiteiten, met name ter voorbereiding op het derde jaar stage. Algemene Studiepunten zijn punten die toegekend worden voor leeractiviteiten in het kader van de eigen ontwikkeling van competenties van de student, buiten het reguliere lesprogramma om. Dit betekent dat de student zelf initiatieven onderneemt ter verkrijgen van deze punten. De opleiding hanteert echter wel vaststaande inhoudelijke criteria, die zijn opgenomen in de betreffende moduulboeken, zodat de kwaliteit en de tijdsbesteding toetsbaar zijn.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 49
Hoofdstuk 2
De invulling van de Algemene Studiepunten en de leerervaring die de student tijdens de werkzaamheden opdoet, zijn een integraal onderdeel van de Leerprocesbegeleiding en worden daarom opgenomen in het Pop/Portfolio. De student maakt zodoende inzichtelijk welke competenties hij heeft verworven door middel van activiteiten in het kader van de Algemene Studiepunten. De hantering van Vrije Studiepunten biedt de student de gelegenheid om op eigen initiatief voorstellen te doen om studiepunten te behalen met zelf (in overleg met de LPB-er) te bepalen studieactiviteiten op het gebied van opleiding en hulpverlening. De gekozen activiteiten worden aangegeven in het persoonlijk ontwikkelingplan, gekoppeld aan de daarmee te ontwikkelen competenties. Goedkeuring moet vooraf worden gegeven door de studieloopbaanbegeleider. In de portfolio wordt achteraf verslag gelegd van het leereffect van deze artisticiteit. Overzicht ASP/VSP Creatieve Therapie EC’s voor: Leerprocesbegeleiding = LPB Algemene studiepunten = ASP Vrije studiepunten = VSP (=ongelabelde alg. studiepunten) (cohort 2009 en ouder) Periode 1 Periode 2 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 4
LPB 2 (POP) ASP 1 (SSW) VSP-
LPB 1 portfolio ASP 2 (medium – praktijkonderzoek) VSP LPB 1 LPB Geen (stagewerkplan) (intervisie + VSP supervisie) VSP LPB 2 (pop en portfolio (HC aan 1e jaars) VSP -
2B.3 Overzicht modulen
50 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Periode 3 LPB 1 POP ASP 1 (medium – praktijkonderzoek) VSP 1 LPB 1 POP ASP – VSP 2 Geen (i.v.m minor moduul)
Periode 4 LBP 1 (portfolio) ASP – VSP 2 LPB 1 (portfolio) ASP 2 (werkweek/medium) VSPGeen (i.v.m. minor moduul)
Hoofdstuk 2
Er is in het volgende overzicht een kort overzicht per module gegeven. Het moduulboek is richtinggevend voor de inrichting van de module.
Module 1.1 Moduulcoördinator Studiebelasting
“Welkom in de wondere wereld van CT” Mevrouw H. Beers en mevrouw J. Kingma 420 sbu
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 51
Hoofdstuk 2
Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Werkvormen Literatuur
Toetsvormen
Toetsmomenten
15 EC (nadere onderverdeling staat in het moduleboek) Geen Periode 1 In deze module maken de studenten een (door)start met de oriëntatie op de opleiding CT en het beroep van de vaktherapeut. Door middel van hoorcolleges, PGO taken en practica krijgen en zoeken de studenten meer informatie over en inzicht in het door hen gekozen beroep. In deze module wordt de basis gelegd voor onderdelen en werkvormen die de student gedurende de opleiding aangeboden krijgt. PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen Moduulboek 1.1: ‘Welkom in de wondere wereld van CT’ (repro) Reader moduul 1.1 (Blackboard (ELO) Boeken van boekenlijst Deze module wordt afgesloten met presentaties en verslagen voor de verschillende programma onderdelen. Wordt bekend gemaakt in het lesrooster
Bijzonderheden
* De SSW is qua beoordeling en inhoud gekoppeld aan de eerste module. Aanwezigheid is daarmee verplicht.
Module 1.2
“Levensloop” De gezonde ontwikkeling van de mens en de relatie tot zijn omgeving.
52 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Werkvormen Literatuur
Toetsvormen Toetsmomenten
Module 1.3
Moduulcoördinator Studiebelasting
Mevrouw H. Beers en mevrouw J. Kingma 420 sbu 15 EC (nadere onderverdeling staat in het moduulboek) Moduul 1 CT ( eventueel via examencommissie gevolgd ook 1 SPH) Periode 2 Het centrale thema in deze module is inzicht verkrijgen in de gezonde ontwikkeling van de mens. Als basis wordt onderzocht welke de ‘normale’ ontwikkeling is van de mens en krijgt de student inzicht in zijn/haar eigen ontwikkeling en welke rol de omgeving daarin speelt. PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen, W.O, SPB. Moduulboek “Levensloop” (repro) Reader moduul 1.2 (Blackboard (ELO)) Boeken van boekenlijst Theorietoets, presentaties en verslagen voor de verschillende programma onderdelen. Wordt bekend gemaakt in het toetsrooster op Blackboard (ELO) en Intranet
“Gestoord” Stoornissen in de ontwikkeling en het gedrag van de mens Mevrouw H. Beers en mevrouw J. Kingma 420 sbu
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 53
Hoofdstuk 2
Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Werkvormen Literatuur
Toetsvormen
Toetsmomenten Bijzonderheden Module 1.4 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
54 STUDIEGIDS - DEEL 2
15 EC (nadere onderverdeling staat in het moduleboek) Moduul 1 en 2 CT (eventueel via examencommissie ook SPH) Periode 3 In 1.2 stond de ‘gezonde’ ontwikkeling van de mens centraal. In deze periode wordt gekeken naar stoornissen in de ontwikkeling van de mens en bijbehorende psychologische theorieën. Verschillende visies op hoe een mens zich ontwikkelt, op ziek en gezond gedrag, welke stagnaties kunnen optreden het ontwikkelen van de eigen visie op het ontstaan van gedrag komen aan de orde. PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen, W.O, SPB. Moduulboek 1.3: ’Gestoord?’ (repro) Reader moduul 1.3 (Blackboard (ELO)) Boeken van boekenlijst Theorietoets, presentaties en verslagen voor de verschillende programma onderdelen, actieve participatie, individuele schrijfopdracht. Wordt bekend gemaakt in het toetsrooster
“Doelgericht” Een oriëntatie op (be)handelen binnen CT Mevrouw J. Kingma en mevrouw H. Beers 420 sbu 15 EC (nadere onderverdeling staat in het moduleboek) 1.1,1.2,1.3 CT Periode 4 In deze module wordt er gewerkt vanuit de kennis van vorige modules m.b.t. de ontwikkeling van de mens en verschillende visies op ontwikkeling. Daarnaast maakt de student kennis met diagnosticeren, psychopathologie, ethiek en verschillende doelgroepen. De module heeft een
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Werkvormen Literatuur
Toetsvormen Toetsmomenten Module 2.1 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
onderzoeksmatig karakter, studenten gaan veel zelf op onderzoek naar literatuur en leren verbanden leggen tussen alle verschillende onderdelen van het werk van de vaktherapeut. PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen, W.O, SPB. Moduulboek 1.4: ‘Doelgericht’ (repro) Reader moduul 1.4 (Blackboard (ELO)) Boeken van boekenlijst Presentaties en verslagen voor de verschillende programma onderdelen. Wordt bekend gemaakt in het toetsrooster Creatief therapeutisch behandelen deel 1, de supportieve/othoagogische werkwijze Mevrouw H. van der Gijp 420 sbu 15 EC (nadere onderverdeling staat in het moduleboek) Geen; behaalde propedeuse is aanbevolen Periode 1 In deze module staat de behandeling volgens de supportieve/orthoagogische werkwijze. De module is een vervolg op module 1.4 waar de student leert om het klinisch redeneerproces toe te passen en een CT diagnose en behandeldoelen vast te stellen. Binnen de stage van moduul 2.2 zullen studenten veel te maken krijgen met deze supportieve/orthoagogische behandel-, begeleidingswijze. In het domeingericht onderwijs worden vanuit het werkveld hoorcolleges gegeven, gericht op verschillende doelgroepen en instellingen, waar deze behandel-, begeleidingswijze wordt toegepast. Special aandacht wordt besteed aan groepsdynamica en digitale dossiervorming. Binnen de opleidingsspecifieke methodiekpractica leert de student een supportieve/orthoagogiche
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 55
Hoofdstuk 2
Werkvormen Literatuur Toetsvormen
Toetsmomenten Bijzonderheden Module 2.2 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
56 STUDIEGIDS - DEEL 2
behandeling op te zetten en uit te voeren in gesimuleerde therapeut-cliënt situaties. De practica drama en beeldend vormen zijn zowel op de ontwikkeling van de mogelijkheden van de student gericht als op de toepassing in creatieve therapie. De SLB in het generieke onderwijsgedeelte is gebaseerd op het thema “werk maken van jezelf”. Via POP en Port Folio is de student in een voortdurende kwaliteitscyclus bezig met zijn (stage) loopbaan ontwikkeling.ing en bereidt de student zich voor op de oriëntatiestage in de volgende module. PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen Staat in het moduleboek aangegeven De module wordt afgesloten door een assessment, waarin de student vanuit de observatie een behandelprogramma ontwikkelt en uitvoert met de supportieve of ortho-agogische werkwijze Wordt bekend gemaakt in het toetsrooster
Praktijkstage Mevrouw E. Bouma 420 sbu 15 EC (nadere onderverdeling staat in het moduleboek) Moduul 2.1 gevolgd; behaalde propedeuse is aanbevolen Periode 2 Tijdens module 2.2 loopt de student 9 weken, 3 dagen per week, stage in een hulpverleningsinstelling of het speciaal onderwijs. De eerste studieweek van de module wordt besteed aan de stagevoorbereiding. De praktijkstage maakt integraal deel uit van het onderwijsprogramma, wat enerzijds gericht is op ondersteuning van de stage en anderzijds op beroepsverdieping. De student komt 1 dag per week terug op de opleiding. In de
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Werkvormen Literatuur Toetsvormen
Toetsmomenten
Bijzonderheden
Module 2.3 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Werkvormen Literatuur Toetsvormen Toetsmomenten Bijzonderheden
stage is de student m.n. gericht op een supportieve houding in de begeleiding van cliënten en het toepassen van mediuminterventies. Daarnaast wordt de organisatie en aldaar gehanteerde begeleidings/behandelingsvisie onderzocht Stage, Practica, trainingen, begeleidingsvormen intervisie en supervisie Staat in het moduulboek aangegeven Stageproducten o.a. visieonderzoek en evaluatieverslagen/gesprekken Reflectieverslag practicum medium/methodiek. Stageproducten en evaluatieverslagen worden in de moduul gepland met betrokkenen. Reflectieverslag practicum medium week 10. Voor studenten die stagelopen in het buitenland worden afspraken gemaakt met de betreffende docent over (de begeleiding van) alternatieve opdrachten. Creatief therapeutisch behandelen deel 2, de reeducatieve/reconstructieve werkwijze Mevrouw C. Visser 420 sbu 15 EC (nadere onderverdeling staat in het moduleboek) Moduul 2.1 en 2.2 gevolgd; behaalde propedeuse is aanbevolen Periode 3 In deze module leert de student werken met de re-educatieve / reconstructieve behandeling. Ook het leren omgaan met therapiegroepen is een belangrijk leeronderdeel van dit moduul PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen, W.O., lpb. Staat in het moduulboek aangegeven Theorietoets, assessment, presentaties en verslagen voor de verschillende programma onderdelen. Wordt bekend gemaakt in het toetsrooster Tijdens de methodieklessen wordt in een
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 57
Hoofdstuk 2
therapiegroep gesimuleerd. studenten experimenteren interventies in een groep. Module 2.4 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Werkvormen Literatuur Toetsvormen
Toetsmomenten Bijzonderheden
Module 3.1 t/m 3.4
58 STUDIEGIDS - DEEL 2
Hierin kunnen met (medium)
Professionalisering en actualiteit Mevrouw W. Wiersma en Dhr. D. Reedijk (SPH) 420 sbu 15 EC (nadere onderverdeling staat in het moduleboek) Behaalde propedeuse is aanbevolen Periode 4 De inhoud van deze module is voornamelijk gerelateerd aan de toekomst van de hulpverlening en de toekomst (tweede fase van de opleiding) van de student die hulpverlener wordt. De student krijgt inzicht in strategisch beleidsontwikkeling in organisaties en het starten van een eigen onderneming. Qua werkvormen wordt tijdens de module de overstap gemaakt naar projectmatig werken, een vorm die in het derde jaar en vierde jaar wordt gecontinueerd en aangescherpt, aangezien er dan met praktijkrelevante opdrachten gewerkt zal worden die door de werkvelden worden ingebracht. (CWS en behandelmoduul) Projectonderwijs, hoorcolleges, werkcolleges, practica, begeleidingsvormen, gastcolleges Staat in het moduulboek aangegeven Presentie en participatie Projectonderwijs, presentie en opdrachten practica, kennistoets, moduulopdrachten. Wordt bekend gemaakt in het toetsrooster Dit wordt samen met SPH gevolgd. PGO-groepen krijgen een gemixte samenstelling Jaarstage Creatieve therapie beeldend/drama. Semester 1: 1 Observatie & oriëntatie 2 Diagnostiek & start behandeling
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Semester 2: 3 Behandeling 4 Evaluatie & onderzoek (incl. start CWS) Mevrouw H. van der Gijp 420 sbu per periode 15 EC per periode (nadere onderverdeling staat in het moduulboek); in totaal 60 EC Behaalde propedeuse en tweede studiejaar (zie 2C3) Periode 1 t/m 4 Het derde studiejaar is een praktijkleerperiode (therapiestage), die drie dagen per week gedurende 10 maanden in een van de instellingen wordt doorgebracht, waar creatief therapeuten werkzaam kunnen zijn. De student leert zelfstandig te werken als beeldend therapeut of dramatherapeut. Vanuit de opleiding wordt de student begeleid door een supervisor en vanuit de instelling door een praktijkbegeleider. Wekelijks is er op de opleiding een terugkomdag met supervisie en ondersteunend medium/methodiek- en/of een therapeutische gespreksvaardigheden lesprogramma. Eén dag werkt de student aan stageopdrachten en in de tweede helft van de stage aan het Contractwerkstuk, wat afgerond wordt in het vierde jaar. Een aantal onderzoekslijnen zijn door de opleiding geformuleerd in samenwerking met het lectoraat. In het stagejaar, dat uit 10 maanden bestaat, zijn vier perioden te onderscheiden, waarin een bepaald thema van de behandeling met bijbehorende periodedoelen centraal staan. De student formuleert leerdoelen voor elke periode gericht op stage en supervisie. In de stage-instelling, de praktijkbegeleiding, supervisie, de terugkomdag en met stageopdrachten ontwikkelt de student zijn/haar competenties. Stageopdrachten zijn bijvoorbeeld het maken van een therapie procesverslag en het uitvoeren van een workshop binnen de instelling.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 59
Hoofdstuk 2
Werkvormen
Literatuur Toetsvormen
Toetsmomenten Bijzonderheden
60 STUDIEGIDS - DEEL 2
Aan het eind van elke periode worden de behaalde competenties en leerdoelen geëvalueerd en beoordeeld. De volgende perioden zijn te onderscheiden: Periode 1: Oriëntatie en observatie Periode 2: Diagnostiek en start behandeling Periode 3: Behandeling Periode 4: Evaluatie en onderzoek Praktijkbegeleiding en supervisie/intervisie Practicum medium, methodiek en therapeutische gespreksvoering HC en WC CWS begeleiding Staat in het moduulboek aangegeven Stage evaluatieverslag en supervisie evaluatieverslag. Na periode 1 en 3 vindt een kleine evaluatie plaats. Halverwege het jaar en aan het einde van de stage bezoekt de supervisor de instelling voor de tussentijdse en eindevaluatie/beoordeling. Reflectieverslag practicum medium Actieve participatie methodiek Verslag therapeutische gespreksvoering CWS werkplan Bij een voldoende tussentijdse beoordeling van de stage, de supervisie en de practica behaalt de student 30 EC, bij een voldoende eindbeoordeling 30 EC: in totaal 60 EC. Indien alleen de stage of supervisie met voldoende beoordeeld wordt, zal de helft van de studiepunten behaald worden. Januari en juni Zie stagegids o.a. voor beoordeling- en voorgangscriteria. Studenten die stage lopen in het buitenland krijgen vooraf een aangepast lesprogramma. CWS: Dit praktijkgericht onderzoek kan uitgevoerd worden ten dienste van de instelling waar stage gelopen wordt, maar de student kan ook kiezen om het CWS uit te voeren in opdracht van het lectoraat/ de kenniskring van de opleiding.
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Module 4.1 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Werkvormen Literatuur Toetsvormen
Toetsmomenten Bijzonderheden
Module 4.2 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Moduulinhoud
Project “Behandelen volgens plan” Dhr. J. v.d. Zwaag 420 sbu 30 EC voor 4.1 + 4.2 samen (nadere onderverdeling staat in het moduleboek 4.1/4.2) Behaalde stage Periode 1 en 2 als semester - Integratie stage-ervaringen in vorming beroepsidentiteit. - Vervolg proces ‘persoonlijke ontwikkeling in het medium’. - Vervolg proces ‘persoonlijke ontwikkeling in methodiek’. - Vervolgproces CWS: literatuurstudie & methode dataverzameling, inleiding, probleemstelling, methode, theoretische inbedding. - Het maken van een persoonlijk ontwikkelplan voor het laatste studiejaar. Hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen, leerprocesbegeleiding Staat in het moduulboek aangegeven - Verzorgen van voordrachten over de stage aan 1e jaars - Mediumwerk & mediumwerkplan - Methodiek Wordt bekend gemaakt in de moduulgids
Vervolg op 4.1 Dhr. J. v.d. Zwaag 420 sbu 30 EC voor 4.1 en 4.2 samen (nadere onderverdeling staat in het moduleboek 4.1/4.2) moduul 4.1 gevolgd. Medium & methodiek: evaluatie van 4 jaar
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 61
Hoofdstuk 2
Werkvormen Literatuur Toetsvormen
Toetsmomenten Bijzonderheden
mediumwerk, actief en reflectief, ten dienste van het beroep ‘creatief therapeut’ Afronden CWS: data-analyse, beschrijving resultaten; terugkoppeling naar vraagstelling; trekken van conclusie(s); discussie; presentatie van de portfolio hoorcolleges, werkcolleges, practica en andere begeleidingsvormen Staat in het moduulboek aangegeven - (Presentatie) Contractwerkstuk -Medium eindpresentatie & mediumverantwoording - (Presentatie) behandelmoduul Wordt bekend gemaakt in de moduulgids
De opleiding Creatieve Therapie biedt twee Trainer/Trainingsacteur en Beeldende Praktijken.
Module 4.3 en 4.4 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde
Aangeboden in Moduulinhoud
specifieke
minoren
aan:
Trainer/ trainingsacteur Mevrouw C. Visser 360 sbu 15 EC Affiniteit of uitdaging zien in het werken met drama. Vaardigheden in het omgaan met mensen/groepen moduul 3 en 4 De module biedt een verkenning, een oriëntatie, zowel theoretisch als praktisch op het steeds meer uitbreidende beroepsveld van het TRAINEN. Het beroep van trainer of trainingsacteur heeft overeenkomsten met het beroep van hulpverlener, maar vraagt ook een aantal heel specifieke competenties. Een trainer is iemand, die in korte tijd de deelnemers aan de training, kennis en vaardigheden
62 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Werkvormen Literatuur Toetsvormen Toetsmomenten
Module 4.3 en 4.4 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
bijbrengt op een bepaald terrein. De deelnemers aan een training hebben een leervraag, geen hulpvraag. Een trainingsacteur is iemand die tijdens trainingen wordt ingezet om tijdens rollenspelen de rol van tegenspeler op zich te nemen. In het keuze module kun je je gaan oriënteren op bovenstaande taken en beroepen. Behalve theorie en informatie is het werken in de praktijk via een leerbedrijf een onderdeel van dit module. practica, leerbedrijf diverse literatuur over trainen via een literatuurpracticum literatuurpresentatie, logboek, assesment verdeeld in het moduul. Assessment in de laatste week. Beeldende Praktijken Ineke Boschloo 420 uur 15 EC minimaal 2 jaar HBO Moduul 3 en 4 De minor Beeldende Praktijken is ontwikkeld binnen de opleiding Creatieve Therapie, maar is bestemd voor alle studenten die zich willen professionaliseren in beeldende richting en die beeldende werkvormen willen inzetten binnen hun toekomstige coachings-, zorg-, lesof therapiepraktijk. Door de associatieve werkwijze en de speelse omgang met beeldende middelen vergroten zij hun creativiteit en improvisatievermogen en ontwikkelen ze zich tot vindingrijke professionals die creatieve processen weten te stimuleren bij degenen die aan hun leiding en zorg worden toevertrouwd. In de eerste helft van de minormodule worden
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 63
Hoofdstuk 2
workshops aangeboden: schildertechnieken (aquarel, acrylverf, olieverf, gemengde technieken; taal en beeld (tekst in combinatie met grafische technieken: vlakdruk en hoogdruk); ruimtelijke werkvormen (boetseren, construeren, beeldhouwen, sociale sculptuur). In week 5 staan een aantal excursies op het programma. Studenten zoeken naar inspiratiebronnen voor hun specialisatie - tijdens kunstexcursies; - door kunstboeken te bestuderen en - door ateliers of tentoonstellingen te bezoeken. In de laatste vier weken van de minormodule gaat het om specialisatie en verdieping. Studenten maken nu een serie werkstukken binnen een werkvorm naar keuze. Op basis van de eigen beeldende ervaringen wordt in multidisciplinair samenwerkingsverband doelgericht aanbod ontwikkeld voor onderwijs-, zorg- en therapiepraktijk. Werkvormen Literatuur Toetsvormen
Toetsmomenten
Practica, Open Atelier, Begeleiding Werkcolleges Ad libitum (literatuurlijst moduulboek) Presentatie van beeldend werk Verslag: beeldanalyse Praktijkopdracht: uitvoering in teamverband Presentatie in week 9 Verslag beeldanalyse in week 6 Praktijkopdracht: week 7
Daar naast kan gekozen worden voor minoren van ander opleidingen: Jeugdzorg 1 en 2 SPH aanbod/moco Ina Smit aangeboden in periode 3 en 4 aantal EC= 30 Kinder- en Jeugdpsychiatrie (KJP) SPH aanbod/moco Jan Offereins aangeboden in periode 3 en 4 aantal EC= 15 Network analysis SPH aanbod/moco Marinus Spreen aangeboden in periode 3 en 4 aantal EC= 15
64 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
en
Hoofdstuk 2
Preventie aangeboden in periode 3 en 4 Open minor Projectopdracht aangeboden in periode 3 en 4 Humanitarian 1 + 2 de student volgt dit in periode 3 en 4 Leiderschap aangeboden periode 1 en 3 Healthy Careers aangeboden in periode 4 Sociale Innovatie aangeboden in periode 3 en 4 Drama, Kunst en Educatie aangeboden in periode 1 Kunst en Cultuur management aangeboden in periode 3 Ondernemerschap iets voor jou? aangeboden in periode 4 Exchange aangeboden in periode 3 en 4
SPH aanbod/moco Ina Smit aantal EC= 15 CT aanbod aantal EC= 15 IHM/CT/SPH aanbod/moco Klasien van der Deen aantal EC= 30 per. 4 in Zuid Afrika aanbod SPH/moco Adriaan Bekman aantal EC= 15 P&A met CT en SPH aanbod aantal EC= 15 ISM aanbod aantal EC= 15 Pabo aanbod aantal EC= 15 VM aanbod aantal EC= 15 SB/RM aanbod aantal EC= 15 aantal EC= 15 of 30
Reguliere modulen en flexibele studieonderdelen De opleiding Creatieve Therapie is een ongedeelde opleiding, dwz. dat er in het curriculum geen differentiaties worden aangeboden. De student kan zich zelf via verschillende onderdelen, in het aanbod specialiseren in de richting van zijn keuze. Dit kan de student doen middels het volgen van een keuzemoduul (minor), het maken van eigen mediumpresentaties, in het schrijven van werkstukken en vrije studiepunten (zie 2B2). Creatieve Therapie, De verkorte studieroute (VR) Schematisch overzicht van de opleidingstructuur. Semesters Onderdeel 1ste semester de voorbereiding
STENDEN hogeschool
Inhoud PGO Medium Methodiek Leerprocesbegeleiding
– CREATIEVE THERAPIE 65
Hoofdstuk 2
2e semester
Stage Periode 1 en 2 16 uur per week
Supervisie Medium Methodiek
3e semester
Stage Periode 3 en 4 16 uur per week
Supervisie Medium Methodiek
4e semester
Professionalisering
Medium Onderzoek: CWS Methodiek: Producttypering leerprocesbegeleiding
5e semester
Afstuderen
Examens afronden t.a.v. CWS Medium Methodiek
Gemiddelde studiebelasting bedraagt 24 uur per week gedurende de gehele opleiding. alle verkorte routes (Beeldend Vormen, Drama en Muziek) op de maandag.
Meer informatie over de verkorte route kun je vinden onder 2C.4.
66 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
2C
Studievorderingsbeleid
2C.1 Toelatingsbeleid Toelaatbaar tot de opleiding Creatieve Therapie zijn kandidaten met een HAVO -, VWO-, of MBO-4 diploma. Ook studenten met een VWO- of HAVO-diploma “oude stijl” zijn toelaatbaar. Daarnaast kan men toegelaten worden indien men een propedeutisch getuigschrift heeft van een instelling voor hoger onderwijs, een diploma van een hogeschool dan wel universiteit, een door de minister aangewezen getuigschrift al dan niet in Nederland afgegeven of een door het College van Bestuur aangewezen getuigschrift. Aangezien door de minister geen aan CT verwante opleidingen in het MBO zijn aangewezen, betekent dit dat studenten met een MBO diploma als regel niet versneld de opleiding kunnen volgen. Duitse studenten zijn toelaatbaar met Abitur of (Fach)hochschulreife. Eisen Vakkenpakket Er worden geen eisen aan het vakkenpakket van de vooropleiding gesteld. Je bent dan ook toelaatbaar met alle profielen. Het is echter wel aan te raden om enige voorkennis van Biologie en Expressievakken te hebben. Het vak Engels is belangrijk omdat je in de opleiding o.a. Engelstalige literatuur krijgt aangeboden. Aanvullende eisen De opleiding Creatieve Therapie is gerechtigd de toelating van studenten te laten plaatsvinden op basis van een selectie. Het gewenste eindniveau van de student in het kunstzinnig medium van zijn keuze is dermate hoog, dat reeds voor aanvang van de studie eisen aan het ingangsniveau van de student kunnen worden gesteld. De opleiding geeft hieraan gestalte door het organiseren van selectie bijeenkomsten voorafgaand aan de opleiding. Een student hoeft geen gekwalificeerd beeldend kunstenaar of dramaturg te zijn. Verwacht wordt wel dat hij zich op een breed gebied kunstzinnig kan uiten, daaraan vorm kan geven en op daarbij behorende ervaringen kan reflecteren. Studenten die voor de verkorte route in aanmerking willen komen, volgen een aparte (zwaardere) selectie (assessment) of EVC procudure. (zie intranet) Tot de toelating wordt besloten door de Examencommissie op grond van de selectie of EVC procedure. 21+ regeling Studenten ouder dan 21 die niet voldoen aan de eisen van vooropleiding kunnen via een toelatingsexamen worden toegelaten. Zij kunnen hiertoe een verzoek indienen bij de opleiding. Deze draagt zorg voor dat de gegevens van deze
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 67
Hoofdstuk 2
aspirant-student bij degene van de Stenden hogeschool die met de uitvoering van het toelatingsexamen is belast, terecht komt. Voor de aspirant-student zijn aan dit toelatingsexamen kosten verbonden (zie ook Vrijstellingen 2C.3). De eisen waaraan een kandidaat moet voldoen, zijn beheersing van het Nederlands en een algemeen denkniveau op Havo-niveau. 2C.2 Toelatingseisen voor de hoofdfase Gezien de opbouw van het curriculum zijn er eisen vastgesteld voordat een student kan doorstromen naar het volgend jaar. 2C.2.1 Toelatingseisen tot de hoofdfase van het curriculum Voor studenten die zonder vrijstelling op 1 september zijn gestart met de studie geldt: Alle studenten in de propedeuse krijgen in juli een bindend studieadvies. Je krijgt een positief studieadvies als je 60 EC hebt gehaald. Je krijgt een voorlopig positief studieadvies als je 42 EC of meer hebt gehaald (maar minder dan 60) en alle mediumonderdelen voldoende hebt afgerond. Bij minder dan 42 EC of als je niet alle mediumonderdelen hebt gehaald, krijg je een negatief studieadvies. Studenten met een voorlopig positief studieadvies moeten aan het einde van het tweede jaar van inschrijving hun propedeuse hebben gehaald, anders krijgen ze aan het einde van het studiejaar een negatief studieadvies met afwijzing. Er bestaat een mogelijkheid tegen het BSA bezwaar aan te tekenen. Dit staat aangegeven in de (bijlage van) de brief. Studenten die individueel vrijstellingen hebben gekregen Met deze studenten worden apart afspraken gemaakt omtrent de norm waaraan zij voor de propedeuse dienen te voldoen (zie ook Vrijstellingsbeleid 2C3). Deze worden ter vaststelling voorgelegd aan de examencommissie. Zorg ervoor dat adreswijzigingen tijdig worden doorgegeven via studielink! Bijzondere omstandigheden Als er bijzondere omstandigheden zijn waardoor je niet voldoet aan de voorwaarden voor een (voorlopig) positief advies, kan hiermee rekening worden gehouden. Maar dat gebeurt alleen als je de bijzondere omstandigheid hebt gemeld aan je studieloopbaanbegeleider en aan een studentendecaan en als je vóór 1 juni bij de examencommissie een schriftelijk verzoek hebt ingediend om rekening te
68 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
houden met de bijzondere omstandigheid. De examencommissie neemt een besluit, mede op basis van het advies van de studieloopbaanbegeleider. De student heeft in het studievoortganggesprek de mogelijkheid om de eigen resultaten en voortgang in te brengen. De adviezen worden via een waarschuwingsbrief (rond maart), en een uiteindelijk advies - eventueel met ontbindende clausule (uiterlijk 31 juli) uitgebracht. De precieze regeling over het bindende studieadvies vind je in het studentenstatuut deel 1. Er zullen extra informatiebijeenkomsten georganiseerd worden door het decanaat bij aanvang van de studie. De student dient zich onder alle omstandigheden te realiseren dat inschrijving voor elk jaar na het eerste voor de duur van het gehele studiejaar is. De student is dan kortom verplicht voor het gehele jaar het collegegeld te betalen. Zie voor de exacte voorwaarden Regeling Studieadvies in Studentenstatuut deel I art. 9A. Ten behoeve van het bindend studieadvies (BSA) en de studievoortgang hier nog eens extra de zaken op een rijtje: Minder dan 42 EC Ontvang je in juli een negatief studieadvies met ontbindende clausule omdat je de 42 EC nog niet behaald hebt, dan word je nog wel in de gelegenheid gesteld (zie dan de toetsmomenten op het Jaartoetsrooster) om alsnog voor 1 september de 42 EC te behalen. Heb je vervolgens op 1 september alsnog minder dan 42 EC behaald dan ontvang je een negatief studieadvies dat bindend is; je kunt de studie niet voorzetten. 42 EC of meer en minder dan 60 EC Is deze situatie per 31 juli of 1 september op jou van toepassing dan ontvang je van de examencommissie een voorlopig positief studieadvies en ben je verplicht gedurende het tweede studiejaar alsnog de propedeuse in zijn geheel (=60 EC) te behalen. Lukt jou dat niet dan ontvang je alsnog aan het eind van het tweede studiejaar een negatief studieadvies met afwijzing. Met 42 EC kun je al wel starten met je studie in de hoofdfase van de opleiding; je start dan gewoon met het tweede studiejaar. Voor je organisatie en planning betekent het evenwel dat je goed het Jaartoetsrooster e.d. in de gaten moet houden/ moet controleren wanneer de verschillende toetsmomenten zijn van de ontbrekende propedeuseonderdelen die je nog moet behalen.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 69
Hoofdstuk 2
60 EC Heb je per 31 juli of vóór 1 september 60 EC behaald dan geldt voor jou dat je aan alle onderdelen van de propedeuse hebt voldaan, je bent geslaagd voor de propedeuse en je ontvangt een positief studieadvies. Toelatingseisen binnen de hoofdfase van het curriculum 1. Voordat moduul CT 2.4 gevolgd kan worden moeten de modulen CT 2.1, CT 2.2 en CT 2.3 zijn gevolgd. 2. De jaarstage in het derde studiejaar wordt gestart in moduulperiode. Toelatingseisen tot de jaarstage Studenten in het reguliere voltijd programma dienen voor het starten van de stage te voldoen aan de volgende criteria. Indien student hier niet aan voldoet kan de stage mogelijk met een jaar uitgesteld worden. De eisen* zijn: Propedeuse diploma hebben behaald. Voldoende beoordeling voor de modulen 2.1 t/m 2.4 (uitgezonderd maximaal 2 van de 3 theorietoetsen). Kopie van Progress als bewijs met toelichting bij de niet gehaalde onderdelen. Ingevuld formulier inschrijving supervisie tijdig hebben ingeleverd (zie voor verdere mededelingen Blackboard (ELO) en/of de stagegids). * Studenten die niet alle moduulopdrachten van het 2e jaar hebben behaald, kunnen in het eerste semester in het nieuwe studiejaar de opdrachten herkansen. Daarna volgt dan deelname aan de minor modulen. De student dient de deelname aan te vragen bij de examencommissie als een speciale, aangepaste leerroute. (Voor intekening melden bij teamleider Wietske Wiersma). In het daarop volgende studiejaar kan de student dan instromen in de stage. Tot slot kan de student afstuderen in het daaropvolgende semester (jaar 4). 3. Voordat de specifieke CT modulen in het vierde studiejaar gevolgd kunnen worden moet de jaarstage met voldoende beoordeling zijn afgerond. Voor een jaarstage in het buitenland geldt dat alle onderdelen vanuit het 2de jaar met voldoende beoordeeld moeten zijn (eventueel met uitzondering van de schriftelijke toets van 2.4.) De student schrijft een motivatiebrief a.h.v. gegeven items. De student moet een positief advies hebben van zijn LPB-er, mediumdocent en stagecoördinator.
70 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
2C.2.2 Regeling van het studieverloop bij stageverlenging in het derde jaar Voordat met het afstuderen in jaar 4 (eerste semester) kan worden gestart, dient de jaarstage met voldoende te zijn afgerond. Bij stageverlenging stelt de student een plan voor stageverlenging op, na overleg met de stagecoördinator Hannie van der Gijp. Als de verlenging van de stage maximaal een semester betreft, kan de student aansluitend twee minoren volgen. Tijdens de stageverlenging kan student deelnemen aan het CWS begeledingsprogramma van het 4e jaar. 2C.3 Vrijstellingen voor het reguliere voltijds programma Indien de student op grond van officiële documenten (zoals diploma’s, certificaten) kan aantonen, dat hij relevante onderdelen van het curriculum zich reeds heeft eigen gemaakt, kan hij een verzoek tot vrijstelling indienen bij de examencommissie van de opleiding. Beslissingen hierover worden op basis van een zorgvuldige afweging in elk individueel geval genomen op grond van een vergelijking tussen de moduuldoelstellingen en inhouden enerzijds en de hiermee vergelijkbare aantoonbaar aanwezige competenties anderzijds.
Toelichting Procedure Vrijstellingen Het initiatief tot het verkrijgen van vrijstellingen van modulen op basis van voorkennis en/of werkervaring ligt bij de (aspirant) student. De (aspirant) student dient een verzoek in bij de opleiding via het opleidingssecretariaat. Bij de voorlichting zijn aanvraagformulieren aanwezig. Aanvraagformulieren worden doorgegeven aan de intakecommissie. Een lid van de intakecommissie neemt contact op met de aspirant-student en maakt een afspraak voor een gesprek. De aspirant-student zorgt voor bewijslast1 van voorkennis en/of werkervaring. Tijdens het gesprek licht de intaker de procedure toe. De aspirant-student wordt gevraagd een toelichting op zijn verzoek en de meegebrachte bewijslast te geven. Wanneer het gaat om vrijstellingen, gaat het er in de toelichting2 op de bewijslast niet zozeer om wat de aspirant-student heeft 1
2
de bewijslast kan bestaan uit: (gewaarmerkte kopie van) diploma, computeruitdraai van cijferlijsten, Studentenstatuut deel 2, werkgevers-verklaringen, referenties, verslag functioneringsgesprek, .... Bij de beoordeling van de bewijslast wordt gelet op: authenticiteit, actualiteit, relevantie, kwantiteit, variatie
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 71
Hoofdstuk 2
gedaan maar met name om wat de aspirant-student ervan heeft geleerd; in termen van vaardigheden, competenties, kennis. Vervolgens relateert de intaker deze verworven competenties aan het onderwijsprogramma (eindtermen, modulen). In overleg met de aspirant-student wordt besloten of het zinvol is om een voorstel voor vrijstellingen in te dienen bij de examencommissie. Zo ja, dan wordt in samenspraak een voorstel gemaakt voor vrijstellingen en het te volgen studietraject (zie bijgevoegde tabel). De examencommissie beoordeelt het voorstel voor vrijstellingen en het te volgen studietraject in samenhang met de bewijslast; de examencommissie keurt het voorstel goed of af. Het secretariaat van de examencommissie stelt de aspirantstudent schriftelijk op de hoogte van de beslissing van de examencommissie. Indien het voorstel wordt goedgekeurd wordt een studieloopbaanbegeleider toegewezen; deze wordt geïnformeerd over het studietraject van de student. Om de vrijstellingen in werking te zetten zorgt de student ervoor dat het studentensecretariaat de volledige bewijslast ontvangt in de vorm van (gewaarmerkte) kopieën. Na goedkeuring wordt de bewijslast in het dossier van de student bewaard en worden de vrijstellingen in Progress verwerkt. De student neemt contact op met de studieloopbaanbegeleider om een afspraak te maken voor een gesprek over het opstarten van de studie, de begeleiding, over inpassing in het rooster, hoe de kennismaking met de opleiding en de groep zal worden georganiseerd en hoe de betrokken docenten worden geïnformeerd over het te volgen studietraject.
72 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
2C.4 Creatieve Therapie, de verkorte studieroute (VR) De Verkorte Route Creatieve Therapie wordt aangeboden aan mensen die aan de volgende toelatingseisen voldoen: relevante, persoonlijke en actuele aantoonbare ervaring met het gekozen medium (Drama, Beeldend Vormen of Muziek) van tenminste 150 uur En een HBO-opleiding op het gebied van welzijn, kunst of onderwijs hebben en minimaal 2 jaar relevante werkervaring; Of een MBO opleiding op het gebied van welzijn, kunst of onderwijs hebben en relevante werkervaring in de hulpverlening van minimaal 5 jaar. Alle kandidaten dienen aan een daarvoor aangepaste selectie en assessment deel te nemen. Indien een kandidaat niet (volledig) aan bovengenoemde criteria voldoet, kan een EVC-procedures gevolgd worden (zie www.stenden.com). Tot toelating wordt besloten door de Examencommissie. Op basis van de door hen elders verworven competenties is er een speciaal programma ontwikkeld met een collectieve (gelabelde) vrijstelling, waardoor de studie in totaal 2 ½ jaar duurt. Lessen worden geconcentreerd op één vaste dag per week. Alle VR opleidingen die in 2011 starten, hebben hun lesdag vanaf september op de maandag. Voor de lopende cohoren: VR Drama is de lesdag op maandag, voor VR Muziek op woensdag en voor de VR Beeldend op vrijdag. De coördinatoren van Beeldend Vormen zijn Dhr. Sjaak Sophie en Mw. Mimy ter Braak, de coördinator van Drama is Mw. Joke Falter en de coördinator van Muziek is Dhr. Ton Turkenburg. De VR Beeldend start jaarlijks met een nieuwe groep studenten. De VR Drama eens per twee jaar. VR Muziektherapie start jaarlijks, mits er een groep van 12 studenten is. Het schematisch overzicht van de opleidingsstructuur kun je vinden onder 2B.3. 2C.5 Jaartoetsrooster Het jaartoetsrooster wat is vastgesteld door de examencommissie wordt gepubliceerd op Blackboard (ELO) en intranet. Toetsingen van de modulen vinden plaats in de laatste week van de moduul. Herkansingen kunnen in studieweken of ‘s avonds plaatsvinden. 2C.6 Toekenning en verwerking van studiepunten Voor de verschillende modulen in het curriculum worden studiepunten toegekend. Verwerking van de studieresultaten geschiedt als volgt:
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 73
Hoofdstuk 2
1.
Alle uitslagen van de moduultentamenonderdelen worden door de verschillende docenten aangeleverd aan de betreffende coördinatoren (moduulcoördinatoren en stagecoördinatoren). 2. De uitslagen van de Jaarstage worden verwerkt door de stagecoördinator. 3. De resultaten van de verschillende onderdelen die vallen onder de Algemene Studiepunten worden via de studieloopbaanbegeleider doorgegeven aan de moduulcoördinator. 4. De coördinatoren verwerken de gegevens en passen daarbij de in ieder moduulboek vermelde regeling rond het moduultentamen toe. 5. De gegevens worden verwerkt in Progress, het studievolgsysteem van de hogeschool. 6. Daarbij worden in eerste instantie de voorlopige uitslagen bekend gemaakt. 7. De examencommissie stelt uiteindelijk de uitslagen vast en kent studiepunten toe. 8. Wanneer het resultatenoverzicht fouten bevat dan neemt de student binnen een periode van 4 weken na publicatie op Progress eerst contact op met de (moduul)coördinator van het betreffende onderdeel om de aard van de fout te bekijken en zonodig direct te laten herstellen. (zie OER 12.1) 9. Wanneer het resultatenoverzicht aanleiding geeft tot vragen met betrekking tot de studievoortgang dan neemt de student eerst contact op met zijn / haar eigen studieloopbaanbegeleider (of LPB-er). 10. Studenten kunnen via intranet toegang krijgen tot hun resultaten op Progress. In alle gevallen geldt dat de examencommissie de studieresultaten vaststelt en studiepunten toekent. Bezwaar Wanneer een student bezwaar wil maken tegen (een of meer) vragen in een tentamen, dient hiertoe een formulier te worden ingevuld en ingeleverd bij de toetscommissie (zie formulier op Blackboard (ELO) onder Examencommissie). Het is dus niet mogelijk digitaal bezwaar te maken (zie hiervoor OER 17.2). NB: De vaststelling, verwerking en vervolgens bekendmaking van de einduitslagen van modulen kent vanwege de procedure een termijn van drie weken. Zelf je studieresultaten bekijken op Progress? Progress kun je bereiken via CHNet (binnendoorweggetjes of onder 'P' van je relatienummer en het password dat je per brief hebt ontvangen. Heb je geen brief
74 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
ontvangen of ben je je password kwijt? Dan kun je via bovengenoemde site een (nieuw) password aanvragen. Op de site van Progress op CHNet vind je nadere informatie, waaronder een korte gebruikshandleiding en FAQ.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 75
Hoofdstuk 2
2D De Opleidingsexamenregeling opleiding CT 2011/2012 Informatie over het Examenreglement, het Protocol Toetscondities en het Protocol Plagiaat zijn te vinden in het Studentenstatuut. Deze opleidingsexamenregeling (hieronder afgekort als OER) geldt voor de opleiding Creatieve Therapie (voltijd en verkorte route) en is een verbijzondering van het Stenden-Examenreglement 2011/2012(hieronder afgekort als ER), dat in het geheel afgedrukt staat in het Studentenstatuut deel 1. Waar in het ER sterretjes staan bij een artikel(lid), wordt aan de opleidingen – binnen het gestelde kader - de mogelijkheid geboden het betreffende onderwerp te verbijzonderen in de opleidingsexamenregelng in de studiegids van de opleiding. Overal waar hieronder artikelnummers staan zónder de nadere specificatie OER, zijn de regels uit het Examenreglement uit Studentenstatuut deel 1 onverkort van toepassing. Doel: Het doel van de opleidingsexamenregeling is het regelen van de algemene gang van zaken met betrekking tot de tentamens en de voortgangscontrole. Artikel 1 CWS Moduulperiode
Minor
VoortgangStoets
Begripsbepalingen : contractwerkstuk : Een periode van 9 schoolweken, waarin de lessen en toetsing m.b.t. één module worden verzorgd. Vakantie en Studieweken tellen hierin niet mee, behalve in de stageperioden. In de stageperioden worden alle weken, inclusief de studieweken aangemerkt als schoolweken. : Betreft dat deel van de opleiding dat gericht is op beroepsafgeleide competenties dan wel inhoudelijke verdieping. Een minor heeft minimaal een omvang van 15 EC. : Een toets op eindniveau van de opleiding met een verschillend niveau van slagen voor elk studiejaar.
Artikel 2 Deelname aan het examen OER 2.1 Indeling van studenten in de te volgen modulen. Lid 1 De student wordt automatisch ingedeeld voor de regulier te volgen modulen. Aan het begin van het studiejaar kan de student de jaarplanning van de modulen vernemen uit het Studentenstatuut deel 2 van de opleiding.
76 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Lid 2 Een student die zich wil aanmelden voor een niet-behaald moduul dient dit te doen bij de moduulcoördinator van de opleiding. Lid 3 Een student dient zich tijdig voor de minor aan te melden via het hogeschoolbrede aanmeldprogramma via intranet. Lid 4 Indien een student een keuze-onderwijseenheid volgt bij en andere opleiding dan waarvoor hij staat ingeschreven, hebben de regels vanuit het eigen Onderwijs- en Examenreglement voorrang boven die van de gastopleiding. OER 2.2 Als een student besluit zich tijdelijk uit een moduul terug te trekken, dan dient hij/zij dat schriftelijk kenbaar te maken aan de moduulcoördinator voorafgaand aan de moduultoets en andere toetsvormen van dat moduul (zie ER 2.2.). Tevens dient de student de studieloopbaanbegeleider hieromtrent te informeren. Artikel 2A Benoeming examencommissie OER 2A Het bevoegd gezag benoemt op schriftelijke voordracht van de head of school, gehoord de examencommissie, van iedere bachelor- en masteropleiding de leden van de examencommissie Artikel 3 Taken en bevoegdheden van de examencommissie OER 3 Lid 1 De examencommissie heeft de volgende taken gedelegeerd aan de toetscommissie: Het vaststellen van het examenrooster/toetsrooster Behandeling van klachten over alle toetsvormen van de opleiding. Het uitbrengen van advies aan de EC inzake alle toetsvormen. Het behandelen van bezwaren over toetsitems. Artikel 4 Toegang tot de hoofdfase Indien een student alle onderdelen van de propedeutische fase goed gevolg heeft afgesloten, heeft hij het propedeutisch examen behaald. Indien een student alle onderdelen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd, heeft hij het examen behaald. Artikel 4a Het beoordelen en toekennen van een verplicht algemeen studiepunt.OER 4a.1
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 77
Hoofdstuk 2
Lid 1 Anderstalige studenten die met goed gevolg de taalcursus NT2 Nederlands hebben afgerond kunnen door de studieloopbaanbegeleider 1 vrije algemene studiepunt laten toekennen (zie ER 4b.1). Artikel 5 Het verlenen van vrijstellingen Indien een student op basis van eerder verworven competenties in aanmerking wenst te komen voor vrijstellingen, dient hij voor de moduul begint een schriftelijk en onderbouwd verzoek in bij de examencommissie. Artikel 6 Het aantal gelegenheden tot het afleggen van tentamens en examens OER 6.1 Lid 1 De student heeft in de propedeutische fase voor het moduultentamen twee toetskansen. Lid 2 In de studiejaren volgend op het eerste studiejaar waarin de student voor een bepaald moduul is ingedeeld, heeft de student, voor het moduultentamen weer twee kansen. Deze herkansingen vinden plaats in de studieweken, mogelijk op avonden of op zaterdagen. Lid 3 Voor deelname aan een toets dient een student zich tijdig in te schrijven via progresswww.nl. Lid 4 De examencommissie schrijft voor dat alleen studenten die zich hebben ingeschreven voor de toetsing van een moduultentamenonderdeel of herkansing, daaraan kunnen deelnemen. Inschrijven betekent een kans Lid 5 In geval een student deelneemt aan meerdere toetsen voor een bepaald moduul, telt de hoogste toetsscore. Lid 6 Het jaartoetsrooster wordt bij aanvang van het studiejaar bekend gemaakt op intranet. OER 6.2 Het Moduultentamen Lid 1 In elk moduulboek wordt opgenomen: a. Het maximaal aantal punten dat voor de diverse onderdelen van het moduultentamen behaald kan worden, b. De berekening van de norm, die aangeeft wanneer (een onderdeel van) het moduul met voldoende beoordeeld wordt. c. Dag en tijdstip waarop schriftelijke verslaglegging van moduultentamenonderdelen en de moduulopdracht dienen te worden ingeleverd.
78 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Lid 2 Toetsing van de verschillende moduultentamenonderdelen vindt in principe plaats in de voorlaatste week van de moduul, tenzij anders aangegeven in het moduulboek. OER 6.3 De Moduultoets Lid 1 Er kunnen verschillende toetsvormen voorkomen. Lid 2 Aanvullende regelgeving met betrekking tot een moduultoets wordt bekend gemaakt in het betreffende moduulboek. Lid 3 Alle inhouden die aan de orde zijn gekomen tijdens de moduul (pgo, practica, hoorcolleges, gastcolleges enzovoort) kunnen deel uitmaken van de toetsing. OER 6.4 De Moduulopdracht Lid 1 Een moduulopdracht is een opdracht voortkomend uit het centrale moduulthema, bij voorkeur uitgevoerd in een groep studenten. Lid 2 Een groep die aan een moduulopdracht werkt en bij samenwerkingsproblemen hierover niet onverwijld contact opneemt met de moduulcoördinator, kan zich niet beroepen op die problemen bij een onvoldoende beoordeling. Lid 3 Tijdens de moduul wordt minimaal één keer de voortgang van de moduulopdracht, door de moduulcoördinator, de docent of de tutor met de studenten besproken. Lid 4 Een moduulopdracht is herkansbaar. Voorwaarde voor herkansing is dat de student, behoudens overmacht, volledig deelneemt aan alle onderdelen van de moduulopdracht tijdens de eerste kans toetsing. Lid 5 Tenzij anders in het moduulboek staat aangegeven dienen moduulopdrachten uiterlijk de laatste schooldag van een moduul ingeleverd te worden volgens het jaarrooster. Lid 6 De student is verplicht om van iedere opdracht die op schrift dan wel digitaal ingeleverd wordt zelf een kopie te bewaren. OER 6.5 De Moduulpractica Lid 1 De wijze waarop de verschillende practica van een moduul getoetst worden staat beschreven in het betreffende moduulboek. Lid 2 Een moduulpracticum is herkansbaar. De eerste kans vindt in principe plaats in de voorlaatste week van de moduul, tenzij anders aangegeven in het betreffende moduulboek. De herkansing vindt plaats in de volgende studieweek.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 79
Hoofdstuk 2
Toelichting: Indien de student gebruik maakt van de eerste kans en een onvoldoende beoordeling scoort, dan gebruikt de student de tweede kans als herkansing. Indien de student echter géén gebruik maakt van de eerste kans, dan verspeelt de student daarmee een kans en is de tweede toetskans de enig resterende. Bij onvoldoende beoordeling in die situatie heeft de student geen herkansingsmogelijkheid. (overeenkomstig ER Artikel 6.1) Lid 3 Opdrachten behorende bij de practica (zoals bijv. een reflectieverslag) dienen, voor de eerste kans ingeleverd te worden op de vrijdag van de voorlaatste week van de betreffende moduul, tenzij anders aangegeven in het betreffende moduulboek. Lid 4 Bij onvoldoende beoordeling van de eerste kans dient de student de opdrachten voor de herkansing in te leveren op de laatste schooldag in de week waarin de tweede toetsmogelijkheid van het moduultentamen wordt afgenomen. Zie daarvoor het jaartoetsrooster. Lid 5 In het studiejaar volgend op het studiejaar, waarin de student een onvoldoende beoordeling heeft ontvangen, heeft de student wederom twee toetskansen op basis van het hierboven gestelde. OER 6.6 Actieve participatie Lid 1 Voor onderwijsactiviteiten waarvoor participatiepunten worden verstrekt is een minimale aanwezigheid van 80% verplicht. Zie hiervoor het betreffende moduulboek. Lid 2 Onder actieve participatie wordt minimaal verstaan het leveren van een inhoudelijke bijdrage binnen het groepsproces. Nadere criteria staan vermeld in het moduulboek. Lid 3 Bij een deelname van minder dan 80%, dan wel bij het niet voldoen aan de criteria genoemd onder lid 2, krijgt de student een onvoldoende beoordeling. Lid 4 Voorwaarde voor het in lid 3 gestelde is, dat de student door practicumdocent en/of tutor tijdig is gewaarschuwd, dat hij vanwege onvoldoende participatie een onvoldoende beoordeling zal krijgen. Deze waarschuwing wordt vastgelegd in de notulen van de PGO/projectbijeenkomst. Lid 5 In geval van overmacht bij afwezigheid is ER Artikel 14 van toepassing. OER 6.7
Herkansing Participatie
80 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Lid 1 a. Bij het niet behalen van de participatiepunten dient de student in alle gevallen een gemotiveerd en door de tutor ondertekend verzoek in tot een compensatieopdracht bij de examencommissie. b. Compensatieopdrachten dienen in hetzelfde studiejaar te worden ingeleverd en nagekeken. c. De student die het niet eens is met de beoordeling van een compensatieopdracht dient de procedure te volgen zoals omschreven in OER Artikel 17.1. OER 6.8 Contractwerkstuk (CWS) De regeling betreffende de beoordeling en herkansing van het CWS wordt vermeld in de CWS-gids (overeenkomstig ER Artikel 6.6) OER 6.9 Beoordeling praktijkmodulen en stages De regeling betreffende de beoordeling en herkansing van de praktijkmodulen en jaarstage wordt vermeld in de betreffende moduulboek(en)/stagegidsen (overeenkomstig ER Artikel 6.6) OER 6.10 In het geval een student een deel van een eerder niet-behaald moduul volgt en deelneemt aan de toets, anders dan de reguliere moduultoets, waarmee een gevolgd moduul wordt afgesloten, dan valt het onder de eigen verantwoordelijkheid van de student om na te gaan in hoeverre de leerstof en/of puntenstructuur van de moduul is gewijzigd. In dat geval gelden de actuele eisen van de moduul. Artikel 7
Geldigheidsduur examenonderdelen
Artikel 7a
Intellectuele Eigendom (auteursrechten)
Artikel 8
Mondelinge tentamens
Artikel 9
Bepaling resultaten
OER 9.1 De correctie van de moduultoets Antwoorden op de door de student ingeleverde antwoordformulieren zijn bepalend voor de eerste voorlopige vaststelling van de toetsscore. OER 9.2 Mededelingen betreffende bijzonderheden rondom het moduultentamen worden gepubliceerd (zie ER Artikel 9.4) op Blackboard (ELO) en/of intranet.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 81
Hoofdstuk 2
OER 9.3 Lid 1 Na de bekendmaking van de uitslag van de moduultentamenonderdelen heeft de student recht op inzage van alle moduultentamenonderdelen alsmede de beoordelingsformulieren. Lid 2 De voorlopige score voor de moduultentamenonderdelen kan op een eerder moment dan de definitieve moduultentamenuitslag door de moduulcoördinatoren bekend gemaakt worden (zie ER Artikel 9.1). Lid 3 In beginsel wordt binnen 15 werkdagen na afloop van een moduulperiode of tenminste 10 werkdagen voorafgaand aan een eventuele herkansing, het resultaat vastgesteld en aan de student bekend gemaakt. OER 9.4 De uitslag van het gehele moduultentamen (het geheel van onderdelen van een moduul) wordt in principe 15 dagen na afloop van de moduul bekend gemaakt. Indien er omstandigheden zijn waardoor uitslagen pas later bekend gemaakt kunnen worden dan stelt de moduulcoördinator de studenten via Blackboard (ELO) daarvan op de hoogte. Artikel 9A Studieadvies OER 9.1A Lid 1 Ter aanvulling op het reglement: ER artikel 9A stelt de opleiding Creatieve Therapie als criterium voor een (voorlopig) positief studieadvies de kwalitatieve eis dat alle mediumonderdelen gehaald moeten zijn. (Zie ook 2A.8 en 2C.2) Artikel 10 Inzagerecht en termijn van bewaring OER 10.1 Voor de studenten geldt dat de uitgereikte toetsopgaven van de moduultoets niet mogen worden meegenomen. OER 10.2 Lid 1 De voorlopige “antwoordensleutel” van de moduultoets wordt na afloop van de, in het jaartoetsrooster gestelde toetstermijn bekend gemaakt. Lid 2 De normeringen, behorende bij de moduultentamens zullen, zoals deze vermeld worden in de overeenkomstige moduulboeken gezamenlijk met de tentamenopgaven worden bewaard. Artikel 11
Verantwoordelijkheid tentamenonderdelen- en examengegevens
82 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Artikel 12 Registratie van de studieresultaten OER 12.1 Studenten kunnen tot uiterlijk 4 schoolweken na de definitieve moduultentamenuitslag vragen stellen over de juistheid van de vastgestelde moduultentamenuitslag aan de moduulcoördinator van de betreffende moduul of bij diens afwezigheid aan de plaatsvervanger. Artikel 13 Getuigschrift OER 13.2 Lid 1 De student dient zelf een schriftelijke aanvraag in te dienen bij de Examencommissie voor het in behandeling nemen van zijn afstudeerverzoek. Lid 2 Jaarlijks ontvangen studenten die zich in de afstudeerfase bevinden hiertoe een schriftelijke oproep. Artikel 13a Cum Laude Studenten kunnen de Examencommissie bij het afstuderen verzoeken om een Cum Laude verklaring. Artikel 14 Overmachtsregeling OER 14.1 De examencommissie is bevoegd bij de extra toets een andere toetsvorm aan te bieden. De extra toets dient gelijkwaardig te zijn aan de oorspronkelijke toets (zie ER Artikel 14.2b). OER 14.2 Overmacht bij verplichte onderwijsleeractiviteiten Lid 1 De student heeft de mogelijkheid om bij de examencommissie een verzoek in te dienen voor een compensatieopdracht n.a.v. gemiste, verplichte onderwijsleeractiviteiten als er sprake is van omstandigheden die niet aan de student kunnen worden toegerekend. Dit verzoek kan pas worden ingediend na de laatste verplichte onderwijsleeractiviteit van de betreffende moduul en moet uiterlijk 2 schoolweken na de laatste dag van de moduulperiode in het bezit zijn van de examencommissie. Lid 2 Bij het, in lid 1 van dit artikel genoemde verzoek dient de student de bedoelde omstandigheid met schriftelijke bewijzen te staven. Lid 3 Na toekenning door de examencommissie bepaalt de moduulcoördinator, eventueel in overleg met de betrokken docent/tutor, de inhoud en uitvoering van de compensatieopdracht.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 83
Hoofdstuk 2
Lid 4 De compensatieopdracht dient het gemiste verplichte onderdeel inhoudelijk te vervangen en qua studiebelasting gelijkwaardig te zijn aan die van het gemiste verplichte onderdeel (zie ER Artikel 14.2b). Artikel 15 Studie en Handicap Dit wordt vastgelegd in een onderwijscontract (zie decanaat). Overeenkomstig artikel 15 kan een anderstalige student aanspraak maken op aanpassing van de wijze van toetsing. Dit geldt alleen in het eerste studiejaar: Studenten mogen een woordenboek gebruiken bij de toets. Gedurende de propedeuse mogen individuele opdrachten in het Duits of Engels worden ingeleverd. Studenten krijgen een half uur verlenging van de toetstijd. Artikel 16a Regels voor de goede gang van zaken met betrekking tot examens (voor studenten). Lid 1Elke student dient zich te legitimeren met zijn/haar geldige collegekaart. Bij ontbreken hiervan wordt de student de toegang geweigerd. Lid 2 Tenzij anders wordt aangegeven op het uitgereikte toetsformulier mag er zich op tafel waaraan de student zit tijdens de toets niets anders bevinden dan de uitgereikte toets, de collegekaart, de schrapkaart. Lid 3 Deelnemers aan de moduultoets zijn verplicht het antwoordformulier van een schriftelijke toets volledig in te vullen (zie ER Artikel 16a.16, 23, 24). Artikel 16b
Onregelmatigheden
Artikel 17 Bezwaar en beroepsprocedure OER 17.1 Formele vereisten Lid 1 Verzoeken aan de examencommissie dienen uiterlijk tien werkdagen vóór de vergaderdatum van de examencommissie in het bezit te zijn van de secretaris of bij diens afwezigheid bij het secretariaat van de opleiding. De vergaderdata van de examencommissie worden aan het begin van het cursusjaar bekend gemaakt op intranet en/of Blackboard (ELO). Lid 2 Verzoeken aan de opleidingsexamencommissie dienen getypt of geprint ingeleverd te worden voorzien van: - naam
84 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 2
- adres, woonplaats - datum - telefoonnummer - studentnummer/relatienummer - naam van de moduul waar het over gaat - groepsnummer - tutor - en/of docent en/of moduulcoördinator - en in geval van overmacht worden voorzien van de nodige bewijzen. Lid 3 Verzoeken dienen duidelijk geformuleerd en gemotiveerd te worden. OER 17.2 De moduultoets Lid 1 De student heeft recht op inzage van de toets en de antwoorden bij de moduulcoördinator of bij de voorzitter van de toetscommissie. Lid 2 De student heeft het recht tegen toetsitems bezwaren in te dienen. Elk bezwaar tegen een toetsitem/tentamenvraag moet door de student toegelicht worden: a) er is een verwijzing naar de pagina in de literatuur waarop volgens de student de vraag betrekking heeft en b) aan de hand van a) verwoordt de student vervolgens wat onjuist of misleidend is aan de gestelde vraag/ het gegeven antwoord. Lid 3 Bezwaren tegen toetsitems dienen uiterlijk de vierde schooldag na de toets vóór 9.00 uur te zijn ingediend bij de voorzitter van de toetscommissie. Lid 4 Als voor een toets een van het toetsrooster afwijkend tijdschema geldt, wordt dat uiterlijk 1 schoolweek vóór de toets bekend gemaakt. Lid 5 Na de sluitingsdatum voegt de voorzitter van de toetscommissie, in samenwerking met de desbetreffende docenten het commentaar toe aan de bezwaren en kan een bezwaar al dan niet gegrond verklaren. Indien een bezwaar gegrond verklaard wordt dan vervalt het toetsitem of wordt omgescoord. Lid 6. Bezwaren en commentaar op de toets zijn voor alle studenten vrij opvraagbaar bij de voorzitter van de toetscommissie. In elk moduulboek staat aangegeven welke stappen een student kan ondernemen, als hij/zij het niet eens is met de beoordeling van een examenonderdeel. OER 17.3 De voortgangstoets Lid 1 Bezwaren tegen (de antwoorden op) de toetsvragen van een voortgangstoets moeten worden ingediend volgens de instructies op het toetsformulier. Lid 2 In het geval een toetsbezwaar wordt toegekend, is het gevolg een van de volgende mogelijkheden:
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 85
Hoofdstuk 2
a. Het antwoordformulier voor deze vraag wordt aangepast of b. De toetsvraag wordt geschrapt Lid 3 In het geval dat de toetsvraag wordt geschrapt, wordt zowel het minimum aantal goed beantwoorde vragen binnen een bepaalde discipline alswel het minimum aantal van het totale aantal goed beantwoorde vragen vermindert met één.
Artikel 18
Hardheidsclausule
Artikel 19
Onvoorziene omstandigheden
Artikel 20
Overgansregeling
Artikel 21 Invoeringsbepalingen en citeertitel OER 21.1 Deze moduultentamenregeling treedt in werking met ingang van 1 september 2001 en is aangepast op 8 juni 2005, 29 mei 2006, 22 mei 2007, 30 mei 2008 en 29 mei 2009, 1 juni 2010, 1 juni 2011. OER 21.2 Aangezien de opleiding CT werkt aan onderwijsvernieuwing van de door haar aangeboden curricula kunnen er wijzigingen c.q. aanvullingen optreden t.a.v. deze opleidingsexamenregeling gedurende het studiejaar, welke vervolgens gepubliceerd zullen worden op Blackboard (ELO) na vaststelling door de examencommissie. OER 21.3 Deze regeling kan worden aangehaald als "Opleidingsexamenenregeling CT 2011/2012".
86 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
3
3.1
Studiegids (Leeuwarden)
Informatievoorzieningen Leeuwarden Informatie krijg je binnen Stenden via verschillende communicatiemiddelen. Het studentenstatuut en de studiegids maken deel uit van deze middelen. Ook de opleiding communiceert veel met de studenten. Stenden gebruikt voor algemene mededelingen de volgende media: Intranet www.istenden.com E-mail Magazine ‘GO’ Announcements: per mail verstuurde mededelingen Publicatieborden Plasmaschermen Front Desks
3.2
i study Welkom @ i study Bij i study kun je terecht voor alles wat met de organisatie van het onderwijs te maken heeft. Je kunt hierbij denken aan informatie over: Jouw inschrijving/uitschrijving Studielink Progress- puntenregistratie
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 87
Hoofdstuk4
Algemene informatie over opleidingen Studeren in het buitenland (International Office) Afspraken met het decanaat Reservering van ruimtes en lokalen Hulp bij het invullen van formulieren (OCWduo)
Contactgegevens: i study kamer 0.30 (tegenover de receptie) Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur. Email:
[email protected] Tel: 058 244 11 00
3.3
SMC & IRC international (Leeuwarden) Binnen Stenden aanspreekpunt voor: studenten die vanuit het buitenland bij Stenden in Leeuwarden komen studeren (de zogenaamde ‘incoming student’) studenten die vanuit hun studie bij Stenden in Nederland in het buitenland gaan studeren, werken of stage lopen (de zogenaamde ‘outgoing students’). Waarvoor je terecht kunt bij SMC & IRC kun je vinden op de intranetsite www.istenden.com.
88 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
3.4
Het decanaat Bij het decanaat van Stenden kunnen studenten terecht voor informatie, advies, ondersteuning of begeleiding bij: studieloopbaanvragen (twijfels of je de juiste studie hebt gekozen, een tweede studie, doorstuderen, advies over stage en solliciteren) effectief studeren en studieplanning persoonlijke problemen (loskomen van thuis, faalangst, rouwverwerking, stress, relatieproblemen enzovoorts) studievertraging door bijzondere omstandigheden (profileringsfonds) + Individuele gesprekken en trainingen mogelijk financiële problemen (noodfonds) studiefinanciering het bindend studieadvies functiebeperking en dyslexie, opstellen onderwijscontract met voorzieningen en faciliteiten topsport conflicten, bezwaar en beroep beroepszaken Je kunt de complete informatie over de dienstverlening van het Decanaat locatie Leeuwarden (incl. contact-informatie) vinden op de intranetsite www.istenden.com onder de noemer
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 89
Hoofdstuk4
Decanaat. Mailadres Leeuwarden:
[email protected].
3.5
Handicap & studie Binnen het decanaat zijn twee decanen ook contactpersoon handicap & studie. Wanneer je een functiebeperking hebt is het verstandig al voor het begin van je studie contact op te nemen. Meld het in ieder geval zodra je bent begonnen met studeren. Het is dan beter mogelijk om benodigde voorzieningen te realiseren. De contactpersonen handicap & studie zijn tevens het meldpunt voor opmerkingen en klachten, bijvoorbeeld over voorzieningen. Zie ook het Protocol Studie & Handicap in hoofdstuk 4 van het Stenden Studentenstatuut 2011/2012 deel I. De contactpersonen handicap & studie zijn Hermien Moning(Leeuwarden en Groningen) en Nynke Vink (Emmen, Meppel en Assen) zijn aanspreekpuntvoor studenten met een functiebeperking of handicap. Zij kunnen adviseren over mogelijke faciliteiten en de aanvraag daarvan. Eventueel kunnen zij hierbij bemiddelen.
90 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
3.6
Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag Het kan voorkomen dat je op school of op je stageplek te maken krijgt met ongewenst gedrag (bijvoorbeeld pesten, intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie, racisme). Stenden heeft daarvoor een reglement opgesteld, en er is een externe vertrouwenspersoon die verantwoordelijk is voor opvang en advies van studenten en medewerkers die te maken hebben met ongewenst gedrag. Ook als je alleen ongewenst gedrag wilt melden, ben je daar welkom. De complete informatie over het reglement, wat we verstaan onder ongewenst gedrag, en de rol die de vertrouwenspersoon kan hebben in de opvang en begeleiding (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite locatie Leeuwarden www.istenden.com onder de noemer vertrouwenspersoon. In hoofdstuk 9 van het Stenden Studentenstatuut 2011/2012 deel I is het Reglement ter zake ongewenst gedrag Stenden opgenomen.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 91
Hoofdstuk4
3.7
Het roosterbureau Leeuwarden Het Roosterbureau verzorgt de planning van onderwijsactiviteiten. Je kunt jouw rooster vinden op de roostersite op intranet www.istenden.com onder de noemer roosters. Tevens kun je jouw rooster vinden op schedules.stenden.com (zonder www). Bij ‘schoolname’vul je alleen “stenden”in, vervolgens kun je daar ook je rooster bekijken (ook thuis).
3.8
Information & Registration Centre Het Information & Registration Centre beheert de persoonsgegevens van alle nationale en internationale Stenden-studenten van alle locaties. De studentenadministratie draagt onder meer zorg voor: in- en uitschrijving (via Studielink) inning collegegelden De complete informatie over de dienstverlening van het Centrum (incl. contact-informatie) is te vinden op de intranetsite (www.istenden.com).
92 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
3.9
Registratie Studieresultaten Leeuwarden Het Information & Registration Centre beheert de studieresultaten van alle Stenden studenten. Met het programma ProgRESS kan elke student zijn/haar studieresultaten online raadplegen www.progressww.nl/stenden (vanaf elke pc met internetaansluiting). Uitgebreide informatie over het raadplegen van studieresultaten staat vermeld op de intranetsite onder de noemer Information & Registration Centre. Rechtstreekse toegang tot ProgRESS krijg je via www.istenden.com.
3.10
Toetsen Wanneer en waar vinden toetsen plaats, hoe kan een student zich voor een toets inschrijven, wanneer kan er worden herkanst en hoe luiden de toetsuitslagen? Dit alles wordt door het IRC Toetsservicebureau verzorgd. De complete informatie over de dienstverlening van het Toetsservicebureau (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite (www.istenden.com).
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 93
Hoofdstuk4
3.11
ICT & Media Alles rond informatie- en communicatietechnologie en audiovisuele voorzieningen binnen Stenden gemeenschappelijk is georganiseerd binnen de afdeling ICT en Media. Hoe kom je aan een login, waar kan je printen, waar in het gebouw kan je een computer gebruiken, aan welke algemene regels moet je je als gebruiker van ICT-voorzieningen houden? Op deze en andere vragen geeft de intranetsite locatie Leeuwarden en Groningen www.istenden.com van ICT & Media het antwoord. ICT & Media (locatie Leeuwarden) geeft ook ondersteuning bij het gebruik van ICTvoorzieningen en verzorgt de audiovisuele voorzieningen. Deze laatste dienstverlening varieert van de uitleen van een digitale fotocamera tot assistentie bij het gebruik van mediawerkplekken als een montageruimte. Studenten kunnen mailen naar
[email protected] voor vragen over ICT en AVM gerelateerde zaken, of kunnen terecht bij de balie op locatie Leeuwarden.
3.12
intranet Het intranet van Stenden is de centrale plaats waar alle relevante informatie voor studenten en medewerkers is te vinden en waar vandaan bijvoorbeeld de electronische leeromgeving en andere systemen te benaderen zijn. Zo vind je er
94 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
onder andere roosterinformatie, nieuws en mededelingen van Stenden en van je opleiding. Je kunt zelf aangeven welke informatie en links voor jou belangrijk zijn. Het intranet is via je Stenden login toegankelijk (www.istenden.com).
3.13
Blackboard (ELO) Leeuwarden Blackboard is de digitale leeromgeving van Stenden hogeschool. Op Blackboard staat voornamelijk onderwijsmateriaal, maar via Blackboard kunnen studenten (en docenten) ook met elkaar in contact komen voor de uitvoering van een onderwijsopdracht. Blackboard is zowel van binnen als buiten de Stenden-locaties te bereiken via: https://elo.stenden.com. Blackboard is tevens te bereiken via de website van Stenden: www.stenden.com > MyStenden>.
3.14
The Library De Library is de centrale plaats op de verschillende Stenden locaties waar de bibliotheekvoorziening, de onderwijswerkplaats en de studievoorzieningen voor alle opleidingen van Stenden zijn samengebracht. Op de locaties Emmen en Leeuwarden beschikt de student over een grote studie- en ontmoetingsruimte in combinatie met de Library. In de Libraries kan de student gebruik maken van de uitleencollectie maar ook zelf studeren in de studiezaal en gebruik maken van de
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 95
Hoofdstuk4
collectie welke niet uitgeleend wordt; zoals bijvoorbeeld de actuele tijdschriften. Op de locaties Assen, Meppel en Groningen kan de student gebruik maken van de Onderwijswerkplaatsen die wat betreft faciliteiten en dienstverlening gelijk staan aan de kwaliteit van de gehele hogeschool. Op de locaties zijn informatiespecialisten aanwezig voor vragen op het gebied van literatuur en naslag werken, tijdschriften, het informatie zoeken e.d. Alle voorzieningen voor studenten zijn ook beschikbaar voor de docenten en het overige personeel. Naast alle literatuur beschikt de Library over een eigen digitale bibliotheek die voor alle studenten óók met thuistoegang te benaderen is. Je vindt daarnaast de naslagwerken, woordenboeken en de kennisbanken voor de specifieke opleidingen. Meer informatie vind je op de Stenden website onder: http://www.stenden.com/nl/mystenden/studielands chapvhchn/ informatieoverhetstudielandschap/Pages/default.as px.
3.15
Stenden shop Moduulboeken, readers, computerbenodigdheden, ringbanden, papier en andere kantoorartikelen zijn te verkrijgen in de Stenden shop (bij de ingang van het kennisplein, direct rechts, ruimte 0.26).
96 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
3.16
Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is een contactennetwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stenden-opleidingen. Het doel van het Alumni Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en Stenden. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en de (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft Stenden op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is Stenden zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma. Uitgebreide informatie over het Alumni Netwerk en de voorzieningen hiervan is te vinden op de website van Stenden, via http://http.stenden.com/alumni. voor vermelding studiegids IHM>www.alumninet.stenden.com)
3.17
EHBO, noodplan Stenden kent een bedrijfsnoodplan. Hierin staan de uitgangspunten en handelswijzen beschreven in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten. Alle aanwijzingen hiervoor zijn te
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 97
Hoofdstuk4
vinden op de intranetsite www.istenden.com over alarm, brand, BHV, EHBO en noodplan.
3.18
Bedrijfsrestaurant Canteen, IF; restaurant.nl (Leeuwarden) In voorjaar 2010 is Canteen geopend, het restaurant voor medewerkers en studenten van Stenden Leeuwarden. In Canteen is dagelijks een internationaal aanbod van snacks, gerechten, verse sappen en drankjes verkrijgbaar. Van uitsluitend natuurlijke ingrediënten, vanzelfsprekend 100% biologisch, zonder E-nummers of andere niet natuurlijke smaakmakers. Alles wordt op duurzame wijze bereid door middel van internationale kooktechnieken. Aan het concept van Canteen is jarenlang gewerkt. Stenden is de eerste hogeschool met een dergelijk concept en geeft daarmee invulling aan haar visie ‘Serving to make it a better World’.
IFood & Drinks (IF), Leeuwarden De IF, is net als Canteen bedoeld voor studenten en medewerkers van Stenden Leeuwarden. Ook IF werkt volgens dezelfde uitgangspunten als Canteen.
98 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
Restaurant.nl, Leeuwarden Volgens de uitgangspunten van de Nieuwe Nederlandse Keuken startte in 2007 Restaurant.nl, het restaurant van het Stenden University Hotel bestemd voor de hotelgasten en andere externe gasten. Ook in dit restaurant wordt uitsluitend gebruik gemaakt van natuurlijke ingrediënten die vanzelfsprekend 100% biologisch zijn en geen E-nummers of andere natuurlijke smaakmakers bevatten.
3.19
Randstad uitzendbureau Leeuwarden Binnen de muren van het Stenden-gebouw, op de begane grond tegenover de receptie locatie Leeuwarden, bevindt zich uitzendbureau Randstad. Randstad bemiddelt pas- en langer afgestudeerden. Ben je op zoek naar een (bij)baan? Dan kun je daar terecht.
3.20
Teach-Inn kapsalon Op de begane grond, ruimte 0.79 kun je terecht voor een afspraak bij de kapper. Deze kapsalon is een leerbedrijf voor MBO studenten. De openingstijden staan vermeld op de deur.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 99
Hoofdstuk4
3.21
ABN-Amro bank Bij de ingang aan de Rengerslaan tref je, bij binnenkomst direct rechts een ABN-Amro bank aan (studentenshop). Hier kun je je bankzaken regelen en/of geld pinnen/chippen.
3.22
Expect locatie Leeuwarden Een student of een professional is niet iemand die alleen maar doet wat gezegd wordt dat er gedaan moet worden. Hij denkt zelf na, zoekt naar zin en betekenis en ontwikkelt een visie. Die visie is breed, persoonlijk maar niet zo maar gebaseerd op streven naar eigen belang. Het is ook voor je persoonlijke ontwikkeling goed je bezig te houden met het ontwikkelen van die brede visie, op jezelf, de mensen om je heen en op afstand en de (wereld)samenleving. Expect biedt activiteiten aan waar die zingeving aan de orde komt. Cursussen met aandacht voor ontmoetingen tussen culturen, ethische vragen in de praktijk, religie, mens- en maatschappijvisie. Daarnaast kun je je inzetten bij projecten, bijv. radioprogramma lokale omroep, expositie, informatiemarkt voor ontwikkelingsprojecten. Ook een aantal studiereizen staat op het programma. Door deelname aan een activiteit kun je na overleg vaak één of meerdere studiepunten verwerven.
100 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
Expect is verbonden aan de plaatselijke kerken, maar ook breed georiënteerd en staat open voor iedereen die belangstelling heeft. Informatie: http://www.expect-leeuwarden.nl.
3.23
Leeuwarden Studiestad Heb je gekozen voor een opleiding bij Stenden in Leeuwarden? Dan kunnen we je feliciteren. Je hebt er namelijk voor gekozen om te gaan studeren in één van de leukste studentensteden van Nederland. In Leeuwarden vind je nog gemakkelijk een goedkope, ruime kamer, er is een erg breed aanbod van studentensporten, je kunt hier fantastisch uitgaan en heerlijk winkelen. Daarnaast is Leeuwarden één van de Nederlandse steden met het grootste aanbod van evenementen. Leeuwarden Studiestad is een stichting van de drie hogescholen die probeert om van Leeuwarden een nog betere studentenstad te maken. Bij Leeuwarden Studiestad kun je betaalbaar sporten, je wordt geholpen in je zoektocht naar een kamer en je kunt deelnemen aan één van de vele studentenevenementen die georganiseerd worden. Leeuwarden Studiestad werkt nauw samen met alle studentenverenigingen in de stad. Uitgebreide informatie over de studentenvoorzieningen in Leeuwarden vind je op de website www.leeuwardenstudiestad.nl.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 101
Hoofdstuk4
3.24
Voordelig spierpijn! In Leeuwarden kun je als student tegen een laag tarief sporten. Leeuwarden Studiestad biedt je de mogelijkheid om alleen of in teamverband te sporten. Ook worden er regelmatig sportevenementen en workshops georganiseerd voor studenten met een sportpas. Hierbij kun je denken aan een voetbalcompetitie, badminton laddercompetitie, tennistoernooi, duikintroductie en het bekende voetbaltoernooi het LSV.
Wat is HBO Sport? HBO-Sport is een orgaan binnen Stenden, dat streeft naar het aanbieden van de beste mogelijke sportfaciliteiten voor studenten. Dit doen wij door middel van: vaste wekelijkse activiteiten zoals futsal en basketbal, volleybal vrije uren bij verschillende fitness centra (fitness, squash, tennis, aerobics, spinning, etc.) vrije zwemuren bij zowel het Aquarena als Parc Sandur toernooien in o.m. futsal en volleybal kortingen bij verschillende instanties (bowlen, sportzaken). Wil jij zelf een trainingsuurtje of een andere activiteit opzetten? Of zou je graag nog een extra toernooitje willen spelen? Mail naar
[email protected].
102 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
4
Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden Hieronder wordt aangegeven wat je moet regelen als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (tijdelijk) niet kunt deelnemen aan het onderwijs.
4.1
Regeling in geval van ziekte of andere bijzondere omstandigheden Als een student wegens ziekte of bijzondere omstandigheden niet aanwezig kan zijn bij een verplichte onderwijsactiviteit, moet dit diezelfde dag voor 17.00 uur gemeld worden bij de Front Desk (058 - 244 1335) van de opleiding. Als de student wegens ziekte of omstandigheden vertrekt terwijl er nog verplichte onderwijsactiviteiten op die dag zijn, moet dit worden gemeld bij de Front Desk. Als door ziekte of bijzondere omstandigheden studievertraging dreigt te ontstaan, is de student (voltijds en duaal) verplicht contact op te nemen met zijn of haar studiecoach/opleidingscoach en met het decanaat.
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 103
Hoofdstuk4
4.2
Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies Als je denkt door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 4.4) niet te kunnen voldoen aan de norm van het bindend studieadvies in het eerste of tweede jaar, moet je bijzondere omstandigheid melden bij zowel je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. Verder moet je voor 1 juni (februari instroom voor 1 november) bij de examencommissie een schriftelijk verzoek indienen om bij het vaststellen van het studieadvies rekening te houden met de bijzondere omstandigheid. Voor verdere informatie: zie hoofdstuk 3 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin ook is opgenomen de ‘Regeling studieadvies’.
4.3
Studievertraging Als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 4.4) dusdanige studievertraging oploopt, dat je langer over je studie moet doen dan vier jaar, moet je de ziekte/bijzondere omstandigheid zowel melden bij je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. De decaan bespreekt de consequenties voor je studiefinanciering met je en kan je inlichten over het profileringsfonds. Om in aanmerking te kunnen komen voor een financiële bijdrage uit het profileringsfonds ben je verplicht de bijzondere
104 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
omstandigheid zo spoedig mogelijk te melden aan de decaan te melden. Als je weet dat je een tijdje niet aan het onderwijs kunt deelnemen bijv. door een geplande ziekenhuisopname, moet je dat direct melden. Ook als je door bijzondere omstandigheden de kans loopt niet binnen de diplomatermijnvan 10 jaar het einddiploma te behalen, kun je terecht bij het decanaat. Voor verdere informatie zie hoofdstuk 6 van deel 1 van het Studentenstatuut 2011/2012, waarin de Regeling Afstudeersteun is opgenomen. Je kunt ook op het intranet locatie Leeuwarden www.istenden.com de site van het decanaat raadplegen.
4.4
Bijzondere omstandigheden Onder bijzondere omstandigheden, bedoeld onder 4.2 en 4.3 vallen de volgende omstandigheden: ziekte (ook psychisch) zwangerschap bijzondere familieomstandigheden (zoals bijv. een echtscheiding van je ouders, ernstige ziekte of overlijden in de directe familie) medezeggenschapsactiviteiten voor de hogeschool topsport bestuurslidmaatschap van bepaalde studentenverenigingen een ‘niet studeerbaar’ studieprogramma
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 105
Hoofdstuk4
4.5
Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking Onder basisvoorzieningen verstaan we die voorzieningen die altijd aanwezig moeten zijn, onafhankelijk of er op dat moment studenten zijn die hiervan gebruik maken. Sinds 1 december 2003 bestaat de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De wet bepaalt dat wanneer een student met een functiebeperking aanpassingen nodig heeft van technische, onderwijskundige of begeleidende aard, om een opleiding te kunnen volgen en hij de instelling daarom verzoekt, de opleiding of instelling verplicht is die aanpassingen te realiseren. De aanpassingen moeten aan twee eisen voldoen: zij moeten geschikt zijn en noodzakelijk. Geschikt wil zeggen dat de aanpassing een belemmering moet wegnemen of verminderen, waardoor de zelfstandigheid van de desbetreffende student wordt vergroot. Noodzakelijk wil zeggen dat hetzelfde doel niet op een andere, goedkopere manier kan worden bereikt. Eén en ander voor zover de gevraagde aanpassingen voor Stenden geen onevenredige belasting betekenen als bedoeld in art. 2 van de Wet Gelijke Behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte vormen.
106 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
Eén van de decanen is contactpersoon handicap & studie (zie paragraaf 3.5 in hoofdstuk 3. Deze geeft informatie en advies over mogelijke aanpassingen en voorzieningen en bemiddelt bij het realiseren hiervan.
A materiële voorzieningen
Gehandicaptentoiletten Parkeerplaatsen voor minder validen Geldautomaat bij restaurant op de hoogte van een rolstoelgebruiker Lage stacomputer voor rolstoelgebruiker Mobiele ringleiding op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Laptop op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Readingpen Gebruik voorleessoftware
B onderwijskundige voorzieningen
mogelijkheid tot verlenging van de toetstijd mogelijkheid om apart te zitten bij een toets mogelijkheid reader in vergroot lettertype (12 punts) te krijgen mogelijkheid een aangepast lesrooster te krijgen mogelijkheid tot aanpassing studieplanning mogelijkheid tot een vervangende opdracht mogelijkheid tot een aangepaste werkvorm mogelijkheid tot aanpassing toetsvorm mogelijkheid tot flexibele leerroute
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 107
Hoofdstuk4
mogelijkheid en duur mogelijkheid formaat mogelijkheid mogelijkheid
tot aangepaste stage in vorm toets vergroot te krijgen op A3 gebruik computer bij toetsen gebruik computer met spraak
C financiële voorzieningen
vergoeding voor dyslexieonderzoek, (vergoeding van 400 euro maximaal) profileringsfonds voorzieningen op het gebied van studiefinanciering
Procedures Ad A materiële voorzieningen De meeste materiële basisvoorzieningen zijn zonder meer te gebruiken. Wanneer de student gebruik wil maken van de voorzieningen die onder beheer van de audiovisuele dienst vallen, dient hij via de contactpersoon handicap & studie/decaan een aanvraag in te dienen. Wanneer een voorziening (bijvoorbeeld een speciale stoel) op uitleenbasis wordt verstrekt wordt de aanvraag ingediend bij de contactpersoon handicap & studie en in een onderwijscontract vastgelegd. Ad B onderwijskundige voorzieningen Wanneer de student gebruik wil maken van bepaalde voorzieningen is het goed zo snel mogelijk een afspraak te maken met één van de
108 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
contactpersonen handicap & studie/decaan. Soms is het raadzaam om dit al voor de studie te doen. Zij kunnen adviseren over mogelijke voorzieningen. In overleg met de coördinator studiebegeleiding kan besproken worden welke stappen ondernomen dienen te worden om de voorzieningen te realiseren. Voor bepaalde voorzieningen dient een aanvraag ingediend te worden bij de examencommissie. Een medische verklaring is gewenst. De afspraken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een onderwijscontract ‘studeren met een functiebeperking’. Het onderwijscontract geldt voor de gehele of bepaalde onderdelen van de opleiding en voor een bepaalde tijd. Studenten die willen beschikken over speciale toetsvoorzieningen dienen dit, indien mogelijk, minimaal 2 weken voor de toetsperiode te laten vastleggen bij de contactpersoon handicap & studie of de daarvoor verantwoordelijke decaan. Het toetsservicebureau zorgt voor de organisatie van de toetsvoorzieningen. Ad C financiële voorzieningen Wanneer de student of de opleiding het vermoeden heeft dat de student dyslexie heeft en de student ondervindt hiervan hinder in het onderwijs dan kan de student een dyslexieonderzoek laten doen. De contactpersoon handicap& studie/decaan bemiddelt bij de aanvraag voor een vergoeding hiervoor. De vergoeding bedraagt maximaal 400 euro. Wanneer de student studievertraging oploopt of zijn studie
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 109
Hoofdstuk4
moet afbreken vanwege zijn functiebeperking zijn er verschillende financiële regelingen mogelijk, bijvoorbeeld 12 maanden extra studiefinanciering. De decaan bespreekt welke regeling op de situatie van de student van toepassing is en begeleidt de aanvraag. Contact Contactpersonen handicap & studie, Leeuwarden: voor de locaties Leeuwarden en Groningen mevrouw Hermien Moning,
[email protected] Afspraak kan gemaakt worden via i study Leeuwarden.
4.6
Regeling medische verklaring in geval van ziekte 4.6.1 Doel van de verklaring Indien een student: zich tijdens een studiejaar wil uitschrijven wegens ziekte; wegens ziekte een beroep doet op financiële ondersteuning uit het profileringsfonds; niet aan een examen(onderdeel) deelneemt wegens ziekte; en de examencommissie verlangt dat hij dit staaft met bewijzen moet hij een medische verklaring overleggen aan IRC(a), de commissie profileringsfonds (b), of de examencommissie van de opleiding (c).
110 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
4.6.2 Verkrijgen van de verklaring Je kunt een medische verklaring opvragen bij je huisarts of medisch specialist.
4.7
Studeren en RSI (CANS) Er zijn studenten die last hebben van pijn in de arm, nek, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie wordt vaak gedacht dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. De pijn die hier genoemd wordt kan duiden op RSI: Repetitive Strain Injury, ook welbekend als “muisarm”. Wanneer die eerste signalen niet serieus genomen worden, breiden de klachten zich meestal langzaam uit. Volgens een aantal betrokken beroepsgroepen heeft de term RSI een negatieve lading en geven sommige behandelaars (ten onterechte) de diagnose RSI. Daarom heeft men afgesproken de nieuwe term CANS (complaints of Arm, Neck and/or Shoulder) te gaan gebruiken. RSI is lastig vast te stellen, want de pijn kan meerdere oorzaken hebben. Omdat CANS nog een vrij nieuwe term is, blijven we in dit stukje voor alle duidelijkheid nog spreken over RSI. Bij RSI is er een duidelijke relatie tussen de manier waarop wordt gewerkt en de aanwezige klachten. Factoren die tot RSI kunnen leiden zijn: een verkeerde zithouding tijdens het werk
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 111
Hoofdstuk4
repeterend werk weinig afwisseling in zowel houding als werkzaamheden stress Ook tijdens de studie kunnen er activiteiten zijn waarbij lang achter elkaar in dezelfde houding wordt gewerkt en/of dezelfde bewegingen worden gemaakt. Het beeldscherm neemt een belangrijke plaats in bij werkzaamheden, niet alleen op school maar vaak ook nog thuis. Bovendien nemen chatten, internetten en computerspelletjes ook een niet onaanzienlijk deel van de tijdsbesteding in beslag.
RSI is grotendeels zelf te voorkomen. De belangrijkste tips hiervoor zijn: werk niet langer dan vijf à zes uur per dag aan een beeldscherm en niet langer dan twee uur aan een laptop! Genoemde tijden zijn inclusief chatten, e-mailen en spelletjes! neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze let op een goede zithouding voor het beeldscherm wissel beeldschermwerk af met ander werk zorg voor voldoende ontspanning naast de studie neem beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) serieus en raadpleeg bijtijds je (huis-)arts
112 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Hoofdstuk 4
Meer informatie over RSI kun je vinden op het intranet en het Internet. Onderstaande sites geven in ieder geval een goed overzicht: http://rsi.pagina.nl www.muisarm.nl Postbus 51 (www.postbus51.nl) geeft gratis de brochure ‘Veilig werken: RSI - informatie voor werknemers en werkgevers’ uit.
5 Adressenlijst
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 113
Index
De namenlijst van docenten staat vermeld op ELO bij mededelingen onder kopje “ bereikbaarheid docenten”, aanwezigheidslijst docenten.
114 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Index
Index ONDERWERP A Adressenlijst Adviesraad Afstuderen Afstudeerfonds
VERWANT ONDERWERP
SPH/CT
jaarstage
Alumni Alumni Arbeidsbemiddeling
afstuderen
C Calamiteiten Centrale studentenadministratie ChNet Compensatie Competentie Contacttijd Contractactiviteiten Contractwerkstuk/CWS Curriculum Curriculumontwerp Curriculumontwerp Verk.Route
bijlage H. 5 1.2.8 2A.4, 2B1.3 3.4, 4.3 2.B.2 + per studiejaar 3.16 3.19 3.11
diplomering studievertraging
Algemene studiepunten/ASP
B Bedrijfsrestaurant Blackboard (ELO) Beroep Beroepskwalificaties Beroepsprofiel Bezwaar Bijzondere omstandigheden Bindend studieadvies (BSA)
PARAGRAAF
i tech
kantine
3.18 3.13 2D 2.B.1.1, 2B.1.2 1.1.4, 2B1.1 2D 4.4 4.2, 2A.8
bezwaar; OER competentie onderwijsinhoud beroep; MTROER studievertraging
EHBO persoonsgegevens herkansing; MTROER beroepscompetentie teamverband dienstverlening, CWS stage/praktijkperiode moduuloverzicht moduuloverzicht
STENDEN hogeschool
3.17 3.8 3.12 2D 1.1.4, 2B1.2 2A.2 1.5; 1.6 2D 2C 2.B.3 2B.3
– CREATIEVE THERAPIE 115
Index
D Decanaat
(studie-)vragen
afstuderen deelmedezeggenschap
3.4 Studenten-statuut deel 1 2A.4, 2B.1.3 1.2.1
Studiepunten
1.4, 2A.2
Vrijstellingsbeleid, EVC
2C.3
kwaliteitszorg ongeluk opleidingsprofiel Examenreglement Stenden hogeschool
1.3 3.17 2B1.1 Studenten-statuut deel I 1.2.5, 2D 2D
Diefstal Diplomering DMR/deelraad E ECTS Eerder verworven competenties/EVC EFQM EHBO Eindtermen ER Examencommissie Examenreglement
moduultentamenreglement
F Fraude
onrechtmatig handelen; MTROER
Frontdesk
2D 1.6
G Groeperingsbeleid
PGO
2A.3
H Handicap
studievertraging
Hardheidsclausule
MTROER; ER
HBO-sport Herkansing
voorzieningen moduultentamenreglement
Hogeschoolraad
medezeggenschap
3.5 2D; Studentenstatuut deel I 3.22 2D 1.2.4, Studentenstatuut deel I
I
116 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Index
Interne communicatie Internet Internationalisering Inzagerecht ISM I Study I tech
intranet/Blackboard (ELO)
toetsopgaven; MTROER contractactiviteiten
1.6 3.3 1.4 2D 1.5 3.2 3.11
J Jaarplanning Jaarstage Jaartoetsrooster
rooster afstudeerstage moduultoetsing
2A.4. 2A.3, 2C.2.2 2C.5
K Kantine Keuzemoduul
bedrijfsrestaurant minor
Kluis
diefstal
3.18 2B.3 Studenten-statuut deel 1
L Lectoraat Legitimatie Lestijden
Opleiding CT Toetsen pauzes
1.1 2.A.5, 2D 2A.6
toelatingsbeleid deelmedezeggenschap, opleidingscommissies, deelraden, studentenraad, hogeschoolraad audiovisuele dienst onderwijsvormgeving modulaire structuur
2C.4
M MBO-opleiding Medezeggenschap Mediafaciliteiten modulaire structuur Moduul Moduulboek Moduulopdracht Moduuloverzicht Moduulpracticum Moduultentamen
moduultentamenreglement moduultentamenreglement moduultentamenreglement
STENDEN hogeschool
1.2.1, 1.2.2, 1.2.4, Studentenstatuut deel I 4.6 1.1.5 1.1.5 1.6 2D 2.B.3 2D 2D
– CREATIEVE THERAPIE 117
Index
Moduultentamenreglement Moduultoets
MTROER moduultentamenreglement
2D 2D
N financiële problemen; decanaat calamiteiten
Noodfonds Noodsituatie
3.4 3.17
O Ongewenst gedrag
vertrouwenspersoon
Onregelmatigheid Opleidingscommissie Opleidingsexamencommissie Overmacht
fraude; MTROER deelmedezeggenschap studiepunten compensatie; MTROER
P Participatie PGO Portfolio Practicum Praktijkleerperiode Profielen Progress Projectonderwijs R Reader Reprowinkel Roosterbureau
moduultentamenreglement studentgecentreerd onderwijs trajectbegeleiding
3.6; Studentenstatuut deel I 2D 1.2.2 1.2.5, 2D 2D
2A2, 2D 2A2, 4.1.5
stage vakkenpakket dienstverlening keuzemodulen
1.1.7 2A.2 1.1.6 2C.1 1.6 2A.2
literatuur readers; studiemateriaal dienstverlening
2.B.3, 1.6 1.6 3.7, 1.6
studiebelasting
Zie betreffend moduul
S S Sbu
118 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011/ 2012
Index
Secretariaat Servicejobs Stage Stagebureau Studeerbaarheid Studeerbaarheid Studentenpastoraat Studentenraad Studentgecentreerd onderwijs Studieadvies Studiefonds Studieresultaten Studievertraging Studievorderingsbeleid
dienstverlening voorzieningen voorzieningen dienstverlening moduul 4.1-4.6 IRC voorzieningen deelmedezeggenschap PGO decanaat MBO Progress studiepunten
T Toelatingsbeleid Toelatingsbeleid
studieresultaten toelatingsbeleid
Toetsrooster
locaties
Toetsrooster Tutor V Vakkenpakket Verkort route
2.C.1 2C.1 zie Blackboard (ELO), 2A.5, 2D
Progress, moduultentamenreglement PGO
toelatingsbeleid verwant MBO; vrijstellingen
1.6 3.22 4.1.7 1.6 2.A.7, 3.4 3.8 3.20 1.2.4 2A.2, 4.1.5 2.A.8, 3.4 3.14 3.9, 1.6 4.3 2C
1.6; 2D, 3.10 2.A.2,
2C.1 1.1.3
Vertraging Vrije studiepunten Vrijstelling
ongewenst gedrag studievordering
3.6; Studentenstatuut deel I 1.1.3 2B.2 2C.3; 2D
W Winkel
Repro-shop lectoraat, adviesraad
3.15 1.1, 1.2.8
Vertrouwenspersoon
Z
STENDEN hogeschool
– CREATIEVE THERAPIE 119
Index
Ziekmelding
120 STUDIEGIDS - DEEL 2
dienstverlening, decanaat
2011/ 2012
1.6; 4.1.2