Resultaten alumni-enquête Opleiding Electrical Engineering Opleiding Computer Engineering Technische Universiteit Delft, Faculteit EWI

TUD/EWI/OS/T. Verdenius 20131212 Status: Goedgekeurd door opldir.

Resultaten alumni-enquête 2011-2013 Opleiding Electrical Engineering Opleiding Computer Engineering Technische Universiteit Delft, Faculteit EWI

1


Resultaten alumni-enquête 2011-2013

Opleidingen Electrical Engineering en Computer Engineering Inleiding De bachelor- en masteropleidingen Electrical Engineering, voorheen Elektrotechniek (EE / ET) en de bachelor opleiding Computer Engineering willen van hun alumni weten hoe deze terugkijken op de kwaliteit van de opleiding, in welke functies en bij welke bedrijven alumni terecht komen na hun opleiding, hoe de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt is en welke studieonderdelen daartoe het meest hebben bijgedragen. Naar aanleiding van deze informatie kunnen de opleidingsdirectie en de opleidingscommissie besluiten of bijstellen van programma en vormgeving wenselijk of noodzakelijk is. Met ‘de 1. 2. 3.

opleiding EE / ET’ wordt bedoeld: het oude vijfjarige programma ET; het bachelorprogramma Electrical Engineering; de master Electrical Engineering (EE) met de tracks Electrical Power Engineering (EPE); Micro Electronics (ME) ,Tele Communication (TC); 4. het schakel programma met een van deze Masters. Met de opleiding Computer Engineering wordt gedoeld op de master Computer Engineering (CE). Opzet In het najaar 2005 is de Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica begonnen met het ontwikkelen en implementeren van beleid om contact te houden met de alumni van de opleiding. In 2007 is besloten de frequentie en cyclus van de enquête te laten aansluiten bij de studiejaren. De enquête wordt eens per twee jaar afgenomen, in de maand januari over de twee voorgaande volle studiejaren. Alle alumni die in de periode 1 september – 31 augustus zijn afgestudeerd zullen worden aangeschreven. De vragenlijst is ontwikkeld in 2005 en herzien in 2007. In 2013 is deze in overleg met de opleidingsdirecteuren van EWI opnieuw uitgebreid gecontroleerd en waar nodig herzien. De herzieningen betreffen verbetering en waar nodig een uitbreiding van de vraagstelling, met behoud van vergelijkbaarheid van de uitkomsten. Voor de periode 2005-2007 en 2007-2009 zijn alumni-enquêtes uitgezet bij de alumni van de opleidingen EE en ET. Voor de periode 2009-2011 is dit niet gebeurd door andere prioriteiten en het ontbreken van een betrouwbaar adressenbestand. Voor de periode 2011-2013 is mede daarom besloten om het uitzetten van de enquête te vervroegen naar najaar 2013. In november 2013 is deze enquête verstuurd naar de alumni die afgestudeerd zijn in de periode van 1 september 2011 – 31 augustus 2013. De enquête is opgesteld in het Engels en de alumni zijn per mail uitgenodigd om op een beveiligde website de enquête in te vullen. De respons na de eerste mail was 24%; na een laatste reminder kwam deze uit op 34%. De resultaten van deze enquête zijn te lezen in dit rapport. Achtereenvolgens wordt gerapporteerd over: 1. 2. 3. 4. 5.

Belangrijkste conclusies en aanbevelingen Respons: gevolgd programma, studieduur Werkgelegenheid: huidige werksituatie, aansluiting opleiding, werkgevers Waardering van de opleiding: algemeen oordeel, verbeterpunten Inhoud opleiding: meest zinvolle programmaonderdelen, aantal keuzevakken, academische vaardigheden

Ter validering, verheldering en aanvulling van dit rapport zijn waar mogelijk de antwoorden op de Landelijke WO monitor 20111 gebruikt. Deze resultaten staan in het rapport vermeld. 1

IVA, beleidsonderzoek en advies: WO monitor 2011, Tabellenboek Opleidingen Technische Universiteit Delft, respons EE: 14,8%.

2


1

De belangrijkste conclusies

De respons op de enquête over de afgestudeerden EE en CE van 1 september 2011 t/m 31 augustus 2013 is hoger dan die van de vorige enquête over de periode 2007-2009 (34% tegenover 20%). Een reden voor de hogere respons zou kunnen zijn dat de enquête alleen per mail is verzonden en niet per post. Het risico op foutieve adressering is met een enquête per e-mail wellicht lager dan met een enquête per post. Het grootste gedeelte van de respondenten heeft een track van de master EE gevolgd. Van de master CE hebben slechts enkele alumni de enquête ingevuld. Met name de representativiteit voor CE is daarmee dan ook niet gegarandeerd. De resultaten van deze enquête zijn voor die opleiding daarom hooguit een indicatie en kunnen dan ook niet zonder meer worden gegeneraliseerd. Het best vertegenwoordigd in de respons zijn alumni van een Masterprogramma. Alumni van het Schakel/Masterprogramma zijn het zwakst vertegenwoordigd. Er zijn geen respondenten meer uit het oude vijfjarige programma. De gemiddelde studieduur van de respondenten van de volledige Ba/Ma opleiding EE of CE is 6,2 jaar. Dit is minder dan het gemiddelde van de vorige enquête groep (zeven jaar). Deelnemers aan het schakelprogramma deden gemiddeld 4,3 jaar over hun opleiding. Dit is iets langer dan bij het vorige onderzoek onder alumni van EE en CE; toen deden de alumni van het schakelprogramma gemiddeld vier jaar over de opleiding. De alumni die alleen de Master volgden deden gemiddeld 2,3 jaar over hun opleiding. Dit is iets langer dan de groep van de vorige enquête (twee jaar). Van de 45 respondenten heeft één alumnus momenteel nog geen baan. Deze persoon is zomer 2013 afgestudeerd. Uit de WO-monitor van 2011 blijkt dat EE-alumni na afstuderen gemiddeld vier maanden zonder baan zitten. Van de mensen met een baan werkt 83% in loondienst2. Voor CE zijn er in de WO-monitor geen resultaten bekend gemaakt. Relatief veel responderende alumni zijn na hun opleiding aan de slag gegaan als promovendus of als research engineer/scientist. Ook wanneer we kijken in welke sectoren de alumni terechtkomen, zien we dat onderzoek relatief vaak genoemd wordt, net als de sectoren Semiconductor industry en Power engineering. De alumni komen bij een breed scala aan organisaties te werken, waarbij de TU Delft bovenaan staat. Bij ASML, Broadcom, Caeleste, en bij DNV GL werken ieder twee alumni. De overige alumni werken ieder bij een andere organisatie in binnen- of buitenland. Net als in de vorige alumni enquêtes zeggen de meeste alumni in deze enquête dat de aansluiting van de opleiding op de huidige baan goed is. Een overgrote meerderheid van de respondenten vindt de opleiding die zij gevolgd hebben goed tot zeer goed (86%). Dit aantal is gestegen ten opzichte van de groep van het vorige onderzoek uit 20072009 (score was toen 79%). Met name de EPE-alumni zijn zeer tevreden over hun opleiding. Geen enkele alumnus heeft de opleiding een slechte score gegeven, terwijl er in het verleden wel telkens enkelen waren die dit oordeel gaven. Mensen die in het onderzoeksdomein zijn gaan werken vinden hun opleiding goed tot zeer goed. Dit beeld is consistent over de jaren. Kijkend naar de andere professies dan is het beeld wisselender over de jaren. Alumni geven aan dat de praktische toepassing van hun studie in de praktijk meer aandacht zou moeten krijgen in de opleiding, net als vaardigheden als teamwork en presentatietechniek. Meer diversiteit in onderwijsvormen is gewenst. Daarnaast wordt duidelijk dat de relevantie van de opleiding voor het werkveld meer aandacht zou mogen krijgen.

2

WO-monitor 2011

3


Net als in voorgaande jaren vinden alumni de scriptie, stages en projecten erg waardevolle onderdelen van de opleiding. Over het aantal keuzevakken is men over het algemeen tevreden; dit is groot genoeg. De academische vaardigheden die waardevol blijken in het werk zitten op het intellectuele en wetenschappelijke vlak. Echter de academische vaardigheden die volgens alumni onvoldoende aan bod zijn gekomen in de opleiding zitten meer op het vlak van imbedding in de temporele en maatschappelijke context en teamwork. Aanbevelingen - Om de respons verder te verhogen zou de alumnivereniging ETV een actiever alumnibeleid kunnen voeren. Niet alleen door het verzamelen van mailadressen voor het versturen van de enquête, maar ook om in een vervolgstadium meer contacten te hebben die wellicht interesse hebben om zitting te nemen in de Alumniraad. - De opleiding zou in overweging moeten nemen om de stage verplicht te stellen binnen het curriculum. Studenten krijgen op deze manier meer kansen om ervaring in het bedrijfsleven op te doen, alsmede de sociale vaardigheden verder te ontwikkelen.

4


2

Respons

Alle respondenten zijn afgestudeerd tussen 1 september 2011 en 31 augustus 2013. De respons is hoger bij deze enquête dan bij alle vorige enquêtes. Mogelijk komt dit doordat de enquête dit keer digitaal is verzonden en ook digitaal ingevuld kon worden. Daardoor werd het struikelblok van mogelijk niet-actuele adressen uit het verleden vermeden. Ook hoefde de student nu minder moeite te doen om de ingevulde enquête in te leveren (want deze hoefde niet opgestuurd te worden). Jaar 2011-2013 2009-2011 2007-2009 2005-2007 2002-2005 Tabel 1

Uitgezet 135 (gecorrigeerd)3 Geen 141 (gecorrigeerd) 209 (gecorrigeerd) 196 (gecorrigeerd)4

Respons 45 Geen 28 33 52

Percentage 34% 20% 16% 26%

Respons alumni EE/CE

Onder de 135 studenten die de enquête hebben ontvangen waren 31 CE-alumni en 104 EE-alumni. De respons onder de twee masters was 38% voor de EE-alumni en 16% voor de CE-alumni. De representativiteit van de uitslagen CE-alumni kan vanwege het lage responspercentage niet gegarandeerd worden; de resultaten moeten daarom voor die Master als een indicatie beschouwd worden. Voor EE kunnen de resultaten wel als representatief voor de gehele doelgroep beschouwd worden. Gevolgd programma Van de respondenten heeft het grootste gedeelte de master gedaan. Jaar 2011-2013 2009-2011 2007-2009 2005-20075 Tabel 2

N 45 Geen 27 33

Oud 5 jr progr 1 5

Ba/Ma 12 13 10

Schakel / Ma 3 6 7

Ma 30 8 11

Respons per programma

De studenten is gevraagd welke Master / track zij hebben gevolgd:

2011-2013 2009-2011 2007-20096 Tabel 3

N 45 Geen 27

TC 10 5

ME 16 14

EPE 14 5

CE 5 4

Respons per Master / track

De gemiddelde studieduur De gemiddelde studieduur van de verschillende groepen respondenten is hieronder weergegeven. Ter informatie is in bijlage 3 de studieduur per Master(track) uitgesplitst. Echter, gezien de kleine respondentaantallen die per Master(track) overblijven moeten die cijfers voorzichtig gebruikt worden bij het trekken van conclusies.

2011-2013

Oud 5jr progr -

Ba/Ma 6,2

Schakel Ma 4,3

Ma 2,3

3

De resultaten van de enquête zijn gecorrigeerd voor drie studenten die ten onrechte gelabeld waren als alumnus CE of EE. De resultaten van de enquête zijn gecorrigeerd voor teruggestuurde enveloppen met naam/adres onbekend en/of Chinese studenten die weer terug zijn naar China. 5 Van de periode 2002-2005 zijn hierover geen gegevens verzameld. 6 Van de periode 2002-2005 en 2005-2007 zijn hierover geen gegevens verzameld. 4

5


2009-2011 2007-2009 2005-2007 Tabel 4

*7 8,8

7 6,8

4 4,5

2 2,3

Gemiddelde studieduur in jaren

Vooral bij de groep Ba/Ma alumni is de spreiding van studieduur aanzienlijk; deze gaat voor die groep van twee jaar tot negen jaar of meer. De drie respondenten uit het schakelprogramma deden resp. twee, vijf en zes jaar over hun programma. In de groep alumni van het Masterprogramma hebben de meesten twee jaar over hun master gedaan, met enkele uitschieters tot 4,5 jaar.

7

Er was maar één respondent; daarom is geen gemiddelde berekend.

6


3

Werkgelegenheid

Huidige werksituatie Van alle 45 respondenten zit slechts één alumnus op dit moment zonder baan. Deze alumnus is in de zomer van 2013 afgestudeerd8. Uit de WO-monitor blijkt dat alumni er gemiddeld vier maanden over doen om een baan te vinden na hun afstuderen. Van de respondenten van EE/CE-enquête met een betaalde baan is een kwart een promotietraject gestart; alle anderen zijn in loondienst gegaan9. Het percentage dat een promotietraject gaat doen is hoger dan wat uit de WO-monitor kwam; uit dat onderzoek bleek dat slechts 8% een PhD is gaan doen na het afstuderen. Uit de WO-monitor blijkt verder dat de meeste alumni komen te werken bij een organisatie groter dan 1000 medewerkers (73%). Van de respondenten van EE/CE-enquête werkt het grootste gedeelte (70%) bij een organisatie in Nederland. Daarnaast werken enkelen in België; de tien respondenten die niet in één van deze twee landen werken, werken in verschillende landen in de wereld10. Verreweg het grootste gedeelte van de respondenten (89%) werkt in het land van voorkeur. Van de mensen die niet in het land van voorkeur werken noemen de meesten o.a. Nederland als land van voorkeur. Al deze mensen werken momenteel al in een ander land in Europa. Gemiddeld hebben EE-alumni11 een maandelijks inkomen van € 3.114,-; dit ligt € 500,- hoger dan het landelijk gemiddelde en is het hoogste gemiddelde salaris van de technische studies aan de TU Delft die in de WO-monitor aan bod kwamen. Volgens de WO-monitor 2011 is iets meer dan de helft van de EE-alumni tevreden tot zeer tevreden over de huidige functie. Uit dit onderzoek blijkt verder dat de gemiddelde tevredenheid onder EE-alumni over de huidige functie de laagste ten opzichte van het gemiddelde van alle TU Delft alumni; 3,5 voor EE en 3,9 voor TU totaal (schaal 1-5). Ten opzichte van de WO-monitor zijn zowel de gemiddelde tevredenheid van TU totaal als van EE gedaald.

Semiconductor industry

6

TOTAAL

Other

Mangaging director or partner

Analyst

Trainee technical/ mgt./ research

Consultant

2

Software engineer

8

System / product designer

Research engineer / scientist

Research

Phd student

Veel alumni komen in een onderzoeksfunctie terecht. De banen worden gevonden in diverse sectoren, waarbij Research, Semiconductor industry en Power engineering de top 3 vormen. De verdeling functie/sector is hieronder gedetailleerd weergegeven.

10 1

Information technology

2

1 2

Power engineering

1

Telecommunication

1

1

Environment

1

1

10 2

1

2

1

1

2

7

2

5 2

Strategy consulting

1

1

Transport

1

1

Other TOTAAL

11

2

2

1

10

5

5

3

2

1

0

1

6

7

44

Tabel 5 Overzicht van eerste functie / branche 8 In de enquête stond oorspronkelijk een vraag over hoe lang de alumni na het afstuderen erover gedaan hebben om hun eerste baan te vinden. Helaas is deze vraag door (waarschijnlijk) technische redenen niet in de Evasys enquête terecht gekomen. Gegevens over dit onderwerp zijn daarom uit de WO-monitor 2011 gehaald. 9 Zie bijlage 3 voor een tabel over dit onderwerp. 10 Zie bijlage 3 voor een tabel over dit onderwerp. 11 Van CE zijn in de WO-monitor 2011 geen resultaten gepubliceerd.

7


Aansluiting opleiding – werk Van de respondenten geeft 87% aan dat de huidige baan aansluit bij de gevolgde opleiding. Dit percentage is hoog, maar ligt lager dan wat bleek uit de vorige enquête (2007-2009); toen gaf 96% aan tevreden te zijn met de aansluiting opleiding – eerste baan. Voor de periode 2005-2007 lag dit percentage even hoog als bij de huidige groep. Als reden voor de goede aansluiting van studie en baan wordt door meerdere alumni gezegd dat het werk aansluit bij het thesisproject. Daarnaast wordt bijvoorbeeld gezegd dat het werk technisch uitdagend is en op een hoog abstractieniveau, en dat het van de professional eist om technologie in een groter raamwerk te kunnen plaatsen. Tot slot wordt door meerdere alumni gezegd dat sterke analytische en intellectuele vaardigheden nodig zijn in hun functie. Van de mensen die Nee antwoordden op de vraag of hun eerste baan aansluit op de opleiding, zei een aantal dat de functie meer op Bachelor-niveau zit, waarbij de technische vaardigheden minder aan bod komen. De alumnus die nog op zoek is naar een baan geeft aan dat bedrijven op zoek zijn naar mensen met praktische werkervaring, en deze heeft hij nog niet. Hieronder is de verdeling in eerste functies over de jaren aangegeven. In de opvolgende onderzoeken zijn zo veel mogelijk dezelfde functietitels aangehouden. Waar dit niet gebeurd is, is de meest logische combinatie van functietitels gezocht.

Grafiek 1 Verdeling functies over de jaren

Werkgevers van alumni EE/CE De 44 respondenten die al aan het werk zijn, zijn bij 35 verschillende organisaties terecht gekomen: acht van hen werken bij de TU Delft, twee bij ASML, twee bij Broadcom, twee bij Caeleste, twee bij DNV GL, en alle overigen werken bij andere bedrijven12. In totaal werken de alumni in twaalf verschillende landen, waarbij de meesten in Nederland gevestigd zijn.

12

Zie bijlage 2 voor de volledige lijst.

8


4

Waardering van de alumni voor de opleiding

Algemeen oordeel over de opleiding Aan de alumni is gevraagd een algemeen oordeel over de opleiding te geven. Waar er in de eerdere alumni enquêtes elke keer één student zei de opleiding slecht gevonden te hebben, is er dit keer niemand die dat oordeel uitbracht. jaar

bad

moderate

good

very good

2011-2013 (N=45)

-

13%

62%

24%

2009-2011 (geen)

-

-

-

-

2007-2009 (N=28)

4%

14%

68%

11%

2005-2007 (N=33)

3%

3%

73%

21%

2002-2005 (N=52)

2%

2%

81%

15%

Tabel 6

Waardering alumni EE/CE voor de opleiding

De studenten zijn gemiddeld tevredener geworden over de opleiding; vooral het aantal mensen dat de opleiding zeer goed vindt is meer dan verdubbeld ten opzichte van vier jaar geleden.

Grafiek 2 Algemeen oordeel over de Master EE/CE

Wanneer wordt bekeken hoe de waardering is gegeven over de verschillende Mastertracks is te zien dat met name de EPE-alumni zeer tevreden zijn over hun opleiding. De TC-alumni vinden hun opleiding ook goed, en de alumni van CE en ME zitten ongeveer op hetzelfde niveau qua waardering.

9


Grafiek 3 Oordeel over de Master EE/CE per opleiding

Als we bekijken hoe de verschillende functiegroepen denken over de Master EE/CE zien we dat de mensen die in het onderzoeksdomein terecht zijn gekomen, hun opleiding goed tot zeer goed vonden. Er was één analist in de groep respondenten en hij is ook zeer tevreden met zijn opleiding. De software engineers en de consultants zijn ongeveer even tevreden met hun opleiding. Geen enkele professie heeft aangegeven de opleiding slecht gevonden te hebben. Vergelijken we deze uitkomsten met de afgelopen jaren dan zien we een wisselend beeld; de software engineers waren bijvoorbeeld in het onderzoek van 2007-2009 het meest te spreken over hun opleiding, maar in het onderzoek daarvoor waren zij het minst erover te spreken. De research engineers daarentegen geven in het huidige onderzoek een hoge waardering voor de opleiding, terwijl zij in 2007-2009 minder tevreden waren, en in 2005-2007 weer een hoge waardering hadden gegeven. Uit de huidige resultaten en die van het verleden valt daarmee in ieder geval te concluderen dat er voorzichtig omgegaan moet worden met het koppelen van de functie aan de waardering van de opleiding.

Grafiek 4 Oordeel over de Master EE/CE per functie

10


Verbeterpunten van de opleiding Aan de alumni is gevraagd wat ervoor zou kunnen zorgen dat zij een hoger cijfer aan de opleiding zouden geven. Ze konden kiezen uit een aantal verbeterpunten, waarbij per persoon meerdere antwoorden mochten worden gegeven. Voor de huidige alumni enquête zijn de antwoordopties verder gespecificeerd: 2007-2009

2011-2013

Content Level Relevance Programming classes Teaching methods

Programme content Programme level Relevance for current work field Course scheduling Teaching methods including the use of student assistants Guidance by teachers Other

Supervision by teachers Other Tabel 7

Antwoordopties bij de vraag over verbeterpunten van de opleiding EE/CE

De gegeven scores zijn hieronder grafisch weergegeven13. Wat opvalt is dat de optie ‘Relevantie’ in de huidige enquête een stuk hoger scoort dan in de eerdere enquêtes. Mogelijk komt dit omdat de optie specifieker is gemaakt en daardoor beter te duiden was door de respondenten. Hetzelfde geldt voor de onderwijsvormen; hier is in de enquête van 2011-2013 toegevoegd dat dit inclusief de inzet van studentassistenten is. Uit de resultaten valt niet op te maken of de verbetering zou moeten zitten in de inzet van verschillende onderwijsvormen in het algemeen, of in de inzet van studentassistenten.

Grafiek 5 Frequentie van de genoemde verbeterpunten van de opleiding EE/CE

De studenten hebben de mogelijkheid gekregen om hun scores toe te lichten14. Over een aantal punten werd meerdere keren een opmerking gemaakt. Zo wordt gezegd dat de praktische toepassing meer aan de orde zou moeten komen in het curriculum. Hierbij worden ook teamwork en presentatietechnieken genoemd. Dit beeld is consistent met de resultaten uit eerdere alumni enquêtes. Ook werd in het verleden aangegeven dat studenten beter voorbereid wilden worden op het werken in een bedrijf. Over de inhoud en het niveau van het programma wordt enerzijds gezegd dat deze in orde zijn, maar anderzijds wordt gezegd dat niet altijd het masterniveau gehaald wordt, of dat de vakken minder relevant zijn. Tegelijkertijd is er ook iemand die zegt dat er een gat zit tussen de bachelor en de 13 14

In bijlage 3 is een tabel met de bijbehorende numerieke scores te vinden. In bijlage 4 staan alle gemaakte opmerkingen bij deze vraag.

11


master. Ook deze geluiden kwamen in eerdere enquêtes naar voren. Er werd gezegd dat het Masterniveau goed was als startkwalificatie voor de arbeidsmarkt, maar aan de andere kant werd ook gezegd dat bepaalde (specialisatie)vakken van onvoldoende niveau waren. Algemene positieve opmerkingen gaan over het feit dat men goed voorbereid is voor de eerste baan; de kennis kan direct ingezet worden in de werkzaamheden. Alles wat men nodig heeft in de huidige functie is aan de orde gekomen in de opleiding. Algemene verbeterpunten die genoemd worden door de respondenten gaan over organisatorische zaken en over de communicatie van, tussen en met docenten. In het verleden werd opgemerkt dat bepaalde vakken niet meer up-to-date waren; in de huidige enquête zijn daar geen opmerkingen meer over gemaakt.

12


5

Inhoud onderwijsprogramma

Meest zinvolle programmaonderdelen Aan de alumni is gevraagd welke vakken zij het meest waardevol vonden in relatie tot hun huidige functie. De respondenten mochten ieder maximaal drie vakken/programmaonderdelen invullen. Veel alumni noemden de scriptie en (groeps)projecten als waardevolle onderdelen van de opleiding. Ook stages, praktische experimenten en schriftelijk rapporteren werden door meerdere mensen genoemd. Daarnaast werd (net als in voorgaande jaren) een groot aantal specifieke vakken genoemd én werd er door meerdere respondenten gezegd dat ze de hele opleiding waardevol vonden in relatie tot hun huidige functie. Verder werden Introduction to Analogue CMOS design en Analog Integrated Circuit Design meerdere keren genoemd, net als diverse vakken die te maken hebben met High voltage. Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat uit de tracks ME en EPE relatief veel alumni onder de totale groep respondenten waren. Aantal keuzevakken Ook is aan de alumni EE en CE gevraagd wat zij vonden van de hoeveelheid keuzevakken die worden aangeboden. Een ruime meerderheid van 69% vond het aantal keuzevakken groot genoeg15. In totaal waren er 10 respondenten die het aantal keuzevakken te klein vonden. Vier van hen hebben de mastertrack EPE gevolgd; vier hebben TC gevolgd; één heeft CE gevolgd en één heeft ME gevolgd. Aan de mensen die het aantal keuzevakken te klein vond is vervolgens gevraagd wat zij gemist hebben. Hieruit kwamen de volgende antwoorden: -

Basics of LTE; Radio Resource Management; More on OFDM and phy layer More on statistics, reliability, asset management Group work on electrical power engineering following the corresponding courses More fundamental courses related to maths and physics. "Economy, Project Management, Statistical Analysis, Risk analysis for engineering" I would've liked to be able to learn about (La)tex in a more fundamental way. Management and business oriented courses. More business or System Engineering courses I would liked to have more technical courses on electrical construction for buildings and residence. I would liked to have courses on electrical illumination. I would likedto have courses related to the study on the NEC (National Electric Code).

Academische vaardigheden De opleidingen beschrijven in hun eindtermen naast domeinkennis ook academische competenties van studenten te ontwikkelen, de zogenaamde Meijers criteria16. Aan de alumni van 2011-2013 is gevraagd welke van deze academische vaardigheden zij waardevol vonden en welke zij gemist hebben in de opleiding, in relatie tot hun huidige functie. Per persoon mochten meerdere antwoorden gegeven worden. Te zien is dat een meerderheid van de academische vaardigheden als waardevol voor de huidige functie worden beschouwd, en deze zijn volgens de alumni in voldoende mate teruggekomen in de opleiding. Toch wordt uit het onderzoek ook duidelijk dat het leren rekening houden met het temporele en maatschappelijke aspect onvoldoende in de opleiding naar voren is gekomen. Daarnaast geven relatief veel mensen aan dat ze meer teamwork en mondelinge communicatie in de opleiding hadden willen hebben. Het beeld van gemiste vaardigheden verschilt met het beeld dat ontstond uit het onderzoek onder alumni van de periode 2007-2009. Toen werden de intellectuele basisvaardigheden het meest gemist van de Meijers criteria, en de mondelinge communicatie en het kunnen doen van wetenschappelijk onderzoek completeerden in dat onderzoek de top-3 van gemiste vaardigheden. Mondelinge 15

Zie bijlage 3 voor een tabel over dit onderwerp. Meijers e.a.(2005) Criteria voor academische Bachelor en Master Curricula 3TU: Knowledge of scientific discipline, academic research, scientific approach, design, oral and written communication, teamwork, intellectual skills like reasoning and reflecting, taking into account temporal and societal context. 16

13


communicatie is daarmee een terugkerend punt van aandacht binnen de ontwikkeling van academische vaardigheden bij EE en CE.

Grafiek 6 Academische vaardigheden in relatie tot huidige functie

14


Bijlagen Bijlage 1 Vragenlijst alumni-enquête 2011-2013 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.

12. 13. 14. 15. 16.

Which programme did you follow? In what year did you first register for EE / CE? What is your graduation date (date stated on graduation certificate)? In what sector do you work? What is your present position? (give a brief description, if necessary) Does the work you accepted fit to the academic level of your study? What is the name of the organisation where you work? In which country do you work? Are you currently working in your country of preference? If not; what is your country of preference? In relation to your current position, which parts your study programme (courses/groups of courses/assignments/projects, etc.) do you consider most valuable? (max. 3) When considering the range of elective courses for your Master programme; the range of elective courses was wide enough / the range of elective courses was too small / the range of elective courses was too big / other: …… In relation to your current position, which academic skills in your study programme do you consider valuable? What knowledge and/or academic skills did you miss in your study programme? What grade would you give the EE / CE programme? (explain if necessary) In which of the areas below would improvements result in a higher grade for the EE / CE programme? (you may tick more than one box) Space for additional comments or remarks.

15


Bijlage 2 Werkgevers van alumni EE en CE De werkgevers waarbij de responderende alumni 2011-2013 terecht zijn gekomen staan op alfabetische volgorde gerangschikt. Als bij een organisatie meerdere alumni terecht zijn gekomen staat het aantal alumni erachter vermeld tussen haakjes. Voor een volledig beeld zijn ook de lijsten van de laatste twee enquêtes toegevoegd. Alumni 2011-2013 Aalto university AdScience Aimvalley Alewijnse Allseas Engineering B.V. AME ASML (2) Broadcom (2) Caeleste (2) Catena Microelectronics bv Croon Elektrotechniek DNV GL (DNV KEMA) (2) eFellows Go About Gpixel Inc Greenpeak Technologies IMEC Intel ITARS Lely Industries Movares Nederland MovingDot BV OC&C Strategy Consultants Ohio University "Politecnico di Milano Milan, Italy" QUALCOMM CDMA TECHNOLOGIES Registro Publico de Panama Sim-industries B.V. ST microelectronics Stedin T-Minus Engineering B.V. TU Delft (8) Tu/e Westland Infra

Alumni 2007-2009 2M Engineering Ltd ABB Bright Sight Cmosis Antwerp Fokker Services B.V. GustoMSC Haagse Hogeschool Institute for Telecommunication Research Moog Movares Nederland NXP Semiconductors(3) Own company People4Earth, Emic Research (part time) S T Ericsson Sonion SRON Sunday Solar Technologies, Australia Telvent Tennet TSO b.v.(3) The Boston Consulting Group TNO Defence, Security and Safety TU Delft (2) University of Twente Van Swinden Laboratorium (VSL) Voorheen: Nederlands

Meet Instituut

Alumni 2005-2007 AMC / TU Delft / Philips Medical Systems Arnold & Siedstra ASML Bain & Company BMWorks / Epesi Creative New Media Capgemini Corus Strip Products IJmuiden Defensie, Koninklijke Marine Eindhoven University of Technology European Space Agency (ESAESTEC) Fluor BV Harakosan Europe BV Logica Mapper Lithography BV Nuon NXP (2) Pinewood bv Riscure BV Scarabee Systems & Technology BV Seneca Risk & Security Shell Global Solutions Int. BV Siemens Nederland BV SPIE Infra T-Mobile NL TNO (2) TU Delft (6) Versatel NL

16


Bijlage 3 Tabellen Gemiddelde studieduur uitgesplitst naar Master(track): TC

ME

EPE

CE

N

Gem.

N

Gem.

N

Gem.

N

Gem.

Oud 5 jr progr

-

-

-

-

-

-

-

-

Ba/Ma

3

7,5 jaar

4

6,3 jaar

3

5,3 jaar

2

7,3 jaar

Schakel / Ma

1

5 jaar

1

6 jaar

-

-

1

2 jaar

Ma

6

2,3 jaar

11

2,1 jaar

11

2,3 jaar

2

2,3 jaar

In welke landen werken de alumni EE/CE, op volgorde van aantallen: Land

N=44

%

Nederland

31

70%

België

3

7%

Bulgarije

1

2%

China

1

2%

Duitsland

1

2%

Finland

1

2%

Griekenland

1

2%

Indonesië

1

2%

Italië

1

2%

Verenigd Koninkrijk

1

2%

Verenigde Staten

1

2%

Welke functies bekleden de alumni EE/CE, op volgorde van aantallen: Land

N=44

%

PhD student

11

25%

Research engineer / scientist

10

23%

Other

7

16%

System / product designer

5

11%

Software engineer

5

11%

Consultant

3

7%

Trainee technical / management / research

2

5%

Analyst

1

2%

Managing director or partner

0

0%

17


In welke sector werken de alumni EE/CE, op volgorde van aantallen: Land

N=44

%

Research

10

23%

Semiconductor industry

10

23%

Power engineering

7

16%

Other

6

14%

Telecommunication

5

11%

Environment

2

5%

Information technology

2

5%

Strategy consulting

1

2%

Transport

1

2%

Niveau van programma

Relevantie (voor huidige werkveld)

Programmeri ng van de opleiding

Onderwijsvormen incl. inzet van studentassistenten

Begeleiding door docenten

2011-2013 (N=45) 2009-2011 (Geen) 2007-2009 (N=28) 2005-2007 (N=33)

Programmainhoud

Welke van de genoemde gebieden zouden verbeterd moeten worden om een hoger eindcijfer voor de opleiding te geven? (U mag meerdere antwoorden aankruisen)

18

7

20

10

23

13

-

-

-

-

-

-

10

5

5

0

10

4

14

8

8

8

14

9

Wat vond u van het aantal keuzevakken binnen uw Master? Het aantal keuzevakken was Precies goed

N

%

31

69%

Te groot

3

7%

Te klein

10

22%

Anders

1

2%

18


Bijlage 4 Toelichtingen van alumni Hieronder staan alle gegeven antwoorden op de vraag: In which of the areas below would improvements result in a higher grade for the EE / CE programme? (you may tick more than one box). De antwoorden zijn geclusterd in een aantal thema’s: Algemene positieve punten • Don't miss anything; working in the top of the field is also going well • Each group within the Master programe gives a wide variety of projects together with a very good connection with the industry. Thus, the transition from being a student to that of an employee is smoother. At the same time, the facilities and the courses are essential for focusing in a good way at the area of the interest. • I give the programme a good grade, because with the knowledge a gained during my study at TU Delft i am capable of working in any field of Electrical Power Engineering. What I was missing, is a course of Station Automation (in de verplichte electives). • It gives me a better education than other Universities. The academic and practical skills obtained throughout my studies gave me the knowledge I can apply to many of my daily work. • It improves my skills, my knowledge. The knowledge can directly implemented as soon as I start my work • Just what was required • The education level at the master programme trained me properly for my future career. • There is a lot of flexiblity as to how your masters study is given for every student as students can choose different courses • It certainly made be a complete engineer. So i am very happy with the course structure and professors. Algemene verbeterpunten • I mostly liked the Bachelor phase, but 80% of the Master phase was a frustrating experience for me. Courses were either too easy (and thus uninteresting) or too hard (impeding progress) and suddenly there was less academic freedom then before, with mandatory homework assignments and things like that. • It is a pity that the many organisatorial changes reflect on the quality of the education. Thankfully I, personally, did not have many issues with it. My graduation project sucked, but I have learned a lot from that. • Big improvements would be the communication between lecturers about what they teach to students and the english of some staff members. Also the waste of money, because e.g. The 14th floor is one big mess, but an expensive mess. Very expensive measuring devices, fabricated chips, etc. It is just annoying. • The gap between bachelors and masters is quite big • The cources are not working toghether, and many are just used by the teachers to show how good they are, instead of trying to teach. • The level of education is good. The teaching methods and diversity were little bit outdated. Praktische toepassing • As mentioned before many aspects on the practical side of engineering could be included which makes the program more relevant to the industry. • I don't think the courses meet the current expectations of the industry. Industry wants more experience on analog building blocks, I think new students must be exposed to more analog circuits in courses i.e. Intro to analog cmos design than just a mere hi-fi headphone amplifier. Instead of one complex circuit maybe a sub set of simpler circuits that can be easily mastered and understood. • The programme is quite good and interesting regarding academic knowledge and content. I have gained a deep background for my specialization. However, such important skills as teamwork and presentation, which are essential for future work, should be improved. • You get the basics you need to work in this area, however, there is still a lot untold/unlearnd which you need to pick up on-the-job because, for me it was challenging enough and now I

19


•

work I find my education very useful. Sometimes I reflect back to notes / studybooks. I think the program covers substantial material and gives one tools to make it at the work floor. Although I must note I'm currently not fully working at a msc level function. Sufficient knowledge to learn, but not too much opportunity to combine it with real situation (practical)

Inhoud en niveau van programma • Courses were good in terms of knowledge teaching but the education on research methodology was almost none, and there was nearly no team work within the specialization courses. • Good but the level of the courses did not always deserve the name "master course". Some courses were really basic. • Good range and depth of the overall program, some specialization courses lack depth and/or relevance. • High research level and you don't feel jumping of the cliff at your first job • I feel this programme puts you between the hardware and software. On hindsight I believe if I had focussed on either one of them it would have been more useful for me. • I was in the last batch in Masters in Telecommunication> i believe this track does not exist anymore ... More courses should be added related wireless technology fundamentals and coding theory

20

Resultaten alumni-enquête Opleiding Electrical Engineering Opleiding Computer Engineering Technische Universiteit Delft, Faculteit EWI

Recommend Documents