Research voor Beleid Schipholweg 13 - 15 2300 AZ Leiden telefoon 071 - 525 37 37 fax 071 - 525 37 02 www.researchvoorbeleid.nl
Als u vragen heeft naar aanleiding van dit rapport kunt u contact opnemen met de afdeling Communicatie en bibliotheek van Research voor Beleid Holding. telefoon 071 - 525 37 06
[email protected]
Illegale tewerkstelling verkend Eindrapport
Dit onderzoek is uitgevoerd door Research voor Beleid in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
drs. J. Ph. Visser drs. R.G. van Zevenbergen
B2229 Leiden, 23 november 2000
VOORWOORD Net als in de ons omringende landen komt het in Nederland voor dat sommige werkgevers vreemdelingen illegaal tewerkstellen. Voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) dat verantwoordelijk is voor het arbeidsmarktbeleid en de bestrijding van illegale tewerkstelling is het van belang inzicht te hebben in de omvang en aard van dit verschijnsel. Het laatste onderzoek naar de aard en omvang van de illegale tewerkstelling in Nederland van het Nederlands Economisch Instituut dateert al weer van 1994. Om diverse redenen, zoals de inwerkingtreding van de Wet Arbeid Vreemdelingen in 1995 en de toenemende schaarste aan personeel in diverse sectoren, valt te verwachten dat de omvang van illegale tewerkstelling sindsdien is gewijzigd. Op verzoek van het ministerie van SZW heeft Research voor Beleid daarom een verkenning uitgevoerd van de huidige aard en omvang van de illegale tewerkstelling. In het onderzoek is zowel gekeken naar de totale werkgelegenheid, die op dit moment wordt ingevuld door middel van illegale tewerkstelling, als naar het potentiële aanbod van arbeidskrachten die voor illegale tewerkstelling zouden kunnen worden ingezet. Van de resultaten van het onderzoek wordt in voorliggende rapportage verslag gedaan. Het onderzoeken van een illegaal verschijnsel is een lastige opgave. Dat geldt voor het in kaart brengen van illegale tewerkstelling net zo goed als voor het bepalen van de exacte omvang van bijvoorbeeld witte boordencriminaliteit of drugssmokkel. Immers, ook bij handhavende instellingen als de Arbeidsinspectie in het onderhavige geval of de Belastingdienst en de politie bij de andere genoemde thema’s, bestaat, ondanks aanzienlijke inspanningen van deze organisaties, geen volledig beeld. Met een in omvang beperkt onderzoek is dat beeld natuurlijk niet drastisch te verbeteren. Wel is het op basis van een systematisch in kaart brengen van wel beschikbare informatie en met behulp van een onderzoeksinstrument als een enquête mogelijk het bestaande beeld te verbreden, en waar mogelijk te verdiepen. Er moet daarbij worden voortgebouwd op reeds beschikbare gegevens. Dit onderzoek had dan ook niet plaats kunnen vinden zonder de medewerking van een groot aantal personen die, ieder vanuit hun eigen (sectorale) kennis van en betrokkenheid bij de materie, informatie hebben willen verstrekken. Aan hen gaat dan ook een speciaal woord van dank uit. Het onderzoek is voorts begeleid door een commissie waarin de ministeries van SZW en Justitie waren vertegenwoordigd. De leden daarvan waren mevr. W.M.J. van Heijningen en de heren P.A.M. van Dun, H.P.A. Kroft en S.P. Schouten van het Ministerie van SZW en mevr. S. Dobbelaar en dhr. M. Evers van het Ministerie van Justitie. Ook voor hun bijdrage is het onderzoeksteam dank verschuldigd. Het onderzoek is uitgevoerd door J.Ph. Visser en R.G. van Zevenbergen onder projectleiding van ondergetekende. P.M. de Klaver heeft meegewerkt aan het tot stand komen van de rapportage. D.H. Grijpstra Research manager Leiden, 23 november 2000
INHOUDSOPGAVE Pag. Samenvatting en conclusie
i
DEEL A HOOFDRAPPORT 1
Achtergrond en opzet van het onderzoek 1.1 Aanleiding voor het onderzoek 1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen 1.3 Opzet van het onderzoek 1.4 Opbouw van de rapportage
1 1 2 3 7
2
Het aanbod voor illegale tewerkstelling 2.1 Begrippenkader 2.2 Het potentieel voor illegale tewerkstelling 2.3 Het reëel potentieel voor illegale tewerkstelling 2.4 Slotbeschouwing
9 9 12 19 21
3
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag 3.1 Analyse controlebestanden Arbeidsinspectie 3.2 Enquête onder werkgevers in vier sectoren 3.3 Kwantitatieve aspecten van illegale tewerkstelling 3.4 Kwalitatieve aspecten van illegale tewerkstelling
23 23 24 28 31
DEEL B SECTORBESCHRIJVINGEN 4
Illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw 4.1 Basisgegevens 4.2 Ontwikkelingen 4.3 Schatting omvang kwalitatieve scan 4.4 Schatting omvang kwantitatieve scan
37 37 38 41 43
5
Illegale tewerkstelling in de bouwnijverheid 5.1 Basisgegevens 5.2 Ontwikkelingen 5.3 Schatting omvang kwalitatieve scan 5.4 Schatting omvang kwantitatieve scan
45 45 46 47 48
6
Illegale tewerkstelling in de horeca 6.1 Basisgegevens 6.2 Ontwikkelingen 6.3 Schatting omvang kwalitatieve scan 6.4 Schatting omvang kwantitatieve scan
49 49 50 50 51
7
Illegale tewerkstelling in de schoonmaak 7.1 Basisgegevens 7.2 Ontwikkelingen 7.3 Schatting omvang kwalitatieve scan 7.4 Schatting omvang kwantitatieve scan
53 53 53 55 56
Pag. 8
Illegale tewerkstelling in het transport over de weg 8.1 Basisgegevens 8.2 Ontwikkelingen 8.3 Schatting omvang illegale tewerkstelling
57 57 57 58
9
Illegale tewerkstelling in de vlees- en visindustrie 9.1 Vleesindustrie 9.1.1 Basisgegevens 9.1.2 Ontwikkelingen 9.1.3 Schatting omvang illegale tewerkstelling 9.2 Visindustrie 9.2.1 Basisgegevens
59 59 59 59 61 62 62
10
Illegale tewerkstelling in de internationale binnenvaart 10.1 Basisgegevens 10.2 Ontwikkelingen 10.3 Schatting omvang illegale tewerkstelling
63 63 63 65
11
Illegale tewerkstelling in de confectie 11.1 Basisgegevens 11.2 Ontwikkelingen 11.3 Schatting omvang illegale tewerkstelling
67 67 67 69
12
Illegale tewerkstelling in de metaal 12.1 Basisgegevens 12.2 Ontwikkelingen 12.3 Schatting omvang illegale tewerkstelling
71 71 71 72
13
Illegale tewerkstelling in distributiebedrijven en spreigroepen 13.1 Ontwikkelingen 13.2 Schatting omvang illegale tewerkstelling
73 73 74
14
Illegale tewerkstelling in de detailhandel en groothandel 14.1 Basisgegevens 14.2 Ontwikkelingen 14.3 Schatting omvang illegale tewerkstelling
75 75 76 76
Bijlagen 1. Schematische weergave samenstelling potentieel aan legaal en illegaal aanbod
79
2. Opzet en responsverantwoording enquête
81
3. Verantwoording analyse bestand AI
85
4. Gesprekspartners interviews
91
5. Literatuur
93
i
SAMENVATTING EN CONCLUSIE In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Research voor Beleid in het jaar 2000 een onderzoek uitgevoerd naar aard en omvang van illegale tewerkstelling. Het doel van het onderzoek is als volgt geformuleerd: Het verkrijgen van een actueel en samenhangend kwalitatief en kwantitatief beeld van de inzet en effecten van (aspecten van) illegale tewerkstelling. Deze doelstelling is vervolgens geoperationaliseerd in een aantal meer concrete onderzoeksvragen. Bij de beantwoording daarvan is gebruik gemaakt van verschillende kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden: - literatuurstudie; - interviews met sleutelinformanten; - analyse van een geautomatiseerd bestand van controles door de Arbeidsinspectie; - enquête onder werkgevers in een viertal sectoren (land- en tuinbouw, bouw, horeca en schoonmaak). Het onderzoeken van een illegaal verschijnsel is een lastige opgave. Dat geldt voor het in kaart brengen van illegale tewerkstelling net zo goed als voor het bepalen van de exacte omvang van bijvoorbeeld witte boordencriminaliteit of drugssmokkel. Immers, ook bij handhavende instellingen als de Arbeidsinspectie in het onderhavige geval of de Belastingdienst en de politie bij de andere genoemde thema’s, bestaat, ondanks aanzienlijke inspanningen van deze organisaties, geen volledig beeld. Met een in omvang beperkt onderzoek is dat beeld natuurlijk niet drastisch te verbeteren. Wel is het op basis van een systematisch in kaart brengen van wel beschikbare informatie en met behulp van een onderzoeksinstrument als een enquête mogelijk het bestaande beeld te verbreden, en waar mogelijk te verdiepen. Er moet daarbij worden voortgebouwd op reeds beschikbare gegevens. Hieronder volgen de belangrijkste resultaten van het onderzoek, gegroepeerd naar de in paragraaf 1.2 geformuleerde onderzoeksvragen:
1. Omvang en samenstelling van illegale tewerkstelling Potentieel voor illegale tewerkstelling In ons land verblijven naar schatting ruim een half miljoen (legale dan wel illegale) vreemdelingen van buiten de EER aan wie het niet of slechts onder bepaalde voorwaarden is toegestaan arbeid te verrichten. Van deze groep is slechts een beperkt deel daadwerkelijk beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Het reële potentieel voor illegale tewerkstelling in Nederland wordt voor 1999 geschat op ruim 128.000 personen, die gezamenlijk een arbeidsvolume vertegenwoordigen van ruim 48.000 arbeidsjaren.
ii
Samenvatting en conclusie
Omvang feitelijke illegale tewerkstelling Op basis van enerzijds literatuurstudie en interviews (kwalitatieve scan) en anderzijds analyse van het bestand van de Arbeidsinspectie en een enquête onder werkgevers in vier sectoren waar veel illegale tewerkstelling voorkomt (kwantitatieve scan) is een schatting gemaakt van de omvang van de feitelijke illegale tewerkstelling in ons land in het jaar 1999. Daarbij is als volgt te werk gegaan. De enquête onder werkgevers gaf per sector inzicht in het percentage bedrijven dat in 1999 de WAV overtrad. De analyse van het bestand van de Arbeidsinspectie leverde per sector informatie op over het gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelden per ‘WAV-overtredend’ bedrijf. Op basis van deze gegevens is per sector een schatting gemaakt van de omvang van de illegale tewerkstelling in personen. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende formule: aantal illegaal tewerkgestelden = (proportie ‘WAV-overtredende’ bedrijven x totaal aantal bedrijven) x gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelden per ‘WAV-overtredend’ bedrijf’
Op basis van gegevens die tijdens de kwalitatieve scan zijn verzameld, is vervolgens per sector de omvang bepaald van de illegale tewerkstelling in arbeidsjaren. Door de resultaten voor de verschillende sectoren1 vervolgens bij elkaar op te tellen (en te corrigeren voor het feit dat niet alle sectoren in het onderzoek konden worden betrokken), is de omvang van de illegale tewerkstelling in arbeidsjaren voor het land als geheel geschat. De feitelijke illegale tewerkstelling in ons land bedroeg in 1999 in ieder geval 4.500 personen (dat aantal is namelijk door de Arbeidsinspectie aangetroffen c.q. wordt door werkgevers zelf toegegeven). Verder komt uit het onderzoek een laagste schatting van ongeveer 35.000 en een hoogste schatting van illegale tewerkstelling van bijna 50.000 arbeidsjaren. De hoge schatting ligt daarmee iets boven de schatting van het reële potentieel van ruim 48.000 arbeidsjaren. De schatting van het reële potentieel is echter voor een deel gebaseerd op gegevens van een aantal jaren geleden. Door de krapte op de arbeidsmarkt is het niet uit te sluiten dat dat potentieel ondertussen is toegenomen en hoger zal liggen dat de hierboven genoemde ruim 48.000 arbeidsjaren. In 1994 was de omvang van de illegale tewerkstelling - naar schatting van het Nederlands Economisch Instituut - maximaal 30.000 arbeidsjaren. Dat betekent dat in de afgelopen vijf jaar de omvang van de illegale tewerkstelling uitgedrukt in arbeidsjaren – vergeleken met de hoge schatting in dit onderzoek - met 60% zou zijn toegenomen. Met name in de land- en tuinbouw lijkt sprake van een toename. Hierbij is enige reserve op zijn plaats: het NEIonderzoek en het onderhavige zijn elk op een andere manier uitgevoerd. Samenstelling groep illegaal tewerkgestelden Over de samenstelling van de groep in Nederland illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten komt uit de gegevens van de Arbeidsinspectie het volgende beeld naar voren: - voornamelijk afkomstig uit Oost-Europa, Azië en Afrika; - voornamelijk illegaal in ons land verblijvend (ruim 70% verblijft hier illegaal);
1
Voor de sectoren die geen onderdeel uitmaakten van de enquête, is de omvang van de illegale tewerkstelling in personen en arbeidsjaren geschat op basis van de informatie uit de kwalitatieve scan.
Samenvatting en conclusie -
iii
voornamelijk mannen (acht van de tien zijn mannen); voornamelijk jongeren (ruim tweederde is jonger dan 35 jaar).
2. Kenmerken van sectoren waarin illegale tewerkstelling voorkomt en omvang per sector Er is een viertal kenmerken aan te wijzen van sectoren waarin veel illegale tewerkstelling voorkomt: - pieken in het werk (tijdsdruk); - veel ongeschoold werk; - tekort aan vaklieden (bijv. timmerlieden); - bedrijven concurreren vooral met elkaar op prijs. De geschatte omvang van de feitelijke illegale tewerkstelling per sector wordt weergegeven in de volgende tabel. Tabel
Schatting omvang illegale tewerkstelling in ons land naar sector, uitgedrukt in arbeidsjaren, 1999
Sector
Land- en tuinbouw Horeca Bouwnijverheid Transport over de weg Vleesindustrie Groothandel/Detailhandel Schoonmaak Krantenbezorging/spreigroepen Internationale binnenvaart Confectie Metaal Totaal
Schatting aantal arbeidsjaren
Schatting aandeel sector in totale omvang illegale tewerkstelling
10.000 - 20.000 15.000 5.000 - 7.000 1.200 -2.500 100 - 1.000 500 - 1.000 800 500 400 100 50 33.650 - 48.350
36% 36% 15% 5% 1% 2% 2% 1% 1% 0% 0% 98%
* Niet alle sectoren zijn in deze schatting meegenomen. De schatting is daarom gecorrigeerd naar 35.000 tot 50.000
De sectoren land- en tuinbouw, horeca en bouw nemen het overgrote deel van de totale illegale tewerkstelling in ons land voor hun rekening. Uit de gegevens van de Arbeidsinspectie valt verder af te leiden dat met name kleinere bedrijven relatief vaak arbeidskrachten illegaal tewerkstellen. Hoewel er regionaal wel enige verschillen zijn in de omvang van illegale tewerkstelling, luidt de conclusie dat inzet van illegaal tewerkgestelden een landelijk verschijnsel is.
iv
Samenvatting en conclusie
3. Reden voor inzet illegaal tewerkgestelden De belangrijkste redenen voor werkgevers om illegaal tewerkgestelden in te zetten zijn: - financieel voordeel; - behoefte aan een flexibel personeelsbestand; - vermeend tekort aan (legaal) personeel.
4. Overtreding van andere wet- en regelgeving Illegale tewerkstelling hangt bijna per definitie samen met het overtreden van andere wet- en regelgeving. Zoals hierboven aangegeven, is financieel voordeel voor werkgevers een belangrijke reden om illegaal tewerkgestelden in te zetten. De werkgever behaalt financieel voordeel omdat niet de verplichte belastingen en premies worden afgedragen. Daarnaast is nog meer financieel voordeel te behalen door het niet betalen van het CAO-/minimumloon. 5. Effecten van recente maatregelen en omstandigheden op aard en omvang van illegale tewerkstelling De belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen jaren is de toenemende krapte op de arbeidsmarkt. Er is steeds minder prioriteit genietend aanbod dat eenvoudig beschikbaar is. Werkgevers zien daardoor vaker dan voorheen aanleiding een beroep te doen op illegale tewerkstelling. De mogelijkheden voor asielzoekers arbeid te verrichten zijn verruimd. Asielzoekers mogen tegenwoordig in twaalf maanden tijd twaalf weken seizoensarbeid verrichten. De effecten van deze maatregel zijn moeilijk in te schatten. Enerzijds kunnen asielzoekers nu legaal arbeid verrichten. Indien zij dat voorheen illegaal deden, kan genoemde maatregel hebben geleid tot afname van de illegale tewerkstelling. Anderzijds mogen de asielzoekers maar een beperkte periode werken. Het is zeker niet uit te sluiten dat zij buiten die periode om ook werken. Bovendien zijn ze voor of tijdens de periode waarin ze legaal hebben gewerkt mogelijk in contact gekomen met personen die hen kunnen bemiddelen naar ander werk. De voorgenomen uitbreiding van de EU is nu al merkbaar in het aanbod voor illegale tewerkstelling. Vooral arbeidskrachten uit landen die oostelijk zijn gelegen van Polen, en niet op korte termijn onderdeel zullen uitmaken van de EU, melden zich nu ook op de Nederlandse arbeidsmarkt volgens de Arbeidsinspectie.
DEEL A Hoofdrapport
ii
Samenvatting en conclusie
1
1
ACHTERGROND EN OPZET VAN HET ONDERZOEK
1.1
Aanleiding voor het onderzoek
In 1995 is de Wet arbeid vreemdelingen (WAV) in werking getreden. Eén van de belangrijkste doelstellingen van de WAV is het bestrijden van illegale tewerkstelling. Er zijn verschillende redenen om illegale tewerkstelling te bestrijden: - illegaal arbeidsaanbod verdringt mogelijk legaal arbeidsaanbod. Nederland kent nog steeds een werkloosheid van circa 200.000 personen en een aantal uitkeringsgerechtigden dat aanzienlijk hoger ligt. Bestrijding van illegale tewerkstelling draagt bij aan het wegnemen van een belemmering voor hernieuwde deelname aan arbeid van (uitkeringsgerechtigde) werklozen. In het verlengde daarvan zijn besparingen mogelijk op de kosten van uitkeringen; - illegale tewerkstelling betekent ook inkomstenderving voor het Rijk en de sociale fondsen. Immers, werkgevers die illegale werknemers tewerkstellen, dragen niet de verplichte belastingen en premies voor hun werknemers af; - een derde punt hangt hiermee samen: doordat de ene werkgever wel belastingen en premies afdraagt en de andere niet, ontstaat concurrentievervalsing; - illegale tewerkstelling biedt mogelijkheden voor illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen om in hun levensonderhoud te voorzien, in die zin creëert illegale tewerkstelling de mogelijkheid tot illegaal verblijf; - ten slotte gaat illegale tewerkstelling veelal samen met overtredingen van andere wetten en bindende CAO-afspraken op het gebied van arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen. De Wet Arbeid Vreemdelingen is te beschouwen als een instrument van het arbeidsmarktbeleid. Binnen het ministerie van SZW is de directie Arbeidsmarkt voor dit beleid verantwoordelijk. De uitvoering van de WAV (het verlenen van tewerkstellingsvergunningen) berust bij Arbeidsvoorziening en de handhaving ervan (toezicht en opsporing van illegale tewerkstelling) bij de Arbeidsinspectie (een onderdeel van SZW). In 1994, het jaar voordat de WAV in trad, is door het Nederlands Economisch Instituut (NEI) onderzoek gedaan naar de aard en omvang van illegale tewerkstelling.1 Dit onderzoek leverde een schatting op van maximaal 30.000 arbeidsjaren aan illegale tewerkstelling. Daarna is in 1997 alleen nog een kwalitatieve marktverkenning uitgevoerd in opdracht van het ministerie.2 Het laatste kwantitatieve beeld van de illegale tewerkstelling in ons land is inmiddels dus ruim vijf jaar oud. Ten tijde van het onderzoek van het NEI zag de arbeidsmarkt er duidelijk anders uit dan heden ten dage. Momenteel ondervinden vrijwel alle sectoren in Nederland hinder van de kanteling van de arbeidsmarkt. Die is omgeslagen van een situatie met een overvloedig
1
C.Th. Zandvliet en J.H. Gravesteijn-Ligthelm, Illegale arbeid: omvang en effecten, Nederlands Economische Instituut, 1994. 2 M. van Wallenburg, Marktverkenning illegale tewerkstelling, Den Haag, Arbeidsinspectie, augustus 1997.
2
Achtergrond en opzet van het onderzoek
aanbod van arbeidskrachten naar een situatie waarin een vraagoverschot heerst. Naast het slinkende aanbod van (direct of na een relatief kort aanbodversterkend traject en/of scholingstraject in te zetten) werkloze werkzoekenden, zorgen ook de afgenomen en afnemende instroom van schoolverlaters op de arbeidsmarkt en vergrijzing van de beroepsbevolking ervoor dat de discrepantie tussen vraag en aanbod verder toeneemt. Het aantal moeilijk vervulbare vacatures groeit dan ook met de dag. Werkgevers zijn door deze steeds krapper wordende arbeidsmarkt meer en meer aangewezen op andere groepen arbeidskrachten zoals herintredende vrouwen en vijftigplussers. De verscheidene groepen legaal in Nederland verblijvende vreemdelingen komen mede hierdoor ook steeds meer in beeld. Ook illegale tewerkstelling kan vervolgens voor werkgevers een oplossing bieden voor de krapte op de arbeidsmarkt. Deze mogelijkheid komt bijvoorbeeld in beeld als men snel mensen nodig heeft, en geen tijd denkt te hebben voor het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning of als men al dan niet terecht van mening is een dergelijke vergunning niet te kunnen krijgen. Een grotere krapte op de arbeidsmarkt zal werkgevers vaker in de verleiding brengen tot illegale tewerkstelling over te gaan. Het ministerie van SZW had daarom behoefte aan een nieuwe verkenning van de illegale tewerkstelling in ons land. Research voor Beleid heeft opdracht gekregen voor een onderzoek naar de huidige aard en omvang van de illegale tewerkstelling in ons land. Dit onderzoek gaat uit van de volgende, door het ministerie van SZW opgestelde, definitie van illegale tewerkstelling: “tewerkstelling van vreemdelingen zonder dat – indien vereist – aan de vergunningsplicht van de Wet arbeid vreemdelingen is voldaan”. Met betrekking tot illegale tewerkstelling is nog onderscheid te maken tussen: - de feitelijke illegale tewerkstelling; - de vraag naar illegale arbeidskrachten (die groter kan zijn dan de feitelijke illegale tewerkstelling). In het onderzoek staat het eerste aspect - de feitelijke illegale tewerkstelling - centraal.
1.2
Doelstelling en onderzoeksvragen
De doelstelling van het onderzoek luidt als volgt: Het verkrijgen van een actueel en samenhangend kwalitatief en kwantitatief beeld van de inzet en effecten van illegale tewerkstelling in Nederland. Deze doelstelling is vertaald in de volgende concrete onderzoeksvragen: 1. Wat is de omvang van illegale tewerkstelling? 2. Wat zijn de kenmerken van sectoren waar illegale tewerkstelling voorkomt? Wat is de aard en omvang van illegale tewerkstelling per sector (absoluut en relatief)? 3. Wat zijn de achtergronden van illegale tewerkstelling? Wat zijn de beoogde effecten van illegale tewerkstelling voor de werkgever en in welke mate doen deze effecten zich voor?
Achtergrond en opzet van het onderzoek
3
4. Welke ontwikkelingen hebben zich de afgelopen jaren voorgedaan op bovengenoemde punten? Wat zijn de (mogelijke) effecten van recente maatregelen en omstandigheden, zoals: krapte op de arbeidsmarkt; verruiming van arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers; deregulering van wet- en regelgeving; Associatieverdragen en voorgenomen uitbreiding EU.
1.3
Opzet van het onderzoek
Het ministerie van SZW heeft bij verstrekking van de onderzoeksopdracht benadrukt dat de meerwaarde van dit onderzoek moet liggen in het vaststellen van de kwantitatieve aspecten van illegale tewerkstelling. In de opzet van het onderzoek is er dan ook duidelijk voor gekozen de meeste tijd en middelen te besteden aan het vaststellen van de omvang van illegale tewerkstelling. Vervolgens is getracht ook aan andere meer kwalitatieve aspecten van illegale arbeid (eigenschappen, sectoren, effecten) zoveel mogelijk een gekwantificeerde invulling te geven. Het onderzoek spitst zich in eerste instantie toe op een aantal sectoren waarvan bekend is (of vermoed wordt) dat er veel arbeidskrachten illegaal te werk worden gesteld. De volgende sectoren zijn in het onderzoek betrokken: - land- en tuinbouw; - bouwnijverheid; - horeca; - schoonmaak; - transport over de weg; - vlees- en visindustrie; - internationale binnenvaart; - confectie; - metaal; - distributiebedrijven en spreigroepen; - detailhandel en groothandel. De keuze voor deze sectoren is gebaseerd op eerder onderzoek naar illegale tewerkstelling en de ervaringen van het ministerie van SZW (en dan in het bijzonder de Arbeidsinspectie). Langs verschillende wegen is getracht (aanvullend) cijfermatig materiaal over illegale tewerkstelling te verzamelen en te analyseren. De volgende onderzoeksactiviteiten zijn te onderscheiden: 1. voorbereiding; 2. scan van illegale werkgelegenheid, kwalitatieve methode; 3. scan van illegale werkgelegenheid, kwantitatieve methode; 4. scan van illegaal aanbod (kwalitatieve methode).
4
Achtergrond en opzet van het onderzoek
Fase 1. Voorbereiding In de voorbereidingsfase van het onderzoek is gekeken welk bronnenmateriaal reeds voorhanden was. Veel materiaal bleek reeds beschikbaar te zijn bij het ministerie van SZW (respectievelijk de Arbeidsinspectie en de Directie Arbeidsmarkt). De aandacht in de voorbereidingsfase is verder vooral uitgegaan naar bestudering van (lokale) krantenartikelen en internetpublicaties. Fase 2. Scan illegale werkgelegenheid (kwalitatieve methode) In het kader van de kwalitatieve scan van de illegale werkgelegenheid zijn interviews gehouden met personen die - binnen de eerder genoemde sectoren - goed op de hoogte zijn van de aard, omvang en effecten van illegale tewerkstelling. Gesproken is met vertegenwoordigers van de volgende betrokken instellingen1: - departementen (SZW met name de Arbeidsinspectie / Justitie); - productschappen; - bedrijfschappen; - brancheorganisaties; - werkgeversorganisaties; - vakbonden en vakcentrales; - uitvoeringsinstellingen (uvi’s en Arbeidsvoorziening); - uitzendbureaus. Deze kwalitatieve scan leverde nader inzicht op in de aard en omvang van het verschijnsel illegale tewerkstelling (binnen sectoren) in Nederland. Fase 3. Scan illegale werkgelegenheid (kwantitatieve methode) Het beeld van de aard en omvang van illegale tewerkstelling in Nederland is verder uitgediept/aangevuld door middel van een kwantitatieve scan. In dat kader zijn twee elkaar aanvullende onderzoeksactiviteiten verricht: a. analyse van het geautomatiseerde bestand van zaken (controles) van de Arbeidsinspectie; b. enquête onder werkgevers in een viertal sectoren. Ad a. Het onderzoeksteam heeft van de Arbeidsinspectie de beschikking gekregen over een bestand van (de resultaten van) controles, uitgevoerd door de Arbeidsinspectie tussen 1 januari 1995 en 28 maart 2000. Dit bestand is aan een nadere analyse onderworpen. Ad b. Daarnaast is een enquête gehouden in een viertal specifieke sectoren, te weten: - land- en tuinbouw; - horeca; - schoonmaak; - bouwnijverheid. De keuze voor genoemde sectoren is mede ingegeven door de resultaten van de hierboven beschreven kwalitatieve scan van de illegale werkgelegenheid. Voor een aantal sectoren is het gebruik van een enquête voor het vaststellen van de omvang van illegale tewerkstelling niet
1
Zie voor een gedetailleerd overzicht van de gesprekspartners bijlage 4. Er is in het kader van het onderzoek ook nog contract geweest met de Belastingdienst maar dit heeft uiteindelijk niet tot een gesprek geleid.
Achtergrond en opzet van het onderzoek
5
nuttig, daarnaast geldt dat voor een aantal kleine sectoren de kwalitatieve scan al voldoende duidelijkheid had gegeven. Dit had te maken met de zeer geringe omvang van de illegale tewerkstelling in die sectoren: gezien de geringe trefkans van bedrijven die iets over illegale tewerkstelling zouden kunnen weten, zou het nodig zijn geweest zeer grote aantallen werkgevers te benaderen. De enquête onder werkgevers (fase 3b) gaf per sector inzicht in het percentage bedrijven dat in 1999 de WAV overtrad. De analyse van het bestand van de Arbeidsinspectie (fase 3a) leverde voor 1999 per sector informatie op over het gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelden per ‘WAV-overtredend’ bedrijf. Op basis van deze gegevens is per sector een schatting gemaakt van de omvang van de illegale tewerkstelling in personen. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende formule: aantal illegaal tewerkgestelden = (proportie ‘WAV-overtredende’ bedrijven x totaal aantal bedrijven) x 1 gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelden per ‘WAV-overtredend’ bedrijf’
Op basis van (onder meer) gegevens die tijdens de kwalitatieve scan (fase 2) zijn verzameld, is vervolgens per sector de omvang bepaald van de illegale tewerkstelling in arbeidsjaren. Door de resultaten voor de verschillende sectoren2 vervolgens bij elkaar op te tellen, is de omvang van de illegale tewerkstelling in arbeidsjaren voor het land als geheel geschat. Fase 4. Scan illegaal arbeidsaanbod (kwalitatieve methode) Het onderzoek was er voorts op gericht inzicht te krijgen in het potentiële aanbod voor illegale tewerkstelling. Dit potentieel bepaalt immers de maximaal mogelijke omvang van illegale tewerkstelling. Voor het bepalen van de omvang van het potentiële aanbod zijn interviews gehouden met vertegenwoordigers van de volgende organisaties3: - handhavende instanties: Immigratie- en naturalisatiedienst (IND), Vreemdelingendienst en Koninklijke Marechaussee; - Vluchtelingenwerk en overige organisaties die met illegalen in contact komen; - (universitaire) onderzoekers met expertise op het gebied van allochtonen. Het volgende schema vat de onderzoeksopzet samen.
1
Rekenvoorbeeld: Stel dat in een sector 100.000 bedrijven actief zijn. De werkgevers schatten dat 15% van de bedrijven in de sector gebruik maken van illegale tewerkstelling. Uit de analyse van het bestand van de Arbeidsinspectie blijkt dat in de betreffende sector gemiddeld per bedrijf 2 illegaal tewerkgestelde personen worden aangetroffen. Deze gegevens kunnen in de formule worden gestopt. Deze ziet er dan als volgt uit: (15% x 100.000) x 2. De uitkomst is 30.000 personen. 2 Voor de sectoren die geen onderdeel uitmaakten van de enquête, is de omvang van de illegale tewerkstelling in personen en in arbeidsjaren geschat op basis van de informatie uit de kwalitatieve scan. 3 Zie voor een gedetailleerd overzicht van de gesprekspartners bijlage 4.
6
Achtergrond en opzet van het onderzoek
Figuur 1
Schematische voorstelling methode van onderzoek
Kwalitatieve methode
Kwantitatieve methode
- Literatuuronderzoek - Interviews met deskundigen
- Enquête - Analyse bestand Arbeidsinspectie
Schatting omvang illegale tewerkstelling op basis vervulde Vraag
Schatting omvang illegale tewerkstelling op basis vervulde Vraag
Kwalitatieve informatie
Kwantitatieve informatie
Schatting omvang illegale tewerkstelling op basis vervulde Vraag
Schatting omvang illegale tewerkstelling op basis potentieel Aanbod
Omvang Illegale tewerkstelling in Nederland
Keuzes tijdens het onderzoekstraject De boven omschreven uiteindelijke inrichting van het onderzoekstraject wijkt op een aantal punten af van de opzet die oorspronkelijk is beoogd. Het was in eerste instantie de bedoeling op basis van de informatie uit de kwalitatieve fasen (voorbereiding, scan illegale werkgelegenheid kwalitatief, analyse van het bestand van de Arbeidsinspectie en in mindere mate vanuit de scan illegaal arbeidsaanbod) een reeks typologieën samen te stellen van bedrijven waar sprake zou zijn van illegale tewerkstelling. Het was de bedoeling deze typologieën als basis te laten dienen voor de derde fase van het onderzoek (enquête onder bedrijven). Dat zou op twee manieren kunnen gebeuren. Ten eerste zouden de harde kenmerken van bedrijven met veel illegale tewerkstelling als leidraad kunnen dienen voor selectie van bepaalde bedrijven. Ten tweede zouden de typologieën de vraagstelling kunnen sturen zodat niet gevraagd hoeft te worden naar illegale tewerkstelling zelf, maar alleen kenmerken van bedrijven hoeven worden vastgelegd. De mate waarin bedrijven voorkomen in de enquête die qua kenmerken overeenkomen met bedrijven die arbeidskrachten illegaal tewerkstellen is dan de basis voor de uiteindelijke schatting.
Achtergrond en opzet van het onderzoek
7
Om een aantal redenen leverden de eerste fasen van het onderzoek onvoldoende bouwstenen op om de typologieën te kunnen samenstellen: - Niet de kenmerken van het bedrijf, maar toevallige omstandigheden bepalen het gebruik van illegale tewerkstelling. - Bepaalde kenmerken van bedrijven, zoals de verhouding tussen omzet en hoeveelheid personeel, zijn lastig vast te stellen. Veel bedrijven kennen meer activiteiten dan alleen de activiteiten waarvoor illegale tewerkstelling mogelijk is. - Ten slotte bleek echter vooral de (deel)sector bepalend voor de inzet van illegaal tewerkgestelden. Daar heeft de enquête zich op gericht. Van typologieën is daarom afgezien. De enquête heeft vervolgens meer gediend als een onafhankelijke, extra informatiebron ter verificatie van via andere methoden verzamelde gegevens dan als verdiepingsslag.
1.4
Opbouw van de rapportage
De voor u liggende rapportage is als volgt opgebouwd. Voorin dit rapport zitten samenvatting en conclusies. Dit deel A is het hoofdbestanddeel van het rapport. Eerst is ingegaan op de achtergrond en opzet van het onderzoek (hoofdstuk 1). Hoofdstuk 2 geeft de beschrijving van het aanbod voor illegale tewerkstelling. Vervolgens komen in hoofdstuk 3 de resultaten van het onderzoek voor de vraagzijde van illegale tewerkstelling aan bod. Deel B geeft per relevante sector een onderbouwde schatting van de omvang van de illegale tewerkstelling (hoofdstuk 4 tot en met 14). Daarbij wordt per sector zoveel mogelijk hetzelfde stramien aangehouden: - basisgegevens over de sector; - ontwikkelingen binnen de sector met betrekking tot (illegale) arbeid; - schatting van de omvang van de illegale tewerkstelling binnen de sector. De schatting van de omvang van de illegale tewerkstelling binnen de sectoren land- en tuinbouw, schoonmaak, bouw en horeca is gebaseerd op de kwalitatieve scan (literatuur en interviews) én de kwantitatieve scan (analyse van het bestand van de Arbeidsinspectie en de werkgeversenquête). De schatting van de omvang van de illegale tewerkstelling in de overige sectoren is grotendeels gebaseerd op de kwalitatieve scan. Daarna volgt een aantal bijlagen: - Een schematische weergave van het potentieel voor illegale tewerkstelling; - Opzet en responsverantwoording van de enquête; - Beschrijving van de analyse van het bestand met informatie over controles van de Arbeidsinspectie; - Overzicht van gesprekspartners; - Literatuuroverzicht.
8
Achtergrond en opzet van het onderzoek
9
2
HET AANBOD VOOR ILLEGALE TEWERKSTELLING
In de eerste paragraaf wordt een aantal voor het onderzoek relevante begrippen nader gedefinieerd en wordt een typologie gepresenteerd van het aanbod van legale en illegale arbeidskrachten. Achtereenvolgens komen aan de orde: • legaal in Nederland verblijvende vreemdelingen; • illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen; • illegale tewerkstelling; • illegaal aanbod: tijdelijke en permanente arbeidsmigranten. De tweede paragraaf van dit hoofdstuk bevat schattingen van de omvang van de verschillende groepen potentieel illegaal te werk te stellen personen. Paragraaf drie gaat in op het reëel potentieel dat naar schatting illegaal is tewerkgesteld.
2.1
Begrippenkader
Legaal in Nederland verblijvende vreemdelingen Alle personen die in Nederland verblijven, maar niet over de Nederlandse nationaliteit beschikken, zijn vreemdelingen. Buiten de zogenoemde geprivilegieerde vreemdelingen zijn drie hoofdgroepen van legaal in Nederland verblijvende vreemdelingen te onderscheiden: • vreemdelingen die gedurende hun vrije termijn van 3 maanden in Nederland verblijven; • vreemdelingen met een geldige verblijfstitel; • vreemdelingen die in afwachting zijn van een aanvraag om toelating tot Nederland (waaronder asielzoekers), zijnde vreemdelingen die een verzoek bij de Nederlandse Staat hebben ingediend voor toelating als vluchteling (met de daarbij behorende verblijfstitel). Eind 1999 verbleven er bijna 600.000 vreemdelingen - dat wil zeggen personen die niet over de Nederlandse nationaliteit beschikken – legaal in Nederland. Wanneer de EU-onderdanen buiten beschouwing worden gelaten, gaat het om ruim 500.000 vreemdelingen. In bijna alle gevallen zijn er voorwaarden verbonden aan het verblijf van deze vreemdelingen in ons land. Als niet of niet meer aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan dit betekenen dat men het land dient te verlaten. Vreemdelingen die in Nederland verblijven voor een termijn van maximaal drie maanden, dienen in bezit te zijn van een visum. De onderdanen van een aantal landen (bijvoorbeeld de lidstaten van de Europese Unie, Polen en de Verenigde Staten) is hiervan uitgezonderd. Vreemdelingen met een verblijfsvergunning voor Nederland, krijgen als identiteitsbewijs het zogenaamde Vreemdelingendocument. Dit document geeft uitsluitsel over de verblijfsrechtelijke positie van de vreemdeling. Aan het document valt af te lezen welke vergunning aan de vreemdeling is toegekend en daarmee hoe lang een vreemdeling in Nederland mag verblijven.
10
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
Het soort verblijfsvergunning wordt aangegeven met een lettercode: A. vergunning tot vestiging: vreemdelingen kunnen in aanmerking komen voor een vergunning tot vestiging, indien zij tenminste vijf jaar op basis van een geldige verblijfstitel in Nederland hebben verbleven; B. toelating als vluchteling: dit houdt in dat de vreemdeling is erkend en toegelaten als vluchteling volgens het Vluchtelingenverdrag van Genève uit 1951. Deze status is in de praktijk bijna altijd permanent; C. verblijf voor onbepaalde duur: deze verblijfstitel werd tot 1994 van rechtswege verkregen door vreemdelingen die feitelijk behoren tot het gezin van een in Nederland wonende Nederlander, toegelaten vluchteling (B) of houder van een vergunning tot vestiging (A). Het gaat daarbij om de echtgeno(o)t(e) en/of kinderen jonger dan achttien jaar; D. vergunning tot verblijf (VTV): deze vergunning wordt verstrekt aan vreemdelingen die voor een bepaalde duur in Nederland mogen verblijven. Een VTV moet in de regel jaarlijks worden vernieuwd; E. verblijfskaart voor een gemeenschapsonderdaan die onderdaan is van een lidstaat van de EU/EER; F. voorwaardelijke vergunning tot verblijf (VVTV): Voorwaardelijke verblijfstitel die wordt verleend aan vreemdelingen op grond van de algehele situatie in het land van herkomst. Er zijn drie varianten van deze vergunning: in het eerste jaar dat men recht heeft op een VVTV wordt een zogenoemd F1 document verstrekt, in het tweede jaar een F2 en in het derde een F3. Als men daarna nog steeds aanspraak kan maken op verblijf in Nederland, dan wordt een VTV (D) verstrekt. Voor asielzoekers is een apart document ontwikkeld, het zogenoemd W-document. Het is bedoeld als identiteitsbewijs én registratiekaart. Vreemdelingen met één van de bovengenoemde verblijfsvergunningen (die dus legaal in Nederland verblijven), hoeven niet te behoren tot het aanbod van arbeidskrachten voor illegale tewerkstelling. De arbeidsmarktaantekening (arbeidsmarktstatus) op hun Vreemdelingendocument bepaalt of ze tot het potentiële aanbod behoren. Uit de arbeidsmarktaantekening valt af te leiden of en onder welke voorwaarden een vreemdeling arbeid mag verrichten in Nederland. Globaal zijn de volgende zeven categorieën arbeidsmarktaantekeningen te onderscheiden: 1. Arbeid vrij toegestaan. Geen tewerkstellingsvergunning (TWV) vereist1 2. Werkzaamheden als zelfstandige vrij toegestaan, TWV niet relevant 3. Specifieke arbeid in loondienst toegestaan. Enige andere arbeid niet toegestaan 4. Arbeid in loondienst toegestaan mits werkgever over TWV beschikt 5. Specifieke arbeid in loondienst toegestaan mits werkgever over TWV beschikt. Enige andere arbeid niet toegestaan 6. Arbeid van korte duur (twaalf weken in twaalf maanden) toegestaan mits werkgever over TWV beschikt 7. Arbeid niet toegestaan.
1
Zo is voor vreemdelingen van binnen de EER geen TWV nodig.
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
11
Illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen De Erasmus Universiteit Rotterdam is begin jaren negentig gestart met het onderzoeksproject Multi-etnische stadswijken, illegaliteit en sociale integratie. De onderzoekers wijzen er in één van hun rapportages1 op dat het schatten van de omvang van illegaal verblijf in Nederland een gecompliceerde exercitie is. Naast de gebruikte bronnen en de gekozen schattingsmethode is het resultaat van de schatting vooral ook afhankelijk van de gehanteerde definities. Er spelen bij de begripsvorming altijd drie aspecten van illegaliteit2 een rol, namelijk: • illegale binnenkomst; • illegaal verblijf; • illegaal werk. Een belangrijke kanttekening daarbij is dat deze drie aspecten van illegaliteit niet altijd samen hoeven te gaan en elkaar evenmin te allen tijde uitsluiten. Kijkend naar het fenomeen illegale tewerkstelling moet in overweging worden genomen dat: • een immigrant een legale verblijfsstatus kan hebben, maar toch illegaal werk kan verrichten. Hiervan is sprake als het een legaal in het land verblijvende vreemdeling in het geheel niet is toegestaan de arbeidsmarkt te betreden of als de voorwaarden, waaronder dit wel is toegestaan, niet worden nageleefd; • illegaal verblijf niet altijd wordt voorafgegaan door illegale binnenkomst. Met andere woorden: een persoon die op het ene moment legaal in het land verblijft, kan het volgende moment worden bestempeld als illegaal in Nederland verblijvend persoon. Dat geldt bijvoorbeeld in de volgende gevallen: - wanneer personen op een geldig toeristenvisum legaal het land binnenkomen en na verloop van het visum nog in het land verblijven; - wanneer personen inreizen vanuit een niet-visumplichtig land vervolgens hun vrije termijn (maximaal drie maanden) overschrijden; - asielzoekers zijn gedurende hun procedure legaal in een land aanwezig, maar zodra hun verzoek wordt afgewezen en ze vervolgens hun vertrektermijn overschrijden is dat niet langer het geval. Hetzelfde geldt voor vreemdelingen waarvan de verblijfsvergunning is verlopen en/of niet meer wordt verlengd. • illegaliteit ook om andere redenen als een dynamisch verschijnsel is te beschouwen. Hierbij valt te denken aan (on)vrijwillige remigratie en eventuele aanwas vanuit de landen van herkomst. Illegaal aanbod: tijdelijke en permanente arbeidsmigranten Op basis van het verblijfsrecht en de daaraan gekoppelde rechten en plichten op de arbeidsmarkt is het aanbod van arbeidskrachten in Nederland onder te verdelen in legaal en illegaal aanbod (zie de schematische weergave in bijlage 1). Het schema biedt verder ook inzicht in (mogelijke) stromen binnen het illegale aanbod.
1
Joanne van der Leun, Godfried Engbersen en Peter van der Heijden, Illegaliteit en criminaliteit: schattingen, aanhoudingen en uitzettingen, mei 1998, p.19. 2 Joanne van der Leun et al., o.c.
12
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
In het schema wordt, wat het illegale aanbod betreft, onderscheid gemaakt tussen vreemdelingen die tijdelijk dan wel permanent in Nederland (willen) verblijven. De eerstgenoemde groep vreemdelingen heeft niet de intentie om langdurig in Nederland te verblijven. Ze komen puur en alleen voor het verrichten van kortdurende (seizoens-)arbeid en zijn niet van plan om hier een bestaan op te bouwen. Aan hen kan daarom het predikaat ‘tijdelijke arbeidsmigranten (TAM)’ worden gegeven. Het bekendste voorbeeld hiervan zijn Polen die voor de asperge- en bloembollenoogst naar Nederland komen. De tweede te onderscheiden groep bestaat uit vreemdelingen die juist wél naar Nederland komen met het doel zich hier definitief te vestigen. Aangezien het opbouwen van een nieuw bestaan (op termijn) veelal hand in hand gaat met het verrichten van arbeid, wordt deze groep in dit onderzoek aangeduid als ‘permanente arbeidsmigranten (PAM)’. Met betrekking tot het (potentiële) aanbod voor illegale tewerkstelling zijn beide groepen als volgt nader te definiëren: • tijdelijke arbeidsmigranten (TAM): vreemdelingen die bewust het hen – veelal op grond van een ander verblijfsdoel – toegestane korte verblijf (maximaal drie maanden) misbruiken om zich als arbeidskracht aan te bieden, terwijl ze daartoe niet gerechtigd zijn. Verder betreft het hier vreemdelingen die zonder enig verblijfsrecht (illegalen) kortdurend (maximaal drie maanden) in Nederland verblijven om actief te zijn op de arbeidsmarkt. • permanente arbeidsmigranten (PAM): enerzijds vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijven en zich ondanks het ontbreken van de formeel-juridische toestemming toch aanbieden voor het verrichten van structurele of incidentele arbeid of zich niet (meer) houden aan de voorwaarden waaronder ze arbeid mogen verrichten. Anderzijds behoren tot deze groep ook de vreemdelingen zonder enig verblijfsrecht (‘de illegalen’) die zich permanent in Nederland hebben gevestigd en zich op de arbeidsmarkt begeven. Deze indeling is een middel om structureel te kunnen kijken naar het (potentiële) aanbod voor illegale tewerkstelling maar is in zekere zin als ‘academisch’ te beschouwen. De indeling van een vreemdeling in een categorie hangt namelijk af van het moment dat hij/zij wordt aangetroffen en de informatie die hij/zij zelf bereid is te verstrekken omtrent zijn/haar verblijfsdoel. Dit geldt bijvoorbeeld voor vreemdelingen die met een visum rechtmatig in Nederland verblijven voor de duur van maximaal drie maanden. Zodra deze termijn is verstreken, valt men in de categorie zonder verblijfsstatus (de illegalen). Vandaar dat in de schematische weergave in bijlage 1 met stippellijnen de onderlinge verbanden tussen de twee betreffende categorieën tijdelijke arbeidsmigranten en ‘de illegalen’ zijn weergegeven.
2.2
Het potentieel voor illegale tewerkstelling
Deze paragraaf geeft een schatting van het potentieel voor illegale tewerkstelling. Het gaat achtereenvolgens om: • (de arbeidsmarktstatus van) vreemdelingen met verblijfsvergunning; • vreemdelingen die tijdelijk rechtmatig in ons land verblijven, en • illegale immigratie.
13
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
Verblijfsvergunning en arbeidsmarktaantekening Geactualiseerde cijfers van de afdeling Financiële Zaken/Planning en Control van de IND laten zien dat de laatste jaren ruim 40.000 asielaanvragen worden ingediend en daarnaast nog eens ruim 20.000 vreemdelingen een verzoek om vergunning tot verblijf (VTV) indienen (zie tabel 2.1). De machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) is noodzakelijk om Nederland in te kunnen reizen en een verblijfsvergunning aan te vragen. De vreemdelingen die inmiddels langer dan vijf jaar in Nederland verblijven kunnen een verzoek tot naturalisatie indienen. Zo lang dat verzoek niet is gehonoreerd zullen ze zich echter moeten houden aan de voorwaarden van hun verblijfsvergunning, ook wat betreft het al dan niet mogen werken in Nederland. Tabel 2.1
Ingediende verzoeken om asiel, verblijf en naturalisatie (1998 en 1999)
Ingediende verzoeken Asielaanvragen in behandeling genomen MVV VTV Naturalisatie
1998
1999
45.217 36.968 b 68.000 42.764
42.733a 43.966 58.000b 42.050
a: inclusief asielprocedures evacués uit Kosovo b: Deze gegevens zijn afkomst van het VAS, database VAS-MVV bij het INDIAC, omdat er van twee VD-regio’s geen gegevens aanwezig zijn, heeft het INDIAC door middel van extrapolatie de totaal cijfers berekend. Bron: afdeling Financiële Zaken/Planning & Control van de IND, 1 maart 2000.
Aangezien asielprocedures enige tijd in beslag nemen, zullen de in 1999 genomen statusverleningen ten aanzien van de asielverzoeken (veelal) betrekking hebben op ‘oudere’ zaken. Uit tabel 2.2 blijken er in 1999 circa 1.500 asielzoekers te horen te hebben gekregen dat hen asiel is verleend. Dat betekent dat ze dezelfde rechten en plichten op de arbeidsmarkt hebben als Nederlanders. Het gaat om de statusverleningen op basis van eerste aanleg en bezwaar. Dit geldt echter niet per definitie voor de ongeveer 12.000 vreemdelingen die ergens in de loop van 1999 een verblijfsvergunning hebben gekregen (VTV of VVTV). Deze zullen zich moeten houden aan de voorwaarden - lees beperkingen - die omtrent hun toetreden tot de arbeidsmarkt zijn gesteld. Tabel 2.2
Statusverleningen
Statusverleningen
1998
1999
Asiel VTV VVTV
2.356 3.591 9.152
1.507 3.471 8.512*
* inclusief (VVTV’s verleend aan) evacués uit Kosovo
Om het inzicht te verdiepen is het Bureau Documenten van het IND verzocht om informatie over de aantallen in omloop zijnde verblijfsvergunningen en de daarbij behorende beperkingen (arbeidsmarktaantekeningen). Hierdoor is het mogelijk een nadere uitsplitsing te maken naar
14
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
(potentiële) status op de arbeidsmarkt.1 De resultaten worden weergegeven in tabel 2.3. De omschrijving van de verblijfstatussen (A t/m F3 en W) staat in paragraaf 2.1. Tabel 2.3 Arbeidsmarktstatus 1
Verblijfsvergunning naar (potentiële) arbeidsmarktstatus (standcijfers 31-12-1999) A
B
C
D
140.132
28911
58.825
149.321
E F1 + F2 97.948
F3
W
2.482
Totaal
%
477.619
85%
2
395
395 < 1%
3
212
212
4
12.379
12.379
2%
5
165
165
<1%
6
6298
7
12.071*
55.326**
<1%
6.298
1%
67.397
12%
2
1.
Arbeid vrij toegestaan. Geen tewerkstellingsvergunning (TWV) vereist
2.
Werkzaamheden als zelfstandige vrij toegestaan, TWV niet relevant
3.
Specifieke arbeid in loondienst toegestaan. Enige andere arbeid niet toegestaan
4.
Arbeid in loondienst toegestaan mits werkgever over TWV beschikt
5.
Specifieke arbeid in loondienst toegestaan mits werkgever over TWV beschikt. Enige andere arbeid niet toegestaan
6.
Arbeid van korte duur (twaalf weken in twaalf maanden) toegestaan mits werkgever over TWV beschikt
7.
Arbeid niet toegestaan.
*
Aan studenten wordt een verblijfsvergunning verleend met de aantekening “Arbeid niet toegestaan, met uitzondering van bijkomende arbeid”. De ruim 7.000 vreemdelingen die hier studeren met deze arbeidsmarktaantekening zijn in de categorie ‘arbeid niet toegestaan’ opgenomen.
**
In de toelichtende tekst achterop het W-document wordt onder meer gesteld dat arbeid niet is toegestaan. In principe mogen asielzoekers dus niet werken in Nederland. Inmiddels is het asielzoekers echter toegestaan om net als F1 en F2 documenthouders naar zijn aard kortdurende werkzaamheden te verrichten, namelijk twaalf weken in een periode van twaalf maanden mits de werkgever in het bezit is van een TWV.
Uit tabel 2.3 kan worden afgeleid dat van de langdurig rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen (dus exclusief de tijdelijke rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen, zie het volgende kopje) in totaal zo’n 85.000 personen potentieel aanbod voor illegale tewerkstelling vormen. Het gaat daarbij om de volgende groepen: • Arbeid niet toegestaan: circa 12.000 personen (in tabel 2.3 de combinatie D en 7); • Arbeid in loondienst onder voorwaarden toegestaan: circa 12.000 personen (in tabel 2.3 de combinatie D en 4); • F1 en F2 documenthouders: circa 6.000 personen (in tabel 2.3 de combinatie F1 + F2 en 6); • Asielzoekers: circa 55.000 personen3 (in tabel 2.3 de combinatie W en 7).
1
Standcijfers 31-12-1999, zoals opgenomen in Jaarcijfers 1999 van het Bureau Documenten van de IND. Het Bureau Documenten geeft in de Jaarcijfers 1999 zelf ook een overzicht van de vergunningen tot verblijf (D) naar beperking. Daarbij is echter niet ingegaan op de rechten op de arbeidsmarkt naar beperking. Vandaar dat die gegevens niet vergelijkbaar zijn met het hier gepresenteerde overzicht. 2 Zo is voor vreemdelingen van binnen de EER geen TWV nodig. 3 Overigens biedt het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) naar eigen zeggen inmiddels onderdak aan 68.000 asielzoekers. In dat aantal zijn inbegrepen de uitgeprocedeerde asielzoekers die nog onderdak krijgen. Verder zou hier ook een kleine toename van het aantal asielzoekers in kunnen zitten. Ook het aanbod van asielzoekers waaruit werkgevers (il)legaal werknemers kunnen putten zou dan iets zijn toegenomen.
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
15
Met klem dient te worden benadrukt dat het bij de bovengenoemde 85.000 gaat om personen die potentieel aanbod voor illegale tewerkstelling vormen. Op voorhand is niet te zeggen welk deel van de vreemdelingen die een verblijfsvergunning hebben, maar aan wie arbeid niet is toegestaan, van zins is om toch te participeren op de Nederlandse arbeidsmarkt. Van de vreemdelingen met een verblijfsvergunning die slechts onder bepaalde voorwaarden arbeid mogen verrichten, is evenmin op voorhand te zeggen welk deel daarvan die voorwaarden zullen ontduiken. Tijdelijk rechtmatig verblijf Door de Koninklijke Marechaussee geregistreerd Uit de registraties van het bureau Grensbewaking en het bureau Vreemdelingentoezicht van de Koninklijke Marechaussee (Kmar) is af te leiden met hoeveel van de in het aanbodschema in bijlage 1 onderscheiden categorieën tijdelijke arbeidsmigranten de Kmar in 1999 in aanraking is geweest (zie tabel 2.4). Tabel 2.4
Tijdelijke arbeidsmigranten volgens de registratie van de Kmar Stroomcijfer 1999
Vreemdelingen met een niet-EU nationaliteit en een verblijfsrecht in een ander Schengenland Vreemdelingen met een visum waarop niet gewerkt mag worden in Nederland (vakantie, familiebezoek) Vreemdelingen zonder (geldig) visum, (inclusief degenen die afkomstig zijn uit niet-visumplichtige landen)
circa 26.000 circa 21.000 circa 10.000
Bron: Kmar, 10 maart 2000
Omdat de registratiecijfers van de Kmar gebaseerd zijn op feitelijk verrichte handelingen – dat wil zeggen controles en aanhoudingen – is duidelijk dat de cijfers voor alle categorieën naar boven moeten worden bijgesteld om de feitelijke situatie te benaderen. Het is echter niet aan te geven met hoeveel er bijgesteld dient te worden. Visa-verstrekking De meest visa worden aangevraagd bij diplomatieke posten. In 1998 bijvoorbeeld werden er in totaal bijna 450.000 visa aangevraagd bij buitenlandse posten, waarvan er 375.000 zijn verleend1. Het betreft de volgende categorieën: - visum voor kort verblijf; - doorreisvisum; - transitvisum; - groepsvisum; - circulatievisum; - groepsvisum doorreis.
1
IND, Keten in kaart 1998. Trends en ontwikkelingen in de vreemdelingenketen in 1998, tabel 2.4. Zakenvisa zijn niet in deze cijfers niet inbegrepen. Voor dit onderzoek zijn deze ook niet relevant, omdat vreemdelingen een dergelijk visum aanvragen juist om werkzaamheden te mogen verrichten in Nederland.
16
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
Naast de buitenlandse posten worden er ook nog visa verstrekt door de Visadienst. In 1999 werden door de Visadienst van de IND bijna 17.000 visa verstrekt en ruim 12.000 visa geweigerd1. Met name het visum voor kort verblijf leent zich volgens de IND en Kmar voor ‘misbruik’ door tijdelijke arbeidsmigranten. In 1998 werden er daarvan bijna 270.000 verleend door buitenlandse posten. Er wordt echter geen beargumenteerde schatting te geven van het percentage van deze visa dat daadwerkelijk is gebruikt om tijdelijk in Nederland te werken. De gesprekspartners geven na veel aarzelen op persoonlijke titel een schatting van ten hoogste 5% (dat wil zeggen maximaal ruim 10.000). Niet-visumplichtig De bekendste groep vreemdelingen die Nederland inreizen vanuit een niet-visumplichtig land om hier vervolgens gedurende enkele maanden aan de slag te gaan, zijn de Polen. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het totaal aantal Polen dat jaarlijks Nederland binnenkomt. Wel hebben gesprekspartners schattingen gedaan over het aantal Polen dat jaarlijks in Nederland komt werken. Arbeidsvoorziening schat dat er jaarlijks 5.000 tot 10.000 Polen in Nederland komen werken. De gesprekken gevoerd met de inspecteurs van de Arbeidsinspectie geven aanleiding om te stellen dat het aantal eerder rond de 20.000 ligt. Aangenomen wordt dat de schatting van de Arbeidsinspectie realistischer is omdat zij meer in het veld staan dan Arbeidsvoorziening. Illegale immigratie Het al eerder genoemde onderzoek van de Erasmus universiteit naar illegalen2 is begin jaren negentig gestart. De doelstelling van het EUR-onderzoek was tweeledig: - enerzijds het maken van een beredeneerde schatting van het aantal illegale migranten; - anderzijds het verwerven van een beter inzicht in de maatschappelijke opvang van illegale vreemdelingen en van mogelijke relaties tussen migratiebeleid, illegaliteit en criminaliteit. Het onderzoek van de Erasmus universiteit heeft op twee punten voor dit onderzoek relevante informatie opgeleverd. Allereerst natuurlijk de schatting van het aantal illegalen in Nederland. Ten tweede verschaft het onderzoek ook informatie over de arbeidsparticipatie van illegalen op de Nederlandse arbeidsmarkt (hierover meer in paragraaf 2.3). Ten einde een schatting van het aantal illegalen in Nederland te kunnen maken is gebruik gemaakt van de Vangst hervangst-methode3. De gegevens voor deze schattingsmethode zijn ontleend aan de vreemdelingenregistraties van de politie in de vier grote steden over het jaar 1995. De vreemdelingenregistraties van ander steden zijn niet in het onderzoek betrokken
1
Bron: INDIAC, 29 februari 2000. G. Engbersen et al., Multi-etnische stadswijken, illegaliteit en sociale integratie. 3 De Vangst hervangst methode is ontleend aan de biologie. Daar wordt deze methode bijvoorbeeld gebruikt om de omvang van een bepaalde diersoort in een afgebakend gebied bij benadering te bepalen. Zo kan men op een willekeurige plek in een meer een hoeveelheid vissen vangen. Deze vissen telt men en gooit men weer terug. Op een later tijdstip wordt dit herhaald, op een andere willekeurige plaats in het meer. Op basis van het aantal vissen dat alleen op het eerste tijdstip is gevangen, het aantal dat alleen op het tweede tijdstip is gevangen en het aantal dat beide keren is gevangen, valt het aantal vissen te schatten dat beide keren niet is gevangen. De som van deze getallen geeft een schatting van het totale aantal vissen in het meer. 2
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
17
omdat ervan uit gegaan is dat waar een groot deel van de legale migrantenbevolking is gevestigd, de meeste illegalen zullen verblijven. Op basis van de data uit de vreemdelingenregistraties en de Vangst hervangst-methode zouden er op jaarbasis 40.000 illegale vreemdelingen vertoeven in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.1 De data waarop de schatting is gebaseerd dateren uit 1995. Dat betekent dat het aantal van 40.000 illegalen in de vier grote steden als een lage schatting is te beschouwen. De gevolgen van de sindsdien ingrijpend gewijzigde arbeidsmarktsituatie komen in het hierboven genoemde aantal niet tot uitdrukking. Nu valt in eerste instantie te verwachten dat de gewijzigde arbeidsmarktsituatie vooral invloed heeft op de arbeidsparticipatie van illegalen. Daarnaast is niet uit te sluiten dat de situatie van hoogconjunctuur in Nederland een aantrekkende kracht op illegalen heeft. Hierdoor zou dan tevens het aantal in Nederland verblijvende illegalen gestegen moeten zijn. Daarnaast is de schatting slechts gebaseerd op de in de grote steden verblijvende illegalen die zich actief in het openbare leven opstellen (en zodoende kunnen worden opgepakt in verband met illegale tewerkstelling dan wel andere overtredingen of criminele activiteiten). De onderzoekers van de Erasmus universiteit onderkennen dit zelf ook, en stellen dat het door hen geschatte aantal van 40.000 slechts betrekking heeft op illegalen van buiten Europa, die zich op enigerlei wijze blootstellen aan aanhouding. De onderzoekers zijn zich ervan bewust dat er daarnaast nog onbekende aantallen pendelaars zijn die tijdelijke werkbezoeken aan Nederland afleggen – bijvoorbeeld voor het verrichten van seizoensgebonden arbeid in de land- en tuinbouw – zonder dat zij geldige papieren hebben en illegale vreemdelingen (vooral ouderen en vrouwen) die een meer verborgen bestaan leiden waardoor zij niet het risico lopen om te worden aangehouden door politie of vreemdelingendienst.2 Op basis van de bovenstaande argumenten en het feit dat de illegalen niet alleen in de grote steden zullen zitten, moet de schatting van het aantal illegalen in Nederland worden opgehoogd. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de ophoging naar gebieden buiten de grote steden. Om dat aantal te schatten is uitgegaan van de volgende (redelijk plausibele) hypothesen: - Illegalen zoeken vaak eerst de grote steden op, omdat het daar het gemakkelijkst is onder te duiken. Vervolgens zullen ze de middelgrote steden opzoeken. - De illegalen gaan daar wonen waar meer (niet-westerse) allochtonen wonen. Dat vergemakkelijkt de communicatie en daardoor de kansen een bestaan op te bouwen. Ook wonen daar vaak familieleden. Daarom is de schatting van het aantal illegalen in Nederland buiten de grote steden als volgt opgebouwd: a. In de eerste plaats is uitgegaan van het aantal van 40.000 illegalen in de grote steden. b. Ten tweede is ingeschat dat er een relatie tussen de aanwezigheid van legaal verblijvende niet-westerse allochtonen en illegalen is. Er is daarom vanuit CBS-cijfers (1 januari 2000)
1
Joanne van der Leun, Godfried Engbersen en Peter van der Heijden, Illegaliteit en criminaliteit: schattingen, aanhoudingen en uitzettingen, mei 1998, p.37. 2 Van een heel ander orde zijn de illegalen die over goede valse papieren beschikken en daarmee onterecht als legale arbeidskracht door het leven gaan.
18
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
bepaald welk deel van de totale niet-westerse allochtone bevolking in Nederland in de grote steden, in de rest van de G25 en in de rest van het land woont. Dat zijn er respectievelijk 577.000, 265.000 en 566.000. c. Ten derde is gesteld dat de verhouding tussen illegaal verblijvenden en legaal verblijvende niet-westerse allochtonen in de G21 tweemaal zo klein is als die in de G4 en in de rest van Nederland een kwart van die in de G4. Dit levert een totaal aantal illegalen buiten de grote steden op van circa 19.000. Daarbij is op enig moment nog een aantal van 1.000 illegalen op te tellen die slechts tijdelijk in Nederland verblijven of vanuit een buurland werk verrichten in Nederland. Samenvatting: de omvang van het potentieel Op basis van de hierboven gepresenteerde cijfermatige inzichten is allereerst een schatting gemaakt van het aantal vreemdelingen van buiten de EER dat legaal of illegaal in Nederland verblijft en aan wie het niet of slechts onder bepaalde voorwaarden is toegestaan om arbeid te verrichten (zie tabel 2.5). Theoretisch gezien vormen zij het potentieel voor illegale tewerkstelling. Tabel 2.5
Schatting van aantal vreemdelingen van buiten EER die niet of slechts onder voorwaarden mogen werken
Onderscheiden groepen Legaal in Nederland verblijvend (standcijfer 31/12/99) Arbeid niet toegestaan Arbeid onder voorwaarden toegestaan F1 en F2 documenthouders Asielzoekers Totaal Tijdelijke migranten (stroomcijfer 1999) Verblijfsrecht in ander Schengenland Totaal aantal door Visadienst verstrekte visa plus totaal aantal door buitenlandse posten verstrekte visa voor kort verblijf Afkomstig uit een niet visumplichtig land Totaal Illegaal in Nederland verblijvende personen (1995) Grote steden Ophoging Totaal
Geschat aantal personen 12.000 12.000 6.000 55.000 85.000
30.000 287.000 20.000 337.000
40.000+ 20.000+ 60.000+
Waarschuwing bij de tabel: In totaal zijn er in Nederland een zeer groot aantal vreemdelingen van buiten de EER, die niet of slechts onder voorwaarden mogen werken. Dit is, hoewel het aantal illegalen (zie boven) mogelijk hoger uit zou vallen, een aantal dat echter ver boven dat van het daadwerkelijke potentieel voor illegale tewerkstelling ligt! Met name van de groep vreemdelingen die met een visum voor kort verblijf (familiebezoek, vakantie) Nederland binnenkomen, zal uiteindelijk slechts een fractie arbeid verrichten terwijl dat niet is toegestaan. Ook van de andere
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
19
categorieën in tabel 2.5 zal slechts een deel zich daadwerkelijk aanbieden op de arbeidsmarkt. Het in Nederland aanwezige aantal vreemdelingen van buiten de EER dat reëel potentieel vormt voor illegale tewerkstelling is dan ook veel geringer.
2.3
Het reëel potentieel voor illegale tewerkstelling
Om aan te kunnen geven hoe groot het arbeidsvolume is dat het aanwezige reële potentieel voor illegale tewerkstelling vertegenwoordigt, is een schatting nodig is van het aantal fte’s (38 of 40 uur per week) dat door deze vreemdelingen gedurende een jaar wordt gewerkt. Op die manier is het reële potentieel voor illegale tewerkstelling uit te drukken in arbeidsjaren. Bij het omrekenen van aantallen personen naar arbeidsjaren is rekening te houden met kenmerken die van invloed (kunnen) zijn op de participatiegraad van de onderscheiden groepen tijdelijke en permanente arbeidsmigranten. Helaas zijn geen bruikbare cijfers voorhanden omtrent de samenstelling (naar bijvoorbeeld geslacht en leeftijd) van de verschillende groepen. Wél konden enige kwalitatieve gegevens worden verzameld over de mate waarin de onderscheiden groepen (asielzoekers, overige legaal in Nederland verblijvende vreemdelingen, tijdelijke arbeidsmigranten en illegalen) participeren op de arbeidsmarkt: •
1
Asielzoekers. Sinds september 1998 is het asielzoekers toegestaan om in twaalf maanden maximaal twaalf weken seizoensarbeid te verrichten. De werkgever dient daarvoor wel in het bezit te zijn van een TWV. Ongeveer een derde van de personen die in een AZC verblijven behoren niet tot de relevante doelgroep1. De groep van 55.000 personen wordt hierdoor teruggebracht tot circa 36.000 personen. Uit interviews met betrokkenen bij de opvang en begeleiding van asielzoekers komt naar voren dat 40% tot 60% van de asielzoekers in de relevante leeftijdsgroep (dus: geen kinderen/ouderen) structureel in de ochtend het AZC verlaat en pas in de avond weer terugkeert. Alhoewel daaromtrent niets met zekerheid is te stellen, stellen gesprekspartners dat een groot deel van deze asielzoekers gedurende de dag arbeid verricht zonder dat aan de voorwaarden (TWV, marktconforme beloning, twaalf weken in twaalf maanden) wordt voldaan. Dit reduceert de groep van 36.000 personen verder tot pakweg 18.000 personen. Asielzoekers zullen niet fulltime werken voor de duur van een jaar. Bovendien is er een deel dat wel binnen de voorwaarden valt. Anderen zullen scholing volgen, op zoek zijn naar werk of op een andere manier hun dag doorbrengen. Er wordt van uitgegaan dat gemiddeld drie asielzoekers werkzaam zijn op één fte. Dit zou betekenen dat asielzoekers ruim 6.000 arbeidsjaren potentieel aanbod voor illegale tewerkstelling representeren.
Raming Ministerie van Justitie.
20
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
•
Overige legaal in Nederland verblijvende vreemdelingen. Over de groep vreemdelingen met een verblijfsvergunning die niet, beperkt of slechts onder bepaalde voorwaarden arbeid mogen verrichten in Nederland, zijn geen gegevens boven tafel gekomen die aangeven in hoeverre deze groep niet alleen in potentie maar ook reëel aanbod vormt voor illegale tewerkstelling. Een gedeelte van de groep zal niet geschikt zijn om arbeid te verrichten, bijvoorbeeld kinderen. Een ander gedeelte zal niet op zoek zijn of slechts beperkt beschikbaar zijn voor werk omdat ze scholing krijgen. Daarnaast is niet uit te sluiten dat er een groep is die legaal arbeid verricht binnen de voorwaarden die daarvoor zijn gesteld. De bovenstaande punten in overweging nemend, wordt geschat dat de groep personen die werkt of op zoek is naar werk uit ongeveer 15.000 bestaat. Om de slag naar arbeidsjaren te maken wordt er van uitgegaan dat gemiddeld drie personen werkzaam zijn op één fte. Hiermee komt het potentieel aanbod van deze groep op 5.000 arbeidsjaren.
•
Tijdelijke arbeidsmigranten. Volgens de benaderde deskundigen zijn er naast Polen die structureel ieder jaar weer in groten getale naar Nederland komen om (seizoens)arbeid te verrichten - weinig andere vreemdelingen die vanuit een niet-visumplichtig land inreizen om tijdelijk te participeren op de Nederlandse arbeidsmarkt. Wel zijn er vreemdelingen die in het bezit van een visum voor kort verblijf hun hier legaal verblijvende familieleden komen opzoeken. Maximaal – zo schatten de gesprekspartners – zal 5% van de afgegeven visa voor kort verblijf worden misbruikt om gedurende korte tijd arbeid te verrichten. Met betrekking tot de duur van de arbeidsparticipatie is te stellen dat tijdelijke arbeidsmigranten veelal veel uren in een korte periode maken. De groep Polen samengenomen met de arbeidsmigranten uit de andere landen komt neer op een groep van ongeveer 35.000 personen die daadwerkelijk voor korte tijd actief zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt. De meeste tijdelijke arbeidsmigranten verrichten seizoensarbeid. Door van oogst naar oogst te reizen kunnen ze gemakkelijk voor een langere periode aan het werk zijn. Hier komt dan nog bij dat ze vaak meer uren werken in een korte periode. Daarvan uitgaande bedraagt het aanbod in arbeidsjaren voor deze groep ongeveer 15.000 à 17.000 arbeidsjaren.
•
Illegalen. De populatie illegalen bestaat voor het grootste gedeelte uit jonge mannen. Dit blijkt zowel uit onderzoek1 als uit de gegevens die zijn vastgelegd door de Vreemdelingendienst van aangehouden illegalen2. Uit het eerder gememoreerde onderzoek van de Erasmus universiteit kwam als belangrijk gegeven naar voren dat circa een derde van de illegalen op het moment van interviewen geen baan had en dat het voor de rest moeilijk was om een stabiele baan te vinden en te behouden. Deze gegevens hebben betrekking op de gehele populatie illegalen dus ook bijvoorbeeld ouderen. Dit betekent dat het werk dat meer illegalen in een jaar verrichten gelijk staat aan één arbeidsjaar. Op basis van interviews werd ervan uitgegaan dat in een jaar gemiddeld drie illegalen een hoeveelheid werk verrichten gelijk aan één fte. Dat zou betekenen dat van de
1
Vos,J., J. den Heeten & S. Santokhi (1992) Eens komt de dag … Een onderzoek naar leven, wonen en werken van Haagse illegalen, Den Haag: Gemeentelijke Sociale Dienst. 2 Leun, J. van der, Engbersen, Godfried, Heijden, P. van der (1998) Illegaliteit en Criminaliteit: Schatting, aanhoudingen en uitzettingen, Erasmus Universiteit.
21
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
ruim 60.000 illegalen (personen) een derde van de illegalen op enig moment aan het werk zijn, hetgeen overeenkomt met ruim 20.000 arbeidsjaren. Al eerder is gesteld dat het niet onwaarschijnlijk is dat de krapte op de arbeidsmarkt sinds 1996 aanleiding is geweest voor een groei van het aantal vreemdelingen dat Nederland opzoekt om te gaan werken zonder TWV. Ook is de kans op werk voor de in Nederland verkerende groep mogelijk onder invloed van die krappe arbeidsmarkt gegroeid. Dat kan betekenen dat het aantal illegaal tewerkgestelden in deze categorie ook hoger uitvalt. Op basis van het bovenstaande is in tabel 2.6 een schatting gemaakt van het in 1999 in Nederland aanwezige reële potentieel voor illegale tewerkstelling uitgedrukt in arbeidsjaren. Tabel 2.6
Schatting van het reële potentieel voor illegale tewerkstelling in 1999, uitgedrukt in arbeidsjaren (afgezet tegen het geschatte aantal vreemdelingen van buiten de EER)
Groepen
Geschat aantal Geschat aantal vreemdelingen personen dat actief is van buiten EER op de arbeidsmarkt
Legaal in Nederland verblijvend (standcijfer 31/12/99) Arbeid niet toegestaan Arbeid onder voorwaarden toegestaan F1 en F2 documenthouders Asielzoekers Tijdelijke arbeidsmigranten (stroomcijfer 1999) Illegaal in Nederland verblijvende personen (1995) Grote steden Ophoging
Geschat aantal arbeidsjaren
12.000 12.000
15.000
voor de drie categorieën samen circa 5.000
6.000 55.000
18.000
circa 6.000
337.000
35.000
circa 17.000
40.000+ 20.000+
* *
Circa 13.000+ circa 7.000+
Totaal
ruim 48.000
* Een schatting van het aantal personen dat actief is op de arbeidsmarkt is op basis van de gegevens uit het onderzoek van Engbersen e.a. niet te maken. Het is wel duidelijk dat dit aantal niet ver onder de 60.000 zal liggen, illegalen moeten op één of andere manier een bron van inkomsten hebben.
2.4
Slotbeschouwing
Er bevindt zich jaarlijks een groot aantal vreemdelingen in Nederland die in potentie aanbod vormen voor illegale tewerkstelling (in 1999 ruim een half miljoen). Dit potentieel voor illegale tewerkstelling bestaat zowel uit legaal als illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen van buiten de EER. Een deel ervan is hier slechts tijdelijk, een ander deel verblijft hier al jaren of heeft de intentie een permanent bestaan in ons land op te bouwen. In werkelijkheid zal echter slechts een beperkt deel van het omvangrijke potentiële aanbod ook daadwerkelijk (willen) werken. Met name de vreemdelingen die op een visum voor kort verblijf Nederland binnenkomen zullen in overgrote meerderheid alleen voor vakantie of familiebezoek in Nederland verblijven. Ook van de andere categorieën rechtmatig in Nederland verblijvende
22
Het aanbod voor illegale tewerkstelling
vreemdelingen zal slechts een beperkt deel in strijd met de aan hun verblijf gestelde voorwaarden (tijdelijk) op de arbeidsmarkt actief (willen) zijn. Omdat het daarnaast voor de illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen veelal niet mogelijk is een ‘stabiele’ baan te vinden - en een deel van de illegale populatie bovendien helemaal niet wil/kan werken (vrouwen, kinderen, ouderen) - is het aantal personen dat uiteindelijk reëel in de markt is voor illegale tewerkstelling uiteindelijk aanzienlijk lager dan het aantal vreemdelingen van buiten de EER dat in potentie illegaal tewerkgesteld kan worden. Naar schatting gaat het uiteindelijk om ruim 128.000 personen die gezamenlijk een geschat reëel potentieel arbeidsvolume voor illegale tewerkstelling vertegenwoordigen van ruim 48.000 arbeidsjaren.
23
3
DE DOOR ILLEGALE TEWERKSTELLING VERVULDE VRAAG
Dit hoofdstuk is in feite het hoofdbestanddeel van het hele rapport. Het gaat in op de mate waarin in Nederland in het jaar 2000 personen illegaal zijn tewerkgesteld in de verschillende bedrijfssectoren. Dat gebeurt in drie stappen: - Ten eerste worden de voornaamste resultaten gegeven van een statistische analyse van de geautomatiseerde gegevens over controles van bedrijven door de Arbeidsinspectie. Dat geeft een eerste beeld in welke sectoren illegale tewerkstelling voorkomt. - Ten tweede komen de uitkomsten aan bod van een enquête onder bedrijven in vier sectoren waarin in relatief hoge mate sprake is van illegale tewerkstelling. - Ten derde volgt een samenvattende schatting, op basis van zowel enquêtegegevens als interviews en literatuuronderzoek van de aantallen illegaal tewerkgestelden per sector. Deze drie stappen worden hieronder in afzonderlijke paragrafen beschreven. Vervolgens gaat paragraaf 3.4. kort in op enkele kwalitatieve aspecten van illegale tewerkstelling.
3.1
Analyse controlebestanden Arbeidsinspectie
Deze paragraaf bevat resultaten van een statistische analyse van het geautomatiseerde bestand van controles van bedrijven door de Arbeidsinspectie. Het bestand bevat alle tussen 1 januari 1995 en 28 maart 2000 door de Arbeidsinspectie in het kader van de handhaving van de WAV uitgevoerde inspecties. Uiteindelijk zijn in de analyse de gegevens van 12.346 bedrijven te betrekken. Deze hoofdtekst bevat alleen de uitsplitsing naar het gemiddeld aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf omdat dit gegeven als basis dient voor het berekenen van de uitkomst van de kwantitatieve scan (zie de formule in paragraaf 1.3). Bijlage drie geeft ook nog een aantal andere uitkomsten en tevens een verantwoording van de uitgevoerde analyses. Tabel 3.1 geeft per sector inzicht in het gemiddeld aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelde personen per overtredend bedrijf. Tabel 3.1
Gemiddeld aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf naar sector in 1999 en de gehele periode 1995 tot en met 2000
Sector
Land- en tuinbouw Bouwnijverheid Horeca Schoonmaak Transport over de weg Vleesindustrie Visindustrie Internationale binnenvaart Confectie Metaal Distributiebedrijven en spreigroepen Detailhandel Groothandel
Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten 1999 1995-2000 3,91 3,45 5,24 4,65 1,89 1,75 4,62 4,08 5,07 4,97 3,13 4,63 geen controles uitgevoerd 0,99 1,39 1,49 1,53 5,35 1,79 2,86 niet bekend niet bekend 1,81 1,75 2,62 3,52
24
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag
In tabel 3.1 is naast het gemiddelde voor de periode 1995-2000 het gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf in 1999 toegevoegd. Dit is gedaan omdat dan duidelijker blijkt hoe de situatie er nu uit ziet. Zo heeft de confectie voor de periode 1995-2000 het hoogste gemiddelde. Het aantal voor alleen 1999 maakt duidelijk dat dit gemiddeld vooral is veroorzaakt door een groter aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten in de voorgaande jaren.
3.2
Enquête onder werkgevers in vier sectoren
In het kader van het onderzoek is een enquête gehouden onder werkgevers in een viertal sectoren waarvan bekend is/vermoed wordt dat er veel illegale tewerkstelling plaatsvindt. Het betreft de sectoren: - land- en tuinbouw; - bouwnijverheid; - horeca; - schoonmaak. De keuze voor deze sectoren is voortgekomen uit de interviews en gesprekken waarvan in de volgende paragraaf en deel B van dit rapport verslag wordt gedaan. De overweging bepaalde sectoren (bijvoorbeeld industrie, handel) niet mee te nemen was er op gebaseerd dat de trefkans van een bedrijf met illegale tewerkstelling in die grote sectoren erg klein zou zijn, zodat alleen een zeer brede enquête dan wat zou opleveren. In een aantal kleinere sectoren was het beeld duidelijker, en bleek in een aantal gevallen ook sprake van een afnemende trend van illegale tewerkstelling (zie paragraaf 3.3. en de hoofdstukken 4 tot en met 14). Bijlage 2 bevat een beschrijving van de opzet van de enquête en de responsverantwoording ervan. Deze paragraaf beschrijft de resultaten. Belangrijkste doel van de enquête was per sector het percentage van de bedrijven dat illegaal tewerkstelt te bepalen. In combinatie met het op basis van de gegevens van de Arbeidsinspectie per sector vastgesteld gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelden per overtredend bedrijf is dan per sector (zie tabel 3.1) de omvang van de illegale tewerkstelling te bepalen. Er is gebruik gemaakt van het gemiddelde over 1995-2000. Hoewel dat gegeven de recente ontwikkelingen niet weerspiegelt is het voordeel dat het minder afhankelijk is van jaarlijkse speerpunten in de activiteiten van de Arbeidsinspectie. Het gemiddelde geeft mogelijk beter het ‘normale’ aantal illegalen per gecontroleerd bedrijf weer.
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag
25
De enquête stak op verschillende manieren in op illegale tewerkstelling: - Ten eerste is gevraagd of men zelf ook illegaal werknemers te werk stelde. Deze bekentenissen leveren een lage schatting voor illegale tewerkstelling op. - Ten tweede is gevraagd of werkgevers voor openstaande vacatures illegaal te werk te stellen personen zouden aannemen wanneer de gelegenheid zich zou aanbieden. De antwoorden op deze vraag leveren een beeld op van potentiële overtreders; - Ten derde is werkgevers gevraagd hoe ze de omvang van illegale tewerkstelling in hun gehele deelsector1 zouden inschatten. Dit leverde een aantal schattingen per deelsector op. Bekentenissen Werkgevers is gevraagd aan te geven of zij in 1999 binnen hun onderneming arbeidskrachten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) hebben ingezet. Aan werkgevers die dit bevestigen, is vervolgens de vraag voorgelegd of zij voor al deze werknemers een tewerkstellingsvergunning (TWV) hadden. Tabel 3.2
Werkgevers die toegeven werknemers zonder TWV in te zetten Landbouw
Geen TWV Wel TWV Weet niet/ geen antwoord Subtotaal Geen werknemers van buiten EER Totaal
% 4,0 12,0 0,9 16,9 83,1 100 (N=884)
Schoonmaak % 0,9 21,4 0,6 23,0 77,0 100 (N=318)
Bouw % 0,0 8,9 0,0 8,9 91,1 100(N=158)
Horeca % 2,1 6,9 0,3 9,3 90,7 100(N=335)
Bron: werkgeversenquête Research voor Beleid
Uit tabel 3.2 valt af te leiden dat het percentage bekentenissen (werkgevers die zelf aangeven één of meer vreemdelingen van buiten de EER zonder TWV te hebben tewerkgesteld) het hoogst is in de landbouwsector (4,0%) en het laagst in de bouwsector, waar geen enkele werkgever zegt vreemdelingen van buiten de EER illegaal te werk te hebben gesteld. Het percentage van de werkgevers dat zelf toegeeft (‘bekent’) één of meer werknemers van buiten de EER in dienst te hebben zonder in het bezit te zijn van de daarvoor benodigde tewerkstellingsvergunningen, is een relatief hard gegeven. Het is echter geen realistisch cijfer, aangezien de geënquêteerde werkgevers er weinig belang bij hebben toe te geven dat zij in overtreding zijn. De feitelijke percentages zullen dan ook (aanzienlijk) hoger liggen, alleen de onderlinge verhoudingen zijn interessant. Potentiële overtreders Een potentiële overtreder is te definiëren als een werkgever die aangeeft buitenlandse werknemers in dienst te nemen zonder TWV als hij hen kan gebruiken. Het manco van deze methode is dat er wordt gevraagd naar een hypothetische situatie. Wat men zegt te doen is
1
Nadrukkelijk is gevraagd naar de deelsector: in een grote sector als de landbouw is men van het gedrag van bedrijven die in dezelfde teelt werkzaam zijn meestal wel redelijk op de hoogte, van andere deelsectoren weet men vaak niets.
26
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag
niet per definitie hetzelfde als wat men daadwerkelijk zal doen. Pas als de situatie zich daadwerkelijk voordoet, weegt men de voor- en nadelen van illegale tewerkstelling echt goed tegen elkaar af. Om het mogelijke verschil tussen wat men zegt te doen en wat men daadwerkelijk zou doen te minimaliseren, is de werkgevers eerst gevraagd of er zich bij hen überhaupt wel eens werknemers melden, waarvan zij weten dat ze eigenlijk niet in Nederland mogen werken. Aan de groep die dit bevestigend heeft beantwoord, is vervolgens gevraagd of zij die werknemers ook in zouden zetten als zij die op dat moment zouden kunnen gebruiken. De werkgevers die al hebben toegegeven arbeidskrachten illegaal tewerk te stellen worden ook gerekend tot de potentiële overtreders. De resultaten worden weergegeven in tabel 3.2. Tabel 3.3
Potentiële overtreders van de WAV Landbouw
Wel inzetten Niet inzetten Weet niet/ geen antwoord Subtotaal Niet van toepassing Totaal
% 7,9 57,6 0,6 66,1 33,9 100(N=884)
Schoonmaak % 1,3 33,0 0,3 34,6 65,4 100(N=318)
Bouw % 0,6 12,7 0,0 13,3 86,7 100(N=158)
Horeca % 6,6 32,8 1,5 40,9 59,1 100(N=335)
Bron: werkgeversenquête Research voor Beleid
Logischerwijs is het percentage potentiële overtreders groter dan het percentage werkgevers dat toegeeft dat ze arbeidskrachten illegaal tewerk hebben gesteld. De toename is het grootste voor de sector horeca.
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag
27
Schatting over de sector Ten slotte is werkgevers gevraagd naar het percentage ondernemingen in hun sector dat gebruik maakt van illegaal tewerkgestelden. Deze schattingen zijn te vinden in tabel 3.4. Tabel 3.4
Schatting van werkgevers over de sector Gemiddeld % 21,8 22,4 18 22,8 29,2 21,5 17,8 27,4 40 23,2 50 21,4 18,4 15,6 24,6 18,9 10,5 20,3
Aantal 270 36 6 24 24 22 21 13 1 12 1 16 5 17 28 8 13 23
Schoonmaak Glazenwasserijen/gevelreiniging Schoonmaakbedrijf van gebouwen
21,7 23,8 21,3
61 8 53
Bouw Burgerlijke en utiliteitsbouw Bouwinstallatie Afwerken van gebouwen Verhuur bouw-/sloopmachines
5,3 3,8 4,9 10,9 2
44 23 12 8 1
Horeca Restaurant met buitenlandse keuken Shoarmazaak/grillroom Overige horecagelegenheid
21,6 28,4 28,1 15,8
88 33 8 47
Landbouw Tuinbouw Open grond teeltbedrijf Bloembollenbedrijf Boomkwekerij Glastuinbouwbedrijf Groenteteeltbedrijf / glas Groenteteeltbedrijf / open grond Aspergeteeltbedrijf Champignonteeltbedrijf Witloftrekkerij Fruitteeltbedrijf Bloembollenhandel Potplantenbedrijf Bloementeeltbedrijf (glas) Bloementeeltbedrijf (open grond) Hoveniersbedrijf Handmatig loonbedrijf
Bron: werkgeversenquête Research voor Beleid
Ter toelichting bij tabel 3.4 een voorbeeld: in de tuinbouw gaven 36 werkgevers een inschatting. Gemiddeld gaven zij aan dat 22,4% van de bedrijven in hun eigen sector (i.c. de land- en tuinbouw) buitenlandse werknemers inzet zonder tewerkstellingsvergunning. Over het algemeen waren niet veel werkgevers bereid of in staat een dergelijke schatting te geven. Daarnaast is de spreiding rond het gemiddelde groot (standaarddeviatie, is niet opgenomen in tabel 3.4).
28
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag
Als resumé geeft tabel 3.5 voor de vier sectoren de verschillende lage en hoge schattingen weer van het percentage bedrijven die werknemers in dienst hebben van buiten de EER zonder dat zij voor hen een tewerkstellingsvergunning hebben. Tabel 3.5
Totaalbeeld voor de verschillende sectoren Bekentenissen Potentiële overtreders
Landbouw Schoonmaak Bouw Horeca
4,0% 0,9% 0,0% 2,1%
7,9% 1,3% 0,6% 6,6%
Sectorschatting 21,8% 21,7% 5,3% 21,6%
Bron: werkgeversenquête Research voor Beleid
3.3
Kwantitatieve aspecten van illegale tewerkstelling
Naast de analyse van het controlebestand van de Arbeidsinspectie en de enquête heeft het onderzoek naar de omvang van illegale werkgelegenheid per sector vooral bestaan uit een groot aantal gesprekken met deskundigen uit verschillende sectoren. In aansluiting op deze interviews is relevante literatuur doorgenomen. De resultaten van deze “kwalitatieve scan van de vraagzijde” zijn opgenomen in deel B van dit rapport. In deze paragraaf worden de resultaten van deze kwalitatieve scan gecombineerd met de uitkomsten van de enquête en de controlebestanden van de Arbeidsinspectie (“kwantitatieve scan”). Eerst volgen de cijfers voor de verschillende sectoren, daarna komt een samenvattend beeld voor alle onderzochte sectoren. Het beeld per sector Landbouw - De kwalitatieve scan levert voor de landbouw een omvang van illegale tewerkstelling op van minimaal ongeveer 10.000 en maximaal circa 20.000 arbeidsjaren. Deze marge is vrij groot, omdat het een optelling is van de marges voor de verschillende subsectoren, waarvan afzonderlijke analyses zijn gemaakt. - Uit de kwantitatieve scan komt een schatting van ruim 20.000 illegaal tewerkgestelden (zie paragraaf 4.4). De vertaling van dit cijfer naar arbeidsjaren is sterk afhankelijk van het aantal maanden per jaar dat mensen werkzaam zouden zijn in de sector. Er is uitgegaan van een inzet van zes maanden per jaar. Ook is in die 20.000 personen een aantal kleinere subsectoren niet opgenomen. Uiteindelijk levert deze berekening een schatting op van 11.000 tot 12.000 arbeidsjaren. Rekening houdend met enige onderrapportage komt dit cijfer redelijk overeen met de schatting vanuit de kwalitatieve scan. Bouwnijverheid - Uit de kwalitatieve scan komt niet een erg duidelijk beeld. Informanten durven alleen een totaalcijfer voor illegale invulling van arbeidsplaatsen te geven. Daaruit komt een aantal van ongeveer 5.000 arbeidsjaren. - De kwantitatieve scan levert een schatting op van circa 7.000 arbeidsjaren (zie paragraaf 5.4). Hierbij is rekening gehouden met een kleine correctie op het aantal illegaal tewerkgestelden van circa 8.000: in de afbouwfase gaat het om ad hoc werkzaamheden.
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag
29
Horeca - Uit de kwalitatieve scan komt een aantal van ongeveer 3.300 arbeidsjaren aan illegale tewerkstelling in Chinese restaurants en van ongeveer 100 arbeidsjaren in shoarmazaken naar voren. - Uit de kwantitatieve scan die betrekking heeft op de gehele sector komt een fors hoger aantal illegaal tewerkgestelden doordat in de kwalitatieve scan alleen is gekeken naar Chinese restaurants en shoarmazaken en in de kwantitatieve scan de hele sector is meegenomen. De kwantitatieve scan levert dan een schatting op van bijna 15.000 personen (zie paragraaf 6.4). Dat is één op één te vertalen in arbeidsjaren. Schoonmaak - De kwalitatieve scan levert een schatting op van tussen de 500 en 1.000 arbeidsjaren. Hierbij is ervan uitgegaan dat dit verschijnsel vooral voorkomt bij de lokaal werkende bedrijven in de Randstad en dat er veel in deeltijd wordt gewerkt. Basis voor deze schatting is met name een onderzoek van het Rif Amsterdam. - De kwantitatieve scan komt uit op ruim 3.000 personen (zie paragraaf 7.4). Dat betekent dat het gaat om zo’n 800 arbeidsjaren. Hierbij is rekening gehouden met deeltijdwerk, en het feit dat het verloop in de sector groot is, zodat mensen niet het gehele jaar door werkzaam zijn. Transport over de weg - In deze sector heeft (net als in de hieronder beschreven sectoren) alleen een kwalitatieve scan plaats gehad. Basis daarvoor was met name een landelijk onderzoek van de Rijksverkeersinspectie. De scan levert een schatting op van tussen de 1.200 en 2.500 arbeidsjaren aan inzet van illegale tewerkstelling. Vlees- en visindustrie - In de visindustrie komt volgens gesprekspartners vrijwel geen illegale tewerkstelling voor. Voor de vleesindustrie is een maximale schatting van informanten die van 1.000 arbeidsjaren. Men stelt voorts dat een minimum van 100 arbeidsjaren in ieder geval zeker is. Internationale binnenvaart - Werkgeversorganisaties schatten dat één op de vijf werkgevers die gebruik maken van vreemdelingen buiten de EER tewerkstellingsvergunningen aanvraagt. Slechts een klein deel daarvan krijgt zo’n vergunning. De rest zou de matrozen toch inzetten. Dat levert een schatting op van ongeveer 400 illegaal tewerkgestelden. Confectie - Volgens alle gesprekspartners is illegale tewerkstelling in deze sector vrijwel in zijn geheel verdwenen, dit zowel ten gevolge van activiteiten van de Arbeidsinspectie als door de Wet Ketenaansprakelijkheid in combinatie met het ter beschikking komen van nieuwe goedkope productielocaties in de voormalige Oostbloklanden. Een maximale schatting bedraagt op dit moment circa 100 illegaal tewerkgestelden.
30
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag
Metaal - Zowel vanuit de geringe aantallen overtredingen die geconstateerd worden tijdens controles als vanuit informatie van gesprekspartners (te hoge kwalificaties nodig) is af te leiden dat in deze sector niet of nauwelijks illegale tewerkstelling voorkomt. Distributiebedrijven en spreigroepen - Met name de bezorging van dagbladen en drukwerk biedt mogelijkheden voor illegale tewerkstelling. Informanten melden weinig illegale tewerkstelling. Omdat het tevens om een gering aantal uren per dag gaat, wordt de maximale omvang ervan op 500 arbeidsjaren geschat. Detailhandel en groothandel - Voor deze sectoren is niet goed een schatting te maken. Ook door de Arbeidsinspectie is slechts in geringe mate gecontroleerd. In 1999 zijn er in deze sectoren in totaal 240 personen als illegaal tewerkgestelde aangetroffen. Inzet van illegale tewerkstelling lijkt vaak samen te hangen met allochtone werkgevers. Een eerste schatting bedraagt 500 tot 1.000 arbeidsjaren. Samenvatting van uitkomsten De resultaten van de enquête onder werkgevers en de kwalitatieve scan (literatuurstudie en interviews met sectorale deskundigen) komen voor de vier sectoren, waar de enquête heeft plaatsgevonden, in ieder geval redelijk overeen. Voor de meeste overige sectoren kwam uit de kwalitatieve scan al een redelijk hard cijfer. Alleen voor de groot- en detailhandel en voor de krantenbezorging/spreigroepen was geen schatting te maken. Het bovenstaande levert de volgende schatting op voor de illegale tewerkstelling in Nederland. Tabel 3.6
Schatting omvang illegale tewerkstelling in arbeidsjaren per sector (1999)
Sector Land- en tuinbouw Horeca Bouwnijverheid Transport over de weg Vleesindustrie Schoonmaak Internationale binnenvaart Groothandel/detailhandel Confectie Krantenbezorging/spreigroepen Metaal
Kwantitatieve scan 12.000 15.000 7.000
800
Lage schatting kwalitatief 10.000 3.300 1.200 100 500 500
Hoge schatting kwalitatief 20.000 5.000 2.500 1.000 1.000 400 1.000 100 500 50
Als we de hoogste totalen bij elkaar optellen en we ronden in beperkte mate naar boven af voor de overige sectoren, dan komen we op een hoge schatting van illegale tewerkstelling in Nederland uit. Deze hoge schatting bedraagt bijna 50.000 arbeidsjaren. Over een aantal sectoren bestaan ook lagere schattingen. Wanneer daar vanuit zou worden gegaan, levert dat een lage schatting op van circa 35.000 arbeidsjaren aan illegale tewerkstelling.
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag
31
Uitgaande van een gemiddelde schatting, neemt de sector land- en tuinbouw maar liefst 41% van de totale illegale tewerkstelling in ons land voor haar rekening. Verder scoren de sectoren horeca en bouwnijverheid relatief hoog (respectievelijk 31% en 14%).
3.4
Kwalitatieve aspecten van illegale tewerkstelling
Centraal in het onderzoek stond het bepalen van de omvang van de illegale tewerkstelling in Nederland. Getracht is ook - door middel van literatuurstudie en interviews met sleutelpersonen - een aantal meer kwalitatieve onderzoeksvragen te beantwoorden. Het gaat daarbij om: - kenmerken van de sectoren met veel illegale tewerkstelling; - redenen voor werkgevers om gebruik te maken van illegale tewerkstelling; - samengaan van illegale tewerkstelling met overtreding van andere wet- en regelgeving; - mogelijke effecten van recente maatregelen en omstandigheden op aard en omvang van de illegale tewerkstelling. Kenmerken van sectoren waar veel illegale tewerkstelling voorkomt Uit literatuuronderzoek en de informatie uit de interviews kan worden afgeleid dat illegale tewerkstelling zich voornamelijk voordoet in sectoren die worden gekenmerkt door (een combinatie van) de volgende kenmerken: 1. er is sprake van pieken in het werk (tijdsdruk); 2. er is sprake van ongeschoold werk (althans een gedeelte van het werk); 3. er is sprake van een vermeend tekort aan vaklieden (bijvoorbeeld timmerlieden); 4. bedrijven beconcurreren elkaar vooral op prijs. Ad 1. Tijdsdruk manifesteert zich op twee manieren. Enerzijds komt het voor dat de werkzaamheden zich concentreren in een bepaalde periode van het jaar (bijvoorbeeld bij de land- en tuinbouw, bouwnijverheid, horeca). Anderzijds zijn er werkzaamheden die zich concentreren in een bepaald gedeelte van de dag (distributiebedrijven, schoonmaak). Ad 2 en 3. Illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten verrichten veelal ongeschoolde arbeid. Uitzondering hierop vormen sommige werkzaamheden in de bouwnijverheid en de horeca, het transport over de weg en de internationale binnenvaart. Vermeende tekorten aan vakbekwaam legaal personeel spelen in deze sectoren een belangrijke rol. Ad 4. In de meeste sectoren is het voor bedrijven alleen mogelijk te concurreren op prijs. Deze concurrentie zet de winstmarge van bedrijven onder druk, hetgeen aanleiding kan zijn over te gaan op illegale tewerkstelling. Redenen om gebruik te maken van illegale tewerkstelling Er zijn drie belangrijke redenen voor het gebruik van illegale tewerkstelling, te weten: 1. financieel voordeel; 2. behoefte aan een flexibel personeelsbestand; 3. vermeend tekort aan (legaal) personeel.
32
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag
Ad 1. Bij illegale tewerkstelling gaat het doorgaans om arbeidsintensieve werkzaamheden. Arbeidskosten maken dan een relatief groot deel uit van de totale productiekosten. Illegale tewerkstelling leidt tot aanzienlijke besparingen (doordat geen premies worden afgedragen en lagere salarissen kunnen worden betaald). Ad 2. In sectoren met grote pieken in de productie hebben werkgevers behoefte aan een flexibel personeelsbestand. De tuinbouw is hiervan het bekendste voorbeeld, maar ook in een sector als de horeca speelt dit een rol. Sinds begin 1999 biedt de Wet Flexibiliteit en Zekerheid meer mogelijkheden personeel flexibel in te zetten, maar voor sommige werkgevers is deze flexibiliteit nog steeds onvoldoende. Ad 3. Er is een vermeend tekort aan aanbod om aan de vraag te voldoen. Dit kan te maken hebben met (één van) de twee volgende factoren: a) het aanbod voldoet niet aan de voor een bepaalde functie gevraagde kwalificaties. Daarbij kan het zowel om ‘harde’ kwalificaties gaan (zoals opleiding en werkervaring) als om sociaal-normatieve vaardigheden; b) vaak gaat het om vuil en zwaar werk. Het beschikbare aanbod is niet bereid dit vuile en zware werk tegen de geboden arbeidsvoorwaarden te verrichten. Dat noopt werkgevers andere oplossingen te zoeken. Naast de hierboven beschreven drie belangrijkste redenen wordt door sommige werkgevers ook nog als reden genoemd dat illegaal tewerkgestelden goed gemotiveerd zijn en dat er humanitaire redenen zijn om personen illegaal te werk te stellen. Overtreding van andere wet- en regelgeving Illegale tewerkstelling gaat in de meeste gevallen samen met de overtreding van andere weten regelgeving. Vaak gaat het daarbij om (een combinatie van) de volgende overtredingen: - betaling beneden CAO- en/of minimumloon; - overtreding van de Arbeidstijdenwet; - overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet; - niet/onvoldoende afdragen van premies. Aangezien financieel voordeel een belangrijke reden is voor het gebruik van illegale tewerkstelling, zoals hiervoor reeds vermeld, worden betaling beneden het CAO-loon/minimumloon en het onvoldoende afdragen van premies het vaakst aangetroffen. Ook overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet houdt vaak verband met kostenbesparing (bijvoorbeeld door het niet naleven van veiligheidsvoorschriften). Effecten van recente maatregelen en omstandigheden op aard en omvang van de illegale tewerkstelling De belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen jaren is de toenemende krapte op de arbeidsmarkt. Deze krapte heeft geleid tot een toename van de illegale tewerkstelling. Het beschikbare legale aanbod is door de toenemende werkgelegenheid immers behoorlijk uitgedund. Bovendien is de animo van het nog wel beschikbare aanbod voor functies aan de onderkant van de arbeidsmarkt – waar het in sectoren met veel illegale tewerkstelling vaak om gaat – gering. Werkgevers zien daardoor vaker dan voorheen aanleiding een beroep te doen op illegale tewerkstelling.
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag
33
Vergelijking met het onderzoek van het Nederlands Economisch Instituut van zes jaar geleden1 lijkt op te leveren dat met name in de land- en tuinbouw de omvang van illegale tewerkstelling is toegenomen. Met name deze sector lijkt te kampen met de krapte op de arbeidsmarkt. Ook is niet-geschoold aanbod daar gemakkelijker inzetbaar dan in bijvoorbeeld de horeca en de bouw, waar specifieke kennis voor nodig is. In de schoonmaaksector spelen vaak beveiligingsaspecten een rol: daardoor is het niet goed mogelijk illegaal tewerkgestelden op grote schaal in bepaalde objecten in te zetten. In de confectie ten slotte lijkt illegale tewerkstelling vrijwel verdwenen door het verdwijnen van het type confectie, waarin die inzet mogelijk was, naar andere landen. De mogelijkheden voor asielzoekers om arbeid te verrichten zijn verruimd. Asielzoekers mogen tegenwoordig in twaalf maanden tijd twaalf weken seizoensarbeid verrichten. Het doel van deze maatregel is het verbeteren van de kwaliteit van het verblijf van asielzoekers in de opvang. De effecten van deze maatregel zijn moeilijk in te schatten. Enerzijds kunnen asielzoekers nu legaal arbeid verrichten. Indien zij dat voorheen illegaal deden, kan genoemde maatregel hebben geleid tot afname van de illegale tewerkstelling. Anderzijds mogen de asielzoekers maar een beperkte periode werken. Het is zeker niet uit te sluiten dat zij buiten die periode om ook werken. Bovendien zijn ze voor of tijdens de periode waarin ze legaal hebben gewerkt mogelijk in contact gekomen met personen die hen kunnen bemiddelen naar ander werk. De voorgenomen uitbreiding van de EU is nu al merkbaar in het aanbod voor illegale tewerkstelling. Vooral arbeidskrachten uit landen die oostelijk zijn gelegen van Polen, en niet op korte termijn onderdeel zullen uitmaken van de EU, melden zich nu ook op de Nederlandse arbeidsmarkt volgens de Arbeidsinspectie.
1
C.Th. Zandvliet, J.H. Gravesteijn-Ligthelm, Illegale arbeid: omvang en effecten, Den Haag 1994.
34
De door illegale tewerkstelling vervulde vraag
DEEL B Sectorbeschrijvingen
37
4
ILLEGALE TEWERKSTELLING IN DE LAND- EN TUINBOUW
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aard en omvang van de illegale tewerkstelling in de sector land- en tuinbouw. Achtereenvolgens komen aan de orde: - basisgegevens; - ontwikkelingen op het gebied van (illegale) arbeid; - schatting van omvang van illegale tewerkstelling.
4.1
Basisgegevens
Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven (zaken) % overtreding WAV Specifiek Tuinbouw % overtreding WAV Fruitteelt % overtreding WAV Landbouwdiensten/hoveniers % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten % illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio/land van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt
1999 622 19%
Totaal 1995-1999 2615 25%
425 16% 65 11% 72 36% 462 65% Polen
1884 25% 227 15% 247 36% 2254 77% Polen
3,91
3,45
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
De sector land- en tuinbouw telt volgens het CBS in totaal ruim 100.000 bedrijven. In 1999 zijn in totaal 622 bedrijven door de Arbeidsinspectie bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. Dat is iets meer dan het gemiddelde van de periode 1995-1999. In een vijfde (19%) van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. Gemiddeld ging het per bedrijf, dat de WAV overtrad, om 3,91 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten. In totaal werden in 1999 462 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen, waarvan bijna tweederde (65%) illegaal in Nederland verbleef. Het voornaamste land van herkomst van de illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten was Polen.
38
4.2
Illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw
Ontwikkelingen
Uit de interviews komt duidelijk naar voren dat illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw een veel voorkomend verschijnsel is. Ondernemers zetten voornamelijk illegaal tewerkgestelden in ten behoeve van seizoensarbeid. Al tientallen jaren worden in de sector (groepen) illegalen ingezet. Ruim twee decennia geleden werd de inzet van illegalen door ondernemers niet als iets slechts gezien, maar zelfs met enige trots gemeld. Sinds begin jaren negentig is de overheid duidelijk een restrictiever beleid gaan voeren. Bij de gesprekspartners bestaat de indruk dat deze verandering in het beleid heeft geleid tot een afname van de illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw. Momenteel echter lijkt de situatie op de arbeidsmarkt weer te leiden tot een toename van illegale tewerkstelling. Uit recent onderzoek naar agrarisch seizoenswerk, uitgevoerd door het onderzoeksinstituut Marktplan1, komen op het gebied van (de invulling van) seizoensarbeid de volgende ontwikkelingen naar voren: 1. scholieren, studenten en huisvrouwen stellen zich minder beschikbaar voor seizoenswerk; 2. Europees aanbod uit de traditionele lagelonenlanden (zoals bijvoorbeeld Ierland) is minder beschikbaar vanwege de economische groei in die landen; 3. uitzendkrachten zijn slechts met moeite te werven, en als het dan lukt zijn het er vaak te weinig; 4. recentelijk stellen zich steeds meer Polen beschikbaar die beschikken over een Duitse én Poolse nationaliteit; 5. sinds september 1998 kunnen asielzoekers worden ingezet bij seizoenswerk. Volgens het onderzoek van Marktplan verwacht circa de helft van de asperge- en aardbeientelers, die gebruik maken van niet-gezinsarbeid, dat het volgend jaar (nog) moeilijker zal zijn om seizoenswerkers te vinden. Onder bloembollentelers en fruittelers is circa een derde van de bedrijven die mening toegedaan. Aangezien de economische groei voorlopig naar verwachting doorzet, valt een toename van illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw te verwachten. Volgens geïnterviewde deskundigen put de land- en tuinbouw uit alle groepen die zijn aan te merken als (potentieel) illegaal aanbod (zie voor deze groepen paragraaf 2.2 en bijlage 1). In de nabijheid van de grote steden (vooral Den Haag) vormen de permanente arbeidsmigranten zonder verblijfsrecht (kortweg illegalen) een belangrijke groep. In gebieden verder verwijderd van de Randstad (zoals Oost-Brabant en de kop van Noord-Holland) gaat het veelal om tijdelijke arbeidsmigranten, voornamelijk Polen. Volgens betrokkenen lijkt afstand overigens een steeds minder belangrijke rol te spelen. De handmatige loonbedrijven breiden hun werkgebied steeds verder uit. Er zou steeds meer sprake zijn van busjes met personen die vroeg in de ochtend vanuit de Randstad vertrekken om in Oost-Brabant of de kop van Noord-Holland te gaan werken. Asielzoekers zitten sowieso over het hele land verspreid en worden vanuit de asielzoekerscentra door tussenpersonen naar hun werk gebracht. Zij mogen op dit moment twaalf weken in een periode van twaalf maanden naar zijn aard kortdurende arbeid
1
Marktplan Adviesgroep, Evaluatieonderzoek Agrarisch seizoenswerk 1999, eindrapport, januari 2000.
Illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw
39
(seizoensarbeid) verrichten. Het is daarom voor de gesprekspartners uit het onderzoek moeilijk vast te stellen hoe groot de groep illegaal tewerkgestelden is onder deze groep. De werkzaamheden van vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning in de land- en tuinbouw lopen nogal uiteen. In de meeste gevallen heeft de boer of teler (extra) ‘handen’ nodig om arbeidsintensief werk te verrichten. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om oogstwerkzaamheden zoals het plukken van fruit of het steken van asperges. Ook verrichten vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning vaak voorbereidende werkzaamheden (zoals het uitruimen en vervolgens weer inrichten van de kas). Illegale tewerkstelling komt bij de teelt van bepaalde gewassen meer dan gemiddeld voor. Vaak zijn deze teelten bovendien geografisch geconcentreerd. Tabel 4.1 geeft de soorten teelten/gewassen weer, waarbij relatief veel illegale tewerkstelling voorkomt én de gebieden waarin deze teelten veel voorkomen. Tabel 4.1
Soort teelt/gewas met veel illegale tewerkstelling naar voornaamste gebied
Soort teelt/gewas Voorjaarsbloeiers (tulpen, hyacinten, e.d.) Najaarsbloeiers (lelies) Groenten onder glas Volle grondsgroenteteelt (kool, spruiten, e.d.) Siergewassen onder glas Boomkwekerijen (heesters, sierconiferen, e.d.) Asperges
Gebieden Regio rond Lisse, Wieringermeer, Westfriesland Wieringermeer, Westfriesland, regio rond Lisse Westland Regio rond Heerhugowaard en Enkhuizen Westland, Regio rond Aalsmeer Omgeving Gouda Oost-Brabant, Noord-Limburg
Hieronder wordt nader ingegaan op de aanwezigheid van illegale tewerkstelling in bedrijven die genoemde gewassen verbouwen. Voorjaarsbloeiers De oogst van voorjaarsbloeiers valt samen met de schoolvakanties. Scholieren vormen dan ook een belangrijke bron van arbeidskrachten. In het al eerder genoemde rapport over agrarisch seizoenswerk van Marktplan is berekend dat de arbeidsbehoefte bij de verwerking van de voorjaarsbloeiers in 1999 20.000 vacatures betreft.1 Niet meegerekend hierbij zijn de bedrijven die uitsluitend met gezinsarbeid werken. Door personeelsverloop gedurende het seizoen zijn voor de invulling van de 20.000 vacatures ongeveer 27.500 personen nodig. Van de kwekers geeft 15% ‘zeer moeilijk’ seizoenskrachten te kunnen vinden. Slechts minder dan 5% van de vacatures wordt gemeld bij het arbeidsbureau. Najaarsbloeiers De situatie bij de lelies is ongunstiger dan die bij de voorjaarsbloeiers. Doordat de piek in de werkzaamheden valt in de periode oktober tot januari, kunnen werkgevers in deze sector geen gebruik maken van de grote en goedkope arbeidsreserve van scholieren die in de zomermaanden wél beschikbaar is. Doordat de teelt economisch gezien relatief rendabel is, kunnen werkgevers het zich wel veroorloven duurdere, legitieme vormen van arbeid in te
1
Marktplan Adviesgroep, Evaluatieonderzoek Agrarisch seizoenswerk 1999, Bussum, januari 2000.
40
Illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw
zetten (zoals de Duitse Polen). Twee uitzendbureaus, die zich specifiek richten op de agrarische sector, hebben ongeveer 400 Duitse Polen bemiddeld voor werk in de lelieteelt. Groente onder glas De teelt van groente onder glas is vooral geconcentreerd in het Westland. In het Westland zijn ongeveer 2.800 tuinders actief (daarbij gaat het om zowel groente als sierteelt onder glas). In deze regio zijn vooral handmatige loonbedrijven actief (zowel legaal als illegaal). Deze werken veelal vanuit Den Haag. Volle grondsgroenteteelt In het gebied rond Heerhugowaard wordt veel kool verbouwd. De oogst hiervan vindt plaats tussen januari en maart. Het gaat om zwaar werk onder dikwijls zware (weers-)omstandigheden. De personeelsbehoefte in deze sector is dan ook groot. Het agrarisch arbeidsbureau in Schagen geeft aan dat er maar weinig vacatures worden gemeld voor werk in deze sector. Er zou dan ook veel gebruik worden gemaakt van Polen. Uitzendbureaus, gespecialiseerd in de agrarische sector, geven wél aan te bemiddelen voor deze sector (met name Duitse Polen). Siergewassen onder glas Siergewassen onder glas worden zowel gekweekt in het Westland als in de buurt van Aalsmeer. In dit onderzoek is informatie verzameld over het gebied rond Aalsmeer. Een vertegenwoordiger van een uitzendbureau merkt op dat er in dit gebied tien jaar geleden erg veel werd gewerkt met vreemdelingen waarvoor werkgevers geen tewerkstellingsvergunning hadden. Genoemde vertegenwoordiger schat dat in die tijd ongeveer 2.500 illegalen werkzaam waren in de glastuinbouw rond Aalsmeer en nog eens 2.500 in de expertise en veilingen. Hiervan was 80% Pools en 20% Turks of Marokkaans. Over het algemeen waren werkgevers er trots op dat zij illegalen in dienst hadden. Op deze wijze hielpen werkgevers en illegalen elkaar. Sindsdien is een groot aantal handhavingsacties uitgevoerd in de tuinbouw. Dit heeft geleid tot een forse afname van de inzet van vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning. De laatste jaren is, als gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt, de inzet van illegale arbeid weer toegenomen. En het neemt nog steeds toe. Het is ook nooit volledig verdwenen, omdat werkgevers toch gewend zijn om bijvoorbeeld met Polen te werken. Dezelfde mensen melden zich elk jaar weer bij dezelfde ondernemer. Het gaat daarbij niet alleen om relatief lange periodes (weken, maanden) maar ook om kortstondige pieken rond bijvoorbeeld Valentijns-, moeder- en vaderdag. Boomkwekerijen In de omgeving van Boskoop worden veel sierheesters en coniferen gekweekt. De vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning worden voornamelijk illegaal tewerkgesteld bij het rooien en inpakken van de bomen. De piek in de productie valt in het voorjaar (maart tot eind mei). Zowel de Arbeidsinspectie als personen die werkzaam zijn in deze sector maken duidelijk dat er veel met Polen wordt gewerkt. Daarnaast neemt de inzet van Duitse Polen toe. Asperges Bij de veiling ZON (Zuidoost-Nederland) zijn 1.200 aspergetelers aangesloten. De Arbeidsinspectie in de regio Zuid bestempelt hiervan ongeveer 100 als ‘probleembedrijf’, omdat zij vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning inzetten. Kleinere bedrijven kunnen in
Illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw
41
sommige gevallen nog gebruik maken van gezinsleden en kennissen en op die manier de drukte tijdens de oogstperiode opvangen. Grotere bedrijven moeten personeel deels betrekken via intermediairs. In het eerder gememoreerde onderzoek van Marktplan naar agrarisch seizoenswerk geeft tweederde van de aspergetelers aan dat zij een beroep doen op de werknemers van vorig jaar. Dit kan betekenen dat zij voor een deel weer dezelfde vreemdelingen inzetten als vorig jaar.
4.3
Schatting omvang kwalitatieve scan
Voor het schatten van de omvang van de illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw op basis van de kwalitatieve scan verzamelde informatie is gekeken naar vijf gebieden: 1. het Westland; 2. Noord-Holland 3. Bollenstreek 4. omgeving Aalsmeer; 5. Limburg en Noord-Brabant. Westland In Nederland zijn in totaal 11.623 glastuinbouwbedrijven actief.1 Gemiddeld hebben deze bedrijven 1,15 ha glas, waarop voor 6 arbeidsjaren werk wordt verricht.2 In het Westland bevond zich in 1999 nog 4280 hectare glastuinbouw. Zoals al eerder aangegeven zijn er ongeveer 2800 glastuinbouwbedrijven actief in het Westland. Volgens een deskundige van het Westland Interventie Team is er gemiddeld één illegale arbeidskracht per bedrijf werkzaam. Een ondernemer in het Westland geeft aan dat de inzet van een persoon waar eigenlijk een tewerkstellingsvergunning voor is vereist geen structureel gebeuren is in het Westland. Op het moment dat er een werknemer uitvalt kan het wel een optie zijn om een dergelijk persoon in te huren. De ondernemer kan zich niet voorstellen dat er gemiddeld op ieder bedrijf een illegaal tewerkgestelde rondloopt. De werkelijke omvang van de illegale tewerkstelling is op basis van deze opinies moeilijk te bepalen. De eerste berichten in de kranten over de resultaten van het Westland Interventie Team maken melding van 460 controle in een half jaar. Deze controles zijn uitgevoerd bij tuinders en uitzendbureaus in het Westland. Een kwart van de gecontroleerde bedrijven is bekeurd voor het in dienst hebben van illegale werknemers. Het is op basis van deze informatie niet duidelijk om hoeveel illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten het gaat. Daarom wordt het aantal van 2800 arbeidsjaren als hoge schatting gebruikt met de kanttekening dat het waarschijnlijk lager ligt. Noord-Holland Een schatting voor deze regio is moeilijk te maken, omdat de respondenten geen duidelijk beeld konden geven van de illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw alhier. Een vertegenwoordiger van een arbeidsbureau schat dat in de regio Noord-Holland Noord in de land- en tuinbouw ongeveer 1.500 personen illegaal zijn tewerkgesteld. Daarbij gaat deze persoon af op de geluiden die hij opvangt vanuit de sector, het aantal bedrijven dat actief is in
1 2
De landbouwtelling 1999, CBS-cijfers van de land- en tuinbouw, Elsevier. Regionaal Interdisciplinair Fraudeteam Den Haag, Project Handmatige Loonbedrijven, september 1997.
42
Illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw
de regio en het aantal vacatures dat er bij het arbeidsbureau binnenkomt. Het is niet onwaarschijnlijk dat het aantal aanzienlijk hoger ligt. In de kop van Noord-Holland komt veel leleiteelt voor. Het oogstseizoen van dit gewas valt ongunstig omdat er geen gebruik gemaakt kan worden van scholieren. Het is bekend bij de Arbeidsinspectie en uitzendbureaus in die regio dat er lelietelers zijn die gebruik maken van Polen zonder dat ze een tewerkstellingsvergunning hebben. Er zijn ook Polen met een Duitse nationaliteit werkzaam in dit gebied. Daarnaast zit er een groot aantal bedrijven in dit gebied die zich bezig houden met het verbouwen van groente in de open grond. De oogst hiervan vindt eveneens in het najaar plaats en in het geval van de bewaarkool zelfs in de winter. Al met al kent deze regio een aantal pieken in de arbeidsbehoefte in een qua arbeidsaanbod ongunstige periode. In een uitzending van het tv-programma ‘Lopende Zaken’ (januari 2000) maakte een groep Poolse arbeidskrachten de inschatting dat er op dat moment 5.000 tot 15.000 landgenoten in Noord-Holland zouden verblijven. Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat deze schatting in de buurt komt van de omvang van de illegale tewerkstelling in Noord-Holland. Bollenstreek Uit het eerder gememoreerde onderzoek van Marktplan blijkt dat in de voorjaarsbloeiers seizoenswerk is voor 27.500 personen. Door de relatief gunstige periode waarin de oogst valt, kan deze sector veel reguliere arbeidskrachten inzetten (zoals scholieren). Daarnaast zijn telers in deze sector methoden aan het ontwikkelen om de productie minder arbeidsintensief te maken. Zo wordt er wel gebruik gemaakt van netten bij de teelt1. Helaas heeft het onderzoek geen informatie boven tafel kunnen krijgen over de mogelijk omvang van illegale tewerkstelling in dit gebied. Omgeving Aalsmeer Een gesprekspartner werkzaam bij een uitzendbureau schat dat er ongeveer 1.500 vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning werkzaam zijn in de kassen rond Aalsmeer, de expertise en de veiling. Het betreft zowel Oost-Europeanen als mensen die via Turkse en Marokkaanse loonwerkbedrijfjes werken. Deze mensen worden vooral ingezet voor seizoenswerk, maar ook voor meer structurele werkzaamheden. Hoe het aantal personen zonder tewerkstellings-vergunning zich laat vertalen naar arbeidsjaren is afhankelijk van de lengte van de periode dat ze arbeid verrichten en het aantal uren dat ze per week werken. Door de Arbeidsinspectie wordt er steeds op gewezen dat arbeidsmigranten verschillende oogsten aflopen en zodoende een redelijk lange periode achter elkaar werkzaam zijn. Vandaar dat er alle reden is om de periode op zes maanden te stellen. Daarnaast is niet uit te sluiten dat er meer uren per week worden gemaakt dan gebruikelijk is. Op basis van de combinatie van deze factoren wordt geschat dat er in de omgeving van Aalsmeer op jaarbasis voor 1000 arbeidsjaren aan illegale tewerkstelling plaatsvindt.
1
Dit is een manier van produceren waarbij de bollen tussen twee netten in de grond zitten. Om te oogsten kunnen de netten machinaal uit de grond worden gehaald.
Illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw
43
Limburg en Noord-Brabant De Arbeidsinspectie schat dat er jaarlijks ongeveer 5.000 tot 10.000 Oost-Europeanen naar Noord-Brabant en Limburg komen om te werken. Verschillende gesprekspartners geven aan dat de Oost-Europeanen in dit gebied van oogst naar oogst trekken. Op die manier kunnen zij met gemak zes maanden of meer in Nederland aan het werk zijn. Voor de schatting betekent dit dat er in Limburg en Noord-Brabant 2.500 à 5.000 arbeidsjaren aan illegaal tewerkgestelden zijn. Deze schatting is nog iets naar boven bij te stellen. De Arbeidsinspectie en andere betrokkenen in deze regio geven namelijk aan dat er veelal meer dan veertig uur per week wordt gewerkt (mits de soort oogst dat toelaat). Hierdoor komt de schatting uit op 3.000 à 6.000 arbeidsjaren. Voor de vijf regio’s tezamen levert dit het volgende totaalbeeld op: - Westland (2.800 arbeidsjaren); - Noord-Holland (5.000 tot 10.000 arbeidsjaren); - Bollenstreek (onbekend); - Omgeving Aalsmeer (1000 arbeidsjaren); - Zuid-Nederland (3.000 tot 6.000 arbeidsjaren). In totaal levert dit een schatting op van tussen de 10.000 en 20.000 arbeidsjaren aan illegaal tewerkgestelden in de betreffende subsectoren van de land- en tuinbouw. Voor dit onderzoek zijn niet alle subsectoren van de land- en tuinbouw meegenomen. Het totaalcijfer inclusief deze subsectoren zal eerder in de buurt van het hoogstgenoemde dan het laagstgenoemde cijfer uitkomen.
4.4
Schatting omvang kwantitatieve scan
Tabel 4.2 geeft een overzicht van de verschillende hoge en lage schattingen van de omvang van de illegale tewerkstelling die op basis van de enquête onder werkgevers en de analyse van het bestand van de Arbeidsinspectie zijn berekend. De enquête beperkte zich tot de subsectoren van de land- en tuinbouw, waar illegale tewerkstelling zich met name voordoet (te weten de tuinbouw, fruitteelt, hoveniersbedrijven en loonbedrijven). In Nederland zijn in deze subsectoren volgens gegevens van het GUO 26.717 bedrijven actief. Door dit aantal te combineren met de op basis van de enquête berekende percentages (zie hoofdstuk 3), kan het aantal ‘WAV-overtredende’ bedrijven worden geschat. Dit gegeven gecombineerd met het gemiddeld aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per ‘WAV-overtredend bedrijf (zie de basisgegevens in paragraaf 4.1) levert een schatting op van het aantal personen dat in de land- en tuinbouw illegaal te werk is gesteld. Tabel 4.2
Hoge en lage schattingen omvang illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw (kwantitatieve methode)
Lage schatting absoluut Lage schatting potentiële overtreders Hoge schatting sector
% Bedrijven
Aantal overtredende bedrijven
Aantal personen
4,0% 7,9% 21,8%
1068 2110 5824
3.685 7.280 20.093
44
Illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw
De lage schatting absoluut van het aantal personen dat in de land- en tuinbouw illegaal tewerk wordt gesteld bedraagt ruim 3.500, de hoge schatting meer dan 20.000 personen. Deze gegevens zijn te vertalen naar arbeidsjaren door een inschatting te maken van de lengte van de periode waarin deze personen werkzaam zijn en het aantal uren dat men per week werkt. Uitgaande van een periode van drie maanden waarin veertig uur per week wordt gewerkt, levert dit een lage schatting op van 850 arbeidsjaren. Voor het vaststellen van de hoge schatting is de periode, waarin personen gemiddeld werkzaam zijn, gesteld op ruim zes maanden. Dit levert een hoge schatting op van meer dan 11.000 arbeidsjaren. De bovenstaande gegevens zijn van toepassing op een beperkt aantal subsectoren in de landen tuinbouw. Dat zijn echter wel de subsectoren in de land- en tuinbouw waar illegale tewerkstelling voornamelijk voorkomt. Om voor dit gegeven te corrigeren is de hoge schatting opgetrokken naar 12.000 arbeidsjaren. De schatting op basis van de kwalitatieve methode levert een hoge schatting op die hoger uitvalt dan de schatting op basis van de kwantitatieve methode. Mogelijk dat de inzet van loonbedrijven de schatting vanuit de enquête enigszins bemoeilijkt. Vooralsnog wordt een schatting gehanteerd van tussen de 12.000 en 20.000 arbeidsjaren aan illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw.
45
5
ILLEGALE TEWERKSTELLING IN DE BOUWNIJVERHEID
Dit hoofdstuk beschrijft aard en omvang van de illegale tewerkstelling in de sector bouwnijverheid. Achtereenvolgens komen aan de orde: - basisgegevens; - ontwikkelingen op het gebied van (illegale) arbeid; - schatting van omvang van illegale tewerkstelling.
5.1
Basisgegevens
Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven (zaken) % overtreding WAV Specifiek Bouwrijp maken van terreinen % overtreding WAV B&U* / GWW** % overtreding WAV Bouwinstallatie % overtreding WAV Afwerken van gebouwen % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten % illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio/ land van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt * **
1999 109 35%
Totaal 1995-1999 364 25%
19 63% 66 35% 14 0% 10 30% 200 68% Turkije
81 38% 185 25% 50 12% 42 19% 423 80% Turkije
5,24
4,65
Bouw en Utiliteitsbouw Grond-, weg- en waterbouw
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
De sector bouwnijverheid telt volgens het CBS in totaal ruim 58.000 bedrijven. In 1999 zijn in totaal 109 bedrijven door de Arbeidsinspectie bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. In ruim een derde (35%) van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. Gemiddeld ging het per bedrijf, dat de WAV overtrad, om 5,24 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten. In totaal werden in 1999 200 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen, waarvan 68% illegaal in Nederland verbleef. Het voornaamste land van herkomst van de illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten was Turkije.
46
5.2
Illegale tewerkstelling in de bouwnijverheid
Ontwikkelingen
Alle personen met wie in het kader van dit onderzoek is gesproken over de sector bouwnijverheid weten te melden dat illegale tewerkstelling in deze sector in toenemende mate voorkomt. De aanwezigheid van illegale tewerkstelling is vanuit verschillende invalshoeken vast te stellen. Achtereenvolgens komen aan de orde: - De inrichting van het bouwproces. - Inzet van koppelbazen. - De aanwezigheid van legaal tewerkgestelde allochtonen. Inrichting van het bouwproces Om een nadere inschatting te maken van de omvang ervan, is het nodig eens goed te kijken naar de werkprocessen in de sector. Een bouwproject kent veelal een gefaseerde uitvoering. De volgende fasen zijn te onderscheiden: 1. Onderaannemers maken in opdracht van de hoofdaannemer het terrein bouwrijp (ook wel de ruwe bouw fase genoemd). Het gaat daarbij om activiteiten als funderingen en greppels graven, damwanden slaan, kabels leggen, riolering aanleggen, werkstraat aanleggen etc. Gedurende het bouwrijp maken van het terrein houdt de hoofdaannemer slechts minimaal toezicht. Er is immers niet zoveel dat fout kan gaan en er vinden nog geen activiteiten plaats die direct invloed hebben op de kwaliteit van het eindproduct. De kans dat illegaal tewerkgestelden in deze fase worden ingezet is groot. 2. Uitvoering van de feitelijke bouwwerkzaamheden (bouwfase). Als de feitelijke bouwwerkzaamheden beginnen, oefent de hoofdaannemer veelal meer controle uit. Meestal is op het bouwterrein constant een opzichter aanwezig. In deze fase is de kans op illegale tewerkstelling (door onderaannemers) dan ook geringer dan in de fase van het bouwrijp maken. 3. Afronding van het bouwproject (afbouwfase). Een groot aantal onderaannemers wordt ingezet voor verschillende zaken, zoals de aanleg van elektriciteit, tegelzetten, installatie van de CV, e.d. In deze laatste fase moet de hoofdaannemer goed in de gaten houden dat hij de met de opdrachtgever overeengekomen planning haalt. Als een bouwproject te laat wordt opgeleverd, moet de hoofdaannemer een boete betalen. Dit creëert een situatie, waarin illegale tewerkstelling een oplossing kan zijn om snel aan arbeidskrachten te komen. Koppelbazen Uit de interviews komt tevens naar voren dat koppelbazen een rol spelen bij de illegale tewerkstelling. Wat de precieze rol is van de koppelbazen bij illegale tewerkstelling in de bouw is moeilijk aan te geven. Van oudsher kent de bouwnijverheid koppelbazen. In de jaren vijftig vormden koppelbazen een relatief gewenst verschijnsel op de toenmalige krappe arbeidsmarkt. Koppelbazen droegen in de periode van wederopbouw bij aan de regulering van de enorme vraag naar bouwvakkers. De koppelbazen voldeden aan de eisen die de economie aan de arbeidsmarkt stelde: flexibele inzet van personeel om met name piekbelasting in de productie te kunnen oplossen. Momenteel is de situatie niet anders. De eisen vanuit de arbeidsmarkt zijn vergelijkbaar met vijftig jaar geleden. Volgens een gesprekspartner richten koppelbazen zich vooral op stratenmakers, steigerbouwers, grondwerkers, ijzerwerkers etc., met andere woorden: het zware werk in de bouw. Voor deze werkzaamheden is het moeilijk mensen te vinden. Daarbij zou een beroep worden gedaan op vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning.
Illegale tewerkstelling in de bouwnijverheid
47
Aanwezigheid van legaal tewerkgestelde allochtonen In de Nederlandse bouwnijverheid maken allochtone werknemers slechts 2% van het totale werknemersbestand uit (tegenover 16% van de totale beroepsbevolking); in bijvoorbeeld Duitland ligt dat heel anders. Er is dus in Nederland een duidelijke ondervertegenwoordiging van deze groep. Absoluut gezien vormen de Turken nog de grootste groep allochtonen die legaal actief is in de bouwnijverheid. Het gaat dan voornamelijk om werkzaamheden in de GWW sector. Vanuit de Arbeidsinspectie is verscheidene keren aangegeven dat illegale tewerkstelling met name veel voorkomt in de GWW sector. Het gaat dan vooral om het graven van greppels en het leggen van kabels. In deze bedrijfstak zouden vooral Turken en Marokkanen actief zijn. De Turken en Marokkanen werken veelal via bedrijfjes van familie, vrienden en kennissen. De volgens gesprekspartners ook wel aanwezige Oost-Europeanen melden zich vaak zelf aan bij een bouwput.
5.3
Schatting omvang kwalitatieve scan
De werkzaamheden in de bouw zijn naar eindproduct globaal te verdelen in vijf groepen. De qua aantal werknemers grootste groepen zijn de bouw en utiliteitsbouw (B&U) en de grond-, weg- en waterbouw (GWW). De B&U omvat de nieuwbouw, het onderhoud en de renovatie van gebouwen en installaties. De GWW omvat het bagger-, kust- en oeverwerk, de beton- en waterbouw, de wegenbouw, het leggen van kabels en buizen en de milieubouw. Volgens gegevens van het CBS waren in 1996 in totaal bijna 391.00 personen werkzaam in de bouwnijverheid (zie tabel 5.1). Tabel 5.1
Werkzame personen in 1996 in de bouwnijverheid naar werkzaamheden
Bouwrijp maken van terreinen B & U, GWW excl. grondverzet Afwerken van gebouwen Verhuur bouwmachines incl. personeel Bouwinstallatiebedrijven Totaal
9.600 209.500 60.500 6.000 105.300 390.900
Bron: CBS
Voor de meeste gesprekspartners was het lastig een schattig te geven van de omvang van de illegale tewerkstelling in de bouwnijverheid. Controle van bouwplaatsen is niet eenvoudig en vraagt om een degelijke en uitgebreide voorbereiding door handhavende instanties. Wie wel een schatting durft te maken komt uit op ongeveer 10.000 arbeidsjaren die op illegale wijze worden ingevuld. Dit betekent niet dat in alle gevallen spraken is van illegale tewerkstelling. Een schatting is dat het bij de helft van deze arbeidsjaren om personen gaat die wel in Nederland mogen werken en wonen, maar die bijvoorbeeld zwart werken. De andere helft zou worden vervuld door personen waarvoor de werkgever een tewerkstellingsvergunning zou moeten hebben. Dit levert voor deze sector een schatting van de illegale tewerkstelling op van 5.000 arbeidsjaren. Afgezet tegen de totale werkgelegenheid in de bouwnijverheid (zie tabel 5.1) wordt dan 1,3% van de werkgelegenheid ingevuld door illegale tewerkstelling.
48
5.4
Illegale tewerkstelling in de bouwnijverheid
Schatting omvang kwantitatieve scan
Tabel 5.2 geeft een overzicht van de verschillende hoge en lage schattingen van de omvang van de illegale tewerkstelling in de sector bouwnijverheid die op basis van de werkgeversenquête en de analyse van het bestand van de Arbeidsinspectie zijn berekend. De enquête beperkte zich tot bedrijven met minimaal één werknemer. Volgens het CBS telt de bouwnijverheid in Nederland 32.320 bedrijven met één of meer werknemers. Door dit aantal te combineren met de op basis van de enquête berekende percentages (zie hoofdstuk 3), kan het aantal ‘WAV-overtredende bedrijven’ worden geschat. Dit gegeven gecombineerd met het gemiddeld aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per ‘WAV-overtredend’ bedrijf (zie de basisgegevens in paragraaf 5.1) levert een schatting op van het aantal personen dat in de bouwnijverheid illegaal te werk is gesteld. Tabel 5.2
Hoge en lage schattingen omvang illegale tewerkstelling in de bouwnijverheid
Lage schatting absoluut Lage schatting potentiële overtreders Hoge schatting sector
% Bedrijven
Aantal overtredende bedrijven
Aantal personen
0,0% 0,6% 5,3%
0 194 1713
0 900 7965
Er komt uit de enquête een lage schatting absoluut van nul; geen enkele geïnterviewde werkgever geeft aan zelf illegaal te werk te stellen.1 De hoge schatting bedraagt 7.965. Deze gegevens zijn te vertalen naar arbeidsjaren door een inschatting te maken van de lengte van de periode waarin deze personen werkzaam zijn en het aantal uren dat men per week werkt. Wanneer illegale arbeid wordt ingezet voor werkzaamheden in de eerste bouwfase, gaat het om redelijk structureel werk. Dit in tegenstelling tot het werk in de afbouwfase, dat meer ad hoc wordt verricht en daardoor eerder gedurende kortere periodes in het jaar zal worden verricht. Om hier voor te compenseren wordt de hoge schatting gesteld op 7.000 arbeidsjaren. Dit levert voor de bouwnijverheid een schatting op van 0 tot 7.000 arbeidsjaren. De schatting op basis van de kwalitatieve scan (zie paragraaf 5.3) valt binnen deze grenzen.
1
Zo gek is deze ondergrens niet. In andere sectoren geeft ook maar een gering deel van de bedrijven met illegale tewerkstelling dat zelf toe. Omdat het in de bouw sowieso om maar een klein deel van alle bedrijven gaat, is de statistische kans een bedrijf te treffen dat én illegaal te werk stelt én dat wil toegeven, zeer gering.
49
6
ILLEGALE TEWERKSTELLING IN DE HORECA
Dit hoofdstuk gaat in op de aard en omvang van de illegale tewerkstelling in de horecasector. Achtereenvolgens komen aan de orde: - basisgegevens; - ontwikkelingen op het gebied van (illegale) arbeid; - schatting van omvang van illegale tewerkstelling.
6.1
Basisgegevens
Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven (zaken) % overtreding WAV Specifiek Hotels, pensions en conferentieoorden % overtreding WAV Restaurants, cafetaria’s, snackbars % overtreding WAV Cafés % overtreding WAV Kantines en Catering % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten % illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio/land van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt
1999 1577 25%
Totaal 1995-1999 5875 32%
30 20% 1291 26% 219 17% 29 10% 747 65% China
110 11% 5008 34% 603 17% 127 19% 3285 70% China
1,89
1,75
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
Volgens het CBS telt de horeca in ons land in totaal bijna 39.000 bedrijven. In 1999 zijn in totaal 1.577 bedrijven door de Arbeidsinspectie bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. In een kwart van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. Gemiddeld ging het per bedrijf, dat de WAV overtrad, om 1,89 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten. In totaal werden in 1999 747 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen, waarvan bijna tweederde (65%) illegaal in Nederland verbleef. Onder de sector horeca valt een grote diversiteit aan ondernemingen. Veel daarvan zijn voor dit onderzoek minder interessant. De aandacht gaat in het onderzoek voornamelijk uit naar eetgelegenheden. Uit gesprekken met vertegenwoordigers van de Arbeidsinspectie blijkt dat vooral bij buitenlandse restaurants veel illegale tewerkstelling is aan te treffen. De twee voornaamste groepen van buitenlandse restaurants waar dat voorkomt, zijn de Chinees-Indische restaurants en de shoarmazaken/grillrooms. Er is daarom voor gekozen de kwalitatieve scan te beperken tot deze twee typen horecagelegenheden.
50
6.2
Illegale tewerkstelling in de horeca
Ontwikkelingen
Chinees-Indische restaurants Illegale tewerkstelling is geen nieuwe fenomeen in de Chinees-Indische horeca. Het beeld dat enerzijds de Arbeidsinspectie en anderzijds vertegenwoordigers van werkgevers in de sector schetsen, verschilt echter nogal. Volgens de Arbeidsinspectie is in de meeste ChineesIndische restaurants de helft van het personeel in de keuken illegaal tewerkgesteld. De basisgegevens in het schema in paragraaf 6.1 zijn niet direct te vertalen naar de ChineesIndische restaurants. Deze vallen onder de meeromvattende categorie restaurants, cafetaria’s en snackbars. Bij de 1.291 controles van bedrijven in deze categorie is in 1999 in slechts 26% van de gevallen een overtreding van de WAV is geconstateerd. Vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties vinden dan ook het beeld van de Arbeidsinspectie een overtrokken karakter hebben. Zij zijn van mening dat het aantal controles recentelijk is opgevoerd. Hierdoor ontstaat een vertekend beeld van de werkelijkheid. Hun mening is dat het aantal illegaal tewerkgestelden juist afneemt. De illegaal tewerkgestelde Chinezen die bij controles in de restaurants worden aangetroffen verblijven bijna zonder uitzondering illegaal in Nederland. Ze worden voornamelijk aangetrokken om in de keuken te werken. Aangezien hun beheersing van de Nederlandse taal vaak (te) beperkt is, zijn ze niet of nauwelijks in te zetten voor de bediening. Shoarmazaken/Grillrooms Over de ontwikkeling van illegale tewerkstelling in de shoarmazaken en grillrooms was geen specifieke informatie te achterhalen. Wel is bekend dat illegale tewerkstelling in deze tak van de horeca voorkomt.
6.3
Schatting omvang kwalitatieve scan
Chinees-Indische restaurants In Nederland zijn bij benadering 2.200 Chinees-Indische restaurants. Een voorzichtige schatting op basis van gesprekken met de Arbeidsinspectie is dat er voor ongeveer 1.000 arbeidsjaren wordt gewerkt door vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning. Dat houdt dat er bij de helft van de Chinees-Indische restaurants gemiddeld één arbeidskracht illegaal tewerk zou zijn gesteld. De uitspraak dat de helft van het personeel in de keuken illegaal is tewerkgesteld (zie paragraaf 6.2), levert een hogere schatting op afhankelijk van het aantal personen dat werkzaam is in de keuken. Een minimale keukenbezetting bedraagt drie personen. Dat levert een schatting van 3.300 arbeidsjaren op.
Illegale tewerkstelling in de horeca
51
Shoarmazaken/Grillrooms Volgens het Bedrijfschap voor de Horeca zijn er ongeveer 1.300 shoarmazaken en grillrooms in Nederland (peiljaar 1999). Op basis van een onderzoek van het Rif Twente wordt geschat dat in de shoarmabedrijfstak 2.400 werknemers actief zijn, waarvan er 1.150 zwart werken (48%).1 Het Rif Twente heeft voor haar onderzoek bij 27 bedrijven ter plaatse waarnemingen gedaan. Daarbij werden 147 mensen aangetroffen die als werknemer waren aan te merken. Het merendeel van deze mensen was niet als zodanig aangemeld bij de uvi en nog eens 4% was op grond van hun verblijfsstatus niet gerechtigd om in Nederland te werken. Voor dit percentage geldt dat het om illegale tewerkstelling gaat. De resultaten van het onderzoek van het Rif Twente tonen grootschalige fraude door eigenaren van shoarmazaken en grillrooms aan. De mate van illegale tewerkstelling is relatief gezien echter gering. Het extrapoleren van de onderzoeksresultaten van het Rif naar de totale populatie levert een schatting op van 100 illegaal tewerkgestelden. Het is echter geenszins aan te geven of de extrapolatie van de gegevens uit Twente een representatief beeld op levert voor Nederland. Doordat er verder weinig specifieke informatie over deze bedrijfstak beschikbaar is, is het eveneens moeilijk een vertaling te maken naar het aantal arbeidsjaren.
6.4
Schatting omvang kwantitatieve scan
In de enquête is nadrukkelijk geprobeerd zoveel mogelijk Chinees-Indische restaurants en shoarmazaken/grillrooms mee te nemen. Dit soort horecagelegenheden is daarom in de steekproef oververtegenwoordigd. Door het totaal aantal bedrijven in de sector te combineren met de percentages ‘WAVovertredende’ bedrijven (zie hoofdstuk 3), is het aantal overtredende bedrijven te schatten. Dit gegeven gecombineerd met het gemiddeld aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelden per ‘WAV-overtredend’ bedrijf (zie basisgegevens in paragraaf 6.1) levert een schatting op van het totaal aantal personen dat in de horeca illegaal is tewerkgesteld. Tabel 6.1. bevat de op deze wijze berekende hoge en lage schattingen van de omvang van de illegale tewerkstelling in de horeca. Tabel 6.1
Hoge en lage schattingen omvang illegale tewerkstelling in de horeca
Lage schatting absoluut Lage schatting potentiële overtreders Hoge schatting sector
% Bedrijven Aantal overtredende bedrijven 2,1% 818 6,6% 2572 21,6% 8418
Aantal personen 1432 4501 14732
De op de bekende manier vastgestelde lage schatting absoluut (wat bedrijven zelf toegeven) bedraagt 1.432 personen. De maximale schatting komt neer op 14.732 illegaal tewerkgestelden. Het is lastig om deze aantallen te vertalen naar arbeidsjaren, omdat het onduidelijk is hoeveel maanden per jaar en hoeveel uren per week deze mensen werken. Van
1
Regionaal Interdisiplinair Fraudeteam Twente, Eindrapport project Shoarma-onderzoek Twente, mei 1997.
52
Illegale tewerkstelling in de horeca
de Chinees-Indische restaurants is echter bekend dat het om fulltime of zelfs meer dan fulltime banen gaat. Op basis van het bovenstaande wordt de hoge schatting op 15.000 arbeidsjaren geschat. Voor de lage schatting wordt een veilige marge genomen op het resultaat van de enquête door het aantal arbeidsjaren als een derde van het aantal personen te nemen. Hiermee wordt de omvang van de illegale tewerkstelling in de horeca geschat op 500 tot 15.000 arbeidsjaren.
53
7
ILLEGALE TEWERKSTELLING IN DE SCHOONMAAK
Dit hoofdstuk betreft de aard en omvang van de illegale tewerkstelling in de schoonmaaksector. Achtereenvolgens komen weer aan de orde: - basisgegevens; - ontwikkelingen op het gebied van (illegale) arbeid; - schatting van omvang van illegale tewerkstelling.
7.1
Basisgegevens
Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven (zaken) % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten % illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio/land van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt
1999 71 18% 59 47% Wisselend
Totaal 1995-1999 219 17% 152 60% Wisselend
4,62
4,08
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
Er zijn in Nederland volgens het CBS in totaal bijna 6.000 schoonmaakbedrijven. In 1999 zijn 71 bedrijven door de Arbeidsinspectie bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. In bijna een vijfde (18%) van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. Gemiddeld ging het per bedrijf, dat de WAV overtrad, om 4,62 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten. In totaal werden in 1999 59 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen, waarvan bijna de helft (47%) illegaal in Nederland verbleef. De regio van herkomst van de illegaal tewerkgestelden was wisselend.
7.2
Ontwikkelingen
Globaal beschouwd zijn binnen de sector de volgende typen schoonmaakbedrijven te onderscheiden: 1. landelijke schoonmaakbedrijven; 2. regionale schoonmaakbedrijven; 3. lokale schoonmaakbedrijven. De landelijke schoonmaakbedrijven zijn in het algemeen goed op de hoogte van de wet- en regelgeving. Bovendien zijn zij (door hun schaal) in staat personen in te huren die verblijfsvergunningen en andere officiële documenten kunnen controleren. Daarnaast hebben deze bedrijven landelijk een naam hoog te houden, waardoor ze zullen proberen negatieve publiciteit te voorkomen. Een vertegenwoordiger van een groot schoonmaakbedrijf meldde dat de landelijke schoonmaakbedrijven wel geconfronteerd worden met illegale tewerkstelling bij overname van schoonmaakprojecten of andere (kleinere) schoonmaakbedrijven. Het is
54
Illegale tewerkstelling in de schoonmaak
gebruikelijk bij een dergelijke overname de nieuwe medewerkers aan een controle te onderwerpen. Op die manier kan illegale tewerkstelling aan het licht komen. Bij de regionale en lokale schoonmaakbedrijven is de kans op het voorkomen van illegaal tewerkgestelden groter. Gesprekspartners geven aan dat vooral kleinere bedrijven (ook wel ‘pappa en mamma’-bedrijfjes genoemd) illegale arbeid gebruiken. Veelal zijn dit bedrijven die opereren op het lokale niveau. Ook het Rif Amsterdam komt op basis van haar onderzoek in de schoonmaakbranche tot deze conclusie: “De problematiek van zwartwerkers en illegalen blijkt zich vooral voor te doen bij de kleinere, lokaal opererende, schoonmaakondernemingen. Ook de bedrijfstak waartoe de opdrachtgever behoort is van invloed op de mate waarin onregelmatigheden en fraude werden aangetroffen.”1 In hetzelfde onderzoek zijn op basis van een aantal criteria bedrijven/locatiesoorten geselecteerd met een verhoogd frauderisico. De gehanteerde criteria zijn: 1. schoonmaakwerkzaamheden op ongunstige uren; 2. moeilijk bereikbare locaties; 3. ongunstige arbeidsomstandigheden, vuil/onaangenaam/intensief werk; 4. relatief lage schoonmaakbudgetten; 5. relatief grote fluctuaties in aanbod werkzaamheden en inzet personeel (brand- en roetreiniging). Op basis van deze criteria zijn de volgende locatiesoorten als risicovol aangemerkt: 1. horeca (dagelijkse eindreiniging); 2. kamerschoonmaak van hotels; 3. schoonmaak van het openbaar vervoer; 4. bouwschoonmaak (voor oplevering); 5. schoonmaak van slachthuizen. Uit het onderzoek van het Rif Amsterdam blijkt dat bij dit soort bedrijven/locatiesoorten relatief vaak overtredingen worden geconstateerd. De indruk bestaat dat illegale tewerkstelling in de schoonmaak in de Randstad een grotere rol speelt dan in elders in het land. Uit onderzoek van Research voor Beleid naar het arbeidsaanbod in de sector2 blijkt dat het personeelsbestand van schoonmaakbedrijven in het Westen van het land grotendeels uit allochtone werknemers bestaat. Hoe meer je naar het oosten, noorden of zuiden gaat, des te kleiner het aandeel allochtonen wordt. Naast een concentratie van allochtonen in de Randstad is er door de concentratie van kantoorpanden in deze regio ook sprake van een groot aantal schoonmaakobjecten. Naast de reguliere schoonmaak van kantoorgebouwen en dergelijke bestaat er ook nog de industriële schoonmaak. Gesprekspartners zijn van mening dat illegale tewerkstelling hier niet mogelijk is, door: • te hoge veiligheids- en registratie-eisen; • bepaalde vakeisen;
1
Regionaal Interdisciplinair Fraudeteam, Eindrapport project Robby, onderzoek naar de schoonmaakbranche, mei 2000, pag. 27. 2 Research voor Beleid, Het personeelsbestand in de schoonmaak- en glazenwassersbranche, Resultaten van een ‘demografisch’ onderzoek, juni 1999.
Illegale tewerkstelling in de schoonmaak •
55
de aansprakelijkheid van werkgevers voor ongelukken (in bijvoorbeeld de petrochemische reiniging).
Wat nog wel door on- en laaggeschoolden wordt gedaan, is de schoonmaak van laadruimten van tankers die op de werf liggen en met niet-petrochemische grondstoffen waren geladen (grind etc.). Voor een deel lijkt het daarbij volgens gesprekspartners wel te gaan om personen die niet gerechtigd zijn in Nederland te werken. Illegaal tewerkgestelden in de schoonmaak vallen voornamelijk onder de groep permanente arbeidsmigranten. Gesprekspartners noemen vooral de Marokkanen en Turken. Daarnaast werken er ook wel Ghanezen en Nigerianen. Het algemene beeld dat uit de gesprekken naar voren komt, is dat het om een keur aan nationaliteiten gaat.
7.3
Schatting omvang kwalitatieve scan
In Nederland zijn 16 landelijk werkende schoonmaakbedrijven actief.1 Deze 16 bedrijven namen in 1999 47,3% van de omzet in de branche voor hun rekening. Bij hen was ruim de helft (53,6%) van het aantal werknemers in de schoonmaakbranche in dienst. Over het aantal regionale schoonmaakbedrijven zijn geen gegevens voorhanden. Van de lokale schoonmaakbedrijven wordt geschat dat dit er ruim 4.000 zijn. De arbeidsmarktmonitor van Orbis geeft een andere schatting, namelijk één van 3.000 kleinere schoonmaakbedrijfjes in Nederland. De helft daarvan zou zelfs helemaal geen personeel in dienst hebben. In dat geval voert de eigenaar de schoonmaakwerkzaamheden met familie en/of vrienden uit. Over heel 1997 telde de schoonmaaksector 143.000 werknemers met in totaal 160.000 dienstverbanden.2 Bijna twee vijfde van de mensen is werkzaam in het westen van het land. Werken in deeltijd is in de schoonmaak gebruikelijk: 77% werkt 32 uur of minder per week. Een contract voor twaalf uur of minder per week komt het meeste voor (43% van de werknemers). Het eerder gememoreerde onderzoek van het Rif Amsterdam heeft als uitkomst dat van de 472 gecontroleerde werknemers 44% niet de Nederlandse nationaliteit had. Een kwart hiervan bleek niet in Nederland te mogen werken, dit komt overeen met 11% van het totaal. Het ging daarbij om illegalen en asielzoekers. Voor de risicolocaties (zie paragraaf 7.2) lag het percentage illegaal tewerkgestelden op 32,3%. Voor de locaties zonder verhoogd risico bedroeg het percentage overtredingen van de WAV 11,3%.
1
Theo Bisseling , ‘Ook schoonmaakbranche profiteert van economische bloei’, IN: Service Management, april 2000. Research voor Beleid, Het personeelsbestand in de schoonmaak- en glazenwassersbranche, Resultaten van een ‘demografisch’ onderzoek, juni 1999.
2
56
Illegale tewerkstelling in de schoonmaak
Door de bovenstaande gegevens te combineren met de eerdere informatie: • dat illegale tewerkstelling vooral voorkomt bij schoonmaakbedrijven op het lokale niveau (kleine bedrijven); • dat illegale tewerkstelling in de schoonmaaksector vooral voorkomt in de Randstad, en • dat in de schoonmaak veel in deeltijd wordt gewerkt. wordt geschat dat de illegale tewerkstelling in de schoonmaak tussen de 500 en 1.000 arbeidsjaren ligt.1
7.4
Schatting omvang kwantitatieve scan
Tabel 7.1 geeft een overzicht van de verschillende hoge en lage schattingen van de omvang van de illegale tewerkstelling in de schoonmaaksector die op basis van de werkgeversenquête en de analyse van het bestand van de Arbeidsinspectie zijn berekend. De enquête beperkte zich tot bedrijven met minimaal één werknemer en verder tot bedrijven die zich bezighouden met de reiniging van gebouwen, gevelreiniging en glazenwassen. Volgens cijfers van het CBS voldoen in Nederland 3.520 bedrijven aan deze selectiecriteria. Door dit aantal te combineren met de op basis van de enquête berekende percentages (zie hoofdstuk 3), is het aantal ‘WAVovertredende’ bedrijven in te schatten. Dit gegeven gecombineerd met het gemiddeld aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per ‘WAV-overtredend’ bedrijf2 (zie basisgegevens in paragraaf 7.1) levert weer de schatting op voor de hoge en lage schattingen van het aantal personen dat in de schoonmaaksector illegaal tewerk is gesteld. Tabel 7.1
Hoge en lage schattingen omvang illegale tewerkstelling in de schoonmaak
Lage schatting absoluut Lage schatting potentiële overtreders Hoge schatting sector
% Bedrijven Aantal overtredende bedrijven 0,9% 29 1,3% 46 21,7% 764
Aantal personen 129 186 3116
De lage schatting absoluut van het aantal personen dat in de schoonmaaksector illegaal tewerk wordt gesteld ligt op 129, de hoge schatting op 3.116. In de schoonmaak wordt, zoals eerder vermeld, veel in deeltijd gewerkt. Een factor vier verschil tussen het aantal arbeidsjaren en het aantal personen is nog een redelijk ruime norm en levert een hoge schatting van 780 arbeidsjaren op. Een schatting van zo’n 800 arbeidsjaren komt redelijk overeen met de schatting vanuit de kwalitatieve scan.
1
Door het grote aandeel van parttimers in deze sector valt de illegale tewerkstelling in arbeidsjaren relatief laag uit. De controles van de Arbeidsinspectie vinden plaats op locaties. Het gemiddeld aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per overtredend bedrijf, zoals dat op basis van het bestand van de Arbeidsinspectie is berekend, is eigenlijk het aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per schoonmaaklocatie. Er zijn in Nederland meer schoonmaaklocaties dan schoonmaakbedrijven. In de formule moet in dit geval dus eigenlijk het aantal schoonmaaklocaties in Nederland worden gebruikt in plaats van het aantal schoonmaakbedrijven in Nederland. Hierover ontbreken echter gegevens. Bovendien wordt bij de berekening alleen gerekend met de regionale en lokale schoonmaakbedrijven. De grotere schoonmaakbedrijven met duidelijk meerdere schoonmaaklocaties worden buiten beschouwing gelaten omdat meerdere bronnen aangeven dat illegale tewerkstelling hier nauwelijks voorkomt. Hierdoor mag verwacht worden dat het gebruik, in de formule, van het aantal bedrijven in Nederland in plaats van het aantal schoonmaaklocaties in Nederland een geringe onderschatting zal opleveren. 2
57
8
ILLEGALE TEWERKSTELLING IN HET TRANSPORT OVER DE WEG
De aard en omvang van de illegale tewerkstelling in de sector wegtransport komen in dit hoofdstuk aan bod. Achtereenvolgens gaat het weer om: - basisgegevens; - ontwikkelingen op het gebied van (illegale) arbeid; - schatting van omvang van illegale tewerkstelling.
8.1
Basisgegevens
Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven (zaken) % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten % illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio/land van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt
1999 Totaal 1995-1999 75 166 40% 33% 152 272 88% 87% Oost-Europa/Polen Oost-Europa/Polen 5,07
4,97
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
In Nederland zijn volgens het CBS in totaal zo’n 12.500 wegtransportbedrijven. In 1999 zijn in totaal 75 bedrijven door de Arbeidsinspectie bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. In 40% van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. Gemiddeld ging het per bedrijf, dat de WAV overtrad, om 5,07 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten. In totaal werden in 1999 152 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen, waarvan 88% illegaal in Nederland verbleef. De voornaamste regio van herkomst van de illegaal tewerkgestelden is Oost-Europa.
8.2
Ontwikkelingen
Midden jaren negentig begonnen bedrijven gebruik te maken van chauffeurs van buiten de EER. In 1995 is er een regionaal verkennend onderzoek uitgevoerd door de Rijksverkeersinspectie (RVI) naar oneigenlijk gebruik van buitenlandse chauffeurs en overtreding van andere wet- en regelgeving. Naar voren kwam onder meer dat de wet- en regelgeving voor de transportsector zeer complex is, waardoor zowel naleving als handhaving daarvan niet eenvoudig is. Verder werden overtredingen van de CAO en rijtijden geconstateerd. In 1996 startte een landelijk onderzoek van de RVI naar de inzet van buitenlandse chauffeurs en de daarbij gehanteerde constructies. Dit onderzoek leidde ertoe dat in 1998 werd begonnen met een strafrechtelijk onderzoek naar transportondernemingen. Hiervoor hebben de Rijksverkeersinspectie en de Arbeidsinspectie een convenant afgesloten.
58
Illegale tewerkstelling in het transport over de weg
Transportondernemers hebben het idee dat de acties van het RVI en de Arbeidsinspectie het oneigenlijk gebruik van buitenlandse chauffeurs hebben teruggedrongen. De RVI zelf constateert de volgende gevolgen van haar optreden en dat van de Arbeidsinspectie: • bedrijven halen alles uit de kast om legaal te werken (vakopleiding voor chauffeurs opzetten, administratie goed opzetten, premies afdragen); • bedrijven stoppen helemaal met het inzetten van chauffeurs van buiten de EER; • bedrijven gaan failliet (een gering aantal). Daarnaast bestaat er volgens de RVI nog steeds een groep bedrijven die hardnekkig doorgaat met het gebruik van chauffeurs van buiten de EER zonder dat men over een tewerkstellingsvergunning beschikt. Op basis van verschillende onderzoeken valt te concluderen dat het daarbij veelal gaat om bedrijven: • met een zwakke financiële positie (vandaar dat enkele controles zelfs tot faillissementen hebben geleid); • met een incomplete of weinig transparante administratie. Te verwachten valt dat illegale tewerkstelling in de sector voorlopig nog wel zal blijven voortbestaan, mede gezien de krapte op de arbeidsmarkt. Transport en Logistiek Nederland meldt dat er op dit moment met name een tekort is aan ervaren internationale chauffeurs. Uit de conjunctuurenquête van Transport en Logistiek Nederland blijkt dat 36% van de ondervraagde bedrijven één of meer vacatures heeft. Het gaat in totaal om ongeveer 5.500 chauffeurs, waarvan 4.600 voor het internationale vervoer.1
8.3
Schatting omvang illegale tewerkstelling
Tot nu toe zijn er ongeveer 700 Oost-Europese chauffeurs, die illegaal voor Nederlandse bedrijven reden, van de wagen gehaald. De RVI schat dat minimaal 1.200 chauffeurs illegaal tewerk worden gesteld. Maximaal zou het om 2.500 chauffeurs gaan. Aangezien er geen signalen zijn dat het hier om deeltijdfuncties gaat, zijn bovenstaande aantallen direct te vertalen naar arbeidsjaren. Voor het transport over de weg levert het onderzoek een schatting op van tussen de 1.200 en 2.500 arbeidsjaren. In Nederland zijn ongeveer 120.000 personen werkzaam als chauffeurs. Een gedeelte hiervan, 28.000, houdt zich bezig met internationaal transport. De bovenstaande schatting betekent dat tussen de 4% en 9% van de chauffeurs die werkzaam zijn in het internationale transport illegaal tewerk zijn gesteld.
1
Transport en Logistiek Nederland, Info voor Management, Conjunctuurbericht Nederlands beroepsgoederenvervoer e over de weg, 1 kwartaal 2000.
59
9
ILLEGALE TEWERKSTELLING IN DE VLEES- EN VISINDUSTRIE
Dit hoofdstuk gaat over de aard en omvang van de illegale tewerkstelling in de vlees- en visindustrie. Voor zowel de vlees- als de visindustrie wordt aandacht besteed aan achtereenvolgens: - basisgegevens; - ontwikkelingen op het gebied van (illegale) arbeid; - schatting van omvang van illegale tewerkstelling.
9.1
Vleesindustrie
9.1.1
Basisgegevens
Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven (zaken) % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten % illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt
1999 56 16% 28 79% Midden-Oosten
Totaal 1995-1999 169 17% 133 86% Oost-Europa
3,13
4,63
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
Volgens de gegevens van het CBS behoren in Nederland in totaal een kleine 800 bedrijven tot de vleesindustrie. In 1999 heeft de Arbeidsinspectie 56 bedrijven bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. In 16% van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. Gemiddeld ging het per bedrijf, dat de WAV overtrad, om 3,13 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten. In totaal werden in 1999 28 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen, waarvan 78% illegaal in Nederland verbleef. De voornaamste regio van herkomst van de illegaal tewerkgestelden in de vleesindustrie was in 1999 het Midden-Oosten (over de periode 1995-1999 was dat Oost-Europa).
9.1.2
Ontwikkelingen
Werkgevers in de vleesindustrie hebben problemen met het werven en behouden van goed personeel. Om die reden maken ze steeds meer gebruik van inleenkrachten. Daarnaast nemen ze de toevlucht tot werknemers van buiten de EER. In dit verband wordt vooral gewezen op werknemers met de Turkse, Marokkaanse of Poolse nationaliteit.
60
Illegale tewerkstelling in de vlees- en visindustrie
De vleesindustrie is onder te verdelen in drie subsectoren: 1. slachterijen; 2. vleesverwerkende bedrijven; 3. vleesbewerkende bedrijven. De interviews leveren op dat illegale tewerkstelling in alle drie subsectoren voorkomt. De gesprekspartners wijzen er wel op dat de omvang van de illegale tewerkstelling bij de slachterijen en vleesverwerkende bedrijven groter is dan bij de vleesbewerkende bedrijven. Dit heeft twee redenen: - Het werk in de slachterijen en vleesverwerkende bedrijven is zwaarder en vuiler dan het werk in de vleesbewerkende bedrijven. - Een vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie geeft verder aan dat vleesbewerkende bedrijven meer direct rekening moeten houden met het imago bij de klant. Naast het soort bedrijf is het soort vlees dat een bedrijf slacht, verwerkt of bewerkt van invloed op illegale tewerkstelling. Illegale tewerkstelling komt meer voor bij varkensslachterijen dan bij kalverslachterijen. Redenen daarvoor zijn: - Het slachten van kalveren vereist het meeste vakmanschap. Het is complexer en eist meer mesvaardigheid dan het slachten van bijvoorbeeld varkens. - Daar komt nog bij dat, door de geringe differentiatie en eenvoudige anatomie van varkens, varkensslachterijen meer gemechaniseerd en geautomatiseerd zijn dan runder- en kalverslachterijen. Gesprekspartners stellen dat illegale arbeid vooral voorkomt bij de eenvoudige taken binnen een bedrijf. Naast arbeidsmarktontwikkelingen zijn er nog twee - meer sectorinhoudelijke – ontwikkelingen van invloed op de omvang van illegale tewerkstelling in de vleesindustrie: - Allereerst blijft naar verwachting van de geïnterviewden ook in de toekomst een groot deel van de werkzaamheden handwerk blijft; dit ondanks verder automatisering en mechanisering. - Een andere belangrijke ontwikkeling is dat bedrijven steeds meer productbewerkingen uitvoeren. Zo gebeurt het 'winkelklaar' maken van vlees nu al in slachterijen. Aan de ene kant vraagt deze toename van productbewerkingen om meer vleeskennis van de medewerkers. Aan de andere kant ontstaan hierdoor ook relatief eenvoudige functies, zoals het inpakken van vlees. Dat vergroot de mogelijkheden vreemdelingen illegaal te werk te stellen. In de sector is, zoals reeds vermeld, een groot aantal inleenkrachten werkzaam. Volgens een gesprekspartner worden inleenkrachten veelal ingezet voor het vuile en zware werk. Er zijn verschillende soorten inleenkrachten, de zelfstandigen1 en inleenkrachten die via een inleenbedrijf werken. De sector kent een paar grote inleenbedrijven. Een vertegenwoordiger van één van deze bedrijven geeft aan dat zij de documenten van de werknemers grondig
1
Dit zijn de zogenaamde z.z.p.’ers (zelfstandigen zonder personeel). Deze mensen kunnen als zelfstandige meer verdienen dan wanneer ze bij een bedrijf in dienst zijn. Slachterijen gaan graag in zee met deze mensen omdat het hun de mogelijkheid biedt om het risico van arbeidsongeschiktheid af te wentelen op de zelfstandigen.
Illegale tewerkstelling in de vlees- en visindustrie
61
controleren. Toch moet ook hij constateren dat er af en toe iemand doorheen glipt. Voor de grotere inleenbedrijven is het nog mogelijk om in redelijke mate controle uit te oefenen. Voor kleinere bedrijven is dat lastiger omdat de overhead hiervan harder drukt op de totale kosten. De conclusie is dat illegale tewerkstelling via inleenbedrijven meer voorkomt bij de middelgrote en kleine inleenbedrijven dan bij de grote inleenbedrijven. Er wordt ook steeds meer ingeleend vanuit het buitenland. Bedrijven uit Frankrijk, België en Duitsland zijn actief op de Nederlandse markt. Hierdoor is de situatie alleen maar ondoorzichtiger geworden en de kans op illegale tewerkstelling toegenomen.
9.1.3
Schatting omvang illegale tewerkstelling
Illegale tewerkstelling in de vleessector voltrekt zich voornamelijk via inleenbedrijven en, in mindere mate, direct bij de bedrijven. Om tot een schatting te komen van de omvang van de illegale tewerkstelling wordt eerst gekeken naar de werkgelegenheid in de sector (zie tabel 9.1). Tabel 9.1
Werkgelegenheid per branche in de niet-primaire sectoren, 1997 en 1998
Werkgelegenheid per branche in de niet-primaire sectoren
1997
1998
Veehandel
4.323
4.451
Slachterij Be- en verwerkende industrie
10.083 16.420
11.492 16.693
Groothandel Detailhandel Vers-vleesafdelingen supermarkten Totaal
9.530 20.272 10.034 70.662
10.703 20.414 10.433 74.186
Bron: EIM, Werkgelegenheidsmonitor vee- en vleessectoren, januari 1998
In de slachterijen, vleesbewerkende en -verwerkende industrie zijn in totaal 28.185 personen werkzaam (peiljaar 1998). De bedrijven in de niet-primaire sectoren hadden eind 1998 gezamenlijk ruim 3.500 openstaande vacatures, waarvan 40% bij de slachterijen en 26% bij de be- en verwerkende industrie was aan te treffen. Een rapport over de evaluatie van de WAV in de sector meldt dat in de vleesverwerkende industrie 11.000 mensen werkzaam zijn in vaste dienst en 2.000 mensen als inleenkracht.1 In alle drie deelsectoren tezamen zijn 4.000 geregistreerde inleenkrachten werkzaam. Het aantal werknemers werkzaam als inleenkracht is een belangrijke indicatie voor de omvang van de illegale tewerkstelling in de sector.
1
Deze gegevens zijn afkomstig van de Centrale Organisatie in de Vleessector (COV).
62
Illegale tewerkstelling in de vlees- en visindustrie
Een schatting van minimaal 100 arbeidsjaren tot maximaal 1.000 arbeidsjaren wordt door alle gesprekspartners als reëel beschouwd. Ze geven aan dat 100 arbeidsjaren zeker gehaald wordt en 1.000 het maximum is gezien de omvang van de sector en de omvang van de groep inleenkrachten.
9.2
Visindustrie
9.2.1
Basisgegevens
Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven (zaken) % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten % illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt
1999 15 0% 0 0%
Totaal 1995-1999 29 7% 2 50% Afrika 0,99
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
In Nederland behoren volgens de gegevens van het CBS in totaal 150 bedrijven tot de visindustrie. In 1999 zijn in totaal 15 bedrijven door de Arbeidsinspectie bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. Het onderzoeksteam heeft geen aanwijzingen gevonden dat illegale tewerkstelling in de visindustrie een wijdverbreid fenomeen is. Gesprekspartners geven aan dat het in de sector om een beperkt aantal grotere bedrijven gaat en voor de rest om kleinere familiebedrijven. Zoals de basisgegevens laten zien is er bij controle van vijftien bedrijven in 1999 geen enkele overtreding van de WAV geconstateerd. Over de periode 1995-1999 werden bij 29 gecontroleerde bedrijven in totaal twee illegaal tewerkgestelden aangetroffen. Er kan dan ook van worden uitgegaan dat illegale tewerkstelling in de visindustrie, als het al voorkomt, slechts een marginaal verschijnsel is.
63
10
ILLEGALE TEWERKSTELLING BINNENVAART
IN
DE
INTERNATIONALE
Dit hoofdstuk gaat in op de aard en omvang van de illegale tewerkstelling in de internationale binnenvaart. Achtereenvolgens wordt weer aandacht besteed aan: - basisgegevens; - ontwikkelingen op het gebied van (illegale) arbeid; - schatting van omvang van illegale tewerkstelling.
10.1
Basisgegevens
Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven (zaken) % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten % illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt
1999 54 20% 15 87% Noord-Afrika
Totaal 1995-1999 99 19% 28 93% Noord-Afrika
1,39
1,49
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
In Nederland behoren volgens het CBS in totaal ruim 3.900 bedrijven tot de internationale binnenvaart. In 1999 zijn in totaal 54 bedrijven door de Arbeidsinspectie bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. In een vijfde van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. Gemiddeld ging het per bedrijf, dat de WAV overtrad, om 1,39 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten. In totaal werden in 1999 15 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen, waarvan 87% illegaal in Nederland verbleef. De voornaamste regio van herkomst van de illegaal tewerkgestelden is Noord-Afrika.
10.2
Ontwikkelingen
Door de invoering van de WAV, per 1 september 1995, dienen werkgevers in de internationale binnenvaart indien zij vreemdelingen tewerkstellen te beschikken over een tewerkstellingsvergunning. Voor de invoering van de WAV waren er al contacten met Tsjechië, Hongarije en Slowakije om tekorten aan personeel, voornamelijk matrozen, op te lossen. Na de invoering van de WAV is het niet meer toegestaan deze vreemdelingen in te zetten zonder tewerkstellingsvergunning. Vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties geven aan dat deze consequentie van de invoering van de WAV onder de werkgevers in de internationale binnenvaart in het begin vrij onbekend was.
64
Illegale tewerkstelling in de internationale binnenvaart
Dat verklaart volgens hen het gering aantal aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning in de beginperiode. De sociale partners1 hebben in 1997 een convenant afgesloten ten einde de legale inzet van matrozen van buiten de EER te bevorderen en te bevorderen dat meer prioriteit genietend aanbod beschikbaar komt. Door een uitzendbureau is een poging ondernomen om Tsjechische matrozen in Nederland tewerk te stellen. In dat kader hebben twee Tsjechische uitzendbureaus in 1996 voor ongeveer 300 Tsjechische matrozen tewerkstellingsvergunningen aangevraagd.2 Deze vergunningen zijn niet verstrekt. Dit heeft tot een rechtszaak geleid, die uiteindelijk in 1999 in hoger beroep is beslist. De uitkomst van de juridische procedure was dat Arbeidsvoorziening juist heeft gehandeld door geen tewerkstellingsvergunningen te verlenen aan de twee Tsjechische uitzendbureaus. De zaak die de Tsjechische uitzendbureaus hebben aangespannen tegen Arbeidsvoorziening vanwege de weigering vergunningen te verstrekken, heeft ertoe geleid dat slechts weinig werkgevers in 1998 een tewerkstellingsvergunning hebben aangevraagd. Ze hebben gewacht op de uitslag van de rechtszaak.3 Een gedeelte van de Nederlandse werkgevers vraagt nu individueel tewerkstellingsvergunningen aan bij Arbeidsvoorziening. In het begin was Arbeidsvoorziening terughoudend bij het verstrekken van de tewerkstellingsvergunningen. Volgens de werkgeversorganisaties bestaan hierover tegenwoordig afspraken. Arbeidsvoorziening erkent nu ook dat in de binnenvaart geen legaal aanbod meer is en verstrekt daarom vaker dan voorheen tewerkstellingsvergunningen. Het gaat in deze sector om schippers die actief zijn op de Rijnvaart. Het werk op de Rijnvaart is geen ongeschoold werk. De matroos moet over bepaalde diploma’s beschikken. Dit maakt dat niet al het illegale aanbod geschikt is om op de Rijnvaart te werken. Doordat de diploma’s van Tsjechische matrozen in Nederland worden erkend en er, zoals hierboven reeds vermeld, in 1996 een uitzendbureau actief was dat Tsjechische matrozen aanbood, maken schippers vooral gebruik van deze groep vreemdelingen. In de terminologie van het schema over het illegale aanbod (zie paragraaf 2.2 en bijlage 1) gaat het om tijdelijke arbeidsmigranten.
1
Hiermee worden de volgende organisaties bedoeld: Centraal Bureau voor de Rijn- en binnenvaart; Christelijke bond van ondernemers in de binnenvaart; Vereniging van sleep- en duwbooteigenaren 'Rijn en IJssel'; Nederlandsch Binnenvaartbureau; Vervoersbond van de Federatie Nederlandse Vakbeweging; Vervoersbond van het Christelijke Nationale Vakverbond en Arbeidsvoorziening Nederland. 2 De algemene directie van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, Jaarverslag uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 1998, juni 1999. 3 Idem.
Illegale tewerkstelling in de internationale binnenvaart
10.3
65
Schatting omvang illegale tewerkstelling
In 1999 zijn er tot en met het derde kwartaal 82 tewerkstellingsvergunningen afgeven voor matrozen in de binnenvaart. Vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties schatten dat één op de vijf werkgevers die gebruik maken van vreemdelingen van buiten de EER één of meer tewerkstellingsvergunningen aanvraagt. In totaal zou het dan moeten gaan om ongeveer 400 personen illegaal tewerkgestelden (en om 400 arbeidsjaren, ervan uitgaande dat één persoon overeenkomt met 1 fte).
66
Illegale tewerkstelling in de internationale binnenvaart
67
11
ILLEGALE TEWERKSTELLING IN DE CONFECTIE
Dit hoofdstuk beschrijft aard en omvang van de illegale tewerkstelling in de sector confectie. Achtereenvolgens komen aan de orde: - basisgegevens; - ontwikkelingen op het gebied van (illegale) arbeid; - schatting van omvang van illegale tewerkstelling.
11.1
Basisgegevens
Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven (zaken) % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten % illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt
1999 56 14% 12 67% Oost-Europa
Totaal 1995-1999 447 30% 717 66% Azië
1,53
5,35
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
Volgens het CBS telt Nederland in totaal zo’n 3.300 confectiebedrijven. In 1999 zijn 56 bedrijven door de Arbeidsinspectie bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. In 14% van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. Gemiddeld ging het per bedrijf, dat de WAV overtrad, om 1,53 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten. In totaal werden in 1999 12 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen, waarvan tweederde (67%) illegaal in Nederland verbleef. De voornaamste regio van herkomst van de illegaal tewerkgestelden was in 1999 Oost-Europa (over de periode 1995-1999 was dat Azië / Turkije).
11.2
Ontwikkelingen
De confectie was voorheen een sector waarin veel illegale tewerkstelling voorkwam. Deze concentreerde zich voornamelijk in Amsterdam, waar veel illegale confectieateliers actief waren. Gesprekspartners geven aan dat het momenteel relatief ‘rustig’ is in deze sector. De in paragraaf 12.1 gepresenteerde cijfers bevestigen dit beeld. Begin jaren negentig was de omvang van de illegale tewerkstelling in deze sector op zijn top. In die periode zouden er in Nederland 12.000 personen1 illegale arbeid verrichten alleen al in
1
A. Zorlu en F. Reil, ‘De Amsterdamse confectie-industrie’, IN: Economisch Statistische Berichten, 8 oktober 1997; S. Raes, Naaiateliers van migranten in Amsterdam, maart 2000.
68
Illegale tewerkstelling in de confectie
de Amsterdamse confectiesector. Daarvan was 80% afkomstig uit Turkije, de rest bestond uit personen uit andere ontwikkelingslanden, voornamelijk Egyptenaren, Ghanezen en Marokkanen. De rekrutering van arbeid verliep gemakkelijk via koffiehuizen en in mindere mate slagerijen en kruideniers, die als informatiecentra en ‘arbeidsbureaus’ fungeerden.1 Uit publicaties komt naar voren dat van alle ateliers in Nederland ongeveer tweederde in Amsterdam was gevestigd.2 De rest was voor een belangrijk deel geconcentreerd in de Rijnmond, Twente en Brabant. Na 1992 begon de sector langzaam af te takelen. Oorzaak hiervan was in de eerste plaats de mogelijkheid voor nieuwe productielocaties in de voormalige Oostbloklanden (zoals Polen, de Oekraïne, Slowakije en de Baltische staten). Vooral de Wet ketenaansprakelijkheid, die de opdrachtgever verantwoordelijk stelt voor de informele praktijken van de producenten, zorgde voor een vlucht naar lagelonenlanden. De uitvoering van de wet werd nog eens kracht bijgezet door de intensieve controles van het Confectie Interventie Team (CIT).3 Alle illegale confectieateliers werden door het CIT bezocht (sommige meermaals). Later werden ook Turkse koffiehuizen door het CIT gecontroleerd. Een massale uittocht, zowel vrijwillig als onder dwang van Justitie, was het gevolg. De gegevens afkomstig uit het bestand van de Arbeidsinspectie bevestigen deze ontwikkeling (zie paragraaf 11.1). Door het gecombineerde effect van de nieuwe wet en de intensieve controles kwamen veel illegalen zonder werk te zitten. Een belangrijk deel van de illegale arbeiders was bovendien te kenschetsen als tijdelijke arbeidsmigrant. Vooral Turkse jongeren gingen tijdelijk geld verdienen of ‘aan het leven in Nederland ruiken’ om vervolgens na een maand of drie weer naar Turkije terug te keren. Uit onderzoek van het Institute for Migration and Etnic Studies blijkt dat sommige Turkse ondernemers hun bedrijf naar Turkije hebben teruggehaald en van daaruit kleding vervaardigen voor de Nederlandse confectie-industrie. Het belangrijkste gevolg van de acties van het CIT is dat de illegale confectieateliers op dit moment grotendeels uit Amsterdam zijn verdwenen. Momenteel zouden illegaal in Nederland verkerende gastarbeiders in de Amsterdamse confectiesector nauwelijks nog een baan vinden. Eén gesprekspartner merkt op dat hij signalen heeft opgevangen dat het CIT nog wel nodig is om de druk op de ketel te houden. Bij de handhavende instanties bestaat de indruk dat de situatie in de confectie-industrie onder controle is. Gesprekspartners geven wel aan dat de productie voor een gedeelte is verplaatst naar andere steden binnen en naar gebieden buiten de Randstad. In die regio’s is (op dit moment) minder aandacht voor de confectie.
1
De vertegenwoordigers van handhavinginstellingen geven in de interviews aan dat informele netwerken (met name van Turken) nog steeds een belangrijke rol spelen bij de organisatie van illegale arbeid in sectoren als de land- en tuinbouw. Uit de studie van Engbersen e.a. De ongekende stad 2, inbedding en uitsluiting van illegale vreemdelingen, komt een vergelijkbaar beeld naar voren. 2 A. Zorlu en F. Reil, ‘De Amsterdamse confectie-industrie’, IN: Economisch Statistische Berichten, 8 oktober 1997; S. Raes, Naaiateliers van migranten in Amsterdam, maart 2000. 3 Het CIT is een samenwerkingsverband van het GAK, de vreemdelingenpolitie, de Belastingdienst, het GEB en de Arbeidsinspectie.
Illegale tewerkstelling in de confectie
11.3
69
Schatting omvang illegale tewerkstelling
Uit de interviews kan worden opgemaakt dat illegale tewerkstelling in de confectie-industrie tegenwoordig nog maar op beperkte schaal voorkomt. De arbeidsreserve van 12.000 personen die begin jaren negentig in Nederland verbleven, is voor een gedeelte het land uitgezet of vrijwillig vertrokken. In 1999 zijn bij controles van de Arbeidsinspectie in totaal nog maar 12 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen. Ervan uitgaande dat er nog wel enige illegale tewerkstelling in deze sector voorkomt, wordt een aantal van 100 arbeidsjaren meegenomen in het onderzoek.
70
Illegale tewerkstelling in de confectie
71
12
ILLEGALE TEWERKSTELLING IN DE METAAL
In dit hoofdstuk is het de beurt voor aard en omvang van de illegale tewerkstelling in de metaalsector. Achtereenvolgens zijn aan de orde: - basisgegevens; - ontwikkelingen op het gebied van (illegale) arbeid; - schatting van omvang van illegale tewerkstelling.
12.1
Basisgegevens
Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten % illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt
1999 28 4% 2 0% Noord-Afrika
Totaal 1995-1999 121 13% 45 64% Azië
1,79
2,86
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
Het CBS telt in de metaal in totaal ruim 7.300 bedrijven. In 1999 zijn 28 bedrijven door de Arbeidsinspectie bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. In 4% van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. In totaal ging het in 1999 om twee illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten.
12.2
Ontwikkelingen
In een onderzoek naar las- en constructiebedrijven concludeert het Regionaal Interdisciplinair Fraudeteam Rotterdam eveneens dat de kwalificaties voor lassers de instroom van illegaal tewerkgestelden bemoeilijken.1 Men voegt wel toe dat het voor een onderneming relatief eenvoudig is te bemiddelen tussen lassers en afnemers van lasdiensten. De recente afschaffing van het vergunningsstelsel voor uitzendbureaus betekent een positieve impuls voor deze vorm van bemiddeling. Een gesprekspartner merkt verder op dat landen, die voorheen veel zware metaalindustrie hadden (zoals Joegoslavië) nu mensen leveren voor de metaal.
1
Regionaal Interdisciplinair Fraudeteam Rotterdam, Preventie Lasco, december 1999.
72
12.3
Illegale tewerkstelling in de metaal
Schatting omvang illegale tewerkstelling
Het eerder gememoreerde Rif-onderzoek laat zien dat er redenen zijn voor las- en constructiebedrijven om te frauderen en dat dit ook gebeurt. Dit hoeft echter nog niet te betekenen dat er sprake is van illegale tewerkstelling. Werkgevers in de metaalsector maken geen melding van illegale tewerkstelling. De handhavende instanties, met name de Arbeidsinspectie, beschikken nog over onvoldoende informatie om aan te kunnen geven of in deze sector illegale tewerkstelling op enige schaal plaatsvindt. In 1999 heeft de Arbeidsinspectie bij controles, zoals reeds in paragraaf 12.1 vermeld, in totaal 2 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen. Er wordt vooralsnog vanuit gegaan dat illegale tewerkstelling in de metaal niet of nauwelijks voorkomt.
73
13
ILLEGALE TEWERKSTELLING IN DISTRIBUTIEBEDRIJVEN EN SPREIGROEPEN
Dit hoofdstuk gaat in op aard en omvang van de illegale tewerkstelling in de sector distributiebedrijven en spreigroepen. Achtereenvolgens komen aan de orde: - ontwikkelingen op het gebied van (illegale) arbeid; - schatting van omvang van illegale tewerkstelling. Een schema met basisgegevens is niet opgenomen, omdat deze voor deze specifieke sector niet uit het bestand van de Arbeidsinspectie zijn te halen.
13.1
Ontwikkelingen
Globaal gezien zijn in deze sector twee subsectoren te onderscheiden: 1) de krantenbezorging en 2) de bezorging van drukwerk, huis-aan-huis-bladen en tijdschriften (spreigroepen). Een cruciaal aspect van de krantenbezorging is de relatief korte tijdspanne waarin de bezorging moet plaats vinden. Het gevolg hiervan is dat een groot aantal mensen nodig is die ieder een relatief kleine hoeveelheid werk verrichten. De spreigroepen hebben minder met de factor tijd te maken en kunnen daardoor met een kleiner aantal mensen een grotere hoeveelheid stukken verspreiden. De Arbeidsinspectie heeft vastgesteld dat illegale tewerkstelling bij de dagbladbezorging voorkomt. Het zou daarbij voornamelijk gaan om asielzoekers. Vanuit het veld wordt bevestigd dat men asielzoekers inzet. De betrokkenen geven dan ook aan dat illegale tewerkstelling zich vooral voordoet in de stedelijke gebieden en mogelijk in de buurt van asielzoekerscentra. In de stedelijke gebieden hebben scholieren - de groep waaronder deze sector traditioneel veel personeel werft momenteel meer mogelijkheden om andere bijbaantje te nemen dan krantenbezorger. Door de krapte op de arbeidsmarkt is het traditionele aanbod van scholieren behoorlijk afgeroomd. In de minder stedelijke gebieden is het aanbod van reguliere krantbezorgers nog wel redelijk op peil. In de stedelijke gemeenten zijn in de bezorging sowieso veel allochtonen werkzaam. Daarvan is het moeilijk op het eerste gezicht aan te geven of het om illegale tewerkstelling gaat. Wel kan het betrokken concern natuurlijk op individueel niveau nagaan of men in Nederland te werk mag worden gesteld. Eén en ander is ook nodig om de leeftijd van bezorgers te bepalen. Het is echter de vraag of een agentschap dat moeilijk aan bezorgers kan komen deze papieren altijd even goed bestudeert.
74
13.2
Illegale tewerkstelling in distributiebedrijven en spreigroepen
Schatting omvang illegale tewerkstelling
Het aantal dagbladbezorgers in Nederland werd altijd geschat op zo’n 40.000. Momenteel ligt dit aantal lager omdat, vanwege de krapte op de arbeidsmarkt, gezocht is naar methoden om de efficiëntie te vergroten (bijvoorbeeld door het combineren van wijken en verschillende kranten). Doordat het lopen van een krantenwijk maar één uur tot twee uur in beslag neemt, is het aantal arbeidsjaren dat wordt vertegenwoordigd door ruim 30.000 bezorgers relatief gezien geringer, namelijk minder dan 10.000 arbeidsjaren. Het tekort aan dagbladbezorgers is lang niet overal in het land even groot. Vervolgens is illegale tewerkstelling één van de oplossingen die wordt gekozen om aan bezorgers te komen. Daarnaast worden er bijvoorbeeld ook wel kinderen ingezet die nog niet mogen werken op basis van hun leeftijd. Hieruit is af te leiden dat het slechts bij een klein gedeelte van de bezorgers lijkt te gaan om illegale tewerkstelling. Met zekerheid is hierover echter niets te zeggen om de gesprekspartners geen schatting kunnen maken. Over de distributiebedrijven belast met de verspreiding van drukwerk, huis-aan-huis-bladen en tijdschriften zijn weinig gegevens voorhanden. Doordat binnen de BIK1 de spreigroepen en verspreidingsbureaus vallen onder een zogenoemde restcode, is het niet mogelijk een totaalbeeld te vormen van de omvang van deze branche. Ook op basis van andere informatiebronnen is de totale omvang niet te bepalen. In grote lijnen zal voor deze bedrijven hetzelfde gelden als voor de dagbladbezorging. Een belangrijk verschil is echter dat, zoals eerder vermeld, tijdsdruk een minder grote rol speelt en dat de bezorging over de hele dag verspreid mogelijk is. Daardoor valt beter scholieren in te zetten. De conclusie luidt dat illegale tewerkstelling bij distributiebedrijven en spreigroepen zeker voorkomt maar slechts om een gering aantal arbeidsjaren gaat.
1
De afkorting BIK staat voor Bedrijfsindeling Kamer van Koophandel en Fabrieken.
75
14
ILLEGALE TEWERKSTELLING IN DE DETAILHANDEL EN GROOTHANDEL
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aard en omvang van de illegale tewerkstelling in de sector detail- en groothandel. Achtereenvolgens komen aan de orde: - basisgegevens; - ontwikkelingen op het gebied van (illegale) arbeid; - schatting van omvang van illegale tewerkstelling.
14.1
Basisgegevens
Detailhandel Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven (zaken) % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten % illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt
1999 325 15% 88 51% Azië
Totaal 1995-1999 860 21% 316 67% Azië
1,81
1,75
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
De detailhandel in Nederland telt een kleine 90.000 bedrijven. In 1999 zijn in totaal 325 bedrijven door de Arbeidsinspectie bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. In 15% van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. Gemiddeld ging het per bedrijf, dat de WAV overtrad, om 1,81 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten. In totaal werden in 1999 88 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen, waarvan de helft (51%) illegaal in Nederland verbleef. De voornaamste regio van herkomst van de illegaal tewerkgestelden is Azië. Groothandel Basisgegevens Arbeidsinspectie Aantal bezochte bedrijven (zaken) % overtreding WAV Aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten %illegaal verblijvende arbeidskrachten Voornaamste regio van herkomst illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Gemiddeld aantal illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten per bedrijf dat de WAV overtreedt Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
1999 341 17% 152 76% Oost-Europa
Totaal 1995-1999 1359 18% 860 83% Oost-Europa
2,62
3,52
76
Illegale tewerkstelling in de detailhandel en groothandel
In de groothandel gaat het volgens het CBS om ruim 50.000 bedrijven. In 1999 zijn in totaal 341 bedrijven door de Arbeidsinspectie bezocht in het kader van de handhaving van de WAV. In 17% van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. Gemiddeld ging het per bedrijf, dat de WAV overtrad, om 2,62 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten. In totaal werden in genoemde periode 152 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen, waarvan driekwart (76%) illegaal in Nederland verbleef. De voornaamste regio van herkomst van de illegaal tewerkgestelden is Oost-Europa.
14.2
Ontwikkelingen
De omvang van de illegale tewerkstelling in beide sectoren is vergelijkbaar (zie de basisgegevens in paragraaf 14.1). Bij de detailhandel is in 1999 bij 15% van de 325 controles een overtreding van de WAV geconstateerd en bij de groothandel bij 17% van de 341 controles. Het aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelden verschilt echter nogal. Bij de detailhandel ging het in 1999 om 88 personen en bij de groothandel om 152 personen. Bij de groothandel worden per ‘WAV-overtredend’ bedrijf gemiddeld dus meer illegaal tewerkgestelden aangetroffen dan bij de detailhandel (in 1999 respectievelijk 2,62 en 1,81). Een belangrijk verschil tussen beide sectoren is de zichtbaarheid van het werk. In de detailhandel moeten werknemers vaak klanten te woord staan en bedienen. Bij de groothandel speelt dit ook, maar in mindere mate. Bovendien gaat het daar vaak om een beperktere groep klanten. De veelvuldige klantencontacten in de detailhandel maken dat niet alle functies even makkelijk door middel van illegale tewerkstelling kunnen worden vervuld. Illegale tewerkstelling komt voor in de detailhandel en groothandel. Daaraan valt op basis van de bovenstaande gegevens niet te twijfelen. De Arbeidsinspectie meldt dat illegale tewerkstelling in de detailhandel zich voornamelijk voordoet bij allochtone ondernemers. Daarbij valt te denken aan allochtone bakkers en andere winkels. Deze bedrijven zijn veelal in buurten gevestigd waar veel allochtonen wonen. Het werk in de groothandel vergt voor een deel enige kennis over het product maar bestaat voor een ander deel uit eenvoudig productiewerk, bijvoorbeeld het laden en lossen van vrachtwagens, bestellingen klaarmaken etc. De combinatie van laag kennisniveau en redelijk grote onzichtbaarheid maakt dat illegale tewerkstelling zich bij uitstek leent voor dit soort werkzaamheden.
14.3
Schatting omvang illegale tewerkstelling
De gesprekspartners kunnen de omvang van de illegale tewerkstelling in de detailhandel en groothandel moeilijk inschatten. De betreffende sectoren zijn behoorlijk diffuus. Er zijn met name geen cijfers over de aantallen bedrijven met een typisch allochtoon karakter. Dit bemoeilijkt vorming van een totaalbeeld. Op basis van de interviews is het dan ook niet mogelijk een bruikbare schatting te maken. Het is daarom alleen goed mogelijk een lage schatting vast te stellen. Daarvoor is teruggegrepen op de gegevens van de Arbeidsinspectie (zie paragraaf 14.1). Van de 140.000
Illegale tewerkstelling in de detailhandel en groothandel
77
bedrijven in de detailhandel en groothandel samen zijn er in 1999 slechts 666 bezocht. Gezien het bovenstaande kan er echter niet vanuit worden gegaan dat het aantal arbeidsjaren illegale tewerkstelling in de overige bedrijven even hoog is als in de door de Arbeidsinspectie bezochte bedrijven. Een preciezere schatting dan 240 arbeidsjaren is gezien de omstandigheden dan ook niet te maken. Zoals al eerder opgemerkt, zijn in 1999 bij controles van de Arbeidsinspectie 88 illegaal tewerkgestelden in de detailhandel aangetroffen, in de sector groothandel waren dit er 152. Aangezien de werkzaamheden die in deze sectoren worden verricht meestal van structurele aard zijn, kunnen deze aantallen direct worden vertaald naar arbeidsjaren (88 arbeidsjaren in de detailhandel en 152 arbeidsjaren in de groothandel). Dit betekent dat in de detail- en groothandel in ieder geval 240 arbeidsjaren door illegale tewerkstelling worden vervuld.
78
Illegale tewerkstelling in de detailhandel en groothandel
BIJLAGE 1 SCHEMATISCHE WEERGAVE SAMENSTELLING POTENTIEEL AAN LEGAAL EN ILLEGAAL AANBOD
80
Illegale tewerkstelling in de detailhandel en groothandel
81
BIJLAGE 2 OPZET EN RESPONSVERANTWOORDING ENQUETE Opzet enquête In het kader van het onderzoek naar de illegale tewerkstelling is een telefonische enquête gehouden onder werkgevers in een viertal sectoren, te weten: - land- en tuinbouw; - bouwnijverheid; - horeca; - schoonmaak. Ten behoeve van de enquête is een steekproefbestand samengesteld van in totaal 6.000 werkgevers. Daarbij is gebruik gemaakt van gegevens van drie verschillende bestandsleveranciers. In tabel B2.1 wordt de samenstelling van de steekproef naar sector weergegeven. Tabel B2.1 Samenstelling van de steekproef naar sector Aantal bedrijven in steekproef
Bestandsleverancier
3.000 500 1.500 1.000 6.000
GUO Directview *) Bedrijfschap Horeca en Catering Directview *)
Land- en tuinbouw Bouwnijverheid Horeca Schoonmaak Totaal
*) Directview is een commerciële bestandsleverancier die haar bestanden opstelt aan de hand van de Gouden Gids.
Respons Een vijfde van de bedrijven in de bruto steekproef van 6.000 kon niet worden bereikt vanwege een onjuist adres, een onjuist telefoonnummer etc. Tabel B2.2 geeft inzicht in de gerealiseerde respons in totaal en uitgesplitst naar de verschillende sectoren. Tabel B2.2 Respons per sector Land- en
Schoonmaak
Horeca
Bouw
Totaal
tuinbouw Aantal Aantal benaderde bedrijven Telefoonnummer onjuist etc. Netto steekproef
% Aantal
% Aantal
% Aantal
3.000 100% 1.000 100% 1.500 100% 765
26%
2235 100%
148
15%
185
12%
% Aantal
%
500 100% 6.000 100% 26
5% 1124
19%
852 100% 1315 100%
474 100% 4876 100%
Weigeringen
854
38%
327
38%
558
42%
228
49% 1967
40%
Telefonisch niet bereikbaar, na vijf benaderingen
494
22%
208
24%
377
29%
82
18% 1161
24%
Respons
887
40%
317
37%
380
29%
164
34% 1748
36%
Van de netto steekproef van 4.876 bedrijven weigerde 40% aan het onderzoek mee te werken. Als reden hiervoor werd met name opgegeven dat men geen tijd of geen zin had. Een iets lager percentage bedrijven (36%) heeft meegewerkt aan het onderzoek. De ervaring leert dat
82
Bijlage 2 Opzet en responsverantwoording enquête
een respons van 36% normaal is. Gezien de gevoeligheid van het onderwerp kan zelfs gesproken worden van een relatief hoge respons. De responspercentages verschillen nogal per sector. De hoogste respons werd gerealiseerd in de sector land- en tuinbouw (40%) de laagste in de sector horeca (29%). Om de resultaten van de enquête op hun waarde te kunnen schatten is het noodzakelijk te controleren of de groep die niet heeft meegewerkt aan het onderzoek niet te veel afwijkt van de groep die wel heeft meegewerkt. Het vergelijken van deze twee groepen kan slechts op een beperkt aantal kenmerken gebeuren, aangezien voor de groep bedrijven die niet heeft meegewerkt aan het onderzoek alleen de gegevens uit het steekproefbestand beschikbaar zijn. Doordat van verschillende bestandsleveranciers gebruik is gemaakt, verschillen de gegevens per geleverd bestand. Hieronder wordt voor de sectoren land- en tuinbouw en horeca een vergelijking gemaakt naar soort bedrijven. De schoonmaak en de bouwnijverheid worden vergeleken op grootteklasse. Land- en tuinbouw Tabel B2.3 toont de verdeling van de respons en het percentage weigeringen naar type bedrijf binnen de land- en tuinbouw. Geconcludeerd kan worden dat de respons redelijk verdeeld is over deze bedrijfstakken. Tabel B2.3 Respons bedrijfstakken land- en tuinbouw Bedrijfstak Tuinbouw Open grond teeltbedrijven Bloembollenbedrijven Boomkwekerijen Glastuinbouwbedrijven Groenteteeltbedrijven (glas) Groenteteeltbedrijven (open grond) Aspergeteeltbedrijven Champignonteelt Witloftrekkerijen Fruitteeltbedrijven Bloembollenhandel Potplantbedrijven Bloembollenteeltbedrijven (glas) Bloementeeltbedrijven (open grond) Hoveniersbedrijven (Handmatige) loonbedrijven Onbekend Totaal
Aantal bedrijven in de bruto steekproef 28% 3% 7% 7% 3% 3% 3% 3% 3% 1% 7% 1% 3% 8% 3% 3% 13% 100% (N=3.000)
Respons
Weigeringen
28% 3% 7% 8% 4% 3% 4% 3% 3% 1% 7% 1% 4% 7% 3% 4% 9%
26% 4% 8% 7% 3% 3% 3% 4% 2% 1% 7% 1% 4% 9% 3% 3% 12% 100% (N=854)
100% (N=887)
Bijlage 2 Opzet en responsverantwoording enquête
83
Schoonmaak In het steekproefbestand zijn in totaal 1.000 schoonmaakbedrijven opgenomen. Deze zijn als volgt verdeeld over een drietal grootteklassen: - 140 bedrijven met 1-4 medewerkers; - 260 bedrijven met 5-9 medewerkers, en - 600 bedrijven met 10-19 medewerkers. Bedrijven met meer medewerkers zijn in de enquête buiten beschouwing gelaten, omdat is verondersteld dat illegale tewerkstelling voornamelijk voorkomt bij de kleinere bedrijven. Tabel B2.4 geeft weer de verdeling van de respons en van het aantal weigeringen naar grootteklasse. De respons blijkt redelijk te zijn verdeeld over de verschillende grootteklassen. Tabel B2.4 Respons schoonmaak naar grootteklasse Grootteklasse 1-4 medewerkers 5-9 medewerkers 10-19 medewerkers Totaal
Aantal bedrijven in de bruto steekproef 14% 26% 60% 100% (N=1.000)
Respons
Weigeringen
10% 24% 65% 100% (N=317)
16% 25% 59% 100% (N=327)
Het percentage bedrijven verdeeld naar grootteklasse in de steekproef, de repons en de weigeringen komt redelijk goed overeen. Alleen het percentage kleine bedrijven in de respons is iets lager dan in de bruto steekproef. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat de respons representatief is voor de steekproef wanneer gekeken wordt naar grootteklasse. Bouwnijverheid In het steekproefbestand zijn in totaal 500 bouwbedrijven opgenomen, de bedrijven met één tot vier medewerkers zijn niet meegenomen. De verdeling over de grootteklassen is als volgt: - 100 bedrijven met 5-9 medewerkers; - 350 bedrijven met 10-19 medewerkers; - 50 bedrijven met 20-49 medewerkers. Bedrijven met meer medewerkers zijn in de enquête buiten beschouwing gelaten, omdat wordt verondersteld dat illegale tewerkstelling voornamelijk voorkomt bij de kleinere bedrijven. Tabel B2.5 Respons bouwnijverheid naar grootteklasse Grootteklasse
Respons
Weigeringen
5-9 10-19 20-49
Aantal bedrijven in de bruto steekproef 20% 70% 10%
21% 70% 9%
18% 72% 10%
Totaal
100% (N=500)
100% (N=164)
100% (N=228)
De percentages naar grootteklasse laten nauwelijks afwijkingen zien ten opzichte van de verhouding in de steekproef. Er is dus geen sprake van selectieve respons wat betreft grootteklasse.
84
Bijlage 2 Opzet en responsverantwoording enquête
Horeca Voor de horeca is een verdeling gemaakt waarbij een groot aantal restaurants met een buitenlandse keuken of shoarmazaken/grillrooms zijn opgenomen. Het was helaas niet mogelijk om specifieke soorten restaurants met een buitenlandse keuken te selecteren. In tabel B2.6 wordt een overzicht gegeven van verhouding van het aantal bedrijven in de verschillende categorieën in de brutosteekproef, de repons en de groep weigeraars. Tabel B2.6 Respons horeca naar soort horecagelegenheid Grootteklasse Restaurants met een buitenlandse keuken Shoarmazaken / grillrooms Overig Totaal
Aantal bedrijven in de bruto steekproef 33% 20% 47%
Respons
Weigeringen
37% 17% 46%
39% 14% 47%
100% (N=1500)
100% (N=380)
100% (N=558)
Ten opzichte van de steekproef hebben er verhoudingsgewijs meer restaurants met een buitenlandse keuken en minder shoarmazaken / grillrooms meegewerkt aan het onderzoek. Het verschil met de bruto steekproef doet zich zowel voor bij de respons als de groep weigeraars, wat dat betreft is de vertekening ten opzichte van de bruto steekproef gelijk. De afwijking is echter niet dusdanig groot dat de generaliseerbaarheid van de resultaten in gevaar komt. De conclusie die getrokken kan worden is dat de respons een goede afspiegeling is van de bruto steekproef. Daarmee zijn de resultaten betrouwbaar te noemen.
85
BIJLAGE 3 ANALYSE BESTAND AI Inleiding Door de Arbeidsinspectie is een geautomatiseerd bestand ter beschikking gesteld van inspecties in het kader van de handhaving van de WAV. Het bestand bevat alle inspecties van bedrijven ondernomen door de Arbeidsinspectie tussen 1 januari 1995 en 28 maart 2000. In het bestand is een variabele opgenomen die aangeeft of een betreffende zaak al dan niet is afgesloten. Van de 18.128 zaken in het bestand zijn er 15.974 met een einddatum. Deze zijn afgesloten. Van de overige 2.154 zaken zonder einddatum mag worden aangenomen dat ze momenteel nog in behandeling zijn.1 Van de zaken die zijn afgesloten, moet vervolgens het resultaat worden vastgesteld. Daarvoor zijn twee mogelijkheden: 1. datum verzending proces-verbaal (PV); 2. resultaat van het bezoek. In tabel B3.1 worden deze twee mogelijkheden met elkaar in verband gebracht. Tabel B3.1
Resultaat van het bezoek afgezet tegen het al dan niet voorkomen van een datum waarop PV is verstuurd voor zaken met einddatum (N=15.974) PV verstuurd Ja
Resultaat bezoek Niet in bestand opgenomen Overtreding WAV Geen overtreding WAV Totaal
Nee
Aantal
%
Aantal
%
1 3499 15
0% 99% 0%
158 367 11934
2% 4% 94%
3515
100%
12459
100%
Het beeld dat uit tabel B3.1 naar voren komt is niet altijd even scherp. Zo zijn er 231 zaken met als resultaat ‘PV WAV’ waarbij geen datum van versturen PV is opgenomen. Aangezien er geselecteerd is op zaken die een datum van afsluiting hebben, zou het PV al verstuurd moeten zijn. Aan de andere kant zijn er 15 zaken waar wél een datum van versturen PV in het bestand is opgenomen, maar die als resultaat ‘Rapport WAV’ hebben. Op basis van de waarde van de variabele ‘resultaat’ zou er geen PV verstuurd kunnen zijn. Om de analyse van het bestand zuiver te houden, is er voor gekozen alleen die zaken mee te nemen die in tabel B3.1 vetgedrukt staan aangegeven. Voor de analyse blijven er dan 15.455 zaken over. Zoals eerder opgemerkt is het oorspronkelijke bestand opgebouwd uit inspecties, die de Arbeidsinspectie heeft uitgevoerd tussen 1 januari 1995 en 28 maart 2000. Sommige bedrijven
1
Tweederde van de zaken zonder einddatum dateren van 1999 of 2000.
86
Bijlage 3 Analyse bestand AI
zijn in genoemde periode meerdere malen door de Arbeidsinspectie bezocht. Voor de analyse is het noodzakelijk om het bestand terug te brengen tot het niveau van individuele bedrijven. Dan blijven over 12.346 bedrijven. Hieronder wordt achtereenvolgens ingegaan op: • het aandeel van illegaal in ons land verblijvenden onder de illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten; • kenmerken van de illegaal tewerkgestelden; • overtredingen van de WAV naar sector. Aandeel illegaal verblijvenden onder illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten Tabel B3.2 geeft inzicht in het aantal door de Arbeidsinspectie aangetroffen werknemers voor wie de werkgever niet over een TWV beschikte per sector. In totaal zijn in de periode januari 1995 tot en met maart 2000 zo’n 11.000 illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten aangetroffen. Sectoren, waar dat in absoluut opzicht vaak gebeurde, zijn de horeca, landbouw, industrie, reparatie en handel en verhuur en handel van onroerend goed. Bijna driekwart (72%) van de aangetroffen illegaal tewerkgestelden verblijft illegaal in Nederland. Illegaal verblijvenden komen relatief veel voor in de sectoren vervoer, bouw, reparatie en handel en landbouw. Tabel B3.2
Aangetroffen illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten naar sector en legaal/illegaal verblijf in Nederland in de periode 1995 tot en met 2000
Sector
Totaal N
w.v. legaal verblijvend %
w.v. illegaal verblijvend %
Horeca Landbouw/jacht/bosbouw Industrie Reparatie van consumentenartikelen en handel Verhuur van en handel in onroerend goed Bouwnijverheid Milieudienstverlening/cultuur/ recreatie Vervoer/opslag en communicatie Financiële instellingen Openbaar bestuur Gezondheids- en welzijnszorg Winning van delfstoffen Onderwijs Onbekend Totaal
3380 2304 1472 1304 702 442 439 424 167 40 12 8 1 314 11009
30% 24% 29% 23% 40% 19% 36% 10% 19% 100% 75% 88% 0% 44% 28%
70% 76% 71% 77% 60% 81% 64% 90% 81% 0% 25% 13% 100% 56% 72%
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
Kenmerken van de illegaal tewerkgestelden Hieronder volgt een drietal kenmerken van de illegaal tewerkgestelden, te weten: - land van herkomst; - geslacht; - leeftijd.
Bijlage 3 Analyse bestand AI
87
Tabel B3.3 laat zien dat de illegaal tewerkgestelden voornamelijk afkomstig zijn uit Polen, Turkije en China. De landbouwsector maakt vooral gebruik van Polen. Hetzelfde geldt voor de sectoren vervoer/opslag/communicatie en de financiële instellingen. In de horeca zijn veel chinezen te vinden. Turken worden vooral aangetroffen in de industrie en de bouwnijverheid. Tabel B3.3
Land van herkomst van de illegaal tewerkgestelden naar sector Polen
Overig
Noord-
Overig
Oost-
Afrika
Afrika
Turkije
Midden- China
Overig
Zuid- en Overig
Onbe-
Oosten
Azië
Midden
kend
Europa Horeca
Totaal
Amerika
2%
3%
16%
2%
6%
8%
48%
7%
1%
2%
5%
100%
47%
3%
13%
4%
22%
7%
1%
2%
0%
1%
1%
100%
Industrie
12%
4%
10%
6%
53%
5%
3%
3%
1%
2%
2%
100%
Reparatie van
29%
7%
13%
5%
24%
8%
3%
5%
2%
2%
3%
100%
13%
6%
8%
14%
22%
21%
4%
6%
2%
2%
2%
100%
Landbouw / jacht / bosbouw
consumentenartikelen en handel Verhuur van en handel in onroerend goed Bouwnijverheid
31%
5%
2%
0%
47%
12%
1%
0%
0%
0%
0%
100%
Milieudienstverlening /
24%
12%
6%
7%
8%
8%
3%
3%
6%
18%
4%
100%
63%
17%
2%
2%
5%
0%
2%
1%
1%
6%
1%
100%
cultuur/ recreatie Vervoer / opslag en communicatie Financiële instellingen
46%
14%
7%
2%
22%
4%
2%
0%
0%
0%
2%
100%
Openbaar bestuur
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
100%
Gezondheids- en
8%
0%
0%
0%
17%
0%
0%
33%
0%
25%
17%
100%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100% 100%
welzijnszorg Winning van delfstoffen Onderwijs
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Onbekend
32%
15%
4%
5%
20%
5%
4%
3%
1%
8%
3%
100%
Totaal
2478
597
1308
453
2324
841
1802
463
130
310
329
11035
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
De groep illegaal tewerkgestelden bestaat grotendeels uit mannen (43% is man, 8% vrouw en van de overige 49% is het geslacht niet vastgesteld, maar mag worden aangenomen dat het voor het merendeel om mannen gaat). Tabel B3.4. bevat de leeftijdsverdeling van de illegaal tewerkgestelden.
88 Tabel B3.4
Bijlage 3 Analyse bestand AI Leeftijd van illegaal tewerkgestelden
Leeftijd 13-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder Totaal
Aantal 1469 2413 1377 344 57 26 5686
Percentage 26% 42% 24% 6% 1% <1% 100%
Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
Van de helft van de personen die zijn aangetroffen zonder tewerkstellingsvergunning is de leeftijd onbekend. Waarschijnlijk is het gegeven gewoon niet geregistreerd door de Arbeidsinspectie: het percentage onbekend is nagenoeg hetzelfde als het percentage onbekend bij de sexe-verdeling hierboven. Van de rest is ruim tweederde (68%) jonger dan 35 jaar. Illegale tewerkstelling heeft met name betrekking op jongeren. Overtredingen van de WAV naar sector In de periode 1995-2000 zijn er door de Arbeidsinspectie 12346 bedrijven minimaal eenmaal bezocht. Bij 21% van deze bedrijven werd een overtreding van de WAV geconstateerd. Tabel B3.5 geeft een overzicht van het resultaat van het eerste bezoek naar sector. Tabel B3.5 Aantal en percentage van de bezochte bedrijven in de periode 1 januari 1995 tot 28 maart 2000 naar secties van de Bedrijfsindeling Kamers van Koophandel en Fabrieken 1995 en resultaat van het eerste bezoek (N=12.346)
Horeca Landbouw/jacht/bosbouw Reparatie van consumentenartikelen en handel Industrie Verhuur van en handel in onroerend goed Milieudienstverlening/cultuur/recreatie Vervoer/opslag en communicatie Bouwnijverheid Financiële instellingen Gezondheids- en welzijnszorg Openbaar bestuur Winning van delfstoffen Onderwijs Productie en distributie van electriciteit e.d. Visserij Onbekend Totaal Bron: Geautomatiseerd bestand Arbeidsinspectie
Totaal
w.v. wel overtreding
w.v. geen overtreding
N
%
%
4005 2339 2154 1262 999 405 411 289 224 25 67 4 7 4 2 149 12346
30% 22% 16% 19% 11% 17% 14% 18% 13% 12% 1% 25% 14% 0% 0% 19% 21%
70% 78% 84% 81% 89% 83% 86% 82% 87% 88% 99% 75% 86% 100% 100% 81% 79%
Bijlage 3 Analyse bestand AI
89
Het beeld in tabel B3.5 komt overeen met de verwachting. Het percentage bezochte bedrijven met een overtreding is het hoogste in de sectoren horeca en landbouw (respectievelijk 30% en 22%). Bij de overige sectoren ligt het percentage bedrijven, waar een overtreding is geconstateerd, rond een vijfde of minder van de bezochte bedrijven.
90
Bijlage 3 Analyse bestand AI
91
BIJLAGE 4 GESPREKPARTNERS INTERVIEWS In het kader van het onderzoek zijn vertegenwoordigers van de onderstaande organisaties geïnterviewd: -
Agrarisch arbeidsbureau Schagen Agrarische Bedrijfsvoorziening Agrarische personeelsvoorziening (APV) Start AI regio Midden AI regio Midden AI regio Noordwest AI regio Oost/Noord AI regio Zuid AI regio Zuidwest Arbeidsbureau Lisse Arbeidsvoorziening Facilitair Bedrijf team Beleid en Ondersteuning Bedrijfschap Horeca en Catering Bedrijfsverzorgingsdienst Wieringermeer Binnenvaart Nederland (BN) Bouwpartners Centraal Arbeidsbureau Scheepvaart (CAS) Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) Centraal overleg van de Vleesindustrie Stichting Centraal Secretariaat Metaal- en Elektrotechnische Industrie Christelijke Bond voor Ondernemers in de Binnenvaart CNV Bedrijvenbond Condor International Erasmus Universiteit Rotterdam Europoort Botlek Belangen (EBB) Fenecom FNV Bondgenoten GAK – opsporingsdienst Gemeentelijk Haven Bedrijf Rotterdam (GHR) Groen Arbeidsbureau Horst GUO Hoofd Bedrijfschap Detailhandel IND – AUB IND – F P&C INDIAC (IND informatie analyse centrum) Institut for Migration and Etnic Studies (IMES) Internationaal Bureau Fraude Informatie ISS JBM Koeriers Kamerfractie Socialistische Partij Kmar
-
-
92 -
Bijlage 4 Gesprekpartners interviews Koninklijk Horeca Nederland Landbouw Economisch Instituut (LEI) Nederlandse Dagblad Pers Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid (NVOB) Nederlandsch Binnenvaartbureau (NBB) Nederlandse Kleding en Textiel Conventie NVOB Ministerie van Justitie/Directie Vreemdelingenbeleid Ondernemersorganisatie voor de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (OSB) Productschap Vis Productschap Tuinbouw Productschap Vee, Vlees en Eieren Rijksverkeersinspectie Rivierpolitie Scheepvaartinspectie (SI) Sectorraad Vlees Sociaal Fonds Bouwnijverheid Stichting Bureau Voorlichting Binnenvaart (BVB) Transport Maasland B.V. Transport en Logistiek Nederland Vereniging voor ondernemers in de Modedetailhandel (MITEX) Vereniging FME-CWM VNO-NCW Westelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (WLTO)
93
BIJLAGE 5 LITERATUUR Algemene directie van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, Jaarverslag uitvoering Wet Arbeid Vreemdelingen 1998, juni 1999 Algemene Rekenkamer, Aanpak illegale arbeid, juni 1999 Algemene Rekenkamer, Aspergesteken, Seizoensarbeid in de tuinbouw, april 1996 Arbeidsvoorziening, Personeelsvoorziening in de bloembollenteelt, OAV-Rapport 91-07 Becht, Rianne, Werkgelegenheidsmonitor vee- en vleessectoren, meting 2: 1998, EIM, Zoetermeer, 20 januari 1998 Bisseling, Theo, ‘Ook de schoonmaakbranche profiteert van economische bloei’, IN: Service Management, april 2000 Boomker, J., Spreigroepen, vooronderzoek, Regionaal Interdisciplinair Fraudeteam Utrecht, 1998 Burgers, Jack en Godfried Engbersen, De ongekende stad 1; Illegale vreemdelingen in Rotterdam, Boom, Amsterdam, 1999 Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, Centraal orgaan opvang asielzoekers jaarverslag 1998, Rijswijk, mei 1999 Convenant Personeelsvoorziening Binnenvaart, 28 april 1997 De Standaard, zaterdag 30 oktober 1999 Engbersen, Godfried, Joanne van der Leun, Richard Staring en Jude Kehla, De ongekende stad 2; Inbedding en uitsluiting van illegale vreemdelingen, Amsterdam, Boom, 1999 Enquêtecommissie opsporingsmethoden, Inzake opsporing, eindrapport, februari 1996 Fenecom, Vereniging van Confectie- en Tricotage-ondernemingen, Kijken naar de toekomst, 1990 ‘Geen verandering in regels voor vervoer op Oost-Europa', IN: Transport en Logistiek, nummer 9, 2 maart 2000 Gemeentelijke sociale dienst Den Haag, Eens komt de dag. Een onderzoek naar het leven, wonen en werken van Haagse illegalen, oktober 1992 Klaver, J.F.I. en E.T. Visser, Evaluatie Wet arbeid vreemdelingen, Regioplan
94
Bijlage 5 Literatuur
Koninklijke Marechaussee, Beleidsplan Kmar 2000 – een zelfstandige en professionele partner, Den Haag, november 1999 Marktplan Adviesgroep, Evaluatieonderzoek Agrarisch seizoenswerk 1999, eindrapport, januari 2000 Ministerie van Justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst, Jaarverslag 1998: Beslist bewogen Ministerie van Justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst, Keten in kaart 1998: Trends en ontwikkelingen in de vreemdelingenketen in 1998 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Nota bestrijding illegale tewerkstelling, februari 1994 Obbink, Luuk, ‘Oost-Europese chauffeurs rukken op: vele mazen in woud van wetten en regels', IN: FNV Magazine (24) 10 februari 2000 Project Transport Regionaal Interdisciplinair Fraudeteam Utrecht, Rijksverkeersinspectie Sector Handhaving, afdeling Goederenvervoer bedrijven/weg, Rapportage: Inzet buitenlandse Chauffeurs, Uitvlaggen, Postbusconstructies, 15 november 1997 Rapport, betreft project W.A.V.-Slachterijen (W311), 9 februari 1999 Rath, Jan, A Dutch Bargain: The remarkable absence of immigrant entrepeneurs in construction, Institute for Migration and Ethnic Studies (IMES), University of Amsterdam Regionaal Interdisciplinair Fraudeteam Amsterdam, Eindrapport project Robby, onderzoek naar de schoonmaakbranche Regionaal Interdisciplinair Fraudeteam Den Haag, Project Handmatige Loonbedrijven, september 1997 Regionaal Interdisciplinair Fraudeteam Rotterdam, Preventie Lasco, december 1999 Regionaal Interdisciplinair Fraudeteam Twente, Eindrapport project Shoarma-onderzoek Twente, mei 1997 Research voor Beleid, Beroepsprofielen en opleidingsbehoefte in de roodvleessector, maart 2000 Research voor Beleid, Het personeelsbestand in de schoonmaak- en glazenwassersbranche, resultaten van een 'demografisch' onderzoek, juni 1999 Rijkschroeff, B.R., Etnisch ondernemerschap: De Chinese horecasector in Nederland en in de Verenigde Staten van Amerika, Labyrint Publication, Capelle a/d IJssel, 1998 Rijksverkeersinspectie, De Mens achter de Rijksverkeersinspectie, jaarbericht 1999
Bijlage 5 Literatuur
95
Ritmeijer, W.S.R., Allochtonen in de bouwnijverheid, Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid, oktober 1997 Sociaal Cultureel Planbureau, Sociale en Culturele Verkenningen 1996, Rijswijk, juni 1996 Socialistische Partij, De tuinbouwmaffia onder de loep: over tuinders die klagen en werkers die daarvan de wrange vruchten plukken, mei 1994 Vijverberg, Joris, De arbeidsmarktproblematiek in de Westlandse Glastuinbouw, februari 1993 Wallenburg, M. van, Marktverkenning illegale tewerkstelling, Arbeidsinspectie, augustus 1997 Zandvliet, C.Th, en J.H. Gravesteijn-Ligthelm, Illegale arbeid: omvang en effecten, Nederlands Economische Instituut, Den Haag, VUGA, 1994 Zorlu A en F. Reil, ‘De Amsterdams confectie-industrie’, IN: Economisch Statistische Berichten, 08-10-1997