Report workshop Peter Buckingham Brussels, deburen, July 3, 2008

Report workshop Peter Buckingham Brussels, deBuren, July 3, 2008.

0. Uitnodiging Workshop Peter Buckingham 3 juli 2008, 10:00 – 17:00 Een organisatie van BAM Vlaams-Nederlands Huis deBuren Leopoldstraat 6 1000 Brussel Inschrijvingen via: [email protected] Toegang gratis Voertaal: Engels Een workshop over nieuwe praktijken en rollen rond het publiek maken van audiovisuele creaties in een veranderend medialandschap. Die veranderingen hebben te maken met nieuwe formats en expressievormen, nieuwe distributieplatformen, nieuwe spelers en andere consumptiepatronen. Een workshop bedoeld voor vertoners, distributeurs, festivals en spelers die werken rond omkadering en filmeducatie. Peter Buckingham was voordien distributeur, filmaankoper, zaaluitbater en is momenteel werkzaam bij de UK Film Council. Context Distributeurs, vertoners, archieven, tijdschriften en initiatieven rond film- en media educatie zijn zich bewust van die veranderingen en de impact ervan op hun manier van werken maar niemand weet precies wat de toekomst zal brengen. Daarom is het belangrijk om rond die uitdagingen en vragen samen na te denken, inspiratie te zoeken in modellen uit binnen- en buitenland en pilootprojecten kritisch te analyseren. Met deze workshop o.l.v. Peter Buckingham brengen we de krachtlijnen van veranderingen in kaart en maken we een eerste round-up van de nieuwe rollen en praktijken die ontstaan in de sector en van de meningen en standpunten die er leven. Het is dus de bedoeling dat deelnemers actief mee denken en zelf kritische bedenkingen maken. Deze workshop wordt vervolgd door maandelijkse bijeenkomsten en werkbezoeken rond subthema’s zoals digitale projectie, video-on-demand, nieuwe modellen voor filmtheaters, de filmkritiek en tijdschriften, nieuwe marketingstrategieën enz. Uitgangspunten en observaties - De bioscoop is niet meer de hoofdbestemming of einddoel van een audiovisuele creatie; het is één van de mogelijke schermen en plaatsen waar het publiek in contact kan komen met een audiovisueel product. Het lineaire karakter van vertoning op Report Workshop Peter Buckingham, July 3, 2008

1

verschillende schermen (bioscoop, DVD, televisie, digitaal) wordt opengebroken en men spreekt van cross-mediale omgevingen en van het feit dat de bioscooprelease en de promotie daar rond dient om een titel te lanceren die beschikbaar is op verschillende platformen. - Er ontstaan nieuwe distributie platformen zoals VOD, mobiele toepassingen en game platformen waar ook film en muziek wordt geconsulteerd. - Er dienen zich nieuwe spelers aan in het distributieveld en ze komen uit sectoren als telecom, ICT en cultuurindustrie: in principe kan iedereen films online aanbieden als je beschikt over rechten en digitale infrastructuur. - Door kostendaling die gepaard gaat met digitalisering worden er meer audiovisuele producties gemaakt en uitgebracht in een veelheid aan platformen. - Via digitale projectie kan ook het potentiële aanbod in de filmtheaters vergroten maar veel filmtheater beschikken niet over het kapitaal om te investeren in duur materiaal. - Zowat alles kan vandaag digitaal beschikbaar gemaakt worden omdat kosten minder groot zijn en omdat er nieuwe business modellen ontstaan zodat vele kleine producten die gedurende lange periodes beschikbaar blijven wél renderend zijn: historische films, auteursfilms, niche films, documentaires, meer experimenteel werk enz. Toch tracht de markt dit potentieel van alomtegenwoordige beschikbaarheid te controleren. - Het aantal festival groeit en de meeste festivals zijn geen promotiefestivals maar vertoningsinitiatieven voor films die niet behoren tot het reguliere aanbod, in de opinie dat deze films slechts aandacht, publiek en pers krijgen in het kader van zo’n evenement (toeschouwers, sponsors, media aandacht enz) - De rol van de professionele filmkritiek wordt bedreigd door het groeiende belang van community platformen en blogs waar ook commerciële media zich toe verhouden, en omdat media berichten over evenementen en de grote gemediatiseerde producties en minder te vinden zijn voor het autonome standpunt van de kritiek en de analyse. - Het publiek consumeert meer en meer thuis en het publiek volgt waar media over praten (impact van media wordt nog groter). - het digitaal beschikbaar maken van educatief materiaal en achtergrond teksten rond films zoals interview met de maker, passages uit scripts, teksten over films, creëert meer mogelijkheden voor educatie en onderwijs - jongeren gaan heel soepel om met media en het is een onderdeel van hun omgeving en daar zijn heel wat aansluitingsmogelijkheden om media educatie structureel in het onderwijs te betrekken en voor het werken aan multimediale geletterdheid. - archieven van documentatiecentra, musea en tijdschriften worden meer toegankelijk omdat ze hun catalogus online plaatsen en catalogi van verschillende archieven koppelen Vragen: - wat betekent de term ‘art house’ in een landschap waar zoveel films beschikbaar zijn uit verschillende genres en formaten? - wat is de toekomst van de bioscoop in relatie tot digitale distributieplatformen en is er nog plaats voor normale filmvertoningen of moet alles verpakt worden in een gemediatiseerd evenement? - wat is de rol van meer cultureel georiënteerde initiatieven zoals bioscopen, tijdschriften, festivals, educatieve initiatieven in een omgeving waar zoveel audiovisuele producten digitaal beschikbaar zijn? Hoe kan hun specifieke kennis van producties en publieken ingezet worden?

Report Workshop Peter Buckingham, July 3, 2008

2

- hoe kunnen we een digitaal depot organiseren in een tijd dat er meer en meer digitaal gemaakte producties op de markt komen en wat is de rol van de filmarchieven hierin en wat is de rol van de filmindustrie hierin? - hoe omgaan met de kracht en macht van de grote mediaspelers die beschikken over rechten én over de digitale infrastructuur? - hoe kunnen producties die geen commerciële betekenis meer hebben toch beschikbaar gemaakt worden? hoe kan daarover onderhandeld worden met de filmindustrie en wat is de rol van culturele spelers daarin, zoals vertoners en filmmusea? Programma workshop 9:30 Ontvangst en koffie 10:00 – 10:30 Inleiding door Peter Buckingham 10:30 – 11:30 Presentatie van cases en pilootprojecten in filmtheaters, festivals, filmeducatie: cases uit België en Nederland. 11:30 – 11:45 pauze 11:45 – 13:00 Werkgroepen rond hedendaags mediagebruik en plenaire discussie 13:00 – 14:00 Lunch 14:00 – 15:30 Discussie in 4 werkgroepen: filmtheaters, festivals, filmeducatie, tijdschriften en distributie Er is telkens moderator en verslaggever voorzien. 15:30 – 15:45 pauze 15:50 – 17:00 Plenair: Verslag van de 4 werkgroepen Discussie rond de kernthema’s en vragen Afsluiten met conclusies. Vervolg van deze workshop. 17:00 – 18:00 drink


3

Biografie Peter Buckingham Peter Buckingham is Head of Distribution & Exhibition at the UK Film Council and as such is tasked with increasing the breadth and diversity of cinema-going across the UK, as well as assisting audience appreciation of UK films. He heads up a range of schemes to support this strategy, which aim to broaden the choice of films available to UK audiences and to increase admissions for specialised film; these include the P&A Fund (prints & advertising) and the world's first Digital Screen Network. Buckingham was previously Deputy Chief Executive of FilmFour Limited. During his time there, the company achieved the highest market share in its history and released East is East, both its highest grossing title and the first film to achieve cross-over success with specialised and mainstream cinema audiences. Buckingham was named Video Distributor of the Year in 2000. Prior to FilmFour, he was MD of Oasis Cinemas, building up a specialised chain into five cinemas and thirteen screens, including the complete design and rebuilding of the five-screen Ritzy Cinema in Brixton, South London. He has also worked as Director of Film Distribution for Virgin Vision responsible for the theatrical and video release of films such as Drugstore Cowboy, Sex, Lies and Videotape, Paris by Night and Teenage Mutant Ninja Turtles.


4

1. Introduction Introduction by Peter Buckingham I’m going to give you a brief summery of what brings us together today, what we will do and what my role is. There are a lot of different people here in this room. - There are people who run arthouse cinemas. By the way, so have I. - There are people who run cinemas in cultural centres: I am involved in very heavily in public policy and distribution and funding issues as my role in the UK Film Council. - There is someone from the National Film Archive. I am advising intimately with the BFI on their so called digital strategy and archives. I fund archive film distribution. - Federation of Belgium cinemas. I was a member of the UK one. I talk DAILY with their chief executive around digital issues - Distribution. I’ve run and been an art house distributor all my life. - Festivals. I have put my films in them and bought films in them. - Education and schools. I’ve started the 12m project to get film clubs into schools in UK. - Magazines. I’ve dealt with magazines as a distributor, and in general stuff in the film business I’m not going to be a neutral person here. The position I’m coming from is not of complete ignorance, sometimes I do know what’s your part of the business is about. I’ve got some experience in the film business. I don’t know the impact of the digital is going to be, I don’t think anyone of us. We are all on the same kind of place. I’m leading in all of the digital thinking in the UK Film Council. It’s not an easy thing to grasp; what the challenges, opportunities and threats are. I’m in charge in the way the whole system works, or could work, or change as we move on into the digital revolution - although some people call it evolution – I call it a revolution.

a. Structure of the day: - Three case studies - Work groups around digital challenges and opportunities - Filtering common challenges and opportunities out of work groups - lunch - Work groups around specific areas in which you are working in (cinema, festival, magazine/distribution, film education) - Conclusions of the different work groups (see what comes out of this) We are a very diverse group today which means that we have different opinions on opportunities and challenges and that’s a very good and enriching! We should listen carefully to each other and be open for the different perspectives between us. I’m running an interesting project at the UK within the framework of Nesta which is focused on innovation and change. In that project, they have put 12 different businesses in film together like archives, distribution, magazines etc. Nesta offers free consultancy to these businesses concerning change and innovation. It has one common theme: ‘spaceship digital’. We’re all in it together.


5

b. What do we want out of today? Two things: 1) How might your organisation or businesses be reengineered in the advent of digital? What are the opportunities or the threats that you need to begin to think about and act on? 2) What do you need to achieve that? What kind of skills, knowledge, networks, strategy, legislation do you need (apart from money)? This can be very practical things. I have heard that you did previous workshops to reflect on common strategic goals and I heard the following issues came out: 1) Scale 2) Networking: commonality between for example cultural institutions, libraries, art galleries, cinemas, producers, artists etc. 3) Barriers: money, technical know-how, how to do it, skills They are all quite valid, but my comment is this: Where is the digital opportunity for audiences? Where is the audience in that? What do the audiences want? How do they behave? How are you giving it to them now and if you are not: why not? What are they looking for? How can digital get into that? I was struck by the lack on emphasis on opportunity, the lack on emphasis of what people want. - Think about how internet is used in other walks of life (social friend networks, music, blogging…). - Think of the word FREE. Cf. Chris Anderson - ‘free economics’. This is a problem for us : what about our business models? - Think how the internet has changed around web 2.0, the democratisation of information. Think how fast things change: e.g. 3 years ago there were no networking sites, YouTube was not really existing. The transformation of something that people didn’t think had any value at all in the last three years is enormous.


6

2. Case studies 2.1 FONK (powerpoint presentation) 2.2 Royal Belgian Film Archive (powerpoint presentation)


7

Case study Fonk Workshop Peter Buckingham

Fonk is...

Int. Short Film Festival Leuven

Selected Shorts (dvd label)

DOCVILLE: Documentary Film Festival Cinema ZED: Non-commercial “arthouse” theatre

Trends

Cinema ZED (without festivals): Docville + Short FFL (+ other “host” festivals) :

(ISFFL 2003: 4.600 2007: 9.000) (Docville, after 3 editions: +3.500)

_______________________________ General audience attendance Audience is shifting from theatres to festivals (?) (and other non-cinema venues, cultural centra, non-profit organisations, movie clubs, ...)

Short Film Festival Leuven Decentralisation

Since 1998 (-2004) : DVD Compilation to different regional ‘Cultureel Centrum’ LK Virtual (2000) : First 100% online film festival.

(200.000 broadband connections, 60-70.000 views for top films)

MSN (2001) : Selection short films online streaming 2003-now : Selected Shorts dvd label (+10.000) 2005-now : Belgacom ADSL, VOD (+30(+30-40.000) 2006-now : Selection (comedy) shorts on Humo (4-5.000 / short) website (4-

Why?

o

Best way to convince people to come to our festival contradict prejucide make them see shorts make short film ‘mainstream’ No negative effects on audience attendance

Short Film Distribution The more contact with shorts, the better Expertise and available materials “First contact” for press, programme directors, organisations, ...

Rise in new, (non)commercial screening options Current (and future) technical developments

New Short Film Distributor

New non-commercial genre distributor NEW DISTRIBUTOR

Directors and/or production company give (nonexclusive) rights

• All V.A.F. funded shorts + documentaries (voluntary, non-exclusive) • + selection of student works • Going back up to 10 years (2000) Start with +/- 200-300 works • Digital copies only

Programme directors, cultural organisation educational purp., other festivals, tv, V.O.D.,...

?

Audience Internet/digital tv platform

Case study Fonk Workshop Peter Buckingham

Koninklijk Belgisch Filmarchief New times, old images Erik Martens

Royal Belgian Film Archive

1928

What do we do ? - preservation, restoration and presentation (120.000 films, 60.000 titles) - 3 large storage facilities - documentation department: books, photos, etc. - 2 theatres - ‘Studio 5’ at Flagey complex - occasional big theatre events in PSK / Flagey - distribution of classical film - 2 educational departments: Dutch & French-speaking - laboratory for photochemical restoration - Dvd department

2008

DVD - individual acces

DVD converted cinephiles to electronic screen made feature films widely available user decides when he will see the film

Editing DVDs: lessons learnt first experiences with digitizing films a physical object simple neatly defined, isolated approach

Editing DVDs: lessons learnt (2) rights issues of heritage film is massive problem small (electronic) screen is different from large screen (colour, contrast, construction of image) technical issues: - aspect ratio - silent films are also slow films (emulate speed) - restoration of image & sound is expensive distribution issues

New times: digitization on wide scale Digital Filmmuseum is being built: - 2 theatres: traditional + digital projection (1 x 2K DLP + 2 x HD projectors) - ‘Viewing space’: small extra multipurpose digital theatre - ‘Remix room’: 8 HD screens - 4 standalone MMDB: acces to Belgian non-fiction

FILM

FILE

SERVER

Po st

Fi lm

pr od

Ar ch

ive

co m

p

TAPE

REMIX 1

REMIX 2

REMIX 3

REMIX 4

REMIX 5

REMIX 6

REMIX 7

REMIX 8

CONS 1

CONS 2

CONS 3

CONS 4

2K

4 x MMDB TERMINAL

1 ‘VIEWING SPACE’

VIEW

ZAAL 1

8 x ‘REMIX’ SCREEN

ZAAL 1 HD

ZAAL 2 HD

3 x DIGITAL PROJECTION

MMDB: Museum Movie Data Base - see a.o. BFI Southbank - stand-alone: why? - rights: we are not the owners of the material - prototype for much wider acces, for much more content

Conclusions Digitization of old film raises specific technical problems Rights (1) : how to find a rightsholder? Rights (2) : how to afford a rightsholder? Rights (3) : how to find and afford lots of rightsholders? Appropriate legislation needed

2.3 Wiepko Oosterhuis - ‘De digitalisering voor het ‘kleine’ filmtheater’ Op alle nivo’s en elk vlak is de digitalisering in de filmsector gaande. Dit heeft allerlei gevolgen waarvan velen nog onzeker of onvoorzien. Wat het filmtheater betreft gaat het concreet om een verandering van techniek. De beelden op het filmdoek worden niet meer geprojecteerd met apparatuur gevoed door 35 mm prints, maar met apparatuur gevoed door digitale bestanden. Dit stuk probeert wat helderheid te scheppen gezien vanuit de praktijk van het ‘kleine’ filmtheater. Het theater wat zich in hoofdzaak richt op de vertoning van de zogenaamde art-house film of artfilm. Het heeft kleine zalen in vergelijking met de multiplexen, trekt gemiddeld een volwassener (ouder) publiek en bevind zich in de binnenstad. De aanstaande technische verandering is er een die in tegenstelling tot voorgaande verandering als de komst van het geluid, de kleurenfilm, widescreen, scope en dolby niet door het publiek opgemerkt zal worden. Er zijn geen wezenlijke zichtbare en of hoorbare verschillen te constateren, er is geen andere kijken luisterbeleving en daarmee zal deze technische verandering an sich geen effecten hebben op een verandering in het filmbezoek. Daartegenover staat dat de investering in deze techniek die van al de voorgaande technische veranderingen zal overtreffen. De theaters zullen voor de toekomst geconfronteerd worden met hogere afschrijvingskosten per stoel, zonder dat daar extra inkomsten tegenover staan. Het verhaal dat deze omschakeling gefinancieerd kan worden vanuit de distributie gaat helaas voor de ‘kleine’ filmtheaters niet op. Kort gezegd komt het erop neer dat gezien de omvang van de investering per zaal deze zogenaamde VPF modellen alleen commercieel haalbaar zijn voor zalen van een bepaalde minimale omzet. Of vanuit de distributeurs geredeneerd; alleen voor films met een bepaalde minimale commerciële aantrekkingskracht. Voor de duidelijkheid: De Sphinxen en de StudioSkopen vallen hier niet onder. Nu is het goed te beseffen dat ook zonder deze enorme ‘uitdaging’ die op ons af komt er al van alles aan het veranderen is in ons filmtheaterbedrijf. Vraag en aanbod zijn steeds dichter bij elkaar gekomen. De groei in de flexibiliteit en diversiteit van het aanbod wordt weerspiegeld in het consumptiegedrag van onze bezoeker. Onze vaste kern van trouwe bezoekers die regelmatig bij ons op bezoek kwamen voor een nieuwe film wordt kleiner. De bezoeker is flexibeler geworden, minder gebonden, meer van de ‘losse contacten’. Het filmtheater is niet meer hun vaste stek, maar wordt net zo makkelijk ingewisseld voor een andere culturele plek of uiting. Een trend die heel duidelijk te zien is aan de landelijke bezoekcijfers van onze films. Nimmer waren de bezoekcijfers van de geflopte films zo laag. Het filmtheater zal op deze trends moeten reageren en inspelen. Het zal flexibeler moeten worden en het zal meer moeten doen om aanbod en publiek bij elkaar te brengen (marketing in de breedste definitie van het woord). Anders gezegd; de tijd waarin het filmtheater zich onderscheidde van de schouwburgen, muziekpodia en


18

musea doordat zij met inzet van zeer weinig personeel (en dus weinig kosten) toch grote groepen bezoekers voor deze vorm van kunst en cultuur kon bedienen is voorbij aan het raken. In die zin is de digitalisering vooral een aanjager. Eentje die de urgentie van een andere manier van omgaan met, een andere kijk op het filmtheater onderstreept maar ook een die als een soort ‘blessing in disguise’ de mogelijkheden zou kunnen bieden om deze overgang te realiseren. In de UK heeft de UK filmcouncil zowel de digitalisering van de theaters gefinancieerd als de digitale uitbreng van de ‘specialised film’ door de distributeurs. In de US wordt de digitalisering van de theaters gefinancieerd vanuit de distributeurs met de VPF afdrachten. In beide modellen wordt uitgegaan van een overgangsperiode. Ergens binnen nu en 10 jaar (is de verwachting!?) zullen films alleen nog digitaal aangeleverd worden. In de US zullen de distributeurs na deze overgangsperiode stoppen met de VPF afdrachten en ligt de bal volledig bij de bioscopen. In de UK hoeft de filmcouncil dan dus niet meer de distributie te ondersteunen. Of zij de theaters dan nog blijven ondersteunen is een open vraag voor de toekomst. Kortom, hoogstwaarschijnlijk kunnen wij ervan uitgaan dat na deze overgangsperiode de printkosten nagenoeg nihil worden (een situatie die dus nu al in de UK bestaat!). Dit betekent dat filmtheaters flexibeler kunnen worden in hun programmering. Enerzijds omdat zij sneller hun programmering kunnen aanpassen aan de bezoekcijfers (beschikbaarheid van kopieën speelt immers geen rol meer) en anderzijds omdat zij met bepaalde doelgroepfilms niet meer het standaard programmeermodel hoeven te volgen, maar bijvoorbeeld een film tientallen weken op een incourante tijd kunnen vertonen. (Zelf hebben wij dit het afgelopen half jaar met de jodel documentaire Heimatklange gedaan. De eindstand was over de 1000 bezoekers, met een gemiddelde van 20 en dat op tijden waar normaal niet meer dan 5 bezoekers in de zaal zitten). Echter dit zal niet voldoende zijn om het filmtheater overeind te houden (zeker niet met de extra kosten van de digitalisering die dus voor het theater zijn). Er zal echt op een fundamentele andere manier naar het filmtheater gekeken moeten worden. Een van de zaken die dan altijd genoemd worden is de ‘alternative content’. Opera, popconcerten, Formule 1, games, etc. Echter daarvoor gelden in de basis dezelfde wetten als met de vertoning van cinema. Je hebt commercieel aantrekkelijke opera (bv opnames van Verdi in het Scala in Venetie) en je hebt ‘moeilijke’ experimentele opera. Je hebt popconcerten van grote sterren die met marketinggeweld vergelijkbaar met een Hollywoodblockbuster uitgezet kunnen worden en je hebt… Oftewel je vervangt een filmvoorstelling door een voorstelling van iets anders, maar als je alleen dat doet verandert er in de basis niets aan de situatie zoals boven geschetst. De basis van het filmtheater is dat het een plek in de stad is waar mensen heengaan om samen dezelfde verhalen te ondergaan (en is die zin dan ook zeer vergelijkbaar met de schouwburg). Het filmtheater zal zich daar meer in moeten gaan profileren. Zij zal niet meer alleen als een soort mini-bioscoop moeten worden gezien, waar het enige onderscheid met de multiplexen is dat er de betere (minder commerciële) film wordt vertoond. Zij zal enerzijds een actievere rol in de stad moeten opeisen en anderzijds meer moeten gaan samenwerken met de filmgerelateerde instituten op nationaal niveau.


19

Een actievere rol in de stad betekent bijvoorbeeld dat het lokale theater als de logische plek wordt gezien om lokaal geproduceerde films daar te gaan vertonen en te aan kijken. In Nederland schieten de amateurfilmfestivals en avonden als paddestoelen uit de grond (In Nederland hebben de meeste filmtheaters bijzonder goede beamers vanwege het Cinemanet, een soort voorloper van digitale filmvertoning) . In mijn filmtheater zijn de afgelopen jaren verscheidene lokaal geproduceerde (amateur/semiprofessioneel) speelfilms en documentaires in première gegaan, waar vrienden, familie en hele wijken en schoolklassen de zalen vulden. Daardoor is Eindhoven het idee ontstaan dat je die films niet in een buurthuis of op school gaat vertonen maar in een ‘echte’ bioscoop. Het betekent wel dat je meer mankracht nodig hebt voor de productie en begeleiding van dit soort evenementen, kortom dat je meer gaat gedragen als een cultureel centrum, maar dan een gespecialiseerd in AV. Het gaat over een gerichtere manier van je publiek kunnen bedienen, het gaat over ‘alternative content’ maar vooral over een andere manier naar je eigen rol in de stad kijken, een andere manier van bedrijfsvoering. Het betekent ook dat het gemeentebestuur het filmtheater meer moet gaan zien zoals zij ook de muziekpodia en de schouwburgen beziet. Als een culturele instelling in de stad, die zowel een functie op het gebied van kunst en cultuur heeft als een functie in de bevordering van de amateurkunsten, als een functie in de participatie van de bevolking in kunst en cultuur. En laten we wel wezen als er een medium is binnen de kunsten waar deze moderne wensen van het overheidsbeleid een kans op succes maken is het wel de film, vanuit zijn traditionele populariteit, maar ook juist vanuit zijn nieuwe populariteit mogelijk gemaakt door de voortschrijdende ontwikkelingen op het net en de apparatuur. Een samenwerking op nationaal niveau gaat erover dat een nationale overheid beseft wat voor rol het filmtheater speelt in het haar filmbeleid en omgekeerd. Artistieke films die door haar ondersteund worden in de productie zullen uiteindelijk ook gezien moeten worden. Nergens is de cinema-ervaring groter dan die in het filmtheater waar de mensen samen komen om de Belgische kwaliteitscinema gezamenlijk te ondergaan. Kortom de lijn productie, distributie en vertoning zijn een essentiële en onverbrekelijke. Echter het gaat om meer. De moderne tijd vereist dat het publiek op een moderne manier benaderd wordt, vereist dat de verschillende kanalen gezamenlijk gebruikt gaan worden. Dat gaat over marketing, maar dat gaat ook over programmering. In de UK hebben de BBC, de BFI en de digitaliseerde filmtheaters afgelopen zomer in eendrachtige samenwerking en met bijzonder groot succes een groot historisch overzicht van de Britse film vertoond. Films waren dus zowel op tv als in de cinema te zien (en waarschijnlijk tegelijkertijd op DVD beschikbaar gemaakt). De digitalisering maakt dit mogelijk, maar uiteindelijk gaat het hier vooral om de ‘mindset’. Publieke televisie, privé-theaters en het Filmmuseum die hun eigen beperkte belangen overstijgen om gezamenlijk het publiek tegemoet te treden. Ik zie het in Nederland nog niet zo snel gebeuren, maar voor mij is wel duidelijk dat het die kant uit moet gaan. Kortom: Het filmtheater zal zich om moeten vormen tot een cultureel centrum voor de AV. Zij zal meer personeel behoeven voor een programmering die enerzijds meer aansluit bij de lokale behoeften van de stad en die meer aan gerichte marketing kan doen en anderzijds de samenwerking aan kan gaan met de andere theaters opdat zij als blok


20

aan nationale programmering en marketing in samenwerking met de nationale filmgerelateerde instellingen kunnen doen. De lokale overheid zal het filmtheater financieel moeten gaan ondersteunen, gelijk de andere podia in de stad. De nationale overheid, tv en de nationale instellingen zullen in hun filmbeleid af moeten stappen van de het hokjesdenken en intergraler moeten gaan denken en werken. Let wel. Los van de digitalisering van de theaters veranderen de tijden en daar gaan deze ideeën over. Echter de digitalisering geeft wel de mogelijkheden om deze ideeën ook in de praktijk te brengen. Al besef ik mij ter dege dat alleen al het kostenaspect van de overgangsperiode het struikelblok zou kunnen zijn waardoor geen van dit alles gerealiseerd zal worden en het ‘kleine’ filmtheater een voetnoot in de geschiedenis zal blijken. Wiepko Oosterhuis, Eindhoven 30 juni 2008


21

3. Work groups around digital challenges and opportunities 4 groups worked around questions like: how do we use technology in our daily lives, what do I like about it and what do I dislike? These answers were clustered into ‘positives’ and ‘negatives’ positives: positives "when you want it, how you want it, where you want it" --> pressure from the audience internet: storage = cheap: you get massive choice quick easy fast no gatekeepers and filters cheap or free (bands invent new business models: music is free or cheap on digital platforms, bands get well-known by online fan clubs and use life performance as main income) drives down prices: it's incredibly sufficient surprises you: wider choice, wider range of consumption democratic reviews / feedback aiding choice: easier and faster new forms of content e.g. mash-ups citizen reporting personalised information aids personal action to do something: giving people the right information at the right time creating new needs / markets aids social meetings, events in real time personal + global contacts: same time

negatives = opportunities too much information, not enough trusted sources: try to be a trusted source/ what do you stand for? not social - physically unregulated (e.g. children) changes too fast exclusion of some groups / ages privacy issues analogue --> digital = expensive technology driving content not immersive expensive


22

4. Work groups around specific areas: cinema, festival, magazine/distribution, film education Question for each of the groups: - How do you deal with these positives and negatives in your business? - What can I do? What will festivals/cinemas/distribution/magazines/educational initiatives look like in 10 years time? What things might happen along the way? - How things could change If we don't do what people like (see: positives), we are going to have a problem. 4.1 Exhibitors / vertoners

4.1.1 Verslag van de werkgroep werkgroep Een heel gevarieerde groep: groot/klein, al dan niet commercieel/artistiek getint, al dan niet gesubsidieerd, (quasi-)vrijwillige versus betaalde medewerkers… => sterk verschillende prioriteiten en belangen. Het principe van ‘anywhere/anytime’, dat een typische kwaliteit is van digitale beschikbaarheid, moet een cinema niet volgen. Net als een voetbalmatch of tv (abstractie makende van ‘ooit gemist’ e.d.) grijpt het op een bepaalde plek en een bepaald moment van afspraak plaats. Wat je moet doen is de kwaliteiten en mogelijkheden die een filmtheater te bieden heeft beter uitspelen; datgene wat een cinema kan en wat andere spelers niet kunnen.

MOGELIJKHEDEN: Word een lokaal loka al merk: lokaal (vooral voor niet-commerciële, kleinere spelers) zet in op de verschillende publieken die je in je buurt kan bereiken, en kijk hoe je hen kan betrekken / aantrekken. Bvb. sleutelfiguur uit lokale Italiaanse/Turkse/.. gemeenschap laten programmeren… Kan ook thematisch zijn, en happening (event-)gericht: ladies night met sex and the city, champagne, aardbeien, vrouwelijke inrichting… ontspannend.. Een voorbeeld: Everyman Cinema www.everymancinema.com Afhankelijk van wat je doet/organiseert, durven afstappen van taboe rond eten in cinemazaal, of pintje drinken, zelfs in en uit lopen,… hangt uiteraard af van wat wordt gedaan en vertoond Merk probeer een merkidentiteit neer te zetten, vertrouwen te creëren in jouw keuze. (opmerking: elders wordt ook gezegd, niet langer van bovenaf programmeren maar publiek meer betrekken in je keuze. Bvb. online bevraging van je publiek, wat ze willen zien) = van 1- naar 2-richtingscommunicatie Grote uitdaging uitdag ing is dat cinema’s een manier moeten zoeken om hun publiek minder als amorfe massa dan wel als individuen, op maat, te gaan benaderen.


23

Maak wel gebruik van nieuwe technologische mogelijkheden in je promotie: podcasts (soundtracks? Rechten?), online trailers, nieuwe media… Zet in op marketing en investeer in marketingmensen, en op creatief programmeren (of plannen… de events enz.) Probeer je (nog) meer te onderscheiden door de ervaring die je kan bieden: comfort, hoge kwaliteit van geluid en beeld, omkadering Het sociale aspect van een cinemabezoek niet verwaarlozen (zie ook verder bvb. bij jongeren) Probleem is dat zodra je dergelijke lokale en/of evenementiële invalshoek kiest, je als grotere speler (grotere cinema) al snel geconfronteerd wordt met problemen qua bvb rechten, moeilijkheid om aan bepaalde films, die buiten het klassieke distributeurscircuit vallen, te geraken. (probleem distributeurs: zie ook verder) Inhoudelijke verbreding: verbreding : opera in cinema (onverwacht groot succes), formule 1, reisdocumentaires… mensen die eerst komen spreken, of ander ‘extra’ aanbod.. meet & greet met regisseur.. De toekomst = consument beslist <-> maar opmerking: dit hangt er wel van af of je prioriteit ticketverkoop is of of je veeleer een artistiek-inhoudelijke missie hebt. Bedoeling is, eerder dan als gatekeeper functioneren, faciliterend te werken. (en/of aan merkontwikkeling doen) Niet eenvoudig om een ‘trusted source’ te zijn: je maakt de films niet zelf, je hebt enkel de keuze in handen, en de omkadering. Voor die keuze: belangrijke restricties van distributeurs. Paradox: er zijn héél veel interessante films voorhanden <> niet altijd makkelijk, wettelijk, betaalbaar om eraan te geraken en te vertonen (bvb. package deals). Desgevallend op andere manieren aan films geraken, praten met bvb. de verspreider van de DVD, hun steun verkrijgen om de DVD vertonen.. Distributeurs soms erg kortetermijnvisie, en te sterk winstgericht. Onderscheid tussen distributeur en exploitant zal verdwijnen, teveel schakels in productieketen. We hebben nood aan een bredere toegang tot het aanbod algemeen vertrouwen dat digitalisering hiervoor een goede zaak is, minder afhankelijk van pellicule. Andere extra’s: extra’s: dubbing voor specifieke gemeenschappen. bvb een week lang een populaire film in het Japans dubben (ondertitelen?) en dit promoten naar Japans publiek… Opmerking: ondertiteling is vaak een issue bij distributeurs, niet steeds evident. Gaan jongeren wel nog steeds naar de cinema? verschillende meningen. Je moet ze iets extra geven in elk geval. Ze gaan in groten getale naar optredens: het sociale, de aangename context… Iemand stelt voor: goedkopere vertoningen op woensdagnamiddag..


24

Actieve en geïnteresseerd vijftigplussers groot marktpotentieel Nog een probleem: probleem: de gratis-economie. Mensen willen de courante ticketprijs niet meer betalen. <> hiertegenover wordt gesteld, multiplex-prijzen zijn te hoog! Opnieuw de opmerking: focus op wat je zoal te bieden kan hebben. Werchter is ook duur en toch een succes. (uiteraard heel andere schaal.. is een festival ook…). Iemand anders merkt op: verschil in prijs vergelijkbaar met verschil in prijs tussen supermarkt en delicatessenzaak. Gratis downloads (tijdelijk? Gedeeltelijk? Previews) zijn een succes. Ticketprijzen zijn in elk geval een sterk punt van discussie binnen de groep.

TOEKOMST: Wat is de toekomst van arthouse? Cross-over in de lift Niche in de lift Verscheidener aanbod (zie hoger: opera e.d.), verscheidenere publieken aanboren Evolutie naar een ‘meer-richtings’ vorm van programmeren (programma ook mee bepaald door de gebruikers) tegenover het top-down programma dat samengesteld is door de programmamaker op basis van artistiek/inhoudelijke redenen Nadruk op event en op sociaal aspect 2-richtingscommunicatie met publiek, feedback zoeken bij je publiek inzetten op kwaliteit: niet enkel qua aanbod, ook qua omkadering festivals in de lift

NODIG: Individuele, persoonlijke benadering => marketingkennis, niet enkel database management maar ook lokaal: hoe aanknoping vinden met je verscheiden lokaal publiek? Inzien dat publiek veel meer is dan ‘bums in seats’ Ogen open voor collega’s in buitenland ‘voorbij’ de distributeur denken tijd nodig om te kunnen investeren in al deze aanpassingen (technologisch, kennis, financieel...) denk festivalgericht gebruik eenvoudige, goedkope, efficiënte promotools ( digitaal)

4.1.2 Plenaire discussie Peter: static element where film fills the space up to something --> evolve to lots of different types of people who have influence much closer integration of the people where does the trusted voice come in? (trusted in the way that you are operating) should it maintain the position of the decision maker?

Comment: it feels like cinema becomes a facility


25

Peter: one way: face to face: because you are local (e.g. speak to the Turks) people are in charge: now they are guessing what people want, but it will evolve check what people are looking for where is the greater social issue? Exhibitor association how do you get there? PEOPLE: bring them much more into the cinema Question: what is role of arthouse cinema? Peter: one does not exclude the other (digital does not exclude cinema) new model stops blockbuster model and diversity emerges

Question: if the audience can choose, will they only choose for the most popular, the most mediated, the most promoted (e.g. Harry Potter)? Peter: unlikely. You need many niches to have a business Comment: possibility: trailers on website, people can vote Peter: it's a very difficult position to your audience Risk: all cinemas will go for the ‘top 10 films’ strong drive to give people "when they want to"

4.2 Educational initiatives / EducatieEducatie-initiatieven

4.2.1 Verslag van de werkgroep werkgroep Het opzetten van een gemeenschappelijk platform voor studenten, lesgevers, …een ‘education community’: het idee om online de lespakketten aan te bieden. Hierbij waren de meningen verdeeld of dit gratis ofwel betalend moet aangeboden worden. Hoe zou dit verlies aan inkomsten dan gecompenseerd worden? Door privégeld (uit advertenties bvb) en/of door subsidies. Het online aanbieden moet nog steeds gecombineerd worden met de verspreiding van analoge lespakketten. Een ander probleem stelt zich bij het verspreiden van mogelijke ‘filmscreens’ op het net, met name de rechtenproblematiek! Educatie is een context aanbieden. Dit kan door kritische teksten, maar ook een gezellige filmzaal of het geven van een inleiding bij een film is contextualisering. Een ander voorbeeld is zelf film maken als een vorm van educatie (rolverwisseling). Educatie-initiatieven hebben een filterfunctie. Hierbij is het van belang dat er een vertrouwensband bestaat met de gebruiker. Een zekere autoriteit is noodzakelijk om gezien te worden als ‘selectie maker’. “Wat is uw brand?” Educatie is het aanbieden van een ‘nieuwe ervaring’. (cinema is ‘experience’) Informele educatie stelt zich meer en meer tegenover de klassiekere educatievormen.


26

‘Education on demand’: een heel interessant idee om lespakketten op maat van de gebruiker aan te bieden. De gebruiker (kinderen) als onderdeeltje van het filmproces of van het educatieve proces zien. Ze actief inschakelen door input en feedback te vragen over bepaalde films. Of door filmrecensies van de kinderen online te plaatsen, filmratings, filmkritiek, … Zelf een film maken als een educatievorm.

Waar willen we staan over 10 jaar? - moet geïntegreerd worden in het curriculum - er moet een soort audiovisueel ‘bewustzijn’ ontstaan - interactieve websites: zowel gratis als makkelijk toegankelijk - nadruk op de filterfunctie - meer werk maken van de verpakking: de inhoud is op een hoog niveau, maar de presentatie niet (we verkopen ons te weinig in vergelijking met bvb de Nederlanders) - gebruiksvriendelijker - expertise databank - onderwijs en media coaching - databank met ‘who is who’

4.2.2 Plenaire discussie Question: new educational opportunities you don't only communicate with schools, also with teachers what is line between free time and educational time on school?

Peter: UK: kinderen van 12 hadden nog nooit film gezien, ze waren gewoon films in stukjes te zien mensen produceren veel informatie over film en het is allemaal 'free' (vb imdb) internet: cheap and free. social aspect is important it's extremely difficult for the moment getting the film = easy / going to the cinema = easy / informal and formal is blurred (problem: teachers are trusted sources) integration in the curriculum of schools integration of media in classrooms: train the teachers to use media / the internet

Peter: lot of copyright issues: big differences between what has to happen / what is happening gap between what schools want to do and what they can do (government) also problem with industry


27

4.3 Festivals

4.3.1 Verslag van de werkgroep Deelnemers: Marc Boonen (Open Doek), Wim De Witte (Filmfestival van Vlaanderen – Gent), Karen Vandenrydt (Anima), Frank Moens (Internationaal Kortfilmfestival, Docville), Iris Verhoeven (Europees Jeugdfilmfestival), Chris Orgelt (Brussels Internationaal Festival van de Fantastische film), An Seurinck, Ine Vos Besproken punten: -

-

-

-

-

-

1

De festivals willen investeren in het worden/blijven van de ‘trusted trusted source’. source’ Hierin willen ze evolueren van een gatekeeper naar een ‘taste keeper’. keeper’ Hiervoor kunnen ze een beroep doen op hun kennis en opgedane ervaring, ervaring en is een blijvende sterke profilering nodig, en wordt er ingezet op de meerwaarde van de festivals. De exclusiviteit van festivals zal in de toekomst verminderen, dus de focus komt de liggen op andere vormen van meerwaarde: meerwaarde - kwaliteitsvolle selectie van films én het creëren van een context errond – hiervoor zijn mogelijkheden tot samenwerking met verschillende media1 - evenenementsgehalte en extra randactiviteiten (Q&A’s,…) - groepsgevoel, sociale activiteit, deel uitmaken van de ‘buzz’, de ervaring - het ‘kwaliteitslabel’ dat ze dragen als ‘trusted source’ Het profiel van een festival bevindt zich op verschillende niveaus – en hierin is een balans nodig: - Naar de professionals toe; - Naar het brede publiek toe. De succesfactoren voor een festival zijn dan ook afhankelijk van het referentiepunt: - Voor professionals zijn andere aspecten van een festival belangrijk (vb. sterke inhoudelijke keuze, accrediteringssysteem); - dan voor het bredere publiek (vb. aantal avant-premières). Geloofwaardigheid bij professionals wordt ook vaak opgebouwd binnen een internationale context, terwijl het voor het bredere publiek eerder over een lokale positionering gaat. Hiertussen bestaat er dus een bepaalde verhouding. Een belangrijk aspect waar festivals meer aandacht moeten aan besteden – zich meer bewust van moeten zijn, is de samenstelling van hun publiek: publiek er is een balans tussen enerzijds de industrie, de professionelen, en anderzijds het brede publiek. Accreditatiesystemen hebben hier ook mee te maken. De kennis over hun publiek is nog relatief klein, en de feedback mogelijkheden voor het publiek zijn nog beperkt – dit gebeurt vaak informeel. De festivals zijn zich bewust van de mogelijkheden die het internet biedt (o.a. voor de communicatie naar specifieke doelgroepen (senioren, etnische groepen, holebi’s, medioren,…) , het oprichten van communities,…), maar beseffen ook dat ze nog onvoldoende gebruik maken van dat potentieel. Creativiteit is nodig. - Zo werden o.a. alternatieve vormen van programmering besproken: - Men vervangt vaker de fee die men voor een film moet betalen, door het uitnodigen van een gast m.b.t. die film. Op die manier kan er in de vorm van Q&A’s e.a. een meerwaarde/een extra context geboden worden. Vb. The morning forest (Open Doek): samenwerking met Filmkrant & Filmmagie.


28

Decentralisatie: Decentralisatie vb. een deel van het programma gelijktijdig op verschillende plekken (geografisch) tonen2 - Online beschikbaarheid van materiaal na het festival, onder andere om een antwoord te bieden op het Martini-principe ‘give it to them, anywhere, anytime, and anyhow they want’3. - Prijsmechanismen: ook hier zijn verschillende mogelijkheden: dagpassen, vijf- of tienrittenkaarten, verschil tussen namiddag- en avondvoorstellingen, …. Dit staat in verband met het accrediteringssysteem dat gebruikt wordt. Festivals spelen een belangrijke rol voor filmmakers, filmmakers en dit zal in de toekomst nog toenemen. Ze geven namelijk aan filmmakers en aan de film een extra/alternatieve mogelijkheid zich te profileren. De observatie is dat grotere festivals langzaam evolueren (zij profiteren vooral nog van het ‘oude systeem’), en dat de echte vernieuwingen vernieuwing en eerder plaatsvinden bij kleinere festivals. festivals Er bestaat een spanning tussen het evenementiële en temporele van een festival enerzijds, en een permanentere – jaarwerking anderzijds. De jaarwerking laat toe om ook doorheen het jaar verder te bouwen aan bekendheid en aanwezigheid, maar is niet altijd even evident, omdat (vooral kleinere) festivals vooral een beroep doen op tijdelijke werkkrachten, die niet gedurende een volledig jaar ingeschakeld kunnen worden. - Een interessant initiatief m.b.t. permanente beschikbaarheid beschikbaarheid van films ook na/buiten de festivals, is een samenwerking met lokale bibliotheken. bibliotheken In het bibliotheekdecreet kan de regel m.b.t. 1 per inwoner vb. gebruikt worden voor beschikbaarheid van audiovisueel materiaal in de bib.4 - Een andere mogelijkheid voor permanente werking, is een link leggen met een cinema, cinema waar doorheen het jaar voor programmering gezorgd wordt.5 Om tot een sterkere profilering te komen, zijn (extra) middelen nodig. Hiervoor wordt o.a. (maar niet alleen) naar de overheid gekeken. Om mogelijke stakeholders te overtuigen, moet de boodschap sterk gebracht worden. Er is dus nog werk aan de winkel! -

-

-

-

-

4.3.2 Plenaire Plenai re discussie What role can festivals play in the future for filmmakers? Festivals can become an alternative to profile them. Big festivals evolve slowly Experiment: more in small festivals (but less money) balance between professionals and general audience (profiling is different) balance between local and international profiling is needed Lot of strengths because of the event value, but they need a lot of inspiration 2

Vb. Nordisk Panorama 5 cities film festival, www.nordiskpanorama.com www.withoutabox.com is een online instrument dat hierbij van hulp kan zijn, het is een soort ‘dating service’ die o.a. rechten klaart, ten dienste van filmmakers, festivals,… www.reelport.com is gelijkaardig (o.a. voor kortfilms): rights clearance, encoding and digital delivery services. 4 Open Doek en Zebracinema hebben hier al ervaringen mee. 5 Vb. Fonk in Stuk (CinemaZed), Open Doek in Utopolis Turnhout, ook Anima experimenteerde hier al mee,… 3


29

tension between permanent programming and temporary: search for balance there are more and more alternative ways: e.g. guest who can meet the public

Peter: festivals: social events Cinemas come close to film festivals because they program more in formats of minifestivals from an exhibition side: you open an open door digital system can help: profile with industry / profile with audience there is so much content being made, each cinema can only carry 500 films a year mismatch between what distribution can take / cinemas can make there is a role and opportunity for festivals there! festivals can offer opportunity to filmmakers: visibility is very important for filmmakers: more profile, people can give feedback... can meet the filmmakers there are too many films: festivals can pick them up Networking across similar businesses! really interesting link! technology to build and to achieve it 4.4 Magazines / tijdschriften

4.4.1 Verslag van de werkgroep Deelnemers: Jensen Dehaes, Dirk De Wit, Greet Halsberghe, Freddy Sartor, Jef Laenen, Stoffel Debuysere Tijdschriften staan onder druk om verschillende redenen - consumenten gebruiken andere media om hun filmkeuze te maken die gratis zijn en digitaal - de aandacht voor arthouse, betere film en vernieuwing vermindert tijdens het jaar en in de reguliere werking en verplaatst zich naar festivals die zelf gids spelen in een rijk festivalaanbod - de professionele filmjournalistiek en kritiek staat onder druk omdat er zoveel blogs, forums en communities ontstaan waarbij leden onderling informatie en waardering uitwisselen over datgene wat ze gezien hebben (online of in de zaal) en wat men elkaar aanraadt. Tijdschriften zouden wel eens kunnen verdwijnen maar daar gaan we in de werkgroep niet van uit. Vraag is wat de plaats en meerwaarde kan zijn van de professionele filmjournalistiek in dit veranderende medialandschap, welke vorm die best aanneemt, welke rol men wil vervullen en welke businessmodellen men zou kunnen hanteren? Welke kansen biedt digitaal voor tijdschriften: a. Makkelijk beschikbaar voor gebruikers: gebruikers bekijken vandaag meer dan ooit audiovisuele content maar ze worden niet alleen bediend door de bioscoop maar vooral door andere media zoals televisie, dvd en internet. Dat publiek kan je bereiken


30

door als tijdschrift ook content digitaal aan te bieden en ervoor te zorgen dat die tijdschrift content in digitale vorm ook onder de aandacht van dat publiek komt. b. Verbinden via aggregatie en repositories: repositories de content van filmtijdschriften zou kunnen verbonden worden met de content over film waarover andere spelers beschikken en die complementair is: allianties tijdschriften, kranten televisie. Zo kan een tijdschrift een kritisch artikel hebben over een film, televisie kan een interview hebben met de regisseur en de krant weer ander materiaal hebben over die film. Zo’n koppeling is voor de gebruiker interessant omdat je uit meerdere bronnen kan putten. Zo’n alliantie is voor tijdschriften interessant omdat via grote media als radio, televisie of krant een tijdschrift meer bekendheid en groter bereik krijgt. Voorbeeld: cahiers du cinema ging alliantie aan met Le Monde (en Le Monde beschikt over een zeer degelijk content management systeem) cinema.nl is een samenwerking tussen VPRO, NRC-Handelsblad en tijdschrift --mogelijke link met Cinebel: Cinebel trekt zeer veel publiek en het zoekend publiek zou ook artikels kunnen aangeboden worden bij het zoeken c. Verbinden via tijdelijke samenwerkingen: samenwerkingen een tijdschrift kan samenwerken met een festival: bepaalde films diepgaand bespreken en dagelijks een krant verzorgen die ook online beschikbaar is (content van tijdschrift online koppelen met de website van een festival) d. Sociale functie (actieve participatie) en localiteit: localiteit een tijdschrift is nu opgehangen aan films die aan publiek worden aangeboden via distributie en exploitatie (zaal, televisie, dvd), maar je zou een tijdschrift ook kunnen zien als een platform dat mensen (professionelen, filmliefhebbers en fans) samenbrengt die in hetzelfde geïnteresseerd zijn. Dat betekent dat je die verschillende soorten participanten ook een plek moet geven en zichtbaar en vindbaar moet maken. Een digitaal platform van een tijdschrift biedt die mogelijkheid om zowel professionelen als actieve gebruikers ruimte te geven om te schrijven. Tijdschriften experimenteren met die actieve participatie die gekoppeld wordt aan de artikels die wordt aangeleverd van professionele critici. Voorbeeld: Rotten tomatoes www.rottentomatoes.com; een commerciële Engelstalige website met informatie en recensies over films en computerspellen. Rotten Tomatoes werd in 1998 opgericht en in 2004 door IGN Entertainment overgenomen. In september 2005 werd IGN door Rupert Murdochs News Corporation gekocht. Een festival vormt een goede gelegenheid om die actieve participatie tijdelijk te stimuleren omdat een festival ook filmliefhebbers fysiek samenbrengt op een bepaalde plek: jonge journalisten of actief publiek kansen geven om de films die ze hebben gezien te bespreken op een online forum en te koppelen met de bestaande professionele artikels. Het verlevendigt een festival, het geeft een impuls en zichtbaarheid aan de professionele artikels en verbindt de filmliefhebbers die zich vooral op festivals manifesteren aan het tijdschrift (publiek dat men in print vorm dreigt te verliezen). e. Locale functie: functie elk tijdschrift is ook locaal ingebed: naast aandacht voor de internationale filmproductie, ook aandacht hebben voor de locale productie en zelfs voor semi-professionele werken die behoefte hebben aan aandacht en bespreking. f. Digitaal archief: archief eens artikels gepubliceerd kunnen ze digitaal beschikbaar worden in een online archief en via gestandaardiseerde metadata ook doorzoekbaar worden op grote schaal: ook op die manier kunnen lezers op een eerder toevallige wijze in contact komen met het blad, zonder het te kennen, door te zoeken op een titel of regisseur en zo ook bij een artikels van het blad over die film of regisseur.


31

Een archiefwaarde met wereldwijd potentieel veronderstelt gebruik van andere talen zoals engels en Frans. Dit kost geld. g. Trusted resource resource / gids in een overaanbod aan films in zalen en online: professionele journalisten kiezen films, bespreken die en geven zo advies aan publiek welke nieuwe creaties de moeite waard zijn h. Dialoog maker publiek: filmmakers hebben dikwijls behoefte aan feed-back: hun films worden door duizenden toeschouwers gezien maar dat blijft een anonieme massa. Een digitaal platform van een tijdschrift biedt die mogelijkheid en sommige makers kunnen interesse hebben om daar actief aan deel te nemen. Conclusie: digitaal kan je meer publiek bereiken en artikels langer onder de aandacht houden en beschiknaar maken. Welke nieuwe businessmodellen bestaan er om content toch gratis aan te bieden? Tijdschriften financieren hun werk momenteel op basis van verkoop en advertenties (voor de commerciële initiatieven) ofwel op basis van subsidies aangevuld met verkoop en advertenties. Als de content ook gratis online staat, zal de verkoop dan niet teruglopen? - een deel gratis aanbieden en een deel van de artikels enkel in print en pas een jaar later in online (gratis) archieven - online content complementair maken aan de artikels die in printvorm verschijnen: extra artikels waarvoor in het blad geen plaats is, content van actieve gebruikers enz - de allianties met organisaties zoals cinebel of kranten laten betalen door de distributeurs (telkens iemand via een artikel een ticket koopt gaat een percentage naar tijdschrift) - grote media zoals kranten of omroepen hebben ook content nodig om grote publiek aan te trekken: daar kan een businessmodel op gebouwd worden - ondanks digitaal zullen professionele gebruikers nog steeds graag een tijdschrift ontvangen in print vorm - abonnementen voor print kunnen ook regelmatig extra’s krijgen zoals een DVD, een publicatie enz, zodat het nog steeds aantrekkelijk wordt om een abonnement te nemen

4.4.2 Plenaire discussie Peter: Filmmagie until now not online static newspaper: not what we used to, this is not the world we are living in online: more fluid (archive, content added) most people want content, everybody is hungry for content (also festivals, distributors) collaboration with festivals and cinemas is interesting they don't want to read a synopsis over and over again people are interested in it: where can I see it? / where can I find it? it's difficult to find it out for people (audience) : this is a link + you get money for that citizen journalism is another link, especially in festivals 24h/24 much more fluid, much more interaction online magazines: they can promote events (the social side of it): bridge between the two only powerful if they move to the digital age


32

Comment: film magazines can organize lectures... huge potential in this stuff! 4.5 Distribution / distributie

4.5.1 Verslag van de werkgroep Probleem: de digitale beschikbaarheid dreigt distributeurs overbodig te maken. Publiek consumeert veel meer thuis en individueel, scholen zijn minder geneigd om rechten te betalen omwille van educatief kader, er zijn minder en minder schermen, televisie en telecoms bieden zeer divers aanbod aan. Kleinere distributeurs vinden geen schermen meer. Oplossing: Oplossing de enige oplossing is dus digitaal voor een distributeur: over een digitaal aanbod beschikken voor zalen en individuele consumptie. Distributeurs als kenners van de locale markt: distributeurs zullen die markt nog veel beter moeten leren kennen om zo noodzakelijk te blijven. Welk businessmodel? Inkomsten zullen steeds lager worden, kosten verminderen omdat er geen prints moeten gekocht worden maar kosten voor betalen van rechten, ondertiteling en marketing blijven. Businessmodellen: extra diensten aanbieden en daarvoor laten betalen (bijvoorbeeld prints maken van zeldzame kopies en die versturen) Voorbeeld : Prelinger archief www.prelinger.com

4.5.2 Plenaire discussie Peter: access will not be an issue: films are online awareness is not an issue no distributor who promotes the film meer mond aan mond reclame: genoeg om film gepromoot te krijgen online distribution will not be on the digital territory relationship between filmmakers and distributors


33

5. FollowFollow-up of this workshop BAM will make report. Other activities work visits (BAM) conference on digital projection and investment issues concerning smaller cinemas and smaller films (models in UK, NL, Belgium) informal meeting UK - Belgium feasibility study: VOD - platform: is it an option or is it too expensive


34

6. Conclusion Peter Buckingham The workshop was a fascinating insight into the opportunities and threats that digital poses to every part of the film business. The openness’s and willingness of the participants to really look at these was a huge factor in the success of the workshop. If I was to try and summarise what is an extremely opaque area it would be as follows. Businesses are likely to be more open in their structure and communications with their audiences than they are at present, This seems to be an essential move to take advantage of what digital offers in the way of audience participation and engagement in the offer being made. For example audiences in a cinema’s catchment area may well have a much bigger voice in what is being shown than they do at present. Organisations will become more open and fluid in what they offer and how they offer by opening up their systems and empowering their customers. The digital experience for consumers cannot match real social events. They can enable them to happen much more easily but obviously cannot duplicate them in cyberspace. Organisations that are cantered around people gathering together (cinemas, festivals) therefore need to build in that event status much more to emphasise the power of the physical experience around film and film events (e.g. Q&As) Partnerships with other organisations that build on strength (festivals and cinemas) or add to a missing opportunity (Online magazines and organising live film events) seems a natural way forward. The trick is to find the common theme that exploits and builds on digital and/or increases the offer of a non digital part of the consumer offer.


35

Report workshop Peter Buckingham Brussels, deburen, July 3, 2008

Recommend Documents