Reisverslag Zimbabwe, augustus 2015 SPOTS ondersteunt diverse cheetah projecten waaronder het Cheetah Conservation Project Zimbabwe (CCPZ). Afgelopen augustus ging ik bij hen op werkbezoek. Het doel van zo’n werkbezoek is meerledig. Het geeft je een goed beeld waar de betreffende organisatie mee bezig is en of jouw sponsoring dus zinnig is. Maar het geeft je ook een idee van het werkveld. Wat zijn de problemen, wat zijn de successen, wat zijn de dilemma’s. Dat maakt dat een werkbezoek niet altijd gemakkelijk is. Ik besef door zo’n bezoek altijd weer hoe complex natuurbescherming is. En dat maakt soms moedeloos. Verdrietig. Hieronder volgt het reisverslag zelf waarbij ik vooral inzichtelijk probeer te maken wat het Cheetah Conservation Project Zimbabwe nu precies doet. In een aantal blogs later dit jaar, zal ik mijn persoonlijke over mijmeringen proberen weer te geven naar aanleiding van deze maar ook eerdere werkbezoeken, die te vinden zijn op ons Tumblr kanaal, http://stichtingspots.tumblr.com/ Wandelen met leeuwen
Esther en Hans, oprichters van het CCPZ, wonen in Victoria Falls. Daar vlakbij gelegen ligt Lion Encounter. Dat weer onderdeel uitmaakt van Alert. Deze organisatie biedt op diverse plaatsen in Afrika een zeer gewilde excursie voor toeristen aan. Wandelen met leeuwen. Ook als vrijwilliger kun je hier aan de slag. Via Activity International betaal je hiervoor maar liefst EUR 1595,- voor twee weken, vliegticket niet inbegrepen……. Alert stelt dat zij middels een fokprogramma, de ernstig bedreigde leeuw helpt. Dat doet ze aldus Alert door leeuwen te fokken (of uit Zuid Afrika te halen) en deze via een 4 fase stappenplan, klaar te stomen voor een leven in vrijheid. Stap 1 is de fase waarbij de leeuw met mensen gaat wandelen. Dat kan tot pakweg 2 jaar. Dan is de leeuw, aldus Alert, klaar om een fase verder te stromen. Meer waarschijnlijk is dat de leeuw vanaf deze leeftijd te gevaarlijk wordt om in nabij contact met mensen te staan. In fase 2 gaan de leeuwen naar een gebied waar ze al enigszins voor zichzelf moeten zorgen. Er is geen contact meer met mensen. De leeuwen zullen zich hier voortplanten en deze leeuwen zijn dus niet gewend aan mensen. In fase 3 gaan de leeuwen naar een nog groter leefgebied om nog verder te wennen aan een komend leven in vrijheid. In fase 4 zouden de leeuwen uitgeplaatst worden in het wild.
SPOTS heeft heel veel bezwaren tegen dit programma en lobbyt al jaren actief bij de reiswereld om dit soort excursies niet in het reisaanbod op te nemen. Enkele van de belangrijkste bezwaren die SPOTS heeft zijn: -
-
-
-
De leeuwen van fase 1 worden al op hele jonge leeftijd, maximaal een paar weken oud, bij hun moeder weggehaald. Om de dieren zo te laten wennen aan mensen. Zo’n vroege scheiding is volstrekt onnatuurlijk en zelfs traumatisch voor zowel moeder als welp Wij vragen ons af wat de meerwaarde is van mensen als de dieren op een gegeven moment naar een volgende fase moeten doorstromen. Er zit geen enkele meerwaarde in dit contact met de mens. Behalve dan dat het veel geld oplevert voor Alert zelf Alert bestaat al meer dan 10 jaar en er zijn meer dan 100 leeuwen gefokt. Maar er is er nog niet 1 uitgeplaatst. Nog sterker, de meeste leeuwen zitten nog in fase 1 en slechts enkelen in fase 2. De leeuw wordt gezien als een zeer gevaarlijk dier. Mensen tolereren dit dier eigenlijk alleen in Nationale parken. Daar zitten al leeuwen. Je kunt niet onbeperkt leeuwen uitplaatsen in 1 gebied. Er is simpelweg de ruimte niet voor. En helaas, het aantal natuurparken is beperkt…..
Wij zijn van mening dat als je natuurbescherming echt als uitgangspunt hebt, je dan allereerst een proef zou nemen met een groep leeuwen. Om te kijken of en hoe zij het zouden overleven in het wild. Het systematisch fokken van leeuwen zonder er 1 uit te plaatsen, duidt op een commerciële insteek. In onze ogen is Alert en diens dependances dus een knuffelfarm. Plaatsen waar je als toerist in nabij contact kunt komen met vooral jonge dieren. En waar je mee kunt knuffelen, wandelen, mee op de foto kunt. Een knuffelfarm kenmerkt zich doordat er steeds wisselende dieren zijn waarmee toeristen en vrijwilligers, contact hebben. Meer info over knuffelfarms: www.knuffelfarms.nl Ik bezoek bewust knuffelfarms tijdens mijn reizen in Afrika. Ik doe dat ‘incognito’. Omdat ik echt wil horen wat aan de toerist/vrijwilliger verteld wordt. Lastige is dat steeds meer knuffelfarms SPOTS volgen. Bijvoorbeeld op onze social media. Dat maakt een bezoek door mij ook steeds lastiger. Zoals gezegd; ik wil juist zonder vooraankondiging op bezoek gaan omdat ik anders wellicht een ander/mooier beeld te zien krijg. En rond begeleid wordt door de directeur zelf. Tijdens mijn bezoek aan Lion Encounter had ik mezelf dus ietwat ‘vermomd’ met pet en grote zonnebril. Toch keek onze begeleider mij aan en zei ‘you look familiair, I think I know you’. Wat mij opviel tijdens mijn bezoek: -
-
Ik deed mee in de ochtendwandeling. Daarbij waren 13 mensen die werden opgedeeld in twee groepen. De prijs die je betaalde voor deze wandeling was maar liefst USD 120. Dat is dus in 1 wandeling maar liefst USD 1560. Als in de middagwandeling hetzelfde aantal mensen deelneemt komt dat op een bedrag van USD 3120 op een dag. Nu geloof ik best wel dat er minder goede dagen zijn maar laten we ervan uitgaan dat in de hoogseizoen maanden, mei t/m september, maandelijks zeker twee wandelingen georganiseerd kunnen worden. Dat geeft dus een gemiddelde opbrengst van USD 93.600 per maand x 5 = USD 468.000 in 5 maanden……. Aangezien er meerdere dependances zijn is het big business. Naast deze dagtoeristen zijn er heel veel vrijwilligers die minimaal USD 500 per week betalen om op zo’n dependance te werken. Er is nog nooit een leeuw uitgeplaatst in het wild. Als je vraagt waarom dit niet gebeurt is de verklaring dat ze nog in de ‘fundraising’ periode zitten. Alert stelt dat door negatieve pr, zoals door organisaties als SPOTS, er minder toeristen en dus minder geld binnenkomt. Raar verhaal in mijn ogen als je al 10 jaar bestaat en al snel minimaal USD 468.000 op 1 dependance jaarlijks verdient.
-
-
-
-
-
Het verhaal is ‘gelikt’. Er wordt op jou als toerist/vrijwilliger een enorm appèl gedaan. Er wordt uitgelegd dat de leeuw onder druk staat, met uitsterven wordt bedreigd en dat zijn allemaal dingen die kloppen. Door hun project te bezoeken, doe je enorm goed werk, aldus Alert, want je zorgt ervoor dat fondsen vrijkomen om leeuwen terug te plaatsen. Zo wordt knuffelen/wandelen met leeuwen dus gelegitimeerd. 1 van de twee leeuwen waarmee we wandelden, kwam uit Zuid Afrika. Zeer verdacht want dit dier komt dus hoogstwaarschijnlijk van een leeuwenfokkerij die een vaak directe band met canned hunting hebben Tijdens mijn bezoek werd opeens gesproken over een 3 fase project. Verklaring Lion Encounter/Alert: door ervaring waren ze wijzer geworden en moeten plannen soms bijgesteld worden. Fase 3 wordt nu overgeslagen. Op de website wordt echter nog steeds gesproken over een 4 fase aanpak. Op zich zou het niet raar zijn als ze inkorten tot een fase 3 ipv 4. Het wordt namelijk erg ongeloofwaardig dat je reeds 10 jaar bestaat, meer dan 100 leeuwen gefokt hebt maar er nog niet 1 leeuw in fase 3 of 4 zit….. In het bezoek van mij werd geclaimd dat ze op korte termijn willen stoppen met het wandelen met leeuwen. Ik weet niet of dit zo is, maar zelfs al zouden ze morgen stoppen. Why not: ze hebben er inmiddels genoeg geld aan verdient….. Je kunt hier niet alleen wandelen met leeuwen maar ook worden olifantenritjes aangeboden
Het verhaal is sterk en zit marketing technisch goed in elkaar. Na afloop van de excursie kun je zelfs een dvd kopen met daarin gemonteerd beelden van jouw wandeling. Hiervoor betaal je USD 30. Als je in Zimbabwe met de lokale bevolking praat over dit project, zijn ze allemaal duidelijk. Dat het een onzin verhaal is alleen bedoeld om toeristen en vrijwilligers geld uit de zakken te kloppen. Voor mij persoonlijk is zo’n bezoek een beproeving. De leeuw is voor mij 1 van de meest krachtige dieren. Die met respect behandeld zou moeten worden. Dat de koning der dieren verworden is tot een ‘aai object’, dat raakt me iedere keer weer tijdens een bezoek aan knuffelfarms.
Cheetah Conservation Project Zimbabwe (CCPZ) SPOTS heeft dit project in 2014 ondersteund middels een donatie van EUR 7500,-. Met deze fondsen kon het CCPZ haar veldwerk naar cheetah aantallen in Zimbabwe voltooien en cameratraps kopen.
Het CCPZ is opgezet door Esther van der Meer en Hans Dullemont. Een Nederlands echtpaar dat al jaren bekend is met Zimbabwe omdat ze eerst gevestigd waren bij het Painted Dog Project (wilde honden) waar ze onderzoek aan Afrikaanse wilde honden deden. Omdat niemand in Zimbabwe aan cheetah's werkte besloten ze in 2012 een cheeta stichting op te zetten, Cheetah Conservation Project Zimbabwe (CCPZ). Daarbij werd de allereerste doelstelling achterhalen hoeveel cheetah’s er nu eigenlijk leven in Zimbabwe. Dat was namelijk onbekend. Aantallen varieerden van 400 tot 1500. Inzicht krijgen in de aantallen cheetah’s is essentieel. Omdat je dan pas weet waar de meeste cheetah’s leven en wat je vervolgstappen moeten zijn. Esther en Hans besloten het gedegen aan te pakken. Zimbabwe werd opgedeeld in drie stukken, zie afbeelding links. Via de autoriteiten werd toestemming gevraagd om in deze gebieden onderzoek te mogen doen naar de aantallen cheetah’s. Dit wilden ze inzichtelijk krijgen middels interviews met de lokale overheden, nationale parken, de lokale bevolking, safari guides en jagers. Dit alles werd ondersteund door mensen actief op te roepen cheetah sightings te melden. Het klinkt wellicht simpel zo’n onderzoek maar dat was het zeker niet. Om een onderzoek zoals dit te kunnen uitvoeren, heb je allereerst toestemming en de nodige permits nodig van de overheid. Zeker als ‘buitenlander’ is dat geen sinecure.
Daar moet je voor leuren en veel engelengeduld voor hebben. Met regelmaat moesten Esther en Hans dan ook afreizen naar Harare, de hoofdstad van Zimbabwe, om de nodige formulieren te kunnen bemachtigen. Daar gingen soms maanden overheen……. En elk jaar is het weer de vraag of hun permits verlengd worden. Het wiel uitvinden Wat Esther en Hans gedaan hebben, is ongeëvenaard op cheetah gebied en wellicht wel op natuurbeschermingsgebied. Er is geen enkele cheetah organisatie die op deze manier in kaart heeft gebracht hoeveel cheetah’s er leven in hun land. Er zijn schattingen per land over aantallen maar nog nooit eerder is een organisatie zo grondig te werk gegaan als het erom gaat inzichtelijk te krijgen hoeveel cheeta’s er in een land leven. Esther en Hans worden daar nu dan ook om geroemd. Nu wel maar vooraf hadden veel mensen een beetje een lacherige houding. “Hans en Esther, met hun wilde plannen”. Wat volgde is een drie jaar lange reis door Zimbabwe heen waarbij Hans en Esther drie jaar zo goed als gebivakkeerd hebben in een tentje op de meest vreemde plaatsen. Afbeelding: Esther en Hans bivakkeerden praktisch drie jaar lang in een tent voor hun onderzoek
Eenmaal de juiste papieren op zak, gingen Esther en Hans dus op pad. Trekkend van gebied tot gebied, pratend met allerlei mensen. En daarbij alle ellende van het land zien, de impasses, de (on)mogelijkheden. De dilemma’s. Beiden geven aan in eerste instantie ook maar gewoon wat gedaan te hebben. Geen idee hebbend wat het ze allemaal zou brengen. Ergens beginnen, het wiel uitvinden, en vervolgens ondervinden dat het toch anders moet. Hans geeft nu ook aan dat dit eens maar nooit weer was. En daar kan ik me iets bij voorstellen. Je ziet een land en de toekomst van wildlife in al zijn grauwheid. Ten positieve: deze trip heeft Hans en Esther enorm veel contacten en kennis opgeleverd. Daar worden ze door collega’s en autoriteiten ook om gewaardeerd. Niemand eerder heeft dit land zo uitgekamd en ondervonden als zij. En middels hun contacten hebben ze een netwerk gecreëerd, belangrijk om je werk goed te kunnen uitvoeren. Afbeelding: tijdens hun onderzoek werden vele mensen geïnterviewd
Zimbabwe Zimbabwe was ooit een welvarend land. Tot er in het jaar 2000 door President Mugabe een landshervormingsprogramma werd doorgevoerd. Land van veel blanke boeren werd hierdoor onteigend met als motivatie dat deze zou worden teruggegeven aan de zwarte bevolking. De zwarte werkkrachten die jarenlang op de landerijen gewerkt hadden en over deskundigheid beschikten, werden net als de blanke boeren met geweld van het land verjaagd.
De verworven landerijen werden verdeeld onder vrienden en politieke bondgenoten van Mugabe, de paar arme zwarte Zimbabwanen die een stuk land bemachtigden kregen niets dan onvruchtbare, nutteloze stukken grond. Nadat de blanke boeren verjaagd waren, kwamen de akkers door ontbrekende expertise en de onwil om te investeren in de landbouw, al snel braak te liggen. Door de onkunde, het gebrek aan investeringen en de aanhoudende droogte in Zimbabwe verwilderden de meeste akkers snel, de agrarische productie stortte volledig in. In 2007 was 90% van het vee en wildlife in voorheen door blanken beheerde wildparken omgekomen door droogte, voedselgebrek en vooral stropers. Doordat er geen landbouw meer was, dienden de dieren als voedsel en handelswaar. Dit lot trof ook de wilde dieren in Zimbabwe, de wildstand in Zimbabwe was in 2007 al met zeker 60% afgenomen. Door het instorten van de agrarische sector steeg de werkloosheid tot bijna 85% en ontstond er een hongersnood. Kritiek op Mugabe is niet mogelijk, iedereen die commentaar heeft op het regime werd en wordt hardhandig de mond gesnoerd. Tijdens mijn reis ervaar ik de impact op dit alles op de bevolking. Ik praat met ‘blanken’ die hardhandig van hun land verwijderd zijn. En ik praat met de ‘zwarte’ bevolking. Een van hen verteld me over de bedreigingen tijdens de verkiezingen. En zegt ‘don’t think we like Mugabe. We are just afraid’. Het is triest de hardheid van de blanke bevolking te ervaren. Het merendeel van de blanke bevolking is reeds uit Zimbabwe vertrokken. Degene die zijn achtergebleven zijn, althans degene die ik sprak, cynisch. Murw. Ze zijn het vuur verloren om te vechten, om dingen te willen veranderen en verschansen zich liever op een eiland van cynisme. Wellicht nog triester is het om te ervaren dat de zwarte bevolking ook helemaal niets is opgeschoten met de veranderingen doorgevoerd door Mugabe. De meeste banen, als je er al 1 kunt krijgen, worden vergeven aan vriendjes van de regeerders. Dus hoe hard je ook studeert, hoe hard je ook je best doet. Het maakt niet uit. Zolang je niet in de ‘inner circle’ zit, zul je niet hogerop komen. En om in die inner circle te komen, moet je vooral geen principes hebben. Zo gaat er een verhaal rond dat een belangrijke sleutelfiguur in het departement dat over wildlife gaat, gedwongen werd om een aantal dieren aan te leveren. Die zouden gevangen moeten worden uit het wild en vervolgens naar, ja naar waar, gebracht worden. Dat was haar opgedragen door hogere officials. Ze weigerde met als resultaat dat ze haar baan verloor. Dit alles leidt tot desinteresse en corruptie. Want je moet toch op een of andere manier zien te overleven en aan je geld zien te komen. De bevolking lijdt maar ook wildlife lijdt. Wildlife bungelt onderaan de prioriteitenlijst van de bevolking; het is hoogstens een bron van inkomsten of voedsel. En wie kan het ze kwalijk nemen…….. Ik heb dit al eerder ervaren in mijn werkbezoeken in andere landen maar het raakt me ook nu weer. De desinteresse van veel mensen. De onwil om net dat stapje extra te zetten. Zo vroeg ik bij aankomst in Mana Pools bij de receptie of ik een voucher kon kopen om zo op internet te kunnen. Er werd mij verteld dat het internet kapot was. Iemand was nu op weg naar de hoofdstad om dit te laten maken. Nee, ze hadden geen idee wanneer die persoon terug zou komen. Misschien maandag, misschien dinsdag, misschien……. Uiteindelijk ging ik een week later weg en was er nog steeds geen internet. Maar het eigen personeel kon wèl op internet. Hangend op bankjes zag je ze surfen op Facebook. Een ander voorbeeld is het onderzoek in Mana Pools, waarvoor ik o.a. naar Zimbabwe was gereisd. Je zou toch denken dat een Nationaal Park blij wordt van zo’n onderzoek. Het maakt inzichtelijk hoeveel dieren er in je park leven. En je hoeft er verder niets voor te doen, anderen doen het onderzoek voor je. Het is dan ook moeilijk te bevatten dat het de onderzoekers eerder moeilijk dan makkelijk wordt gemaakt. Permits krijgen duurt eeuwen. Als die dan geregeld zijn, blijkt het toch niet voldoende te zijn en moet je eerst veel tijd doorbrengen met de juiste officials om aan het onderzoek te mogen beginnen. En ook hier de desinteresse.
Zo wilde Esther graag met de verantwoordelijke van het park praten over het onderzoek. Maar hij had geen tijd en leek geen interesse te hebben. Het trof me te zien hoe Esther met een vastberaden blik toch haar laptop pakte en zijn kantoor in toog. Om hem de laatste foto’s van de cameratraps te laten zien. Als natuurbeschermer moet je hier vooral vastberaden zijn……. Dit is de werkelijkheid waarin Hans en Esther moeten opereren. Wildlife is niet echt van belang, het is dramatisch afgenomen en op de belangrijke posten op wildlife gebied, zitten vaak de verkeerde mensen. De kennis is beperkt en wellicht nog erger, de interesse is minimaal. En er is een snel groeiende bevolking die ontzettend arm is maar wel leefgebied nodig heeft. Dat soms wordt ingenomen door wildlife……. Het onderzoek en de conclusies In het onderzoek gedaan door Esther en Hans zijn enorme afstanden afgelegd en vele interviews afgenomen. Ter indicatie: in 2014, waarbij ze het Zuiden van Zimbabwe onderzochten, onderzochten Esther en Hans een gebied van 190.000 km2 en interviewden ze 691 mensen. In hun totale onderzoek om de juiste aantallen cheetah’s te kunnen achterhalen zijn niet minder dan 1214 mensen geïnterviewd. Het gaat dan om heel veel verschillende mensen: dorpshoofden, natuurpark officials, campfire staff, safari guides, jagers etc. Esther is op dit moment bezig om een rapport te schrijven met haar conclusies van het onderzoek. Dat komt volgend jaar uit. Maar een voorzichtige raming kan gemaakt worden: er leven naar schatting niet meer dan 250 volwassen cheetah’s in Zimbabwe. Dat is dus niet veel, to say the least. En dit aantal leeft vooral in de Nationale parken. Dat is een totaal andere situatie als bijvoorbeeld in Namibië waar de cheetah vooral buiten de Nationale parken leeft. Dit was ooit anders. Voor de landshervormingen in Zimbabwe leefden ook hier veel blanke boeren met commerciële farms, zoals dat nu nog het geval is in Namibië. Uit interviews die Hans en Esther hebben gevoerd, is duidelijk geworden dat er toen nog veel cheetah’s (en ander wildlife) leefden op deze stukken land. Echter toen deze boeren wegvielen, verdween ook wildlife, zoals de cheetah, in deze gebieden. Om nu alleen nog maar voor te komen in vooral de Nationale parken. Dat zorgt voor diverse problemen. De cheetah moet in dit soort gebieden concurreren met grotere, sterkere roofdieren zoals leeuwen en hyena’s. Daarnaast heeft de cheeta een enorm groot verspreidingsgebied nodig. Een Nationaal Park moet dus ook vooral groot zijn, wil de cheetah hier kunnen leven. Je wordt niet vrolijk van de geschatte aantallen per park, wat kan variëren van 3 (Matusadona) tot maximaal 15 (Mana Pools). De meeste cheetah’s leven in Hwange, een park ter grootte van Wales. Schattingen zijn dat hier ca. 30 volwassen cheetah’s leven.
Plan de campagne
Nu duidelijk is hoeveel cheetah’s er leven in Zimbabwe, moeten verdere plannen gemaakt worden. Zoals je op de kaart hiernaast kunt zien, liggen de diverse nationale parken (groen) van Zimbabwe ver uit elkaar. De parken zijn niet afgeschermd door hekwerk. Op zich is dat een goed ding. Een omheind gebied zorgt ervoor dat dieren niet langer kunnen migreren, dat kan in Zimbabwe dus wel. Maar het betekent ook dat je eerder een human/wildlife conflict kunt krijgen. Zeker als een park omringd wordt door een arme bevolking. Corridors kunnen een belangrijke uitkomst zijn voor wildlife zoals de cheeta. Zimbabwe maakt onderdeel uit van KAZA-TFCA (Kavango-Zambezi Transfrontier Conservation Area), zie afbeelding hier rechts boven. Een gebied dat zich uitstrekt over vijf landen: Zimbabwe, Botswana, Namibië, Angola en Zambia. Het gebied voegt diverse natuurparken samen zoals Chobe in Botswana en Vic Falls en Hwange in Zimbabwe alsook belangrijke gebieden zoals de Caprivi in Namibië. Hierdoor ontstaat een beschermd gebied ter grootte van zeg maar Texas. Het idee is dat dieren hierdoor beter kunnen migreren en beschermd worden. Het Cheetah Conservation Project Zimbabwe van Hans en Esther, praat met betrokkenen binnen de Kaza. Om te bekijken in hoeverre deze corridors de cheetah helpen. Het is ook duidelijk geworden middels de onderzoeken van Esther en Hans dat het zeer slecht gesteld is met de educatie in Zimbabwe over allerlei roofdieren zoals de cheetah. De perceptie van mensen op (roof)dieren is over het algemeen slecht. Ze gaan ervan uit dat roofdieren mensen eten en/of het vee doden. Dat resulteert er gelijk in dat er heel weinig tolerantie is naar deze dieren buiten de Nationale parken. Daarnaast is het ook schrikbarend te horen dat veel mensen, ook zij die betrokken zijn binnen National Parks, een slecht kennisniveau hebben. Esther en Hans deden middels hun interviews een onderzoek. Ze toonden 13 afbeeldingen van dieren met de vraag of men deze dieren herkende.
Het gemiddelde was dat men 4 à 5 dieren van de 13 herkende. Schrikbarend als je je realiseert dat veel van de ondervraagden ook quota van jacht controleren. En hoe kun je dat doen als je de dieren eigenlijk niet kent. De groep die het meeste wist van de dieren waren de jagers. Zij identificeerden 12 tot 13 van de 13 dieren goed…….. Educatie is dus een belangrijke andere doelstelling van CCPZ. Maar hoe doe je dat in een land waar benoemingen vooral gedaan worden door bevriende netwerken. En echte betrokkenheid bij wildlife dus minimaal is…… Esther en Hans proberen dit door studenten met name van het National Parks college, de toekomstige beslissingsmakers, te betrekken bij hun onderzoek. Esther en Hans investeren in educatie. Door Workshops te organiseren voor studenten, National Parks ea. Door mensen te betrekken in hun onderzoek. Zo houden ze iedere geïnterviewde voor hun onderzoek middels een update op de hoogte van de vorderingen. Belangrijk want te vaak bestaat er een kloof tussen de wetenschappers en het ‘gewone’ volk. Bruggen bouwen is essentieel en dat is wat Hans en Esther goed doen. Als je geïnterviewde mensen, die dus dagelijks te maken hebben met wildlife, kunt betrekken in jouw werk, dan is er hoop. Cheetah Sightings Gidsen, natuurpark officials maar ook toeristen worden actief betrokken bij het identificeren van cheetah’s. Ze worden opgeroepen cheetah sightings op te sturen. Hoe belangrijk dit is in het onderzoek, maakt onderstaand voorbeeld duidelijk. Op deze foto hieronder zie je cheetah generatie 1: moeder cheetah (links) in Hwange NP. Zij staat bekend onder registratienummer HNP 002. Zij heeft drie welpen waaronder de zusjes HNP 012 en HNP 013. Deze foto werd in 2011 genomen, toen het CCPZ net met haar onderzoek naar cheetah aantallen begon.
Op de foto hiernaast zie je de tweede generatie cheetah’s van dit gezin. HNP 013, is nu zelf moeder geworden van drie welpen.
Op deze foto zie je HNP 012 (generatie 2) met haar welp HNP 035 (derde generatie).
Op de foto hieronder zie je de derde generatie. De zoon van HNP 012, HNP 035. Nu dus volwassen.
Middels cheetah sightings krijg je dus inzicht in een hele familie geschiedenis…….
Onderzoek Mana Pools Reden voor mijn bezoek in deze periode was dat ik dan mee kon lopen in het onderzoek dat o.a. door CCPZ wordt uitgevoerd in het Nationale Park Mana Pools. Hier wordt op dit moment een groot sporen- en cameratrap onderzoek uitgevoerd waarbij diverse natuurbeschermingsorganisaties hun handen ineen hebben geslagen. Door middel van SPOTS kon CCPZ cameratraps aanschaffen. In totaal werden er meer dan 160 cameratraps geplaatst, zie afbeelding rechts. Deze camera’s worden regelmatig geleegd en daarnaast wordt er dagelijks een spoor onderzoek uitgevoerd. Het gebied is hiervoor opgedeeld in diverse stukken en ieder stuk wordt 3 x onderzocht op sporen. Tussen deze onderzoeken moet minimaal 24 uur zitten om zo echt naar ‘verse’ sporen te kunnen kijken. Het onderzoek moet inzichtelijk maken hoeveel dieren er leven in ManaPools. Eerder werd er al onderzoek uitgevoerd in Mana Pools en door zo’n onderzoek om de paar jaar te herhalen, kun je zien of aantallen dieren toe- of juist afnemen. Het onderzoek is te volgen op Facebook, https://www.facebook.com/manapoolssurvey2015?fref=ts Mana Pools ligt zo’n 800 km van Victoria Falls. Reizen via de snelwegen is niet een echte aanrader in Zimbabwe. Er zijn vaak politie controles die je tegenhouden met de meest onzinnige motivaties. Dus werd er via een alternatieve route gereden. We deden er ongeveer twee dagen over om Mana Pools te bereiken en tegen die tijd was mijn lichaam helemaal door elkaar geschud door de vaak slechte wegen. Mana Pools ligt in een gebied waar de Tseetseevlieg voorkomt. Deze kan slaapziekte veroorzaken. Het wordt verspreid door de beet van een besmette tseetseevlieg. Het belangrijkste kenmerk van de Afrikaanse slaapziekte is slaapzucht, een ernstig verstoord slaappatroon. Zonder behandeling is de ziekte dodelijk. Esther en Hans hadden me dit verteld en ook dat je er vrij weinig aan kon doen. Er bestaat geen vaccinatie tegen. Aangeraden wordt uiteraard allereerst voorkomen dat je gestoken wordt en om geen donkere kleding te dragen. Dat zou de dieren juist aantrekken. Op weg naar Mana Pools kwamen we bij een Tseetsee controle post. Hilarisch om te zien. Een official gaat met een vangnetje je auto rond om te kijken of je geen vliegen hebt meegenomen, per ongeluk, die hij nog kan vangen. Lijkt mij eerder een verkapte manier van werkverschaffing dan een serieuze poging de vlieg te stoppen. In Mana Pools bleek inderdaad dat in sommige gebieden, veel vliegen leefden. En hoewel ik graag een indruk wil geven van iemand ‘who saw it all’ werd ik hier toch wat hysterisch van. En zo zat ik in een auto met doorgewinterde onderzoekers spastisch om me heen te slaan om zo de vliegen van me af te slaan. Jane besloot uiteindelijk een spuitbus gif mee te nemen. Hiermee bleef ze maar rondspuiten om de vliegen te doden maar ik weet niet wat erger was. Het gif of de vliegen
Geen fijne ervaring dus maar dit diertje schijnt een zege voor wildlife te zijn. Vee is zeer gemakkelijk te besmetten door deze vlieg en dus kan vee niet in gebieden gehouden worden waar deze vlieg leeft. Dat geeft wildlife dus de ruimte die het nodig heeft, niemand wil hier wonen……. Hans en Esther, die ik eerder al in Nederland ontmoet had, hadden me goed op de reis voorbereid. Er werd zelfs een aparte mail gestuurd waarin Esther namens Hans vertelde ‘Hans vraagt me je wel op het hart te drukken dat het zeer primitieve omstandigheden zijn waarin je zult leven tijdens het onderzoek. Een simpele tent, extreme temperaturen en wellicht geen stromend water’. Kennelijk heeft Hans tijdens onze ontmoeting direct ingeschat dat ‘Simone geen bush girl is’. Daar gaat mijn image als survival woman…… Afbeelding: de accommodatie
Het leven in de bush is redelijk gestructureerd. Je staat bij het krieken van de dag op zodat je direct wanneer het licht wordt (uur of 6.00) aan de slag kunt. In de middag is het namelijk te warm. Rond 18.00 uur is het donker en wordt het gebied het domein van de dieren. Olifanten, hynea’s, wilde honden en luipaarden struinen dan door het kamp heen. Over het algemeen lig je dus rond 20.00 of 21.00 uur in je tent. Rond 6.00 uur vertrokken we dus altijd in twee teams. Het ene team ging cameravallen legen en het andere team ging mee om sporen te zoeken. Bij beide teams gingen National Parks medewerkers mee. Het klinkt allemaal reuze spannend maar op zich zijn deze onderzoeken niet echt spannend te noemen. Met het sporenonderzoek zit je in een auto, sporenzoeker op de motorkap, en rijdt je stapsgewijs langs de uitgestippelde weg van die dag. De sporenzoeker roept wat hij ziet en dit wordt genoteerd, samen met het tijdstip en GPS positie. Al met al doe je een hele ochtend over een aantal km’s. Dat zelfde stuk weg wordt in totaal drie keer op sporen gecontroleerd, daar moet altijd tenminste 24 uur tussen zitten. Esther en Jane (van het Hwange Lion Research team), kijken met de sporenzoeker van het Nationaal Park mee. Ik zou willen vertellen dat ook ik actief geholpen heb bij het ontdekken van sporen. Maar kan daar helaas niet over snoeven. Ik verwarde een baviaan afdruk nog met dat van een luipaard, tot grote hilariteit van de sporenzoeker……
Afbeeldingen: links cheetah pootafdruk, rechts: sporenonderzoek.
Hoewel de onderzoeken an sich dus niet heel spannend zijn, zijn de resultaten dat wel. Het is schat zoeken aldus Esther en Hans. Zo is de opwinding groot als er cheetah sporen worden ontdekt maar nog spannender zijn de foto’s van de cameratraps. Met zijn allen rondom de laptop verzameld om te zien wat er op kiek is vastgelegd. Afbeelding: up close en personal met een stekelvarken
Het onderzoek is nog steeds bezig en zal tot ongeveer eind september plaatsvinden. Esther heeft hiervoor een speciale Facebookpagina opgezet, https://www.facebook.com/manapoolssurvey2015/timeline. Middels deze Facebookpagina wil ze wetenschappelijk onderzoek onder aandacht brengen van een breder publiek. Tijdens mijn bezoek liep Esther al met haar laptop rond om de tot dat moment gevonden foto’s, te tonen aan medewerkers van lodges en nationale parken. Het bracht vaak een lach op de gezichten van mensen. En dat is mooi…… Het CCPZ wil, nadat het rapport over de cheetah aantallen officieel afgerond en overhandigd is aan officials, aan de volgende doelstellingen verder werken: -
-
-
Ze wil zich vooral gaan focussen op het gebied rondom Hwange omdat hier de meeste cheetah’s leven. Ze wil daarbij nauw samenwerken met Kaza (zie eerder vermeld in dit reisverslag) omdat de cheetah vanuit Hwange via corridors verder kan trekken. CCPZ wil inzichtelijk krijgen of dit ook inderdaad gebeurt en of andere gebieden in Zimbabwe, zoals Mana Pools, aangesloten kunnen worden Met de resultaten van de aantallen cheetah’s in Zimbabwe in de hand, wil ze de Regering overtuigen dat de quota voor jacht omlaag moeten. Het liefst wil ze dat jacht op cheetah’s verboden wordt. Op dit moment is er een quota van 50! cheetah’s die officieel geschoten zouden mogen worden. Hoewel dit niet gebeurt, cheetah’s zijn een niet zo gewild jachtobject in Zimbabwe, is door dit quota het risico altijd aanwezig dat dit wel gebeurt. 50 cheetah’s op een populatie van 250 cheetah’s is erg veel. CCPZ wil zich de komende tijd toeleggen op meer educatie van mensen die ‘iets’ hebben met natuurbescherming in Zimbabwe. Door hun onderzoek is duidelijk geworden dat er nog veel schort in de kennis van officials en studenten. Het is essentieel dat dit veranderd.
Wat mij aangenaam verraste in zowel Esther als Hans was het gebrek aan cynisme. Ondanks het feit dat ze Zimbabwe in al zijn grauwheid ervaren hebben en er al jarenlang wonen. Als geen ander geconfronteerd zijn en worden met dilemma’s en problemen. Zoals ik al aangaf, bij veel blanke mensen, ook natuurbeschermers, overheerst cynisme. Onderzoekers doen hun onderzoek maar doen dat vooral op hun eigen eilandje. Ze verschansen zich in hun bolwerk, wat vaak het veldwerk is. Esther en Hans doen dat niet. Ze zijn door ervaringen gepokt en gemazeld maar hebben nog steeds grootse plannen. Ze hebben het vuur en de overtuiging om niet alleen op een eiland te werken maar ze willen bruggen bouwen. In Zimbabwe zelf en daarbuiten. Ze zetten groot in op het werken met de lokale bevolking en op educatie.
Ondanks dat er veel obstakels zijn, is er ook hoop. Er zijn mensen in Zimbabwe die begaan zijn met wildlife. Je moet er alleen wel in willen investeren, bruggen willen bouwen. Esther en Hans doen dat. Samen met hun doorzettingskracht stemt me dit hoopvol. Ik gaf het al aan in het begin van dit verslag. Een werkbezoek valt me niet altijd gemakkelijk. Het is veel gemakkelijker om vanaf de veiligheid van Nederland over zaken te oordelen. Een werkbezoek confronteert je met alle kanten van de medaille. Toch is het essentieel te weten wat er speelt in het veld, in een land. Het leven is niet simpel, natuurbescherming is niet simpel. Na een werkbezoek weet ik weer dat de problemen groot zijn en wellicht zelfs onoplosbaar. Maar ik weet ook, opgeven is geen optie………
Ik wil onze donateurs bedanken voor de steun die ze ons geven waardoor wij projecten zoals Cheetah Conservation Zimbabwe kunnen ondersteunen. Ook speciale dank aan Stichting Vrienden Safaripark Beekse Bergen en Dierenrijk die dit project mede ondersteunen. Indien u het CCPZ wilt ondersteunen, kan dat door direct geld over te maken naar rekeningnummer NL91ABNA0452520800 tnv CCPZ te Mijnsheerenland. Of u kunt doneren via SPOTS, http://www.stichtingspots.nl/index.php?page=356 Simone Eckhardt Stichting SPOTS
Afbeelding: Esther van der Meer en Simone Eckhardt
Afbeelding: team Mana Pools
Cheetah’s in Hwange National Park
Links: CCPZ, http://www.cheetahzimbabwe.org/ Mana Pools Survey 2015, https://www.facebook.com/manapoolssurvey2015?fref=ts
www.stichtingspots.nl / www.knuffelfarms.nl /
[email protected]