Reisverslag Samos
2015
Inleiding: Van 23 t/m 30 april 2015 zijn Trudie en ik op vakantie geweest naar het Griekse eiland Samos. We hadden een kamer geboekt in hotel Niki in Iréon, gelegen op slechts 5 km van het vliegveld.
Ik had me op deze vakantie voorbereid door op internet enkele reisverslagen te lezen van vogelaars, die eerder het eiland hadden bezocht.
Ook heb ik het boek “Birdwatching on the Greek island of Samos” van Roger Butts gekocht en een paar keer goed doorgelezen. Ik ben enkele keren in het voorjaar naar Lesvos op vakantie geweest en had me vooraf terdege gerealiseerd dat ik op Samos minder vogels te zien zou krijgen dan op Lesvos en dat bleek ook zo te zijn.
Behalve minder vogels waren er ook een stuk minder vogelaars en vogelfotografen op het eiland. Ik heb er geen gezien.
Aan de andere kant hebben we op Samos verschillende keren Scharrelaars gezien, terwijl me dat op Lesvos nog nooit gelukt is.
We waren blijkbaar nog te vroeg in het jaar voor de Bijeneters en de Zwartkopgorzen, want deze hebben we helaas nergens te zien gekregen. Ik heb wel twee keer Bijeneters gehoord, maar daar bleef het bij. We hebben het prima naar ons zin gehad. Op de eerste dag na hebben we de hele week mooi weer gehad. De natuur is er schitterend en er waren ontzettend veel bloemen te zien.
Donderdag 23 april: We zouden vliegen om 5:55 uur en we moesten 2,5 uur van tevoren op Schiphol zijn.
Om 02:00 uur reden we ’s nachts van huis weg en kwamen om 03:00 uur bij Quick Parking aan, waar we onze auto zouden parkeren. We werden vrijwel direct naar Schiphol gebracht. Het inchecken en de veiligheidscontrole gingen vlot. Hierbij moesten we door een bodyscan en dit was voor ons de eerste keer. We hebben even gewinkeld en wat gedronken en gegeten. Om 05:15 uur moesten we bij de gate zijn.
Om precies 06:00 uur stegen we op. Om 10:25 uur (Griekse tijd) landden we op Samos.
Daar er nogal wat turbulentie was, hadden we een erg ruwe landing.
De koffers hadden we binnen een paar minuten. Toen we naar buiten kwamen stond Christel, de hostess van Sunweb, ons al op te wachten. Omdat we de enige gasten waren die in Iréon zouden verblijven, werden we met een taxi naar ons hotel gebracht. Hier kwamen we om 11:00 uur aan en we werden hartelijk ontvangen door Marianthe, de eigenaresse van het hotel.
Omdat we de eerste gasten waren dit seizoen konden we kiezen uit een kamer op de
1e of 2e verdieping. We hebben gekozen voor de 2e optie vanwege het betere uitzicht.
Terwijl Trudie haar koffer ging uitpakken ben ik even naar de rivier gelopen, die pal naast het dorp ligt en op een paar minuten lopen van ons hotel. Deze rivier heet de Imvresos.
Hier zag ik direct enkele Perzische Beekschildpadden, die op de oever lagen te zonnen.
Daarna hebben we samen een poosje op ons balkonnetje gezeten.
Trudie is een poosje gaan slapen en ik ben een paar uur gaan wandelen. Ik ben naar Asprókarvo gelopen, waar je prachtige witte kliffen hebt en uitkijkt over zee.
Onder op de rotsen zaten twee Casarca’s, die direct met veel kabaal wegvlogen toen ze me zagen.
Teruglopend zag ik in een olijfboomgaard een Maskerklauwier. Terug in het hotel heb ik ook een paar uur geslapen.
Na ons tukje wilden we nog even samen gaan wandelen. Voor onderweg hebben we wat te snoepen gehaald in een winkel, waarvan de eigenaresse Nederlandse bleek te zijn.
Ze kwam oorspronkelijk uit Enschede. Daarna zijn we gaan wandelen in een mooi dal net buiten Iréon, wat uiteindelijk uitkomt in Pagóndas. Zo ver zijn we niet gegaan. We wilden wat gaan eten bij Papa Beach, maar de keuken was nog niet open en we hebben er alleen wat gedronken.
We zijn er niet zo lang geweest, want het was maar 12º C. en er stond een stevige koude wind. Bij de snackbar in het dorp hebben we wat te eten gehaald en hebben dit in onze kamer opgegeten.
Gezien:
Bonte Kraai, Casarca, Gaai, Geelpootmeeuw, Gierzwaluw, Huismus, Huiszwaluw, Koolmees, Maskerklauwier, Merel, Pimpelmees en Roodstuitzwaluw. Vrijdag 24 april: De harde wind van gisteren was gelukkig gaan liggen, dus we konden lekker buiten in het zonnetje ontbijten.
Om 09:30 uur kwam een vrouw van Auto Union onze huurauto brengen.
We zijn eerst naar het oude zoutmeer geweest bij Psíli Ámmos. Daar hebben we wat gewandeld rond de ruïnes van de oude gebouwen, die daar nog staan. In het meer zagen we Casarca’s, Flamingo’s, Meerkoeten, een Ralreiger en Steltkluten. Rondom de gebouwen zaten Aziatische Steenpatrijs, Graszangers en Kuifleeuwerikken. Trudie heeft er nog een tijdje aan het strand gezeten.
Daarna zijn we naar het Ágia Triáda klooster gereden, wat ligt in de bergen boven Pythagóreio.
We stapten net de auto uit en we zagen meteen een Scharrelaar op de draden zitten. Het klooster was helaas gesloten. Daarna zijn we naar de stad Pythagóreio gereden. Op de weg daarnaar toe zagen we nog een Steenuiltje, een paar Scharrelaars en een Gaai.
Omdat de richtingaanwijzer van de auto het niet altijd deed, ben ik even langs het kantoor van het autoverhuurbedrijf gegaan. Trudie bleef bij het kantoor wachten. De vrouw van het verhuurbedrijf liep even met me mee naar de parkeerplaats om te kijken wat er aan de hand was. Ze ging bellen met de garage en we konden meteen langskomen. Daar de reparatie een paar uur zou gaan duren, kreeg ik tijdelijk een andere auto mee.
Toen dat geregeld was hebben we een poosje door de stad gewandeld en aan de haven wat gegeten bij restaurant Ambrosia. Daarna wilden we nog even bij de basiliek gaan kijken, maar daar begon net een begrafenisdienst, dus we zijn maar doorgelopen.
Trudie wilde naar het hotel. Ik heb haar daar afgezet en ben zelf een eindje gaan rijden richting Míli, Pagóndas en naar een uitkijkpunt vanwaar je uitkijkt op Nísi Samiopoúla.
Daarna nog even gewandeld bij de brug bij Míli, waar een aantal broedparen van de Scharrelaar zou zitten. Hier deze prachtig gekleurde vogels ook gezien.
Tenslotte ben ik nog wezen wandelen bij het moeras en de poelen tussen Potokaki en Iréon, de zgn. Potokakipools. In de poelen zelf stond nauwelijks water meer.
T
Terug bij het hotel aangekomen heb ik het autoverhuurbedrijf gebeld en hebben ze de auto weer omgewisseld.
’s Avonds gegeten bij restaurant Taurus, dat gerund wordt door een Duits echtpaar.
Gezien:
Aziatische Steenpatrijs, Balkankwikstaart, Boerenzwaluw, Bonte Kraai, Boomleeuwerik, Bosruiter, Buizerd, Casarca, Cetti’s Zanger, Duinpieper, Flamingo, Gaai, Geelpootmeeuw, Gierzwaluw, Graszanger, Grauwe Gors, Groenpootruiter, Hop, Huismus, Huiszwaluw, IJsvogel, Kauw, Kleine Plevier, Kleine Zilverreiger, Kleine Zwartkop, Kuifleeuwerik, Meerkoet, Paapje, Ralreiger, Scharrelaar, Spaanse Mus, Steenuil, Steltkluut en Turkse Tortel.
Zaterdag 25 april: Na het ontbijt zijn we eerst naar het Heraion gegaan, het klassieke tempelcomplex ter ere van de godin Hera. Delen van dit complex stonden nog onder water door de vele regen van de afgelopen maanden. Daartussen zaten groepjes Bosruiters.
We zijn langs het strand naar Pythagóreio gereden. Ik moest opnieuw langs het autoverhuurbedrijf, want ik had mijn cameratas in de andere auto laten liggen. Gelukkig was deze auto nog niet verhuurd en lag de tas er nog in. Daarna zijn we wezen wandelen in de bergen boven de stad, waar nog resten staan van de oude stadsmuren. Een prachtige wandeling met mooie bloemen en een prachtig uitzicht. Hier ook een Rüppells Grasmus gezien. In Pythagóreio wat te eten gekocht en daarna naar het Panagía Spilianí klooster gereden, waar in een grot een klein kapelletje staat.
Trudie bij het hotel afgezet en ik ben een stuk gaan wandelen in het dal dat van Iréon naar Pagóndas loopt. Hier was nog goed te zien hoe begin deze eeuw de bosbranden hebben huisgehouden op Samos. Ook nog in het bos achter het dorp gewandeld. s’ Avonds gegeten in Taverna O Voúros. Gezien:
Aziatische Steenpatrijs, Blauwe Reiger, Boerenzwaluw, Bonte Kraai, Bosrietzanger, Bosruiter, Buizerd, Cetti’s Zanger, Gaai, Geelpootmeeuw, Gierzwaluw, Graszanger, Grote Karekiet, Huismus, Huiszwaluw, Kleine Plevier, Kleine Zilverreiger, Kleine Zwartkop, Koolmees, Kuifleeuwerik, Merel, Ralreiger, Roodstuitzwaluw, Rüppells Grasmus, Scharrelaar, Spaanse Mus, Steenuil, Turkse Tortel, Waterhoen, Winterkoning en Witte Kwikstaart. Zondag 26 april: Na het ontbijt naar Potámi Beach geweest. Ook een stuk gewandeld in het dal van de watervallen. Uiteindelijk kom je bij een punt, waar je kunt kiezen een houten trap te nemen of door het water verder te waden. We kozen voor de trap, die erg steil was, om vervolgens nogal niet bij het eindpunt uit te komen. Om naar de waterval te gaan hadden we alsnog zwemmend verder gemoeten, maar het water was ijskoud.
We zijn terug gegaan en vlakbij het
beginpunt van het dal zag ik een
Hardoen op een steen liggen.
Daarna door het Dal van de Nachtegalen naar Manolátes gereden, een dorpje dat hoog in de bergen ligt en bekend staat om zijn winkeltjes van kunstenaars. We hebben er lekker geluncht bij taverne AAA en zijn daarna nog een stuk de bergen in geweest.
Het was er prachtig. Mooie bossen, vergezichten en ontzettend veel bloemen w.o. anemonen en orchideeën.
We zijn terug gereden via Kokkári, Samos-stad, Mitilíni en Chóra.
Nadat ik Trudie bij het hotel afgezet had, ben ik nog naar het zoutmeer bij Psíli Ámmos geweest en richting het Ágia Triáda klooster. Daarna terug naar het hotel.
’s Avonds hebben we op het terras bij snackbar La Luna een patatje en een burger gegeten. Gezien:
Aziatische Steenpatrijs, Boerenzwaluw, Bonte Kraai, Bosruiter, Casarca, Flamingo, Gaai, Geelpootmeeuw, Gierzwaluw, Graszanger, Huismus, Huiszwaluw, Kauw, Koolmees, Kuifleeuwerik, Meerkoet, Merel, Scharrelaar, Spaanse Mus, Steenuil, Steltkluut , Turkse Tortel, Wilde Eend, Winterkoning, Witte Kwikstaart, Witwangstern en Zwarte Ibis. Maandag 27 april: Vanochtend de route Míli, Pagóndas, Spatharéi gereden tot het uitkijkpunt vanwaar je uitkijkt op Nísi Samiopoúla. Een tijdje bij dit punt op een bankje van het uitzicht zitten genieten. Een meter of 50 terug gaat een pad de bergen in. We hebben daar de auto geparkeerd en zijn in de bergen gaan wandelen. Een schitterende wandeling met veel vogels, bloemen en opnieuw prachtige vergezichten.
Op deze route verschillende Rüppells Grasmussen gezien en andere vogels van dit biotoop zoals Blauwe Rotslijster, Bruinkeelortolaan en Oostelijke Blonde Tapuit.
We zijn door gelopen tot aan het kapelletje van Profítis Ílias en vandaar langs dezelfde route weer terug. Op een gegeven moment zagen we een groep van een paar honderd Alpengierzwaluwen rond een bergtop vliegen.
Toen we weer met de auto onderweg waren sprong er bij Spatharéi een kat onder de auto. We hoorden hem door de auto geraakt worden, maar ik zag hem in mijn achteruitkijkspiegel verder lopen, dus hij heeft het wel overleefd. Via Pyrgos naar Koumaradéi gereden, waar Trudie in een keramiekwinkel wilde kijken. Helaas was deze zaak dicht. Trudie bij het hotel afgezet en ik ben doorgereden naar Papa Beach. Daar op het terras een biertje gedronken en daarna gaan wandelen naar Asprȯkarvo. Daarna met de auto naar de Potokakipools geweest.
Vlak voordat we gingen eten hadden we nog een akkefietje. De bus haarversteviger van Trudie viel, raakte lek en liep helemaal leeg. De toiletpot zat vol met schuim. ’s Avonds gegeten bij Taurus.
Vandaag was het qua vogels tot dusver de meest succesvolle dag.
Gezien:
Alpengierzwaluw, Aziatische Steenpatrijs, Balkankwikstaart, Blauwe Rotslijster, Boerenzwaluw, Bonte Kraai, Bonte Vliegenvanger, Bosruiter, Bruine Kiekendief, Bruinkeelortolaan, Buizerd, Cetti’s Zanger, Cirlgors, Dodaars, Gaai, Geelpootmeeuw, Gele Kwikstaart, Gierzwaluw, Graszanger, Grauwe Gors, Grote Karekiet, Huismus, Huiszwaluw, Kleine Plevier, Kleine Torenvalk, Kleine Zwartkop, Koekoek, Kuifleeuwerik, Maskerklauwier, Merel, Oostelijke Blonde Tapuit, Ralreiger, Roodkopklauwier, Rüppells Grasmus, Slangenarend, Spaanse Mus, Steenuil, Torenvalk, Turkse Tortel, Vink, Waterhoen, Wielewaal en Witte Kwikstaart. Dinsdag 28 april: Vanochtend het Megáli Panagía klooster bezocht. Eigenlijk was het vandaag gesloten, maar we mochten er toch in. Er was nog een Nederlandse vrouw en zij en Trudie moesten beide een lange jurk aantrekken, die bij de ingang gereed hingen. Dit klooster is prachtig gerestaureerd. Daarna zijn we een stuk langs de zuidwestkust gereden en hebben we een flink stuk gewandeld in een mooi dal, net voorbij Votsalákia, waarin ook de grot van Pythagoras was.
We zijn tot het einde van het dal gelopen, maar zijn niet naar de grot geklommen, omdat we dan een stuk vrijwel steil omhoog moesten langs een lange trap. Daar hadden we beide geen zin meer in. Daarna zijn we verder langs de kust gereden tot aan het plaatsje Kallithéa. Het was inmiddels flink hard gaan waaien. We hebben hier in een traditionele kafeneinon Griekse koffie gedronken. Dit cafeetje werd gerund door twee hoogbejaarden, die vrijwel niets zeiden. Als de vrouw al begon te praten, zette haar man de televisie harder. Op de terugweg zijn we nog langs de keramiekwinkel in Koumaradéi gereden, die nu wel open was.
’s Avonds lekker vis gegeten bij O Voúros.
Gezien:
Baardgrasmus, Boerenzwaluw, Bonte Kraai, Buizerd, Gaai, Geelpootmeeuw, Huismus, Huiszwaluw, Merel, Roodstuitzwaluw, Spaanse Mus en Turkse Tortel. Woensdag 29 april: Vanochtend bij het ontbijt een tijdje zitten praten met de andere Nederlands gasten, waardoor we wat later weggingen dan gebruikelijk. Naar het Timíou Stávrou klooster geweest bij Mavratzéi.
Toen we het dorp uitreden zagen we een dode Scheltopusik op de weg liggen. We wilden gaan wandelen in een mooi dal, maar het was erg bewolkt in de bergen en toen we net een stukje op weg waren hoorden we ineens een harde donderslag.
We vertrouwden het weer niet helemaal en zijn terug gegaan naar de auto. We zijn toen naar Pythagóreio gereden, hebben even bij de basiliek gekeken en gewandeld langs de haven. In de stad ook een broodje Gyros gegeten. Trudie wilde nog wel een keer naar het zoutmeer bij Psili Ammos. Ik heb een beetje rondgewandeld bij de oude gebouwen terwijl Trudie lekker aan het strand heeft gezeten. We wilden wat gaan drinken bij de Panoramataverne langs de weg van Míli naar Pagóndas, omdat dit een broedplek is van de Bijeneter, maar deze waren er nog niet en de taverne was helaas nog dicht. Toen zijn we naar Papa Beach gereden om wat te drinken.
De baas was druk aan het grillen i.v.m. een gezelschap dat kwam eten en gaf me een stuk gegrilde octopus en later nog een stuk gegrilde vis.
Nadat ik Trudie heb afgezet bij het hotel ben ik nog een keer naar de Potokakipools gereden.
Bij de parkeerplaats van het Heraion zat een Steenuiltje op de draden. Ik ben er voorzichtig naar toe gereden en kon een paar foto’s maken.
De poelen waren inmiddels helemaal opgedroogd. Daarna heb ik nog een poosje gewandeld in de omgeving van de brug bij Míli.
Op een gegeven moment zag ik vijf Scharrelaars tegelijk.
We wilden vanavond weer gaan eten bij Taurus, maar dit bleek gesloten. We zijn toen bij taverne Karavópetra terecht gekomen, waar het eten ook erg goed was. Terug in het hotel de koffers ingepakt. Gezien:
Blauwe Reiger, Boerenzwaluw, Bonte Kraai, Buizerd, Casarca, Flamingo, Gaai, Geelpootmeeuw, Graszanger, Grauwe Gors, Hop, Huismus, Huiszwaluw, Kauw, Kleine Plevier, Kleine Zilverreiger, Kleine Zwartkop, Kuifleeuwerik, Meerkoet, Merel, Scharrelaar, Spaanse Mus, Steltkluut en Turkse Tortel. Donderdag 30 april: Om 09:15 uur zouden we met een busje bij het hotel worden opgehaald, dus ik had nog tijd om een uurtje te gaan wandelen. Ik ben langs het strand, via het tempelcomplex van het Heraion terug gelopen en was precies op tijd terug voor het ontbijt. We hebben afscheid genomen van Marianthe en de andere gasten en om 09:15 uur werden we naar het vliegveld gebracht. Het inchecken ging vlot. Een kwartier eerder dan gepland stegen we op. Er zaten maar 49 passagiers in het vliegtuig en daarom mochten we bij de nooduitgang zitten, dus extra beenruimte. Om 13:20 uur landden we op Schiphol.
We hadden onze koffers erg snel en ook het vervoer naar Quick Parking verliep vlot. Onderweg naar huis hadden we geen files en om 15:15 uur waren we weer thuis.
Gezien:
Boerenzwaluw, Bonte Kraai, Bruine Kiekendief, Cetti’s Zanger, Gaai, Geelpootmeeuw, Huismus, Huiszwaluw, Kleine Karekiet, Merel, Paapje, Spaanse Mus , Turkse Tortel en Vale Gierzwaluw.