REISVERSLAG JORDANIË EN EGYPTE 2008 Verslag van een rondreis met Djoser van 10 tot 24 mei 2008 van de piramides in Egypte door de Sinaï woestijn naar Petra en Jerash in Jordanië
door Gerard van Bochove Foto's en meer: http://www.gerardvanbochove.nl/Jordanie/
ROUTE:
10-05-2008
Amsterdam - Cairo
11-05-2008
Cairo
12-05-2008
Cairo, excursie Memphis, Sakkara en Gizeh
13-05-2008
Cairo - Suezkanaal, begin woestijntocht - Serabit Al-Chadim
14-05-2008
woestijntocht Serabit Al-Chadim - Wadi Maghara
15-05-2008
woestijntocht Wadi Maghara - St. Catharina
16-05-2008
St. Catharina, Mozesberg - Dahab
17-05-2008
Dahab
18-05-2008
Dahab - Nuweiba, veerboot naar Aqaba
19-05-2008
Aqaba - Wadi Rum - Petra
20-05-2008
Petra
21-05-2008
Petra - Kerak - Amman
22-05-2008
Amman, excursie Jerash
23-05-2008
Amman, excursie woestijnkastelen en Dode Zee
24-05-2008
Amman - Amsterdam
Groepsfoto genomen in Jerash
11 mei: Caïro Om ongeveer drie uur 's nachts kwamen we aan op het vliegveld van Caïro.Ondanks het nachtelijke uur was het ontzettend druk. Enerzijds komt dit doordat veel vliegtuigen uit het buitenland 's nacht aan komen (geluidsoverlast is hier gelukkig nog ondergeschikt aan economisch belang), anderzijds omdat je in Egypte als je iemand op komt halen, dat dan ook met de hele familie doet. In ieder geval duurde het ongeveer een uur voordat we eindelijk naar ons hotel in Caïro konden voor een korte nachtrust. Niet te lang, want we hadden slechts één dag in Caïro en om 10 uur verwachtte reisleider Bernard Westerman van Djoser ons voor de introductie. Na die introductie nam hij ons mee voor een stadswandeling met bezoek aan de Ibn Tulun moskee en door een traditionele islamitische wijk van Caïro. De moskee van Achmed Ibn Tulun is één van de oudste moskeeën van Egypte (foto 1-8). Het is wat mij betreft ook de mooiste. Tijdens mijn vorige Egypte-reis bezocht ik de Mohammed Ali moskee die bestond uit veel kitsch. Niets daarvan hier. De moskee valt juist op door zijn (geometrische) eenvoud, maar ook door zijn grootte, door de prachtige zuilengangen (foto 2) en door prachtig pleisterwerk (foto 7). De Ibn Tulun moskee werd al tussen 877 en 879 gebouwd en is een hoogtepunt van islamitische architectuur. De moskee heeft een enorme binnenplaats waar alle mannen uit de wijk tijdens het vrijdaggebed kunnen bidden. Opvallend is de vreemd gedraaide minaret (foto 6). Deze minaret is te beklimmen en geeft dan een mooi uitzicht over de stad Caïro (foto 8).
Na ons bezoek aan de Ibn Toeloen-moskee nam reisleider Bernard ons mee door een traditionele wijk van Caïro, zo'n wijk waar je nog niet veel toeristen tegen komt. Dit bleek een goede keuze. Naast de alomtegenwoordige juice bars (foto 1 onder) met onder andere suikerrietsap (lekker!), zagen we het dagelijkse leven in Caïro met de bakker (foto 2), de tapijthandelaar (foto 3), de markt (foto 4) en de waterpijp rokende mannen (foto 5). Vervolgens kwamen we uit bij de grote bazaar van Khan el-Khalili met zijn vele kraampjes en winkeltjes. Hier hadden wij lunch bij een pancake restaurant, waarna de meesten van ons vertrokken naar het beroemde Egyptisch museum van Oudheden (foto 9 -11). Hoewel ik dit museum ook had bezocht tijdens mijn bezoek in 2006 aan Egypte, is dit museum zo geweldig en groot dat een tweede bezoek meer dan gerechtvaardigd was. De geschiedenis van de Egyptische Oudheid is dan ook bijzonder fascinerend. In april 2008 bezocht ik in Londen de tentoonstelling "King Tut and the age of the Pharaohs", hier in het Egyptisch museum zag ik het indrukwekkende dodenmasker en de rest van de overweldigende hoeveelheid schatten uit het graf van Toetanchamon, wiens graf ik ook in mei 2006 bezocht. Daarnaast bezocht ik dit keer ook de twee zalen met de koninklijke mummies, waar de mummies van diverse farao's, zoals de grote Ramses II, bewaard worden en ondanks duizenden jaren nog steeds in goede staat zijn.
12 mei: Memphis, Sakkara, Gizeh Vandaag maakten we een excursie op zoek naar het oude Egypte in Memphis, Sakkara en Gizeh. Dezelfde excursie maakte ik ook twee jaar geleden tijdens de reis naar de Nijlvallei en meer informatie en foto's zijn dan ook in het reisverslag Egypte 2006 te vinden. Toch vond ik het de moeite waard om deze excursie nog eens te zien en met name vanwege de goede lokale gids die wij nu hadden, heb ik veel nieuwe dingen gezien, gehoord en geleerd. Ons eerste bezoek was aan Memphis, de hoofdstad van Egypte tijdens het Oude Rijk en daarna. De stad Memphis destijds was een belangrijk bestuurs- en handelscentrum. Helaas is daar weinig meer van terug te vinden en is bijna alle oude glorie verloren gegaan. Wat rest is een openluchtmuseum met als pronkstuk een enorm kalkstenen beeld van Ramses II (foto 1). Een andere belangrijke bezienswaardigheid is een sfinx van 80 ton calciet uit het Nieuwe rijk, uit de 18e dynastie (foto 5,6). Na Memphis vertrokken wij naar Saqqara waar we de Kring der Filosofen (foto 7) bezochten en de Mastaba van Ti (foto 8-10). Ti was een hoveling/opzichter uit 5e dynastie. Zijn graf is één van de mooiste van Saqqara met prachtige muurschilderingen, onder andere over de jacht. Opvallend is de laatste kamer met drie spleten waardoor de serdab te zien is, een kamer waar de geest van Ti huisde met achter elke spleet een beeld van Ti (foto 9).
Iets verderop in Saqqara is de piramide van Teti (6e dynastie). Van buiten ziet deze eruit als een berg puin (foto 1 onder), de binnenkant is echter nog in goede staat en kan als zelfs bezocht worden. Door een lage gang (foto 2) kom je in de grafkamer waar een enorme sarcofaag staat. Het dak van de grafkamer is versierd met sterren en de wanden zijn beschreven met piramideteksten. Bij de piramide van Teti vandaan valt al direct de piramide van Djoser op. Deze ligt iets verder. Deze trappenpiramide (foto 6,7) werd tijdens de 3e dynastie (27e eeuw v. Chr,) gebouwd voor koning Djoser door de hogepriester Imhotep. Via een zuilengalerij komt men in het grafcomplex dat naast de trappiramide een aantal bastions, kapellen, binnenhoven en tempels bevat (foto 8). Naast de piramide van Djoser ligt de piramide van Oenas (foto 9). Deze bevat de oudste geschreven versies van grafgebeden en -instructies, de zogenaamde Piramideteksten of het Dodenboek, en is daarmee van groot historisch belang. Een 1 kilometer lange vroeger geheel overdekte processieweg (foto 10) voert naar de piramide langs diverse mastaba's van familieleden van koning Oenas.
Niet te missen bij elk bezoek aan Caïro is natuurlijk de necropolis bij Gizeh (Giza) met de piramide van Cheops, de piramide van Chefren en de piramide van Mycerinus. Het plateau van Gizeh (foto 2 onder) is het enige van de zeven oude Wereldwonderen die nog steeds bestaat. Naast de drie piramides van de farao's zijn hier ook diverse kleinere piramiden gevonden voor de koninginnen en een groot aantal mastaba's voor belangrijke hovelingen van de farao's. Omdat de toegang tot de Grote Piramide (van Cheops) sterk beperkt is, bezocht ik de grafkamer in de piramide van Chefren. Door een lange ongeveer 1 meter hoge gang (foto 7) komt men in de kamer met de sarcofaag van Chefren. Na de benauwde gang was het een verademing om (flink bezweet) in de buitenlucht te komen en dat terwijl het daar toch 41°C bleek te zijn, de warmste dag van deze vakantie. Teruglopend passeerden we vervolgens de beroemde Sfinx (foto 9, 10) uit ongeveer 2500 v. Chr. die de wacht houdt bij de processieweg naar de piramide van Chefren en de Daltempel van Chefren (foto 10) die bezocht kan worden. In de tijd dat de piramiden gebouwd werden lag deze tempel aan de Nijl, nu ligt deze dicht aan de stad. Hier vandaan was het nu met de bus een half uur naar ons hotel in Caïro. In de avond had ik met een aantal reisgenoten een bijzonder lekker diner in visrestaurant Seagull aan de oever van de Nijl: een aanrader!
13 mei: Start jeepsafari We verlieten Caïro en gaan op weg naar het schiereiland Sinaï. Dit schiereiland ligt op de scheidslijn van Afrika en Azië en wordt begrensd door de Middellandse Zee, de Rode Zee en het Suezkanaal. De regio is lang een onderwerp geweest van conflicten maar hoort sinds 1982 bij Egypte. De Sinaï wordt gescheiden van het Egyptische vasteland door het Suezkanaal dat in 1869 werd aangelegd. Dit kanaal is van groot belang voor het internationale transport en een belangrijke bron van inkomsten voor Egypte. Daarnaast is het kanaal van groot strategisch belang en daarom is het gebied rondom het Suezkanaal militair terrein en dus hebben we van het Suez -kanaal alleen de Ahmed Hamditunnel gezien, waar wij door reden. Vlak voor de tunnel stopten we echter bij een café waar de eigenaar veel informatie over de het kanaal en de bouw ervan had verzameld en een grote maquette van het gebied had gemaakt. Na deze stop reden wij de Sinaï in. Veel toeristen kennen de Sinaï vanwege de duikoorden aan de Rode Zee. Zeker zo mooi is echter het bergachtige binnenland met zijn prachtige natuur, de woonplaats van de nomadische bedoeïenen. De Sinaï heeft ook een grote religieuze betekenis omdat veel verhalen uit de Bijbel zich in de woestijn hier zouden hebben afgespeeld. Onze eerste stop was al direct op zo'n plaats, namelijk bij Ain Musa oftewel de Mozesbronnen (foto 1,2). Hier zou een bittere bron door Mozes zijn veranderd in een zoetwaterbron door er een tak in te werpen. Op deze plaats kwamen wij ook de eerste pelgrims tegen die wij nog vaker zouden zien deze reis. Vervolgens reden wij door naar Abu Zenama waar de bedoeïenen ons opwachtten met wie wij op woestijnsafari zouden gaan. Na de lunch (foto 3) stapten wij hier in een viertal jeeps om de schitterende Sinaï woestijn te gaan verkennen.
De Sinaï dankt zijn naam aan het land van Sin, naar de maangodin Sin die door zijn vroegste bewoners, nomaden uit het oosten, werd aanbeden. Al 5000 jaar geleden in de Egyptische Oudheid ondernamen Egyptenaren expedities naar dit gebied om koper, turkoois en magnesium te delven. Het blauwe turkoois uit het dodenmasker van Toetanchamon is dan ook waarschijnlijk uit dit gebied afkomstig. Nog steeds vind je veel overblijfselen zoals tempels, mijnen en nederzettingen van de oude Egyptenaren in de Sinaï. Jarenlang werd de Sinaï verder beheerst door bedoeïenenstammen en nog steeds leven zo'n 30000 bedoeïenen in de Sinaï. Hoewel de woestijn er droog uit ziet en het gebergte dreigend, bevatten de bergen van de Sinaï grote hoeveelheden waterreserves. Tussen de rotsen vind men prachtige wadi's (droge geulen) en ravijnen met water en vegetatie. Die wadi's laten zien dat het hier soms ook flink kan regenen en erosie aan de rotsen herinnert eraan dat dit gebied tienduizenden jaren geleden geheel watervlakte was. De Sinaï is echt een schitterend gebied. Door de prachtige natuur van deze Sinaï woestijn werden wij door een aantal bedoeïenen rondgereden in jeeps, zij vertelden over hun leven, lieten ons de mooiste plaatsen zien en kookten voor ons. De overnachtingen vonden plaats in de open lucht, al was de eerste nacht bij Serabit Al Chadim nog sprake van een soort kamp, de tweede overnachting was echt midden in de onbewoonde wereld. (TIP: Bekijk de Sinaï eens op de satellietkaart van Google Maps)
14 mei: Sinaï jeepsafari Wanneer je in de open lucht overnacht ga je even na zonsondergang slapen en word je wakker wanneer het weer licht wordt. Dat was bij in ons kamp (foto 2) natuurlijk ook zo en daarom, maar ook om de ergste hitte voor te zijn, begonnen we deze ochtend al vroeg aan een wandeling door het gebergte van de Sinaï bij Serabit al-Chadim (Hoogten van de Slaaf), waar we overnacht hadden. We maakten een flinke klim naar de rotsen van Serabit al-Khadim waar we een prachtig uitzicht hadden over dit woeste gedeelte van de Sinaï (foto 3 -8). Ons hoogste doel op 755 meter was de ruïne van de rotstempel (foto 9) uit de 12e dynastie, gewijd aan Hathor, godin van de liefde en "Vrouwe van de Turkooizen". Van 3300 v. Chr. tot 1800 v. Chr. werd deze tempel gebouwd en steeds rijker versierd, maar helaas is van de oude glorie nu niet veel meer te zien behalve pilaren met fraaie tekeningen. In de buurt van de tempel liet onze gids ons enkele turkoois mijnen zien. In de tijd van de farao's zouden hier zelfs duizenden mensen in de turkoois mijnen gewerkt hebben. Onderweg zagen wij ook diverse prachtige inscripties uit deze antieke tijden (zie foto 10).
We vervolgden onze fantastische woestijntocht in onze jeeps. Bestond het woestijngebied de vorige dag nog redelijk veel uit zand, het gedeelte waar wij nu waren bestond meer uit woeste maar prachtige bergen. We zagen bij Gebel Fuga het "Forest of Pillars" (=Woud van de Pilaren) zoals onze bedoeïengids het noemde. Een groot aantal holle stenen pilaren (3e en 4e foto onder) die uit de heuvel lijken te groeien. Dit zijn stalagmieten uit hematiet (geoxideerd ijzer) ontstaan door het ontsnappen van vulkanische gassen door lava uit de bodem, een teken van vroegere vulkanische activiteit in dit gebied. Ze hebben de vorm van kurkentrekkers. Ook zagen wij de Sfinx, deze keer één die door de natuur zelf was gemaakt (6e foto onder). Halverwege de middag arriveerden wij bij Wadi Maghara. Niets deed hier aan een overnachtingplaats denken, maar toch was dit de plaats waar wij een soort kamp maakten en midden in de natuur (8e foto) onder een de sterrenhemel zouden slapen. Die sterrenhemel was dan ook fantastisch mooi met veel meer sterren dan ik ooit had gezien door het totaal ontbreken van strooilicht door menselijke activiteiten: een bijzondere ervaring!
15 mei: Sinaï, St. Catharinaklooster Vandaag was de laatste dag van onze woestijntocht die zou eindigen bij het St. Catharinaklooster en de berg Sinaï. Omdat het St. Catharinaklooster maar tot 12 uur open zou zijn (en op vrijdag gesloten) vertrokken we op tijd met de jeeps vanuit Wadi Maghara. We maakten een korte stop bij Wadi Mokatab, het dal der inscripties, en reden verder naar de oase Wadi Feiran (foto 2,3), de grootste oase van de zuidelijke Sinaï. De Israëlieten uit het Oude Testament zouden hier ook verbleven hebben op weg naar de berg Sinaï. In de oase dronken we een glaasje mierzoete bedoeïenenthee, voordat we vertrokken naar het St. Catharinaklooster, waar we rond 11 uur aankwamen. Het pelgrimsoord van het St. Catharinaklooster was voor velen één van de hoogtepunten van de reis. Het Grieks -orthodoxe klooster werd al in 527 gebouwd door keizer Justianus op de plaats waar een kapel stond ter ere van de Brandende Braambos van Mozes, die op deze plaats gestaan zou hebben. In het klooster is een loot te zien van de Brandende Braambos (acacia?) en velen willen deze even aanraken (foto 4). Het klooster dankt zijn naam aan het feit dat in de buurt de overblijfselen van St. Catharina zouden zijn gevonden. St. Catharina was één van de eerste christelijke heiligen, een meisje uit Alexandrië dat zich in de 4e eeuw tot christen bekeerde en daarom door keizer Maximus werd gemarteld. Het St. Catharinaklooster is een absolute must tijdens een bezoek aan de Sinaï. Ik bezocht de prachtige kerk, de Basiliek van de Transfiguratie (foto 5,6) en het kloostermuseum dat een schitterende iconenverzameling, één van de belangrijkste verzamelingen ter wereld, bevat. Het St. Catharinaklooster ligt in een dal, Wadi Deir (foto 8), tussen de berg Gebel alDeir en de berg Sinaï (Gebel Musa of Mozesberg). De berg Sinaï is waarschijnlijk de berg Horeb waar Mozes de stenen tafelen met de Tien Geboden ontvangen zou hebben. Op de 10e foto onder staan onze bedoeïenengidsen die ons zeer goed begeleid hadden, maar van wie wij 's middags afscheid moesten nemen.
16 mei: Beklimming Sinaï Om half twee in de nacht van 16 mei werd ik met nog 11 reisgenoten (van de 20) wakker gemaakt voor de beklimming van de 2286 meter hoge berg Sinaï. Gewapend met warme kleren en een zaklantaarn stonden wij ongeveer een uur later in het donker achter het St. Catharinaklooster aan de voet van de berg Sinaï of Mozesberg om deze in het donker te beklimmen en bij zonsopgang op de top te staan. We waren niet de enigen en wie achterom keek bij de beklimming zag een lange sliert van lichtjes van pelgrims en toeristen die deze nacht de Mozesberg op klommen. De wandeling was goed te doen en al rond vijf uur, een uur te vroeg bereikte ik de top van de Sinaï. Onze klim werd maar ten dele beloond, want wolken bedekten de zonsopgang, maar het schitterende uitzicht door het vallen van het vroege licht op de bergen van de Sinaï maakte alles weer goed (zie foto's onder).
Er zijn twee paden naar boven en dus ook naar beneden. Heen hadden wij het makkelijkere Kamelenpad genomen, aangelegd door de pasja Abbas Hilmi rond 1850. Terug nam ik echter het Penitentiepad of de "Trap der Boetedoening" of "Sikket Sayyidna Musa". Dit is met 3700 treden een steilere en zwaardere route. Deze route passeert onderweg het Bekken van Elia (2e foto onder), een hoogvlakte met cipressen, waar Mozes' metgezellen gewacht zouden hebben terwijl Mozes boven was. De oudste cipres is nu meer dan 1000 jaar oud. Ook gaat deze route via de Stephanospoort, genoemd naar Stephanos die het pad aanlegde in de 6e eeuw. Het nemen van de Trap der Boetedoening heeft bovendien nog een belangrijke bonus: bij de afdaling heeft men het grootste gedeelte een prachtig uitzicht op het St. Catharinaklooster beneden op 1500 meter hoogte (5e-7e foto onder).
16, 17 en 18 mei: Dahab Na de toch wel belastende woestijntocht is het lekker weer een douche en wc te hebben, maar helemaal om een goed te kunnen uitrusten aan een mooi zwembad in een prachtig resort aan de Rode Zee. Na terugkomst vanaf de berg Sinaï vertrokken wij daarom op weg naar het Happy Life Village resort in Dahab (foto 1,2), een mooi resort dat nog gedeeltelijk in aanbouw was, maar waar alle voorwaarden aanwezig waren voor een dag uitrusten, zoals een mooi zwembad. Dahab staat echter niet bekend als plaats om te zwemmen, maar vanwege zijn prachtige koraalriffen en onderwaterwereld als de plaats bij uitstek om te duiken of om te snorkelen. Direct bij het strand begint het koraal al en kun je direct met snorkel via de steiger naar het koraal gaan. Een andere mogelijkheid is echter om de glasbodemboot te nemen die je dan boven de mooiste plekken brengt en je het koraal en de vissen heel mooi door de glazen bodem laat zien (foto 4 -6). Dat heb ik gedaan op 17 mei. Behalve veel bij het zwembad gelegen te hebben, brachten we ook een bezoekje aan het stadje Dahab (foto 7,8) met zijn enorme aantal restaurantjes. Op 18 mei was onze rustpauze weer voorbij en vertrokken wij naar Nuweiba om vandaar met de ferry (foto 9) de golf van Aqaba (Rode Zee) over te steken naar Aqaba in Jordanië.
Jordanië Jordanië is een bijzonder fascinerend land. Dat komt enerzijds door zijn bijzondere natuur met als hoogtepunt Wadi Rum, anderzijds door zijn prachtige historische en culturele erfgoed met als hoogtepunten Petra en Jerash. Het koninkrijk Jordanië met zijn circa 5 miljoen inwoners ligt in Azië en heeft als hoofdstad Amman. Het land bestaat voor 90% uit woestijn en wordt begrensd door de Jordaan, Saoedi-Arabië, Syrië en Irak. Het gebied ten oosten van de Jordaan wat nu Jordanië is, is de locatie voor een aantal verhalen uit de bijbel. Het was de woonplaats van de vijanden van de Israëlieten, namelijk de Ammonieten, Moabieten en Edomieten, en men vindt hier ook de berg Nebo en het gebied rond de Dode Zee waar de steden Sodom en Gomorra lagen. In de geschiedenis van de beschaving speelde Jordanië nooit een hoofdrol zoals in Egypte in de Oudheid, maar het land was altijd wel een belangrijke corridor voor handel tussen volken en beschavingen. Diverse beschavingen lieten ook hun eigen herinneringen na: zijn bijzondere monumenten dankt Jordanië met name aan de Nabateeërs, die hun hoofdstad in Petra vestigden. Jerash herinnert aan de periode van groei in de tijd dat het gebied onderdeel was van het Romeinse rijk. Uit de tijd van de kruisvaarders dateert het kasteel in Kerak. Jordanië heet sinds het in 1946 werd gesticht uit het emiraat Transjordanië officieel het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië. Dit is omdat het koninklijk huis afkomstig is uit de stam der Hasjemieten die afstammen van Hasjim ibn 'Abd al Manaf, de overgrootvader van Mohammed. Van 1952 tot zijn dood in 1999 regeerde koning Hussein Jordanië die wereldwijd werd gerespecteerd, onder meer vanwege zijn inspanningen voor vrede in het Midden Oosten.Op dit moment wordt het land geregeerd door zijn zoon Abdullah. Een besliste aanrader om meer te weten te komen over het leven in Jordanië, zijn geschiedenis en zijn cultuur is het boek " Koningin Noor van Jordanië, een leven in het teken van de vrede". Dit boek door koningin Noor, de echtgenoot van wijlen koning Hoessein, geeft niet alleen een goed beeld van Jordanië, maar geeft ook een waardevol ander perspectief aan onze vaak eenzijdige blik op de rol van Israël en de Verenigde Staten in het Midden Oosten.
19 mei: Aqaba en Wadi Rum Onze reis door Jordanië startte in Aqaba waar we over de Golf van Aqaba met de ferry uit Nuweiba aankwamen op 18 mei. Aqaba is de enige zeehaven van Jordanië en een levendige havenstad. Vanwege zijn ideale locatie lag Aqaba op de vroegere handelsroutes en wordt deze plaats al heel lang bewoond. Nog steeds is deze stad van groot belang voor Jordanië, zeker nu ook het toerisme hier steeds verder op komt. De toeristen komen voor het warme zeewater, maar vaak ook voor het duiken in de Golf van Aqaba die net als de rest van de Rode Zee een mooie onderwaterwereld kent. Aqaba grenst aan de stad Eilat in Israël (foto 4). In het gezellige Aqaba hadden wij wat tijd voor onszelf, totdat wij rond het middaguur van de 19e mei vertrokken naar Wadi Rum, waar wij begonnen met een heerlijke lunch verzorgd door Jordaanse bedoeïenen (foto 5).
Mooie rotsformaties en fijn zand van diverse kleuren zijn de ingrediënten van het mooiste natuurgebied van Jordanië: de woestijn van Wadi Rum. Erosie door de wind heeft hier het prachtige landschap gevormd. Alle reisgidsen weten te melden dat hier dat de beroemde film Lawrence of Arabia hier werd opgenomen. Deze film uit 1962 gaat over de Britse officier en archeoloog Lawrence tijdens de Arabische opstand in de Eerste Wereldoorlog (Op YouTube zijn enkele geweldige beelden te zien). Met jeeps trokken we door de schitterende woestijn van Wadi Rum met zijn geweldige natuur. In de woestijn heeft de natuur een aantal rotsbruggen gevormd (foto 7,8,11). Opmerkelijk is dat in het zand van de Wadi Rum woestijn zelfs een enkele paddestoel groeit (foto 10). Wadi Rum werd al heel vroeg bewoond. Zo is in de woestijn stenen gereedschap gevonden en konden wij de overblijfselen zien van een intelligent systeem dat er voor zorgde dat water uit de rotsen werd opgevangen en bewaard in een put. Passerende nomaden en jagers hebben ook hun sporen als een soort van graffiti achter gelaten in de woestijn. In de rotsen zijn tekeningen van duizenden jaren oud (foto 14) te zien. Rond 6 uur ging de zon onder in de woestijn en rond deze tijd hadden we een mooie berg opgezocht om de effecten van het lage zonlicht en uiteindelijk de zonsondergang te bekijken. Nog onder de indruk hadden wij daarna ons diner bij de bedoeïenen om daarna te vertrekken naar Wadi Musa waar we aan het eind van de avond aankwamen.
20 mei: PETRA In het zuidwesten van Jordanië, 225 kilometer van Amman, ligt de stad Petra , de schitterende stad verborgen in de rotsen en uitgehouwen in de rotsen. Vandaag vertrokken wij al redelijk vroeg vanuit het hoog gelegen Wadi Mousa naar de in de valleien gelegen stad Petra. Waren wij op 12 mei aan het begin van onze rondreis bij de enige overgeblevene van de antieke zeven wereldwonderen , de piramide van Cheops, nu ruim een week later waren wij bij één van de nieuwe zeven wereldwonderen (volgens de lijst in 2007 door NOWC). "Nieuw" verwijst hierbij niet naar de leeftijd van Petra. In het gebied rond Petra zijn opgravingen gevonden van circa 11000 v.Chr. Het was waarschijnlijk de hoofdstad van het koninkrijk van de Edomieten dat ongeveer duurde van de 13e tot de 6e eeuw v. Chr. In de 6 eeuw vestigden Nabateese stammen zich in het gebied en zij maakten Petra tot hun hoofdstad en tot de stad zoals wij die nu kennen. De Nabateeërs waren zeer bedreven handelaren en hun invloed strekte zich dan ook uit over een enorm gebied, wat zijn sporen naliet in hun cultuur. Zij waren meesters in architectuur, rotsbewerking en polijsten. Zij bewoonden Petra van de 6e eeuw v. Chr. tot de dood van hun laatste koning in 106 na Chr. waarna het gebied een Romeinse provincie werd en Petra door zijn afgelegen ligging in de vergetelheid raakte. Kruisvaarders bezochten Petra nog wel in de 12e en 13e eeuw, maar pas in 1812 werd Petra herontdekt voor de westerse wereld.
Petra is niet alleen een historisch juweel, de stad ligt ook in een prachtig natuurgebied. Dat blijkt al direct je langs het bezoekerscentrum (foto 1) gaat en begint aan de wandeling door Bab as Siq (foto 2) naar de ingang van de vallei. Behalve bergen en schitterende rotsen is dan nog absoluut niets te zien van de stad die geheel verborgen ligt. Tijdens de wandeling passeren we de drie grote kubussen van steen, de "djinn-blokken" en het Obelisk Graf (foto 3), zo genoemd omdat het wordt gekroond door 4 obelisken. Vermoedelijk werd dit in de rotsen uitgehouwen monument gebruikt voor begrafenisrituelen. Even verderop zijn de overblijfselen te zien van een dam waarmee de watervoorziening werd geregeld (foto 4). Petra lag en ligt midden in de woestijn en de Nabateeërs hadden een ingenieus systeem om regenwater in de rotsen op te vangen en via ondergrondse tunnels naar de stad te voeren.
Het pad gaat vervolgens over in de Siq (foto 1 -4 onder). De Siq is een natuurlijke, nauwe canyon of kloof tussen de rotsen. De kloof is ongeveer 1200 meter lang en de rotsen aan beide kanten zijn tot meer dan 100 meter hoog. Het zonlicht komt hier nauwelijks en het is hier dan ook wat koeler, wat ook om 8 uur 's ochtends al best lekker is. Door de kloof liep vroeger een Nabateese weg en op een aantal gedeeltes zijn de overblijfselen hiervan nog te zien. De kloof is een werkelijk schitterend stuk natuur met prachtige (rode) kleuren. Na 1200 meter zagen we dan ineens het beroemde plaatje (5e foto): aan het einde van de kloof is in het volle zonlicht de Schatkamer van Petra te zien. Dit beeld met de nauwe kloof en de Schatkamer aan het eind werd nog bekender door de film Indiana Jones and the Last Crusade die in Petra werd opgenomen. De Schatkamer of "Al-Khazneh" is het beroemdste monument van Petra, geheel uitgehouwen in de rode -roze rotsen en een echt kunstwerk. Het werd waarschijnlijk gebouwd als graf voor koning Aretas III in de eerste eeuw voor Christus. De façade is ongeveer 40 meter hoog en 28 meter breed. Het bovenste gedeelte bestaat uit twee rotstorens met standbeelden en in het midden een ronde vorm, de Tholos, die de Urn ondersteunt. Deze Urn zou een schat bevatten en hieraan dankt de Schatkamer zijn naam. Het onderste gedeelte van de voorgevel is een poort naar een grote hal (10e foto) die werd uitgehouwen in de rotsen.
Onze Jordaanse gids volgend liepen we verder van de Schatkamer langs onder andere Façade 66 en enkele graven (2e en 3e foto onder) naar de Façadenstraat (4e foto). In de Façadenstraat is een verzameling Nabateese huizen te zien. Vanaf deze plaats hadden we een mooi gezicht op het Petra Theater (5e en 6e foto). De zetels hiervan zijn geheel uit de rotsen gehouwen. Links van de Façadenstraat bij de Tombe van de 17 graven zijn enkele voorbeelden te zien van opvallend mooi gekleurd zandsteen (foto 7,8). Ook verder op in een huis van de Nabateeërs (foto 9, 10) zijn prachtige kleuren te zien in de rotsen veroorzaakt door de aanwezigheid van metalen en zwavel in het gesteente.
Verder lopend langs de Koninklijke Graven (2e foto onder), komen we aan bij de kerk van Petra, een Byzantijnse kerk uit de 5e of 6e eeuw (foto 3). De kerk heeft een mooie mozaïekvloer met afbeeldingen van mensen en dieren. Na ons bezoek aan deze Byzantijnse kerk lopen we verder naar het zogenaamde Stadscentrum. Hier loopt een zes meter brede geplaveide straat (foto 4). Hieraan is duidelijk de invloed van de Romeinen te zien, die in de 2e eeuw de baas waren over de Nabateeërs. Langs de hoofdstraat lag de markt met diverse winkels. De invloed van de Romeinen blijkt ook uit de Grote Tempel uit het begin van de 1e eeuw met de restanten van Nabateese zuilen, te zien op de 5e foto hieronder, en het paleis Qasr al-Bint, een enorme tempel waarvan de muren nog overeind staan.
Na de lunch neem ik met nog enkele anderen de weg naar Wadi Ed -Deir. Deze tocht gaat door een schitterende kloof (2e en 3e foto onder) over een pad met meer dan 800 in de rotsen uitgehouwen trappen en met grillige bochten. Het pad is soms vrij nauw en gaat soms langs de afgrond. Door de hitte (zeker 35°C) wordt het een stevige klim met flink zweten en flink water drinken. Het is echter allemaal meer dan de moeite waard. Aan het einde van de tocht komen we bij Ed-Deir oftewel "Het Klooster" (5e-7e foto), dat ook weer helemaal is uitgehouwen in de rotsen. Het is het grootste Nabateese monument van Petra en zeker net zo mooi als de Schatkamer. De enorme voorgevel is maar liefst 48 meter hoog en 47 meter breed. Het Klooster werd gebouwd in de eerste eeuw na Christus als begraafplaats van een koning. In de Byzantijnse periode werd het veranderd in een kerk. Langs het Klooster lopen we verder naar de top van de berg en hebben hier een magnifiek uitzicht over het schitterende landschap met enorme hoogteverschillen en indrukwekkende basalt bergen.
We vullen de rest van de middag door terug te lopen naar de Koninklijke Graven aan de voet van de Al-Khubtha berg en hier naar toe te klimmen. Deze koninklijke graven dateren uit de 1e en 2e eeuw. We bereiken als eerste het Zijden Graf (1e foto onder) met prachtige kleuren in de rotsen (2e foto). Verder zijn hier zijn het Paleis Graf, het Korintische Graf en diverse andere graven te vinden. Het Urn Graf (4e foto) ligt het hoogst en is bereikbaar met grote brede trappen. De voorgevel is met name indrukwekkend door de hoogte, maar ook de diepte van de Urn Tombe is indrukwekkend. De enorme binnenkamer is vrij kaal, maar valt op door de mooi gekleurde rotsen. De Urn tombe deed achtereenvolgens dienst als koninklijke graftombe, rechtsgebouw en kerk. In de tijd dat het de plaats van de Rechtspraak (Mahkama) was werden de catacomben gebruikt als gevangenis. Vanaf de Koninklijke Graven lopen we langzaam weer terug richting de Siq, waarbij we nog een keer de majestueuze Schatkamer passeren, die nu in de schaduw veel meer roze lijkt dan aan het begin van de dag in de schittering van het felle zonlicht. Moe maar enorm voldaan kwamen we terug in Wadi Musa (foto 9), waar 's avonds nog een heerlijke Jordaanse barbecue volgde.
21 mei: King's Highway Vandaag was een reisdag maar wel één met veel stops. Deze dag zouden we van Wadi Musa (Petra) naar Amman rijden, grotendeels over de "King's Highway". De King's Highway is een historische route langs Jordanië's mooiste landschappen en langs diverse historische plaatsen. Deze weg is al zeer oud en werd in het verleden gebruikt door legers, handelaren, kruisvaarders en pelgrims en zij allen lieten hun sporen na. Het was vroeger één van de belangrijkste handelsroutes in het Midden Oosten. Dat ook de kruisvaarders deze handelsweg gebruikten, blijkt uit het imposante kruisvaarderkasteel dat zij in Karak bouwden. Al-Kerak is een groot fort uit de eerste helft van de 12e eeuw, gebouwd op een hoogte van circa 1000 meter en kijkt daarmee uit over een groot deel van Jordanië. We bezochten dit kasteel dat een prachtig uitzicht biedt over het Jordaanse land (foto 1). Onder andere zagen we de keuken/bakkerij en de kerkers die nog in vrij goede staat waren. Gevangenen werd overigens gedood door hen over de muren honderden meters naar beneden te gooien. Uit de bouw van het kasteel en de locatie hoog op de rotsen (foto 8), blijkt dat dit alKerak kasteel voor de kruisvaarders met name als bescherming gold. Zij bouwden snel en functioneel, grof zonder veel versieringen (bijv. foto 4), gebruik makend van een hard vulkanisch gesteente. Latere restauraties door Arabieren toen Kerak de zetel werd van een Byzantijnse bisschop waren verfijnder en maakten gebruik van zandsteen.
Verder reizend over de King's Highway, maakten wij een lunchstop bij een restaurant bij Wadi Mujib (1e foto onder). Het landschap is hier bijzonder indrukwekkend. De rivier Wadi Mujib, in de oudheid Arnon genoemd, loopt hier door een spectaculaire kloof (2e en 3e foto onder) en komt uiteindelijk uit in de Dode Zee. De plaats hier wordt soms wel de Grand Canyon van Jordanië genoemd en dat is niet verwonderlijk. De King's Highway daalt hier 400 meter in de diepte in de kloof om vervolgens weer die 400 meter te stijgen. In de rivier is enkele jaren geleden een stuwdam aangelegd, wat mij verbaast met dit droge klimaat waar al het water verdampt. Onze Jordaanse gids vertelde ook dat de aanleg van deze stuwdam een heel ander microklimaat in de omgeving van Wadi Mujib heeft doen ontstaan met vogels en planten die hier eerder niet voorkwamen. We volgden de King's Highway nu verder richting de berg Nebo (Siyagha). De berg Nebo fascineert met name zoveel mensen door zijn enorme symbolische betekenis voor de christelijke en joodse religie. Dit was namelijk de berg waar Mozes het beloofde land mocht zien en stierf (4e foto onder). Het gebied is door de Franciscanen gekocht voor onderzoek en restauraties. Boven op de berg Nebo hebben diverse kerken gestaan, waaronder de Moses Memorial Church, die tijdens ons bezoek gerestaureerd werd. In deze kerk is een enorm en mooi mozaïek te zien, dat nu tijdens de restauratie tijdelijk in een tent werd bewaard (5e foto). De berg met een hoogte van ongeveer 800 meter biedt uitzicht over de hele Jordaanvallei en de Dode Zee. Helaas was het zicht door de hitte vandaag beperkt (6e foto), vermoedelijk had Mozes beter zicht. Dichtbij de berg Nebo ligt nog een enorme trekpleister voor toeristen en pelgrims: de Grieks orthodoxe kerk van St. George in Madaba, waarin een vloermozaïek uit de 6e eeuw (!) met een kaart van Palestina ligt. Deze kaart diende ooit als hulp voor pelgrims op weg naar het Heilige Land. Het mozaïek is niet meer compleet, maar onder andere Jeruzalem (foto 9), Betlehem, Jericho, de Jordaan en de Dode Zee zijn nog goed te herkennen. Na ons bezoek aan Madaba reden we door naar ons einddoel Amman (11e foto) waar we aan het einde van de dag aankwamen.
22 mei: Jerash Behalve de stad Petra heeft Jordanië nog een absoluut cultureel historisch hoogtepunt en dat is de vroegere stad Jerash of Gerasa. Jerash is één van de mooiste en best bewaarde Romeinse steden in het Midden Oosten. De stad ligt ongeveer 50 kilometer van Amman en was vroeger een welvarende stad in de heuvels van Gilead. Rond het jaar 70 veroverden de Romeinen Jerash en maakten het onderdeel van de Romeinse provincie Syrië. Rond deze tijd werd ook het stadsplan van Jerash gelegd in het typisch Romeinse schema van de belangrijke brede met zuilen omgeven hoofdstraat, de Cardo Maximus, en kleinere zijstraten. Het hippodroom (foto 1,2) even buiten de oude stad, dat als eerste opviel bij ons bezoek aan Jerash dateert uit de 2e eeuw en is het kleinste bekend Romeinse circus. Hier werden bijvoorbeeld races met strijdwagens gehouden die onder de Romeinen populair waren. Verder lopend gaan we door de Zuidelijke Poort (foto 3), langs de overblijfselen van de stadsmuur, en begint het ommuurde gedeelte van Jerash. We komen dan op het Forum (foto 4,5), een ovaal plein omringd door zuilen, Ionische kolommen, met Griekse inscripties. Dichtbij het Forum ligt het Zuid Theater uit de 1e eeuw, met ruimte in 32 rijen voor ongeveer 3000 toeschouwers (foto 610). Die toeschouwers konden vanaf de tribunes kijken op het podium (foto 8), dat heel mooi bewaard is gebleven. Opvallend is dat zelfs vanaf de bovenste rij van de tribunes, onze Jordaanse gids die in het midden van het theater staat te vertellen, nog te verstaan is. Het theater was daarnaast zo gebouwd dat het orkestgedeelte ook als zwembad gebruikt kon worden.
Als het verder lopen door Gerasa, komen we bij de overblijfselen van een aantal Byzantijnse kerken. We maken onder andere een stop bij de overblijfselen van de Kerk van SS. Cosmas and Damian. Van deze kerk, gebouwd rond 533, is nog een groot deel van de mozaïekvloer intact en te zien vanaf de bovenkant van de kerk (De kerk zelf is niet open voor publiek.). Cosmas and Damian waren tweelingbroers, beroemde doktoren die geen honorarium vroegen van hun patiënten en later martelaren werden. Op het mozaïek (2e foto onder) zijn complexe decoraties te zien met symbolische figuren, diamanten en vierkanten met geometrische ontwerpen, vogels, dieren en portretten van donors. Even verderop ligt de imposante Tempel van Artemis (4e foto) met mooi gedecoreerde Korintische kolommen (5e -7e foto onder). De tempel is gewijd aan de godin van Jerash, namelijk Artemis, de dochter van Zeus. Binnen is een terras met het vroegere openlucht altaar. De Tempel van Artemis is één van de mooiste gebouwen in Jerash. Iets voor de tempel liggen de Propyleeën van de Tempel van Artemis, oftewel de vroegere toegangspoort (8e en 9e foto). Op de trappen hiervan maakten wij onze groepsfoto. De trap aflopend door de Propyleeën komen we bij het Nymphaeum. Dit bijzonder mooie en intacte gebouw uit het eind van de 2e eeuw was een fontein opgedragen aan de dochters van Zeus. In de nissen die nog te zien zijn hebben standbeelden gestaan die vazen vasthielden waaruit het water stroomde.
Bij het Nymphaeum zijn we ook aangekomen bij de hoofdstraat, de Cardo Maximus. Deze is ongeveer 800 meter lang en loopt van het Forum naar de Noordelijke Poort. De Cardo Maximus (1e foto onder) was vroeger geheel omgeven door kolommen waarvan er nu nog zo'n 500 staan. Over de Cardo Maximus lopen we terug naar het Hippodroom waar een voorstelling wordt gegeven om zodoende een idee te geven van wat zich hier zoveel jaren terug afspeelde: met gladiatoren en strijdwagens. De Zweedse organisator houdt hier gepensioneerde politiemannen en militairen aan het werk als gladiator om zo hun karige pensioen aan te vullen en is daarmee de grootste werkgever in deze arme regio van Jordanië. Bij het verlaten van Jerash lopen we langs de Arc de Triumph van Jerash, een enorme ingang opgericht ter gelegenheid van het bezoek van keizer Hadrianus aan de stad Jerash in de winter van 129-130 en daarom ook wel de Poort van Hadrianus genoemd (5e foto onder).
22 mei: Amman Na ons bezoek aan Jerash hadden wij een halve dag om Amman te verkennen. Dat lijkt niet veel, maar is net voldoende want Amman heeft niet die oosterse en exotische sfeer als bijvoorbeeld Caïro en heeft niet de allure die veel hoofdsteden hebben. Amman, dat vroeger Philadelphia heette,dankt zijn huidige naam aan de Ammonieten die hier vroeger heersten. De stad bedekte in 1921 toen het de hoofdstad werd zeven heuvels van het Transjordaanse plateau (800 meter boven zeeniveau), maar is nu gelegen op wel 20 heuvels en is de woonplaats van meer dan een miljoen Jordaniërs. We beginnen ons bezoek aan Amman bij Jabal al-Qal'a bij het Citadel, hoog boven het centrum van de stad. Hier zijn de overblijfselen te zien van de Romeinse Tempel van Heracles (foto 1), opgericht eind 2e eeuw, gewijd aan de Griekse god Hercules en opgedragen aan keizer Marcus Aurelius. Binnen het Citadel liggen verder ruines van een Byzantijnse kerk en een moskee. Vanaf de hele Citadel hebben we een schitterend uitzicht over Amman (foto 2) en het goed bewaarde Romeinse theater uit de 2e eeuw met ruimte voor wel 6000 toeschouwers (foto 3). Binnen de muren van het Citadel ligt ook het Archeologisch museum van Jordanië, dat zeker niet gemist mag worden. Hier bevinden zich veel interessante voorwerpen, zoals kunst van de Nabateeërs, terracotta sarcofagen uit circa 1000 v. Chr. (foto 4) en ook fragmenten van de beroemde Dode Zee rollen (foto 5) kunnen hier gezien worden met de vaten waarin zij gevonden werden. Naar beneden lopend bezoeken wij vervolgens de binnenstad van Amman met onder andere de opvallende Koning Hussein Moskee (foto 9, 10).
23 mei: Woestijnkastelen Met de bus vertrokken we in richting van de grens met Saoedi-Arabië voor een bezoek aan twee woestijnkastelen in de woestijn in het oosten van Jordanië. Onderweg komen we langs diverse trainingskampen voor de Irakese politie en worden gewaarschuwd toch maar geen foto's daarvan te maken. Ons eerste doel was Qasr al-Kharana (foto 1 -6), een kasteel midden in de woestijn op circa 60 kilometer van Amman. Hoewel het wel die indruk maakt, is Qasr Kharana eigenlijk geen kasteel, maar een gebouw waar karavanen konden rusten en bijkomen en een ontmoetingsplaats. Het gebouw dateert uit 711 en werd herbouwd door de Omajjaden (of Umayyaden) op Romeinse fundamenten. De Omajjaden vormden een islamitische clan van ongeveer 661 -750. Kharana is slechts ongeveer 35x35 meter groot met 6 ronde torens en staat midden in de woestijn met kilometers vrij uitzicht naar alle kanten. Het imposante gebouw is nog in heel goede staat en binnen zijn nog inscripties te zien in vroeg Arabisch schrift. Dichtbij Qasr Kharana ligt Qusayr Amra (foto 7 -10), een badhuis dat ook werd gebouwd door de Omajjaden. In dit gebouw kwam de kalief van de Omajjaden voor ontspanning en vermaak. Het gebouw bestaat namelijk uit een ontvangsthal en een hamman, een bad. Qusayr betekent "klein kasteel" en dit gebouw is dan ook niet bekend om zijn grootte, maar om zijn bijzondere muurschilderingen die een indruk geven van de vroege islamitische kunst. Alle muren in dit gebouw zijn aan de binnenkant versierd met fresco's door Syrische en Arabische artiesten. Er zijn onder andere jachtscènes te zien wat nu vreemd overkomt voor een gebouw dat midden in de woestijn staat, maar aan het begin van de 8e eeuw lag dit gebouw in de bossen. Dat de islam van vroeger anders was dan die van nu blijkt wel uit de erotische scènes die ook te zien zijn en die vermoedelijk aangeven wat de kalief hier voor ontspanning zocht.
Dode Zee Niet te missen bij een bezoek aan Jordanië is het zwemmen in de Dode Zee. De Dode Zee is een natuurlijke laagte in het landschap waar de Jordaan in stroomt. De Dode Zee ligt 400 meter onder zeeniveau is en is daarmee niet alleen het laagste meer op aarde, maar ook de laagste plaats op het aardoppervlak. Doordat de temperatuur hier tot 50°C kan oplopen en het instromende water de Dode Zee alleen kan verlaten door verdamping waarbij de mineralen achterblijven, is het mineraalrijke water verzadigd aan natriumchloride (keukenzout). Daardoor is het water onleefbaar voor planten en dieren, maar goed voor spa's en medische behandelingen door de therapeutische werking van het water. Daarnaast is de dichtheid van het Dode Zee water hoger dan dat van het menselijk lichaam waardoor (ieder mens ongeacht zijn gewicht) er in blijft drijven, wat natuurlijk een unieke ervaring is (foto 1 -3). Je loopt bijvoorbeeld het water in, maar voordat het water halverwege je middel is, gaat het lopen vanzelf over in watertrappelen, omdat je drijft. We bezochten de Dode Zee bij een luxe hotel, het Dead Sea Spa Hotel, waar we zowel de Dode Zee als het zwembad (foto 6) in konden ter afsluiting van deze mooie vakantie. Hierna zat de vakantie er namelijk op, want in de nacht vlogen we weer terug naar Nederland.
EINDE