Hoofdstuk 2 Egypte
Paragraaf 1 delta
Neder-Egypte
Opper-Egypte
Egypte bestaat voor een groot deel uit woestijn Was dit altijd zo?
Nee: 8000 v.C. 6000 v.C. 4000 v.C.
> veel water en groen in de Sahara > jagers en verzamelaars > opkomst landbouwsamenleving > verwoestijning door droogte > mensen vestigen langs de Nijl
Herodotus > Historiën (450 v.C.) ‘vader van de geschiedschrijving’
Overstroming Nijl
sjadoef
* Landbouwoverschot leidt tot ruilhandel * Landbouwoverschot leidt tot specialisatie in ambacht * Ruilhandel leidt tot opkomst speciale groep handelaren * Vanaf 3000 v.C. ontstaat landbouwstedelijke samenleving * Groei van steden, economie en welvaart
Paragraaf 2 Tot 3100 v.C. bestond Egypte uit 2 staten: Opper-Egypte
en
Hadjet gier
3100 v.C. eenwording o.l.v. farao Narmer > draagt dubbele koningskroon (psjent)
Neder-Egypte Desjret Slang (cobra)
Narmerpalet
nemestooi Toetanchamon
Bestuur Egypte land
Farao
Opper-Egypte Neder-Egypte
provincie
dorpen
> betekenis: ‘groot huis’(per aa) n’sut = koning
2 wezirs
gouverneurs
Kenbetraden en burgemeesters + soldaten
Taken van het volk? - werken voor de farao * bouw piramiden, irrigatiewerken, etc * bewerken van de grond * handel drijven
- vereren van de farao als godheid - belasting betalen
Verschil in taken leidt tot sociale verschillen. * schrijvers stonden bv in hoog aanzien
Het schrift? * Hiërogliefen:
* doel:
- letterschrift - klanksymbolen - geeft ‘situatie’ aan
- vastleggen administratie van bestuur - bv. vastleggen voedselvoorraad - bv. bijhouden belastinggelden - bv. bijhouden betaling ambtenaren
* ontcijfering:
steen van Rosette - Champolion
Macht van de Egypte? * Egypte werd bestuurd door dynastieën (= koningsfamilies) * zwakke en sterke dynastieën * gs van Egypte kent drie sterke perioden,nl: - oude rijk (3100 – 2050 v.C.) > o.a. bouw van eerste piramide voor koning Zoser architect was: Imhotep > farao was plaatsvervanger van zonnegod op aarde daarom even groot afgebeeld
- Middenrijk (2050 – 1600 v.C.) > bouw van tempels te Karnak > veel veroveringen in zuiden (goud + ivoor) > farao meer als mens, dan als god gezien nu kleiner dan de zonnegod afgebeeld - Nieuwe Rijk (1570 – 1069) > grootste uitbreiding olv Toetmoses III voerde een beroepsleger in > Amenophis (Echnaton) voerde monotheïsme in > Toetanchamon > Ramses III – enorme persoonsverheerlijking
332 v.C. Grieken veroveren Egypte (Alexander de Grote) 30 v.C. Romeinen veroveren Egypte (Octavianus)
Godsdienst (religie)
scheppingsverhaal:
Isis x Osiris Seth pleegt broedermoord geboorte van Horus Horus vermoordt Seth doden leven in de sterren voort
Paragraaf 3 Egyptische samenleving kent grote sociale verschillen Oorzaak? specialisatie in de economie
Welke sociale lagen kwamen in Egypte voor?
Farao en familie edelen priesters hoge ambtenaren
lage ambtenaren ambachtslieden handelaren
boeren landarbeiders
slaven
Paragraaf 4
Godsdienst en wetenschap
Kenmerken godsdienst: * natuurgodsdienst / polytheïsme (= veelgodendom) * scheppingsverhaal * Nijl heeft: - goddelijke kracht - reiniging priesters voor tempeldienst * heilige dieren zoals: - nijlreiger (ibis) - krokodil - stier - kat - vis - valk - mestkever
* rol van de zon:
* leven na de dood:
- naam is afhankelijk van plaats en tijd RA – RE – AMON – ATON - verklaring van de nacht zon voortbewogen door SCARABEE zon opgegeten door hemelgodin NUTH ziel leeft voort in het dodenrijk
Welke goden spelen daarin een rol? - ISIS = vrouw van Osiris en godin van de liefde - THOT = schrijver van Osiris en boodschapper van de goden en neemt de biecht af (kop van Ibis)
- OSIRIS = god van het dodenrijk, afgebeeld als een mummie met scepter en zweep
- ANOEBIS = poortwachter van het dodenrijk (kop van jakhals)
- SETH = god van de dieren en woestijnstormen (kop van ezel)
- HORUS = zoon van Isis en Osiris draagt de dubbele koningskroon (kop van valk)
- RE =
zonnegod, afgebeeld als een valk met een zonneschijf en slang op zijn hoofd
Hoe kom je in het dodenrijk terecht? * de doden hadden hun hele lichaam nodig, dus bewaren
* om een lichaam te bewaren werd het gebalsemd - eerst werd met een koperen haak de hersenen verwijderd dat gebeurde via de neus daarna werden de hersenen weggegooid - via een snee in de linkerzij werden de organen verwijderd de organen werden behandeld en in lijkvazen gedaan het hart werd na behandeling in het lijk teruggelegd
Jongen van ca. 5 jaar oud
* buikholte werd met gemalen mirre gevuld * lichaam werd daarna met natron behandeld (45 dagen) * daarna werd het lichaam met stroken linnen ingewikkeld - magische spreuken - amuletten tussen de windsels gestopt - linnen met olie en hars bestreken
Balsemen duurde totaal 70 dagen en was duur voor de armen was er een goedkopere manier
Daarna werd mummie in sarcofaag gelegd (rijken), of in lappen stof in een gat in de grond (armen)
* Om in dodenrijk te komen, werd het hart gewogen - de rechter was Osiris - het hart werd gewogen tegen een veer (= waarheid) - te zwaar, dan opgegeten door Ammut/Ammit overledene Anubis
14 rechters toegesproken door overledene Maät
Ammut
Thot
Horus
omshabti’s Osiris
Isis
Nephthys
Farao Ramses II
* eerste farao’s werden begraven in mastaba’s * daarna in piramiden - Gizeh * daarna in rotsgraven – dal der koningen Djoser
sfinx
Cheops
Beroemde Farao was Toet-anch-amon
Vader was:
Amenophis (Echnaton) - polytheïsme werd monotheïsme - verering van zonnegod Aton - na zijn dood werd alles teruggedraaid
Graf was, ondanks inbraak, intact Gevonden in het ‘dal der koningen’
Farao Hatsjepsoet
Wetenschap? * ontwikkeling van rekensysteem * ontwikkeling van de bouwkunde (piramide) * bestudering jaargetijden aan de hand van de sterren * kunst in dienst van de farao * kunst in dienst van de doden
Paragraaf 5
14e eeuw v.C. Amenhotep IV (Amenophis) > Echnaton
* Polytheïsme wordt monotheïsme * Amon wordt Aton * doel: breken macht van priesterklasse - rijk door innen belastingen - rijk door verkrijgen van grond van Farao (= beloning) - aanzien vanwege religieuze functie - onderling verdelen van belangrijke functies * na dood Echnaton > Toet-anch-amon
Paragraaf 6 Basis van de Egyptische macht: - handel:
- oorlog:
> import van grondstoffen (hout, goud, koper, tin) > leidt tot bescherming handelsroutes > ontwikkeling scheepvaart (Nijl / Midd.Zee) > controle handelsroutes + groeven
Handelscontacten leiden tot overdracht vreemde culturen zoals: Grieken, Feniciërs, Nubiërs, etc.