Reglstratiedatum 0406 2013 Aanmaakdatum 10 04,2013 GEMEENTE TT llO O r i l
Raadsvoorstel
l
IIMil III H UI II II il ll 1 llf ™'f' 13.15337 ™ " '™ " ^ ■ I» AM.
Corsa reg.nr
: 13.15337
Behoort bij oplegger: 1 3.1 5381
Raadsvoorstelnr.
; Invullen door
^AmbT
Griffie
Portefeuillehouders : M . Pijl, A.S. Ruppert, P.M. Westenberg Programmabegroting: 6. Sociale Voorzieningen en Maatschappelijke Dienstverlening Steller Afdeling
:J.P. Verbeek : Advies en Control - PC
Telefoonnummer Email Document retour:
Onderwerp: Programma decentralisaties sociaal domein Agendering: Ter besluitvorming Acties: Vaststellen en akkoord gaan.
: 0229-252200 :
[email protected] Nee
•
Stukken ter inzage: Programmaplan Decentralisaties West-Friesland Projectplan AWBZ Projectplan Jeugdzorg Projectplan Participatiewet i.r.t. programma Projectplan Passend onderwijs
Gevraagd besluit: De raad besluit: 1. H et programmaplan Decentralisaties West-Friesland vast te stellen en akkoord te gaan met de daarin beschreven visie en uitganspunten. De kernpunten van het programma, waaronder de visie en uitgangspunten, zijn: • H et doel is om de over te nemen taken uit de Jeugdzorg, de AWBZ, de Participatiewet en het Passend onderwijs in samenhang en binnen de kaders (wettelijk, financieel, politiek en juridisch) te realiseren. • De visie luidt: 'Meer doen door meedoen, op basis van ieders eigen kracht!' • De uitgangspunten Welzijn Nieuwe Stijl worden gehanteerd, de meest relevante zijn: o Eigen regie en eigen verantwoordelijkheid staan voorop; o Bij gevaar of (ernstige) bedreiging van ontwikkeling snel ingrijpen (er-op-af); o Sluitende financieringssystemen; o Waar nodig gebiedsgericht en vindplaatsgericht werken; o Eén gezin/huishouden, één plan, één hulpverlener/coördinator. 2. De projectplannen AWBZ, Jeugdzorg, Participatiewet* en Passend onderwijs vast te stellen, waarin onder andere de projectstappen staan omschreven. 3. Akkoord te gaan met het beschikbaar te stellen van een budget van € 2 8 6 . 0 0 0 , waarvan € 147.000 in 2013 en € 1 39.000 in 2 0 1 4 , voor de medefinanciering van het regionale uitvoeringbudget voor het programmaplan en de projectplannen, en dit budget ten laste te brengen van het begrotingsresultaat. In de Kadernota 2012 is hiervoor reeds een toereikende achtervang voor gereserveerd ("zachte landing"). H et regionale uitvoeringbudget bestaat uit: • € 148.000, voor 2013 en 2014, voor de uitvoering van het programmaplan 'Decentralisaties West-Friesland' (budget West-Friesland: € 430.000); • € 4 4 . 0 0 0 , voor 2013 en 2014, voor de inhuur van de programmamanager en externen (budget West-Friesland: € 128.000). • € 7 0 . 0 0 0 , voor 2 0 1 3 en 2014, voor de uitvoering van het projectplan Jeugdzorg (budget West-Friesland: € 204.000); • € 15.500, voor 2 0 1 3 en 2014, voor de uitvoering van het projectplan AWBZ (budget West-Friesland: € 45.000); • € 8.500, voor 2 0 1 3 , voor de uitvoering van het projectplan Passend onderwijs (budget West-Friesland: € 25.000). 4. Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van een budget van € 2 2 7 . 0 0 0 , waarvan € 8 6 . 0 0 0 in 2 0 1 3 en € 1 4 1 . 0 0 0 in 2 0 1 4 , voor de benodigde ambtelijke capaciteit voor de uitvoering van het programmaplan en de projectplannen, en dit budget ten laste te brengen van printdatum: 03-06-2013
z
2 van 7 Registratienummer Afdeling
A & C - PC
Portefeuillehouder
Raadsvoorstelnr. :ln te vullen door Steller :M.W. Zuiker Programmabegr.
Griffie
:6. SV en MD
Raadsvoorstel
5. * =
het begrotingsresultaat. In de Kadernota 2 0 1 2 is hiervoor reeds een toereikende achtervang voor gereserveerd ("zachte landing"). De bij dit besluit behorende begrotingswijzigingen vast te stellen.
Vanwege het Sociaal Akoord van 11 april 2013 wordt het projectplan Participatiewet in de komende periode geactulaisaeerd. Het Sociaal Akkoord heeft nog niet de status van wetgeving. Duidelijk is wel dat de Participatiewet een jaar later wordt ingevoerd, op 1 januari 2 0 1 5 .
Samenvatting De gemeente Hoorn bereidt zich momenteel voor op de decentralisaties in het sociale domein. Taken vanuit de AWBZ, de Jeugdzorg, de Participatiewet en het Passend onderwijs worden vanaf 2 0 1 4 en 2015 overgeheveld naar gemeenten. In geld uitgedrukt bedraagt de omvang van de decentralisaties voor de West-Friese gemeenten meer dan € 100 miljoen structureel. De decentralisaties stellen forse eisen aan de uitvoeringskracht van gemeenten. In het Madivosa (regionaal portefeuillehoudersoverleg sociaal domein) van september 2012 is ervoor gekozen om het voorbereidingstraject op de decentralisaties in West-Fries verband (Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec) in te gaan. De gemeenteraden van de West-Friese gemeenten beslissen uiteindelijk of en in hoeverre zij voor (boven)regionale samenwerking kiezen. De West-Friese gemeenten staan aan de start van een complex proces, waarin nog veel politieke keuzes te maken zijn. Met het opzetten van het programmaplan Decentralisaties en de projectplannen AWBZ, Jeugdzorg, Participatiewet en Passend onderwijs is een goede start gemaakt. Er zijn al een aantal stappen (in gang) gezet om het uiteindelijk doel, het in samenhang en binnen de kaders (wettelijk, financieel, politiek en juridisch) uitvoeren van de nieuwe taken, te realiseren. Om de (project)plannen uit te voeren wordt in dit voorstel een budget aangevraagd, onder andere voor het uitvoeren van proeftuinen en voor de inhuur van expertise. De investering in de voorbereiding moet uiteindelijk leiden tot een effectievere en efficiëntere uitvoering. Het 'proefdraaien' is daarbij essentieel om te ontdekken welke vernieuwingen, verbeteringen en vormen van samenwerking er gewenst zijn. De afdelingshoofden zijn gemandateerd om de gelden daadwerkelijk uit te geven. Uiteraard wordt er kritisch gekeken naar de noodzaak van de uitgaven en wordt getracht de kosten zo laag mogelijk te houden. 1.
Inleiding: reden van het voorstel De gemeente Hoorn bereidt zich momenteel voor op de aanstaande decentralisaties in het sociale domein. Met de invoering van de Participatiewet, de overgang van taken uit de AWBZ naar de Wmo en de overname van de Jeugdzorg, worden gemeenten in de komende jaren verantwoordelijk voor alle maatschappelijke ondersteuning en niet-medische zorg aan haar burgers. Bovendien wordt met ingang van schooljaar 2014-2015 het Passend onderwijs naar de schoolbesturen gedecentraliseerd. Gemeenten moeten samen met de schoolbesturen afspraken maken over sluitende zorg in en om de school. De decentralisaties stellen forse eisen aan de uitvoeringskracht van gemeenten. In het Madivosa van september 2012 is ervoor gekozen om het voorbereidingstraject op de decentralisaties in West-Fries verband (Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec) in te gaan. De gemeenteraden van de West-Friese gemeenten beslissen uiteindelijk of en in hoeverre zij voor (boven)regionale samenwerking kiezen. Aanleiding De West-Friese gemeenten staan aan de start van een complex proces, waarin nog veel politieke keuzes te maken zijn. Voor de afzonderlijke decentralisaties zijn er projectplannen opgesteld: projectplan Jeugdzorg, projectplan AWBZ, projectplan Participatiewet i.r.t. programma (dit is exclusief de oprichting van de Werkorganisatie) en projectplan Passend onderwijs. De vraagstukken van de aparte decentralisatieplannen bevatten veel dwarsverbanden. Om de dwarsverbanden tussen de decentralisaties en daarmee de samenhang binnen het sociale domein te bewaken is er naast de projectplannen een regionaal programmaplan Decentralisaties West-Friesland opgesteld. In de vijf
Drintdatum: 03-06-2013
3 van 7 Registratienummer Afdeling
A & C - PC
Portefeuillehouder
Raadsvoorstelnr. : In te vullen door Steller :M.W. Zuiker Programmabegr.
Griffie
:6. SV en MD
Raadsvoorstel
plannen wordt omschreven wat de West-Friese gemeenten willen bereiken (o.a. visie, uitgangspunten), hoe zij dit willen bereiken (het proces) en welke resultaten zij willen opleveren. Belang De gemeente Hoorn wordt vanaf de komende jaren (2014-2015) bij wet verplicht om nieuwe taken en verantwoordelijkheden uit te voeren waarop het Rijk forse bezuinigingen heeft ingeboekt. In geld uitgedrukt bedraagt de omvang van de decentralisaties voor de West-Friese gemeenten meer dan € 100 miljoen structureel. Op basis van het inwonersaantal komt dit voor Hoorn neer op een toename van het takenpakket van circa € 35 miljoen, ongeveer 2 0 % van het huidige begrotingstotaal. Het is in maatschappelijk en financieel opzicht enorm belangrijk om als gemeente zo optimaal mogelijk voorbereid te zijn en de nieuwe taken en verantwoordelijkheden binnen het budget te kunnen uitvoeren. Anders zijn de gevolgen, zowel financieel als maatschappelijk, enorm. Om de voorbereidende (project)plannen uit te voeren wordt in dit voorstel een budget aangevraagd, onder andere voor het uitvoeren van proeftuinen en voor de inhuur van expertise. De investering in de voorbereiding moet zich uiteindelijk uitbetalen in een effectievere en efficiëntere zorguitvoering. Het 'proefdraaien' is daarbij essentieel om te ontdekken welke vernieuwingen, verbeteringen en vormen van samenwerking er gewenst zijn. Centrale vraag Hoe kan de gemeente Hoorn de nieuwe taken en verantwoordelijkheden vanuit de Jeugdzorg, de AWBZ, de Participatiewet en het Passend onderwijs in samenhang en binnen de kaders (wettelijk, financieel, politiek & juridisch) zo goed mogelijk uitvoeren? 2. Beoogd maatschappelijk resultaat Door de decentralisaties integraal, in samenhang, te realiseren streven de West-Friese gemeenten naar participatie van haar burgers, ieder naar zijn/haar vermogen en op eigen wijze. De volgende maatschappelijk effecten worden beoogd: • Het versterken van het zelfoplossend vermogen van mensen • Het versterken van het scala aan kortdurende hulpverlening en ondersteuning, daar waar nodig aangevuld met specialistische zorg. • Het terugdringen van de inzet van specialistische zorg en het aansluiten van deze specialistische zorg op de brede doelstelling van participatie. • Het aanspreken van burgers op hun zelfoplossend vermogen en ondersteuning daarop laten aansluiten. Voor de echt kwetsbaren wordt een vangnet van ondersteuning en bescherming geborgd. 3. Kaders Het kabinet Rutte II heeft de decentralisatiebeweging doorgezet die al jaren geleden is ingezet. 'Eén gezin, één plan, één regisseur', dat is voor het rijk het uitgangspunt bij de decentralisaties in het sociale domein. Dit vergt één budget en één verantwoordelijke van overheidszijde. In het regeerakkoord is gemeenten veel beleidsvrijheid beloofd, maar er wachten ook extra bezuinigingen. De hoofdlijnen van het regeerakkoord zijn als volgt: •
• • •
Met ingang van 1 januari 2 0 1 4 vormen alle schoolbesturen in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs samen een regionaal samenwerkingsverband, waarbij alle scholen als onderdeel van het samenwerkingsverband een zorgplicht hebben. Invoering participatiewet vanaf 1 januari 2015, waarbij de regering kiest om de 'onderkant van de arbeidsmarkt' verder te reguleren. Maatregelen AWBZ en WMO: gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. De jeugdzorg wordt per 1 januari 2015 gedecentraliseerd naar gemeenten.
Belangrijk is hierbij op te merken dat voorlopig alleen de wet Passend onderwijs is aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer. De overige wetten zijn nog niet in de Tweede Kamer behandeld. De kans is aanwezig dat de wetten m.b.t. Jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet in gewijzigde vorm zullen worden T m r>R o m n
4 van 7 Registratienummer Afdeling
A&C - PC
Portefeuillehouder
Raadsvoorstelnr. : In te vullen door Griffie Steller :M.W. Zuiker Programmabegr.
:6. SV en MD
Raadsvoorstel
vastgesteld. Tot dat moment gaan wij als gemeente(n) uit van de kaders die zijn vastgesteld in het regeerakkoord, met de nodige onzekerheden. Het Sociaal Akkoord is hier een goed voorbeeld van. Hoewel het Sociaal Akkoord voorlopig nog geen wetgeving is, heeft het Sociaal Akkoord grote gevolgen voor de Participatiewet. 4.
Argumenten
1.
Waarom het programmaplan goedkeuren en de visie en uitgangspunten van het programmaplan als kader te hanteren voor de projectplannen? A. Landelijk worden de uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl als uitgangspunt voor de decentralisaties gehanteerd. Deze uitgangspunten geven de koers aan bij het uitvoeren van de projectplannen en het programmaplan. Dit is belangrijk omdat: • De visie en uitgangspunten richting geven aan hoe de gemeente wil bewerkstelligen dat inwoners, ieder naar zijn/haar vermogen en op eigen wijze, participeren in de samenleving. • Een gedeelde visie en gedeelde uitgangspunten de basis vormen voor samenwerking tussen de partners in het sociale domein. • De visie en uitgangspunten in het programmaplan de integraliteit, samenhang, in het sociale domein waarborgen. B. Een samenhangende aanpak, waarbij de uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl worden gehanteerd, is daarbij essentieel, omdat: • Het voorop staan van de eigen regie en eigen verantwoordelijkheid houdt in dat mensen (voor zo ver mogelijk) zelf beslissen welke zorg en ondersteuning past in hun leven. Naast dat vraaggericht werken aansluit bij de wensen van de burger kunnen de kosten voor zorg en ondersteuning dalen als er echt goed op maat geïndiceerd wordt en dit ook integraal gebeurt. • Het snel ingrijpen (er-op-af) bij gevaar of ernstige dreiging zorg ervoor dat problemen niet escaleren en de inzet van duurdere specialistische wordt beperkt. • De gemeenten worden gekort op het budget voor de over te nemen taken. Door middel van een samenhangende aanpak moet worden getracht een efficiencyslag te slaan, waardoor de nieuwe taken budget-neutraal kunnen worden uitgevoerd (sluitende financieringsstromen). • Voordelen van gebieds- en vindplaatsgericht werken zijn dat zoveel mogelijk aangesloten kan worden bij de vraag vanuit de wijk en dat in aandachtswijken zorg en ondersteuning geïntensiveerd kunnen worden. Hierdoor kan escalatie worden voorkomen. • Soms heeft een gezin veel problemen. Als dat zo is, dan zijn vaak meerdere hulpverleners werkzaam voor dat gezin. Deze hulpverleners zijn niet altijd van eikaars betrokkenheid en activiteiten op de hoogte. Om de hulpverlening aan multiprobleemgezinnen effectiever te maken is de aanpak 'één gezin één plan' geïntroduceerd, waarbij een zorgcoördinator ervoor zorgt dat er samenwerking plaatsvindt tussen de hulpverleners die voor een bepaald gezin werken. C. De West-Friese gemeenten bereiden zich gezamenlijk voor op de decentralisaties, op basis van een gedeelde visie en uitgangspunten. Een gezamenlijke voorbereiding heeft als voordeel dat de ambtelijke capaciteit van de verschillende gemeenten gebundeld kan worden. Dit levert niet alleen tijdwinst op, maar zorgt ook voor een kwaliteitsimpuls. Daarbij is de insteek om ook m.b.t. de uitvoering regionaal samen te werken, waarbij als uitgangspunt geldt: "lokaal wat kan, regionaal wat moet". Een regionale aanpak rendeert boven een lokale aanpak: • Naarmate de ondersteuning, hulp of zorg specialistischer w o r d t en het aantal burgers waar het betrekking op heeft kleiner, dan is opschaling van het aanbod onontkoombaar. Het w o r d t dan te specialistisch en te duur om dit lokaal aan te bieden. • Indien samenwerking tussen gemeenten een sterkere onderhandelingspositie oplevert ten opzichte van (boven)regionaal opererende zorgaanbieders en ten opzichte van andere dienstverleners.
Op dit moment bereiden de West-Friese gemeenten zich gezamenlijk voor op de decentralisaties om de raden in positie te brengen te kunnen kiezen uit de verschillende scenario's. Ondersteuning kan meestal lokaal, dichtbij de burger, worden georganiseerd (bijvoorbeeld thuiszorg). Maar bij specialistisch orintdatum: 03-06-2013
5 van 7 Registratienummer Afdeling
Raadsvoorstelnr. : In te vullen door Griffie Steller :M.W. Zuiker
A & C - PC
Portefeuillehouder
Programmabegr.
:6. S V e n MD
Raadsvoorstel
aanbod is de omvang van de vraag vooral bepalend voor de schaal van de organisatie. (Boven) regionale samenwerking ligt dan voor de hand. Dit w o r d t geïllustreerd in het onderstaande figuur.
boven regionaal
regionaal
gemeente
buurt of wijk
Hoe specifieker de ondersteuning / hulpverlening / zorg
Over welke onderwerpen de raad in positie wordt gebracht staat onder kopje ' 8 : Realisatie'. 2. Waarom de projectplannen goedkeuren? De projectplannen geven aan welke stappen er gezet moeten worden om de West-Friese gemeenten zo optimaal mogelijk voor te bereiden op de nieuwe taken en verantwoordelijkheden. 3.
Waarom de medefinanciering van het regionale uitvoeringsbudget? A. De gemeente zal in de voorbereiding moeten investeren om ervoor te zorgen dat de gemeente op tijd in staat is om haar burgers de gewenste zorg en ondersteuning te bieden. Als we als gemeente nu niet investeren loopt de gemeente straks als de decentralisaties zijn doorgevoerd enorme risico's, zowel financieel als maatschappelijk. B. De implementatie vraagt grote ambtelijke inzet, inhuurcapaciteit en adviesbudget. Het rijk stelt hiervoor geld beschikbaar, maar te weinig om alle kosten uit te dekken. Het rijk verwacht bovendien dat ook de gemeente bijdraagt aan de invoeringskosten. De invoeringskosten worden besteed aan: • Het uitvoeren van proeftuinen. Proeftuinen zijn essentieel om samen met de (toekomstige) partners werkende weg te ervaren welke aanpak het beste past bij de visie, uitgangspunten en eigenheid van de West-Friese gemeenten. De uitkomsten en ervaringen van de proeftuinen zijn van wezenlijk belang voor de toekomstige inrichting van het sociale domein. Ervaringen die worden opgedaan in de proeftuinen vormen dan ook een noodzakelijke voorinvestering om in de toekomst de kostenbesparing op de nieuwe taken te kunnen realiseren. • Het ontwikkelen van een regionaal communicatieplan. • Het inhuren van de programmamanager. De programmamanager bewaakt de samenhang tussen de verschillende decentralisaties. • Het inhuren van de programmamanager. De programmamanager bewaakt de samenhang tussen de verschillende decentralisaties. • De inhuur van externe deskundigheid en beleidsondersteuning. Niet alle kennis en expertise zijn bij de gemeente zelf in huis, waar nodig worden externen ingezet. • Voor de inhuur van de externe projectleider voor projectplan Passend onderwijs.
printdatum: 03-06-2013
6 van 7 Registratienummer Afdeling
A & C - PC
Portefeuillehouder
Raadsvoorstelnr. : In te vullen door Griffie Steller :M.W. Zuiker Programmabegr.
:6. SV en MD
Raadsvoorstel
De medewerkers binnen de projectteams zijn zich bewust van de financiële situatie van de gemeenten. Benadrukt wordt dat de afdelingshoofden worden gemandateerd om de gelden daadwerkelijk uit te geven en dat kritisch zal worden gekeken naar de noodzaak om gelden uit te geven. Tevens wordt getracht zo veel mogelijk uitgaven op te vangen met subsidieverstrekkingen, wat kan leiden tot minder kosten. 4. Waarom extra budget voor ambtelijke capaciteit? Er is ambtelijke capaciteit nodig om de decentralisaties voor te bereiden. De huidige ambtelijke bezetting is niet toereikend om de capaciteit te leveren die nodig is om de projecten uit te voeren. De reguliere werkzaamheden moeten immers ook gewoon doorgaan, want de winkel blijft gewoon open. Vandaar dat er wordt gevraagd ambtelijke capaciteit beschikbaar te stellen voor de projectleiding voor de projecten Jeugdzorg, AWBZ en de Participatiewet. Alternatief Het alternatief is dat de gemeente de nieuwe taken overneemt zoals ze op dit moment worden uitgevoerd. Dus zonder dat er noodzakelijke stelselwijzigingen (transformatie) plaatsvinden. Met als gevolg dat de gemeente hetzelfde blijft doen voor aanzienlijk minder geld. Aangezien er in de decentralisaties veel open-einde-regelingen zitten brengen de nieuwe taken grote financiële risico's met zich mee. De voorinvestering in capaciteit zorgt ervoor dat de decentralisaties beter kunnen worden voorbereid waardoor de gemeenteraad in staat is de noodzakelijke keuzes hierbij te maken. Hierdoor kunnen bewustere keuzes gemaakt in de beheersing van de risico's. Zonder adequate voorbereiding kunnen de beoogde en noodzakelijke verbeteringen in het sociale domein niet worden doorgevoerd, met als gevolg dat onze inwoners niet de ondersteuning kunnen krijgen die ze nodig hebben. 5. Maatschappelijk draagvlak Het maatschappelijk draagvlak is niet onderzocht. Inwoners van de gemeente Hoorn hebben er baat bij dat de decentralisaties goed worden uitgevoerd en de gemeente het ondersteuningsaanbod op elkaar afstemt en in samenhang bekijkt. Om deze redenen wordt aangenomen dat er draagvlak is voor dit voorstel. 6. Financiële consequenties Geadviseerd wordt het aangevraagde budget van € 513.000, verspreid over 2013 en 2 0 1 4 , ten laste te brengen van het begrotingsresultaat. Uitgangspunt van de raad is dat de gemeente Hoorn de taken overneemt voor het geld dat ervoor ontvangen wordt door het Rijk. Dit staat in de Kadernota 2012 en de Begroting 2 0 1 3 . Tevens heeft de raad in de Kadernota 2012 voor de decentralisaties gekozen voor het scenario "zachte landing". De zachte landing houdt onder andere in dat w e als gemeente Hoorn de decentralisaties soepel willen invoeren. De implementatie vraagt grote ambtelijke inzet, inhuurcapaciteit en adviesbudget. Het rijk stelt hiervoor geld beschikbaar, maar te weinig om alle kosten uit te dekken. Het rijk verwacht bovendien dat ook de gemeente bijdraagt aan de invoeringskosten. Daarom is er bij de Kadernota 2 0 1 2 voor gekozen extra budget te reserveren van € 5 0 0 . 0 0 0 in 2 0 1 3 , € 1 miljoen in 2 0 1 4 en vanaf 2 0 1 5 € 1.5 miljoen structureel voor de invoering van de decentralisaties en voor het reserveren van financiële ruimte om de effecten van de invoering voor bepaalde doelgroepen te verzachten. Aangezien gebruik wordt gemaakt van de achtervangbudgetten zullen de middelen die het rijk beschikbaar stelt voor de invoering van de decentralisaties niet nodig zijn. Deze middelen kunnen vrijvallen ten guste van het begrotingsresultaat. 7. Communicatie Om de betrokkenen (burgers, instanties, overheden, raadsleden, bestuurders, ambtenaren, etc.) zo goed mogelijk op de hoogte te brengen en houden van wat er in het sociale domein aan de orde is wordt er een communicatieplan gemaakt waarin wordt aangegeven op welke wijze de communicatiemiddelen het beste kunnen worden ingezet. Dit plan wordt in juni 2013 ter besluitvorming aan het Madivosa voorgelegd en ter kennisname aan de raad gestuurd. 8. Realisatie Het programmaplan en de vier projectplannen hebben ieder een projectleider en een ambtelijk en bestuurlijk opdrachtgever die ieder zijn/haar verantwoordelijkheden heeft met betrekking tot de voortgang van het betreffende project. De uitvoeringsbudgetten worden beheerd door de projectleiders en ambtelijke printdatum: 03-06-2013
7 van 7 Registratienummer Afdeling
A&C-
PC
Portefeuillehouder
Raadsvoorstelnr.
In te vullen door
Steller
:M.W. Zuiker
Programmabegr.
:6. S V e n MD
Griffie
Raadsvoorstel
opdrachtgevers. Uiteraard blijven we kritisch kijken naar de noodzaak van inhuur en proberen we de kosten zo laag mogelijk te houden. Met betrekking tot de risico's en projectbeheersing is er in het programmaplan als bijlage een lijst met risico's opgenomen. Wat kunt u wanneer verwachten? Zoals eerder ook is aangeven, het programmaplan en de projectplannen geven aan welke stappen er gezet moeten worden om onze gemeenten zo optimaal mogelijk voor te bereiden op de nieuwe taken en verantwoordelijkheden. Zodoende kan de raad in positie worden gebracht om te kiezen uit de verschillende scenario's. Zoals onder het kopje "kaders" is aangeven, zijn er de nodige onzekerheden. Vooral omdat er nog drie wetten door de Tweede en Eerste Kamer moeten worden vastgesteld. Op basis van de huidige inzichten willen we de komende maanden keuzes aan u voorleggen met betrekking tot: Onderwerp
Doel
Programma
Participatie wet
Passend onderwijs
AWBZ > Wmo
Jeugdzorg
Projectplannen
Besluitvorming
2e kwartaal 2013
2 e kwartaal 2013
2 e kwartaal 2013
Visienotitie
Besluitvormend
2e kwartaal 2013 3 e kwartaal 2013
Advies over regionale samenwerking
Besluitvormend (scenario's)
2 e kwartaal 2013 3 e kwartaal 2013 3 e kwartaal 2013
4 e kwartaal 2013
4 e kwartaal 2013
1 e kwartaal 2014
1 e kwartaal 2014
3e kwartaal 2014
3 e kwartaal 2014
Koersbesluit over Menings- en het functionele besluitvormend zorgmodel (scenario's) (toegang en vraagverheldering) Kaderstellende notitie
Besluitvormend
Verordeningen
Besluitvormend
1 e kwartaal 2014 4 e kwartaal 2014
3 e kwartaal 2014
., datum
het college van burgemeester en wethouders
—
vin ...I.E.APR. 2013
■
de secretaris
nrtntHptiim-
O'^-Ofi-'JOI'}
me de burgemeester