REGLEMENT PRAKTIJKBEGELEIDING In het kader van de verplichte bijscholing van de RIJINSTRUCTEUR voor de categorieën A, B, C, D en/of E ingevolge artikel 12b van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (Stb. 1993, 418, gewijzigd Stb. 2008, 432).
Nieuwegein, datum inwerkingtreding 8 juni 2010
INHOUD Hoofdstuk 1
Inhoud van de praktijkbegeleiding en wijze van beoordeling
blz. 3 - 4
Hoofdstuk 2
Inschrijving voor een praktijkbegeleiding
blz. 5
Reglement Praktijkbegeleiding 08062010
2
1
Inhoud van de praktijkbegeleiding en wijze van beoordeling
Artikel 1 Elke rijinstructeur die zijn bevoegdheidspas geldig wil houden moet in een periode van vijf jaar twee afzonderlijke blokken praktijkbegeleiding reserveren en deze laten beoordelen door een beoordelaar van het IBKI. De rijinstructeur is zelf verantwoordelijk voor een tijdige indiening van praktijkbegeleidingsverzoeken. Praktijkbegeleiding is alleen mogelijk als de rijinstructeur een geldige bevoegdheidspas heeft. De rijinstructeur die een geldige bevoegdheidspas voor meerdere categorieën heeft, mag zelf kiezen voor welk certificaat hij begeleiding wenst. Ook de momenten van de praktijkbegeleidingen zijn naar eigen keuze, zolang ze binnen de vijf jaar geldigheid van zijn bevoegdheidspas vallen.
Artikel 2 Eén blok praktijkbegeleiding bestaat uit twee aaneengesloten lesuren met een leerling (totaal minimaal 90 minuten, met uitloop van maximaal 20 minuten). Per keer duur een praktijkbegeleiding 150 minuten, inclusief voorgesprek en uitslag geven. De lengte van de praktijkbegeleiding is voor alle categorieën gelijk. Artikel 3 WRM-praktijkbegeleiding gebeurt in de eigen omgeving van de rijinstructeur. In principe is start- en eindpunt een IBKI-locatie (Nieuwegein, Best, Zwolle, Dordrecht of Zaandam) of een andere geschikte locatie in de lesregio van de rijinstructeur.
Artikel 4 Het voertuig van de rijinstructeur bij de praktijkbegeleiding dient te voldoen aan de eisen zoals omschreven in artikel 6 van het ‘Algemene deel reglement voor het afnemen van het examen rij-rijinstructeur’ d.d. 1 juni 2009, te vinden op www.ibki.nl. Bij praktijkbegeleiding met een rijbewijsbezitter als leerling is dubbele bediening en L-bord niet verplicht.
Artikel 5 De rijinstructeur zorgt zelf voor één leerling per praktijkbegeleidingsblok. Het is toegestaan dat de leerling bij de praktijkbegeleiding een geldig rijbewijs heeft; bij voorkeur wordt les gegeven aan een rijbewijsleerling. De leerling moet ten minste een beginniveau hebben waaruit blijkt dat hij de technische basishandelingen van het (auto)rijden beheerst.
Reglement Praktijkbegeleiding 08062010
3
Artikel 6 a. De rijinstructeur bepaalt zelf naar aanleiding van het opleidingsmoment van de leerling welke te beoordelen lessen gegeven worden (rekening houdend met punt b, c en d) b. De rijinstructeur geeft twee achtereenvolgende lessen van de originele instructievorderingenkaart van de leerling, elk met een eigen lesdoelstelling; een korte pauze tussen de lessen is toegestaan, maar niet verplicht. Als bij de praktijkbegeleiding een rijbewijsbezitter als leerling fungeert, zal in elk geval de tweede les didactisch gezien logisch op de eerste les moeten volgen (er is immers dan geen originele instructievorderingenkaart). c. In beide lessen moet een nieuw aan te leren lesonderwerp van de instructievorderingenkaart van de leerling centraal staan. Het gaat dus altijd om twee lessen met twee verschillende onderwerpen. d. In het totaal van de twee lessen dienen instructie- en coachingsvaardigheden aan de orde te komen, het is niet zo dat de eerste les een instructieles is en de tweede een coachingsles. Het wordt bij de categorie A ook aan de rijinstructeur overgelaten of hij/zij een bijzondere verrichtingen-les of een ‘gewone’ rijles geeft. De rijinstructeur moet wel weten dat het coachen in een bijzondere verrichtingen-les minder tot zijn recht kan komen. Dit kan betekenen dat de kans op een lagere totaalscore groter is.
Artikel 7 De beoordelaar van de praktijkbegeleiding observeert na een kort voorgesprek de gegeven les vanaf de achterbank en vult een begeleidingsprotocol in. Hij geeft op grond van zijn observaties een voldoende/onvoldoende-waardering. In een nagesprek vertelt hij zijn bevindingen en geeft hij de rijinstructeur feedback.
Artikel 8 Het begeleidingsprotocol is hetzelfde als het beoordelingsprotocol van de praktijkles(sen) in fase 3 (stage) van het examen voor een nieuwe rijinstructeur. De beoordeling en normering is hetzelfde als bij de praktijkles(sen) in fase 3 (stage) van het examen voor een nieuwe rijinstructeur. Artikel 9 De tweede praktijkbegeleiding moet voldoende zijn. Als de tweede praktijkbegeleiding onvoldoende, is een derde praktijkbegeleiding verplicht. Als deze derde praktijkbegeleiding ook onvoldoende is, wordt de bevoegdheidspas WRM door het IBKI ongeldig verklaard; de rijinstructeur moet dan het herintrederstraject met voldoende resultaat afsluiten om weer gecertificeerd te zijn.
Artikel 10 Rijinstructeurs ontvangen na afloop het begeleidingsprotocol met ingevulde beoordeling en eventuele aanbevelingen. Resultaten worden door het IBKI geregistreerd. De kandidaat ontvangt een bevoegdheidspas met een nieuwe geldigheidsperiode van 5 jaar vóór de afloop van zijn oorspronkelijke geldigheidsduur als hij een voldoende resultaat heeft behaald voor zijn laatste praktijkbegeleiding.
Reglement Praktijkbegeleiding 08062010
4
2
Inschrijving voor een praktijkbegeleiding
Artikel 11 Voor elke reservering van een praktijkbegeleiding is vereist: a. een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend inschrijfformulier b. dat het verschuldigde examengeld is gestort op de wijze, zoals die in de bijlage van het inschrijfformulier is vermeld. c. kopie van de geldige bevoegdheidspas.
Reglement Praktijkbegeleiding 08062010
5