Regionale Woonvisie 2011-2020
inbo
Foto: Helmond, Torenstraat
Regionale Woonvisie 2011-2020
Colofon Augustus 2011
Als aanzet voor de nieuwe Regionale Woonvisie 2011-2020 heeft het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) i.s.m. Inbo en CityTV vier expertmeetings en een Regionale Woonconferentie georganiseerd. Voorliggend document is hier het resultaat van. Projectteam Ron Hensen (SRE) Job van Schuppen (Inbo) Mark van der Poll (Inbo) Arnoud van der Wijk (Inbo) Alex Sievers (Inbo) Fotografie Pagina 20 en 21 - RoVorm/ Paul Deelman Cartoons Dennis Wijmer (Zout in de Pap Produkties) Bronvermelding Wij hebben ons best gedaan om onze bronnen te achterhalen. Mocht u menen rechten te kunnen ontlenen aan deze publicatie, neemt u dan contact met het SRE op. W www.soulife.nl/sre T @srewoonvisie
0. Inleiding 1. Uitdagingen
1.1 Geef ruimte aan unieke woonmilieus en bind kenniswerkers en bedrijven 1.2 Oog voor lage-lonen-arbeidsmigranten 1.3 Naar een nieuw evenwicht van sterke steden en een vitaal landelijk gebied 1.4 Kies voor duurzaam vernieuwen en transformeren
2. Uitvoering 3. Participanten
0.
inleiding
0. Inleiding
Vier uitdagingen Begin dit jaar is het SRE gestart met de ontwikkeling van een nieuwe Regionale Woonvisie 2011-2020. Onder het motto “lokaal doen, wat lokaal kan” heeft het SRE gekozen voor een focus op dié thema’s waar het regionaal woonbeleid echt van meerwaarde kan zijn. Thema’s die niet alleen gemeentegrensoverschrijdend zijn, maar om regionale visie en focus vragen gezien de rol van het wonen aan de (verdere) ontwikkeling van Brainport. Tegelijkertijd zijn het thema’s die niet los gezien kunnen worden van de lokale inzet van partijen en hun lokale belangen. De inzet van deze partijen is ook noodzakelijk om de ambities uit de Regionale Woonvisie tot uitvoering te brengen. Kortom: regionale thema’s met een lokale uitwerking. Met het uitgangspunt “lokaal doen wat lokaal kan” in het achterhoofd is samen met Rijk, provincie, gemeenten, corporaties en overige woningmarktpartijen besloten de volgende uitdagingen centraal te stellen in de Regionale Woonvisie: 1.
Geef ruimte aan unieke woonmilieus en bind kenniswerkers en bedrijven1;
2.
Oog voor lage-lonen-arbeidsmigranten;
3.
Naar een nieuw evenwicht van sterke steden en een vitaal landelijk gebied;
4.
In eerste instantie was de uitdaging “Creëer unieke woonmilieus en bind kenniswerkers en bedrijven”. Naar aanleiding van de expertmeeting en de Regionale Woonconferentie bleek echter niet het creëren van unieke woonmilieus het doel te moeten zijn maar het bieden van de mogelijkheden daartoe. Hierop is besloten de uitdaging te wijzigen in: “Geef ruimte aan unieke woonmilieus en bind kenniswerkers en bedrijven”.
Inleiding
1
8
Kies voor duurzaam vernieuwen en transformeren.
Aan de hand van vier expertmeetings is voor ieder van deze uitdagingen gezocht naar de ambities en
Waarom een nieuwe regionale Woonvisie 2011-2020?
speerpunten, de rol van het regionale woonbeleid in het realiseren daarvan en de rol van verschillende
De regio Eindhoven is de afgelopen jaren uitgegroeid tot
(samenwerkende) partijen daarbinnen. De uitkomsten van
een wereldwijde topregio op het gebied van onderzoek,
deze expertmeetings zijn op 26 mei 2011 gepresenteerd
kennis en hoogwaardige maakindustrie. Begin juni is
tijdens de Regionale Woonconferentie. In samenspraak
Eindhoven zelfs uitgeroepen tot slimste regio ter wereld2.
met een brede vertegenwoordiging van (regionale)
Volgens het Intelligent Community Forum is Brainport
woningmarktpartijen zijn de resultaten besproken en is
Einhoven een voorbeeld voor een nieuw manier van
gezocht naar (samenwerkende) partijen die zich actief
denken over samenwerking en regionale ontwikkeling. De
willen inzetten voor uitvoering van een van de
ambitie is deze positie te behouden en verder te
verschillende uitdagingen.
versterken door een krachtige samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid. De
Voorliggend resultaatdocument vormt het sluitstuk van dit
sleutelwoorden daarin staan helder benoemd in de
proces. Door het organiseren van de expertmeetings en
Regionale Agenda 2011-2014: een dynamische, goed
de Regionale Woonconferentie heeft het SRE samen met
bereikbare regio met een sterke economie; een
gemeenten en verschillende (regionale)
magneetfunctie voor kenniswerkers; een hoog
woningmarktpartijen een kwalitatieve visie bepaald op de
voorzieningenniveau; een sterke nationale en
bovenstaande uitdagingen. Het resultaatdocument
internationale uitstraling en een betrokken samenleving
beschrijft deze visie als input voor de Regionale
met een hoog zelforganiserend vermogen. Het wonen
Woonvisie 2011-2020 die naar verwachting begin 2012
heeft hierin een prominente rol. Een sterke economie kan
definitief wordt vastgesteld.
immers niet zonder aantrekkelijke woon- en leefmilieus. Bovendien vraagt een dynamische regio met internationale uitstraling om zowel sterke steden als een vitaal en aantrekkelijk landelijk gebied. Met de bovengenoemde uitdagingen zet de Regionale Woonvisie dan ook een concrete stap om de ambities uit de Regionale Agenda 2011-2014 waar te maken en een bijdrage te leveren aan het behoud van Eindhoven als slimste regio ter wereld. ‘Eindhoven is de slimste regio ter wereld’ Volkskrant, 3 juni 2011
9
Inleiding
2
Maar er is meer dan alleen de ambitie om door te groeien als internationale topregio. De nieuwe Regionale
Randvoorwaarden voor de Regionale Woonvisie 2011-2020
Woonvisie moet ook een aantal omvangrijke ontwikkelingen en daarmee nieuwe vraagstukken in
Dit resultaatdocument heeft geen pasklare antwoorden
goede banen zien te leiden.
op bovenstaande vragen. Wel zijn twee randvoorwaarden
•
Demografische veranderingen: naarmate in de regio
benoemd tijdens de vier expertmeetings en bevestigd
meer sprake is van afnemende bevolkingsgroei,
tijdens de Regionale Woonconferentie. Deze
zullen vergrijzing, ontgroening en krimp meer en
randvoorwaarden vormen de rode draad waarlangs het
meer een rol gaan spelen.
nieuwe woonbeleid zich de komende jaren moet
De actuele problemen op de woningmarkt:
ontwikkelen. Zij zijn kaderstellend om de vier uitdagingen,
vraaguitval naar dure woningen, uitval van
bijbehorende ambities en uitvoering waar te maken.
bouwplannen en Europese regelgeving leiden tot
Alleen dan kan de regio Eindhoven kennis en innovatie
(aanzienlijk) verminderde investeringsruimte bij
van wereldformaat samen op laten gaan met een
marktpartijen, corporaties en overheden.
aantrekkelijke woon- en leefomgeving. De
Tegelijkertijd moeten (nieuwe) opgaven voor zowel
randvoorwaarden zijn:
•
•
ontwikkelaar als woonconsument betaalbaar blijven. Zoals bijvoorbeeld beheer en verduurzaming van de
Identiteit en kwaliteit als vertrekpunt in denken en
bestaande voorraad. Dit vraagt om nieuwe en
handelen
andere manieren van werken, investeren en
Wees als gemeente(n) en regio bewust van de
financieren.
aantrekkelijke samenhang van stedelijke en landelijke gebieden. Deze samenhang vormt de regionale
Hoe gaat de regio hiermee om? Wat kan het regionaal
basiskwaliteit van Zuidoost-Brabant. In essentie bestaat
woonbeleid hieraan bijdragen? En welke rol vraagt dit
deze uit een spreiding en menging van stad en
van verschillende partijen? Deze ontwikkelingen leiden
landschap: steden en dorpen zijn overal, maar
immers niet alleen tot gewijzigde inhoudelijke opgaven,
tegelijkertijd is het landschap altijd binnen handbereik.
maar ook tot nieuwe verhoudingen tussen overheden,
Binnen deze samenhang heeft ieder gebied en plek haar
corporaties, marktpartijen en de burger.
eigen specifieke woon- en leefkwaliteit. Weet als gemeente(n) welke dat zijn en durf op basis daarvan keuzes te maken. Dit kan bijvoorbeeld het ontwikkelen
Inleiding
van nieuwe woonmilieus zijn op goed doordachte locaties
10
SRE Nieuwe ruimtelijke kaders
Gemeenten Identiteit en kwaliteit als vertrekpunt in denken en handelen
Samenwerking in ‘co-currentie’
Regionaal verbinden en afstemmen
Vertalen
Regionale agenda 2011-2014
Regionale kwaliteitsafspraken
Ontwikkelen & beheren
Co-creatie
€
Behouden en versterken van het SRE als wereldwijde topregio
Bottom-up initiatieven van partijen, burgers, corporaties, ontwikkelaars, coöperaties
waar slimme en efficiënte combinaties mogelijk zijn met
Nieuwe ruimtelijke kaders
bijvoorbeeld werken, mobiliteit en/of duurzaamheid. Maar
Bottom-up initiatieven van (samenwerkende) partijen en
wel altijd passend bij de wens van de consument en de
burgers krijgen (meer) invloed op de kwaliteit van de
identiteit van het gebied. Ook het koesteren (letterlijk met
regio. “Iedereen die gaat bouwen, zul je dus moeten
rust laten) en beheren van bepaalde gebieden is een
faciliteren”. Op basis van goede kwaliteitsafspraken zul je
keuze. Misschien omdat deze waardevol zijn, maar ook
als overheid (maar ook als corporatie of marktpartij)
omdat andere plekken en gebieden in de regio wellicht
ruimte moeten gaan bieden. Niet alleen als het gaat om
beter zijn. Wie andere gemeenten gunt om deze goede en
(nieuw) bouwen, maar ook als het gaat om beheer,
gewilde toplocaties binnen de regio te ontwikkelen,
herbestemming, verduurzaming, etc. Om dit te kunnen,
draagt bij aan het behoud en de verdere ontwikkeling van
zijn nieuwe ruimtelijke kaders noodzakelijk. Dit zijn in feite
de aantrekkelijke samenhang van steden en dorpen
regionale kwaliteitsafspraken in aanvulling op de
binnen de regio. Dit denken en handelen (gunnen) vanuit
kwantitatieve afspraken die eerder gemaakt zijn in het
identiteit en kwaliteit is primair een lokale
Regionaal Woningbouwprogramma 2010-2020. De regio
verantwoordelijkheid. Het verbinden van de verschillende
erkent dat kwaliteit weliswaar een diffuus begrip is, maar
locatiekwaliteiten en het afstemmen van bijbehorende
dat - waar mogelijk - het wel de ambitie is om daar
keuzes is een regionale verantwoordelijkheid.
regionale (proces) afspraken over te maken. Binnen deze Inleiding
11
kwaliteitsafspraken wordt ruimte geboden om in co-
Hoofdstuk 2 gaat in op de uitvoering. Hier is per uitdaging
creatie met eindgebruikers, gemeenten, corporaties en
een actietabel opgenomen met verantwoordelijke partijen
ontwikkelaars duurzame ruimtelijke initiatieven te
en wordt duidelijk wie welke rol op zich moet nemen om
omarmen en te ontwikkelen. Onderstaand model (figuur
de verschillende uitdagingen waar te maken. Hoofdstuk 3
1) geeft hiervan een schematische weergave. Hierin is de
geeft tot slot inzicht in de verschillende participanten die
Regionale Woonvisie 2011-2020 gepositioneerd als
een actieve bijdrage hebben geleverd aan de
onderdeel van de ambities zoals opgenomen in de
expertmeetings en de Regionale Woonconferentie.
Regionale Agenda 2011-2014. Citaten en uitspraken
Leeswijzer
In elk hoofdstuk zijn enkele citaten en uitspraken opgenomen. Deze zijn afkomstig van verschillende deelnemers aan de expertmeetings en uitgesproken
Het resultaatdocument telt drie hoofdstukken. Hoofdstuk 1 behandelt de vier uitdagingen en is opgebouwd in de volgorde waarin de expertmeetings over de vier uitdagingen hebben plaatsgevonden. Elke paragraaf bestaat uit een korte introductie op de uitdaging, een beschrijving van de overkoepelende conclusie en een uitwerking (inhoudelijke verdieping) daarvan naar speerpunten voor het nieuwe regionale woonbeleid. Daarnaast zijn per uitdaging de belangrijkste bevindingen van de Regionale Woonconferentie verwerkt. Dit betekent dat paragraaf 1.1 de bevindingen beschrijft over het geven van ruimte aan unieke woonmilieus en het binden van kenniswerkers en bedrijven. Paragraaf 1.2 zet de resultaten over het wonen en de huisvesting van lagelonen-arbeidsmigranten uiteen. Paragraaf 1.3 geeft de conclusies weer over het nieuwe evenwicht tussen sterke steden en een vitaal landelijk gebied. Tot slot beschrijft Inleiding
paragraaf 1.4 de bevindingen rondom duurzaam vernieuwen en transformatie.
12
tijdens een van deze bijeenkomsten.
Inleiding
13
1.
uitdagingen
Geef ruimte aan unieke woonmilieus en bind kenniswerkers en bedrijven
Inleiding Zuidoost-Brabant is een sterke, internationale economie. Dit merken we niet alleen door het stempel Brainport dat onze kenniseconomie heeft, maar ook door de aantrekkingskracht van de regio op bedrijven, kenniswerkers en arbeidsmigranten. Deze sterke positie danken we onder meer aan de gunstige arbeidsmarkt en bovengemiddelde reputatie van onze universiteit en onderwijsinstellingen. De reputatie van het woon- en leefklimaat is echter niet meer dan
Geef ruimte aan unieke woonmilieus en bind kenniswerkers en bedrijven
gemiddeld. Het in stand houden en creëren van werkgelegenheid is een cruciale factor om bedrijven en kenniswerkers blijvend te binden aan de regio en onze economie nog verder te versterken. Belangrijke voorwaarde daarvoor is het investeren in de diversiteit en uniciteit van woonmilieus en de kwaliteit van woningen. Het woon- en leefklimaat in de regio Eindhoven moet de komende jaren een behoorlijke ontwikkeling doormaken. Maar is dit overal noodzakelijk? En zo ja, welke richting moet die ontwikkeling dan op? De eerste expertmeeting voor de nieuwe Regionale Woonvisie 2011-2020 gaf hiervoor de aftrap. Hierin stond de uitdaging centraal: “Geef ruimte aan unieke woonmilieus en bind kenniswerkers en bedrijven”
16
Conclusie
ook andere doelgroepen) hebben wel degelijk een aantal specifieke woon- en leefwensen die nu deels ontbreken in
De regio Eindhoven biedt een breed scala aan
Eindhoven en de regio. Gemeenten en andere partijen
bestaande woonmilieus voor kenniswerkers en
moeten de ruimte geven aan (samenwerkende)
bedrijven. Deze kwaliteiten moeten getoond en (beter)
ontwikkelende partijen om deze woonwensen mogelijk te
gecommuniceerd worden. Daarnaast moet ruimte
maken. Tot slot stellen de keuzemogelijkheden aan
worden geboden voor noodzakelijke vernieuwing van
woonmilieus in de regio belangrijke eisen aan de
bestaande en toevoeging van nieuwe woonmilieus.
communicatie richting kenniswerkers. Speerpunten voor
Geef ruimte aan unieke woonmilieus en bind kenniswerkers en bedrijven
het regionaal woonbeleid zijn dan ook: Kenniswerkers zijn van groot belang voor de regio Eindhoven gezien de directe bijdrage die zij leveren aan
Geef ruimte om te investeren in bestaande
het economisch profiel van de regio. Zij zijn hoog
woonmilieus
opgeleid en komen alleen of met partner via
Specifieke investeringen (acupunctuur in de bestaande
internationale ondernemingen (o.a. Philips, ASML) of de
voorraad) maken het mogelijk om bestaande woonmilieus
TU/e in de regio Eindhoven terecht. Kenniswerkers
nog nauwer aan te laten sluiten op de wensen van de
komen uit Nederland, maar vooral in Eindhoven is een
kenniswerker, maar ook andere doelgroepen. Deze
relatief groot deel van hen ook afkomstig uit het
investeringen richten zich op onder meer een 24/7
buitenland. Om deze kenniswerkers en bedrijven te
economie, aantrekkelijke (stads)parken en openbaar
binden aan de regio, hoeven nauwelijks grootschalige,
groen, goede (OV-)bereikbaarheid en een aantrekkelijk
nieuwe woonmilieus gecreëerd te worden. De regio
voorzieningenpakket. Uitgangspunt hierin is dat iedere
Eindhoven biedt immers een breed scala aan bestaande
gemeente in de regio haar eigen kwaliteiten als
woonmilieus. Van stedelijk tot suburbaan in Eindhoven en
vertrekpunt neemt en op basis daarvan keuzes maakt.
Helmond en van agrarisch tot cultuurhistorisch in
“Probeer als regio niet met zijn allen de koek gelijkmatig
respectievelijk De Peel en De Kempen. Deze
te verdelen. Op die manier vereven je alles met elkaar tot
samenhangende verscheidenheid van stedelijke en
een eenvoud waarin je de kracht van de regio, namelijk
landelijke gebieden (Brabantse mozaïek) vormt een
de onderscheidende kwaliteiten tussen stad en land,
belangrijke en onderscheidende kwaliteit van de regio die
afvlakt.” Daarnaast kunnen specifieke investeringen op
aan ieder woonmilieu en gebied zijn eigen identiteit geeft.
heel concrete woonwensen worden gedaan. Zoals:
Ook voor kenniswerkers. Dit betekent echter niet dat er
nieuwe vormen van energie, woon-werkcombinaties,
niks hoeft te gebeuren. De internationale concurrentie
technologie en glasvezel als primair onderdeel van de
met andere kennisregio’s is groot en kenniswerkers (maar
woning. Dit stelt je als regio bovendien in staat om de
17
Brainport-technologie letterlijk zichtbaar te maken in het dagelijks wonen en leven. Tot slot gaat het niet alleen om fysieke maatregelen. “Belangrijkste reden voor vertrek van kenniswerkers is dat ze niet kunnen aarden; geen community vinden”. Het faciliteren van ontmoeting en kennisuitwisseling kan door het oprichten van een community center/internationaal kenniscenter of uitbreiding van het Expat Center Brabant, maar hangt ook samen met het vinden van een geschikt Geef ruimte aan unieke woonmilieus en bind kenniswerkers en bedrijven
woonmilieu waarin kenniswerkers (en hun partners!) naar eigen wens onderdeel worden van de maatschappij.
expats activity
Open up, enrich, expose and incubate
Inspiratie Eindhoven SUPERvillage : ‘Uit onderzoek blijkt dat de meeste internationale kenniswerkers niet zozeer op zoek zijn naar hoogdynamische stedelijke omgevingen, maar eerder naar een rustig, veilige en groen woonen werkmilieu. Zij ... hebben uiterst traditionele vooruitstrevende woonwensen en geven de voorkeur aan een meer introvert en huiselijk bestaan in een relatief prikkelarmerijke omgeving. (…) Zij prefereren een lange bos korte wandeling in het park … en gaan liever sporten soms…’
Bron: bovenstaande beelden zijn overgenomen uit de publicatie “Living in Brainport”, YYY spatial think tank in samenwerking met IaDea in opdracht van het architectuurcentrum Eindhoven
Geef ruimte om (enkele) nieuwe woonmilieus te ontwikkelen Er is een aantal (sub)milieus dat node wordt gemist in de regio. Het gaat om hoogstedelijke woonmilieus met intensieve functiemenging en innovatieve mogelijkheden op het gebied van wooncomfort, office-mogelijkheden aan huis (voor de partner) en kleiner en goedkoper wonen. Een woonmilieu dat alleen geschikt is om in Eindhoven te realiseren. Hier is vraag naar dergelijke milieus en zijn bovendien een aantal goede plekken (toplocaties) aanwezig die passen bij de identiteit van de stad. Strijp-S is zo een plek die kan uitgroeien tot een hoogstedelijk milieu. Dit is een locatie waar wonen slim gecombineerd kan worden met werkgelegenheid, goede bereikbaarheid en voorzieningen. Door tevens iets bijzonders toe te voegen (acupunctuur met bijzondere nieuwbouw) ontstaat een nieuwe ontmoetingsplek in de stad met regionale uitstraling.
18
Communiceer al het goede wat de regio te bieden heeft “De kenniswerker lijkt voldoende keuze te hebben, maar hoe komen zij er achter dat deze woonmilieus aanwezig zijn en waar zij al dat prachtigs kunnen halen?” Het Expat Center Brabant, maar ook het bedrijfsleven, moet letterlijk communiceren welke keuzemogelijkheden aan woonmilieus en kwaliteiten de regio heeft. Deze rijke schakering moet de kenniswerker getoond worden. Bij aankomst hebben kenniswerkers en hun partners grote behoefte aan gestroomlijnde informatie over wonen en leven, zoals bijvoorbeeld via de website
mogelijkheden resulteert in een sterkere match tussen woonwens en aanbod en daarmee in een sterkere binding met de regio. De oprichting van een community center/ internationaal kenniscenter of uitbreiding van het bestaande Expat Center Brabant kan hierin een cruciale rol vervullen. Meer informatie (www) Bekijk de presentaties, discussie en debat
19
Geef ruimte aan unieke woonmilieus en bind kenniswerks en bedrijven
www.expatguideholland.com. Uiteraard houden zij een vrije keuze, maar voorlichting over de verschillende
Woon-, leef- en werkmilieus in de regio Eindhoven
20
Woon-, leef- en werkmilieus in de regio Eindhoven
21 21
Oog voor lage-lonenarbeidsmigranten
Inleiding Zuidoost-Brabant is een ondernemende regio met een sterke economie en veel bedrijvigheid. Naast werknemers die hun wortels in de regio hebben, is, met name in de productiesfeer, de laatste jaren ook een steeds groter deel van hen van buiten Nederland afkomstig. Veel van deze zogenaamde lage-lonen-arbeidsmigranten komen uit Midden- en Oost Europa (naar schatting gaat het in de regio om 15.000-20.000 personen) en zijn werkzaam in de bouw, agrarische sector of metaalindustrie. De groep is jong (gemiddeld rond de 30 jaar), relatief goed opgeleid, maar komen in Nederland (onder andere door de taalbarrière en schaarste) veelal te werken in laag betaalde sectoren. Sommige arbeidsmigranten komen alleen, anderen komen samen met partner of gezin naar de regio om hier tijdelijk te werken. Echter, een steeds groter wordend deel van deze arbeidsmigranten vestigt zich hier permanent. Zowel tijdelijke als permanent verblijvende lage-lonen-arbeidsmigranten verdienen een goed dak boven hun hoofd. Ze leveren
Oog voor lage-lonen-arbeidsmigranten
immers een belangrijke bijdrage aan de economische bedrijvigheid en zullen een plek moeten weten te vinden in de samenleving. Daarnaast hebben gemeenten (maar ook corporaties en werkgevers) de verantwoordelijkheid om onveilige en slechte woonomstandigheden te voorkomen. De tweede expertmeeting voor de nieuwe Regionale Woonvisie ging daarom de volgende uitdaging aan: “Oog voor lage-lonen-arbeidsmigranten”
22
Conclusie
Erken dat er sprake is van een permanente stroom arbeidsmigranten
De aanwezigheid van arbeidsmigranten loont en is
De komst van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost
kansrijk. Het SRE heeft met het nieuwe regionale
Europa is geen tijdelijke stroom. Het betreft een
woonbeleid een ambassadeursfunctie in de
permanente stroom die zorgt voor een permanente vraag
bewustwording hiervan en kan samen met andere
naar tijdelijke of zelfs structurele woonruimte. Het aanbod
partijen goede woonomstandigheden voor
kan deze vraag niet bijbenen. Overheden en corporaties
arbeidsmigranten mogelijk maken.
moeten zich hiervan bewust zijn. Dit vereist een andere
Oog voor lage-lonenarbeidsmigranten
politieke en bestuurlijke opinie tegenover de komst van Arbeidsmigranten uit Midden- en Oost Europa zijn een
arbeidsmigranten: minder vanuit problemen denken,
economische factor van betekenis. Zij bieden een
meer vanuit kansen en met lange termijn oplossingen in
oplossing voor knelpunten op de Nederlandse
plaats van ad hoc maatregelen en tussenoplossingen.
arbeidsmarkt in met name de bouw en landbouw en
Hoe langer migranten hier immers zijn, hoe meer
leveren daarmee een aanzienlijke bijdrage aan de
behoefte aan privacy en een wooncarrière ontstaat.
Nederlandse economie. Dit blijkt niet alleen uit onderzoek
Arbeidsmigranten die hier langer verblijven dienen op de
van SEO1, maar wordt ook erkend door verschillende
lange termijn dan ook benaderd te worden als een
partijen, waaronder werkgevers en gemeenten. Naast de
gewone woningzoekende en niet als een bijzondere
woonomstandigheden van arbeidsmigranten is er steeds
doelgroep. Dit vraagt om gemeentelijk en provinciaal
meer aandacht voor de economische meerwaarde en de
beleid dat letterlijk en figuurlijk de ruimte en
kansen die deze mensen bieden. Dit is een nieuwe
mogelijkheden biedt om deze permanente stroom goed te
opgave waarin (bovenal) goede huisvesting centraal
huisvesten. Verschillende partijen, waaronder
staat, maar daarnaast bewustwording, samenwerking en
gemeenten, werkgevers en arbeidsbemiddelaars, zijn
afspraken noodzakelijk zijn om deze kansen te
namelijk erg enthousiast en ambitieus om met goede
verzilveren en te benadrukken. Het regionaal woonbeleid
oplossingen te komen.
speelt hierin een belangrijke ambassadeursrol. Speerpunten zijn:
Benoem de kansen van deze permanente stroom “Arbeidsmigranten hebben we nu en in de toekomst hard nodig”. Vergrijzing en krimp leidt tot vertrek van Nederlandse arbeidskrachten en een teruglopend voorzieningenniveau in de kleine kernen. Arbeidsmigranten kunnen dit gat opvullen. Wie vooruit
SEO Economisch Onderzoek, De economische impact van arbeidsmigratie uit de MOElanden, Bulgarije en Roemenië, december 2008
1
23
Moderne migratie: MOE-landen kijkt, speelt in op deze demografische ontwikkelingen en
10.000
benut de permanente stroom arbeidsmigranten door met
migratiesaldo
8.000
6.000
name gezinnen vast te houden. Niet alleen voor
4.000
werkgelegenheid in de land- en tuinbouw, maar ook voor
2.000
de gezondheidszorg, het onderwijs (op peil houden van
0
het aantal leerlingen op kleine scholen) en het
-2.000
-4.000 1995 Polen
1996
1997
1998
Roem/Bulg
1999
2000
Marokko
2001
2002 Turkije
2003
2004
2005
2006
2007
Nederlandse Antillen + Aruba
2008
2009
Suriname
2010
verenigingsleven. Bovendien zijn met name Polen vaak goed opgeleid. “Maak daar gebruik van.” Neem deze groep serieus en zorg voor goede huisvesting. Alleen
Moderne migrant komt om te werken
door goede huisvesting kan deze potentie immers benut worden. Voor een sociale onderlaag hoeven gemeenten en corporaties niet bang te zijn. “We creëren deze zelf als we de kansen niet benutten en arbeidsmigranten geen groeimogelijkheden bieden.” Zorg voor goede huisvesting Als eerstverantwoordelijke voor goede huisvesting van arbeidsmigranten wordt de werkgever gezien, maar
Bron: CBS
gemeenten en corporaties nemen in toenemende mate een actieve rol op zich. Deze partijen zijn echter
Oog voor lage-lonen-arbeidsmigranten
Bron: SEO / CBS
nauwelijks in staat om de vraag naar woonruimte correct op te vangen. Planologische regelgeving, stringent beleid en gebrek aan draagvlak onder lokale bewoners en/of de politiek zorgen voor moeizame procedures en een gebrekkig aanbod. “Er is veel gemeentelijk beleid, maar 80-90% van de huisvesting van arbeidsmigranten is illegaal; dat wil zeggen, deze wordt gedoogd”. Consequentie hiervan is dat malafide arbeidsbemiddelaars de weg van de minste weerstand kiezen en migranten onder slechte omstandigheden huisvesten. Daar komt bij dat er door gebrekkige
24
registratie in de GBA (Gemeentelijke Basis Administratie)
moet dit proces stroomlijnen en heeft een leidende rol
vaak onduidelijkheid is over de aantallen
om samen met deze partijen regionale uitgangspunten en
arbeidsmigranten, het toekomstperspectief en de inhoud
afspraken te maken (kwantitatief en kwalitatief) en vast te
en duur van het werk. Dit bemoeilijkt een goede sturing
leggen in woonprogramma’s.
op huisvesting. Inschrijving in het GBA is daarnaast van groot belang om als arbeidsmigrant maatschappelijk te
Meer informatie (www)
kunnen functioneren. Denk hierbij aan inschrijving bij een
Bekijk de presentaties, discussie en debat
woningcorporatie of het gebruik maken van zorgvoorzieningen en/of onderwijs. Het SRE is zich bewust van deze problematiek en heeft met de nota “Tijdelijk (werken en) wonen” getracht een handreiking te bieden aan de 21 regiogemeenten om op lokaal niveau tot oplossingen te komen. Ook hier bleek de praktijk weerbarstig: “De vraag is groter dan het aanbod en niet alle gemeenten vertaalden de handreiking naar lokaal beleid.” Gevolg daarvan is dat gemeenten op verschillende manieren opereren. Het standpunt van de provincie Noord-Brabant is dat huisvesting van specifieke doelgroepen, waaronder arbeidsmigranten, deel uit maakt van het reguliere uitgeoefend, maar dat er regionaal afspraken worden gemaakt om voldoende, goede huisvestingsmogelijkheden te bieden. Het regionaal woonbeleid moet dan ook in staat zijn hier een doorbraak in forceren. Overheden, LTO, werkgevers, corporaties en arbeidsbemiddelaars hebben immers de gezamenlijke verantwoordelijkheid en ambitie om te zorgen voor goede huisvesting van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost Europa. De Stuurgroep Arbeidsmigranten van het SRE
25
Oog voor lage-lonen-arbeidsmigranten
huisvestingsbeleid dat lokaal door gemeenten wordt
Naar een nieuw evenwicht van sterke steden en een vitaal landelijk gebied
Naar een nieuw evenwicht van sterke steden en een vitaal landelijk gebied
Inleiding De kracht van Zuidoost-Brabant is de combinatie van rust en dynamiek, van groen en rood, van thuiswereld en buitenwereld. De menging van stad en land heeft niet alleen geleid tot dorpse steden, maar ook tot een landschap met een sterk stedelijke cultuur. De steden zijn gebaat bij het landschap en de mooie dorpen waar het goed, veilig en ontspannen wonen is. De dorpen zijn gebaat bij de werkgelegenheid en het voorzieningenniveau van de steden. De bewoners in het SRE benutten dit unieke ’dorpstedelijke netwerk’ ten volle en beschouwen het als hun leefwereld. Een leefwereld die echter in toenemende mate onder druk komt te staan. Afnemende bevolkingsgroei, dalend voorzieningenniveau en een scheve verhouding tussen betaalbare en dure woningvoorraad kunnen op termijn een disbalans veroorzaken binnen het dorpsstedelijk netwerk. Om dit te voorkomen sorteert het SRE voor op de ‘nieuwe groei’. Dit vereist een omslag in (bestuurlijk) denken en handelen waarin niet langer en alleen groei centraal staat, maar mogelijk ook krimp onderdeel is van een gezonde balans tussen stad en land. In het kader van de Regionale Woonvisie 2011-2020 stond in de derde expertmeeting daarom ook de volgende uitdaging centraal: “Naar een nieuw evenwicht van sterke steden en een vitaal landelijk gebied”
26
Conclusie
volbrengen. “Dit vraagt ander bestuur, een andere mentaliteit, een andere cultuur en een andere
Bottom-up initiatieven vanuit burgers en partijen
gereedschapskist”.
krijgen (meer) invloed op de kwaliteit van de regio. Dit is een proces dat vraagt om nieuwe ruimtelijke
Een grote opgave waar de regio de komende jaren voor
kaders in de vorm van regionale kwaliteitsafspraken.
staat, is het transformeren van de bestaande voorraad.
Naar een nieuw evenwicht van sterke steden en een vitaal landelijk gebied
Voornaamste doel is deze voorraad te beheren, te Zuidoost-Brabant is een regio in beweging. Een regio die
verduurzamen en goed aan te laten sluiten bij de (telkens
door verschillende ontwikkelingen moet anticiperen op
veranderende) wensen van de woonconsument. Dat wil
nieuwe tijden. Tijden waarin groei niet vanzelfsprekend is,
niet zeggen dat er de komende jaren niks nieuws meer
de woningmarkt zich hervormt van aanbodgericht naar
gebouwd wordt. Prognoses wijzen uit dat er de komende
vraaggericht, de consument centraal staat en de
10 jaar nog een netto opgave is van 25.000 woningen in
bestaande voorraad om forse investeringen vraagt. Dit
de regio. Er is dus nog altijd een bouwopgave. Deze zal
betekent ook dat woningbouw niet langer
zich echter primair richten op het kleinschalig toevoegen
vanzelfsprekend een financiële opbrengstenpost is.
van kwaliteit aan de bestaande voorraad in zowel steden
Nieuwe verdienmodellen zijn noodzakelijk om deze
als dorpen. Deze transformatie (kwaliteitsslag) slaagt
betaalbaar te houden. Hoe kan het regionaal woonbeleid
alleen als overheden, maar ook andere partijen (o.a.
deze ontwikkelingen in goede banen leiden en zorgen dat
ontwikkelaars en corporaties), in staat zijn een
ook in deze andere tijden de kwaliteit van stad en land
denkomslag te maken in sturen en handelen. Partijen
zich verder ontwikkelt? De volgende speerpunten voor
moeten bereid zijn om kwaliteit leidend te laten zijn voor
inhoud en proces van het regionaal woonbeleid zijn van
kwantitatieve keuzes. Zelfs als daar financiële
belang:
consequenties aan zijn verbonden. Zowel de stedelijke gebieden als de landelijke (krimp)gebieden kunnen het
Transformatie
zich namelijk niet permitteren om pas op de lange termijn
De letterlijke vertaling van transformatie is verandering.
voor te sorteren op de structurele veranderingen in de
Verandering in de brede zin van het woord staat centraal
woningmarkt. De afzetmogelijkheden in de woningmarkt
in het regionaal woonbeleid. Dit betekent dat niet alleen
zijn wezenlijk veranderd en de ‘nieuwe groei’ dient zich
de regionale woonopgaven veranderen, maar dat een
aan. Gemeenten moeten die ‘nieuwe groei’ onder ogen
transformatie in (bestuurlijk) denken en handelen
zien. Dat kan door op lokaal niveau nauwkeurig de
minstens van even groot belang is om deze opgaven te
27
Krimp is…
mogelijkheden van inbreiding te inventariseren en de eigen identiteit als vertrekpunt van elke ontwikkeling te nemen. De intergemeentelijke afstemming van deze keuzes en het maken van kwaliteitsafspraken daarover is een regionale verantwoordelijkheid. Maak nieuwe weefsels van bebouwing en landschap
Integrale dorpsontwikkelingsprogramma’s
Verdunnen en verdichten Verdunnen en verdichten gaat in feite over verdichten enerzijds en koesteren anderzijds. De huidige en toekom-
Naar een nieuw evenwicht van sterke steden en een vitaal landelijk gebied
stige kwaliteit van stad en land in de regio Eindhoven is namelijk gebaat bij keuzes als het gaat om locaties die letterlijk met rust gelaten worden en locaties waar verdichting/ontwikkeling kan plaatsvinden. Dit vereist echter
Wat
Wat zag u zo net voorbij komen?
grote zorgvuldigheid. Iedere gemeente kent immers haar lokale belangen en “met name op het gebied van woningbouw concurreren alle gemeenten in de regio met elkaar.” Maar waar ben je als gemeenten nu écht goed in? Waar liggen je kwaliteiten, wat is je identiteit en in hoeverre past deze bij de wens van de woonconsument? Als gemeenten op basis van hun identiteit en kwaliteiten in staat zijn samen te werken (‘co-currentie’) en het SRE dat regionaal weet te verbinden en te vertalen in regionale kwaliteitsafspraken dan pas is het SRE de regio die het wil zijn:
Leg bijzondere ruimtelijke kwaliteiten bloot Bron: bovenstaande beelden zijn overgenomen uit de presentaties ‘Ruimte maken voor krimp’ van de Brabant Academy en ‘Nieuwe groei in het buitengebied’ van het SRE
(onderdeel van) Brabants mozaïek met een complementair aanbod aan woon- en leefkwaliteiten waarin bewust keuzes gemaakt kunnen worden. Van het rustigste dorpje waar niet veel meer gebeurt (koesteren) tot het meest
28
hoogstedelijke woongebied vol dynamiek waar ruimtelijke
ratie. Dit leidt tot een wijk-, buurt-, of gemeenschapsnet-
ontwikkelingsmogelijkheden worden gefaciliteerd. Dit
werk met een economisch en sociaal rendement waarin
vraagt niet alleen om samenwerking en lef (om bijvoor-
iedereen zijn of haar eigen kennis ter beschikking stelt
beeld de ontwikkeling van bepaalde woonmilieus aan een
voor het betreffende project.
buurgemeenten te gunnen), maar ook om een regionaal verdienmodel waaruit kosten en opbrengsten van ver-
Meer informatie (www)
dichten en koesteren gefinancierd kunnen worden.
Bekijk de presentaties, discussie en debat
Teruggeven Vraaggericht en kwalitatief ontwikkelen/ beheren vereist: hun initiatieven, het faciliteren van hun keuzes en toetsing op inhoudelijke kwaliteitsafspraken. Dit betekent dat verantwoordelijkheden (meer) bij burgers en/of samenwerkende partijen komen te liggen. Top-down sturing gebeurt alleen nog op specifiek lange termijn beleid of door het stellen van ruimtelijke kaders in de vorm van kwaliteitsafspraken. Bottom-up initiatieven vanuit burgers en partijen krijgen hierdoor (meer) invloed op de kwaliteit van de regio. Het teruggeven van beslisbevoegdheid aan burgers en partijen is hier onmiskenbaar onderdeel van. Dit betekent dat het omarmen van projectinitiatieven door burgers en partijen feitelijk ophoudt bij het faciliteren daarvan. Verantwoordelijkheid wat betreft realisatie, financiën en beheer ligt namelijk bij de burger, buurt, gemeenschap of coöpe-
29
Naar een nieuw evenwicht van sterke steden en een vitaal landelijk gebied
het serieus nemen van de gebruiker(s), het omarmen van
Kies voor duurzaam vernieuwen en transformeren
Inleiding De regio Eindhoven heeft een krachtige economie en een gevarieerde voorraad bestaande woon- en werkmilieus. Dit maakt het SRE een robuuste regio die wel een stootje kan hebben. Toch mag er van achterover leunen geen sprake zijn. Het is juist deze bestaande voorraad die om aandacht vraagt en de basis is van de toekomstige woningmarkt. Het op grote schaal ontwikkelen van nieuwe woonwijken behoort immers tot het verleden en met name woningen uit de periode 1950-1985 vragen om modernisering, (energetische) verduurzaming en andere ingrepen om deze toekomstbestendig te maken. Daarnaast staan veel kantooren werklocaties leeg. Deze bieden mogelijkheden voor herbestemming en transformatie. Maar duurzaam vernieuwen is al lang niet meer (alleen) een fysieke opgave. De bestaande voorraad kent immers bestaande gebruikers. Zij
Kies voor duurzaam vernieuwen en transformeren
zijn de ervaringsdeskundigen, kennen hun plek en hebben hun wensen. Gemeenten en andere partijen betrekken hen in het proces, maar steeds vaker organiseren zij hun eigen proces. Daarnaast is duurzaamheid steeds meer een strategische opgave, waarin het efficiënt verbinden en ruimtelijk positioneren van plekken en stromen leidt tot energiereductie. Deze en andere ontwikkelingen stonden centraal tijdens de vierde expertmeeting in het kader van de Regionale Woonvisie 2011-2020. Hierin gingen partijen de volgende uitdaging aan: “Kies voor duurzaam vernieuwen en transformeren”
30
Conclusie
woningvoorraad (zowel bestaand als nieuw) van belang is voor een toekomstbestendige woningvoorraad op
Duurzame vernieuwing en transformatie van
regionaal schaalniveau. Vanuit dit bewustzijn is het
bestaande voorraad vindt primair plaats op een
volgende speerpunt van belang voor de inhoud en proces
lokaal schaalniveau. Het SRE heeft een belangrijke
van het regionaal woonbeleid:
Kies voor duurzaam vernieuwen en transformeren
rol om deze vernieuwing regionaal te agenderen en te communiceren. Voor zowel de bestaande als nieuwe
Agendeer en communiceer regionale verduurzaming
voorraad, met aandacht voor de rol van bewoners en
Het SRE heeft een belangrijke rol om duurzame
oog voor duurzaamheid als toekomstbeeld voor de
vernieuwing en transformatie van woningen en kantoren
regio.
regionaal op de agenda te zetten en van daaruit gemeenten, corporaties en andere partijen mogelijkheden
De ambities voor duurzame ontwikkeling en
te bieden tot samenwerking en uitvoering. Zo heeft het
toekomstbestendig wonen in de regio komen tot uiting op
SRE met de ondertekening van het Regionaal Convenant
verschillende schaalniveaus. Met name op woning- en
GPR Gebouw afspraken kunnen maken om
wijkniveau zijn deze concreet te benoemen voor zowel de
verduurzaming van nieuwbouwprojecten naar een hoger
bestaande voorraad als de nieuwbouw. Voorbeelden zijn
schaalniveau te brengen. Met de ondertekening van dit
isolatie, gebruik van zonne-energie, en gescheiden
convenant streven deelnemende partijen naar een hogere
watersystemen. Dit is veelal een lokale opgave die onder
kwaliteit van de gebouwde omgeving en wordt een
andere op basis van het convenant “Energiebesparing
stimulans gegeven aan duurzaam en toekomstbestendig
corporatiesector” (waarin afspraken zijn gemaakt voor
bouwen in de regio. Projecten die vanuit dit convenant
verduurzaming van de woningvoorraad) wordt ingevuld.
zijn ontwikkeld, moeten gecommuniceerd worden en
Aandachtspunt hierin is met name de relatie huurder-
dienen als voorbeeld voor een verdere regionale
verhuurder en de opgave om huurders ‘mee te krijgen’ in
uitvoering.
de verduurzaming van hun woning. Goede communicatie
Toch gaat het niet alleen om (energetische)
en “de kwaliteit van de dialoog als basis voor succes”
verduurzaming in de nieuwbouw. Juist de breedte en
geldt hierin als motto. Het SRE heeft niet direct een
veelzijdigheid van duurzaamheid biedt veel
uitvoerende rol in deze opgave - deze ligt primair bij
mogelijkheden om ook andere aspecten regionaal te
gemeenten, corporaties en bewoners - maar is zich
agenderen en - waar mogelijk - onderdeel te maken van
bewust van het feit dat lokale verduurzaming van de
je regionale kwaliteitsafspraken. Concreet gaat het dan
31
om verduurzaming en verhoging van de gebruikskwaliteit
Centrale vraag
en toekomstwaarde van bestaande bouw, maar ook aandacht voor de rol van bewoners in dat proces: het faciliteren van hun woonwensen en het kunnen omarmen
Hoe kan ‘duurzame ontwikkeling’ een bijdrage leveren aan de actuele verstedelijkingsopgave?
van hun duurzaamheidsambities. Tot slot is er een toenemende strategische duurzaamheidsopgave die het SRE moet agenderen. Deze komt voort uit de trend waarin duurzame ontwikkeling wereldwijd het nieuwe toekomstbeeld is. Niet de energetische verduurzaming van bestaande of
Energiebeleid
nieuwe woningvoorraad staat hierin centraal, maar - in aanvulling daarop - energiereductie door plekken en
Essentie
stromen in de regio slim en efficiënt met elkaar te verbinden. Hierin wordt het zwaartepunt van de vraag CO2-uitstoot/energieverbruik
naar energie - die in de stad ligt - gekoppeld aan het aanbod aan energie. Energiestromen vanuit functies
Kies voor duurzaam vernieuwen en transformeren
Woonlasten
elders in de regio of stad worden slim en efficiënt verbonden met plekken die energie vragen. Dit betekent dat na jarenlange perioden van ruimtelijke
Comfort
functiescheiding er nu een duidelijke opgave ligt voor het aedes vereniging van woningcorporaties
12
verbinden van woonlocaties (plekken) met de stromen van (industriële) productie, water, verkeer, consumptie en
Bron: Sheet 1 - VromRaad Sheet 2 - Aedes
energiehuishouding. “We leven immers in een tijdperk aedes vereniging van woningcorporaties
10
van verbinden in plaats van scheiden”. Hierin staan fabrieken, industrie of voorzieningen niet langer los van de woonomgeving, maar worden daar (weer) onderdeel van doordat woningen gebruik maken van bijvoorbeeld hun (rest)warmte. Meer informatie (www)
32
Bekijk de presentaties, discussie en debat
Kies voor duurzaan vernieuwen en transformeren
33
2.
uitvoering
Uitvoering
Inleiding De Regionale Woonvisie 2011-2020 legt een sterke nadruk op uitvoering. Belangrijkste vraag daarin is welke (samenwerkende) partijen de verschillende uitdagingen gaan waarmaken. Voor elke uitdaging is daarvoor in dit hoofdstuk een actietabel opgenomen. De acties komen voort uit de inhoudelijke verdieping van iedere uitdaging (hoofdstuk 1) met daarin gekoppeld enkele (samenwerkende) partijen die daarvoor verantwoordelijk zijn/worden. Tijdens de regionale Woonconferentie op 26 mei 2011 zijn de verschillende
Uitvoering
partijen gevraagd zich hieraan te committeren.
36
Geef ruimte aan unieke woonmilieus en bind kenniswerkers en bedrijven Doel: Het communiceren van de specifieke (woon)kwaliteiten van de regio Eindhoven, het faciliteren van ontmoetingsplekken en mogelijkheden tot het vormen van communities voor kenniswerkers, het vernieuwen van bestaande en toevoegen van nieuwe woonmilieus waarin bestaande kwaliteiten en identiteit het vertrekpunt vormen.
1
Actie
Verantwoordelijke (samenwerkende) partij(en)
Onderzoek de mogelijkheid tot het oprichten van een commu-
Proces- en projectsturing
nity center door het uitbreiden van activiteiten van het Expat
Expat Center Brabant
Center Brabant
Deelnemers Brainport Development, bedrijfsleven, kennisinstellingen (o.a. TU/e, Fontys), Kamer van Koophandel, gemeente Eindhoven, SRE
2
Zorg voor gestroomlijnde (meertalige) informatie over woon-
Proces- en projectsturing
en leefkwaliteiten van alle gemeenten in de regio en maak
Expat Center Brabant
deze (digitaal) beschikbaar
Deelnemers Brainport Development, SRE, gemeenten
3
Stimuleer en faciliteer bijzondere woningbouwprojecten op
Deelnemers
vooraf goed doordachte locaties
Woningcorporaties, ontwikkelaars, gemeenten
Uitvoering
37
Oog voor lage-lonen-arbeidsmigranten Doel: Het in samenwerking zorgen voor goede huisvesting van lage-lonen-arbeidsmigranten, het benadrukken en communiceren van de kansen die arbeidsmigranten bieden.
1
Actie
Verantwoordelijke (samenwerkende) partij(en)
Herbevestig het afgesproken beleid uit de nota Tijdelijk (wer-
Proces- en projectsturing
ken en) wonen in de SRE-gemeenten
Stuurgroep Arbeidsmigranten (SRE) Deelnemers Gemeenten
2
Inventariseer vanuit de GBA de (huisvestings)vraag van lage-
Proces- en projectsturing
lonen-arbeidsmigranten en koppel dit aan het aanbod (bij-
Stuurgroep Arbeidsmigranten (SRE)
voorbeeld het woningbestand dat corporaties hebben)
Deelnemers Uitzendbureaus, LTO, corporaties en werkgeversorganisaties, gemeenten
3
Deel de ervaringen met de huisvesting van lage-lonen-ar-
Proces- en projectsturing
beidsmigranten die elders in Nederland zijn opgedaan (o.a.
Stuurgroep Arbeidsmigranten (SRE)
het opstellen van een ‘verklaring arbeidsmigranten in Noorden Midden-Limburg, West Friesland)
Uitvoering
>>
38
4
Actie
Verantwoordelijke (samenwerkende) partij(en)
Stroomlijnen van de wet- / regelgeving en de processen rond-
Proces- en projectsturing
om de (huisvesting van) arbeidsmigranten
Stuurgroep Arbeidsmigranten (SRE) Deelnemers Gemeenten, provincie Noord-Brabant, werkgeversorganisaties, SNCU, LTO
a
Stimuleer en verbeter de registratie van lage-lonen-arbeidsmi-
Gemeenten
granten in het GBA
b
Stel een huisvestingsverordening op om de instroom van lage-
Gemeenten, Stuurgroep Arbeidsmigranten (SRE)
lonen-arbeidsmigranten te reguleren
c
Creëer planologische ruimte in gemeentelijk en provinciaal
Gemeenten, provincie Noord-Brabant
beleid door initiatiefnemers voor goede huisvesting (o.a. corporaties en werkgevers) meer mogelijkheden te bieden voor zowel tijdelijke woonoplossingen, lange termijn oplossingen, als creatieve woonvormen
d
Zet een afgestemd handhavingssysteem op
Werkgeversorganisaties, gemeenten, SNCU (stichting naleving CAO voor uitzendkrachten), LTO
5
Stel een ‘Kansenboek arbeidsmigranten’ op
Proces- en projectsturing Stuurgroep Arbeidsmigranten (SRE)
Uitvoering
39
Naar een nieuw evenwicht van sterke steden en een vitaal landelijk gebied Doel: Het voorsorteren op de ‘nieuwe groei’, het realiseren van een denkomslag in sturen en handelen waarbij lokale identiteit en kwaliteit als vertrekpunt genomen worden voor ruimtelijke keuzes.
1
Actie
Verantwoordelijke (samenwerkende) partij(en)
Stem lokale ruimtelijke keuzes regionaal af en leg deze, in
Proces- en projectsturing
aanvulling op de kwantitatieve afspraken uit het Regionaal
SRE (strategieontwikkelaar, beleidssynchronisatie)
Woningbouwprogramma, vast in regionale kwaliteitsafspraken
Deelnemers Provincie Noord-Brabant, Brabant Academy, TU/e, gemeenten, corporaties, marktpartijen
a
Breng de bestaande woningvoorraad kwantitatief en kwalita-
Gemeenten, corporaties, SRE
tief in beeld
b
Krijg beter inzicht in het verhuisgedrag en de woon- en leef-
SRE
wensen van (toekomstige) senioren en kleinere huishoudens
c
Breng inzicht in de totale woonlasten van de woonconsument
SRE
d
Faciliteer de discussie over (extra) bouwkosten die kwaliteit en
SRE
duurzaamheid met zich meebrengen
2
Het nadenken over nieuwe ontwikkelingsmethodieken die bij-
Proces- en projectsturing
dragen aan een nieuw evenwicht van sterke steden en een
SRE (strategieontwikkelaar)
vitaal platteland
Deelnemers Provincie Noord-Brabant, Brabant Academy,
Uitvoering
TU/e, gemeenten, corporaties
40
Kies voor duurzaam vernieuwen en transformeren Doel: Het agenderen en communiceren van regionale verduurzaming, het stimuleren van samenwerking tussen gemeenten, corporaties, bewoners en andere partijen.
1
Actie
Verantwoordelijke (samenwerkende) partij(en)
Maak duurzaamheid onderdeel van de regionale
Proces- en projectsturing
kwaliteitsafspraken
SRE Deelnemers Gemeenten, provincie Noord-Brabant, corporaties, TU/e
a
Benoem voorbeeldprojecten die verduurzaming bottom-up
Gemeenten, provincie Noord-Brabant, SRE, Aedes
aanjagen op basis van bestendigheid, comfort en kwaliteit van wonen en leven. Kom niet zondermeer met een maatregelenpakket.
b
Stimuleer de aanpak van verduurzaming van de bestaande
SRE, corporaties, TU/e, Aedes, Slim Renoveren,
voorraad, transformatie en herbestemming
Levensloop Academie
Uitvoering
41
3.
participanten
45
Onze dank gaat uit naar de eenieder die een bijdrage heeft geleverd en in het bijzonder naar de sprekers: Aron Bogers (Inbo), Bärbel van Zanten (Iadea), Daniëlle van der Ven (Hurks Vastgoedontwikkeling), Dick Loeff (SRE), Dennis Gudden (Inbo), Ernest Berkhout (SEO), Fons Merken (Wonen Limburg), Han Lörzing (TU/e, Provincie Utrecht), Hans Mommaas (VROM-Raad), Hans van Voorene (Trudo), Jan van Dijk (Brabant Academy), Joost Ossevoort (Aedes), Mary Fiers (Eindhoven), Mendel Robbers (YYY), Niek Bargeman (Provinicie Noord-Brabant), Ron Stoop (Expatcenter Brabant), Simon Wessels (SRE), Thom Aussems (Trudo), Ton Wijnen (Z.O.N. Arbeidsvoorziening). ...en de experts: Aaltje Schouten-Saarloos (Nuenen), Anita Pauwels (Hendriks Coppelmans Ontwikkeling), Anja Tils (Bergeijk), Anka Meeuws (SRE Milieudienst), Anouk Vinken (Someren), Arnold Joost (Stad2), Astrid Haast (Woningbelang), Astrid van Deelen (Brainport Development), Audry Verheijen (Wonen Weert), Bart Kamerling (Magis en Van den Berg), Bep de Vaan-Heffels (Best), Brechje Lubse (Wonen Limburg), Caroline van Tilborg (Woonpartners), Cees van de Ven (Reusel-De Mierden), Doris de Bruijn (SlimRenoveren), Eef Bongaarts (Helmond), Egbert Buiter (Valkenswaard), Ela Kloszewska (Z.O.N. Arbeidsvoorziening), Eric Beerens (VROM-inspectie), Esther Struik (Wocom), Fons Lustenhouwer (Aedes), Frank Engelen (Beeckk Adviseurs), Frank Metsemakers (Woonbedrijf), Frank van Noort (Waalre), Frans Stienen (Helmond), Frans van den Boomen (Bouwfonds), Freija Mostert (VNG), Gerrit Kros (Someren), Hans Savelkouls (Ministerie van Binnenlandse Zaken), Hans Spooren (Best), Hélène Kivits (Compaen), Henk Kerkers (Deurne), Herman Litjens (ZLTO), Hilde van Beek (Wooninc.), Ingrid de Boer (Woonbedrijf), Ingrid van der Burgt (provincie NoordBrabant), Ingrid van Luijt (SRE), Irene Martens (Martens Mondial Coaching), Jaap van Engelshoven (AM), Jackel Henstra (KAW), Jan Lathouwers (Bergeijk), Jan-Willem Popelier (Laurentius), J-D. Van Arkel (Son en Breugel), Jeroen Singelenberg (SEV), Jeroen van der Hoek (Bergeijk), Jessie Wagenaar (Bouwfonds), Jo Goossens (NVB), Joep Berghuis (Eindhoven), John Frenken (Son en Breugel), Joke Beuger (Waalre), Jori Meulendijks (Asten), Jos Gruijters (Laarbeek), Jozef van Asten (Cranendonck), Karin Duimelinks (Deurne), Kees Haest (Metaal Flex Nederland), Lianne van Stratum (Wonen Limburg), Lies de Groot (Aert Swaens), Liesbeth van Beek (Wonen Limburg), Linda Tuijt (Woonbedrijf), Lisette Heesakkers (Laarbeek), Lou van Gerven (Valkenswaard), Maarten Klerkx (ABT), Mahdi Triki (Philips Research), Marco Koopman (Levensloop Academie), Marie Beenackers- van Poppel (Cranendonck), Marieke Leussink (TU/e), Mariëlle Hoefsloot (Provincie Utrecht), Marinus Biemans (Deurne), Marja van Wolferen (Goed Wonen Gemert), Marjo Compen (Heeze-Leende), Marleen Sanders (Stad2), Mart Verhoeven (BAM Woningbouw), Martien Jansen (Nuenen), Martijn van Boven (GRIP op vastgoed), Miranda Raaijmakers (Wocom), Myreen Minnaar (Wooninc.), Nienke Verhagen (Gemert-Bakel), Olaf Henschen (Property Match Investments), Paul Gondrie (Best), Paul Sebregts (Bergopwaarts@BOW), Pauline Jansen (Nuenen), Petra Rijkers (Asten), Piet Machielsen (Oirschot), Pieter van Santvoort (Van Santvoort Makelaars), Ria Appelo (Domein), Rinus Verberne (Fontys - Vastgoed & Makelaardij), Rob Möhlmann (Woningbelang), Robèrt Kersjes (Wooninc.), Robert Visser (Son en Breugel), Robert Wessels (ZLTO), Roel Maas (ABT), Roel van Heugten (Metaal Flex Nederland), Roeland van Hooff (Eersel), Ron Kruijswijk (Kruijswijk makelaardij), Sean Vos (SlimRenoveren), Sjoerd Slaaf (Bewonersplatform Woensel Noord), Sjoerd Swinkels (Beeckk Adviseurs), Sonja Driessen (SRADA), Theo Heuveling (Bladel), Theo van den Tillaart (Nuenen), Ties van de Moosdijk (Helmond), Tiny Leenders (Ver. Kleine Kernen Noord-Brabant), Tjakko Middel (Helmond), Toine Brosens (Woningstichting Laarbeek), Toon Meulensteen (Eindhoven), Toon van der Mierden (Veldhoven), Trudy Thijssen (Woningstichting Laarbeek), Wendy Hellings (Son en Breugel), Will Groothuysen (Ur2d), Willem van Hal (Helmond), Willy Giesbers (Adriaans Bouwgroep), Wilma van der Rijt-van der Kruis (Heeze-Leende), Wim van Lith (Ver. Kleine Kernen Noord-Brabant), Wim Verberne (Z.O.N. Arbeidsvoorziening), Wim Vissers (Geldrop-Mierlo), Xavier Broekx (Broeckx-Praasterink makelaars), Yolanda van der Zanden (Trudo), Yvan Vavier (Someren), vrijwilligers van de locaties en andere betrokkenen bij de expertmeetings en werkconferentie.
Inbo Geeresteinselaan 57 Postbus 57 3930 EB Woudenberg T +31 (0)33 286 82 11 Datum Augustus 2011 Status Eindversie Referentie 7881
www.inbo.com