Regionale OV-visie West-Brabant
Inhoud Regionale OV-visie: Bouwstenen voor een duurzaam openbaar vervoer in West-Brabant
4
Bouwsteen 1: Het openbaar vervoersysteem zelf
6
Bouwsteen 2: Communicatie en marketing voor het gebruik van het openbaar vervoer
10
Bouwsteen 3: De organisatie en de financiën
12
Regionale OV-visie: Bouwstenen voor een duurzaam openbaar vervoer in West-Brabant In de Strategische Agenda West-Brabant wordt een
In deze regionale visie wordt ingegaan op wat er nodig
perspectief geschetst voor de regio West-Brabant in
is om het Openbaar Vervoer dit beeld te laten onder-
2020. Eén van de beelden die daarbij gebruikt wordt is
steunen. Dat gebeurt aan de hand van drie bouwste-
het volgende:
nen: −− Het openbaar vervoersysteem zelf.
Een regio met sterke steden en een vitaal buitengebied
−− Communicatie en marketing voor het gebruik van het openbaar vervoersysteem. −− De organisatie en de financiën die daarvoor nodig zijn. Elk van deze bouwstenen wordt op dezelfde manier uitgewerkt door middel van een sterkte-zwakte analyse. Op basis daarvan wordt de strategie bepaald hoe West-Brabant de komende jaren met het onderwerp openbaar vervoer moet omgaan.
Goede internationale verbindingen zijn belangrijk voor de regio.
P+R locaties voor overstap tussen auto en trein.
4
Voor de bijdrage die het OV-systeem kan leveren aan
De meerwaarde van een regionale OV-visie is onder-
het verbeteren van de bereikbaarheid in congestiege-
meer gelegen in het feit dat de gemeenten een cen-
voelige gebieden kan worden aangesloten bij de ambi-
traal geformuleerd gedachtegoed, binnen vastgestelde
ties van “Versterkt Stedelijk Netwerk”.
kaders, ter beschikking staat.
In de agenda van de bestuurscommissie mobiliteit zijn
Net zoals de visie Goederenvervoer West-Brabant
ten aanzien van het openbaar vervoer de volgende
vormt de regionale OV-visie een basisdocument van
doelen geformuleerd:
waaruit de regio zowel haar eigen vraagstukken als-
−− Binnen de regio moet zowel het bus- als treinver-
ook relevante externe plannen (bijv. de provinciale
voer een positieve bijdrage leveren aan de bereik-
OV-visie of de nieuwe concessie busvervoer) kan
baarheid en ontsluiting van stad en kernen;
beoordelen en afwegen binnen de op hoofdlijnen vast-
−− Binnen de regio moet een dekkend en integraal
gestelde kaders.
openbaar vervoerssysteem functioneren met optimale overstapmogelijkheden tussen de verschil-
De regionale OV-visie beschrijft op hoofdlijnen wat de
lende modaliteiten;
regio wil met OV, welke accenten men legt en welke
−− Aandacht besteden aan de grenzen van het con-
ambities er aan ten grondslag liggen.
cessiegebied (zowel in Nederland als in België); −− De regio zet in op een kwalitatief hoogwaardige dienstregeling op het gebied van het (intern)nationaal treinvervoer.
5
Bouwsteen 1: Het openbaar vervoersysteem zelf Het openbaar vervoersysteem van West-Brabant ken-
De relaties met omliggende concessiegebieden (o.a.
merkt zich door een aantal sterke relaties waar trein,
Zeeland) zijn een belangrijk aandachtspunt. Voor de
Brabantliner en Volans een belangrijke functie hebben.
verbindingen naar werkgelegenheidslocaties is maat-
Daarnaast zijn er een aantal sterke en verbindende
werk, bijvoorbeeld in combinatie met mobiliteitsma-
streeklijnen die duidelijk in een behoefte voorzien.
nagement, nodig.
Waar in een stad als Breda en op intensieve regionale vervoerrelaties de bus soms nog kan concurreren met
De ontsluitingskwaliteit staat onder druk. In 30 km-
de auto, is dat in de middelgrote steden in de regio en
gebieden is het niet altijd mogelijk om voldoende
zeker in het landelijk gebied niet vanzelfsprekend. Het
dichtbij de reiziger te komen. Met een steeds krappere
is goed om dat vast te stellen omdat daarmee duidelijk
financiële situatie staan de grenzen van het Basisvoor-
wordt dat voor het landelijk gebied de sociale functie
zieningenniveau (BVN1) onder druk waarbij bijvoor-
van het openbaar vervoer het belangrijkst is en dat die
beeld wordt gesproken over het afschaffen van het
moet worden geborgd. Ook in de stad dient de sociale
regiotaxi deur-deur vervoer, onderdeel van het destijds
functie van openbaar vervoer voldoende aandacht te
vastgestelde BVN.
krijgen.
Sterkte
Zwakte
•• Met het Basisvoorzieningen Niveau (BVN) wordt
•• Op sommige plekken/tijden rijden lege bussen
de minimale OV-kwaliteit beschreven. •• Op sterke relaties worden veel reizigers vervoerd.
rond •• Middelgrote steden zijn te klein voor bus als concurrent voor auto
Kansen
Bedreigingen
•• Meer ruimte voor alternatieven onderkant van
•• Ontsluitingskwaliteit gaat niet altijd samen met
de markt in provinciale OV-visie •• Bundeling Wmo-vervoer met kleinschalig lijngebonden OV in 1 duidelijke feederfunctie •• Bus-topproducten Volans en Brabantliner optimaliseren •• Knooppunten verder uitwerken (ook OV+fiets en
inrichting 30/60 km zones •• Discussie over BVN leidt tot onzekerheid over sociale functie en over de mate van toegankelijk OV, ook in relatie tot deur-deur regiotaxivervoer. •• Minder lijngebonden OV, lagere ontsluitingskwaliteit
auto) •• Relatie met spoor verder uitwerken, potenties treinen/stations beter gaan benutten
6
1 Met het BVN is voor kernen van verschillende omvang gedefinieerd wat de minimale OV-kwaliteit is. Onder meer frequentie en loopafstand tot de halte zijn vastgesteld.
Hoe kan het er uit zien in West-Brabant
Het openbaar vervoersysteem moet helder zijn voor
Knooppunten hebben alleen bestaansrecht waar ni-
zowel de reiziger als de gemeenten. Dat kan door
veau 1 samenkomt met niveau 2 of 3. Alleen dan kan
duidelijkheid over wat er van de verschillende onder-
een overstap met voldoende kwaliteit worden bereikt.
delen van het systeem mag worden verwacht. In de
Hierbij moet extra aandacht zijn voor ondermeer
huidige situatie zijn de verwachtingen niet altijd juist.
goede aansluit- en overstaptijden, één tariefstructuur
Een heldere opbouw betekent ook een betere over-
met eenmalige in-/uitcheck voor keuzereiziger op met
gang tussen de verschillende niveaus, bijvoorbeeld op
mame korte ritten, dynamische reizigerinformatie bij
knooppunten.
de haltes, P+R voor auto èn fiets. Dit betekent ook dat het niet zinvol is om de regiotaxi als feeder in te zetten
Het spoor moet een nog sterkere drager van het OV in
op zwakkere streeklijnen of een stadsbus.
de regio West-Brabant worden. Het huidige kwaliteitsniveau moet gegarandeerd blijven voor IC-, sprinteren hogesnelheidstreinen op het netwerk, maar op vele vervoerrelaties (met de Randstad en Brabantstad) is verdere uitbouw aan de orde conform de ambities van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Echter ook niet-PHS verbindingen richting buitenland, Duitsland en met name België (Antwerpen-Brussel), moeten beter. Goede verbindingen met Zeeland moeten worden gewaarborgd. Uitbreiding van het goederenvervoer op het spoor mag niet ten koste gaan van het personenvervoer.
Het belang van knooppunten neemt toe.
7
De buurtbus is belangrijk voor de ontsluitende functie.
De ontsluitingskwaliteit is een erg belangrijke factor bij
West-Brabant pleit voor het combineren van de di-
het borgen van de sociale functie. Deze staat in het
verse feeder-systemen zoals treintaxi en regiotaxi,
landelijk gebied in onze regio centraal. Hoewel aan de
zodat voor de reiziger een uniform product ontstaat en
ene kant wordt ingezien dat het geen zin heeft om met
maximale efficiency kan worden bereikt. Uitgangspunt
lege bussen te rijden, moet dit aan de andere kant
is dat iedereen hetzelfde recht op OV heeft. Voor een
niet leiden tot het sterk achteruit gaan van het sociale
beperkte groep blijft regiotaxi deur-deur verover het
vangnet binnen het openbaar vervoersysteem. Er
enige alternatief.
moet gezocht worden naar een evenwicht. Dit vraagt om creatieve oplossingen. Dat dit lastig is blijkt uit het beperkte gebruik van het tarief kleine kernen2 voor de regiotaxi zoals dat in het kader van het BVN is inge-
Niveau 1
•• Trein
Bereikbaarheid / Sociaal
•• Brabantliner
(Verbindend /
•• HOV
ontsluitend)
•• Sterke en verbindende streeklijnen
•• Stadsbus Niveau 2
Sociaal (ontsluitend)
Lijngebonden
voerd.
•• Zwakkere streeklijn
•• Gecombineerde feederfunctie
Sociaal (ontsluitend)
(Regiotaxi, treintaxi) Niveau 3
•• Regiotaxi deur-deur vervoer (selectief) •• Andere kleinschalige systemen
8
2 concept waarbij op bepaalde plaatsen en tijden als er geen lijngebonden OV is, er met tegen een laag tarief met de Regiotaxi naar een aangewezen knooppunt kan worden gereisd
Niet lijngebonden
•• Buurtbus
Bij de Servicebus worden verschillende soorten doelgroepenvervoer gecombineerd.
Om het Wmo-regiotaxi gebruik te verminderen werken
Juist om voor de onderkant van de markt in te kunnen
provincie en gemeente in Brabant samen om Wmo-
spelen op de nog aanwezige vraag zouden initiatieven
reizigers gebruik te laten maken van het reguliere OV.
van derden mogelijk moeten zijn, bij voorkeur
In andere delen van Nederland wordt geëxperimen-
gecoördineerd door provincie of gemeente. Ook
teerd met het concept van de Servicebus, waarbij
flexibele oplossingen door de vervoerder aangedra-
verschillende soorten doelgroepenvervoer (en de bij-
gen zouden meer mogelijk moeten zijn. Nu staat het
behorende geldstromen) worden gecombineerd.
contract met de vervoerder dat vaak in de weg. Zodra
Dit concept is verdere bestudering waard.
initiatieven van derden volgens de Wet Personenvervoer onder Openbaar Vervoer vallen, is de provincie echter bevoegd.
Blik op de toekomst
Korte termijn
Een attractief, verder opgewaardeerd en optimaal
Behoud van een adequate spoorverbinding tussen Roosendaal
functionerend spoorwegennet waarop het OV-busnetwerk op
en Antwerpen voor het lokale en (Eu)regionale grensvervoer
de knooppunten (stations) optimaal is afgestemd, incl. voor-/
(inzet 2x per uur).
natransport faciliteiten. Ook andere knooppunten verder uitwerken. Realisatie van een uurverbinding Breda – Antwerpen – Brussel op tenminste het niveau van een supersnelle IC-trein ten Betere afstemming op ruimtelijke ordening.
behoeve van het grensoverschrijdende (Eu-)regionale en internationale reizigersvervoer.
Gecombineerde feederfunctie (regiotaxi, treintaxi) Waarborgen voldoende ontsluitingskwaliteit (herdefiniëring ondergrens basis voorzieningenniveau).
Ontwikkelen fijnmazige oplossingen voor onderkant OV-markt (deels op individueel niveau) zoals voor-/natransport naar/van knooppunten.
9
Bouwsteen 2: Communicatie en marketing voor het gebruik van het openbaar vervoer De ontwikkelfunctie en daarmee het primaat voor
Duidelijk is ook geworden dat er onvoldoende inzicht
communicatie en marketing ligt bij de provincie. Daar-
is in het gebruik van het openbaar vervoer, laat staan
bij wordt wel nauw samengewerkt met de vervoerder.
in de profielen en gedragingen van mensen die nog
De communicatie over openbaar vervoer is de afge-
geen gebruik maken van het OV. Er zijn zeker nog
lopen jaren verbeterd. Zo is de informatie uniformer
mogelijkheden om het openbaar vervoer verder te
geworden en is bijvoorbeeld de informatie op de abri’s
versterken door een gerichte benadering van reizigers
sterk verbeterd. Marketing en communicatie worden
en doelgroepen; “net-niet-“reizigers overhalen het OV
de laatste jaren steviger opgepakt.
te nemen.
Sterkte
Zwakte
•• Vanuit gemeente en provincie wordt gewerkt
•• Onvoldoende inzicht in het (potentieel) gebruik
aan substitutie Wmo-Regiotaxi naar OV. •• Uniforme OV-communicatie vanuit de provincie richting reizigers. •• Sinds 3 jaar een actief OV Marketing- en Communicatieplatform onder regie van provincie.
van het openbaar vervoer. •• OV wordt vaak als ingewikkeld ervaren (o.a. informatie en veelheid aan OV-producten). •• Weinig communicatie gericht op specifieke doelgroepen. •• Gemeenten hebben onvoldoende zicht op hun rol en mogelijkheden op het gebied van openbaar vervoer. •• Onvoldoende afstemming over nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. •• Nauwelijks informatie over toegankelijkheid haltes.
Kansen
Bedreigingen
•• Verder uitbouwen communicatie over Wmo-
•• Door bezuinigingen en het daardoor strekken
substitutie naar OV. •• Gemeenten kunnen gebruiksmogelijkheden OV verder onder aandacht brengen. •• Gemeenten kunnen initiatief nemen voor eigen promo-acties OV. •• Chipkaart geeft meer inzicht in vervoersstromen (herkomst, bestemming, stromen).
10
van lijnen wordt de boodschap voor verschuiving Wmo naar OV ingewikkelder.
De gehele reisketen moet voor de reiziger logisch en
Een goede OV-pagina op de gemeentelijke website
transparant opgebouwd zijn, zonder een oerwoud aan
is daarbij een eerste stap. Daarnaast is het belangrijk
OV-producten. Vanuit deze heldere basis moet ge-
dat gemeenten zelf initiatief kunnen nemen voor OV-
communiceerd worden met de (potentiële) klant. Het
promotie en marketingacties, in samenwerking met de
gemak van de OV-chipkaart kan daarbij worden be-
provincie. Gemeenten hebben daar zelf ook belang bij,
nadrukt. Bij de inzet van nieuwe media moet worden
naast het reguliere mobiliteitsbelang, door de beoogde
bedacht dat deze nog niet voor alle reizigers het juiste
verschuiving van Wmo-vervoer naar het reguliere bus-
medium zijn, met name voor ouderen.
vervoer.
Gemeenten kunnen de provincie meer dan nu ondersteunen bij het onder de aandacht brengen van het
Blik op de toekomst
openbaar vervoer. Kansen liggen in het beter benutten van gemeentelijke informatiekanalen voor bijvoor-
Betere communicatie en marketing op basis van betere cijfers.
beeld dienstregelingwijzigingen en promotieacties. Gemeenten kunnen het initiatief voor een eigen OV-promotie/ tarief actie nemen in afstemming met de provincie.
Gemeenten kunnen ondersteunen bij de communcatie over OV.
Korte termijn Gemeenten ondersteunen structureel OV-communicatie van de provincie richting eigen burgers op multimediale wijze.
Bepalen informatiebehoefte gegevens OV-chipkaart.
11
Bouwsteen 3: De organisatie en de financiën De verantwoordelijkheid voor de aansturing van het
Bij het treinvervoer is de bestaande rolverdeling het
OV ligt bij de provincie. De provincie is op dit moment
uitgangspunt. Daarbij is er o.a. sprake van een vrucht-
opbrengstverantwoordelijk en ook de ontwikkelfunctie
baar en gestructureerd overleg tussen provincie, NS
ligt bij de provincie. Dit is anders dan bij de vorige con-
en gemeenten. Parallelle vervoerstromen zouden
cessie, waarbij beide rollen bij de vervoerder lagen. In
meer onder de aandacht moeten komen in de over
de discussie rond de nieuwe provinciale OV-visie zijn
leggen.
er geluiden om de opbrengstverantwoordelijkheid en de ontwikkelfunctie (deels) weer bij de vervoerder te leggen. Vanwege het grote belang van OV als beleidsinstrument op tal van terreinen (economische vitaliteit, bereikbaarheid, leefbaarheid, duurzaamheid en milieu, verblijfskwaliteit, sociaal beleid, ruimtelijke ordening) is dat naar de mening van West-Brabant ongewenst, al wordt onderkent dat er ook voldoende prikkels aan de markt moeten worden gegeven.
Sterkte
Zwakte
•• Samenwerking provincie en gemeenten via
•• Nog te veel wij/zij in plaats van echt
regio (Mobiliteit en KCV) •• Tot 2015 voldoende middelen voor behoud voorzieningenniveau •• Sterke rol B3 steden
samenwerken •• Gemeenten zien OV nog te weinig als “iets van ons”, te grote afstand tot provincie en vervoerders. •• Geen transparante en integrale afweging van keuzes op het gebied van OV
Kansen
Bedreigingen
•• Echt integrale benadering van OV en
•• Bezuinigingen op de BDU
doelgroepenvervoer kan tot win-win situatie leiden voor provincie en gemeenten. •• Koepelovereenkomst infrastructuur gemeenten/ provincie. •• Nieuw en slagvaardig organisatiemodel (nauwere samenwerking betrokken partijen)
•• Provincie lijkt te kiezen voor halfslachtig aansturingsmodel en schat gedrag vervoerders verkeerd in. •• Organisatiestructuur blijft te complex zodat onvoldoende meerwaarde t.a.v. samenwerking ontstaat.
•• Heldere rol- en taakverdeling
12
3 De B3 stad Breda neemt, wat betreft het openbaar busvervoer, een bijzondere positie in met een zware adviesrol richting de provincie. De B3 steden worden gevormd door Breda, Tilburg en Den Bosch. Deze steden, de grootste van Brabant buiten het SRE gebied, waren tot 2006 zelf OV-autoriteit en hebben sindsdien een OV-samenwerkingsovereenkomst met de provincie
In samenwerkingsverbanden van provincie, B33 ste-
zowel voor de bereikbaarheidsfunctie als voor de
den, GGA-vertegenwoordigers, ROB, vervoerders
sociale functie. Bij die sociale functie zijn er sterke
en externe deskundigheid, wordt gewerkt aan de
raakvlakken met het Wmo-vervoer waarvoor de ge-
ontwikkeling van het OV. Dit vereist dat regio’s zich
meenten verantwoordelijk zijn. Ook dit moet in de OV
goed organiseren. Er zal binnen de regio steeds meer
organisatie goed verankerd worden.
behoefte komen aan afstemming over het OV-systeem
West-Brabant streeft naar een gemeenschappelijke
en de betaalbaarheid van een dergelijk systeem,
regeling OV, zoals het OV Bureau in Groningen en Drenthe. Dit vereist politieke bereidheid, maar kan leiden tot grote slagvaardigheid, efficiency en transparantie. Er moet ruimte zijn voor regionale invulling van de organisatie.
Samenwerking tussen provincie en gemeenten bij de regiotaxi.
13
In West-Brabant zijn veel haltes toegankelijk gemaakt.
Voor de financiën moet meer worden benadrukt dat
Gemeenten zouden meer inzicht moeten hebben in
er sprake is van communicerende vaten. De pro-
wat ze kunnen betekenen voor het openbaar vervoer
vincie heeft aangegeven dat eventuele “plussen”
en ook waar ze rekening mee moeten houden.
in West-Brabant elders in de regio moeten worden terugverdiend. Hetzij door bezuinigen, hetzij door
Voor de meer beheersmatige zaken gaat het om:
het genereren van meer inkomsten. Daarnaast is er
−− Rekening houden met de bus bij de aanleg van
een duidelijke relatie tussen de onderkant van de OV markt en het Wmo-vervoer.
Duurzaam Veilig maatregelen zoals snelheids remmers. −− Bij reconstructies en andere omleidingen alternatieven bieden voor de bus. Voor de ontwikkeling van het openbaar vervoer gaat
reizigersinkomsten
Indicatie kosten en reizigersinkomsten in West-Brabant.
het om:
kosten
−− Grootschalige RO-ontwikkelingen (nieuwe wijk, nieuwe middelbare school) tijdig afstemmen met provincie en vervoerder.
€ 30 miljoen
−− Inbreng bij de vorming van nieuwe dienstregelin€ 25 miljoen
gen en OV-plannen van de kant van de provincie. −− Aanleg van nieuwe infrastructuur zoals busbanen,
€ 20 miljoen
doorstroming bij verkeerslichten en nieuwe haltes.
€ 15 miljoen
Provincie en gemeenten zouden een koepelovereenkomst moeten sluiten over een gerichte en effectieve
€ 10 miljoen
aanleg van nieuwe infrastructuur ten behoeve van beter, punctueler en sneller OV. Ook instandhouding
€ 5 miljoen
van nieuwe infrastructuur krijgt hier een plek. Zo zou
14
Deeltaxi Wmo (kosten gemeente)
Deeltaxi vrije reiziger (kosten provincie)
Stadsdienst Roosendaal
Stadsdienst Bergen op Zoom
Stadsdienst Breda
Brabantliner
Buurbus en streek
€ 0 miljoen
een toegankelijk gemaakte halte minimaal een aantal jaar in gebruik moeten blijven.
Tijdige afstemming over grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen zoals scholen leidt tot betere openbaar vervoer ontsluiting.
De keuze voor West-Brabant
Met het oog op de dalende budgetten voor het reguliere openbaar vervoer en de druk op de Wmo is eigenlijk de enige logische weg om de samenwerking tussen gemeenten en provincie te intensiveren. Er zijn voorbeelden in Nederland waar door een gezamenlijke aanpak een echte win-win situatie is ontstaan: voor de reizigers, voor de gemeente en voor de provincie. Dat kan alleen wanneer partijen bereid zijn om op een open wijze met hun financiën om te gaan. De gedachten bij de provincie om de opbrengstverantwoordelijkheid weer bij de vervoerder neer te leggen ondermijnen deze voor West-Brabant gewenste situatie.
Blik op de toekomst Intensiveren van de samenwerking met de provincie met een transparante afweging van keuzes.
Werken aan een koepelovereenkomst infrastructuur met aandacht voor instandhouding.
Korte termijn Aandringen op behoud verantwoordelijkheid voor opbrengsten en ontwikkelfunctie bij de provincie.
Gemeenten handvatten bieden wat ze kunnen betekenen voor
Door eigen infrastructuur wordt
het OV.
het OV sneller en punctueler.
15
Colofon
Vastgesteld door de Bestuurscommissie Mobiliteit d.d. 28 maart 2012.
Regio West-Brabant Bezoekadres: Trivium 76 4873 LP Etten-Leur Postadres: Postbus 503 4870 AM Etten-Leur T: 076 -5027200 E:
[email protected] W: www.west-brabant.eu Voor meer informatie over de regionale OV-visie, neem contact op met Arno Verduin, programmamanager mobiliteit:
[email protected].
Vormgeving
Verkeer en Vorm Fotografie
Servicebus: OV bureau Groningen Drenthe Overige: Verkeer en Vorm
16