M201224
Regionale bedrijvendynamiek
Oprichtingen en opheffingen van bedrijven in de Nederlandse regio’s in de periode 1988-2010
A. Bruins J.A.C. Vollebregt
Zoetermeer, juli 2012
Regionale bedrijvendynamiek In deze minirapportage schetsen we een beeld van oprichtingen en opheffingen van bedrijven in de veertig Nederlandse regio’s in de periode 19882010. We laten zien welke regio’s jaar op jaar (dus 23 jaren) of bijna alle jaren (22 jaren) positief dan wel negatief afwijken van de Nederlandse ontwikkeling. In slechts één regio is in (bijna) alle jaren het groeisaldo voor alle bedrijven hoger dan het Nederlandse groeisaldo, namelijk in Flevoland. In geen enkele regio blijft het groeisaldo voor alle bedrijven in (bijna) alle jaren achter bij het Nederlandse groeisaldo. Wel zijn er zestien regio’s waar het groeisaldo vaker lager dan hoger is in vergelijking met het groeisaldo voor Nederland. In veertien regio’s is het groeisaldo vaker hoger dan lager in vergelijking met het groeisaldo voor Nederland. In drie regio’s is in (bijna) alle jaren het aandeel startende bedrijven hoger dan het aandeel startende bedrijven in Nederland, namelijk in Overig Groningen, de Zaanstreek en Flevoland. In twee regio’s blijft in (bijna) alle jaren het aandeel startende bedrijven achter bij het aandeel startende bedrijven in Nederland, namelijk in de Achterhoek en Zeeuwsch-Vlaanderen. In drie regio’s is in (bijna) alle jaren het aandeel opheffingen van bedrijven hoger dan het aandeel opheffingen van bedrijven in Nederland, namelijk in Oost-Groningen, de Agglomeratie Den Haag en Flevoland. In vijf regio’s blijft in (bijna) alle jaren het aandeel opheffingen van bedrijven achter bij het aandeel opheffingen van bedrijven in Nederland, namelijk in NoordFriesland, Zuidwest-Friesland, Zuidoost-Friesland, de Veluwe en de Achterhoek.
2
1
Inleiding
Elk jaar verschijnt in het programma MKB en Ondernemerschap een publicatie over de bedrijvendynamiek in Nederland. De meest recente editie1 laat zien dat in de periode 1987-2010 het aantal bedrijven per saldo elk jaar is toegenomen. In deze periode is het aantal nieuwe bedrijven bijna verdrievoudigd. Startende bedrijven vormen het grootste deel van de nieuwe bedrijven. Vergeleken met de oprichtingen van nieuwe bedrijven is het aantal opheffingen van bedrijven sterker toegenomen. De publicatie laat ook zien dat oprichting en opheffing van bedrijven een positief effect hebben op de werkgelegenheid: het werkgelegenheidsverlies door opheffing van bedrijven wordt, met uitzondering van de jaren 2003, 2009 en 2010, meer dan gecompenseerd door werkgelegenheid bij nieuw opgerichte bedrijven. In aansluiting op de landelijke publicatie geeft deze minirapportage een beeld van de bedrijvendynamiek in de Nederlandse regio’s in de periode 1988-2010. De regio’s worden gevormd door de veertig corop-gebieden. In deze minirapportage komen, net als in de landelijke publicatie, achtereenvolgens aan de orde het groeisaldo van bedrijven, oprichtingen van bedrijven - onderverdeeld naar startende bedrijven en nieuwe dochterbedrijven (bedrijven die zijn opgericht door reeds bestaande bedrijven) - en opheffingen van bedrijven. Vanuit de optiek van regionaal en lokaal economisch beleid en het beleid gericht op het ondernemingsklimaat, is er veel aandacht voor startende bedrijven. Daarom kijken we in deze minirapportage nog eens nader naar de aantallen startende bedrijven in de regio’s op basis van de jaarlijkse startersquotiënten van de regio’s per sector. Met het startersquotiënt wordt het aandeel startende bedrijven in een sector in een regio vergeleken met het aandeel startende bedrijven in die sector in Nederland. De informatie is gebaseerd op de database Regionale bedrijvendynamiek.
2
Toe- en afname van het aantal bedrijven
Wat betreft de ontwikkeling van het aantal bedrijven in de periode 19882010 hebben wij de regio’s vergeleken met Nederland op de volgende aspecten: het jaarlijkse groeisaldo van bedrijven t.o.v. het totale aantal bedrijven; het jaarlijkse aandeel startende bedrijven t.o.v. het totale aantal bedrijven; het jaarlijkse aandeel nieuwe dochterbedrijven t.o.v. het totale aantal bedrijven;
1
K. Bangma, A. Bruins, Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid; 1987-2010, mei 2012.
3
het jaarlijkse aandeel opheffingen van bedrijven t.o.v. het totale aantal bedrijven. De aandelen zijn hierbij uitgedrukt in percentages van de populatie bedrijven (de standcijfers per jaar). We laten met name zien welke regio’s op de genoemde componenten van de bedrijvendynamiek jaar op jaar (dus 23 jaren) of bijna alle jaren (22 jaren) positief dan wel negatief afwijken van de Nederlandse ontwikkeling. Behalve naar de ontwikkeling van het totaal aantal bedrijven kijken we ook naar de ontwikkeling van de sectoren. Daarbij onderscheiden we: bouw, handel, industrie, vervoer en communicatie, diensten1. De toe- of afname van het aantal bedrijven in een regio wordt behalve door oprichting en opheffing van bedrijven ook bepaald door immigratie en emigratie van bedrijven. We beschrijven immigratie en emigratie in deze minirapportage echter niet. Immigratie en emigratie bepalen wel mede de standcijfers per jaar en dus het groeisaldo van bedrijven, alsmede de aandelen van startende bedrijven, nieuwe dochterbedrijven en opheffingen van bedrijven ten opzichte van het totale aantal bedrijven.
2.1
Het groeisaldo van bedrijven In slechts één regio is in (bijna) alle jaren het groeisaldo voor alle bedrijven hoger dan het Nederlandse groeisaldo, namelijk in Flevoland. We zullen Flevoland ook tegenkomen bij de regio’s waar het aandeel startende bedrijven in (bijna) alle jaren hoger is dan het aandeel startende bedrijven in Nederland. Flevoland behoort echter ook tot de regio’s waar in (bijna) alle jaren het aandeel opheffingen van bedrijven hoger is dan het aandeel opheffingen van bedrijven in Nederland. In veertien regio’s is het groeisaldo vaker hoger dan lager in vergelijking met het groeisaldo voor Nederland (zie kaart). Dit is onder meer het geval in de hele provincie Drenthe en in drie van de vier regio’s in Noord-Brabant. In negen regio’s is het groeisaldo even vaak (namelijk elf of twaalf jaar) hoger als lager dan het groeisaldo voor Nederland. Vier van deze regio’s liggen in Noordoost-Nederland en drie in Noord-Holland. In zestien regio’s is het groeisaldo vaker lager dan hoger in vergelijking met het groeisaldo voor Nederland. Dit is onder meer het geval in de hele provincie Limburg en in op een na alle regio’s in Zuid-Holland. In geen enkele regio blijft het groeisaldo voor alle bedrijven in (bijna) alle jaren achter bij het Nederlandse groeisaldo.
1
Naast deze vijf sectoren wordt in de database Regionale bedrijvendynamiek ook de sector delfstoffenwinning onderscheiden, maar vanwege de beperkte omvang van deze sector besteden we hieraan geen aparte aandacht. Deze sector telt wel mee in informatie over alle bedrijven.
4
Kaart
Groeisaldo van de Nederlandse regio's (afwijking t.o.v. het groeisaldo voor Nederland in de periode 1998-2010)
Altijd boven Vaker boven dan onder Even vaak boven als onder Vaker onder dan boven
Bron: database Regionale bedrijvendynamiek
Bij uitsplitsing naar sectoren is het ook alleen Flevoland waar in enkele sectoren het groeisaldo in (bijna) alle jaren hoger is dan het Nederlandse groeisaldo, namelijk in de handel en in de sector vervoer en communicatie (zie tabel 1). Er is geen enkele regio waar het groeisaldo uitgesplitst naar sector (bijna) alle jaren achterblijft bij het Nederlandse groeisaldo.
5
Tabel 1
Regio's waar het groeisaldo in (bijna) alle jaren hoger resp. lager is dan het Nederlandse groeisaldo, per sector
vervoer en bouw
handel
industrie
communicatie
diensten
Flevoland
--
--
--
het groeisaldo is in (bijna) alle jaren hoger in: --
Flevoland
--
het groeisaldo is in (bijna) alle jaren lager in: --
--
--
Bron: database Regionale bedrijvendynamiek
2.2
Oprichtingen van nieuwe bedrijven
2.2.1 Startende bedrijven In drie regio’s is in (bijna) alle jaren het aandeel startende bedrijven hoger dan het aandeel startende bedrijven in Nederland, namelijk in: Overig Groningen Zaanstreek Flevoland In twee regio’s blijft in (bijna) alle jaren het aandeel startende bedrijven achter bij het aandeel startende bedrijven in Nederland, namelijk in: Achterhoek Zeeuwsch-Vlaanderen Tabel 2
Regio's waar het aandeel startende bedrijven in (bijna) alle jaren hoger resp. lager is dan het Nederlandse aandeel startende bedrijven, per sector
vervoer en bouw
handel
industrie
communicatie
diensten
het aandeel startende bedrijven is in (bijna) alle jaren hoger in: Flevoland
Utrecht
Flevoland
Zaanstreek
Utrecht
Overig Groningen
Flevoland
Flevoland
Flevoland
het aandeel startende bedrijven is in (bijna) alle jaren lager in: Achterhoek
Kop N-Holland
Achterhoek
Aggl. Haarlem
IJmond
Achterhoek Groot-Amsterdam
Delft & Westland Midden-N-Brabant
Bron: database Regionale bedrijvendynamiek
6
Voor alle sectoren geldt dat Flevoland behoort tot de groep regio’s waar in (bijna) alle jaren het aandeel startende bedrijven hoger is dan het aandeel startende bedrijven in Nederland (zie tabel 2). Voor de handel en de sector vervoer en communicatie voegt de aangrenzende regio Utrecht zich daarbij. Voor drie sectoren, namelijk de bouw, de industrie en de diensten, behoort de Achterhoek tot de regio's waar het aandeel startende bedrijven in (bijna) alle jaren lager is dan het aandeel startende bedrijven in Nederland (zie tabel 2). In relatief veel regio’s blijft voor de handel het aandeel startende bedrijven in (bijna) alle jaren achter bij het aandeel startende bedrijven in Nederland. Drie van die regio’s liggen in Noord- en Zuid-Holland. Enigszins verrassend is dat in de regio Groot-Amsterdam het aandeel startende bedrijven in de diensten in (bijna) alle jaren achterblijft bij het aandeel startende bedrijven in Nederland. 2 . 2 . 2 N i e u we d o ch t e r b e d r ij ve n In vier regio’s is in (bijna) alle jaren het aandeel nieuwe dochterbedrijven hoger dan het aandeel nieuwe dochterbedrijven in Nederland, namelijk in: Agglomeratie Haarlem Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Groot-Rijnmond Nieuwe dochterbedrijven worden dus relatief veel opgericht in en rond Amsterdam en Rotterdam. In acht regio’s blijft in (bijna) alle jaren het aandeel nieuwe dochterbedrijven achter bij het aandeel nieuwe dochterbedrijven in Nederland, namelijk in: Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Zuidwest-Gelderland Zuidoost-Zuid-Holland Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Dit betekent dat in de hele provincie Friesland en de hele provincie Limburg in (bijna) alle jaren het aandeel nieuwe dochterbedrijven achterblijft bij het aandeel nieuwe dochterbedrijven in Nederland.
7
Tabel 3
Regio's waar het aandeel nieuwe dochterbedrijven in (bijna) alle jaren hoger resp. lager is dan het Nederlandse aandeel nieuwe dochterbedrijven, per sector
vervoer en bouw
handel
industrie
communicatie
diensten
het aandeel nieuwe dochterbedrijven is in (bijna) alle jaren hoger in: Groot-Amsterdam
Groot-Amsterdam
Groot-Rijnmond
Groot-Rijmond
Aggl. Den Haag
West-N-Brabant
--
Groot-Amsterdam
Delft & Westland Flevoland
het aandeel nieuwe dochterbedrijven is in (bijna) alle jaren lager in: ZW-Friesland
Noord-Friesland
Noord-Limburg
ZW-Gelderland
Noord-Friesland
ZO-Z-Holland
Noord-Overijssel
Midden-Limburg
ZO-Z-Holland
ZW-Friesland
Noord-Limburg
Overig Zeeland
Midden-Limburg
ZO-Z-Holland
Noord-Limburg
Midden-Limburg
Midden-Limburg
Zuid-Limburg
Zuid-Limburg
Bron: database Regionale bedrijvendynamiek
Voor drie sectoren, namelijk de bouw, de handel en de diensten, geldt dat het aandeel nieuwe dochterbedrijven in Groot-Amsterdam in (bijna) alle jaren hoger is dan het aandeel nieuwe dochterbedrijven in Nederland (zie tabel 3). Voor de handel voegen zich daar een drietal Randstedelijke regio’s bij. Daarnaast is in Groot-Rijnmond in de bouw en in de industrie het aandeel nieuwe dochterbedrijven in (bijna) alle jaren hoger dan het aandeel nieuwe dochterbedrijven in Nederland. Dat uitgesplitst naar sector het aandeel nieuwe dochterbedrijven in (bijna) alle jaren achterblijft bij het aandeel nieuwe dochterbedrijven in Nederland, komt voornamelijk voor in Limburg en in Friesland, alsmede in ZuidoostZuid-Holland (zie tabel 3).
2.3
Opheffingen van bedrijven In drie regio’s is in (bijna) alle jaren het aandeel opheffingen van bedrijven hoger dan het aandeel opheffingen van bedrijven in Nederland, namelijk in: Oost-Groningen Agglomeratie Den Haag Flevoland In vijf regio’s blijft in (bijna) alle jaren het aandeel opheffingen van bedrijven achter bij het aandeel opheffingen van bedrijven in Nederland, namelijk in: Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Veluwe Achterhoek
8
Dit betekent dat in de hele provincie Friesland in (bijna) alle jaren het aandeel opheffingen van bedrijven achterblijft bij het aandeel opheffingen van bedrijven in Nederland. Tabel 4
Regio's waar het aandeel opheffingen van bedrijven in (bijna) alle jaren hoger resp. lager is dan het Nederlandse aandeel opheffingen van bedrijven, per sector
vervoer en bouw
handel
industrie
communicatie
diensten
het aandeel opheffingen van bedrijven is in (bijna) alle jaren hoger in: Aggl. Den Haag
Oost-Groningen
Aggl. Den Haag
Groot-Amsterdam
Zaanstreek
Groot-Rijnmond
Groot-Amsterdam
Groot-Rijnmond
Flevoland
Flevoland
Flevoland
Groot-Rijnmond
Flevoland
het aandeel opheffingen van bedrijven is in (bijna) alle jaren lager in: ZW-Friesland
Noord-Friesland
ZO-Friesland
ZW-Friesland
Veluwe
ZO-Friesland
ZW-Friesland
Veluwe
ZO-Friesland
Achterhoek
Veluwe
ZO-Friesland
Achterhoek
Noord-Overijssel
Utrecht
Achterhoek
Noord-Overijssel
ZO-Z-Holland
Delft & Westland
Veluwe
Midden-N-Brabant
Oost-Z-Holland
Achterhoek ZW-Gelderland Leiden & B-streek
Bron: database Regionale bedrijvendynamiek
Uitgesplitst naar sector behoort Flevoland voor vier van de vijf sectoren tot de regio’s waar het aandeel opheffingen van bedrijven in (bijna) alle jaren hoger is dan het aandeel opheffingen van bedrijven in Nederland (zie tabel 4). Daarnaast zijn er verschillende Randstedelijke regio’s waar dit geldt voor een of meer sectoren. Uitgesplitst naar sector blijft in relatief veel regio’s het aandeel opheffingen van bedrijven in (bijna) alle jaren achter bij het aandeel opheffingen in Nederland (zie tabel 4). Dit is vaak het geval in zowel Zuidoost- als ZuidwestFriesland (resp. vier en drie sectoren) en in de Achterhoek en de Veluwe (vier sectoren).
9
3
Startersquotiënt
Als besluit van deze minirapportage kijken we nog eens nader naar de aantallen startende bedrijven in de regio’s op basis van de jaarlijkse startersquotiënten van de regio’s per sector in de periode 1988-2010. Met het startersquotiënt wordt het aandeel startende bedrijven in een sector in een regio (als % van totaal aantal startende bedrijven in een regio) vergeleken met het aandeel startende bedrijven in die sector in Nederland (als percentage van het totale aantal startende bedrijven). Tabel 5 geeft een overzicht van regio’s waar de startersquotiënten in (bijna) alle jaren positief resp. negatief zijn. Er zijn achttien regio’s waar het startersquotiënt voor een of meer sectoren in (bijna) alle jaren positief is. In deze regio’s worden dus jaar in jaar uit relatief veel bedrijven in een bepaalde sector gestart. In twee regio’s is dat het geval in twee sectoren: in Zuidwest-Friesland en in de Kop van NoordHolland worden relatief veel bedrijven gestart in zowel de bouw als in de industrie. Er zijn eenentwintig regio’s waar het startersquotiënt voor een of meer sectoren in (bijna) alle jaren negatief is. In deze regio’s worden dus jaar in jaar uit relatief weinig bedrijven in een bepaalde sector gestart. Dit komt bij de diensten vaker voor dan bij de andere sectoren. In vier regio’s is het startersquotiënt in (bijna) alle jaren negatief voor twee sectoren: in ZuidwestOverijssel worden relatief weinig bedrijven gestart in de bouw en de diensten, in Alkmaar en in de agglomeratie Haarlem worden relatief weinig bedrijven gestart in de handel en in de sector vervoer en communicatie, en in de agglomeratie Den Haag worden eveneens relatief weinig bedrijven gestart in de sector vervoer en communicatie, maar daarnaast ook weinig in de industrie. In Utrecht worden relatief weinig bedrijven gestart in drie sectoren: de bouw, de handel en de industrie.
10
Tabel 5
Regio's waar de startersquotiënten in (bijna) alle jaren positief resp. negatief zijn
vervoer en bouw
handel
industrie
communicatie
diensten
de startersquotiënten zijn in (bijna) alle jaren positief in: ZW-Friesland
Oost-Groningen
Noord-Friesland
Groot-Rijnmond
Overig Groningen
Kop N-Holland
ZW-Drenthe
ZW-Friesland
ZO-Z-Holland
Utrecht
Zaanstreek
Twente
Kop N-Holland
Gooi & Vechtstreek
Leiden & B-streek
Noord-Limburg
ZO-N-Brabant
Delft & Westland
Zuid-Limburg
Oost-Z-Holland
de startersquotiënten zijn in (bijna) alle jaren negatief in: Overig Groningen
Utrecht
Utrecht
Twente
Oost Groningen
ZW-Overijssel
Kop N-Holland
Aggl. Den Haag
Alkmaar e.o.
Delfzijl e.o.
Utrecht
Alkmaar e.o.
Aggl. Haarlem
Noord-Friesland
Groot-Amsterdam
Aggl. Haarlem
Gooi & Vechtstreek
ZW-Friesland
Delft & Westland
Leiden & B-streek
ZW-Overijssel
Oost-Z-Holland
Aggl. Den Haag
IJmond Groot-Rijnmond Noord-Limburg Midden-Limburg
Bron: database Regionale bedrijvendynamiek
11