Regionale aanpak Voortijdig Schoolverlaten 2015-2018 RMC-regio Zuid-Holland Noord
Vastgesteld door de Regiegroep VSV Zuid-Holland Noord op 15 juni 2015
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Regeling OCW
4
3
Uitgangspunten vanuit wettelijk kader
4
4
Uitgangspunten voor het plan
5
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
Doelstellingen regionale VSV-aanpak 2015-2018 Minimale uitval in overgang VO-MBO Voor iedere VSV-er een ontwikkelplan Geen jongere buiten beeld bij verzuim of schooluitval Pluscoach, indien nodig Verhogen ouderparticipatie in het MBO Regionale zorgstructuur onderwijsdeelnemers Geen uitval leerplichtigen in het MBO Vergroten toegangskansen tot MBO van moeilijk plaatsbare doelgroepen
7 7 8 9 10 11 12 12 12
6
Vervolg
13
7
Planning
14
Afkortingen In dit plan worden de volgende afkortingen gebruikt: AOC BMC DUO HAVO Intergrip JGT MBO LOB OCW OPP RBL RMC ROC SISA VMBO VO VOROC VSO VSV VWO
Agrarisch Opleidings Centrum Adviesbureau voor bestuurs- en managementconsultancy Dienst Uitvoering Onderwijs Hoger Algemeen Vormend Onderwijs digitaal plaatsingsmonitor overgang VO naar ROC Jeugd- en Gezins Team Middelbaar Beroeps Onderwijs Loopbaanbegeleiding Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ontwikkelingsperspectief Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten Regionaal Opleidings Centrum voor MBO-onderwijs Single information, single audit: eenmalige informatieverstrekking, eenmalige accountantscontrole voor specifieke uitkeringen gemeenten Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs Voortgezet Onderwijs digitaal plaatsingsmonitor overgang VO naar ROC Voortgezet Speciaal Onderwijs Voortijdig schoolverlaten Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
2
1
Inleiding
In RMC-regio Zuid-Holland Noord werken onderwijs en gemeenten samen om het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters per schooljaar terug te dringen. In dit plan wordt beschreven wat de doelstelling en subdoelstellingen zijn en op welke wijze we deze de komende drie jaar willen verwezenlijken. Daarbij heeft de Regiegroep voortijdig schoolverlaten Zuid-Holland Noord uitgangspunten geformuleerd die voorwaardelijk zijn voor het succes van de gezamenlijke VSVaanpak. De voortgang van het plan wordt periodiek teruggekoppeld in managementrapportage van de Regiegroep VSV.
Hoofddoelstelling Doel van het plan is om het aantal voortijdig schoolverlaters woonachtig in RMC-regio ZuidHolland Noord bij de convenantscholen te reduceren. De doelstelling is vertaald in maximale uitvalpercentages per schoolsoort en niveau per jaar. Op dit moment zijn enkel de percentages de vastgestelde norm van OCW voor schooljaar 2015-2016 bekend. Doelgroep Onderbouw VO Bovenbouw VMBO Bovenbouw HAVO/VWO MBO niveau 1 MBO niveau 2 MBO niveau 3 en 4
% norm 2014-2015 1,0% 4,0% 0,5% 22,5% 10,0% 2,75%
% norm 2015-2016 1,0% 4,0% 0,5% 22,5% 10,0% 2,75%
% norm 2016-2017 Nog onbekend Nog onbekend Nog onbekend Nog onbekend Nog onbekend Nog onbekend
% norm 2017-2018o Nog onbekend Nog onbekend Nog onbekend Nog onbekend Nog onbekend Nog onbekend
In onderstaand overzicht staan de resultaten over schooljaar 2013-20141. Daarmee is in beeld wat het vertrekpunt is voor dit plan. Doelgroep Onderbouw VO Bovenbouw VMBO Bovenbouw HAVO/VWO MBO niveau 1 MBO niveau 2 MBO niveau 3 en 4 Totaal
Aantal onderwijsdeelnemers 12.223 4.403 6.972 189 1.668 5.741 31.196
Aantal nieuwe vsv-ers 15 74 33 55 198 217 592
% nieuwe vsv-ers 0,1% 1,7% 0,5% 29,1% 11,9% 3,8% 1.9%
% norm 2013-2014o 1,0% 4,0% 0,5% 27,5% 11,5% 3,5%
In schooljaar 2013-2014 zijn de doelstellingen voor de doelgroepen in het MBO niet gehaald. De wetenschap dat de doelstellingen in het MBO in de volgende schooljaren verder aangescherpt worden geeft aan dat er voor de regio vooral een opgave ligt in het terugdringen van VSV op het MBO. Wanneer de VSV-resultaten van de aanbieders van MBOonderwijs worden vergeleken dan blijkt dat in deze regio er bij ROC Leiden sprake is van een stijging van het aantal VSV-ers en bij de overige instellingen van een daling. De focus zal de komende drie jaar moeten liggen op reductie van het aantal nieuwe VSV-ers op MBO-niveau 3-4.
Subdoelen Op basis van Vooruitblik op de regionale VSV-aanpak 2015-2018 zijn subdoelen benoemd. Deze zijn nader uitgewerkt in hoofdstuk 5: Minimale uitval in overgang VO-MBO Voor iedere VSV-er komt een ontwikkelplan Geen jongere buiten beeld bij verzuim of schooluitval Pluscoach, indien nodig Verhogen ouderparticipatie in het MBO Regionale zorgstructuur aansluiten op zorgstructuur onderwijs Geen uitval leerplichtigen in het MBO Vergroten toegangskansen tot MBO van moeilijk plaatsbare doelgroepen 1
Dit zijn de voorlopige cijfers over 2013-2014. De definitieve cijfers over dit schooljaar worden half oktober 2015 bekend gemaakt door OCW. 3
2
Regeling OCW
Voor de periode 2012-2015 is een Convenant VSV per RMC-regio van kracht tussen het Rijk, de scholen en de contactgemeente. De onderliggende regeling wordt voor schooljaar 2015-2016 verlengd. OCW bestudeert nog op welke wijze de regionale vsv-aanpak van Rijkswege wordt aangestuurd na schooljaar 2015-2016. Convenantpartners in RMC-regio Zuid-Holland Noord zijn de (school)besturen van: Ministerie OCW Gemeente Leiden ROC Leiden ID College ROC Mondriaan AOC Wellantcollege Leidse Instrumentmakers School
3
Vlietlandcollege Scholengroep Leonardo Da Vinci Teylingencolllege Visser ’t Hooft Lyceum Marecollege Bonaventuracollege Rijnlands Lyceum Oegstgeest
Rijnlands Lyceum Sassenheim Stedelyk gymnasium Athena Stedelijk gymnasium Socrates Andreascollege Northgocollege Fioretticollege
Uitgangspunten vanuit wettelijk kader
De basis bij onderwijsinstellingen moet op orde zijn Het is aan de onderwijsinspectie in het kader van de toetsing van het Kwaliteitskader om de basis te toetsen.
De basis bij het RMC moet op orde zijn De RMC-functie heeft tot doel het verminderen van voortijdig schoolverlaten en het daartoe bieden van een sluitende aanpak voor alle jongeren tot 23 jaar. De RMC-functie omvat drie taken: 1. Registratiefunctie: een sluitende melding en registratie voor alle jongeren tussen de 18 en 23 jaar die niet op school zitten en nog geen startkwalificatie behaald hebben; 2. Trajectbegeleiding: benaderen en zorgdragen voor begeleiding van jongeren die zijn uitgevallen, gericht op terugleiden naar school, werk of een combinatie van daarvan; 3. Regiefunctie: coördineren en initiëren van samenwerking tussen alle belangrijke partijen die te maken hebben met deze jongeren en het onderhouden van dit netwerk. Het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (RBL) is uitvoerder van de leerplicht- en RMCfunctie in regio Zuid-Holland Noord. Het Dagelijks Bestuur van gemeentelijk samenwerkingsorgaan Holland Rijnland is bestuurlijk verantwoordelijk voor het functioneren van het RBL. Zij legt hierover verantwoording af aan het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland.
De basis bij de contactgemeente moet op orde zijn De RMC-contactgemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC-functie). De RMC-contactgemeente verantwoordt in de SISA en middels een accountancy-verklaring aan het Rijk over de besteding van de RMC-middelen voor uitvoering van de RMC-functie.
4
4
Uitgangspunten voor het plan
Voortzetten huidige samenwerking Onderwijsinstellingen en gemeenten in regio Zuid-Holland Noord verlengen tot en met schooljaar 2015-2016 de samenwerking zoals vastgelegd in het VSV-convenant 2012-2015 en de onderliggende samenwerkingsovereenkomst. We spreken de intentie uit om vanaf 2016 gezamenlijk aan een nieuw VSV-convenant of vervangende regeling van OCW deel te nemen.
Focus Regionale aanpak van voortijdig schoolverlaten gaat niet enkel over kwetsbare jongeren maar ook over jongeren met voldoende kwaliteiten om zich te kwalificeren en tijdelijk ondersteuning nodig hebben bij studiekeuze en/of begeleiding tijdens de studie.
Regie In de Vooruitblik op de regionale VSV-aanpak is opgenomen dat “de contactgemeente stevig haar regierol neemt op regionale aanpak VSV”. Dit wordt als volgt ingevuld: Partijen spreken met elkaar af dat de regie op de uitvoering van het plan bestuurlijk bij de wethouder onderwijs van centrumgemeente Leiden ligt. Op uitvoeringsniveau is de RMC-coördinator van RMC-regio Zuid-Holland Noord verantwoordelijk. De RMC-coördinator bewaakt de voortgang van het plan en rapporteert hierover via managementrapportages in de Regiegroep VSV. De RMCcoördinator spreekt partijen aan op gemaakte afspraken en de geleverde bijdrage aan de te behalen doelstellingen. Indien nodig wordt opgeschaald naar de wethouder onderwijs van centrumgemeente Leiden. De contactschool is verantwoordelijk voor de regie, verantwoording en rapportage m.b.t. de uitvoering van de maatregelen die vanuit de regiomiddelen van OCW worden gefinancierd.
RMC werkt adaptief in haar VSV-aanpak In de Vooruitblik op de regionale VSV-aanpak is als doelstelling opgenomen dat “de uitvoering RMC-functie effectiever en adaptief moet zijn”. Deze doelstelling wordt als volgt ingevuld: Het RMC gaat vanaf 2015 meer adaptief werken. Met adaptief wordt bedoeld: het RMC past aanpak aan waar nodig, bijvoorbeeld bij onverwachte toename VSV op bepaalde locatie. Belangrijke bron hiervoor zijn de maandrapportages van DUO en de gegevens over uitschrijvingen uit de leerlingenadministratie van het RBL. In het werkplan van het RBL wordt weergegeven op welke wijze het RBL zijn formatie inzet. Er wordt ingezet op preventie en curatie. Er wordt ingezet op preventie van voortijdig schoolverlaten door aan te sluiten op de verzuim 18+ aanpak van de onderwijsinstellingen. Curatieve inzet vind plaats door het bieden van trajectbegeleiding, zowel voor nieuwe als oude VSV-ers. Doelstellingen RMC uit beleidsplan 2015-2018: Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters in regio Zuid-Holland Noord bedraagt maximaal het percentage zoals het ministerie van OCW die per doelgroep stelt. Deze percentages zijn weergegeven in § 1.1 van dit Plan. Alle nieuwe voortijdig schoolverlaters worden warm overgedragen en direct na uitschrijving benaderd door het RMC voor trajectbegeleiding. Alle oude voortijdig schoolverlaters zonder werk of inkomen worden ieder jaar proactief benaderd door het RMC voor trajectbegeleiding. 59% van de preventief ingezette RMC-trajecten werden in schooljaar 2013-2014 met een positief uitstroomresultaat (onderwijs of werk) afgesloten. Dit moet omhoog naar 70% 40% van de curatief ingezette RMC-trajecten werden in schooljaar 2013-2014 met een positief uitstroomresultaat (onderwijs of werk) afgesloten. Dit moet omhoog naar 60% Alle voortijdig schoolverlaters tot 23 jaar met een WWB-uitkering die de intellectuele capaciteiten hebben en waarbij geen belemmeringen gelden die –al dan niet met ondersteuning- binnen een half jaar kunnen worden opgelost, benutten onderwijs als voorliggende voorziening. De jaarlijkse evaluatie van het Kansloket wordt hierbij benut om de resultaten te monitoren. 5
Het RMC ontwikkelt een VSV-monitor waarin zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens worden opgenomen over verzuim18+ en VSV. We willen per maand in beeld hebben: Nieuwe VSV-ers: aantal, leeftijd, gemeente, school van herkomst, reden uitschrijving; Oude VSV-ers: aantal, leeftijd, gemeente, huidige inkomensstatus; Verzuim18+meldingen: aantal, school, domein, gemeente; RMC-trajectbegeleiding: aantal, resultaat, leeftijd, gemeente; Leerlingenstromen bij de overgang VO-MBO binnen en tussen MBO-instellingen worden gevolgd in Intergrip2.
Onderwijsinstellingen werken adaptief in hun VSV-aanpak Onderwijsinstellingen hebben als eerste in beeld of een jongere dreigt uit te vallen. In principe is de interne zorgstructuur toereikend om op deze signalen te anticiperen. Voor onderwijsinstellingen waar grotere aantallen jongeren met hun opleiding (dreigen te) stoppen is flexibiliteit geboden om uitval te voorkomen of jongeren voldoende en tijdig te begeleiden naar een andere opleiding en/of school en het RMC. Wanneer onvoldoende voorzien kan worden in flexibele inzet van de benodigde ondersteuning is het van belang dat de onderwijsinstelling dit aangeeft bij het RMC. Zo kan tijdig geschakeld worden om erger te voorkomen. Daarnaast is de monitoring van leerlingenstromen tussen opleidingen binnen het ROC en tussen MBOinstellingen onderling een belangrijke bron om risico’s op VSV in kaart te brengen. Gegevens van scholen zelf zijn van belang om bijvoorbeeld het risico op geruisloze uitstroom van deelnemers (geen signalen, toch niet terugkomen na de zomervakantie) te voorkomen. Samenwerking met het RMC bij dreigende uitval d.m.v. gesprekken en/of warme overdracht kan geruisloze uitval voorkomen.
Effectiviteit van VSV-aanpak moet meetbaar in beeld komen In de Vooruitblik op de regionale VSV-aanpak is als doelstelling opgenomen dat de effectiviteit van VSV-aanpak meetbaar in beeld moet komen, dit binnen de bestaande middelen (niet meer bureaucratie): “Om de effecten van de VSV-aanpak in beeld te brengen en om de mate van succes te monitoren worden daar waar dit kan prestatie-indicatoren gedefinieerd en een monitor opgezet. Het gaat om effectiviteit van interventies en instrumenten op regio-, doelgroep- en instellingsniveau. Bovendien willen we waar mogelijk registreren welke VSVinstrumenten zijn ingezet in de onderwijsloopbaan van een (potentieel) VSV-er. Voor het verbeteren van de VSV-aanpak maken we gebruik van kennis en ervaringen van leerlingen en studenten: het RMC gaat de redenen van uitval registreren en daarbij VSV-ers vragen wat de onderwijsinstelling beter/ anders had kunnen doen om uitval te voorkomen om effectieve instrumenten te kunnen inzetten”. Het betreft hier niet een doelstelling van de regionale VSVaanpak zelf, maar een uitgangspunt waaraan voldaan moet worden om de doelstellingen van de regionale aanpak te kunnen verwezenlijken. De Regiegroep VSV ontvangt tweemaal per jaar een managementrapportage over de voortgang van het plan van de RMC-coördinator. Dit gebeurt in de maanden dat OCW voorlopige en definitieve VSV-cijfers levert: november en maart. In de rapportages worden de volgende punten opgenomen: cijfers nieuwe VSV-ers per school / voor de zes doelgroepen van het convenant / cijfers over apart te onderscheiden doelgroepen op basis van VSV-cijfers / cijfers per gemeente / cijfers over oude VSV-ers per SUWI-categorie / cijfers over verzuim18+ per school; Benutting en effect inzet instrumenten die gefinancierd worden vanuit regiomiddelen VSV-convenant; Benutting en effect inzet verzuim 18+ en RMC-trajectbegeleiding; inzet RMC-personeel t.b.v. verzuim 18+ en RMC-trajectbegeleiding; Reden van uitval en benutting VSV-instrumentarium rapporteren op doelgroep-niveau.
2
ROC Mondriaan/regio Haaglanden maakt gebruik van VOROC i.p.v. Intergrip. 6
Regiomiddelen Afspraken voor inzet van ‘regiomiddelen’ verstrekt door OCW t.b.v. regionale VSV-aanpak: Voor het schooljaar 2015-2016 wordt de effectiviteit van de huidige inzet van regiomiddelen o.a. op basis van de ‘terugblik’ van BMC geëvalueerd en indien nodig aangepast. De basis op orde is verantwoordelijkheid van ieders organisatie. Regiomiddelen worden ingezet daar waar de effectiviteit op VSV-reductie van nieuwe VSV-ers groot wordt geacht. Naast generieke inzet is ook maatwerk mogelijk. inzet daar waar het verschil wordt gemaakt. Regiomiddelen worden ingezet daar waar effectiviteit op een bepaalde doelgroep aantoonbaar is of noodzakelijk wordt geacht. Tussentijdse bijstelling van inzet van regiomiddelen gebeurt indien de Regiegroep VSV dit gewenst acht. De programmamanager van de RMC-contactschool bewaakt de voortgang van de maatregelen die gefinancierd worden vanuit de regiomiddelen van het VSV-convenant en draagt zorg voor de verantwoording van deze middelen.
5
Doelstellingen regionale VSV-aanpak 2015-2018
5.1
Minimale uitval in overgang VO/VSO-MBO
Doelstelling: We willen voortijdig schooluitval veroorzaakt door verkeerde studiekeuze of onvoldoende voorbereiding in de overstap van voortgezet (speciaal) onderwijs naar het Middelbaar Beroeps Onderwijs tot een minimum reduceren. In de Vooruitblik op de regionale VSV-aanpak is als doelstelling opgenomen dat er geen uitval in overgang VO/VSO-MBO plaats mag vinden: “Vastgesteld is dat de grootste uitval plaatsvindt in het eerste jaar van het MBO. Belangrijkste oorzaak hiervan is een verkeerde studiekeuze in het VO/VSO en de grote overgang in onderwijsklimaat bij de overstap van VO/VSO naar MBO. De voorbereiding op deze overgang, de overstap VO/VSO-MBO en de voorbereiding en ondersteuning van de deelnemer bij de juiste studiekeuze en/of studiehouding verdienen prioriteit in de aanpak van voortijdig schoolverlaten. Het samenwerkingsverband VO-MBO-HBO ‘Ons Platform’ komt met een analyse over de overstap VO/VSO-MBO. Het VO/VSO en MBO gaan samen werken op de grenzen van de wet, waarbij het uitstellen van de studiekeuze in het VO/VSO en het aanbieden van brede MBO-kwalificatiedossiers uitgangspunten zijn. Doel is de uitval in het eerste jaar van het mbo hiermee verder te reduceren”. De vmbo- en mbo-scholen in Holland Rijnland bundelen hun kracht in Ons Platform, met als doel dat alle jongeren gediplomeerd hun opleiding afronden. De partners werken daarom op de beleidsterreinen 'aansluiting, overdracht en doorstroom' nauw met elkaar samen, zodat leerlingen onbelemmerd hun (leer)loopbaan in de beroepskolom kunnen volgen. Doel van Ons Platform: 1. elke jongere voldoet minimaal aan de kwalificatieplicht 2. elke jongere ontwikkelt zich optimaal 3. elke jongere kwalificeert zich maximaal Ons Platform onderscheid hiertoe drie programmalijnen: 1 Versterken van (leer)loopbaanbeleid gebaseerd op maatwerk per leerling 2 Optimaliseren van de (doorlopende) leerlingenbegeleiding 3 Bundelen en versterken van de regionale samenwerking
Om voorgaande ambities waar te kunnen maken willen we de volgende zaken realiseren:
Te realiseren rond Loopbaanbegeleiding (LOB) Per 2016 regionale LOB-beleidsplan implementeren; keuzeproces met optimaal resultaat borgen. Decanen VO betrekken bij werkwijze arbeidsmarktperspectief MBO, meenemen in keuzeproces leerlingen. Overleg faciliteren door VO en MBO over nieuwe kern- en keuzeprogramma VO, waarmee aansluiting op instroomcriteria MBO optimaal wordt. 7
Realiseren van maximale samenwerking tussen VO en MBO middels beroepenmarkt, beroep in bedrijf, oriëntatiedagen, proefstudeer bijeenkomsten en meer. Vrijwilligers als maatje inzetten ten behoeve van de overstap VO/VSO-MBO op basis van de begeleidingsbehoefte. Vrijwilligers kunnen ook ingezet worden ter preventie van VSV.
Te realiseren bij overstap VO - MBO
Optimaal borgen van warme overdracht voor alle jongeren uit de regio. Met specifieke aandacht voor alle leerlingen met een Ontwikkelingsperspectief-plan (OPP), waaronder Praktijkonderwijs, Voortgezet Speciaal Onderwijs en De Delta, leerlingen met passend onderwijs in vo, leerlingen die op meerdere VO-scholen hebben gezeten en leerlingen met een opvallend verzuimgedrag in het VO. Daarnaast maximaal uitwisselen van informatie m.b.t. ongediplomeerde MBO overstap. Uitwisselen van informatie na start schooljaar over rendement in MBO: hoeveel uitval, overstappers en gediplomeerde jongeren per school naar school van afkomst en daarop verbeterpunten formuleren.
Meetbaarheid doelstelling
Uitval bij overgang VO-MBO wordt gemeten door de VSV-cijfers bij de doelgroepen bovenbouw VMBO (maximaal 4,0%) en bovenbouw HAVO/VWO (maximaal 0,5%) Het RMC zal de uitval in het eerste inschrijvingsjaar MBO volgend op een VOinschrijving, monitoren. Ons platform monitort de overstap VO/VSO-MBO met digitaal plaatsingsmonitor Intergrip.
Aandachtspunten
5.2
Continuering samenwerking VO en MBO in Ons Platform. Het VSO is via de samenwerkingsverbanden VO in Ons Platform vertegenwoordigd. Ongediplomeerde uitstroom VO en de aansluiting op entree-onderwijs. Privacy aspecten m.b.t. uitwisseling van gegevens voorafgaande aan en tijdens de overstap. In de werkgroep passend onderwijs van VO/VSO en MBO aandacht voor methodiekuitwisseling tussen scholen m.b.t. zorg/passend onderwijs t.b.v. de overdracht van zorg bij een overstap van een leerling van VO/VSO naar MBO.
Voor iedere VSV-er een ontwikkelplan
Doelstelling: We willen dat er voor iedere VSV-er op basis van Ontwikkelingsperspectief-plan (VO) en/of handelingsplan (MBO) samen met RMC een ontwikkelplan wordt opgesteld, of bij uitstroom door het MBO aan RMC wordt meegegeven. In de Vooruitblik op de regionale VSV-aanpak is vanuit de ambitie om iedere vsv-er in beeld te hebben en daarmee een sluitende vsv-aanpak te realiseren als doelstelling opgenomen dat er voor iedere VSV-er een ontwikkelplan komt: “Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en onderwijs om jongeren voor te bereiden op zelfstandige participatie in de samenleving. Het behalen van een startkwalificatie is hiervoor het beste uitgangspunt. Jongeren tot 23 jaar die zonder een startkwalificatie het onderwijs verlaten worden door het RMC geregistreerd en krijgen een aanbod voor trajectbegeleiding. Scholen en gemeenten dienen informatie uit te wisselen om voor een VSV-er een ontwikkelplan op te kunnen stellen. Duidelijk dient te zijn welke stappen genomen moeten worden om uitstroom naar onderwijs of werk mogelijk te maken. Indien dit (nog) niet mogelijk is dient duidelijk te zijn welke ondersteuning of zorg nodig is”. Om voorgaande ambities waar te kunnen maken willen we de volgende zaken realiseren:
Te realiseren rond Ontwikkelingsperspectief-plan (OPP)
Het in samenwerking realiseren van uitstroomperspectieven voor VO-leerlingen met een OPP, tevens instroomperspectief MBO. Met bijzondere aandacht voor moeilijk plaatsbare jongeren in het MBO. Het realiseren van doorlopende zorglijnen, samen met de Jeugd- en gezinsteams, voor VO/MBO leerlingen met een OPP. 8
Afspraken MBO-MBO over gebruik Intergrip en Voroc en waar relevant informatie uit het handelingsplan Passend Onderwijs.
Van een OPP (VO/VSO) en/of een handelingsplan (MBO) naar een ontwikkelplan (voor VSV)
Afspraken over de noodzakelijke inhoud van het ontwikkelplan bij ongediplomeerde uitstroom (VSV) uit MBO en advies voor vervolg in samenwerking school en casemanager MBO. Historie, problematiek, inzet ondersteuning intern en extern, reden van uitval, verzuimdossier, gezamenlijke conclusie (RMC en MBO) voor de beste vervolgstap. Nadere uitwerking voor de specifieke groep kwetsbare jongeren.
Aandachtspunten
5.3
Focus op doelgroep MBO 3-4 Aandacht voor geruisloze uitstroom uit MBO (stopt opleiding zonder verzuim/zorg) Samenwerking met JGT’s, VO/VSO en MBO Monitor onderwijs-jeugdhulpverlening RBL gaat ‘reden van schooluitval’ registreren Eigenaarschap OPP/Handelingsplan/Ontwikkelplan ligt bij de onderwijsdeelnemer Opvraagbaarheid dossier moet bij MBO-instellingen vanwege privacy redenen geregeld worden RMC moet opbouw en opvraagbaarheid dossier integreren in de leerlingenadministratie
Geen jongere buiten beeld bij verzuim of schooluitval
Doelstelling: RMC en MBO’s hebben sluitende (boven)regionale afspraken over taken en verantwoordelijkheden bij verzuim en schooluitval, waarbij iedere jongere in beeld is. In de Vooruitblik op de regionale VSV-aanpak is als doelstelling opgenomen dat “geen jongere buiten beeld is bij verzuim of schooluitval”. Het gaat dan met name om jongeren die niet meer leerplichtig zijn. In de Vooruitblik is bij deze doelstelling het volgende aangegeven: “Het moet met betrekking tot verzuim en schooluitval duidelijk zijn waar de verantwoordelijkheid van een school begint en eindigt en waar die van het RMC. Partijen spreken elkaar hierop aan. Rollen en verantwoordelijkheden zijn helder in beeld gebracht”. Twee andere doelstellingen in de Vooruitblik zijn uitwerkingen hiervan: Kwaliteit verzuimmelding en melding van uitschrijving door MBO moet beter Verzuim 18+ van jongeren uit andere RMC-regio’s wordt opgepakt Voorgenoemde doelstellingen worden gerealiseerd door de bovenregionaal verzuimagenda uit te voeren. Deze verzuimagenda is in februari 2015 met de RMC-regio’s Zuid-Holland Noord, Zuid-Holland Oost, Haaglanden en ROC Mondriaan, ID College en ROC Leiden opgesteld. Hierin zijn de volgende zaken geregeld:
Eenduidige, preventieve verzuim aanpak 18- en 18+
De MBO’s melden alle studenten tot 23 jaar, die nog niet in het bezit zijn van een startkwalificatie, bij 16 uur ongeoorloofd verzuim in 4 lesweken. Er wordt hierin geen onderscheid gemaakt tussen 18- en 18+. De MBO’s doen een kwalitatieve (“gevulde”) melding. Voorafgaande aan de 16 uur melding is de student in beeld bij het MBO en heeft er een interventie plaatsgevonden. De DUO-meldingen bevatten of er actie gewenst is vanuit RMC, wat de oorzaak is van het verzuim, welke interventies het MBO heeft gedaan om het verzuim te stoppen en de contactpersoon binnen het MBO. De RMC’s reageren op iedere melding waarop ‘actie gewenst’ is, door contact op te nemen met de contactpersoon binnen het MBO en een interventie te plegen. Een interventie kan zijn: een waarschuwingsbrief of gesprek met de student/ouders (eventueel op school, al dan niet in bijzijn van een contactpersoon MBO). De RMC’s koppelen na de interventie “gevuld” terug, per mail of via DUO. Met “gevuld” wordt verstaan: de aard en het resultaat van de interventie. 9
Herhaalmeldingen
De MBO’s doen herhaalmeldingen wanneer een student opnieuw 16 uur ongeoorloofd verzuim heeft opgebouwd in 4 lesweken. De MBO’s controleren voorafgaande aan deze melding eerder gemaakte afspraken met de student en vermelden, bij dreigende uitval, of actie vanuit RMC gewenst is. Indien actie vanuit RMC gewenst is, koppelt het RMC de aard en het resultaat van de interventie terug naar het MBO.
Signaalmeldingen
De MBO’s kunnen te allen tijde een signaalmelding (“zorgmelding”) doen via het Verzuimloket. Het betreft studenten die niet voldoen aan de 16 uur norm, maar waar zorgen over zijn (of waarbij uitval dreigt). De insteek is: niet aan alle uitval is (ongeoorloofd) verzuim vooraf gegaan. Deze signaalmeldingen zijn ‘gevuld’ en worden door de RMC’s opgepakt. De RMC’s koppelen na de interventie “gevuld” terug, per mail of via DUO. Met “gevuld” wordt verstaan: de aard en het resultaat van de interventie.
Contactpersonen RMC en MBO
De RMC’s hebben vaste contactpersonen per MBO, in de eigen RMC-regio. De RMC’s maken gebruik van de MBO-contactpersoon voor het opvragen van aanvullende informatie en het afstemmen, uitvoeren en terugkoppelen van aard en het resultaat van de interventies.
Aandachtspunten:
5.4
Bij uitschrijving worden VSV-ers warm overgedragen naar het RMC. Het OPP/Handelingsplan wordt hierbij overgedragen zodat het RMC een ontwikkelplan op kan stellen voor de vsv-er (zie doelstelling 5.1). RMC-casemanager bewaakt uitvoering ontwikkelplan ten behoeve van toeleiden naar onderwijs- en/of werk.
Pluscoach, indien nodig
Doelstelling: minimaal 90% van de dreigende uitvallers onder overbelaste jongeren vervolgt zijn opleiding wanneer Pluscoach wordt ingezet. Het Rijk oormerkt3 binnen de regiomiddelen een apart budget ten behoeve van aanbod om schooluitval onder ‘overbelaste’ jongeren te voorkomen. In regio Zuid-Holland Noord zijn deze middelen de afgelopen jaren ingezet voor project Pluscoach. In de jaren 2015-2018 zetten we ons in om de pluscoach werkwijze en aanbod integraal in te bedden in de huidige voorzieningen. Dit betreft het domein zorg en onderwijs. Doel van Pluscoach is het voorkomen van schooluitval onder overbelaste jongeren die op school zitten. Het beoogd resultaat is Pluscoach in te zetten daar waar het interne zorgaanbod van de school ontoereikend blijkt en het reguliere zorgaanbod geen antwoord heeft op de hulpvraag van de jongere en zijn gezin*. Prognose is dat er 330 jongeren jaarlijks gebruik maken van het traject. We willen dat minimaal 90% van de doelgroep zijn opleiding vervolgt. Het resultaat van schooljaar 2014-2015 was 89%. In de Vooruitblik op de regionale VSV-aanpak is gesteld dat “Pluscoach in het onderwijs aanvullend wordt ingezet door de zorg- en begeleiding structuur van de school. Pluscoach verwijst indien nodig naar de gemeentelijke jeugdhulpverlening”. Om voorgaande ambities waar te kunnen maken willen we de volgende zaken realiseren: Activiteiten: Overbelaste jongeren begeleiden door een Pluscoach. Het gaat dan om jongeren tussen de 12 en 23 jaar oud die in het reguliere onderwijs zitten, nog geen startkwalificatie hebben en waarbij meervoudige problematiek speelt. 3
Tot en met 2016 zijn deze gelden geoormerkt binnen de regiomiddelen. Deze gelden staan structureel op de begroting van OCW. Er vindt in najaar 2015 nog nadere besluitvorming plaats over de wijze waarop deze middelen ter beschikking worden gesteld aan de regio’s. 10
Het Pluscoachaanbod en de -werkwijze wordt regionaal ingebed zodat de doelgroep krijgt wat ie nodig heeft en de werkwijze geborgd is. Onderwijs meldt alleen aan na overleg in de ondersteuningsstructuur van de school/opleiding waarbij in ieder geval het Jeugd- en gezinsteam is betrokken. Zonder dat dit de huidige werkprocessen en snelheid vertraagd. De aanmelding moet voldoen aan de geformuleerde criteria** opgesteld door de klankbordgroep Pluscoach. Pluscoach controleert of de aanmelding voldoet en wijst op basis daarvan toe of af. Opstellen van een plan van aanpak Pluscoach 2015-2018 waarin positie, taken, rollen en verantwoordelijkheden van de Pluscoachorganisatie helder worden omschreven Scholing nieuwe coaches vier trainingen per jaar, voor bestaande coaches zijn er inhoudelijke masterclasses (2 jaarlijks) Communicatie: resultaten van Pluscoach worden aan externe publieksgroepen via website en nieuwsbrief van Pluscoach gecommuniceerd 4 maal per jaar overleg met de uitvoerende zorgpartijen op middenkaderniveau waarin de prestatie indicatoren worden gemonitord. Jaarlijkse contract afspraken met de zorgpartijen 4 maal per jaar overleg met de Klankbordgroep die bestaat uit vertegenwoordigers uit de samenwerkingsverbanden VO, het MBO, de Gemeente en een JGT. Jaarlijkse afstemming met de zorgcoördinatoren op gebied van signaleringen, verbeteringen, matching en communicatie.
* Pluscoach onderscheid zicht door zijn werkwijze: Pluscoach is snel en flexibel en vraaggericht inzetbaar. In tegenstelling tot het reguliere aanbod kiest school in samenspraak met de jongere en zijn gezin de gewenste generalist of specialist die zij nodig achten. Dit kan op naam, deskundigheid, leeftijd of sexe-specifiek. Pluscoach is derhalve iets waarvoor “in meer of mindere mate op aanraden van school” je kiest i.p.v. iets wat je wordt aangeboden. Voor een deel van de aangemelde jongere geldt het onafhankelijke karakter als meerwaarde. Het is een dienst i.p.v. een organisatie. Pluscoach is n.l. geen onderdeel van het schoolsysteem of de gemeente (CJG, JGT, 2e/ 3e lijns-voorzienig) en daardoor onafhankelijk. Het betreft een deel van jongere met negatieve ervaringen met jeugdzorg, jongeren die niet te motiveren zijn zich elf aan te melden bij deze voorzieningen. **Criteria & aandachtspunten aanmelding Pluscoach: School besluit aanmelding na intern overleg (waaronder JGT, SMW, ZOCO) 12-23 jaar Sprake van meervoudige problematiek Heeft de capaciteit tot het behalen van een startkwalificatie Heeft als doel voorkomen van schooluitval en behalen statkwalificatie Ouders/ verzorgers altijd betrokken ook 18+ Is er een huisvestingsvraag waardoor onderwijs geen doorgang kan hebben Jongere komt niet zelfstandig aan bij een vorm van zorg zoals JGT, 2e of 3e lijnsvoorziening Er is geen sprake van actieve vorm van zorg Bij te zware problematiek wordt gestart en vervolgens passend doorgeleid
5.5
Verhogen ouderbetrokkenheid in het MBO
Doelstelling: MBO-instellingen in de regio stellen beleid vast om ouderbetrokkenheid in te zetten om VSV op het MBO te verminderen. VSV onder MBO-studenten op niveau 2, 3 en 4 is nog steeds relatief hoog. Gezocht wordt naar een aanvullende werkwijze waarmee op die niveaus VSV te reduceren is. Uit onderzoek4 blijkt dat betrokkenheid van ouders bij de onderwijsloopbaan van jongeren het risico op uitval verminderd. De MBO-instellingen in de regio gaan uitwerken op welke wijze ouderbetrokkenheid verhoogd kan worden.
4
Ouderbetrokkenheid: groot verschil door subtiele veranderingen, promotieonderzoek van M. Lusse 2014 11
5.6
Regionale zorgstructuur aansluiten op zorgstructuur onderwijs
Doelstelling: zorgstructuur VO/VSO en MBO sluiten naadloos op elkaar aan op jeugdhulp/WMO van gemeenten in RMC-regio Zuid-Holland Noord om VSV te voorkomen. Jeugdhulp, WMO en de Participatiewet zijn gedecentraliseerd naar de gemeenten. In het onderwijs is de wet op Passend Onderwijs ingevoerd. Onderwijs en gemeenten staan gezamenlijk voor de uitdaging de zorgstructuur in het onderwijs en die van gemeenten op elkaar aan te laten sluiten. Het moet daarbij duidelijk worden wie waarvoor verantwoordelijk is, rollen moeten helder omschreven zijn, met name op de overgangsgebieden tussen onderwijs, gemeenten en RMC op de terreinen passend onderwijs, jeugdzorg, WMO en participatiewet. Er is geen schooluitval door gebrek aan passend onderwijs of jeugdhulp. Activiteiten: Aansluiting zorgstructuur VO/VSO en MBO op werkwijze JGT’s: regionale samenwerking met de JGT’s. Ontwikkelplan voor iedere VSV-er (zie doelstelling 5.2). Aandachtspunten: Jongeren met ontwikkelingsperspectiefplan (VO)/behandelingsplan (MBO) met een ondersteuningsvraag die beroep doet op zorg buiten het onderwijs kunnen het meest effectief opgevangen worden in de woonregio.
5.7
Geen uitval leerplichtigen in het MBO
Doelstelling: MBO-instellingen en RBL spreken af dat leerplichtige jongeren bij dreigende schooluitval binnen het onderwijs worden gehouden. Verkeerde studiekeuze in het MBO wordt als één van de belangrijkste oorzaken genoemd van voortijdig schoolverlaten. Wanneer jongeren ruim voor het einde van het schooljaar om deze reden stoppen met hun opleiding, is de kans op VSV groot wanneer het contact met school wegvalt. Jongeren gaan werken of zitten thuis op de bank. Voor leerplichtige leerlingen wordt nu vaak door het RBL een tijdelijke (gedoog)vrijstelling van onderwijs afgegeven. Dit is ongewenst. Leerplichtige jongeren moeten naar school. Iedere MBO-instelling dient binnen haar mogelijkheden leerplichtige jongeren een alternatief onderwijsprogramma te kunnen bieden.
5.8
Vergroten toegangskansen tot MBO van moeilijk plaatsbare doelgroepen
Doelstelling: We willen regionaal beleid van onderwijs en gemeenten om de toegang tot het middelbaar beroepsonderwijs van jongeren die moeilijk plaatsbaar zijn te vergroten. Minister Bussemaker vraagt in de Kamerbrief ‘over extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie’ (dec. 2014) regio’s experimenteerruimte te benutten om de toegang tot het beroepsonderwijs voor deze jongeren te vergroten. In regio Zuid-Holland Noord zijn we met het Instroomloket en het Kansloket hier al mee bezig. Dit zijn casuïstieke overleggen waarin door ROC’s, RMC, Cardea Jeugdzorg en Sociale Zaken wordt bekeken of een jongere kan starten met een MBO-opleiding of dat eerst andere stappen ondernomen moeten worden. Bij het nemen van deze benodigde stappen om leerbaarheid en schoolbaarheid te vergroten is de regie op en financiering van- de begeleiding van jongeren nog niet ingevuld. Doelgroep: Jongeren die: Moeilijk plaatsbaar zijn, boven de 16 jaar en die onder de VSV-doelgroep vallen , waarbij een reguliere intake onvoldoende is om tot een passend plaatsingsadvies te komen; Moeilijk plaatsbaar zijn, boven de 16 jaar en onder de kwetsbare-doelgroep VSO/PRO vallen met uitstroomprofiel onderwijs, die door willen stromen naar het MBO waarbij een reguliere intake onvoldoende is om tot een passend plaatsingsadvies te komen; Een mbo-traject zijn gestart, maar die moeten stoppen in verband met problemen die een vervolgstap in het mbo in de weg zitten. Het accent ligt hierbij op jongeren die uitvallen uit een MBO-niveau 3 + 4. 12
Activiteiten: Instroomloket en Kansloket worden als instrument voor toeleiding naar het MBOonderwijs voortgezet. Doel is onderwijs- of trajectmogelijkheden voor moeilijk plaatsbare jongeren van 16+ vast te stellen. Geven van plaatsingsadvies inclusief ondersteuningsplan of met de jongere op basis van een ontwikkelplan bepalen wat toegang tot onderwijs mogelijk maakt. Monitoren van deze studenten in hun loopbaanvoortgang en voortgang van het ondersteuningsplan. Waar nodig begeleiden in de toeleiding naar onderwijs en hier gebruik maken van de mogelijkheden in de regio, zowel binnen als buiten het onderwijs. Inrichten van een alternatief traject ‘terugleiden naar onderwijs’. Hierbij is afstemming met de doelgroep 23+ van de gemeenten nodig om een ‘kritische massa’ te krijgen voor een dergelijke voorziening. Het onderwijs en gemeente spannen zich gezamenlijk in om vorm te geven aan een voorziening met toeleiding naar onderwijs (of werk).
6
Vervolg
Na vaststelling van dit stuk zal de werkgroep -in samenhang met het op te stellen uitvoeringsprogramma ‘Blijf bij de les!’ waarin de besteding van de regiomiddelen 2015-2016 wordt belegd- een uitvoeringsplan 2015-2018 voor het gehele regionale VSV-plan opstellen. De looptijd van dit plan is 1 juli 2015 tot 1 juli 2018 en beslaat daarmee drie schooljaren: 20152016, 2016-2017 en 2017-2018. Het ministerie van OCW heeft aangekondigd dat de VSVregeling en de beschikbaarheid van regiomiddelen wordt verlengd met schooljaar 2015-2016. Het ministerie van OCW heeft nog geen duidelijkheid gegeven over de beschikbaarheid van regiomiddelen na schooljaar 2015-2016. Dit wordt verwacht in najaar 2015. Indien de VSVregeling wordt voorgezet zal de Regiegroep VSV jaarlijks op basis van de managementrapportage en het VSV-plan 2015-2018 besluiten over de inzet van maatregelen en de financiering daarvan. Voor een deel van de doelstellingen uit dit plan die door financiering vanuit regiomiddelen 20152016 bediend zullen worden zal een programma-monitor ‘Blijf bij de les!’ worden opgezet. Onder verantwoordelijkheid van de contactschool zal de Regiegroep VSV over de voortgang van het programma worden geïnformeerd. De programmamonitor ‘Blijf bij de les!’ wordt opgenomen in de managementrapportage regionale VSV-aanpak die onder verantwoordelijkheid van de RMC-coördinator tweemaal per jaar wordt geagendeerd in de Regiegroep VSV. Naast de programmamonitor zal de managementrapportage bestaan uit de voortgang op de hoofddoelstelling (VSV-cijfers) en overige subdoelstellingen van het Regionale VSV-plan 2015-2018.
13
7
Planning
Datum 18 juni 2015 1 Juli 2015 1 oktober 2015 Oktober 2015 23 november 2015 Feb/Maart 2016 Maart/april 2016 Juni 2016 Juni 2016 Oktober 2016 1 oktober 2016 November 2016 Feb/Maart 2016 Maart/april 2017 Juni 2017 Juni 2017 Oktober 2017 1 oktober 2017 November 2017 Feb/Maart 2018 Maart/april 2018 Juni 2018 Oktober 2018 November 2018
Onderwerp Afsluitende conferentie programma Regionale VSV-aanpak 2012-2015 Zuid-Holland Noord Start Regionale VSV-Plan Zuid-Holland Noord 2015-2018 VSV-teldatum schooljaar 2014-2015 Publicatie definitieve VSV-cijfers 2013-2014 1e management rapportage Regionale VSV-plan Zuid-Holland Noord 2015-2018 Publicatie voorlopige VSV-cijfers 2014-2015 2e management rapportage Regionale VSV-plan Zuid-Holland Noord 2015-2018 Eventuele bijstelling programma regiomiddelen 2016-2017 Conferentie Regionale VSV-aanpak 2015-2018 Zuid-Holland Noord Publicatie definitieve VSV-cijfers 2014-2015 VSV-teldatum schooljaar 2015-2016 3e management rapportage Regionale VSV-plan Zuid-Holland Noord 2015-2018 Publicatie voorlopige VSV-cijfers 2015-2016 4e management rapportage Regionale VSV-plan Zuid-Holland Noord 2015-2018 Conferentie Regionale VSV-aanpak 2015-2018 Zuid-Holland Noord Eventuele bijstelling programma regiomiddelen 2017-2018 Publicatie definitieve VSV-cijfers 2015-2016 VSV-teldatum schooljaar 2016-2017 5e management rapportage Regionale VSV-plan Zuid-Holland Noord 2015-2018 Publicatie voorlopige VSV-cijfers 2016-2017 6e management rapportage Regionale VSV-plan Zuid-Holland Noord 2015-2018 Slotconferentie programma Regionale VSV-aanpak 20152018 Zuid-Holland Noord Publicatie definitieve VSV-cijfers 2016-2017 7e management rapportage Regionale VSV-plan Zuid-Holland Noord 2015-2018
Actoren Alle betrokkenen bij regionale VSV-aanpak Betrokkenen VSV-aanpak OCW OCW Regiegroep VSV OCW Werk- en Regiegroep VSV Werk- en regiegroep VSV Betrokkenen VSV-aanpak OCW OCW Werk- en regiegroep VSV OCW Werk- en regiegroep VSV Betrokkenen VSV-aanpak Werk- en regiegroep VSV OCW OCW Werk- en regiegroep VSV OCW Werk- en regiegroep VSV OCW Werk- en regiegroep VSV
14