RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN
VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN Iedere jongere tussen de 12 en 23 jaar die het onderwijs verlaat zonder een startkwalificatie wordt aangemerkt als een Voortijdige Schoolverlater. Een uitzondering zijn jongeren met een getuigschrift van het Praktijkonderwijs en jongeren met een niveau 1 diploma die tevens werkzaam zijn op grond van een aanstelling of arbeidsovereenkomst. Een Startkwalificatie is een diploma van havo, vwo of niveau 2 van het mbo. In het Nederlandse onderwijs- en arbeidsmarktbeleid wordt de startkwalificatie gezien als het minimale niveau dat nodig is om voldoende toegerust de arbeidsmarkt te betreden en om zich gedurende de beroepsloopbaan verder te kunnen ontwikkelen. Er sprake is van voortijdig schoolverlaten als: • een jongere nog geen 23 is én • hij/zij geen diploma van het vwo, de havo of niveau 2 van het mbo heeft én • hij/zij gedurende een maand zonder geldige reden het onderwijs niet meer heeft gevolgd of • hij/zij bij de school wordt uitgeschreven of van school wordt verwijderd.
RMC Het RMC staat voor Regionale meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten en is verantwoordelijk voor het organiseren en coördineren van de meldingen van voortijdig schoolverlaten, het registeren van deze meldingen en zorgdragen voor de doorverwijzing naar onderwijs en arbeidsmarkt Jongeren die stoppen met hun opleiding, zonder het behalen van een startkwalificatie, worden gemeld door het onderwijs bij het RMC van de woongemeente. Het doel is om al deze voortijdige schoolverlaters in beeld te hebben en zoveel mogelijk jongeren via een passend traject alsnog een startkwalificatie te laten behalen. Vanuit de Leerplicht worden jongeren begeleid tot hun 18e verjaardag, in het verlengde daarvan is er trajectbegeleiding door het RMC voor jongeren van 18 tot 23 jaar. De richting van begeleiding is grotendeels in te delen in: • toeleiding naar onderwijs • toeleiding naar werk in combinatie met onderwijs • begeleiding richting arbeidsmarkt toeleiding • toeleiding naar zorg partners of andere passende voorzieningen
Helft minder schoolverlaters
In 2005 was het aantal voortijdig schoolverlaters in Nederland nog onacceptabel hoog. Hiervoor is de aanpak “aanval op uitval” ontwikkeld om de doelstelling binnen Nederland te bereiken, nog maar de helft van het aantal voortijdige schoolverlaters (nog maar 35.500 in 2011). Voor het behalen van de doelstellingen is in 2007 het convenant voortijdig schoolverlaten ingesteld. Dit convenant is recentelijk verlengd voor de periode van 20122015. Met de ondertekening van het vsv-convenant zetten het ministerie van Onderwijs, scholen en gemeenten zich de komende jaren gezamenlijk in om het aantal nieuwe vsv’ers verder te verminderen naar maximaal 25.000 voortijdig schoolverlaters in 2016. Scholen en RMC-regio’s ontvangen hiervoor subsidie van het Rijk. De landelijke ontwikkeling is een stevige klus. Dit komt doordat de “harde kern” bijna bereikt is. De laatstgenoemde groep heeft vaker te maken met een opeenstapeling van problemen.
RMC-wetgeving Met ingang van 2002 is naast de Leerplichtwet de RMC-wet van toepassing. De RMC-wetgeving is niet in een aparte wet vastgelegd. In de Wet op het Voortgezet Onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertise centra is een aantal artikelen opgenomen over voortijdig schoolverlaten en de functie van de RMC hierin. De artikelen die betrekking hebben op de RMC bepalen dat: 1. Er sprake is van voortijdig schoolverlaten als: • een jongere nog geen 23 is én • hij/zij geen diploma van het vwo, de havo of niveau 2 van het mbo heeft én • hij/zij gedurende een maand zonder geldige reden het onderwijs niet meer heeft gevolgd of • hij/zij bij de school wordt uitgeschreven of van school wordt verwijderd. 2. Het bevoegd gezag van de school verplicht is: • om van leerlingen die niet meer leerplichtig zijn (ouder dan 18, jonger dan 23) en nog geen startkwalificatie hebben melding te doen bij de woongemeente van de jongere, wanneer er sprake is van voortijdig schoolverlaten. 3. De gemeente verantwoordelijk is voor: • Het maken van afspraken met scholen voor voortgezet onderwijs, onderwijsinstellingen voor mbo, en andere instellingen en organisaties die te maken hebben met voortijdig schoolverlaten over de inzet en verantwoordelijkheid bij het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten. • Het zorgdragen voor de totstandkoming van een regionaal netwerk van die scholen, instellingen en organisaties. • Het organiseren en coördineren van de meldingen van voortijdig schoolverlaten, het registeren van deze meldingen en zorgdragen voor de doorverwijzing naar onderwijs en arbeidsmarkt. De volledige wetteksten: ARTIKEL I. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS Artikel 118h. Bestrijding voortijdig schoolverlaten door gemeente 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor registratie van de gegevens die het bevoegd gezag ingevolge artikel 28 heeft gemeld. Burgemeester en wethouders dragen bovendien zorg voor een systeem van doorverwijzing naar onderwijs of arbeidsmarkt van de in artikel 118g bedoelde voortijdige schoolverlaters en voor het onderhoud van dit systeem. Het systeem heeft mede betrekking op de gegevens waarover de gemeente beschikt in het kader van de uitvoering van de Leerplichtwet Staatsblad 2001 636 2 1969. Voor de uitvoering van de eerste en tweede volzin kunnen bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden vastgesteld. Artikel 28. Melding in verband met voortijdig schoolverlaten niet-leerplichtigen
1. Het bevoegd gezag doet onverwijld opgave aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokkene woonof verblijfplaats heeft van de gegevens van degene a. op wie de Leerplichtwet 1969 niet meer van toepassing is en die de leeftijd van 23 jaren nog niet heeft bereikt, b. die niet in het bezit is van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk artikel 8 dan wel een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en c. die 1°. het onderwijs aan de school gedurende een aaneengesloten periode van ten minste een maand of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt, of 2°. bij de school wordt in- of uitgeschreven of van de school wordt verwijderd. 2. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van het eerste lid. ARTIKEL II. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS Artikel 8.3.2. Bestrijding voortijdig schoolverlaten door gemeente 1.Burgemeester en wethouders dragen zorg voor registratie van de gegevens die het bevoegd gezag ingevolge artikel 8.1.8 heeft gemeld. Burgemeester en wethouders dragen bovendien zorg voor een systeem van doorverwijzing naar onderwijs of arbeidsmarkt van de in artikel 8.3.1 bedoelde voortijdige schoolverlaters en voor het onderhoud van dit systeem. Het systeem heeft mede betrekking op de gegevens waarover de gemeente beschikt in het kader van de uitvoering van de Leerplichtwet 1969. Voor de uitvoering van de eerste en tweede volzin kunnen bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden vastgesteld. Artikel 8.1.8. Melding in verband met voortijdig schoolverlaten niet-leerplichtigen Het bevoegd gezag doet onverwijld opgave aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokkene woon- of verblijfplaats heeft van de gegevens van degene a. op wie de Leerplichtwet 1969 niet meer van toepassing is en die de leeftijd van 23 jaren nog niet heeft bereikt, b. die niet in het bezit is van een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, dan wel een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk artikel 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs, c. en 1°. het onderwijs of de educatie aan de instelling gedurende een aaneengesloten periode van ten minste een maand of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt, of 2°. bij de instelling wordt in- of uitgeschreven of van de instelling wordt verwijderd. 2. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van het eerste lid.
ARTIKEL III. WIJZIGING WET OP DE EXPERTISECENTRA
Artikel 162b. Bestrijding voortijdig schoolverlaten door gemeente 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor registratie van de gegevens die het bevoegd gezag ingevolge artikel 47a heeft gemeld. Burgemeester en wethouders dragen bovendien zorg voor een systeem van doorverwijzing naar onderwijs of arbeidsmarkt van de in artikel 162a bedoelde voortijdige schoolverlaters en voor het onderhoud van dit systeem. Het systeem heeft mede betrekking op de gegevens waarover de gemeente beschikt in het kader van de uitvoering van de Leerplichtwet 1969. Voor de uitvoering van de eerste en tweede volzin kunnen bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden vastgesteld. Artikel 47a. Melding in verband met voortijdig schoolverlaten niet-leerplichtigen Het bevoegd gezag doet onverwijld opgave aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokkene woon- of verblijfplaats heeft van de gegevens van degene a. op wie de Leerplichtwet 1969 niet meer van toepassing is en die de leeftijd van 23 jaren nog niet heeft bereikt, b. die niet in het bezit is van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk artikel 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en c. die 1°. het onderwijs aan de school gedurende een aaneengesloten periode van ten minste een maand of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt, of 2°. bij de school wordt in- of uitgeschreven of van de school wordt verwijderd. 2. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van het eerste lid. AFDELING 10A. BESTRIJDING VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN NIET-LEERPLICHTIGEN Artikel 162a. Voortijdige schoolverlater Onder een voortijdige schoolverlater in de zin van deze afdeling wordt verstaan degene op wie artikel 47a, eerste lid onder a en b, van toepassing is en a. die het onderwijs aan de school waaraan hij is ingeschreven gedurende een aaneengesloten periode van ten minste een maand of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt, of b. die niet meer aan een school is ingeschreven en evenmin is ingeschreven aan een school als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel aan een instelling als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs. 2. Voor zover nodig in afwijking van het eerste lid wordt onder een voortijdig schoolverlater niet verstaan degene die in het bezit is van een getuigschrift van het praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 10f van de wet op het voortgezet onderwijs dan wel een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en werkzaam is op grond van een aanstelling of arbeidsovereenkomst.